b. een bedrag aan energie-investeringen in een kalenderjaar van: meer dan doch niet bedraagt meerdan de energieinvesteringsaftrek

Vergelijkbare documenten
Bijstellingsregeling 2003

Bijstellingsregeling 2009

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bijstellingsregeling 2007

Bijstellingsregeling 2006

Bijstellingsregeling 2005

Bijstellingsregeling 2004

M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N. Nr. DB2011/447M 's-gravenhage, 30 december 2011 Staatscourant 30 december 2011, nr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In artikel 2.10, eerste lid, wordt de tarieftabel vervangen door: I II III IV

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Bijstellingsregeling accijns, motorrijtuigenbelasting en belastingen op milieugrondslag 2008

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2013)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vaststelling AOW/AWW-bedragen per 1 maart 1996 SZW

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2015 als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Geldend van t/m heden

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019) VOORSTEL VAN WET

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING BES

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

belastingtarief tarief premie volksverzekeringen

STAATSCOURANT. Nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

H. Het in artikel 8.11, tweede lid, onderdeel b, laatstgenoemde bedrag wordt verhoogd

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

STAATSCOURANT. Nr

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015) Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na overleg met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VOORSTEL VAN WET. Artikel I. De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2015 als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

a. De in onderdeel B opgenomen tarieftabel wordt vervangen door:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan

Regeling tot wijziging van de Uitvoeringsregeling belasting van personenauto s en motorrijwielen 1992

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van het Belastingplan 2016 VOORSTEL VAN WET

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlage: Pensioenvoorzieningen

Eerste Kamer der Staten-Generaal

VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2014 no. 54 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen) VOORSTEL VAN WET

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Bijstellingsregeling inkomstenbelasting, loonbelasting, afdrachtvermindering, vermogensbelasting en rechten van successie, van schenking en van overgang 1998 FIN 18 december 1997/nr. WDB97/577M Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken/Directie Wetgeving Directie Wetgeving Directe Belastingen De Staatssecretaris van Financiën, Gelet op de artikelen 66b en 66d van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, de artikelen 30a en 31 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, artikel 22a van de Wet op de vermogensbelasting 1964, artikel 35a van de Successiewet 1956 en de artikelen 3 en 3a van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 1964; Besluit: Artikel I In de Wet op de inkomstenbelasting 1964 worden de volgende wijzigingen A. In artikel 8a, achtste lid, wordt f 3000 vervangen door: f 3100. B. In artikel 11 worden de volgende 1. In het eerste lid wordt f 3600 telkens vervangen door: f 3700 en worden f 534 000 en f 50 000 000 vervangen door onderscheidenlijk f 545 000 en f 51 000 000. 2. In het tweede lid worden de bedragen zodanig vervangen dat de tekst van dat voorschrift komt te luiden: 2. Bij: a. een investeringsbedrag in een kalenderjaar van: meer dan doch niet bedraagt de meerdan investeringsaftrek b. een bedrag aan energie-investeringen in een kalenderjaar van: gelijk aan of meer dan doch minder dan bedraagt de zelfstandigenaftrek meer dan doch niet bedraagt meerdan de energieinvesteringsaftrek f 92 610 96 530 f 92 610 96 530 100 450 f 10 600 9 550 8 500 f 3 700 f 63 000 52,0% 63 000 123 000 50,5% 123 000 183 000 49,0% 183 000 243 000 47,5% 243 000 303 000 46,0% 303 000 363 000 44,5% 363 000 424 000 43,0% 424 000 485 000 41,5% 485 000 40,0% C. In artikel 11a, eerste lid, wordt f 3600 vervangen door: f 3700. D. In artikel 22, derde lid, wordt f 6500 vervangen door: f 6800. E. In artikel 26, eerste lid, onderdeel b, wordt f 6500 vervangen door: f 6800. F. In artikel 26a worden de volgende 1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt f 11 700 vervangen door: f 11 900. 2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt f 199 000 vervangen door: f 203 000. Voorts wordt in onderdeel b f 59 000 vervangen door: f 60 000. G. In artikel 37, eerste lid, worden in onderdeel a f 247 en f 2598 vervangen door onderscheidenlijk f 252 en f 2648 en wordt in onderdeel b f 606 vervangen door: f 618. H. In artikel 44e, tweede lid, wordt f 20 192 vervangen door: f 20 576. 100 450 104 370 7 450 104 370 6 400 2. In het derde lid wordt f 3628 vervangen door: f 3697. 3. In het vierde lid wordt f 10 208 vervangen door: f 10 402. 4. In het zesde lid wordt f 12 126 vervangen door: f 12 357. J. In artikel 45 worden de volgende 1. In het eerste lid, onderdeel g, onder 3 o, wordt f 116 746 vervangen door: f 118 965. Voorts wordt onder 4 o f 35 026 vervangen door: f 35 692. 2. In het vierde lid worden f 5000 en f 1000 telkens vervangen door onderscheidenlijk f 5095 en f 1019 en worden f 10 000 en f 2000 vervangen door onderscheidenlijk f 10 190 en f 2038. K. In artikel 45a worden de volgende 1. In het eerste lid wordt f 5839 telkens vervangen door: f 5950. 2. In het tweede lid wordt f 58 374 telkens vervangen door: f 59 484. 3.In het derde lid wordt f 11 676 vervangen door: f 11 898. 4. In het vijfde lid wordt in onderdeel a f 740 831 vervangen door: f 754 907. Voorts wordt in onderdeel b f 370 421 vervangen door: f 377 459. Ten slotte wordt in onderdeel c f 185 215 vervangen door: f 188 735. f 3 700 f 63 000 24% 63 000 123 000 21% 123 000 183 000 19% 183 000 243 000 16% 243 000 303 000 13% 303 000 363 000 11% 363 000 424 000 8% 424 000 485 000 5% 485 000 545 000 3% I. In artikel 44m worden de volgende 1. In het tweede lid worden de bedragen zodanig vervangen dat de tekst van dat voorschrift komt te luiden: 2. Bij een winst L. In artikel 46 worden de volgende 1. In het eerste lid, onderdeel b, worden f 23 803 en f 99 090 telkens vervangen door onderscheidenlijk f 24 262 en f 100 975 en worden f 2904 en f 12 089 vervangen door onderscheidenlijk f 2960 en f 12 319. Voorts wordt in onderdeel d f 7102 vervangen door: f 7237. Uit: Staatscourant 1997, nr. 246 / pag. 18 1

2. In het vierde lid worden f 912 en f 1824 vervangen door onderscheidenlijk f 930 en f 1860. 3. In het tiende lid wordt f 10 623 vervangen door: f 10 825. M. In artikel 53 worden de volgende 1. In het derde lid wordt f 7102 vervangen door: f 7237. 2. In het vierde lid wordt f 5682 vervangen door: f 5790. 3. In het vijfde lid wordt f 5682 vervangen door: f 5790. 4. In het zesde lid wordt f 1663 vervangen door: f 1695. 5. In het zevende lid wordt f 1355 vervangen door: f 1381. N. In artikel 53a, eerste lid, worden de bedragen in de tarieftabel zodanig vervangen dat die tabel komt te luiden: Bij een belastbare som van meer dan doch niet bedraagt de belasting meer dan het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van de belastbare som dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat I II III IV f 46 834 4,9% f 46 834 f 99 274 f 2 294 50% f 99 274 - f 28 514 60% O. In artikel 53b, eerste lid, worden de bedragen in de tarieftabel zodanig vervangen dat die tabel komt te luiden: Bij een belastbare som van meer dan doch niet bedraagt de belasting meer dan het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van de belastbare som dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat I II III IV f 46 834 25% f 46 834 f 99 274 f 11 708 50% f 99 274 f 37 928 60% P. In artikel 55, zevende lid, wordt f 53 062 vervangen door: f 54 071. Q. In artikel 57, eerste lid, wordt R. In artikel 57a, eerste lid, wordt S. In artikel 57b,eerste lid, wordt f 45 325 vervangen door: f 46 834. T. In artikel 58, eerste lid, wordt U. In artikel 64, eerste lid, onderdeel a, wordt f 405 vervangen door: f 410. V. In artikel 65, eerste lid, wordt W. In artikel 75 worden de volgende 1. In het tweede lid wordt f 45 960 vervangen door: f 46 834. 2. In het derde lid wordt f 20 385 vervangen door: f 20 773. Artikel III In de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen worden de volgende A. In artikel 5 worden de volgende 1. In het eerste lid, onderdeel a, worden de bedragen zodanig vervangen dat de tekst van dat voorschrift komt te luiden: a. de vermindering lage lonen per kalenderjaar indien hij de leeftijd heeft bereikt van doch niet de leeftijd van 15 jaren 16 jaren: f 365 16 jaren 17 jaren: f 419 17 jaren 18 jaren: f 481 18 jaren 19 jaren: f 554 19 jaren 20 jaren: f 639 20 jaren 21 jaren: f 747 21 jaren 22 jaren: f 882 22 jaren 23 jaren: f 1033 23 jaren: f 1880 2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt f 915 vervangen door: f 940. 3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt f 4500 vervangen door: f 4610. 4.In het eerste lid, onderdeel d, wordt f 4500 vervangen door: f 4610. 5. In het vijfde lid wordt f 6000 telkens vervangen door: f 6150. B. In artikel 7 worden de bedragen zodanig vervangen dat de tekst van dat voorschrift komt te luiden: Artikel 7 De vermindering lage lonen is van toepassing met betrekking tot de werknemer wiens loon in het desbetreffende loontijdvak niet meer bedraagt dan diens toetsloon voor dat tijdvak. Het toetsloon voor de vermindering lage lonen bedraagt per kalenderjaar Artikel II In de Wet op de loonbelasting 1964 worden de volgende wijzigingen A. In artikel 11, eerste lid, onderdeel h, wordt f 1093 vervangen door: f 1114. B. In artikel 31, tweede lid, onderdeel f, wordt f 1638 vervangen door: f 1670. indien hij de leeftijd heeft bereikt van doch niet de leeftijd van 15 jaren 16 jaren: f 10 099 16 jaren 17 jaren: f 11 614 17 jaren 18 jaren: f 13 298 18 jaren 19 jaren: f 15 317 19 jaren 20 jaren: f 17 676 20 jaren 21 jaren: f 20 706 21 jaren 22 jaren: f 24 409 22 jaren 23 jaren: f 28 621 23 jaren: f 33 396 Uit: Staatscourant 1997, nr. 246 / pag. 18 2

C. In artikel 7a wordt f 38 139 vervangen door: f 37 526. D. In artikel 8, eerste lid, wordt f 38 139 vervangen door: f 37 526. E. In artikel 14, tweede lid, wordt f 38 139 vervangen door: f 37 526. Artikel IV In de Wet op de vermogensbelasting 1964 worden de volgende wijzigingen A. In artikel 7, tweede lid, wordt f 207 000 telkens vervangen door: f 211 000. B. In artikel 14, derde lid, wordt in onderdeel a f 172 000 vervangen door: f 175 000 en wordt in onderdeel b f 215 000 vervangen door: f 219 000. C. In artikel 16b worden de volgende 1. In het eerste lid wordt in onderdeel a f 19 400 vervangen door: f 19 800 en wordt in onderdeel b f 27 700 vervangen door: f 28 300. 2. In het tweede en het derde lid worden de bedragen zodanig vervangen dat de tekst van die leden komt te luiden: 2. Het bedrag van de oudedagsvrijstelling beloopt voor de belastingplichtige bedoeld in het eerste lid, onderdeel a: indien hij de doch niet en de in het eerste lid leeftijd heeft de leef- bedoelde rechten bereikt van tijd van gezamenlijk aanspraak geven op een jaarlijkse uitkering van niet meer meer dan dan f 9900 f 9900 doch niet meer dan f 19800 3. Het bedrag van de oudedagsvrijstelling beloopt voor de belastingplichtige bedoeld in het eerste lid, onderdeel b: indien hij de doch niet en de in het eerste lid leeftijd heeft de leef- bedoelde rechten bereikt van tijd van gezamenlijk aanspraak geven op een jaarlijkse uitkering van niet meer meer dan dan f 14 150 f 14 150 doch niet meer dan f 28 300 35 45 f 24 000 f 13 000 45 55 f 78 000 f 39 000 55 65 f 202 000 f 102 000 65 75 f 281 000 f 141 000 75 f 199 000 f 101 000 In plaats van de leeftijd van de belastingplichtige wordt de leeftijd van zijn echtgenoot in aanmerking genomen indien dit leidt tot een hoger bedrag aan oudedagsvrijstelling. Artikel V In de Successiewet 1956 worden de volgende A. In artikel 24, eerste lid, worden de bedragen in de tarieftabel zodanig vervangen dat die tabel komt te luiden: Gedeelte van de belaste verkrijging Indien geërfd of verkregen wordt door: B. In artikel 32 worden de volgende 1. In het eerste lid, onder 3 o, wordt f 15 866 vervangen door: f 16 167. 2. In het eerste lid, onder 4 o, onderdeel a, wordt f 555 317 vervangen door: f 565 868. 3. In het eerste lid, onder 4 o, onderdeel b, worden f 7933, f 15 866 en f 23 800 vervangen door onderscheidenlijk f 8084, f 16 167 en f 24 252. 4. In het eerste lid, onder 4 o, onderdeel c, wordt f 15 866 vervangen door: f 16 167. 5. In het eerste lid, onder 4 o, onderdeel d, worden f 15 866 en f 47 598 vervangen door onderscheidenlijk f 16 167 en f 48 502. 6. In het eerste lid, onder 4 o, onderdeel e, worden f 555 317, f 277 659, f 222 128, f 166 596 en f 111 064 vervangen door onderscheidenlijk f 565 868, f 282 935, f 226 348, f 169 761 en f 113 174. 7. In het eerste lid, onder 4 o, onderdeel f, wordt f 79 330 vervangen door: f 80 837. 8. In het eerste lid, onder 6 o, wordt f 15 866 vervangen door: f 16 167. 9. In het eerste lid, onder 7 o, wordt f 1586 vervangen door: f 1616. 10. In het tweede lid worden f 23 800 en f 15 866 vervangen door onderscheidenlijk f 24 252 en f 16 167. 11. In het derde lid worden f 158 661 en f 79 330 vervangen door onderscheidenlijk f 161 676 en f 80 837. I. echtgenoot, II. broers, zusters, III. andere verkrijgers, kinderen, afstam- bloedverwanten uitgezonderd de melingen in tweede in de rechte rechtspersonen of verdere graad, opgaande lijn bedoeld in het of een verkrijger vierde lid als bedoeld in het tweede lid, letters a en b1 a b a b a b 35 45 f 17 000 f 8 000 45 55 f 53 000 f 27 000 55 65 f 142 000 f 71 000 65 75 f 197 000 f 98 000 75 f 139 000 f 69 000 0-40 428 0 5 0 26 0 41 40 428-80 848 2 021 8 10 511 30 16 575 45 80 848-161 686 5 255 12 22 637 35 34 764 50 161 686-323 363 14 955 15 50 930 39 75 183 54 323 363-646 715 39 207 19 113 984 44 162 489 59 646 715-1 616 771 100 643 23 256 259 48 353 266 63 1 616 771 323 756 27 721 886 53 964 402 68 en het hogere bedrag van de belaste verkrijging 1) Voor afstammelingen in de tweede of verdere graad bedraagt de belasting het ingevolge deze kolom verschuldigde, vermeerderd met 60% daarvan. Uit: Staatscourant 1997, nr. 246 / pag. 18 3

C. In artikel 33 worden de volgende 1. In het eerste lid, onder 4 o, wordt f 7933 vervangen door: f 8084. 2. In het eerste lid, onder 5 o, wordt f 7933 telkens vervangen door: f 8084 en wordt f 39 667 vervangen door: f 40 421. 3. In het eerste lid, onder 7 o, wordt f 4759 vervangen door: f 4849. Artikel VI In het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 1964 worden de volgende wijzigingen A. In artikel 3, tweede lid, wordt f 291 870 vervangen door: f 297 420. B. In artikel 3a, tweede lid, wordt f 291 870 vervangen door: f 297 420. Artikel VII 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998. 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Bijstellingsregeling 1998. De Staatssecretaris van Financiën, W.A. Vermeend. Toelichting Algemeen Deze regeling geeft uitvoering aan de indexeringsvoorschriften, neergelegd in de artikelen 66b en 66d van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, de artikelen 30a en 31 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, artikel 22a van de Wet op de vermogensbelasting 1964, artikel 35a van de Successiewet 1956 en de artikelen 3 en 3a van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 1964. De voor de inkomstenbelasting toegepaste indexering aan de hand van de in artikel 66b van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 bedoelde tabelcorrectie is evenzeer van belang voor de loonbelasting, de afdrachtvermindering en de werknemersverzekeringen. De artikelen 17, vierde lid, 20, achtste lid, 20a, vijfde lid, 20b, tweede lid, 22, elfde lid, en 26, zevende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 schrijven voor dat de in die artikelen vermelde bedragen van rechtswege worden vervangen door de overeenkomstige bedragen van de artikelen 37, 53, 53a, 53b, 55 en 57a van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. Artikel 11, vijftiende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, artikel 6, twaalfde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en artikel 16, vijfde lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen schrijven voor dat de in die artikelen vermelde bedragen van rechtswege worden vervangen door het overeenkomstige bedrag van artikel 46, tiende lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. Voorts is de op de loonbelasting toegepaste indexering aan de hand van de in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964 bedoelde tabelcorrectie evenzeer van belang voor de werknemersverzekeringen. Artikel 6, negende lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering schrijft voor dat het in het eerste lid, onderdeel i, van dat artikel genoemde bedrag van rechtswege wordt vervangen door het overeenkomstige bedrag voor de loonbelasting dat krachtens artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964 voor dat jaar wordt vastgesteld. Toepassing tabelcorrectiefactor De bedragen die worden aangepast ingevolge artikel I, onderdelen A tot en met C en f tot en met W en de artikelen II, IV en V zijn bijgesteld op basis van de op de voet van artikel 66b, tweede lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 bepaalde tabelcorrectiefactor van 1,019. Voor de wijze van afronding van de diverse bedragen zij verwezen naar de toelichting bij de Bijstellingsregeling 1990 (Stcrt. 1989, 253). Bedragen die in deze regeling voor de eerste keer worden bijgesteld In deze regeling vindt met betrekking tot een aantal bedragen voor de eerste keer bijstelling plaats. In de eerste plaats betreft dit het bedrag van f 3000 in artikel 8a, achtste lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, zijnde het bedrag van de op verzoek van de belastingplichtige toe te passen forfaitaire winstbijtelling in verband met voedsel, drank en genotmiddelen, representatie en dergelijke en congressen en dergelijke (artikel I, onderdeel A, van deze regeling). Dit bedrag, dat vanwege de hierna vermelde afrondingsregels per 1 januari 1997 niet werd bijgesteld, wordt bijgesteld door hierop de tabelcorrectiefactor toe te passen en de uitkomst rekenkundig af te ronden op een veelvoud van honderd gulden. Voor de bijstelling voor het volgende kalenderjaar wordt het rekenkundig op hele guldens afgeronde bedrag tot uitgangspunt genomen. Voorts worden voor de eerste keer bijgesteld de in artikel 11, eerste en tweede lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 opgenomen bedragen die verband houden met de energie-investeringsaftrek (artikel I, onderdeel B van deze regeling). In het eerste lid betreft dit het bedrag van f 50 000 000. Dit bedrag wordt bijgesteld door hierop de tabelcorrectiefactor toe te passen en de uitkomst naar boven af te ronden op een veelvoud van f 1 miljoen. Voor de bijstelling van het volgende jaar wordt het op hele guldens naar boven afgeronde bedrag tot uitgangspunt genomen. De bedragen van de tabel van het tweede lid, onderdeel b, zijn gelijk aan de bedragen van de voor de algemene investeringsaftrek geldende tabel van onderdeel a. Verder worden voor de eerste keer bijgesteld de bedragen van artikel 45, vierde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, zijnde de bedragen van de maximaal als persoonlijke verplichtingen aftrekbare renten van schulden (artikel I, onderdeel J.2 van deze regeling). Deze bedragen worden bijgesteld door hierop de tabelcorrectiefactor toe te passen en de uitkomsten naar boven af te ronden op hele guldens. Het laatste bedrag dat voor de eerste keer wordt bijgesteld is het bedrag van de aanvullende ouderenaftrek van artikel 53, zevende lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (artikel I, onderdeel M.5 van deze regeling). Dit bedrag wordt bijgesteld door hierop de tabelcorrectiefactor toe te passen en de uitkomst naar boven af te ronden op hele guldens. Aanpassing bedrag kamerverhuurvrijstelling Ingevolge artikel 66d, eerste lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 dient het bedrag van de vrijstelling van inkomsten uit kamerverhuur jaarlijks bij het begin van het kalenderjaar te worden bijgesteld op basis van de ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens voor de woninghuur. De bijstelling geschiedt door vermenigvuldiging van het bedrag van de vrijstelling met de verhouding van genoemd indexcijfer Uit: Staatscourant 1997, nr. 246 / pag. 18 4

over juli van het voorafgaande kalenderjaar tot dat indexcijfer over juli van het tweede voorafgaande kalenderjaar. Deze indexcijfers bedragen respectievelijk 142 en 136. Op grond daarvan is in artikel I, onderdelen D en E, de kamerverhuurvrijstelling, na rekenkundige afronding op een veelvoud van f 100, vastgesteld op f 6800 (142/136 x f 6481 zijnde het onafgeronde bedrag van de kamerverhuurvrijstelling voor 1997). Voor de aanpassing per 1 januari 1999 zal als basis dienen het bedrag vóór afronding, te weten f 6767. Aanpassing van de verminderingsbedragen en de toetslonen van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen In artikel III van deze regeling worden de verminderingsbedragen en de toetslonen van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen aangepast. De aanpassing van de verminderingsbedragen ingevolge artikel 30a van genoemde wet vindt per 1 januari 1998 voor de eerste keer plaats. De aanpassing geschiedt door vermenigvuldiging van de bedragen van de vrijstelling met de verhouding van het bedrag van volwassenen-minimumloon per maand per 1 januari van het kalenderjaar (zijnde f 2276,30) tot dat bedrag per 1 januari van het voorafgaande kalenderjaar (f 2220,40). Op grond daarvan zijn alle bedragen van de afdrachtvermindering vermenigvuldigd met de factor 2276,30/ 2220,40. De bedragen van de vermindering lage lonen voor werknemers jonger dan 23 jaar zijn daarbij rekenkundig afgerond op hele guldens. De bedragen van de vermindering lage lonen voor werknemers van 23 jaar en ouder, van de vermindering langdurig werklozen, van de vermindering onderwijs en van het maximum bedrag van de afdrachtvermindering bij samenloop van de vermindering lage lonen en de vermindering langdurig werklozen dan wel de vermindering onderwijs, worden rekenkundig afgerond op een veelvoud van f 10. Voor de aanpassing per 1 januari 1999 wordt voor deze bedragen uitgegaan van de rekenkundig op hele guldens afgeronde bedragen. Het bedrag van de doorstroomvermindering lage lonen ten slotte wordt vastgesteld op 50% van het bedrag van de vermindering lage lonen voor werknemers van 23 jaar en ouder. De aanpassing van de toetslonen vindt plaats ingevolge artikel 31 van genoemde wet. De toetslonen voor de vermindering lage lonen worden gesteld op het fiscale equivalent van 115% van het minimum(jeugd)loon per 1 januari 1998. De toetslonen voor de doorstroomvermindering lage lonen, de vermindering langdurig werklozen en de vermindering onderwijs worden gesteld op het fiscale equivalent van 130% van het minimumloon per 1 januari 1998. Als gevolg van de wijzigingen in het bruto-netto traject in het kader van de Pemba-operatie, waarvan de verlaging van de overhevelingstoeslag van 9,9% naar 1,7% de belangrijkste is, zijn de toetslonen die voor 1998 gelden lager dan die voor 1997. Aanpassing bedragen artikelen 3 en 3a van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 1964 Ingevolge de artikelen 3 en 3a van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 1964 dienen de in die artikelen genoemde bedragen jaarlijks te worden aangepast. In artikel VI worden deze bedragen bepaald op f 297 420, zijnde het vijfvoud van het voor 1998 geldende bedrag van f 59 484 van artikel 45a, tweede lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. Bedragen in deze regeling die per 1 januari 1998 bij wet nader worden gewijzigd Enkele bij deze regeling bijgestelde bedragen zullen na die bijstelling worden vervangen door andere. Het gaat daarbij in de eerste plaats om een aantal bedragen die worden gewijzigd in de Wet tot wijziging van enkele belastingwetten c.a. (belastingplan 1998). Dit betreft: het maximumbedrag van de aftrek ingevolge de 10%-regeling (met ingang van 1998: 12%-regeling), in artikel I, onderdeel G, van deze regeling het bedrag van f 2648; de bedragen van de ouderdoms- en arbeidsongeschiktheidsaftrek in de buitengewone-lastenregeling, (artikel I, onderdeel L.2); de bedragen van de belastingvrije sommen (artikel I, onderdeel M en in onderdeel L het bedrag van f 7237); de bedragen van het schijventarief (artikel I, onderdelen N en O); de met de lengte van de eerste tariefschijf samenhangende bedragen in de sfeer van de ouderenaftrek (inkomensgrens), het bijzonder tarief en de invorderingsvrijstelling (artikel I, onderdelen P tot en met T, V en W.1); in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen het bedrag van de vermindering lage lonen voor werknemers van 23 jaar en ouder, het bedrag van de doorstroomvermindering lage lonen en het maximum bedrag van de afdrachtvermindering bij samenloop van de vermindering lage lonen met de vermindering langdurig werklozen dan wel de vermindering onderwijs (artikel III, in onderdeel A.1 het laatste bedrag van de tabel en de onderdelen A.2 en A.5); de bedragen van de belastingvrije sommen in de vermogensbelasting (artikel IV, onderdeel B). In de Wet tot wijziging van enkele belastingwetten c.a. 1998 (fiscale milieuversterking) wordt het maximum in aanmerking te nemen bedrag van de energie-investeringen voor de energie-investeringsaftrek(artikel I, onderdeel B.1 van deze regeling) verhoogd tot f 200 mln. Voorts geldt met betrekking tot de als persoonlijke verplichtingen maximaal aftrekbare bedragen van de renten van schulden voor het jaar 1998 nog de overgangsbepaling van artikel X van de Wet tot wijziging van enkele belastingwetten (herziening regime van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting), Stb. 1996, 652 op grond waarvan de in artikel I, onderdeel J.2., van deze regeling vastgestelde bedragen van f 5095 en f 10 190 voor het jaar 1998 worden verhoogd tot onderscheidenlijk f 7500 en f 15 000. Ten slotte worden op grond van artikel II van de Wet tot wijziging van de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting in verband met de invoering van een regulerende energiebelasting (Stb. 1995, 664) de bedragen van de zelfstandigenaftrek in artikel 44m, tweede lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 na de bijstelling volgens deze regeling (artikel I, onderdeel I.1) verhoogd met f 150. Aanpassing percentages en bedragen huurwaardeforfait Ingevolge artikel XXI, zesde lid, van de Wet tot wijziging van enkele belastingwetten (belastingplan 1997), Stb. 1996, Uit: Staatscourant 1997, nr. 246 / pag. 18 5

654, vindt artikel 66e van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, waarin de jaarlijkse aanpassing van de percentages en bedragen van het huurwaardeforfait van artikel 42a is geregeld, voor het eerst toepassing bij het begin van het kalenderjaar 1998. Daarbij is bepaald dat de vervanging van de in artikel 42a vermelde percentages en bedragen pas plaatsvindt en gevolgen heeft bij het begin van het kalenderjaar 2001, wanneer een nieuw WOZtijdvak aanvangt. De percentages en bedragen die voor 1998 zouden gelden zijn echter wel van belang voor de aanpassing met ingang van het nieuwe WOZ-tijdvak. Om die reden worden de voor 1998 berekende percentages en bedragen van het huurwaardeforfait in deze toelichting opgenomen. De aanpassing van de percentages en bedragen van het huurwaardeforfait geschiedt aan de hand van dezelfde indexcijfers die worden gehanteerd bij de aanpassing van het bedrag van de kamerverhuurvrijstelling, die hiervóór is toegelicht. Het in het eerste lid van artikel 42a eerstvermelde percentage (1,25) luidt voor 1998: 1,3, de overige percentages blijven ongewijzigd. Het in dat lid eerstvermelde bedrag (f 16800) luidt voor 1998: f 17 500. Het in het zevende lid vermelde percentage (1,75) luidt voor 1998: 1,8. Het in dat lid laatstvermelde bedrag (f 24 000) luidt voor 1998: f 25 000. De in het negende lid vermelde percentages (3, 1,75, 2,25, 2,5 en 2,75) luiden voor 1998 achtereenvolgens: 3,1, 1,8, 2,3, 2,55 en 2,8. Het in dat lid eerstvermelde bedrag (f 40 800) luidt voor 1998: f 42 500. De in het elfde lid, onderdelen a, b en c opgenomen percentages (2,05, 2,9 en 5) luiden voor 1998 achtereenvolgens: 2,15, 3 en 5,15. De Staatssecretaris van Financiën, W.A. Vermeend. Uit: Staatscourant 1997, nr. 246 / pag. 18 6