Hysterectomie. Versie november objectid vzw Jessa Ziekenhuis Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt,

Vergelijkbare documenten
HYSTERECTOMIE Verwijderen van de baarmoeder INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Patiënteninformatie Hysterectomie

man, vrouw en kind info voor patiënten Hysterectomie

man, vrouw en kind info voor de patiënt Myoomresectie UZ Gent, Vrouwenkliniek

Hysterectomie Verwijderen van de baarmoeder

Informatie voor patiënten gynaecologie Hysterectomie

Patiënteninformatie Diagnostische laparoscopie of kijkonderzoek van de buikholte

Diagnostische laparoscopie. Kijkonderzoek van de buikholte INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

man, vrouw en kind info voor patiënten Diagnostische laparoscopie

Patiënteninformatie Operatieve laparoscopie

Curettage. Jessa Ziekenhuis vzw. Dienst kwaliteit. versie juni 2013 (Object-ID )

Diagnostische laparoscopie of kijkonderzoek van de buikholte

Het verwijderen van de baarmoeder en/of eierstokken. Algemene informatie

Informatie voor patiënten gynaecologie Diagnostische laparoscopie

Curettage INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Baarmoeder- operatie

man, vrouw en kind info voor patiënten Operatieve laparoscopie

Het verwijderen van de baarmoeder en/of eierstokken

Het verwijderen van de baarmoeder en/of eierstokken

Hersteloperatie van de eileiders

Verwijderen van de baarmoeder

Dienst Gynaecologie. Verloskunde. Een abdominale hysterectomie is een operatie waarbij de baarmoeder wordt verwijderd via een insnede in de buik.

Verwijderen van de baarmoeder

Baarmoederverwijdering

laparoscopie VVOG Operatieve Kijkoperatie in de buikholte Partner voor vrouw én vrouwenarts

info voor patiënten Operatieve laparoscopie

Baarmoederverwijdering

Informatie voor patiënten gynaecologie Operatieve laparoscopie

Informatie voor patiënten gynaecologie Curettage

Curettage Reinigen van de baarmoeder

Baarmoederverwijdering

Baarmoederverwijdering bij goedaardige aandoeningen

Baarmoederverwijdering

Verwijdering van de baarmoeder

laparoscopie Kijkonderzoek van de buikholte

Verwijdering van de baarmoeder

man, vrouw en kind info voor de patiënt Curettage UZ Gent, Vrouwenkliniek

Baarmoederverwijdering

baarmoederverwijdering

H Baarmoederverwijdering

INFO VOOR PATIËNTEN CURETTAGE

man, vrouw en kind info voor patiënten Operatieve hysteroscopie

Informatie voor patiënten gynaecologie Diagnostische hysteroscopie

Keizersnede INFORMATIEBROCHURE VOOR DE PATIËNT

Patiënteninformatie. Kijkoperatie (laparoscopie) voor vruchtbaarheidsonderzoek

OPERATIEVE LAPAROSCOPIE INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Baarmoederverwijdering bij goedaardige aandoeningen Uterusextirpatie

Baarmoederverwijdering bij goedaardige aandoeningen

Operatieve hysteroscopie

verwijderen van de baarmoeder

Verwijderen van de baarmoeder bij goedaardige aandoeningen

Baarmoederverwijdering bij goedaardige aandoeningen

Verwijderen van de baarmoeder uterusextirpatie of hysterectomie

Baarmoederverwijdering bij goedaardige aandoeningen

Overzicht van de inwendige vrouwelijke geslachtsorganen: a = eileider b = eierstok c = baarmoederlichaam d = baarmoederhals e = vagina

Baarmoederverwijdering. Poli Gynaecologie

Vleesbomen in de baarmoeder Behandelingsmogelijkheden

Baarmoederverwijdering bij goedaardige aandoeningen

Gynaecologie. Leefregels na een gynaecologische operatie

Dienst Gynaecologie Keizersnede

Baarmoederverwijdering

Vleesbomen in de baarmoeder Behandelingsmogelijkheden

Inleiding 2 Waarom wordt de baarmoeder verwijderd? 2 Welke operatiemethoden zijn er voor een

Het verwijderen van de baarmoeder (uterusextirpatie of hysterectomie)

gynaecologische operatie

H Baarmoederverwijdering

Baarmoederverwijdering bij goedaardige aandoeningen

Maatschap Gynaecologie. Verwijderen van de eileider/eierstok met de laparoscoop (laparoscopische adnex extirpatie)

Gynaecologische operatie

Het verwijderen van de baarmoeder. Bij goedaardige aandoeningen

Baarmoeder verwijderen per laparoscoop Totale laparoscopische hysterectomie (TLH)

Baarmoederverwijdering

patiëntenwijzer Gynaecologie-Verloskunde Laparoscopie regionaal ziekenhuis heilig hart tienen vzw

Baarmoederverwijdering. Gynaecologie

> Baarmoederwegname (hysterectomie) Informatiebrochure

Gynaecologische operaties curettage laparoscopie verwijderen van de baarmoeder verwijderen van de eierstokken verzakking

Een operatie bij eierstokkanker

PATIËNTEN INFORMATIE. Het verwijderen van de. baarmoeder

Buikwandcorrectie. Dr. Guelinckx en Dr. Sinsel. ... zó gaan we met u op pad. Jessa Ziekenhuis vzw.

Baarmoeder verwijderen

PATIËNTEN INFORMATIE. Gynaecologie: laparascopie

hysteroscopie Kijkonderzoek en -operatie in de baarmoeder

Therapie. Sacropexie

Laparoscopie algemene informatie

Therapeutische laparoscopie. kijken in de buikholte

Buikwandcorrectie. Dr. T Kindt. ... zó gaan we met u op pad. Jessa Ziekenhuis vzw. Heeft u nog vragen? Geef ons gerust een seintje!

Verwijderen van de baarmoeder

Laparoscopie Diagnostisch of operatief

Operatieve verwijdering van de baarmoeder

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie GYNAECOLOGIE DE OPERATIE. Versie 1.4. Verantwoording

AMBULANTE HYSTEROSCOPIE. ( in de baarmoeder kijken ) INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Kijkoperatie in de buik (Laparoscopie)

Vleesbomen in de baarmoeder

OPERATIEVE HYSTEROSCOPIE INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Inleiding Wat is een gynaecologische laparoscopie?

Informatie. Achterwandplastiek

keizersnede Materniteit

Verwijderen van de baarmoeder. Gynaecologie

Transcriptie:

Versie november 2016 - objectid 230672 vzw Jessa Ziekenhuis Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt, www.jessazh.be

Persoonlijke notities Welkom Het Griekse woord hyster betekent baarmoeder en ectomie staat voor uitsnijden. Een hysterectomie is dus een operatie waarbij de baarmoeder verwijderd wordt. Vrij vaak worden ook de eileiders en de eierstokken weggehaald. Dit hangt af van de reden van de operatie, de bevindingen tijdens de ingreep en de leeftijd. In deze brochure vindt u eerst algemene informatie over de betrokken organen. Vervolgens wordt beschreven wat de meest voorkomende redenen voor een hysterectomie zijn, wat er tijdens de operatie gebeurt en welke risico s er aan verbonden zijn. Wij hopen dat, na het lezen van deze brochure, vele van uw mogelijke angsten en/of twijfels zijn weggenomen. Heeft u nog vragen, aarzel dan niet deze te stellen aan uw arts of aan de verpleegkundigen van onze afdeling. We wensen u een aangenaam verblijf in ons ziekenhuis, en een spoedig herstel. 20 1

Bent u diabetespatiënt? Signaleer dit tijdig aan uw arts! Vraag duidelijke instructies met betrekking tot de orale inname van uw medicatie of uw insuline-inspuiting. Deze brochure geeft het standaardverloop van de ingreep en de daaropvolgende dagen weer. Afwijkingen hiervan zijn in de praktijk echter altijd mogelijk. 2 19

10. Contactgegevens Artsen dr. Ann Buyens dr. Annemie De Boodt dr. Christel Dens dr. Patricia Duvivier dr. Sofie Hulsbosch dr. Erik Jankelevitch dr. Sophie Marquette dr. Marc Muyldermans dr. Sara Neyens dr. Guy Orye dr. Annick Schreurs dr. Nathalie Van den Rul dr. Hilde Vandecruys dr. Lieve Vansteelant dr. Joan Veldman prof. dr. Jasper Verguts Afdeling Nefrologie, Gynaecologie, Infectieziekten en Immuniteit Tel: 011 33 90 30 Inhoud 1. Baarmoeder, eileiders en eierstokken p. 5 2. Redenen voor een hysterectomie p. 6 2.1. Fibromen of vleesbomen p. 6 2.2. Endometriose of chocoladecysten p. 7 2.3. Verzakking of prolaps van de baarmoeder of vaginawanden p. 7 2.4. Kanker p. 7 3. p. 8 3.1. Voorbereiding p. 8 3.2. Verdoving p. 9 3.3. Pijn p. 9 4. De operatie zelf p. 10 4.1. Abdominale hysterectomie p. 10 4.2. Vaginale hysterectomie p. 10 4.3. Laparoscopisch geassisteerde vaginale hysterectomie p. 11 5. Na de operatie p. 12 18 3

6. Thuis p. 13 7. Gevolgen op lange termijn p. 14 8. Verwikkelingen p. 15 8.1. Bloeding tijdens of na de operatie p. 15 8.2. Infectie p. 15 8.3. Blaasontsteking p. 16 8.4. Trombose p. 16 8.5. Beschadiging van urinewegen, darm, bloedvaten of zenuwen p. 16 9. Veel gestelde vragen p. 16 10. Contactgegevens p. 18 Waar blijven de eitjes? Net als voor de operatie komen de eicellen na de eisprong in de buikholte terecht. Ze lossen daar op. U merkt daar niets van en dit heeft geen nadelige gevolgen. Waar blijft het zaad? Het zaad komt via de schede weer naar buiten, net als voor de operatie. Wordt de schede minder diep? De schede blijft dezelfde lengte houden als voor de operatie. Hoe zit de schede nu vast na de operatie? De schede hangt niet los na de operatie. De zijkanten van de schede zitten vast aan de bekkenwand. Bovendien worden de ophangbanden van de baarmoeder ter versteviging aan de top van de schede vastgemaakt. Kan de wonde openspringen als ik te snel weer veel ga doen? De wond is gesloten met stevige hechtingen die in zo n zes weken oplossen. Tegen die tijd zijn de weefsels weer volledig vastgegroeid. Door onverwachte bewegingen of door veel inspanning kan de wonde niet ineens openbarsten. Wel kan door een vroegtijdig grote belasting een littekenbreuk ontstaan. Wat gebeurt er met de lege ruimte in mijn buik? De ruimte die ontstaat door het verwijderen van de baarmoeder, wordt direct opgevuld door de darmen. U loopt dus niet met een gat in uw buik. 4 17

8.3. Blaasontsteking Soms ontstaat er een infectie door de sonde die tijdens de operatie in de blaas gebracht wordt. De dokter zal u een antibioticum geven om die ontsteking tegen te gaan. Na het verwijderen van de sonde zal de urine gecontroleerd worden. 8.4. Trombose Bij een operatie is de kans op de vorming van bloedklonters in de aders groter. Daarom zal men voor en na de ingreep een bloedverdunnend middel inspuiten. Probeer ook zo snel mogelijk na de operatie wat rond te lopen. 8.5. Beschadiging van de urinewegen, darm, bloedvaten of zenuwen Het gebeurt slechts heel zelden dat urinewegen, darmen of bloedvaten beschadigd worden. Bij ernstige vergroeiingen komt een dergelijke complicatie meer voor. Deze complicaties zijn meestal goed te behandelen maar ze vragen extra zorg en het herstel duurt langer. Neem contact op met uw gynaecoloog als u last heeft van toenemende buikpijn, koorts, een bloeding of een afscheiding met een onaangename geur. Als u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft, dan stelt u die best aan uw gynaecoloog of aan de verpleegkundigen. 9. Veel gestelde vragen Moet ik na de operatie nog uitstrijkjes laten nemen? Als de baarmoederhals verwijderd is, hoeft u geen uitstrijkjes meer te laten nemen, tenzij uw gynaecoloog u dat adviseert omdat er (in het verleden) afwijkende cellen in de baarmoederhals zijn gevonden. 1. Baarmoeder, eileiders en eierstokken De baarmoeder, de eileiders en de eierstokken liggen niet los in uw buik, maar zitten met bindweefselbanden vast in het bekken. Een normale baarmoeder heeft de vorm en de grootte van een peer. Het brede bovendeel is het baarmoederlichaam. Het onderste, smalle gedeelte heet de baarmoedermond of baarmoederhals en komt uit in de vagina. Tijdens een gynaecologisch onderzoek kan de dokter de baarmoederhals bekijken met behulp van een speculum, een instrument dat de wanden van de vagina open spreidt. De baarmoederwand bestaat uit verschillende lagen en dient als innestelingsplaats voor de zwangerschap. De binnenkant is bedekt met een slijmvlies dat men het endometrium noemt. Tijdens de zwangerschap groeit de foetus in de baarmoeder die daarbij flink zal uitzetten. Op het einde van de zwangerschap trekken de spieren van de baarmoederwand samen. Door deze barensweeën wordt de baby geboren. In het baarmoederlichaam monden de twee eileiders uit. Deze dunne, soepele buisjes zijn transportorganen van acht tot tien cm lang. Ze beginnen bij de baarmoeder en eindigen met een trechtervormige opening bij de eierstokken. Normale eierstokken hebben de vorm van een bol of een schijfje van ongeveer twee op drie of vier cm. Ze hebben een dubbele functie. De eerste is het aanmaken van de vrouwelijke hormonen. Die hormonen zorgen ervoor dat elke maand opnieuw het slijmvlies klaar is voor een zwangerschap. Elke maand opnieuw wordt in de baarmoeder een slijmvlies opgebouwd. De geslachtshormonen bepalen ook hoeveel zin u heeft om te vrijen en ze houden de vagina stevig en soepel. De tweede functie is het regelen van de eisprong of ovulatie. Dan komt een eicel vrij uit één van de eierstokken en belandt in de trechter van de eileider. 16 5

De zaadcellen gaan via de baarmoeder doorheen de eileiders richting eierstokken. Als de eicel bevrucht wordt, zal ze zich in de baarmoeder gaan innestelen. Als er geen zwangerschap optreedt, eindigt de cyclus met een menstruatie. Dit maandelijks proces vindt plaats bij vrouwen vanaf ongeveer 12 jaar tot ongeveer 51 jaar. De menstruatiecyclus verloopt vrij regelmatig. De maandstonden beginnen gemiddeld om de 28 dagen en duren drie tot zeven dagen. Als de menopauze nadert, worden de maandstonden onregelmatig en uiteindelijk blijven ze uit. De menopauze treedt in wanneer de eierstokken geen hormonen meer aanmaken en er geen eicel meer vrijkomt. 2. Redenen voor een hysterectomie Door de baarmoeder te verwijderen kan men verschillende gynaecologische problemen oplossen. Hieronder worden enkele van de aandoeningen beschreven die aanleiding kunnen geven tot een hysterectomie. Het is echter niet uitgesloten dat u of de gynaecoloog een andere behandeling verkiezen. 2.1. Fibromen of vleesbomen Fibromen, myomen, fibromyomen en vleesbomen zijn allemaal synoniemen. Fibromen zijn goedaardige gezwellen uitgaande van de baarmoederwand. De meeste fibromen leiden tot overmatig bloedverlies tijdens de menstruatie. Hun groei wordt bevorderd door het vrouwelijk hormoon oestrogeen. De fibromen kunnen zo groot worden dat ze gaan drukken op de blaas of op andere organen. Wanneer een fibroom snel groeit of wanneer u klachten heeft, is een behandeling nodig. Deze behandeling kan bestaan uit medicatie of een operatie. Wanneer de hormonale therapie niet helpt, adviseert de gynaecoloog een operatie. Naast een hysterectomie zijn er nog andere operaties mogelijk waarbij de baarmoeder gespaard blijft en enkel het fibroom verwijderd wordt. Of een dergelijke ingreep zinvol is, hangt af van de grootte en de plaats van de fibromen en van uw kinderwens. Na het verwijderen van een orgaan is het mogelijk dat u een gevoel van verlies heeft. Het emotioneel verwerken vraagt wat tijd. Sommige vrouwen voelen zich na een hysterectomie minder vrouw en worden depressief. Dit gebeurt vaker als de reden van de operatie kanker was of als u van plan was om nog kinderen te krijgen. Praat over uw emoties met uw partner, vrienden of familie en bespreek problemen zo snel mogelijk met uw gynaecoloog. Hij of zij kan u uitleggen waarom een hysterectomie noodzakelijk was. Maar het omgekeerde is ook mogelijk. De meeste vrouwen voelen zich na een hysterectomie veel beter en opgewekter. Weten dat u niet meer zwanger kan worden, kan sommige vrouwen meer laten genieten van seks. Wegname van de baarmoeder alleen heeft alleszins geen invloed op de zin in vrijen of op de beleving van een orgasme. Van deze operatie wordt u ook niet dikker. 8. Verwikkelingen Een operatie houdt altijd bepaalde risico s in, maar gelukkig zijn ernstige complicaties zeldzaam. Hieronder beschrijven we kort de verwikkelingen die bij een hysterectomie kunnen voorkomen. 8.1. Bloeding tijdens of na de operatie De operatie gaat altijd gepaard met wat bloedverlies. Als u teveel bloed verloren heeft, kan een ijzertherapie of een bloedtransfusie nodig zijn. In de buikwand of in de vagina kan een nabloeding optreden. Meestal verwerkt het lichaam zelf een bloeduitstorting, maar het herstel duurt dan langer. Bij een ernstige nabloeding kan een tweede operatie noodzakelijk zijn. 8.2. Infectie Het inwendig en het uitwendig litteken kunnen door bacteriën besmet worden. Om dit te voorkomen, zal u tijdens de ingreep soms een antibioticum krijgen. 6 15

Het is normaal dat u na een hysterectomie, gedurende enkele dagen tot een maand, wat bloederige tot bruinige afscheiding uit de schede heeft. Deze vaginale afscheiding kan wat onaangenaam ruiken. U moet zich hierover niet ongerust maken, tenzij u daarbij pijn, koorts of veel helderrood bloedverlies krijgt. In die periode gebruikt u beter geen tampons. Na de ingreep kunnen er soms problemen ontstaan bij het urineren, zoals moeite hebben met het ophouden van urine. Dit komt omdat de blaas tijdens de operatie losgemaakt wordt van de baarmoeder. Deze problemen gaan vanzelf over. Om het litteken in de top van de vagina goed te laten genezen, moet u vier tot zes weken wachten met vrijen. Rond het litteken van een bikinisnede kan uw huid vreemd aanvoelen. Na zes tot twaalf maanden gaan die gewaarwordingen vanzelf voorbij. Na iedere operatie wordt een afspraak gemaakt voor een controleonderzoek. De gynaecoloog zal met u bespreken of verdere controle of behandeling nodig is. Bij pijn mag u thuis steeds 4x Dafalgan 1gr/ dag innemen. 7. Gevolgen op lange termijn Het is belangrijk dat u beseft wat voor gevolgen een hysterectomie voor u heeft. Zonder baarmoeder kan u niet meer zwanger worden en heeft u geen maandstonden meer. Als tijdens de operatie uw eileiders en eierstokken verwijderd werden en u was tevoren nog niet in uw menopauze, dan moet uw lichaam wennen aan de nieuwe hormoonhuishouding. Er kunnen symptomen van menopauze optreden zoals opvliegers, droogte van de schede, prikkelbaarheid en depressieve gevoelens. De gynaecoloog kan hormonale medicatie voorschrijven als u hiervan te veel last heeft. Werden uw eierstokken gespaard, dan zullen zij ook na de hysterectomie blijven functioneren. Rond uw vijftigste zal u in menopauze gaan maar u zal dit enkel herkennen aan de warmteopwellingen. 2.2. Endometriose of chocoladecysten De binnenkant van de baarmoeder is bekleed met het slijmvlies. Bij endometriose bevindt dat slijmvlies zich ook buiten de baarmoeder, in de buikholte of in de eierstokken. Als het slijmvlies in de spierlaag van de baarmoederwand groeit, spreekt men van adenomyose. Omdat ook deze letsels tijdens de maandstonden bloeden, breidt endometriose gemakkelijk uit. In de eierstok kan het bloed ophopen. Dit ingedikt bloed lijkt op chocolade, vandaar de benaming chocoladecysten. De typische symptomen van endometriose zijn pijnlijke maandstonden en verminderde vruchtbaarheid. Endometriose kan medicamenteus of operatief behandeld worden. Als u geen kinderwens meer heeft, kunnen de klachten van endometriose verholpen worden met een hysterectomie. 2.3. Verzakking of prolaps van de baarmoeder of vaginawanden De bindweefselbanden die de baarmoeder op haar plaats houden, rekken uit door zwangerschap of veroudering. De baarmoeder kan dan naar beneden zakken, soms zelfs tot buiten de vagina. Ook de steunweefsels van de vaginawand en de omliggende organen verliezen soms hun elasticiteit. De blaas of de darm kunnen dan samen met de vaginawand gaan uitzakken. De meest voorkomende klachten bij een prolaps zijn een zeurderig gevoel in de onderbuik en rug, een drukkend gevoel in de vagina, ongecontroleerd urineverlies en problemen met de ontlasting. Er kunnen vaker blaasontstekingen optreden. U kan ook hinder ondervinden als u zit, fietst of vrijt. Met fysiotherapie kan u uw bekkenbodemspieren verstevigen. Een andere mogelijke oplossing is een operatie. 2.4. Kanker Kanker kan optreden in de baarmoederhals, in het slijmvlies en in de eierstokken. Deze aandoening is altijd ernstig. Zeer vaak maakt een hysterectomie deel uit van de behandeling. 14 7

3. De gynaecoloog kan de baarmoeder volgens verschillende operatiemethodes verwijderen. Bij een abdominale hysterectomie wordt er een insnede in de buik gemaakt. Bij een vaginale hysterectomie haalt men de baarmoeder weg langs een insnede in de vagina. Een laparoscopisch geassisteerde vaginanale hysterectomie is een combinatie van operatieve laparoscopie en vaginale hysterectomie. 3.1. Voorbereiding De gynaecoloog zal met u bespreken langs welke weg de operatie uitgevoerd wordt, wat er precies wordt weggenomen en hoe lang u in het ziekenhuis moet blijven. Probeer op voorhand regelingen te treffen voor de periode na het ziekenhuisverblijf zodat u thuis rustig kan herstellen. In overleg met uw gynaecoloog wordt over de dag van de opname beslist. Voor de ingreep wordt uw gezondheidstoestand gecontroleerd. U kan best het gebruik van geneesmiddelen, kruiden en eventueel genotsmiddelen vermelden. De gynaecoloog zal ook naar de belangrijkste aspecten van uw medisch verleden en het voorkomen van allergieën informeren. Geef in ieder geval deze inlichtingen door, zelfs als er niet om gevraagd wordt. Afhankelijk van uw leeftijd zal de gynaecoloog uw bloed laten onderzoeken en een elektrocardiogram (ECG) nemen. Eventueel wordt er ook een foto van uw longen genomen. Bij een algemene verdoving moet u ervoor zorgen dat u de dag van de operatie nuchter bent. Dit houdt in dat u vanaf middernacht niets meer mag eten, drinken of roken. Het is belangrijk dat uw maag leeg is. Met een volle maag kan u bij het begin van de operatie of achteraf bij het ontwaken beginnen braken en zich verslikken. De verpleegkundige zal uw schaamhaar wegscheren. U krijgt een klein lavement om de darm leeg te maken. Voor u in uw bed naar de operatiezaal gebracht wordt, moet u een operatiehemd aantrekken en krijgt u nog een kalmerend middel. Een kunstgebit of contactlenzen moet u uitdoen. Tijdens de operatie mag u ook geen haarspelden, juwelen, of make-up dragen. Na een algemene verdoving beginnen de darmen pas langzaam weer te werken. In het begin kan dit aanleiding geven tot een onaangenaam opgezwollen gevoel. Meestal zal u zich beter gaan voelen vanaf de tweede dag na de ingreep. De duur van het ziekenhuisverblijf is afhankelijk van het type operatie en uw gezondheidstoestand. Als u een abdominale hysterectomie ondergaat, moet u langer in het ziekenhuis blijven dan bij een vaginale hysterectomie. Meestal blijft u 3 à 4 dagen in het ziekenhuis. Bij een vaginale hysterectomie of bij een LAVH mag u al vroeger naar huis. De weggenomen baarmoeder werd vlak na de operatie weggebracht voor onderzoek naar de anatomo-patholoog (labo). Het resultaat van dit onderzoek wordt u meegedeeld door uw arts. 6. Thuis De herstelperiode verschilt van persoon tot persoon. Gemiddeld bent u na een maand volledig hersteld. Over het algemeen gaat dat vlotter bij een vaginale ingreep en bij een LAVH. Vraag aan uw gynaecoloog hoelang het in uw geval gaat duren vooraleer u weer volledig op de been bent. Probeer thuis zoveel mogelijk te rusten want u zal minder aankunnen dan u denkt. De eerste weken moet u vermijden om zware dingen te tillen. Als u nog kinderen heeft, is gezinshulp geen overbodige luxe. Hoeveel hulp u nodig heeft, is afhankelijk van het type operatie en van de situatie thuis. Langzaam maar zeker zal u al uw activiteiten kunnen hervatten. Ook lichte sportactiviteiten, zoals fietsen, mogen stilaan hervat worden. Hiermee begin je best voorzichtig en voer zeker geen bewegingen uit die pijn veroorzaken. Dit geldt ook voor autorijden. Het nemen van een douche is geen probleem. Met baden en zwemmen wordt best een maand gewacht. De hechtingsdraadjes die niet vanzelf vergaan, zullen na een week verwijderd worden. De eerste week kan u de littekens best afdekken. 8 13

5. Na de operatie In de ontwaakkamer wordt u enkele uren geobserveerd tot de verdoving uitwerkt is. Na een algemene verdoving heeft u soms even last van keelpijn door het buisje dat tijdens de operatie in de luchtpijp werd geplaatst. Het infuus blijft enkele dagen aanwezig tot ev klachten van misselijkheid verdwenen zijn en u voldoende kan drinken. Indien het drinken goed verloopt, mag u uw thuismedicatie terug innemen. De verpleegkundige komt geregeld langs om uw toestand te observeren, ook tijdens de nacht. Hij/zij controleert het infuus, het verband, de bloeddruk en vraagt naar uw pijnscore. De eerste 24 uur krijgt u systematisch pijnstilling. Indien dit onvoldoende is, kunt u bijvragen. Het is belangrijk dat u tijdig om een pijnstiller vraagt om hevige pijn te voorkomen. U heeft een slangetje in de blaas. Plassen gaat via deze sonde. De blaassonde kan onaangenaam zijn, maar wordt na een dag of twee verwijderd. De eerste dagen komt u met hulp uit bed. Vanaf de tweede dag zal men u aanzetten om meer en meer in beweging te komen. Zo probeert men de vorming van bloedklonters te voorkomen. Soms wordt via een klein slangetje wondvocht afgevoerd. Deze drain verwijdert men al na enkele dagen. Een zeldzame keer brengt men op het einde van de operatie een stevig gaasverband in de schede om steun te geven aan de bekkenbodem. Ook die tampon wordt spoedig weggehaald. Het is normaal dat u onmiddellijk na de ingreep buikpijn heeft. Pijnstillers zijn dan noodzakelijk. Wanneer u een abdominale hysterectomie onderging, is er soms een epidurale pijnpomp aanwezig. De pijnpomp zal 2 dagen na de ingreep verwijderd worden. Voor u in uw bed naar de operatiezaal gebracht wordt, moet u een operatiehemd aantrekken en krijgt u nog een kalmerend middel. Steunkousen worden aangedaan ter preventie van diepveneuze trombose. Een kunstgebit of contactlenzen moet u uitdoen. Tijdens de operatie mag u ook geen haarspelden, juwelen, of make-up dragen. 3.2. Verdoving Een hysterectomie wordt onder algemene verdoving of narcose uitgevoerd. Het verdovend middel wordt via het infuus toegediend. De anesthesist zal een masker over uw mond en neus zetten waarlangs u zuurstof krijgt. U zal snel suf worden en in slaap vallen. Terwijl u slaapt, brengt men een buisje in uw luchtpijp om u te beademen. Tijdens een algemene verdoving voelt u geen pijn. U wordt pas terug wakker wanneer de operatie afgelopen is. De operatie duurt één tot twee uur, rekenend van begin tot eind van de verdoving. Vooraf wordt een epidurale katheter (= buisje tussen de wervels laag in de rug) geplaatst die verbonden is met een pijnpompje. Dit pijnpompje zorgt voor continue pijnstilling na de operatie. 3.3. Pijn Op onze afdeling wordt veel aandacht besteed aan pijn en het uitschakelen ervan. Om deze pijn optimaal te kunnen behandelen, willen we zicht krijgen op de manier waarop u dit ongemak beleeft. Aan de hand van een pijnscore kunt u ons laten weten hoe intens u de pijn ervaart. Op regelmatige tijdstippen vragen we u een cijfer te geven tussen 0 en10, waarbij de 0 staat voor géén pijn en de 10 voor ondraaglijke pijn. 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 geen weinig pijn matige pijn ondraaglijke pijn pijn 12 9

U kunt nooit een verkeerd cijfer geven, want pijn is steeds een persoonlijke ervaring. Belangrijk is dat u ons een pijncijfer geeft voor de pijn die u hebt bij een beweging (draaien in bed, stappen op de kamer,...). In overleg met u en eventueel met de arts, zal de verpleegkundige u de nodige pijnmedicatie toedienen. 4. De operatie zelf 4.1. Abdominale hysterectomie Een abdominale hysterectomie houdt in dat de baarmoeder verwijderd wordt langs een insnede in de buikwand. De organen zijn in dit geval beter zichtbaar dan bij een vaginale hysterectomie. De gynaecoloog heeft dan ook meer werkruimte om te opereren. Wanneer de baarmoeder erg vergroot is of als er andere problemen in de buikholte zijn, kan men een abdominale hysterectomie verkiezen. De insnede kan op twee manieren gebeuren. Meestal maakt de gynaecoloog een horizontale incisie net onder de haargrens. Die zogenaamde bikini insnede is maar 10 tot 15 cm lang en verdwijnt achteraf onder uw slip. Soms wordt de snede verticaal gemaakt van de navel tot aan de haargrens. Die manier van insnijden wordt toegepast als er al een litteken is van een vroegere ingreep of als de mogelijkheid bestaat dat er tegelijkertijd een operatie in de bovenbuik uitgevoerd moet worden. Dit is vaak het geval bij kwaadaardige gezwellen. 4.3. Laparoscopisch geassisteerde vaginale hysterectomie of LAVH Een andere methode maakt gebruik van een operatieve laparoscopie gevolgd door een vaginale hysterectomie. De gynaecoloog maakt twee tot drie kleine insneden van ongeveer 1 cm in de buikwand. Langs één van die sneetjes wordt de laparoscoop in de buik gebracht. Een laparoscoop is een lange dunne buis waar men met een kleine camera doorheen kijkt. Via de andere insneden brengt de gynaecoloog instrumenten in waarmee geopereerd wordt. De gynaecoloog kan de operatie via de laparoscoop op een beeldscherm volgen. Als de baarmoeder losgemaakt is van de omliggende structuren, kan ze verwijderd worden via de schede. Net onder de navel, in de liesstreek en in de top van de schede blijven dan kleine littekentjes. Zoals bij een vaginale ingreep is een vlotter herstel één van de grote voordelen van deze techniek. 4.2. Vaginale hysterctomie Een vaginale hysterectomie houdt in dat de baarmoeder verwijderd wordt langs de vagina. Achteraf heeft u alleen een klein litteken in de top van de vagina. Deze operatietechniek is zeer geschikt bij een verzakte baarmoeder. De baarmoeder mag voor deze aanpak niet al te zeer vergroot zijn. Hoewel men soms bij grote fibromen toch nog de baarmoeder in delen vaginaal kan verwijderen. 10 11