Uitstrijkje
Inleiding Uitstrijkjes worden gemaakt om (voorstadia van) baarmoederhalskanker op te sporen. Uitstrijkjes worden gemaakt om de volgende redenen: Bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker Klachten passend bij (voorstadia) van baarmoederhalskanker Vervolgonderzoek na afwijkende uitstrijkjes of behandeling aan de baarmoederhals. In deze folder krijgt u informatie over: Hoe ontstaat baarmoederhalskanker? Hoe wordt een uitstrijkje afgenomen? Wie maakt het uitstrijkje? Wat wordt er onderzocht bij een uitstrijkje? Welke uitslagen kunt u krijgen? Wat is de vervolgstap? Hoe verder na een afwijkende uitslag? 2
Hoe ontstaat baarmoederhalskanker? Baarmoederhalskanker komt door een langdurige besmetting met een virus: het hoog risico humaan papillomavirus (hrhpv). hrhpv U krijgt het virus bij seksueel contact. Het virus in de schaamstreek zit. U kunt het ook krijgen door huid-op-huid contact bij de schaamstreek. Bijna iedereen raakt een keer besmet met hrhpv. U merkt het niet als u hrhpv heeft. Bijna altijd ruimt het lichaam hrhpv weer op binnen 2 jaar. Er is geen behandeling voor hrhpv. Meestal verdwijnt het virus vanzelf. hrhpv kan afwijkende cellen geven. Deze kunnen behandeld worden. Daardoor voorkom je baarmoederhalskanker of een voorstadium hrhpv is niet erfelijk. Vrouwen die roken kunnen het hrhpv virus minder goed opruimen. Baarmoederhalskanker Baarmoederhalskanker komt bijna altijd door een langdurige besmetting met hrhpv. Vrouwen tussen de 30 en 45 jaar hebben de grootste kans. Baarmoederhalskanker is niet erfelijk. Het duurt lang voordat hrhpv zich kan ontwikkelen tot baarmoederhalskanker. Dat kan zo n 10 tot 15 jaar duren. In Nederland krijgt 1 op de 170 vrouwen baarmoederhalskanker. 3
Hoe wordt een uitstrijkje afgenomen? Een uitstrijkje wordt gemaakt tijdens een inwendig onderzoek met een speculum (ook genoemd: spreider of eendenbek). Met een klein borsteltje neemt de gynaecoloog wat oppervlakkige cellen van de baarmoedermond af. Die cellen gaan in een potje naar het laboratorium voor onderzoek (zie figuur 1 en 2). Figuur 1. De baarmoedermond Figuur 2. Het maken van een uitstrijkje met behulp van een borstel. Klachten tijdens of na het uitstrijkje Het onderzoek doet meestal geen pijn. Ziet u er tegenop? Vertel dat dan aan de arts of doktersassistent. Soms bloedt de baarmoedermond iets na het onderzoek. U kunt korte tijd wat bloederige afscheiding hebben. Wie maakt het uitstrijkje? Bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker Bent u tussen de 30 en 60 jaar? Dan krijgt u iedere vijf jaar een uitnodiging vanuit het bevolkingsonderzoek. Bent u 40 jaar of ouder, en blijkt dat u geen HPV heeft? Dan is de kans dat u binnen 10 jaar baarmoederhalskanker krijgt uiterst klein. U krijgt pas 10 jaar later weer een nieuwe afspraak. Bent u 65 jaar of ouder, en was bij het vorige uitstrijkje HPV aanwezig? Dan krijgt u ook een uitnodiging voor een uitstrijkje. U kunt met deze uitnodiging een afspraak maken bij uw huisartsenpraktijk. De doktersassistente neemt meestal het uitstrijkje af. 4
Let op: de gynaecoloog neemt tegenwoordig geen uitstrijkjes voor het bevolkingsonderzoek meer af. Uitstrijkje in geval van klachten Heeft u klachten? Dan kan de huisartsenpraktijk of de gynaecoloog een uitstrijkje afnemen. Bij de volgende klachten wordt een uitstrijkje afgenomen bloederige afscheiding, contactbloedingen (=bloedverlies tijdens het vrijen), en bloedverlies na de menopauze (=meer dan 1 jaar na de laatste menstruatie). Vervolgonderzoek na afwijkend uitstrijkje of behandeling De gynaecoloog neemt een uitstrijkje af als vervolgonderzoek. Zelf-test: een alternatief voor het uitstrijkje? Vindt u een uitstrijkje erg vervelend? En doet u daarom niet mee aan het bevolkingsonderzoek? Dan kunt u een zelfafnameset aanvragen. De uitnodigingsbrief bevat hier informatie over. In het afgenomen materiaal wordt gekeken naar aanwezigheid van hrhpv. Is dit aanwezig, dan moet alsnog een ouderwets uitstrijkje via de huisarts worden verricht. In geval van klachten of vervolgonderzoek wordt onderzoek middels een zelfafnameset niet geadviseerd. Wat onderzoekt een uitstrijkje? Er kunnen 2 verschillende onderzoeken worden verricht op het uitstrijkje. De aanwezigheid van het hoog risico humaan papillomavirus (hrhpv) De afgenomen cellen kunnen onder de microscoop worden onderzocht, het cytologisch onderzoek. Het cytologisch onderzoek levert een PAPuitslag op. De reden van het uitstrijkje bepaalt welk onderzoek wordt gedaan. Bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker Het uitstrijkje wordt eerst getest op de aanwezigheid van hrhpv. Is hrhpv aanwezig?, Dan volgt op hetzelfde uitstrijkje het cytologisch onderzoek. Uitstrijkje bij klachten Hierbij wordt eerst cytologisch onderzoek gedaan. Afhankelijk van de uitslag, wordt de aanwezigheid van hrhpv getest. 5
Vervolgonderzoek na afwijkend uitstrijkje of behandeling Hierbij wordt altijd cytologisch onderzoek gedaan. Of er ook wordt getest op aanwezigheid van hrhpv is afhankelijk van hoe lang geleden het vorige uitstrijkje of behandeling plaats vond en wat daar de uitslag van was. Welke uitslagen kunt u krijgen? Wat is de vervolgstap? Bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker Uitslag hrhpv afwezig hrhpv aanwezig, geen afwijkende cellen hrhpv aanwezig, afwijkende cellen Advies Volgende uitnodiging bevolkingsonderzoek afwachten Herhalen uitstrijkje over 6 maanden Verwijzing naar gynaecoloog Uitstrijkje bij klachten Uitslag Geen afwijkende cellen Afwijkende cellen, HPV niet bepaald Licht afwijkende cellen, hrhpv aanwezig Licht afwijkend cellen, hrhpv afwezig Advies Verdere uitstrijkjes via bevolkingsonderzoek Verwijzing naar gynaecoloog Verwijzing naar gynaecoloog Herhalen uitstrijkje over 6 maanden Vervolgonderzoek na afwijkend uitstrijkje of behandeling De cytologie uitslag, de aanwezigheid van hrhpv en de reden van het vervolguitstrijkje bepalen hoe snel en hoe vaak een uitstrijkje moet. De gynaecoloog stemt dit individueel met u af. Zijn de uitstrijkje na verloop van tijd weer goed? Dan adviseert de gynaecoloog u verdere uitstrijkjes weer via het bevolkingsonderzoek te laten afnemen. 6
Hoe verder na een afwijkende uitslag? Bij een afwijkende uitslag verwijst de huisarts u naar de gynaecoloog. De gynaecoloog verricht een microscooponderzoek van de baarmoederhals, de colposcopie. De gynaecoloog onderzoekt hierbij of er (een voorstadium van) baarmoederhalskanker is. Zo nodig volgt een behandeling. Als u in aanmerking komt voor een colposcopie, ontvangt u hier nog een aparte folder over om dit onderzoek aan u uit te leggen. Bronnen Folder Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, september 2016 Folder Vernieuwd bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, oktober 2015 Richtlijn cervixcytologie, oncoline.nl, november 2016 Folder uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie, NVOG.nl, juli 2006 7
Locatie Delfzicht Jachtlaan 50 Postbus 30.000 9930 RA Delfzijl Locatie Lucas Gassingel 18 Postbus 30.000 9670 RA Winschoten Telefoon: 088-066 1000 E-mail: info@ozg.nl Website: www.ozg.nl OZG (05-17) GYN 354 8