Archieven op het gebied van vrouwenhulpverlening Annette Mevis

Vergelijkbare documenten
Voorwoord Janneke van Mens en Berteke Waaldijk

Archief Landelijke Vereniging van Alleenstaande Arabische Vrouwen (LVAAV)

TWEEDE FEMINISTISCHE GOLF: EEN HISTORISCH ONDERZOEK

Nederlandse Gedragswetenschappen Grote Kruistraat 2/1, 9712 TS Groningen. 1. Inleiding

De mondelinge geschiedenis van de tweede feministische golf in Nederland vastgelegd op video

Archief Janneke van Mens-Verhulst

Workshops VNVA in het kader van het NVR project 154 Doorbreek huiselijk geweld; Praat erover

Vrouwenhulpverlening

Verantwoording en dank

Herinneringen aan de vrouwenhulpverlening

Reflectieverslag mondeling presenteren

Coachende gespreksvoering

Historische Vereniging Warder Bedrijfsplan 2011

Post-hbo opleiding seksuologie

Nummer Toegang: 431 Plaatsingslijst van het archief van de Delftse vrouwenraad, met archieven van voorlopers en opvolgers,

E-COACHEN MET PASSIE JOKE VAN DER VEN

Annelies Knoppers Hoogleraar pedagogiek en didactiek van sport en lichamelijke opvoeding Universiteit Utrecht

Inventaris van het archief van Tehuis Offem te Noordwijk aan Zee

Archief Tineke E. Jansen

Project Gouvernementsarts in Nederlands- Indie (werktitel)

Archief Mathilde Wibaut-Berdenis van Berlekom

Archief IWFT Vrouwennetwerk Theologie

Veel bijgeleerd? Of: zijn wij het androcentrisme in de geschiedschrijving voorbij?

Inventaris van het archief van D.P.D. Fabius

Mondelinge geschiedenis en architectuur Een voorstel voor format diepte-interview Centrum Vlaamse Architectuurarchieven _ draft 28 april 2010

Inventaris van het archief van dr. J. Groenendaal [geboren 1920],

Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis. Onderzoekschool Politieke Geschiedenis 1

Nieuws voor op het Kennisplein over Meer op Eigen Benen. Start programma Meer op Eigen Benen in Amsterdam en Den Haag

Open communicatie leidt tot minder stress. introductie. 1 methode familiezorg introductie

Andragogisch handelen en bevlogenheid in het werk

5 juni 2012 ONDERZOEK BEPERKT WEERBAAR

G E M E E N T E A R C H I E F S C H I E D A M INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN DE COMMISSIE INZAKE HUISHOUDELIJKE VOORLICHTING RESP.

Ted van Lieshout Floor van de Ven, H3G, Uitgeveri Plaats Jaar uitgave en druk Aantal bladzijdes Genre Inhoudsopgave Samenvatting

Stichting prof. dr. G.C. Heringa-Fonds. Activiteitenoverzicht 2015

Interview met Lia van Rijswijk, Research verpleegkundige

Inventaris van het archief van de Stichting Evangelisch Herstel en Opbouw,

INVENTARISSEN VAN HET REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM EINDHOVEN COLLECTIENUMMER: A-0541 COLLECTIENAAM:

College bescherming persoonsgegevens

HILVERSUMS HISTORIE DUITSE DIENSTBODEN IN HILVERSUM

Huiselijk en seksueel geweld

Plaatsingslijst van het archief van W. Albeda

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

STICHTING ALETTA JACOBS FONDS. gevestigd te Amsterdam. Rapport inzake de. Jaarrekening 2018

Herdenkingsbijeenkomst Stella Ismail

( ) Collectie nummer: 531 Maart 1994

Inventaris van het archief van

Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur

Plaatsingslijst van het archief van het Landelijk Missionair Collectief, Beweging van christenen die oproept tot Culturele ongehoorzaamheid

Marijke Hopman-Rock Hoogleraar lichamelijke activiteit en gezondheid bij ouderen Vrije Universiteit Amsterdam

Master in de seksuologie

Nieuwsbrief. Landelijk Implementatieteam Wet Tijdelijk Huisverbod. Inhoud

Bijlage: korte beschrijving kandidaten

BELEIDSPLAN. Brederodestraat VG Amsterdam Nederland. info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO

Voorlopige inventaris van het archief van de Oratorische Vereniging ONYX

Stichting Geschiedenis Fysiotherapie

DE KRACHT VAN SAMENWERKEN

Plaatsingslijst van stukken betreffende de UnieNzv/Unie voor Christelijk Onderwijs

Juryrapport Ambassadeur Heldere Taal 2014

Praktische antwoorden op de complexiteit van het sociale werkveld. Bevlogenheid terug in het werk

Archief Sociaal-Technische Kring van Democratische Ingenieurs en Architecten

Archief Gerrit Schellingerhout

Welkom bij: Taal- en cultuurstudies

NIEUWSBRIEF 2. Het Onderzoek

Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis

Acquisitiebeleidsplan Noord-Hollands Archief

HOVO NEDERLAND. Jaarverslag

10 april

1.1. Onze missie is: werken aan het normaliseren van hiv door het stigma aan te pakken.

( ) Samengesteld door P. Kok

Plaatsingslijst van het archief van de de Stichting Geestelijke Liederen uit den Schat van de Kerk der eeuwen (C.G. Schripsema-de Graaf, secretaris)

Griekse en Latijnse taal en cultuur. Je wordt een all-round classicus met een brede blik én diepgang.

Het is belangrijk dat studenten ervaren wat informele zorg inhoudt

Stichting Films for Change JAARVERSLAG 2016

Archief Bond van Beeldende Kunst Arbeiders

Nut en noodzaak van een goed imago Informatie Workshops drs. J.M. (Walther) Verhoeven vrijdag 28 november uur

Inventaris van het archief van de Vereniging van Directeuren van Hogere Burgerscholen met 5- jarigecursus,

Universiteit. Brochure. Opleidingsinstituut Dageraad

de meerwaarde van de leerstoel Sociaal Werk

Inventaris van het archief van de Stichting Energie Informatie over de periode (2003)

Karin de Galan. Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach.

Meetellen en Meedoen

Studerende mantelzorgers hoeven zich niet te verstoppen, ze hebben zo veel kwaliteiten

Stichting Vrienden van Oud Genemuiden

Wetenschappelijke kennis inbrengen in de opleidingen

Plaatsingslijst van het archief van de Stichting Adullam

Inventaris van het archief van de Stichting District Overijssel, afdeling Rijssen

De Aankomst: Molukkers naar Nederland

Koninklijk Zeeuwsch Genootschap Der Wetenschappen (1768- )

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

Een open gesprek met de cliënt en het netwerk maakt de samenwerking duurzaam

Jeugd. Geloof Levensovertuiging

Inhoud. Voorwoord 11. Inleiding 13 Wat vindt u in dit boek? 14 Voor wie is dit boek bedoeld? 15

Plaatsingslijst van brieven van G. Puchinger aan verschillende correspondenten

llochtone meiden en vrouwen in-zicht

Samen naar de top! 1

Chris Visscher Hoogleraar jeugdsport, met specifieke accenten op talentontwikkeling en op sport en school Rijksuniversiteit Groningen

VU PRE UNIVERSITY COLLEGE VOOR DE SCHOLIER DIE VERDER KIJKT

KIEZEN VOOR WERK: HANDLEIDING

Transcriptie:

Bijlagen

Archieven op het gebied van vrouwenhulpverlening Annette Mevis Het internationaal informatiecentrum en archief voor de vrouwenbeweging (iiav) te Amsterdam is een bibliotheek, archief, documentatiecentrum met meer dan drie kilometer materiaal: boeken en artikelen, tijdschriften, jaarverslagen van organisaties, geluidsbanden, foto s en affiches, voorwerpen, archieven van personen en van organisaties, dagboeken en autobiografieën, knipsels uit kranten en weekbladen. Ook de auteurs van dit boek hebben graag gebruik gemaakt van deze collecties. Het archief van stichting de maan en van het project targuia, onderdeel van het archief van transact, zijn door Marijke Naezer respectievelijk Samantha Koster veelvuldig geraadpleegd in de studiezaal van het iiav. 1 In dit hoofdstuk komt eerst het ontstaan, werkwijze en groei van het iiav aan de orde. Daarna ga ik specifiek in op de archieven die het iiav verzamelt en beheert. Dat spits ik toe op archieven op het terrein van de vrouwenhulpverlening, waarbij ik me niet beperk tot de zogenoemde tweede feministische golf, maar ook ouder materiaal bespreek. Ten slotte ga ik kort in op archieven in andere instellingen en bij mensen thuis, om af te sluiten met het creëren van bronnen op het gebied van de vrouwenhulpverlening door het iiav. Met dank aan Annemarie Kloosterman en Grietje Keller voor hun waardevolle commentaar. oprichting van het iav Het iiav is in 1935 opgericht als internationaal archief voor de vrouwenbeweging (iav). De stichtingsakte bij de notaris werd op 3 december 1935 ondertekend door drie feministes: Johanna Naber (1859-1941), Rosa Manus (1881-1943) en Willemijn Posthumus-van der Goot (1897-1989). Dit belangrijke moment kwam natuurlijk niet uit de lucht vallen. Sinds het einde van de negentiende eeuw waren er al plannen en ideeën voor wat je vrouwenbibliotheken zou kunnen noemen. Verschillende vrouwenorganisaties hadden een eigen bibliotheek of documentatiecentrum gestart. Er waren damesleesmuseums in Den Haag en Amsterdam. In de vrouwenbeweging bestond altijd al een grote behoefte aan informatie. De oprichting van het iav was dus een vervulling van een oude wens maar ook een reactie op recente nieuwe ontwikkelingen. Ook de drie founding mothers vertegenwoordigden deze combinatie van motieven. De oudste was Johanna Naber (geboren in 1859); zij was de historica van de vrouwenbeweging. Zij had dan wel geen geschiedenis gestudeerd omdat zij van haar vader geen universitaire opleiding mocht volgen maar door zelfstudie ontwikkelde zij zich tot een bekend Nederlands geschiedschrijfster. Zij kende de problemen van het gebrek aan bronnen en riep dan ook regelmatig op om belangrijke papieren van vrouwen en organisaties te bewaren. Rosa Manus (geboren in 1881) was ruim 20 jaar jonger dan Naber. De eerste keer dat zij iets te maken kreeg met de vrouwenbeweging was op het derde internationale congres van de wereldbond voor vrouwenkiesrecht (de iwsa), international woman suffrage alliance) dat in 1908 in Amsterdam werd gehouden. Ze

306 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 raakte helemaal in de ban van de strijd voor het vrouwenkiesrecht en bleef de rest van haar leven zeer actief in de internationale vrouwenen -vredesbeweging met als gevolg dat zij zelf een groot en omvangrijk archief vormde en verzamelde. Bovendien had Aletta Jacobs (1854-1929) haar boeken nagelaten aan Rosa Manus. Sindsdien sprak Manus heel concreet over het oprichten van een feministische bibliotheek. 2 Willemijn Posthumus-van der Goot tenslotte, geboren in 1897, was de eerste gepromoveerde econome in Nederland. In het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw was zij een van de weinige jonge leden van de nederlandsche vereeniging voor vrouwenbelangen en gelijk staatsburgerschap. 3 Op een studieconferentie in het najaar van 1934 over vrouwenarbeid georganiseerd naar aanleiding van de overheidsmaatregelen om betaalde arbeid van vrouwen in te perken realiseerden de jonge vrouwen zich hoe weinig zij zich er tot dan toe om bekommerd hadden of het ideaal, waar de oudere feministen voor hadden gestreden, levend zou worden gehouden. De vrouwen onder de veertig kwamen apart buiten het programma om bijeen en maakten plannen voor een Jongeren Conferentie. Toen die conferentie werd gehouden, in januari 1935 in Bilthoven, stond de vraag centraal hoe de jongere vrouwengeneratie in Nederland zich haar taak in de maatschappij dacht. De conferentie werkte bezielend en er werd een kern gevormd van een nieuwe generatie feministes, die een tweetal manieren voor ogen hadden om haar doel te verwezenlijken. De eerste was het opbouwen van een bibliotheek en archief om het erfgoed van vrouwen bijeen te brengen, te bewaren, uit te breiden en te beheren. De tweede manier was het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek en het publiceren van de resultaten. werkwijze en groei Eind 1935 kon het verzamelen van de archieven en publicaties van bekende feministes en vrouwenorganisaties, boeken, brieven, pamfletten, foto s, affiches en tijdschriften dus beginnen. De beginjaren waren zeer voorspoedig; het materiaal stroomde als het ware binnen en er vonden veel activiteiten plaats. 4 Aan deze groei maakte de Tweede Wereldoorlog een abrupt einde. 5 Na de heropening in 1947 werd met voortvarendheid gewerkt aan het opvullen van de lege planken en kasten. In 1956 waren er weer vijfduizend boeken en brochures, 120 tijdschriften en zestien meter archiefmateriaal. Maar al met al waren de eerste decennia na de oorlog een relatief rustige periode. Vanaf 1970 beleefde het IAV een ongekende bloei. Het gedachtegoed van de zogeheten tweede feministische golf werd verwoord in tijdschriften, actieprogramma s, nota s, scripties, pamfletten, affiches en boeken. Al dit materiaal werd door het IAV verzameld. In de jaren zeventig en tachtig verzamelde de bibliotheek veelal los materiaal. Men kocht publicaties bij boekhandels, IAV-medewerksters namen informatiemateriaal mee van demonstraties, acties en bijeenkomsten, en er werd materiaal opgestuurd of naar het IAV gebracht. 6 Hierdoor beschikt het iiav heden ten dage over een grote collectie, ook op het gebied van vrouwenhulpverlening. Archieven kwamen grotendeels pas later in het iiav. Dit heeft twee oorzaken. De eerste is het feit dat archieven nu eenmaal altijd per definitie later komen: vaak pas als een organisatie ophoudt te bestaan of een persoon overlijdt. De tweede reden is dat het iiav pas later zelf echt actief werd in het verzamelen van archieven. Verder maakt en onderhoudt het iiav tegenwoordig databases, websites, schatten en dossiers over specifieke onderwerpen. Materiaal wordt niet alleen verzameld, het wordt ook beschreven en in geval van archieven en collecties geordend om het zo toegankelijk te maken voor het publiek. Bovendien zorgt het iiav ervoor dat het materiaal langdurig bewaard blijft, het liefst voor de eeuwigheid. De klimatologische omstandigheden in de depots en de kwaliteit van de verpakkingsmaterialen zorgen ervoor dat de archieven, pu-

Archieven op het gebied van vrouwenhulpverlening 307 blicaties en het beeldmateriaal in goede staat blijven. Stukken van slechte kwaliteit worden geconserveerd of gereproduceerd, bijvoorbeeld door ze op microfilm te zetten of te digitaliseren. Digitaliseren gebeurt vooral ook om de toegankelijkheid te vergroten. eerherstel voor de a van het iiav Tot een meer gestructureerde en actieve aanpak voor het verzamelen van complete archieven van organisaties en van persoonsarchieven kwam het pas rond 1985. Om actief archieven te verzamelen zijn namelijk archivarissen en plannen nodig. Weliswaar werden er archieven naar het IAV gebracht en aangenomen, maar daar gebeurde weinig méér mee dan dat ze in kasten werden geplaatst. Sinds eind 1977 werkte Atie van der Horst, verder werkzaam bij het internationaal instituut voor sociale geschiedenis, vier uur per week aan het inventariseren van archieven. En in 1982 werd Dymphéna Groffen voor 2 jaar aangesteld om het archief van het nationaal bureau voor vrouwenarbeid te inventariseren. Het acquireren van archieven behoorde echter niet tot haar taken. Het plan om een archiefafdeling op te zetten kwam rond 1985 van Mineke Bosch, Annemarie Kloosterman en Annette Mevis, alle drie historica, actief in vrouwengeschiedenis en in de vrouwenbeweging en alle drie parttime werkzaam op projecten bij het iav. Zij zaten vol met ideeën en plannen om de archiefpoot van het IAV verder te ontwikkelen en uit te bouwen. Die plannen kregen gestalte in de jaren 1986-1987 en werden vanaf 1988 realiteit. Door de fusie met het informatie- en documentatiecentrum voor de vrouwenbeweging (idc) en het feministisch tijdschrift Lover in 1988 kwam er een zelfstandige archiefafdeling met drie opgeleide archivarissen. 7 Vanaf die tijd werden volop archieven geacquireerd en geïnventariseerd en werd er een archievenoverzicht samengesteld. 8 De andere factor waarom archieven niet meteen beschikbaar zijn, ligt besloten in het eigene van archieven in vergelijking met een bibliotheek. Een bibliotheek is een collectie of verzameling van publicaties die rondom een bepaald onderwerp en/of volgens een bepaalde criteria bijeengebracht zijn. Wat er in een bibliotheek terecht komt bepaalt de bibliothecaris die belast is met collectievorming. Een gepubliceerd jaarverslag of rapport, een tijdschrift of een poster kan meteen worden aangeschaft en ingewerkt. In het geval van de bibliotheek van het iiav is het onderwerp de positie van vrouwen en vrouwenstudies. Van publicaties zijn altijd meer exemplaren en kunnen door meer bibliotheken worden gekocht. Een archief daarentegen bestaat uit uniek materiaal en is een organisch geheel, het vormt zich als het ware vanzelf. Wat tot een archief behoort is precies omschreven, namelijk al die stukken die ongeacht hun vorm naar hun aard bestemd zijn om te behoren tot het archief van een organisatie of een persoon. 9 Bijvoorbeeld: een brief die Ingrid Foeken schreef aan Helmi Goudswaard over hoe moeilijk die vergadering van de maan was die avond, hoort in het archief van Goudswaard thuis. Heeft Ingrid Foeken die brief eerst in klad geschreven, dan hoort dat kladje in haar archief. De publicatie Nota over de integratie van vrouwenhulpverlening in de nieuwe geestelijke gezondheidszorgstruktuur in Amsterdam van Helmi Goudswaard uit 1985 is een publicatie en behoort daarom op zichzelf niet in een archief thuis. Maar schreef Goudswaard nu een persoonlijke opdracht in die publicatie voor Ingrid dan wordt dat exemplaar een uniek stuk en behoort het thuis in het archief van Foeken. Zolang een archief nodig is voor een organisatie of persoon voor de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden, bijvoorbeeld om iets in op te zoeken, voor bewijsvoering enzovoort, is het dynamisch. Is het niet meer nodig voor het dagelijkse werk, dan wordt het statisch en kan het worden overgedragen aan een archiefbewaarplaats. Een derde, niet onbelangrijke factor, waarom archieven vaak niet snel of niet compleet naar het iiav komen, is dat de actieve vrouwen van

308 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 het eerste uur niet primair bezig waren en zijn met administratie en archivering, noch met het vastleggen van dagelijkse beslommeringen voor de generaties van de toekomst. De (actie)groepen van de tweede feministische golf hadden vaak geen secretariaat op een vaste plek, als er al aan werd gedacht om op één plek een archief bij te houden. Het archief van dolle mina bijvoorbeeld was daardoor verspreid bewaard gebleven, maar is via schenkingen van diverse personen in het iiav grotendeels herenigd. De zogenoemde traditionele vrouwenorganisaties als de nederlandse bond van plattelandsvrouwen en de nederlandse vrouwen raad hebben een eigen bureau waar hun secretariaat is gevestigd. De archiefvorming is daardoor beter gegarandeerd. vrouwenhulpverleningsmateriaal in het iiav Tijdens de zogenoemde tweede feministische golf, in de jaren zeventig en tachtig en negentig van de vorige eeuw ontstonden er tientallen groepen, groepjes en organisaties op het brede terrein van wat later de vrouwenhulpverlening (vhv) werd genoemd. Al deze clubjes, grotere organisaties en alle actieve vrouwen vormden archief: notulen van vergaderingen, nieuwsbrieven, correspondentie, enzovoort. Hiervan heeft de bibliotheek van het iiav een grote collectie boeken, nota s, rapporten, knipsels, tijdschriften, foto s en affiches. Daarin is informatie te vinden over lichamelijke en geestelijke gezondheid, geweld, mishandeling, hulpverlening, maatschappelijk werk, vrouwenhulpverlening, feministische therapie, zelfhulp, lijfpolitiek, telefonische hulpdiensten, abortusstrijd, de hulpverlener-cliënt relatie of opvangcentra. Verder beheert het iiav zeker zo n dertig archieven op het gebied van vhv; van organisaties, maar ook van enkele personen. Per archief is er een archiefbeschrijving bestaande uit een korte geschiedenis van de organisatie of biografie van de persoon, een beknopte beschrijving van de stukken in het archief en gegevens over omvang, periode, toegang en openbaarheid. Van de grotere archieven maakt het iiav een inventaris, systematisch ingedeelde beschrijvingen van de afzonderlijke archiefstukken. Op enkele archieven zal ik in dit overzicht wat dieper ingaan. Organisatie-archieven De zelfhulpgroep amsterdam bevat notulen uit 1976 en 1977, een enquête naar het pilgebruik uit 1976 en stukken over de totstandkoming van het Zwartboek Gynaecologische praktijken uit 1980, met veel persoonlijke verhalen van ervaringen van vrouwen, maar ook een gebruiksaanwijzing voor het zelf inbrengen van een plastic speculum. Een reactie op het zwartboek: 24 juli 1980, Lieve zwartboek-vrouwen, In één adem heb ik jullie boek uitgelezen. Hoewel ik dacht dat ik al aardig blasé was voor de ellende die ons dagelijks en overal treft, heeft dit me erg geraakt!. 10 In het archief van de federatie vrouwenzelfhulp (fvz) van 2003 tot de opheffing op 8 maart 2004 stichting anu geheten zijn niet alleen de stukken van deze Federatie te vinden, maar ook van wel vijf aangesloten vrouwenzelfhulporganisaties. Dat waren de stichtingen vido nederland, vrouwen en medicijngebruik, voorlichting zelfhulp gynaecologie, mastopathie en selene. vido vrouwen in de overgang is een van de oudste organisaties, opgericht in 1974. Volgens de inventarisator komt de sfeer uit de stukken over als ideologisch, zij kreeg de indruk dat het meer om het imago van de betreffende vrouwen te doen was dan om de klachten. De stichting mastopathie was acht jaar jonger, volgens haar professioneler opgezet, meer to the point en minder wollig. 11 Alle archieven bevatten zeer persoonlijke verhalen. 12 Het vrouwengezondheidscentrum isis te Amsterdam was het eerste vrouwengezondheidscentrum in Nederland. Het werd in 1979 opgericht, maar de plannen dateren al uit 1977. Dit archief is, net zoals het archief van het Centrum voor Vrouwengezondheids-

Archieven op het gebied van vrouwenhulpverlening 309 zorg aletta (1980-1998) 13 in het iiav aanwezig. Van de helse hex is een archief van bijna drie strekkende meter bewaard gebleven uit de periode 1982-1990. Dit vrouwenproject werd op 11 maart 1983 opgericht vanwege de dringende behoefte aan opvang speciaal voor vrouwen die met de psychiatrie te maken hadden (gehad). Het project had in Amsterdam de beschikking over een inloopruimte annex actiecentrum plus een aparte woonvoorziening voor vrouwen die weggelopen waren uit psychiatrische instellingen. Er werd gewerkt vanuit het principe van zelfhulp. Dit archief bevat onder andere notulen, de statuten en stukken betreffende de oprichting, stukken betreffende fondsen, subsidies en hun beleid, logboeken en ingevulde telefoonformulieren, nieuwsbrieven, knipsels op onderwerp, foto s, dia s, video- en cassettebanden. vrouwen tegen verkrachting, tegen haar wil, vrouwen tegen seksueel geweld (vtsg) en blijf van m n lijf zijn namen van groepen en organisaties die in verzet kwamen tegen het (seksueel) geweld dat tegen vrouwen werd gebruikt, en waarvan de archieven in het iiav berusten. vtsg Amsterdam ontstond bijvoorbeeld naar aanleiding van een discussieavond over verkrachting in november 1976 in het Amsterdamse Vrouwenhuis. In dat archief zitten notulen van vergaderingen, brieven en vele stukken over acties uit de periode 1977-1983. Er werd geprotesteerd tegen een miss-verkiezing in het Amsterdamse Hilton-Hotel en affiches van een sjieke call-girl organisatie werden beklad. Ze stuurden voorplaten en artikelen terug naar Panorama en Nieuwe Revue met de sticker dit is een misdaad tegen vrouwen erop geplakt. In 1978 werd de eerste Heksennacht georganiseerd onder het motto vrouwen eisen de straat terug, een jaarlijks terugkerende gebeurtenis tot op de dag van vandaag. vtsgvrouwen demonstreerden tegen voor vrouwen vernederende etalages, protesteerden tegen de peepshows en verstoorden een rechtszitting van Gerbrandy, de rechter die verkrachters op vrije voeten liet. vtsg Delft maakte een soort ganzenbordspel. Van de feministische oefengroepen radicale therapie (fort) 14 heeft het iiav een archief van de Amsterdamse groep. Deze heette aanvankelijk werkgroep vrouwentherapie en vervolgens feministische radicale therapie collectief. Degroep was actief van 1975 tot en met 1977. Het archiefmateriaal past in één zuurvrije doos en bestaat uit verslagen, notulen en aantekeningen van groepsbijeenkomsten en vergaderingen, uit persoonlijke verslagen en scripties over vrouwen en hulpverlening. Een citaat uit een verslag: In oktober 74 begonnen drie vrouwen en ik met een wekelijks werkgroepje over een alternatieve hulpverlening (terapie) voor vrouwen. Iedere week kwam er eentje bij en bij 12 hebben we de groep gesloten. Onze plannen waren breed en vaag, van radikale terapie (waarover we hadden gelezen) tot infiltatie [sic] in de ggz. We besloten te gaan werken met de doelstellingen die we in de rft ook hebben, zoals kontrakten afsluiten voor jezelf, problemen plaatsen in de mij., elkaar steun geven, leren omgaan met emoties enz. (en zo zie je maar, een beweging komt niet zomaar overwaaien uit amerika, ze komt pas als er behoefte aan is). Een ander interessant document is een stencil, gedateerd februari 1976 en gericht aan lieve vrouwen van het landelijk vrouwenkollektief voor persoonlijke groei feministiese bewustwording en maatschappelijke analyse (voorheen de erven wed. rad. fem. therapiegroepen). Dit A-4tje op vreselijk houthoudend en dus snel verzurend papier eindigt met de volgende oproep: EEN PRIJSVRAAG: graag namen voor rad. fem. ther.-groep, zoals: feministiese steun- en kreun groep? vrouwengroep voor persoonlijke groei enz. vrouwen groeigroep? De winnares krijgt een levenslang

310 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 gratis abonnement op ons tijdschrift en een radikaal feministies therapeutische aubade op haar verjaardag. 15 Ten slotte een laatste document uit dit archief: een programma van het symposium over vrouwen en gezondheidszorg, gehouden op 18 november 1977 te Rotterdam, getiteld Terug naar je Lijf of: hoe Tante Sjaan gedwongen werd van de gezondheidszorg gebruik te maken, en zij er niet goed van werd, 16 met vrolijk rode kaft. Persoonsarchieven In persoonsarchieven is ook archiefmateriaal over vrouwenhulpverlening te vinden, zoals in de archieven van Renée Römkens, Anja Meulenbelt en Helmi Goudswaard. In het archief van Jophien van Vaalen (geboren 1945) zitten bijvoorbeeld de notulen van bestuursvergaderingen van de stichting vido nederland van december 1992 tot januari 1996. 17 En in het archief van Robertine Romeny is een conceptartikel van Coby Westerhoek te vinden over vrouwenhulpverlening uit [1980]. 18 Archieven van voorloopsters De term vrouwenhulpverlening mag dan in de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn uitgevonden, al veel eerder waren er individuele vrouwen en vrouwenorganisaties actief op dit terrein: de geestelijke en lichamelijke gezondheid van vrouwen en geweld tegen vrouwen, de drie thema s van dit boek. Archieven daarvan zijn ook te vinden in het iiav, zoals het archief van het Marie Jungius Fonds, opgericht in 1909 door Suze Groshans om de nagedachtenis van Marie Jungius (1864-1908) te eren. Het Fonds stelde gelden beschikbaar aan overwerkte of zieke vrouwen die dat niet zelf konden betalen, om weer op krachten te komen. Het werd in stand gehouden door contributies en giften. Vanaf 1930 tot 1951 leidde het een slapend bestaan. Bestuurslid Willemijn Posthumus-van der Goot richtte in juli 1951 in naam van het Marie Jungius Fonds een adviesbureau voor vrouwen op, van vrouw tot vrouw geheten. Dit bureau gaf tegen betaling adviezen op ieder gebied aan vrouwen, verkocht cosmetische artikelen en gaf Een brief voor U uit. Deze activiteiten werden eind 1965 gestaakt. Een ander initiatief uit het begin van de twintigste eeuw was de vereniging zusterhulp, opgericht in april 1902 door J. van Riemsdijk-van der Leeuw en H.W. Spiering, stichtster van de nederlandsche meisjesbond. Hun doel was het verlenen van stoffelijke en geestelijke hulp aan vrouwen en meisjes, ongeacht haar maatschappelijke positie of godsdienstige overtuiging. Ter verwezenlijking van dit doel exploiteerde de vereniging het rusthuis moria, de sanatoria erica en de kraaienhorst te Nunspeet en woonhuis eigen haard te Amsterdam. In 1979 werd de vereniging omgezet in de johanna van riemsdijk stichting. Het archief bevat stukken uit de gehele periode, 1902-1979, waaronder vele mooie foto s van de rusthuizen. vrouwenhulpverleningsarchieven elders Uiteraard is het niet zo dat de archieven van álle vrouwenorganisaties en van álle actieve vrouwen bij het iiav aanwezig zijn. Archieven van vrouwen en vrouwenorganisaties worden ook naar andere archiefbeherende instellingen gebracht en het iiav stimuleert dat. 19 Het iiav registreert deze archieven wel. 20 Daarnaast is het zo dat archieven of delen van archieven verloren zijn gegaan of nog in privé bezit zijn. Het archief van balsemien datin een kastop het voormalige vrouwen vormingscentrum de born stond, is bijvoorbeeld verloren gegaan. Maar tijdens het werken aan dit boek zijn er ook archieven boven water gekomen. Zo bleek bijvoorbeeld dat Els Ouborg nog een stapel stukken van balsemien had en zij is nu bezig collega s uit die tijd te benaderen voor meer materiaal. En via de laatste secretaris van de vereniging voor feministische hulpverlening (vfh), Liesbeth Vooys, is getraceerd dat dat archief bij Hanna Onkenhout op zolder stond Inmiddels is het overgebracht naar het iiav. Misschien

Archieven op het gebied van vrouwenhulpverlening 311 wordt het archief van iris, hulpverlening aan lesbische vrouwen, ook nog ontdekt en kunnen de zeer onvolledige archieven van de leergangen vrouwenhulpverlening, van metis, bureau vrouwenhulpverlening Nederland en van medusa, landelijk bureau ontwikkeling beleid en hulpverlening seksueel geweld, worden verrijkt met archiefstukken uit privé bezit. 21 Het iiav blijft dan ook altijd op zoek naar waardevol archiefmateriaal en hoopt op onverwachte ontdekkingen op zolders en in kasten. 22 het creëren van bronnen Het (I)IAV ontwikkelt ook nieuwe plannen. In 1982 werd een egodocumentenproject 23 begonnen vanuit de gedachte dat als er geen bronnen van vrouwen in de archiefbewaarplaatsen te vinden waren, wij die dan zouden moeten zoeken waar ze wél waren, namelijk bij mensen thuis, op zolders en in kelders. In 2007 is het iiav gestart met het opbouwen van een collectie video-interviews. Er ontbreekt nog veel kennis over wat er gebeurd, ervaren en geleerd is door tweede golf feministen. Het iiav wil daarom haar papieren archief aanvullen met een collectie video-interviews met feministen uit de tweede golf. Een video-opname toont namelijk de humor, woede, verdriet, plezier, eenzaamheid en andere emoties die niet of minder goed aan bod komen in geschreven of auditieve bronnen. Video is een toegankelijker medium dan literatuur en de verwachting is dat de invloed ervan de komende jaren alleen maar zal toenemen. Vertelde verhalen met de bijbehorende emoties in beeld hebben een andere uitwerking. Ze kruipen makkelijker onder de huid van de kijker en kunnen een belangrijke bron van identificatie zijn. Het is de ambitie van het iiav om de hele breedte van de tweede feministische golf vast te leggen in video-interviews. In de eerste fase van dit project is gekozen voor videoportretten van vrouwen die een sleutelpositie bekleedden in de vrouwenhulpverlening in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw, in alfabetische volgorde: Ingrid Foeken, Nelly Jessurun, Gunilla Kleiverda, Riekje Kok, Leonore Nicolaï, Nelleke Nicolaï, Yvonne Saro en Nel Willekens. 24 Tijdens de presentatie van dit project op 7 maart 2008 op het iiav legde Grietje Keller uit: De waarde van mondelinge geschiedenis is onder andere dat de geïnterviewde grote sprongen kan maken naar informatie op verschillende niveaus en die met elkaar kan verbinden. Bijvoorbeeld Leonore Nicolai, medewerker van aletta Centrum voor Vrouwengezondheidszorg, vertelt in het interview over de aletta-methode, waarbij ze in een interviewfragment van minder dan vijf minuten de verbinding maakt tussen baarmoederverwijdering, lippenstift en nascholingsmateriaal: met feministische huisartsen (...) en met een kring er omheen werkten we samen aan nascholingsmateriaal. (...) Dat vervormden we zo, totdat het voldeed aan de reguliere normen voor nascholing. We hebben daar zelfs een prijs voor gewonnen. (...) [Wij wisten] dat vrouwen bijvoorbeeld seksuele problemen kregen als ze geen baarmoeder hadden. Dat was in de reguliere kennis niet meegenomen. Seksualiteit was losgekoppeld van het medisch probleem. Dus dat soort dingen combineerden we en brachten we dan onder de aandacht. (...) Je combineerde dat natuurlijk ook in je kleding, dus je had powerdresses toen, powerjasjes met zulke [grote] schoudervullingen. Daar dacht je dan heel diep over na. Wat doe je aan, wat doe je niet aan? Doe je lippenstift op of doe je het niet op? Hoe kleed je je, hoe presenteer je je? (...) Dat waren toch manieren om serieus ook genomen te worden; door te tonen dat je dat ook snapte. Wij hebben dus die aletta-methode echt tot in den treuren uitgewerkt om de vertaling te maken van kennis die tegen de haren instrijkt (...) zó te verpakken dat het wel overkomt. 25

312 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 Noten 1 Zie Naezer, de maan, dit boek; Koster, targuia, dit boek. 2 In een brief van 20 mei 1930 aan Clara Hyde schrijft Manus: Dr. Jacobs books have come to me now, and I am organising a real feministic library which I hope, will prove useful to the feminists, iiav, archief Rosa Manus, inv.nr. 91. 3 De organisatie bestaat nog steeds, sinds 1949 onder de naam nederlandse vereniging voor vrouwenbelangen, vrouwenarbeid en gelijk staatsburgerschap. 4 Annette Mevis, Inleiding, in: Overzicht van de Archieveninhetiiav (Amsterdam: iiav 1991), pp. 9-23; Jaarboek Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging I en II (Leiden: E.J. Brill 1937 en 1938). 5 Francisca de Haan, A Truly International Archive for the Women s Movement (IAV, now iiav). From its Foundation in Amsterdam in 1935 to the Return of its Looted Archives in 2003, Journal of Women s History, 2004, 16 (4), pp. 148-172. 6 Mevis (1991). 7 Mineke Bosch verliet per 1 april 1988 het iiav om te gaan promoveren. Annette Mevis en Annemarie Kloosterman volgden de Archiefschool in respectievelijk 1987/88 en 1988/1989. Yolande Hentenaar was vanaf 1988 de derde archivaris (tot 2000). 8 Overzicht van de archieven in het iiav (1991). Zie voor het acquisitiebeleid van het (I)IAV ten aanzien van archieven: Francisca de Haan en Annette Mevis, The IAV/iiav s Archival Policy and Practice: Seventy Years of Collecting, Receiving, and Refusing Women s Archives (1935-1970), in: Saskia Wieringa (red.), Traveling Heritages. New perspectives on collecting, preserving and sharing women s history (Amsterdam: Aksant 2008), pp. 23-46. 9 Vrij naar de definities in Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen ( s-gravenhage: Stichting Archiefpublicaties 2003). 10 iiav, archiefzelfhulpgroep amsterdam. 11 Lydia Hagoort in gesprek met Annette Mevis (Amsterdam, 2007). 12 Het iiav houdt zich aan alle regels en wetgeving met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens. Daarnaast kan de archiefschenker in het contract dat bij overdracht van een archief wordt opgesteld voorwaarden stellen aan het gebruik. 13 Zie Van Mens-Verhulst en Noordenbos, aletta, dit boek. 14 Zie Van Mens-Verhulst, Vrouwenzelfhulp, dit boek. 15 De zogenoemde tweede feministische golf wordt in deze tijd vaak getypeerd als humorloos. Niets is minder waar als je grasduint in de papieren nalatenschap. 16 Een onderdeel van de cyclus Tante Sjaan Blijft Gaan, georganiseerd door Studium Generale Rotterdam in 1977. Citaten uit archief fort Amsterdam, iiav. 17 iiav, archief J. van Vaalen, inv.nr. 1-3. 18 iiav, archief R. Romeny, inv.nr. 7. 19 Het beleid van het iiav is om archieven van landelijke organisaties te verzamelen. Archieven van afdelingen of lokale organisaties worden bij voorkeur in gemeentearchieven ondergebracht. 20 Zie hiervoor de database archieven elders op www.iiav.nl. Toegang 7-05-2008. 21 In januari 2006 is het archief van transact naar het iiav gebracht met daarbij archiefstukken van de fusiepartners in 1994. 22 U kunt contact opnemen via archief@iiav.nl of 020-5611281. 23 Egodocumenten zijn geschriften waarin het ik centraal staat, zoals dagboeken en autobiografische geschriften. Zie over dit project onder andere het Themanummer Egodocumenten van vrouwen (Amsterdam: iiav 1984). In maart 2008 heeft het iiav 212 egodocumenten, variërend van een enkel dagboekje tot een verzameling van 700 schriftjes van de hand van één vrouw. 24 Grietje Keller en Josien Pieterse, Dance around the camera. Experiences with recording video oral history from the second wave women s movement, in: Saskia Wieringa (red.), Traveling Heritages. New perspectives on collecting, preserving and sharing women s history (Amsterdam: Aksant 2008), pp. 229-242. Zie ook de DVD en De toelichting op de DVD, dit boek. 25 Leonore Nicolaï in interview afgenomen door Grietje Keller (Rotterdam, 2008).

Personalia auteurs drs. charlotte van besouw (1955) studeerde andragologie in Utrecht. Geschraagd door de geschiedenis van haar moeder en grootmoeder voelde zij zich intens betrokken bij de strijd tegen huiselijk geweld en sloot zij zich in 1977 aan bij de oprichtingsgroep voor blijf van mijn lijf Utrecht. Vanaf de opening in november 1978 tot 1982 heeft zij als onbetaald medewerkster in het opvanghuis gewerkt. Door de politieke discussies in de vrouwenbeweging en het intensieve confronterende werk in het opvanghuis is zij als professional gevormd. Ook persoonlijk kwam de scholing in het doorbreken van normen en het vormgeven van een nieuwe praktijk van pas, toen zij samen met haar man drie dochters grootbracht. Werkende moeders en zorgende vaders waren in de tachtiger jaren een buitenissig verschijnsel. Trouw aan de idealen van empowerment werkte Charlotte achtereenvolgens bij het Vormingswerk Jong Volwassenen, de stichting Spel- en Opvoedingsvoorlichting en de ggd Rotterdam. In 1996 werd zij coördinator van het steunpunt huiselijk en seksueel geweld bij het centrum voor vrouwengezondheidszorg en vrouwenhulpverlening sara in Rotterdam. In 1997 initieerde zij het Aware-project om een beveiligingssysteem te realiseren voor vrouwen die ernstig door hun ex-partner werden bedreigd. Dit beveiligingssysteem was ingebed in een geïntegreerd systeemgericht hulpaanbod, waarbinnen politie, justitie, reclassering en (vrouwen-)hulpverlening samenwerkten. Sinds 2001 werkt Charlotte bij de hogeschool de horst, (vanaf 2005 deel van Hogeschool Utrecht) bij het Instituut Social Work. In 2006 zette zij daar de minor Agressie en huiselijk geweld op. Om te schrijven over de geschiedenis van blijf van m n lijf heeft Charlotte van Besouw haar levendige herinneringen aan deze intensieve periode geactiveerd en getoetst. Zij heeft daarbij dankbaar gebruik gemaakt van de archieven van bvml Amsterdam en Delft bij het iiav en van gesprekken met oude en jonge vrouwenhulpverleensters. drs. anoushka boet (1973) studeerde geschiedenis in Utrecht. Tijdens haar middelbare schooltijd werd ze door een inspirerende geschiedenisdocente betrokken bij het onderwerp vrouwenhulpverlening. Tijdens haar specialisatie vrouwenstudies kon ze zich verder verdiepen en raakte ze geboeid door de manier waarop in de Nederlandse maatschappij gesproken én gezwegen wordt over taboeonderwerpen als huiselijk en seksueel geweld. Deze thema s vormen de rode draad in haar professionele leven. Na haar studie combineerde zij tijdelijke klussen op het gebied van onderwijs/training met (sinds oktober 2002) een baan als beleidsmedewerker van de Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling binnen het gezin, familie en andere vertrouwensrelaties (vsk). Sinds februari 2008 werkt zij bij het landelijk expertisecentrum movisie als adviseur in het team Huiselijk en Seksueel Geweld. Tijdens het schrijven van het hoofdstuk over de vsk bevond zij zich als auteur regelmatig in een spagaat. Als historica was het geen probleem om uit de flintertjes van het verleden een ver-

314 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 haal te construeren. Als voormalig beleidsmedewerker van de vsk bleek het soms moeilijk om uit diezelfde flintertjes de rode draad te construeren. Om een scherpe blik te kunnen behouden, maakte zij bij het schrijven gebruik van diverse bronnen. Als uitgangspunt fungeerde het historisch artikel over de vsk datzein2002aan de hand van jaarverslagen en het ledenblad Perspectief schreef ter ere van het twintigjarig bestaan van de vsk. Met dit artikel in gedachten dook zij in de zomer van 2006 in het vsk-archief dat stond te verstoffen op de zolder van transact. Een grote hoeveelheid rapporten, verslagen, krantenartikelen en correspondentie schetsten de ontwikkelingen in vijfentwintig jaar vsk. Daarnaast sprak zij met diverse (oud-)leden van de vsk die niet zelden een nieuw perspectief toevoegden op de op papier beschreven ontwikkelingen binnen de vsk. De diversiteit aan geraadpleegde bronnen vormen samen de kern van het hoofdstuk over de vsk en geven de vsk een eigen plek binnen de vhv. cyntha van gorp, ba (1983) is parlementair redacteur bij dagblad Trouw. Momenteel heeft ze de portefeuille onderwijs, cultuur en wetenschappen en coördineert ze de politieke website van Trouw. De belangrijkste drijfveer in haar werk is om de (Haagse) politiek dichter bij de burger te brengen op een toegankelijke maar ook humoristische manier. Hoewel ze nog geen jaar werkzaam is op het Binnenhof heeft ze al diverseprominentepoliticigeïnterviewd, onder wie minister Hirsch Ballin van justitie en PvdA-fractievoorzitter Mariëtte Hamer. Cyntha studeerde in 2006 met een negen af aan de Fontys Hogeschool Journalistiek in Tilburg, na diverse stages te hebben gelopen bij onder meer Trouw en het NOS Journaal. Haar eindscriptie over de relatie tussen de parlementaire pers en de Eerste Kamer werd bekroond met de scriptieprijs van het vakblad De Journalist. In de top veertig van machtige mensen in de media, dat de Journalist eind 2006 publiceerde, werd ze genoemd als runner up. Na en tijdens haar studie deed ze diverse freelance klussen voor onder meer de Gelderlander, de Wereldomroep en Binnenlands Bestuur. En nu dus ook voor De geschiedenis van de Vrouwenhulpverlening in Nederland. Met heel veel gevoel en plezier heeft ze haar bijdrage uitgewerkt. Cyntha van Gorp kwam op jonge leeftijd in aanraking met vrouwenhulpverlening, doordat haar moeder voor haar werk vrouwen onder meer op dit gebied trainde. Dikwijls vertelde zij haar dochter casussen en besprakenzesamenmogelijkeoplossingen.dit heeft haar kijk op de wereld én het aandeel van vrouwen daarin positief beïnvloed. Het schrijven van dit hoofdstuk was voor haar in zekere zin dan ook een logisch gevolg. Tegelijkertijd was het een uitdagende en inspirerende activiteit. Voor het schrijven van haar bijdrage heeft zij enkele sleutelfiguren uit de vrouwenhulpverlening benaderd en geïnterviewd. De persoonlijke gesprekken met geïnterviewden leverden haar een persoonlijke meerwaarde op. Meer dan ooit tevoren heeft zij van binnenuit de kracht van deze zo verschillende vrouwen kunnen ervaren en de inspiratie kunnen opsluiten in haar hart. dr. lucy kortram(1948) studeerde sociologie in Groningen (1970). In haar studententijd hield ze meer dan zeventig lezingen in het land over emancipatie van (zwarte en witte) vrouwen. In deze periode bouwde zij een uitgebreid (vrouwen)netwerk op. Kortram specialiseerde zich tijdens haar studieinmethodenentechniekenvanonderzoek en zij ruimde ook plek in voor westerse vrouwenstudies en de vrouwenbeweging in Suriname. In 1981 werd zij als wetenschappelijk medewerkster aangesteld bij de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN). Zij verzorgde onderwijs op het terrein van vrouwenstudies, onderzoeksmethoden en later ook over interetnische relaties. In 1990 promoveerde zij aan de KUN op de ontwikkeling van een nieuwe methode die uitging van het Actorperspectief. Haar proefschrift De Cultuur van het Oordelen, oordeelsvorming in interetnische relaties trok veel

Personalia auteurs 315 media-aandacht en stimuleerde haar tot de oprichting van haar multiculturele adviespraktijk maps. Daarmee richtte ze zich op het multiculturaliseren van werkorganisaties. Haar in Oosterbeek gevestigde praktijk trok opvallend veel vrouwenorganisaties die advies zochten. Tussen 1998 en 2002 was Kortram Tweede Kamerlid voor de PvdA. Zij was woordvoerder voor Volkshuisvesting en Onderwijs. Haar belangstelling voor emancipatieprocessen verbreedde zich in die tijd naar meer diversiteit in volkshuisvesting, een grotere zelfbepaling van oudere bewoners en een andere aanpak van pesten. In 2003 werd zij benoemd tot lector Diversiteit en de multiculturele competentie aan de hogeschool de horst, Driebergen (vanaf 2005 onderdeel van de Hogeschool Utrecht). Vanaf 2007 werkt Kortram aan de ontwikkeling van een aantal projecten die gericht zijn op de bevordering van multiculturele competentie en samenlevingskwaliteit. Voor het schrijven van haar hoofdstuk heeft zij vooral geput uit haar eigen maps-archief. samantha koster, ba (1984) Studeert geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen, waar zij het masterprogramma Gendergeschiedenis volgt. In het derde jaar van haar studie was zij in aanraking gekomen met het concept gender. Het (historisch) bestuderen van vrouwenbladen en kookboeken voor huisvrouwen uit de naoorlogse dagen een tijd waarin de Nederlandse burgerlijkheid een hoogtepunt bereikte werd een nieuwe hobby. Samantha Koster raakte geïnteresseerd in kruispuntdenken waarbij zij zich persoonlijk betrokken voelde. Zij verdiepte zich als enige dochter van een Portugese migrante vooral in de diverse posities van migrantenvrouwen. Dat vrouwen met een migratiegeschiedenis zich ook jaren na hun aankomst in Nederland nog regelmatig figuurlijk moeten verplaatsen in een nieuwe context, heeft ze al op jonge leeftijd ervaren. Via haar scriptiebegeleidster Geertje Mak kreeg zij de kans stage te lopen bij het onderzoeksproject Geschiedenis van Vrouwenhulpverlening in Nederland. Het aanbod om onderzoek te doen naar targuia pakte zij met beide handen aan. In de stage maakte zij kennis met het fenomeen van de vrouwenhulpverlening. Samantha Koster vond het een eervolle uitdaging om te werken met vrouwen die deze beweging zelf mede hadden vormgegeven. In de stage leerde zij de vaardigheden en inzichten die ze tijdens haar studie had opgedaan in de praktijk brengen. Voor het onderzoek heeft Koster vooral gebruik gemaakt van de archieven van targuia die opgeslagen lagen in het iiav. Op basis van dit bronnenonderzoek ontstond al een aardige indruk van de geschiedenis van het project, maar hier en daar bleven nog wel wat vragen over. Deze lacunes vulde zij aan met informatie uit interviews die zij hield met vier vrouwen die ieder op een andere manier bij project targuia betrokken waren geweest. Zo heeft zij geprobeerd de verschillende perspectieven op de geschiedenis van targuia recht te doen. cindrea limburg, ba (1977) is freelance journaliste en MA studente Comparative Women s Studies in Politics and Culture bij universiteit utrecht. Zij studeerde Journalistiek en Communicatie aan de Hogeschool Windesheim en Engelse Taal- en Cultuurstudies aan universiteit utrecht. Gedurende haar studie Comparative Women s Studies in Politics and Culture verdiepte zij zich onder andere in de invloed van psychologische en psychoanalytische theorieën op feministisch gedachtegoed. Momenteel is zij bezig met haar scriptie waarin zij de ontwikkeling van moderne psychoanalytische en feministische theorieën behandelt. Tijdens haar stage bij het onderzoeksproject Geschiedenis van de Vrouwenhulpverlening deed zij onderzoek naar de geschiedenis van het henny verhagen centrum in Haarlem. Hier verzamelde zij informatie via interviews en uit het archief van het Centrum. De resultaten van dit onderzoek heeft zij verwerkt tot een artikel. Een deel daarvan is opgenomen in het hoofdstuk De kleine integratie in dit boek. Het

316 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 uitgebreide verslag van haar onderzoek is bij haar verkrijgbaar. prof. dr. janneke van mensverhulst (1947) studeerde in de jaren zestig andragologie: een wetenschap rond agogisch en emancipatoir handelen waarin je ook leerde mensen te counselen en te trainen. Dat bleek later een goede voorbereiding te zijn op haar participatie in vrouwenstudies en haar begrip voor en onderzoek naar vrouwenhulpverlening. Ook voor Janneke was het persoonlijke politiek. Om werk en drie kinderen te combineren, moest ze samen met haar man vaak onorthodoxe oplossingen verzinnen en de afkeuring van de omgeving trotseren. Hoe belangrijk het was om in de buitenwereld bezig te blijven, wist ze echter maar al te goed door het vroege overlijden van haar vader (1956) en de gevolgen die dat had voor het leven van haar moeder. Vrouwenemancipatie herkende zij daardoor als levensnoodzaak en de manier waarop de vrouwenhulpverlening daaraan bij probeerde te dragen, fascineerde haar. Vanaf 1972 heeft ze aan universiteit utrecht onderzoek gedaan en onderwijs verzorgd op gebied van lichamelijk en geestelijke gezondheidszorg. Als eerste in Nederland schreef ze een proefschrift over de vrouwenhulpverlening (1988). In 1995 werd ze (ook) hoogleraar Vrouwenhulpverlening bij de Universiteit voor Humanistiek. Zie www.vanmens.info/verhulst. Haar idee om de geschiedenissen van de vhv vast te leggen, kon ze pas na haar vervroegde pensionering uitvoeren. Met Berteke Waaldijk zette zij het onderzoeksproject Geschiedenis van Vrouwenhulpverlening op. Voor haar hoofdstukken kon Janneke putten uit meters persoonlijk archief gevuld met folders, jaarverslagen, congresstukken, nota s, rapporten, scripties, nieuwsbrieven en haar verzameling boeken en tijdschriften. Daarnaast beschikte ze over het interviewmateriaal van Greta Noordenbos, aangevuld met enkele interviews uit de stageprojecten en uit het iiav-project Moving History. Hoe ze deze informatie in hoofdstukken omzette, kan ze moeilijk navertellen. Houvast kwam van de voor het project geformuleerde onderzoeksvragen, kennis over sociale bewegingen, gesprekken met Berteke en haar persoonlijke behoefte vooral de dynamische en zelforganiserende kant van de beweging te belichten, en deze te plaatsen in de context van de ontwikkelingen in gezondheidszorg. drs. annette mevis (1953) studeerde geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (nu Radboud Universiteit). Samen met Jojet Lysen begon zij in 1975 een vrouwengeschiedenisgroep in Nijmegen, zij nam deel aan de eerste bijeenkomst van het Landelijk Overleg Vrouwengeschiedenis (nu Vereniging voor Vrouwengeschiedenis) in 1976 en werkte mee aan het eerste en tweede deel uit de serie Een Tipje van de sluier. In1978 richtte zij met negen anderen het vrouwencafé en -boekhandel De Feeks in Nijmegen op. Tijdens haar studie en daarna werkte zij zeven jaar met hart en ziel en onbetaald in het café en in de boekhandel. Een baan bij het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (iav) in 1983, waar zij een bloemlezing moest samenstellen uit dagboeken van vrouwen, paste perfect bij haar. Toen bleek dat de A van archief in de naam van het IAV nog een braakliggend terrein was, stortte zij zich samen met Annemarie Kloosterman volledig op vrouwenarchieven. Zij volgden de opleiding aan de Archiefschool, publiceerden het Overzicht van de archieven in het iiav (1991), gingen actief archieven verzamelen, inventariseren, automatiseren en ontsluiten. Zij vindt dat nog iedere dag heerlijk om te doen. Toen Annette Mevis in 1983 begon bij het iiav was daar 120 strekkende meter archiefmateriaal aanwezig, in december 2007 was dat bijna 1.200 meter. drs. marijke naezer (1982) studeerde in 2005 af als cultureel antropoloog aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Haar scriptie Zij is een hoer, hij is stoer. Gender en bijnamen onder Nederlandse scholieren werd in 2006 gepubliceerd in het kader van de prof. dr. C.

Personalia auteurs 317 Halkes Scriptieprijs. Om zich verder te specialiseren in vrouwenstudies deed ze vervolgens een master Comparative Women s Studies in Culture and Politics aan universiteit utrecht. De stage in deze opleiding die zij liep bij het onderzoeksproject Geschiedenis van Vrouwenhulpverlening in Nederland. Dit zou haar eerste kennismaking zijn met de vrouwenhulpverlening: haar opdracht was het schrijven van een artikel over de geschiedenis van Stichting de maan. Marijke Naezer deed hiervoor archiefonderzoek in het iiav, waar zich bijna vier meter archief van Stichting de maan bevindt, en nam interviews af met zes maan-vrouwen. Het reconstrueren van de geschiedenis van de maan, met al haar verschillende aspecten en invalshoeken, vond ze een geweldige ervaring. De passie van de geïnterviewde hulpverleensters werkte aanstekelijk. Ook na haar afstuderen bleef Marijke betrokken bij de geschiedenis van de vhv. Op basis van artikelen van Janneke van Mens-Verhulst schreven zij samen een Wikipedia-artikel over vrouwenhulpverlening. Hieruit vloeide een volgende opdracht voort: het schrijven van een tweede tekst voor het boek, samen met Renée Römkens, over overheidsbeleid op het gebied van geweld tegen vrouwen in relaties. Het werk voor dit hoofdstuk voerde Marijke Naezer uit naast de verschillende andere banen die ze inmiddels had, vrijwel allemaal op het gebied van gender en emancipatie. Vanaf 2008 was de cirkel rond, toen zij een baan vond bij een van de in dit boek beschreven organisaties: de Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling. Zij werkt hier nu als beleidsmedewerker, en blijft daarmee betrokken bij de vrouwenhulpverlening. dr. greta noordenbos (1951) raakte reeds tijdens haar studie pedagogiek aan de Rijksuniversiteit Groningen betrokken bij de eerste ontwikkelingen op het terrein van vrouwenstudies. Deze ontwikkeling werd van onderop geïnitieerd door studentes en heeft uiteindelijk geresulteerd in de oprichting van Vakgroepen Vrouwenstudies aan vrijwel alle universiteiten in Nederland. Zelf is zij jarenlang verbonden geweest aan de Vakgroep Vrouwenstudies van de Universiteit Leiden en tevens aan de sectie Vrouwenstudies Geneeskunde van de Universiteit Maastricht. Naast onderzoek betreffende de positie van vrouwelijke wetenschappers en vrouwelijke artsen, heeft ze zich bezig gehouden met diverse genderspecifieke psychische problemen, zoals eetstoornissen en depressie. Greta Noordenbos is in 1987 gepromoveerd op onderzoek naar anorexia nervosa en heeft sindsdien vele (internationale) publicaties over eetstoornissen op haar naam staan. Ze was jarenlang redactielid van het tijdschrift Vrouw & Gezondheid, en redigeerde samen met prof. dr. Toine Lagro-Janssen het boek Sekseverschillen in Ziekte en Gezondheid (Nijmegen: Sun 1997). Ze raakte gefascineerd door de unieke ontwikkeling van de vrouwenhulpverleningsbeweging in Nederland waarbij van onderop een beweging ontstond in de gezondheidszorg die begon bij kleinschalige vrouwenpraatgroepen en uiteindelijk resulteerde in een breed netwerk van vrouwengezondheidscentra. Persoonlijke gezondheidsproblemen van vrouwen werden vertaald in politieke beleidslijnen en de oprichting van vrouwengezondheidscentra die door het Ministerie van vws en gemeenten werden gesubsidieerd. Om de herinnering aan deze unieke ontwikkeling in de gezondheidszorg niet verloren te laten gaan heeft Greta Noordenbos diverse vrouwen en enkele mannen geïnterviewd die een belangrijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van de vrouwenhulpverlening en de vrouwengezondheidscentra. Veel van deze interviews zijn verwerkt in dit boek. Momenteel is Greta Noordenbos als senior onderzoeker en universitair docent verbonden aan de sectie Klinische, Gezondheids- en Neuropsychologie van de Universiteit Leiden waar zij gespecialiseerd is in onderzoek naar eetstoornissen. prof. dr. renée römkens (1953) studeerde criminologie en psychologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (nu Rad-

318 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 boud Universiteit Nijmegen). De feministische wetenschapsbeoefening waarvoor ze zich actief inspande gedurende haar studententijd is de rode draad gebleven in haar latere academische loopbaan. Vanaf 1980 is zij aan verschillende Nederlandse universiteiten verbonden geweest (Leiden, Amsterdam en Utrecht) en heeft zij zich met gendervraagstukken, in het bijzonder de geweldproblematiek tegen vrouwen, bezig gehouden. In haar proefschrift (Gewoon geweld? 1992, Universiteit van Amsterdam, cum laude) doet ze verslag van grootschalig landelijk onderzoek naar geweld tegen vrouwen in heteroseksuele relaties. Dit type landelijk survey onderzoek naar victimisering van vrouwen in relaties was het eerste in zijn soort in Europa. Tussen 2000 en 2005 werkte Römkens in de Verenigde Staten als Visiting Professor, aan New York University (2000/2001, Global Law Program) en Columbia University in New York (2001-2005, Institute for Research on Women and Gender). Na haar terugkeer in Nederland heeft zij, na een korte uitstap als beleidsonderzoeker, haar academische loopbaan in 2007 hervat aan de Universiteit Tilburg (INTERVICT International Victimology Institute Tilburg). Sinds 2008 bekleedt zij daar de eerste leerstoel Interpersoonlijk Geweld, in het bijzonder geweld in de privésfeer. Haar recente onderzoekswerk richt zich op de mogelijkheden en grenzen van het recht (in het bijzonder strafrecht en internationale mensenrechten,) als instrument van de overheid ter bestrijding en regulering van geweldvraagstukken in de privésfeer. De vraag hoe gender en culturele diversiteit van slachtoffers van invloed zijn op sociale kwetsbaarheid en weerbaarheid van betrokkenen heeft daarbij haar bijzondere belangstelling. anne swart (1951) studeerde maatschappelijk werk aan de KatholiekesocialeacademieinDenHaag.Aan het ivabo in Amsterdam volgde zij de Voortgezette Opleiding Vrouwen en Welzijn, een feministische leerroute. Vanaf eind jaren zeventig ontwikkelde zij zich als vrouwenhulpverleenster en specialiseerde zich in het werken met lesbische vrouwen. In 1983 richtte zij in Arnhem de stichting iris op. Van 1987 tot 2005 had zij een zelfstandige praktijk voor therapeutische hulpverlening, waar ze voornamelijk lesbische vrouwen en paren behandelde. Krachtige invloeden in haar beroepsleven en denken waren de antipsychiatrie en later het feminisme. Zij vervulde een voortrekkersrol in de lesbisch specifieke hulpverlening (lshv) en hield vele lezingen, en verzorgde workshops en trainingen voor lesbische hulpverleensters in Nederland en België. Bij de leergangen vrouwenhulpverlening ontwikkelde en doceerde zij de cursus lesbische hulpverlening, eerst met Conny van Nieuwkerk, later met Coby Langenkamp. Samen met de laatste schreef zij het boek Voor een liefde lang (1990) over communicatie, autonomie en verbondenheid in lesbische relaties. Anne Swart publiceerde verschillende artikelen over lesbische hulpverlening, psychotherapie en genderidentiteit. Bij hogeschool de horst verzorgde ze onder andere de module Hulpverlenen na seksueel geweld. Ze verwierf deskundigheid in onderwijsvernieuwing en werkte als onderwijsontwikkelaar, projectleider en manager. Momenteel werkt zij freelance in onderwijsinnovatie en heeft een tekstbureau. Voor haar bijdrage aan dit boek voerde zij gesprekken met verschillende vrouwen die betrokken waren bij de lesbisch specifieke hulpverlening. Ze putte gegevens uit eigen archief, vulde dit aan met documenten die anderen in bezit hadden. Met Coby Langenkamp en Josee Rothuizen reconstrueerde ze tijdens vele intensieve gesprekken de geschiedenis van lshv. drs. aaf tiems (1959) studeerde in Leiden klassieke talen tot aan haar kandidaatsexamen, maar is toen overgestapt op (sociale) psychologie. In die tijd begon haar betrokkenheid bij emancipatie en sociale bewegingen, zowel in haar studie als

Personalia auteurs 319 daarnaast. Na haar studie werkte ze een aantal jaren bij Homostudies Utrecht, maar kwam tot de ontdekking dat alleen wetenschappelijk bezig zijn niet haar levensroeping was. Vanaf 1992 kiest ze voor beleidswerk bij de overheid (wvc / vws), eerst als projectcoördinator van het Werkprogramma Vrouwenhulpverlening (vhv) en later ook als secretaris van de Stuurgroep vhv. In1999komtzeinvaste dienst bij vws en is dan onder andere secretaris van de Expertcommissie Sekse en Etniciteit in de Gezondheidszorg. Na opheffing van deze commissie in 2003 gaat ze zich bezighouden met andere onderwerpen als openbare geestelijke gezondheidszorg en huiselijk geweld. In deze jaren heeft ze een archief opgebouwd van overheidspublicaties en vhv-literatuur. Een aantal daarvan is gebruikt voor het hoofdstuk in dit boek. Het hoofdstuk biedt een documentenanalyse, met als theoretische leidraad hoe de totstandkoming van een vertoog (discours) verloopt. Uit eigen ervaring heeft ze gemerkt dat de taal van een sociale beweging en de taal van de overheid nogal kunnen verschillen. Wat gebeurt er dan als een onderwerp uit een sociale beweging, zoals vhv, onderwerp van overheidsbeleid wordt? Daarop hoopt zij te promoveren, wanneer de lastige combinatie van werk, privé en schrijven dat mogelijk maakt. Haar beide promotoren Prof. dr. Jan Willem Duyvendak (Universiteit van Amsterdam) en Prof. dr. Joyce Outshoorn (Universiteit Leiden) zijn gelukkig geduldig en bieden een inspirerende begeleiding. Een andere inspiratiebron vormen een aantal oudgedienden uit de vhv : Marie-Louise Tiesinga, Marleen Baerveldt, Riekje Kok, Ruth Harmsen en Karin Klijnsma. En natuurlijk de geschiedenis van vhv zelf. prof. dr. berteke waaldijk (1957) studeerde geschiedenis in Groningen. Zij specialiseerde zich in eigentijdse geschiedenis met speciale aandacht voor de impact van kolonialisme op de Nederlandse samenleving. Na haar afstuderen (1982) verdiepte zij zich in vrouwengeschiedenis en de overgang van de Eerste naar de Tweede Feministische Golf. De opvallend intense betrokkenheid van vrouwen bij professioneel maatschappelijk werk werd het onderwerp van haar proefschrift. Vanaf 1987 is zij verbonden aan universiteit utrecht. Ze werkte als docent-onderzoeker bij de vakgroep Vrouwenstudies Letteren en is nu verbonden aan het Graduate Gender Programme. Sinds 2004 is zij daarnaast hoogleraar Taal- en cultuurstudies bij Faculteit Geesteswetenschappen. Het onderzoeksproject Geschiedenis van Vrouwenhulpverlening dat zij in 2004 met Janneke van Mens-Verhulst opzette was haar eerste persoonlijke kennismaking met de beweging voor vrouwenhulpverlening. Wat haar in de historische studie van deze beweging aantrok, was de vraag hoe feminisme door kon dringen in de definities van professionaliteit, van zorg van gezondheid en hoe de vrouwenbeweging en de overheid zich onderling verhielden. Al eerder onderzocht ze hoe feministische ideeën hun beslag kregen en welke rol de koloniale context in het Nederlandse feminisme speelt. Met Maria Grever schreef Berteke Waaldijk hierover het boek Feministische Openbaarheid, de Nationale Tentoonstelling voor vrouwenarbeid in 1898. Haar belangstelling voor staats-feminisme en de wisselwerking tussen een overheid en vrouwenbewegingen heeft ze verder uitgebouwd in een onderzoeksproject met vele onderzoekers naar sekse en maatschappelijk werk in de geschiedenis van Midden- en Oosteuropese landen voor, na en tijdens autoritaire, fascistische en communistische dictaturen. Voor haar bijdragen aan dit boek heeft zij gebruik gemaakt van haar kennis op het gebied van historisch onderzoek en de literatuur en theorieën over vrouwen en de verzorgingsstaat. Bij het werken aan dit project heeft zij vooral genoten van het bonte gezelschap van vrouwen uit verschillende generaties die allen hun eigen vraagstelling inbrachten.

Literatuurlijst 19 mei vrouwentribunaal Stop geweld tegen vrouwen (Nijmegen: Tribunaal over geweld tegen vrouwen 1982). Achterhuis, H., De Markt van Welzijn en Geluk (Baarn: Ambo 1980). Acker, H. en Rawie, M., Seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes (Den Haag: szw 1982). adviesgroep vhv, Integratie van Ervaringsdeskundigheid Vrouwenhulpverlening in de Reguliere Zorg (Rijswijk: wvc 1991). adviesgroep vhv, Zorgvernieuwing op het lijf geschreven.kwaliteitsverbetering van de zorg door ontwikkeling en integratie van vrouwenhulpverlening (Rijswijk: wvc 1991). Aerts, A., Lydia Helwig, Joke Hermsen, An Luttikholt en Anja Meulenbelt, Doelgroep: vrouwen en welzijnswerk ( s Gravenhage: VUGA, 1986) Aerts, M., De politiek van de Katholieke vrouwenemancipatie (Amsterdam: SUA 1994). Afscheid van Stichting de maan, Onder Ons, 1992, 4 (12), pp. 1-3. Aken-van der Meer, M. van en Kroeze-ten Brummeler, J., Ambulante vrouwengroepen: indicatiestelling, in: Berk, T.J.C., Bolten, M.P., Gans, E., Koksma, H.G.Y. (red.) Handboek voor Groepspsychotherapie (Houten: BSL 1993), L2.3-L.2.19. aletta bericht, 1996,1(1). aletta: Knooppunt van vrouwengezondheidsactiviteiten, Interview met Nel Westerveld door Veronique Huijbregts. In: Nieuwsbrief Vrouwenhulpverlening, 1990 (4), pp. 6-7. Allebes, R. Beeld, evenbeeld en zelfbeeld, Marge, 1977, pp. 35-42. Baalen, A. van, Inkapseling, Feminist, 1977 (1). Herdrukt in Baalen, A. van, Brusterschap (Amsterdam: De Bonte Was 2003), pp. 128-131. Baalen, A. van, Tien jaar radikale vrouwenbeweging, Vrouwenkrant, 1981 (71). Herdrukt in Baalen, A. van, Brusterschap. Memoires Artikelen 1971-1997 (Amsterdam: Sara 2003), pp. 159-163. Baalen, A. van, Adieu MVM, Katijf, 1988(47). Herdrukt in Baalen, A. van, Brusterschap (Amsterdam: De Bonte Was 2003), p. 293. Baalen, A. van, Brusterschap. Memoires, artikelen 1971-1997 (Amsterdam: Sara 2003). Baart, I., Macht over eigen lijf. Opkomst en uitbouw van het vrouwengezondheidscentrum Utrecht, Tijdschrift voor Gezondheid en Politiek, 1983, pp. 42-48. Baart, I., Macht van dokters, onmacht van vrouwen, in: I. Baart en M. Baerveldt (red.) Strijd om kwaliteit: 10 jaar vrouwengezondheidszorg (Utrecht: aletta 1991), pp. 9-16. Baart, I., Ziekte en zingeving. Een onderzoek naar chronische ziekte en subjectiviteit (Assen: Van Gorcum 2002). Babel, M. en Hitipeuw, D., Langzaam gaan deuren open: vrouwenhulpverlening in relatie tot zwarte vrouwen (Amsterdam: Stichting de maan 1992). Baerveldt, M., Een vrije vrouwenvestiging. Strijd rond vrouwengezondheidscentrum, Tijdschrift voor Gezondheid en Politiek, 1984, pp. 6-9. Baker Miller, J. et al., Het Zelf-in-Relatie. Nieuwe psychologie voor de vrouwenhulpverlening (Eindhoven: De Els 1988). Balkema, M., Beusekamp, P., Langenkamp, C., Hansson, I. en Swart, A., Actuele vragen en discussies over de seksuele identiteit van vrouwen

Literatuurlijst 321 (Amsterdam: SAD-Schorerstichting en riagg Rijmond Noordwest 1998). balsemien, Jaarverslag 1980 (1981). In bezit van Janneke van Mens-Verhulst. balsemien, Jaarverslag 1987. In bezit van Janneke van Mens-Verhulst. balsemien, Jaarverslag 1989. In bezit van Janneke van Mens-Verhulst. balsemien, Jaarverslag 90/91, Afscheid. In bezit van Janneke van Mens-Verhulst. Bauduin, D., Vrouwen in tel, Maandblad voor de Geestelijke Volksgezondheid, 1980, 35, pp. 464-491. Bauduin, D., Vrouwen in de geestelijke gezondheidszorg (Utrecht: Nationaal Centrum voor de Geestelijke Volksgezondheid 1982). Bauduin, D., Hulp vragen, hulp geven en de dienst uitmaken. De positie van vrouwen binnen de ambulante geestelijke gezondheidszorg, in: Kongresbundel WinterUniversiteit Vrouwenstudies (Nijmegen: wuv 1983), pp. 116-123. Bavel, M. van, Het persoonlijke werd politiek, in: I. Baart en M. Baerveldt (red.) Strijd om kwaliteit: 10 jaar vrouwengezondheidszorg (Utrecht: aletta 1991), pp. 49-61. Bavel, B. van, Markt, mensen, groei en duurzaam welzijn? Economie en samenleving van de Middeleeuwen als laboratorium (Utrecht: universiteit utrecht 2008). Beckwith, K., Beyond Compare? Women s movements in comparative perspective, European Journal of Political Research, 2000, 37, pp. 431-468. Bekker, M.H.J., De beweeglijke grenzen van het vrouwelijk ego. De relatie tussen sekse, autonomie en welbevinden (Delft: Eburon 1991). Berg, A. van den (red.) Het zwijgen doorbroken. Jarenboek V.S.K. 1981-1985 (Bergum: Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling binnen het Gezin 1985). Beukema, H., Hulpverleningservaringen van vrouwen, in: Themamap Hulpverlening van WinterUniversiteit Vrouwenstudies (Nijmegen: wuv 1983), pp. 5-10. Beusekamp, P. en Boogaard, T. van den, Verslag 1994-1996 Project lesbische hulpverlening (riagg Rijmond Noordwest 1997). Biewinga, S., Het heft in handen. Werkwijze en strategieën van vrouwenzelfhulporganisaties (Utrecht: Werkgroep 2000/VIA 1988). Boedjarath, I., Groepstherapie voor allochtone vrouwen, Verenigingsblad van de Nederlandse Vereniging voor Groeps-Psychotherapie, 1993,27 (2), pp. 13-15. Boedjarath, I., Vrouwengroepen: over oude principes en nieuwe doelgroepen, in: J. van Mens-Verhulst en L. Schilder (red.) Debatten in de Vrouwenhulpverlening (Amsterdam: Babylon- De Geus 1994), pp. 55-73. Boer,F.de,De interpretatie van het verschil. De vertaling van klachten van mannen en vrouwen in de riagg (Amsterdam: UvA, Spinhuis 1994). Boerefijn, I., Liet-Senders, M. van der en Loenen, T. (red.) Het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen. Een verdiepend onderzoek naar het Nederlandse beleid in het licht van de verplichtingen die voortvloeien uit het Vrouwenverdrag (Den Haag: szw 2000). Boet, A., De zorg als ééngeheel,in:tiems,a., De eerste jaren. Werkprogramma Vrouwenhulpverlening (Den Haag: vws 1996), pp. 17-21. Bogaard, J. van den en Ruiter, M., Het waren mijn problemen niet (Den Haag: szw 1984). Boogaard, H. van den, Het consultatiebureau voor homofilie; het ontstaan van de Jhr Mr J.A. Schorerstichting (Amsterdam: Schorer 1991). Boomsma, I. en Jongerius-Joras, M., Diagnostiek van psychiatrische problematiek vanuit sekseperspectief, in: E. Knoppert-van der Klein et al. (red.) Vrouwen in de Psychiatrie (Houten: BSL 2001). Boomsma, I., Warmerdam, J. en Trilsbeek, I., De kwetsbaarheid van langdurig opgenomen vrouwen ervaringen met een experimentele vrouwengroep, MGV, 1995 (5), pp. 511-520. Boone, R., Stralend grijs. Nieuw perspectief bij het ouder worden (Den Bosch: Balsemien 1987). Boot,J.M.enKnapen,M.,De Nederlandse gezondheidszorg (Utrecht: Het Spectrum 1996). Boston Women s Health Book Collective, Our bodies, Our selves: A Book by and for Women (New York: Simon and Shuster 1971). In Nederland verschenen als Je lichaam, je leven. Het lijf-boek voor vrouwen. Vertaald door H. Pott en L. van

322 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 der Sluijs en bewerkt door A. Meulenbelt (Den Haag: Bert Bakker 1975). Bourdieu, P., Economisch kapitaal, cultureel kapitaal, sociaal kapitaal, in: D. Pels (red.) Opstellen over smaak, habitus en het veldbegrip (Amsterdam: Van Gennep 1989), pp. 120-141. Brinkgreve, C., Huiselijk geweld, Amsterdams Sociologisch Tijdschrift, 1991, 18 (3), pp. 138-164. Brink-Muinen, A. van den, Gender, health and health care in general practice (Utrecht: universiteit utrecht 1996). Broek, A. v.d. Ontwikkeling van de Vrouwenhulpverlening in een riagg; een ervaring. Een reaktie namens de werkgroep Vrouwenhulpverlening van de riagg Eindhoven en de Kempen. VIAVIA, 6(6), p.12. Bruin, K. de De verborgen geschiedenis van lesbische vrouwen, in: K. de Bruin en M. Balkema (red.) Liever vrouwen. Theorie en praktijk van de lesbisch-specifieke hulpverlening (Amsterdam: Schorer Boeken 2001). Bruin, K. de en Balkema, M. (red.) Liever vrouwen. Theorie en praktijk van de lesbisch-specifieke hulpverlening (Amsterdam: Schorer Boeken 2001). Burgers, A. en Wilbrink, K., De drempel over (Hilversum: vido Nederland 1983). Chodorow, N., The Reproduction of Mothering. Psychoanalysis and the Sociology of Gender (Berkeley: University of California Press 1978). Nederlandse uitgave: Waarom vrouwen moederen (Amsterdam: Sara 1980). Cochran, S. en Rabinowitz, F., Men and Depression (San Diego: American Press 2000). Collins, P., Intersections of Race, Class, Gender and Nation: Some Implications for Black Family Studies, Journal of Comparative Family Studies, 1998, 29 (1), pp. 27-36. Commissie Keuzen in de zorg, Kiezen en Delen. Advies in hoofdzaken (Rijswijk: wvc 1991). Corten, M. (red.) Geweld tegen vrouwen, (g)een zaak voor politie en justitie? Kongresbundel (Delft: Werkgroep Seksueel Geweld 1985). Costera Meijer, I., Het persoonlijke wordt politiek. Feministische bewustwording in Nederland 1965-1980 (Utrecht: universiteit utrecht 2000). Crenshaw, K., Demarginalizing the Intersection of Race and Sex: A black feminist Critique of Antidiscrimination Doctrine, Feminist Theory and Antiracist Politics, The University of Chicago Legal Forum, 1989, pp. 139-167. Crenshaw, K., Mapping the Margins: Intersectionality, Identity Politics and Violence Against Women of Color, Stanford Law Review, 1991, 43 (6), pp. 1241-1299. Da Lima, J. (eindred.) Het klappen van de zweep: 20 jaar blijf van m n lijf Amsterdam (Utrecht: Jan Van Arkel 1994). Dam, G. ten en Steketee, M., De depolitisering van vrouwenhulpverlening, Sociale Interventie, 1992, 1 (4), pp. 179-187. Damen, E., Vrouwenhulpverlening in een riagg, een ervaring, VIAVIA, 1990, 4, pp. 13-22. Davis, K., Power under the Microscope (Dordrecht: Foris 1988). Davis, K., The Making of Our Bodies Our Selves: How Feminism travels across borders (Londen: Duke University Press 2007). de beuk. Jaarverslag 1982-83 (1984). In bezit van Janneke van Mens-Verhulst. de beuk. Jaarverslag 1995. In bezit van Janneke van Mens-Verhulst. de maan, Jaarverslag 1989-zomer 1990. iiav, archief de maan. de maan, Jaarverslag zomer-december 1990: Een verschuivende maan. iiav, archiefde maan. de maan, Jaarverslag 1991. iiav, archief de maan. de maan, Lesbische vrouwen en hulpverlening, Maanboek 2 (Amsterdam: de maan 1983). Dekker, Commissie, Bereidheid tot Verandering, Rapport van de Commissie Structuur en Financiering Gezondheidszorg (Den Haag: 1987). Deug, F., En dan ben je pas echt ver van huis. Turkse en Marokkaanse vrouwen en meisjes over seksueel geweld en de hulpverlening (Utrecht: Stichting Tegen Seksueel Geweld 1990). Dijk, R. van, Boedjarath, I., Jong, J. de, May, R. en Wesenbeek, R., Interculturele geestelijke gezondheidszorg in de XXIe eeuw. Een manifest, Maandblad voor Geestelijke Volksgezondheid, 2000, pp. 134-144.

Literatuurlijst 323 Dijk, T. van et al., Huiselijk geweld. Aard, omvang en hulpverlening (Den Haag: Ministerie van Justitie 1997). Dokumentatieblad NVGP en NVRG. Vrouwenemancipatie en groepspsychotherapie, 1986, 20 (4), pp. 69-76. Doomen, J., Verkrachting. Ervaringen, vooroordelen, achtergronden (Baarn: In den Toren 1976). Draijer, N., Seksueel misbruik van meisjes door verwanten. Een landelijk onderzoek naar de omvang, de aard, de gezinsachtergronden, de emotionele betekenis en de psychische en psychosomatische gevolgen (Den Haag: szw 1988). Publieksversie: Een lege plek in mijn geheugen (Den Haag: szw 1988). Draijer, N., Seksuele traumatisering in de jeugd. Gevolgen op lange termijn van seksueel misbruik van meisjes door verwanten (Amsterdam: SUA 1990). Duits, L. en Mens, L. van, De Macht van de medicijnman. De vrouwenbeweging in de medisch sector. Verslag Doktoraal Onderzoek (Amsterdam: UvA 1999). Dukkers van Emden, T., Een afscheidsrede. Vrouwen en dokters: een riskante relatie, Tijdschrift voor Gezondheid en Politiek, 1986, 4 (3), pp. 24-28. Dunning, Commissie, Kiezen en delen, Rapport van de Commissie Keuzen in de zorg (Den Haag: SDU, 1991) Duyvendak, J.W., Heijden, H.A. van der, Koopmans, R. en Wijmans, L. (red.) Tussen verbeelding en macht. 25 jaar nieuwe sociale bewegingen in Nederland. (Amsterdam: SUA 1992). Duyvendak, J.W., De planning van ontplooiing. Wetenschap, politiek en de maakbare samenleving (Den Haag: Sdu Uitgevers 1999). Eekelen, Y. van, Organisatievormen en -veranderingen in de autonome vrouwenhulpverlening. De kunst is om met z n allen het project te blijven dragen, Slangengodin 25, 1990, pp. 3-22. Eekelen, Y. van, Van krabbenmand naar sterke, zelfbewuste organisaties. Interview met Yvonne van de Mosselaar. Slangengodin 25 (1990), pp. 12-16. Eekeren, A. van, Vermoeide Helden: vijftigers en de prijs van het heilige moeten (Amsterdam: Boom 1993). Egodocumenten van vrouwen (Amsterdam: iiav 1984). Ehrenreich, B. en English, D., Complaints and disorders, vertaald als De voorgeschiedenis van de psychiatrie. De oorlog van de dokters tegen de dames, in: Vrouwen over hulp bij ziekte en problemen (Amsterdam: De Bonte Was 1978), pp. 77-94. Ehrenreich, B., The Hearts of Men: American dreams and the flight from commitment (New York: Anchor Press/Doubleday 1983). Eindtermen vhv. De klant is koningin. Eindverslag nvagg-project (Utrecht: nvagg 1992). Ellemers, J., Pillarization as a Process of Modernization, Acta Politica XIX, 1984, 19 (1), pp. 129-144. Elst, T. van, Evers, G. en Goede, R. de, Verslag studiedagen Mannen in de hulpverlening (Baarn: Volkshogeschool Drakenburgh 1982). Elst, T. van en Evers, G., Mannen-in-zicht: beschouwingen over mannen en hulpverlening (Utrecht: soman 1984). Emancipatieraad, Gezondheidszorg en Vrouwen (Den Haag: Emancipatieraad 1984). Engelsman, M., Foeken, I., Goudswaard, H., Groen, M. en Heeman, M., de maan komt op: Onderzoek van vrouwen-hulpverleningsprojekt de maan (Amsterdam: de maan 1981). Engelsman-Krips, M., Foeken, I., Goudswaard, H., Groen, M., Heeman, M., De Stand van de maan: Beleidsnota over drie jaar werk van Stichting de maan (Amsterdam: Stichting de maan 1984). Ensink, B. Confusing relaties. A study on child sexual abuse and psychiatric symptons (Amsterdam: VU 1992). Ent, D. van der en Evers, T., Vrouwenmishandeling: Een zorg voor de politie! (Utrecht: Politie Regio Utrecht 1996). Ent, D. van der et al., Thuisgeweld. Een zorg voor de politie (Den Haag: Elsevier Bedrijfsinformatie 2001). Essed, P., Feminisme en Racisme, in: Zomeruniversiteit Vrouwenstudies (Amsterdam: UvA 1981), pp. 16-17. Essed, P., Alledaags Racisme (Amsterdam: Sara 1984).

324 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 Essed, P., Diversiteit. Vrouwen, kleur en cultuur (Baarn: Ambo 1994). FemSoc Schrijfcollectief Vlijtig Liesje, Van binnen uit, Vrouwen over welzijnswerk en zelforganisaties (Amsterdam: Sara 1978). Fienieg, B., Denkwerk in uitvoering: een zoektocht naar uitgangspunten voor zorg- en hulpverlening aan zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen (Utrecht: targuia 1998). Flesseman, M., De mannenmolen: over discriminatie en emancipatie van de man (Utrecht: Bruna 1984). Foeken, I., Voorlopige inventarisatie en standpunt van Stichting de maan ten aanzien van mishandeling en seksueel geweld tegen vrouwen (Amsterdam: Stichting de maan 1984). Foeken, I., Incest-verwerkingsgroepen voor vrouwen, Tijdschrift voor psychotherapie, 1995, 21 (1), pp. 37-55. Foeken, I. en Stienstra, R., Verslag van een studiereis door de Verenigde Staten van Amerika 22 juni-18 augustus 1985. In bezit van Berteke Waaldijk. Foucault, M., Geschiedenis van de waanzin (Meppel: Boom 1975). Foucault, M., The subject and Power, in: H. Dreyfus en P. Rabinow (red.) Michel Foucault. Beyond Structuralism and Hermeneutics (Brighton: Harvester Press 1982). Foudraine, J., Wie is van hout...(bilthoven: Amboboeken 1971). Gelauff, C., De Beuk. Ervaringen van een vrouwenhulpcentrum in Hengelo, VIAVIA kennismakingsnummer, 1984, pp. 8-9. GenderBasic: Promoting Integration of Sex and Gender Aspects in Biomedical and Health-Related Research, themanummer, Gender Medicine, 2007, 4, supplement B. Geneeskundige Hoofdinspectie voor de Geestelijke Volksgezondheid (GHIGV), Vrouwenhulpverlening en ambulante geestelijke gezondheidszorg (Leidschendam: GHIGV 1982). Ook bekend als: Nota Verhagen. Geuns, H.A., Dokteren aan vrouwen medicalisering van vrouwenlevens. Over vrouwenhulpverlening, Medisch Contact, 1986, 34, pp. 1067-1069. GGZ-Nederland, Toetsingskaders Seksespecifieke Zorgverlening in de Geestelijke Gezondheidszorg (Utrecht: GGZ-Nederland 1999). Gijsbers van Wijk, C.M.T., Sex differences in Symptom Perception. A Cognitive-Psychological Approach to Health Differences between Men and Women (Amsterdam: UvA 1995.) Gorashi, H., Paradoxen van culturele erkenning: Management van diversiteit in nieuw Nederland (Amsterdam: VU 2006). Gorter, C., The Dutch Miracle?, in: G. Esping-Andersen en M. Regini (red.) Why Deregulate Labour Markets? (Oxford: Oxford University Press 2000). Goudswaard, H., Vrouwengroepen (Amsterdam: Van Gennep, 1997). Goudswaard, H., Ik ook! Omgaan met afgunst en jaloezie (Amsterdam: Van Gennep 2006). Graveland, I. (red.) De beweging in beweging. Debatten in de vrouwenhulpverlening (Amsterdam: SISWO 1995) Grever, M. en Waaldijk, B. Feministische openbaarheid: de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898 (Amsterdam: Stichting Beheer IISG/iiav 1998). Groen, M. Vrouwenhulpverlening in de marge van de ggz, in: A. Meinen, C. Parlevliet en S. Sevenhuijsen (red.) Op haar recept: vrouwen in politiek debat over gezondheidszorg (Utrecht: metis/vrouwenstudies Utrecht 1994), pp. 96-109. Grundemann, A. en Marhé, U., Op het raakvlak van culturen: hulpverleensters over zorg en hulp aan zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen (Utrecht: targuia 1997). Gurp, L. van, Slachtoffers van seksueel geweld: De opvang door de politie (Utrecht: transact 1999). Haan, F. de, A Truly International Archive for the Women s Movement (IAV, now iiav). From its Foundation in Amsterdam in 1935 to the Return of its Looted Archives in 2003, Journal of Women s History, 2004, 16 (4), pp.148-172. Haan, I. de en Duyvendak, J.W., In het hart van de verzorgingsstaat. Het Ministerie van Maatschappelijk Werk en zijn opvolgers (crm, wvc, vws), 1952 2002 (Zutphen: Walburg Press 2002).

Literatuurlijst 325 Haan,F.deenMevis,A., Theiav/iiav s Archival Policy and Practice: Seventy Years of Collecting, Receiving, and Refusing Women s Archives (1935-1970), in: S. Wieringa (red.) Traveling Heritages. New perspectives on collecting, preserving and sharing women s history (Amsterdam: Aksant 2008), pp. 23-46. Hagemann-White, C. et al., Combating violence against women. Stocktaking study on the measures and actions taken in Council of Europe Member States (Strasbourg: Council of Europe, Directorate General of Human Rights 2006). Hajer, M. en Wagenaar, H. (red.) Deliberative policy analysis: understanding governance in the network society (Cambridge: Cambridge University Press 2003). Hajer, M., Politiek als vormgeving (Amsterdam: Universiteit van Amsterdam 2000). Hall, M., Lavender Couch, A Consumer s Guide to Psychotherapy for Lesbian and Gay Men (Boston, Alyson 1985). Halsema, A en Jacobs, G., Over kracht gesproken: empowerment en diversiteit in zorg en welzijn (Utrecht: Universiteit voor Humanistiek 2002). Haraway, D., The Virtual Speculum in the New World Order, Feminist Review, 1997, 55, pp. 22-72. Harmsel, S. ter (red.) Vrouwen over grenzen: hulp na seksueel geweld aan vluchtelingen- en migrantenvrouwen (Leiden: Vrouwengezondheidscentrum 1995). Harmsel, S. ter, Een gezamenlijk probleem. Drie preventieprojecten vrouwenmishandeling (Utrecht: transact 1996). Heeman, M. (red.) Uit met de onzichtbaarheid: Verzameling artikelen en lezingen bijeengebracht ter gelegenheid van het afscheid van project Hulpverlening aan Lesbische Vrouwen van Stichting de maan (Amsterdam: Stichting de maan 1992). Heeman, M., Inleiding, in: Marleen Heeman (red.) Uit met de Onzichtbaarheid (Amsterdam: Stichting de maan 1992). Herk, B. van, Waarom mannen verkrachten. Maatschappelijke achtergronden van seksueel geweld tegen vrouwen (Amsterdam, Boom 1985). Herweijer, L., Tussen overschot en tekort, De aansluiting tussen onderwijs en arbeid in de quartaire sector en in de martksector vergeleken (Den Haag: SCP 1999), p. 13 en p. 74. Heteronorm te vaak centraal. Interview met Tiny Welman, Astrid Rijkes, Inger Hansson, Nieuwsbrief project vrouwenhulpverlening, 1991 (12). Holtrust, N., Hendriks, a.c., Bauduin, D.M.J., De betekenis van artikel 12 vrouwenverdrag voor Nederland: gezondheid als recht (Den Haag: VUGA 1998). Houwing, F. en Kok, E., Zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen: zorg en welzijn: informatiewijzer (Utrecht: targuia 1997). Hoying, I., Jansen, I., Ridder, K. de en Wijn, L. de, Vrouwenhulpverlening in de intramurale psychiatrie (Den Haag: szw 1986). Huberts, L. en Noort, W. van (red.) Sociale bewegingen in de jaren negentig. Stand van zaken en vooruitblik (Leiden: DSWO Press 1989). Hulst, J. van en Rijken, H., Interview met Ilonka Boomsma, in: H. Rijken en J. van Hulst (red.) Therapiegroepen voor vrouwen. Van actie naar professie (Houten: BSL 2005), pp. 209-214. Hutten, C. van, Van dans naar worsteling, in: D. Hansen en A. Meulenbelt (red.) Werken met liefde (Amsterdam: Schorer i.s.m. Van Gennep 1992). In supervisie neem je afstand van belangen. Interview met Marina Verheggen, Nieuwsbrief Projekt Vrouwenhulpverlening 13 (Utrecht: nvagg 1991), p. 8. In therapie gaat het om de verbinding tussen hoofd en hart. Nelleke Nicolai, psychiater en voorloopster van de vhv, VIAVIA, 6 (6), pp. 27-31. Illich, I. et al., De deskundige: vriend of vijand? (Baarn: Het wereldvenster 1978). Instituut voor Psychologisch Marktonderzoek (IPM), Oriënterend onderzoek onder directies van de riagg s inzake vrouwenhulpverlening (Den Haag: szw 1985). Jaarboek Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging I en II (Leiden: E.J. Brill 1937 en 1938). Jacobs, G., De paradox van kracht en kwetsbaarheid. Empowerment in feministische hulpverlening en humanistische raadswerk (Amsterdam: swp 2001).

326 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 Jacobs,J.enVerheggen,A.,Bevrijd je lijf. Bioenergetica voor vrouwen (Den Bosch: balsemien 1986). Jaffar, L., Tweestrijd : de kwetsbare positie van Turkse en Marokkaanse hulpverleensters (Amsterdam: Stichting de maan 1992). Kantola, J. en Outshoorn, J. (red.) Changing state feminism (Basingstroke: Palgrave MacMillan 2007). Kaplan, A., A Woman s View of DSM III, The American Psychologist, 1983 (7), pp. 786-792. Katier, S., Zit je goed? Feminisme als therapie (Amsterdam: Bert Bakker 1977). Keller, G. en Pieterse, J., Dance around the camera. Experiences with recording video oral history from the second wave women s movement, in: S. Wieringa (red.) Traveling Heritages. New perspectives on collecting, preserving and sharing women s history (Amsterdam: Aksant 2008), pp. 229-242. Keuzenkamp, S., Emancipatiebeleid onderzocht via reconstructie en beoordeling van beleidstheorieën, Beleidswetenschap, 1992 (1), pp. 15-31. Keuzenkamp, S., Outshoorn, J. en Schaapman, M., Het emancipatiebeleid en het ongetemde vrouwenvraagstuk: De nota Emancipatie in uitvoering geanalyseerd, Beleidswetenschap, 1996 (2), pp 257-273. Klein, K. de en Prinsen Geerligs, M., Het blijft toch onder ons. Opening van zaken over incest (Zutphen: Walburg Pers 1995). Kleiverda, G., Transition to parenthood. Women s Experiences of labour (Amsterdam: UvA 1990). Klinge, I. Gender and Bones: The Production of Osteoporosis 1941-1996 (Utrecht: Universiteit Utrecht 1998). Klink, E., Pleitbezorgers en policy windows: De institutionalisering van de integratie van emancipatieaspecten in het nieuwe adviesstelsel (Leiden: Universiteit Leiden 2000). Zie ook http://home.- planet.nl/~mklink. Toegang 13-1-2008. Knijn, G.C.M. en Verheyen, C.M.L.H., Tussen plicht en ontplooiing: Het welbevinden van moeders met jonge kinderen in een veranderende cultuur (Nijmegen: I.T.S. 1988). Knoppert, E., Kölling, P., Sleeboom, I. en Vliet, I. van (red.) Behandelingsstrategieën bij vrouwen in de Psychiatrie (Houten: BSL 2001). Kolk, A.A.M., Ontwikkelingsantecedenten van psychisch disfunctioneren, in het bijzonder de fobie (Amsterdam: Thesis 1989). Koning, T. (red.) Slangengodin & Co. Eindadvies van de projectgroep Vrouwenhulpverlening (Den Haag: szw 1986). Koning, T. Vrouw en therapie. Gesprekken met coryfeeën van de vrouwenhulpverlening (Eindhoven: De Els 1991). Koning, T en D. Vos, De Plangroep-nota samengevat. Het struktuurdebat over de toekomst van de vhv. ViaVia 6 (3), 1990, pp. 21-26. Kortram, L.H., De cultuur van het oordelen: oordeelsvorming in interetnische relaties (Nijmegen: kun 1990). Kroef, M., Jansen, I. en Willekens, N., Kenau of nachtegaal (Den Haag: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1986). Kroef, R. van der, Schuilen: maar dan...?! 150 jaar Stichting Toevluchtsoord in Groningen (Groningen: Stichting Toevluchtsoord 1995). Kroon, S. et al., Slachtofferzorg in Nederland (Den Haag: B&A Groep 1998). Lagro-Janssen, A.L.M., Urine-incontinentie bij vrouwen in de huisartspraktijk (Nijmegen: KUN 1991.) Lagro-Janssen, T., De integratie van de factor sekse binnen het basiscurriculum Geneeskunde, Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 2002 (4), pp. 269-271. Lagro-Jansen, T. en Noordenbos, G. (red.) Sekseverschillen in ziekte en gezondheid (Nijmegen: SUN 1997). Lakmaker, H., Griekse godinnen oogsten lof: metis en medusa gieten idealen vrouwenhulpverlening in functionele vorm, Welzijnsweekblad, 1992 (4), pp. 8-13. Lammers, S.M.M., Functionality of alcohol in alcohol dependent women (Nijmegen: KUN 1995). Langendijk, M., Vrouw-en-hulpverleenster zijn, in: Vrouwenhulpverlening in de riagg s. De praktijk in 87. Verslag van nvagg-studiedag 10 dec. (Utrecht: nvagg 1988).

Literatuurlijst 327 Langenkamp, C. en Swart, A. Voor een liefde lang: Communicatie, autonomie en verbondenheid in lesbische relaties (Amsterdam: Van Gennep, 1990). Langenkamp,C.enSwart,A. Psychotherapie bij lesbische cliënten: de therapeut als wetende getuige, Tijdschrift voor psychotherapie 1994, 20 (3), pp. 170-176. Langenkamp, C., Coming-in en coming-out: Draaiboek therapiegroep acceptatie en zelfwaardering voor lesbische cliënten (Vlaardingen, riagg Rijnmond Noordwest 1997). Langenkamp, C., Lesbische relaties, in: de Bruin, K.A.P. en Balkema, M., (red.) Liever vrouwen. Theorie en praktijk van de lesbischspecifieke hulpverlening (Amsterdam: Schorerboeken 2001). Lawick, J. van en Groen, M., Intieme oorlog. Over geweld en kwetsbaarheid in gezinsrelaties (Amsterdam: Van Gennep 1998). leergangen vrouwenhulpverlening, Advies ervaringsdeskundigheid (Utrecht: leergangen vrouwenhulpverlening 1992). Leezenberg, M. en Vries, G. de, Wetenschapsfilosofie voor geesteswetenschappen (Amsterdam: Amsterdam University Press 2003). Leira, H. en Krips, M., Revealing Cultural Myths on motherhood, in: J. van Mens-Verhulst, K. Schreurs en L. Woertman (red.) Daughtering and Mothering: Female Subjectivity Reanalysed (Londen: Routledge 1993), pp. 83-95. Lenning, A. van, Het vege lijf : anorexia nervosa: kwijnen, lijnen of hongeren? (Utrecht: universiteit utrecht 1992). Limburg, C. van, Het Henny Verhagen Cemtrum voor Vrouwenhulpverlening: 1992-2000 (Utrecht: universiteit utrecht, 2008).Masteronderzoek. Loo, J. van der en Vlugt, I. van der (red.) Seksespecifieke hulpverlening: hulpverlening van de toekomst? Verslag lezingencyclus voorjaar 1994 (Utrecht: soman en leergangen vhv 1994). Loo, J. van der, Mannen en Intake (Utrecht: soman 1997). Loo, V. van de, De vrouw beslist. De tweede feministische golf in Nederland (Amsterdam: iiav 2005). Loulan, J., The Lesbian Erotic Dance: butch, femme, androgyny and other rhytmes (San Francisco: Spinsters Book Company 1990). M/V de factor Sekse in de gezondheidszorg. Zie http://zonmw.collexis.net/shared/group/ groupsummary/programmasummary.asp?- groupitemid=115. Toegang 7-5-2008. Mager, M., Feminisme in de therapie. Over het feministisch gehalte van uiteenlopende therapievormen, Maandblad voor de Geestelijke Volksgezondheid, 1980, 35, pp. 515-532. Mans, L., Verdonk, P. en Lagro-Janssen, T., De integratie van de factor sekse in het basiscurriculum geneeskunde van het UMC St Radboud, Tijdschrift voor Medisch Onderwijs, 22 (5), pp. 235-243. Zie ook Kenniscentrum Sekse en Diversiteit in Medisch Onderwijs: www.kenniscentrumsdmo.nl. Toegang 31-3- 2008. Manschot, A., Cuppen, A. en Dijkmans, J., Huisvrouwen: een vergeten groep in de mediese hulpverlening (Nijmegen: Paradogma 1977). Meeuwesen, L., Spreekuur of zwijguur (Nijmegen: KUN 1988). Meeuwesen, L. et al., Vrouwen en gezondheid. Een overzicht van onderzoek naar gezondheidsklachten van vrouwen. 1970-1990 (Den Haag: Trendrapport STEO 1991). 19 mei vrouwentribunaal Stop geweld tegen vrouwen (Nijmegen: Tribunaal over geweld tegen vrouwen 1982). Meinen, A., Vrouwen kiezen met zorg. Congresverslag (Utrecht: Metis 1994). Meintser, N., Advies: Financiering van Vrouwenhulpverlening (Rijswijk: adviesgroep Vrouwenhulpverlening 1991). Meintser, N., Succes van de vrouwenhulpverlening, in: J. van Mens-Verhulst en L. Schilder (red.) Debatten in de vrouwenhulpverlening (Amsterdam: Babylon-de Geus 1994). Mens-Verhulst, J. van Vrouwenhulpverlening: van verzamelnaam naar therapievorm, Tijdschrift voor Agologie, 1985, pp. 182-193.

328 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 Mens-Verhulst, J. van, Modelontwikkeling voor Vrouwenhulpverlening. (Utrecht: Rijksuniversiteit utrecht 1988). Mens-Verhulst, J. van, Vrouwenhulpverlening: diversiteit als bron van zorg (Utrecht: universiteit voor humanistiek 1996). Ook verkrijgbaar via www.vanmens.info/verhulst. Mens-Verhulst, J. van, Diversiteit in theorie en praktijk. Een bericht uit de feministische hulpverlening, Tijdschrift voor Humanistiek, 2001, 2 (6), pp. 7-17. Mens-Verhulst, J. van, Werken aan de hulpverlening. Van tweerichtingsverkeer naar kruispuntdenken. Afscheidsrede, 1 november 2006. Zie www.vanmens.info.nl/verhulst/diversiteit. Toegang 1-02-2008. Mens-Verhulst, J. van, Het vals plat van het diversiteitsdenken, in: M. van der Linde (red.) Hoe anders mag de ander zijn? Horstcahier 30 (Amersfoort: Hogeschool Utrecht 2007), pp. 9-27. Ook beschikbaar op www.vanmens.info. nl/verhulst/diversiteit. Toegang 29 april 2008. Mens-Verhulst, J. van, Intersectionaliteit in vijf veronderstellingen. Zie www.vanmens.info/ verhulst. Toegang 7-5-2008. Mens-Verhulst, J. van en Bekker, M., Argumenten voor een diversiteitsbewust curriculum in de gezondheids(zorg) wetenschappen Tijdschrift voor Genderstudies, 2005,8(2),p.44-50. Mens-Verhulst, J. van en Schilder, L. Beweging van de beweging: een epiloog met het oog op de toekomst, in: J. van Mens-Verhulst en L. Schilder (red.) Debatten in de Vrouwenhulpverlening (Amsterdam: Babylon-De Geus 1994), pp. 205-225. Mens-Verhulst, J. van en Schilder, L., Debatten in de Vrouwenhulpverlening (Amsterdam: Babylon-De Geus 1994). Mens-Verhulst, J. van en Slot-Andersen, I., Onderzoek roldoorbrekende hulpverlening. Inventarisatie tijdens de studiedag Vrouwen in de Geestelijke gezondheidszorg (Utrecht: Vakgroep andragologie 1982). Interne publicatie. Mesch, H. en Mens-Verhulst, J. van, Vrouwenhulpverlening op het transculturele pad van (Utrecht: ISOR 1993). Messner, M., Politics of Masculinity, Men in Movements (London: Sage 1997). metis, Vrouwen kiezen met zorg. Congresverslag (Utrecht: metis 1994). Meulenbelt, A., Over politiek bewustzijn en de kwestie met de mannelijkheid, in: Socialisties-feministiese Teksten 1 (Amsterdam: Feministische Uitgeverij Sara 1978). Meulenbelt, A., Van binnen uit. Over de relatie vrouwen en welzijnswerk, in: FemSoc Schrijfcollectief Vlijtig Liesje, Van binnen uit, Vrouwen over welzijnswerk en zelforganisaties (Amsterdam: Sara 1978), pp. 15-44. Meulenbelt, A., Terwijl we praten over ons isolement, heffen we dat isolement op, in: FemSoc Schrijfcollectief Vlijtig Liesje, Van binnen uit. Vrouwen over welzijnswerk en zelforganisaties (Amsterdam: Sara 1978), pp. 93-108. Meulenbelt, A., Verstand van Mannen, Vrouw en Gezondheidszorg, 1999, 8 (4), pp. 4-7. Meulenbelt, A., De eerste Sekse: Meningen over mannelijkheid (Amsterdam: Van Gennep 1999). Meulenbelt, A. en Soest, M. van, Mannen, wat is er met jullie gebeurd? (Amsterdam: Feministische Uitgeverij Sara 1984). Michielse, H., De burger als andragoog. Een geschiedenis van 125 jaar welzijnswerk. (Meppel/ Amsterdam: Boom 1977). Moerings, L.M. en Swier, B., Recht rond zedendelicten: Handboek voor de (juridische) hulpverlening (Utrecht: Samsom 1997). Mols, M. Individuele therapie in de vhv. Doktoraal skriptie Klinische Psychologie (Utrecht: rijksuniversiteit utrecht 1987). Morgan, S., Into our own hands. The Women s Health Movement in the United States, 1969-1990 (London: Rutgers University Press 2002). Moust, T. et al., A.G.G.Z.: vriend, vijand, cliënt. Verslag van het project Emancipatie en hulpverlening van het riagg Maastricht, 1979-1981 (Maastricht: riagg 1982). Muijen, A., Venus en Mars: Apart in Behandeling, Psy, 2007, 11 (6), pp. 24-30. Mulder, E., De innovatieve waarde van de autonome vrouwenhulpverleningsprojecten in Nederland, een produktprofilering (Maastricht: rijksuniversiteit limburg, vakgroepgezond-

Literatuurlijst 329 heidsethiek en wijsbegeerte/vrouwenstudies 1992). Muller-Lulofs, M., Armenzorg en de vrouw, in: C. Werker-Beaujon, C. Wichmann en W. Werker (red.) De Vrouw, de Vrouwenbeweging en het Vrouwenvraagstuk. Encyclopedisch Handboek (Amsterdam: Elsevier 1914-1918), pp. 460-492. Naezer, M., Women s health care in black and white. Ethnic diversity within the Moon Foundation (Utrecht: universiteit utrecht 2007). Nestle, J., De Ommekeer, Bad attitude,1984,1 (2). Nicolai, L., Van ideaal naar realiteit, in: I. Baart en M. Baerveldt (red.) Strijd om kwaliteit: 10 jaar vrouwengezondheidszorg (Utrecht: aletta 1991), pp. 17-25. Nicolai, L., Professioneel omgaan met ervaringsdeskundigheid, in: J. van Mens-Verhulst en L. Schilder, Debatten in de vrouwenhulpverlening (Amsterdam: Babylon-De Geus 1994), pp. 26-42. Nicolai, N., Mythes over vrouwen in de geestelijke gezondheidszorg, in: Dorine Bauduin (red.) Vrouwen in de Geestelijke Gezondheidszorg. Verslag van de studiedag op 16 oktober 1981 (Utrecht: Nationaal Centrum voor de Geestelijke Volksgezondheid 1982). Nicolai, N., Verwarring over term vrouwenhulpverlening, in: Periodiek 6 van de projektgroep vhv, 1985, pp. 8-13. Nicolai, N., Vrouwenhulpverlening in vogelvlucht, Periodiek 8 van de projektgroep vhv, 1985. Nicolai, N., Vrouwenhulpverlening en Psychiatrie (Amsterdam: Babylon-De Geus 1992). Nieuwsbrief Project Vrouwenhulpverlening 1-14 (Utrecht: nvagg 1987-1991). Nijon, S., Eigen normen bij ontwikkelen van deskundigheid. Samen op weg naar een nieuwe hulpverlening, Tijdschrift voor Vrouwenhulpverlening De Slangengodin, 1990, 24, pp.22-28. Noordenbos, G., Onbegrensd lijnen. Een onderzoek naar culturele en sexespecifieke factoren in de ontwikkeling van anorexia nervosa (Leiden: DSWOpress 1988). Noordenbos, G., Eetstoornissen, preventie en therapie (Utrecht: De Tijdstroom 1991). Noordenbos, G. en Vlugt, I. van der, Evidence based onderzoek en seksespecifieke zorg: een (on)gelukkige relatie? (Utrecht: transact 2003). Nota met betrekking tot het beleid ter bestrijding van sexueel geweld tegen vrouwen en meisjes (Rijswijk: szw 1984). Nota Verhagen. Zie Geneeskundige Hoofdinspectie van de Geestelijke Volksgezondheid. nvagg-project vhv, Eindtermen VHV. De klant is koningin (Utrecht: nvagg 1992). Og, R.van, De fort-gang van de praatgroep, Marge, 1985 (3), pp. 106-112. Oldenhave, A., Well-being and sexuality in the climacteric. A survey based on 6622 women aged 39 to 60 years in the Dutch municipality of Ede (Utrecht: rijksuniversiteit utrecht, Leidschendam: Excelsior 1991). Oldenhave, A. en Baart-Gregory, M., Het zal de overgang wel zijn... (Den Haag: VUGA 1986). Oldersma, J., Hij is weliswaar een man, maar hij kan toch wel wat: casestudy Keuzen in de zorg (Leiden, rijksuniversiteit, Vakgroep Vrouwenstudies, 1992). Oldersma, J., More women or more feminists in politics? Advocacy coalitions and the representation of women in the Netherlands 1967-1992, Acta Politica, 2002, 37 (3), pp. 283-317. Oomes, R., Op zoek naar bondgenoten. Naar een reguliere financiering van vrouwenhulpverlening, in: A. Tiems (red.) De eerste jaren (Rijswijk: wvc 1996). Oort, D. van, (On)zichtbaar. (Seksueel) geweld tegen lesbische en biseksuele vrouwen en meisjes (Utrecht: Interfacultaire Werkgroep Homostudies 1993). Oosten, N. van en Elst, T. van, Mannen, vrouwen en hoe verder, Vrouw en Gezondheidszorg, 1999, 8 (6), pp. 16-17. Oosting, F. en Mulder, A., De Berkenhof, in Berteke Waaldijk en Geertje Dimmendaal, Vrouw en verzorgingsstaat. Groniek, 1987, 20, pp. 27-36. Outsem, R. van, Seksueel misbruik van jongens (Amsterdam: SUA, 1992). Op Je Flikker Gehad?! Verslag 1984-1989 (Amsterdam: Stichting Op Je Flikker Gehad?! 1989).

330 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 Orbach, S., Mooi dik is niet lelijk. Een anti-dieet handleiding voor eetverslaving (Baarn: Anthos 1978). Otten, M., Structurele aanpak leidt tot landelijke ondersteuningscentra. Slangengodin 25, pp. 17-22. Ouborg, E., Feministische therapie in theorie en praktijk (Den Bosch: Balsemien 1986). Oudemans McLean, G., Vrouwenhulpverlening. Work in Progress (Eindhoven: Begeleidingscentrum voor Vrouwen 1991). Ouden Avenhuis, A. en Scherpenzeel, R., Wisselende perspectieven, sensitiviteit voor sekse en cultuur (Utrecht: transact, 2006). Parlevliet, C. en Sevenhuijsen, S., Zorg bekeken door een andere bril. Vrouwen en het debat over keuzen in de zorg (Utrecht: Vrouwenstudies/ metis 1992). Peer, L. de, Van particulier initiatief naar aanhaking als poli aan het psychiatrisch ziekenhuis, in: Verslagen van vhv-salons. Rümke vhv & vfh Regio Utrecht 1995-1996 (Utrecht : Rümke Groep 1997), pp. 21-23. Peet, J., Herwonnen Levenskracht. een episode in de geschiedenis van de verzorgingssamenleving (Nijmegen: Valkhof Pers, 1996). Peper, B., Vorming van welzijnsbeleid. Evolutie en evaluatie van het opbouwwerk (Meppel: Boom 1973). Pheterson, G., fort: An integration of cocounseling and problem-solving in the Netherlands, Issues in Radical Therapy, 1978, pp. 19-25. Pheterson, G., Bondgenootschap tussen vrouwen: een theoretiese en empiriese analyse van onderdrukking en bevrijding, Psychologie en Maatschappij, 1982, 6 (3), pp. 398-424. Pizzey, E., Scream quietly or the neighbours will hear (London: Penguin Books 1974). Plantenga, J., Een afwijkend patroon, honderd jaar vrouwenarbeid in Nederland en (West-)Duitsland (Amsterdam: SUA 1993). Ploeg, T. van der, Erfgoed van Stichting ANU (Utrecht: anu 2004). Pol, J. van de, Tien vrouwenorganisaties onderzocht, ViaVia, 1988 (1), pp. 12-17. Poldervaart, S., Van Andragologie naar genderstudies en de andersglobaliseringsbeweging. Over de spanningsverhouding tussen planned change en bewustwording. Zie www.andragologie.eu. Toegang 18-6-2007. Pons, I., Het derde circuit in de vrouwenhulpverlening (Utrecht: VIA 1988). Post, J. van der, Vrouwenhulpverlening in de praktijk. Casestudies van vrouwenhulpverlening aan zwarte, witte en migrantenvrouwen in het maatschappelijk werk (Utrecht: Jan van Arkel 1994). Post,V.,Oldersma,J.enOutshoorn,J., Overwinteren of geruisloze mobilisatie? Ontwikkelingen in de vrouwenbeweging in Nederland sinds de jaren negentig, Tijdschrift voor Genderstudies, 2006, 9 (2), pp. 12-25. Prins, M., Verkrachting in de politiek: Verkrachting en seksueel geweld als onderdelen van seksuele politiek en zedelijkheidswetgeving in Nederland, 1969-1984 (Amsterdam: UvA 1984). projectgroep vrouwenhulpverlening, Kenau of Nachtegaal. Vrouwen in de verpleging en verzorgende beroepen (Den Haag: szw 1986). projectgroep vrouwenhulpverlening, Vrouwenhulpverlening in de huisartsenpraktijk (Den Haag: szw 1986). projektgroep vrouwenhulpverlening, Vrouwenhulpverlening en integratiemogelijkheden, in: Verslag Werkcongres Toekomst van de vrouwenhulpverlening (Den Haag: szw 1984). projektgroep vrouwenhulpverlening, Slangengodin & Co. Eindadvies van de projectgroep Vrouwenhulpverlening (Den Haag: szw 1986). Projectplan lesbische hulpverlening (riagg Rijnmond noord west, afdeling vhv 1992). Pronk, I. Uitgesproken vrouwen. Vrouwenpraatgroepen in Nederland 1970-1980, Tijdschrift voor Genderstudies, 2006, 9 (2), pp. 26-36. Pruis, M., Iedereen is anders, Vrouw en Gezondheidszorg, 1998, 7 (6), pp. 26-27. Quispel, C.M., Vrouwenpraatgroepen een methode (Utrecht: Instituut voor Klinische Psychologie en Psychotherapie 1979). riagg Zuid-Nieuw West, Mogelijkheden tot opname van vrouwenhulpverlening in het be-

Literatuurlijst 331 leid van een riagg, in: Congresbundel Toekomst van de vrouwenhulpverlening (Den Haag: projectgroep vrouwenhulpverlening 1984). Radical Therapist Collectief, Niet aanpassen: veranderen! (Den Haag: Bert Bakker 1974). riagg Zuid-Nieuw-West. Evaluatieverslag van een experiment (september 1984-juni 1985) (Amsterdam: riagg Zuid-Nieuw-West 1085). Ribberink, A., man vrouw maatschappij in actie: Een politieke organisatie in de tweeslachtige late jaren zestig, in: M. van der Klein en S. Wieringa (red.) Alles kon anders: Protestrepertoires in Nederland, 1965-2005 (Amsterdam: Aksant 2006), p. 93. Rich, A., Eenentwintig liefdesgedichten, gedicht XX (Utrecht: Vrouw Holle 1980). Richters, A. Our bodies, our selves? Bespiegelingen omtrent het verschijnen en verdwijnen van het subject, Tijdschrift voor Genderstudies, 1998, 18 (1), pp. 34-48. Rijken,H.enHulst,J.van,Therapiegroepen voor vrouwen (Houten: BSL 2005). Rijken,H.enWildt,A.de, Gestructureerde therapiegroepen voor vrouwen in een s.p.d., Tijdschrift voor Psychotherapie, 1978, 4, pp. 155-163. Rijnaarts, J., Dochters van Lot. Over vader-dochterincest (Amsterdam: Dekker 1987). Roggeband, C. Over de grenzen van politiek: Een vergelijkende studie naar de opkomst en ontwikkeling van de vrouwenbeweging tegen seksueel geweld in Nederland en Spanje (Assen: Koninklijke Van Gorcum 2002). Römkens, R., Geweld tegen vrouwen in heteroseksuele relaties. Een landelijk onderzoek naar de omvang, aard, de gevolgen en de achtergronden (Amsterdam: UvA, Stichting tot Wetenschappelijk Onderzoek omtrent Sexualiteit en Geweld 1989). Publieksversie: Onder ons gezegd en gezwegen. Geweld tegen vrouwen in man-vrouw relaties (Rijswijk : wvc 1989). Römkens, R. en Mastenbroek, S., Dan hoor je vissen ademen. over belaging en bedreiging van vrouwen door hun ex-partner en de beveiliging door het Aware-systeem (Utrecht: universiteit utrecht 1999). Römkens, R., Over cultuurbarbarij gesproken, in: R. Holtmaat (red.) Een verdrag voor alle vrouwen. Verkenningen van de betekenis van het VNvrouwenverdrag voor de multiculturele samenleving (Den Haag: E-quality 2002), pp. 41-56. Rooselaar, A., Van Radicale Psychiatrie naar fort, Maandblad voor Geestelijke Volksgezondheid, 1980, 6/7, pp. 492-514. Rooyen Smoor, T. van, Feministische Counseling, Tijdschrift voor Psychiatrie, 1976, pp. 191-202. Rossum, H. van, De gesubsidieerde revolutie? Geschiedenis van de Nederlandse Vrouwenbeweging 1968-1989, in: J.W. Duyvendak, H.A. van der Heijden, R. Koopmans, L. Wijmans (red.) Tussen verbeelding en macht. 25 jaar nieuwe sociale bewegingen in Nederland (Amsterdam: SUA 1992). Rough Times Collectief, Harde Tijden (Den Haag: Bert Bakker 1975). Sanden, J. van der, Truth or Dare? Fifteen years of women s studies at Utrecht University (Utrecht: universiteit utrecht 2003). Scherpenzeel, R. en Wal, R. van der, Ze heten Gaia, Sara, aletta, Hara en Isis, of kortweg vgc: gezondheidsvoorlichting vanuit vrouwengezondheidscentra (Utrecht: aletta 1996). Schilder, L., Turkse en Marokkaanse vrouwen in Nederland, in: L. Schilder (red.) Maatschappelijk werken met vrouwen. Over de integratie van vrouwenhulpverlening in het Algemeen Maatschappelijk Werk (Utrecht: Jan van Arkel/VIA 1990), pp. 35-60. Schouten, J., Ik ben dr ook nog. Handleiding voor assertiviteitstraining (Meppel: Boom 1977). Schuyf, J., Een stilzwijgende samenzwering (Amsterdam: Stichting beheer IISG 1994). Scott, J., Experience, in: J. Butler en J. Scott (red.) Feminists Theorize the Political (New York: Routledge 1992), pp. 22-40. Smith, C., Invloed uitoefenen vanuit je eigen visie, in: I. Baart en M. Baerveldt (red.) Strijd om kwaliteit: 10 jaar vrouwengezondheidszorg (Utrecht: aletta 1991), pp. 77-80. Spaink, K., Dames als daders: incest, mishandeling en ander grof vuil, Opzij, 1990(10). Steiner, C.M., Radicale psychiatrie (Amsterdam: Bert Bakker 1975).

332 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 Steinman, A., namens de Initiatiefgroep van riagg Nijmegen, Integratie of Inkapseling. Ervaringen binnen de riagg Nijmegen, Congresbundel Toekomst van de vrouwenhulpverlening (Den Haag: projectgroep vrouwenhulpverlening 1984). Steinmann, A., Vrouwenhulpverlening: Integratie als toverwoord, in: ZomerUniversiteit Vrouwenstudies (Groningen: zuv 1987). Steketee, M. en Vliet, K. van, Integratie van seksespecifieke hulpverlening in de geestelijke gezondheidszorg, TSG, 2002, 80 (4), pp. 231-236. Steketee, M., Vliet, K. van en Flikweert, M., Seksespecifieke hulpverlening als meetlat voor een kwalitatief goede zorg. Deel I: Inventarisatie en ontwikkeling van kwaliteitsbeleid in de ggz vanuit SHV. Deel II: Kwaliteitsinstrumenten vanuit het perspectief van seksespecifieke hulpverlening (Utrecht: Verwey- Jonker Instituut 2002). Stel, J. van der, Resultaten expertmeeting sekse, genderspecifieke en interculturele hulpverlening in de psychiatrie. Hoe verder met de multidisciplinaire richtlijnen. Een initiatief genomen door Ilonka Boomsma (Bennebroek: de geestgronden 2006). stuurgroep vrouwenhulpverlening, Naar een seksespecifieke en multiculturele gezondheidszorg in de 21 ste eeuw. Eindrapportage en beleidsaanbevelingen van de Stuurgroep Vrouwenhulpverlening van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Den Haag: vws 1999). Suijver, A., De draad van Ariadne (Groningen: Gopher Publishers 2005). Swart, A., 3 jaar hulpverlening voor lesbiese vrouwen; verslag 1984-1985-1986 (Arnhem: Stichting Iris 1987). Swart, A., Butch/femme, geschiedenis of actualiteit?, Tijdschrift voor feministische hulpverlening ViaVia, 1990, 6 (1). Swart, A., Navigeren op woelig water, lezing op het congres van lnlh (Baarn 1993). Tamsma, F. Met z n achten naar het spreekuur, Gooi- en Eemlander, 30 januari 2008. Tamsma, N., Luijck, Y. en Ruijter,H. de, Een alledaags verschijnsel: studiedag over lesbische cliënten in de reguliere hulpverlening (Rotterdam: Federatie amw 1989). targuia, Grote onbekenden: een onderzoek naar de behoefte aan informatie over zwarte, migranten- en vluchtelingvrouwen bij intermediairen in de zorg en hulpverlening (Utrecht: targuia 1997). Tegen Haar Wil Groningen, Tegen Haar Wil Utrecht en Stichting Tegen Seksueel Geweld, Hulp geboden na seksueel geweld (Amsterdam: SUA 1990). Tiems, A. (red.) Over de integratie van vrouwenhulpverlening. De zes speerpunten van het Werkprogramma Vrouwenhulpverlening (Rijswijk: wvc 1993). Tiems, A. (red.) De eerste jaren. Werkprogramma Vrouwenhulpverlening (Rijswijk: vws 1996). Toetsingskader Seksespecifieke Zorgverlening in de Geestelijke Gezondheidszorg (Utrecht: ggz-nederland 1989). transact, Activiteiten 1999. Meerjarendoelen 1999-2001 (Utrecht: transact 1999). transact, Activiteiten 2000 (Utrecht: transact 1999). transact, Jaarverslag 1996. In bezit van Janneke Van Mens-Verhulst. transact, Jaarverslag 1997. In bezit van Janneke Van Mens-Verhulst. transact, Jaarverslag 1998. In bezit van Janneke Van Mens-Verhulst. Turck, B. de, Politiserende hulpverlening (Nijmegen: Link 1978). Vaalburg, A.M., Je kunt er pillen ingooien wat je wilt, maar de ziekte is te functioneel. Integratie van vrouwenhulpverlening in de intramurale psychiatrie (Utrecht: H.C. Rümkegroep 1995). Vaarwerk, M. te, Oor voor vrouwen. riagg-intake en vrouwenhulpverlening (Utrecht: NcGv 1991), p. VII. Vanwesenbeeck, I., Prostitutes well-being and risk (Amsterdam: vrije universiteit 1994). Verharen, L. en Nicolasen, A., Maatschappelijk werk in de breedte (Houten: BSL 2005). Verheggen, A., Weerstanden bij vrouwen tegen deelneming aan beleid en management, in: Geneeskundige Hoofdinspectie voor de Geestelijke Volksgezondheid, Vrouwenhulpverlening en de Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg (Leidschendam 1982), pp. 16-24. Verheggen, M., Vrouwenhulpverlening aan de poort (Sittard: ggz 1988).

Literatuurlijst 333 Verheijen, C., Dr. Lucy Kortram, in: C. Verheijen, De Nomadenstrategie, 13 visies op een geëmancipeerde samenleving (Amsterdam: Feministische Uitgeverij VITA 1993), pp. 44-54. Vervolgnota bestrijding seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes (Rijswijk: szw 1990). VIA, Gids Vrouwenhulpverlening/ vrouwengezondheidszorg (Utrecht: VIA 1987, 1988, 1990). Vliet, I. van, Knoppert, E., Kölling, P. en Sleeboom, I. (red.) Vrouw & Leven (Houten: BSL 2006). Vliet, K.P. van, Symptom perception in women with medically unexplained gynaecological symptoms (Amsterdam: UvA 1992) Vlugt, I. van der, Seksespecifieke zorg en hulpverlening. Veertig vragen en antwoorden (Utrecht: transact 2000). Voorwaarden alleen zijn niet voldoende. Interview met Ton van Elst (soman), Nieuwsbrief Projekt Vrouwenhulpverlening 7 (Utrecht: nvagg 1989), pp. 6-8. Vos, D., Diagnostiek en vrouwenhulpverlening zijn niet onverenigbaar, ViaVia, 1989(1), pp. 9-10. Vos, D., Vrouwenproblematiek in kaart gebracht. Over het verband tussen sociale situatie en problematiek (Hengelo: de beuk 1989). Vos, D., Cultuurverandering op maat. Vrouwenhulpverlening in de riagg s (Den Haag: wvc, DOP 1990), pp. 41-42. Vos, D., Het Drentse adres voor vieze middelen. Een portret van Wubke Dijken, Vrouw & Gezondheidszorg, 1992, 1 (2), pp.14-15. Vos, D., vhv in de kwaliteitsdiscussie (Utrecht: metis 1993). Vos, D., Franssen, M. en Van Mens-Verhulst, J., Casus vhv. Van programma-evaluatie tot kwaliteitsdiscussie (Utrecht: ISOR 1993). Vos, D., Kolk, J. en Mens-Verhulst, J. van, Vrouwenhulpverlening: van opvattingen tot kwaliteitsprofiel. Een inventarisatie van opvattingen en eindtermen vhv in de ggz (Rijswijk: ghigv 1993). Vos, D. en Kolk, J., Vrouwengroepen: van herkenning naar kracht (Utrecht: Wetenschapswinkel Sociale Wetenschappen 1994). Vos, J., Verdiensten van de vrouwenhulpverlening. Een inventariserend onderzoek naar de financiële situatie van onbetaalde vrouwenhulpverleningsprojekten (Utrecht: VIA, 1986). Vries, M. de, Vrouwen leren trots op zichzelf te zijn Vrouwenhulpverlening in het Algemeen Maatschappelijk Werk (Rijswijk: wvc 1985). Vries, M. de, Vrouwenhulpverlening in de huisartsenpraktijk (Den Haag: projectgroep Vrouwenhulpverlening szw 1986). Vrouwen over hulp bij ziekte en problemen (Amsterdam: de Bonte Was 1978). Vrouwen Bellen Vrouwen, in: De Bonte Was, Vrouwen over hulp bij ziekte en problemen (Amsterdam: De Bonte Was 1978), pp. 200-203. Vrouwengezondheidscentrum Utrecht, Lijfblad Vrouwengezondheidscentrum, 1980. vws, Vrouwenhulpverlening in Nederland (Den Haag: vws, 1997). vsk, De straf op zwijgen is levenslang (Amsterdam: sara 1983). Waaldijk, B., Het Amerika der Vrouw. Sekse en geschiedenis van het Maatschappelijk werk in Nederland en de Verenigde Staten (Groningen: Wolters-Noordhoff 1996). Waals, F. van der, Sex differences in benzodiazepine use (Amsterdam: UvA 1995). Waard, E. de en P. Krebbers, Hoogleraar vrouwenhulpverlening Richters: "Vrouwen worden ziek van geweld", Lokaal Kabaal, 1995 (5). Waard, E. de, De heksen zijn terug, Nieuwsbrief voor de Leidse regio, december 1990, 4. Zie www.gebladerte.nl/00056p04.htm. Toegang 18-6-2007. Walker, L., Feminist Diagnosis and Therapy (Amsterdam: de maan 1990). Weijts, L.B.M., Patient participation in gynaecological consultations: studying interactional patterns (Maastricht: rijskuniversiteit limburg 1993). Wekker, G. en Braidiotti, R. (red.) Praten in het donker. Multiculturalisme en anti-racisme in feministisch perspectief (Kampen: Kok Agora 1996). Wekker, G. en Lutz, H., Een hoogvlakte met koude winden. De geschiedenis van het gender- en etniciteitsdenken in Nederland, in: M. Botman, N. Jouwe en G. Wekker (red.) Caleidoscopische visies. De zwarte, migranten en vluchtelingenbeweging in Nederland (Amsterdam: Ko-

334 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 ninklijk Instituut voor de Tropen 2001), pp. 25-50. Westerhoek, C., Vrouwen hebben al zo n ontzettende achterstand, die hebben eigenlijk recht op iets extra s, in: FemSoc Schrijfcollectief Vlijtig Liesje, Van binnen uit, Vrouwen over welzijnswerk en zelforganisaties (Amsterdam: Sara 1978), pp. 119-126. Wieringa,S.(red.)Traveling Heritages. New perspectives on collecting, preserving and sharing women s history (Amsterdam: Aksant 2008). Wildt, A.L. de, De betekenis van vrouwengezondheidszorg voor het algemene zorgbeleid, in: I. Baart en M. Baerveldt (red.) Strijd om kwaliteit: 10 jaar vrouwengezondheidszorg (Utrecht: aletta 1991), pp. 72-76. Wilmink, M., Last van d r toom. Gezondheidsvoorlichting aan Surinaamse 50+ vrouwen, Vrouw & Gezondheidszorg, 1999, 8 (1), pp. 21-25. Wilson, E., Women and the welfare state (Londen : Tavistock Publications 1977). Wolf, E. Vrouwenhulpverlening in praktijk (Amsterdam: swp 2002). Wouters, C. en Stolk, B. van, Vrouwen in tweestrijd. Tussen thuis en tehuis: relatieproblemen in de verzorgingsstaat, opgetekend in een crisiscentrum (Deventer: Van Loghum Slaterus 1983). wvc, Onder anderen. Geestelijke gezondheid en geestelijke gezondheidszorg in maatschappelijk perspectief (Rijswijk: wvc 1993). www.npcf.nl. Toegang 7-5-2008. www.nvvp.net. Toegang 28-4-2008. www.welnis/berkenhof. Toegang 8-5-2008. http://libarts.wsu.edu/polisci/rngs/. Toegang 23-5-2008. www.eawhr.org. Toegang 8-5-2008. www.rvvpamsterdam.nl/doku.php?id=rvvp:- start. Toegang 11 februari 2008. Young, B., Globalization and Gender: a European Perspective, in: R. Becker-Schmidt (red.) Gender and Work in Transition Globalization in Western, Middle and Eastern Europe (Opladen: Leske & Budrich 2002). Zalmstra, H., des-dochters in actie: een onderzoek naar de invloed van de des-actiegroepopdekennis, machteloosheid van des-dochters en op de artspatiënt relatie (Amsterdam: UvA 1985). Ze groeiden letterlijk mijn huis uit, Interview met Nel Willekens. In: balsemien, Jaarverslag 90/91, Afscheid, pp. 5-6. In bezit van Janneke van Mens-Verhulst. Zeegers, N., Dwang en vrijwilligheid in heteroseksuele relaties. De politieke strijd over verkrachting in het strafrecht 1975-1995 (Amsterdam: Thela Thesis 1999). Zwart, O. de, Een relevante factor voor de hulpverlening, onderzoek naar de toegankelijkheid van psycho-sociale hulpverlening in Rotterdam voor homo mannen en lesbische vrouwen (Rotterdam: ggd, afd. GVO, Bureau Homo/Lesbische emancipatie 1990). Zwartboek Gynaecologische praktijken (Amsterdam: Vrouwendrukkerij Virginia 1980).

Interviewlijst Voor dit boek is gebruik gemaakt van de volgende interviews. Tenzij anders vermeld zijn zij in het bezit van de auteurs. Akkerman, Lieneke(LA),interviewdoorAnne Swart (Arnhem 2007). Baart, Ingrid (IB), interview door Greta Noordenbos (Utrecht 2002). Babel, Marlène, interview door Marijke Naezer (Amsterdam 2006). Bavel, Maria van (MvB), interview door Greta Noordenbos (Utrecht, 2002). Bruggeman, Adrie (AB), interview door Anne Swart (Arnhem 2007). Boedjarath, Indra (IB), interview door Samantha Koster (Rotterdam 2007). Neerslag ter inzage op iiav Boomsma, Ilonka, interview door Cindrea Limburg (Haarlem, 2007). Coco Pérez, Merche (MCP), interview door Samantha Koster (Nijmegen 2007), aangevuld met e-mail correspondentie (2007). Craats, Iet van de (IvdC), interview door Cindrea van Limburg (Haarlem, 2007). Douairi, Drifa, interview door Charlotte van Besouw (Amersfoort, 2007). Elst, Ton van (TvE), interview door Greta Noordenbos (Utrecht, 2002). Neerslag ter inzage op iiav Elst, Ton van, interview door Josien Pieterse (Utrecht, 2006). Neerslag ter inzage op iiav Fienieg, Barbara (BF), interview door Samantha Koster (Amsterdam 2007). Foeken, Ingrid, interview door Marijke Naezer (Amsterdam 2006). Goes, Annemiek, 2 interviews door Anoushka Boet (Utrecht, 2006). Gorter, Jelly (JG), interview door Anne Swart (Klarenbeek, 2007). Goudswaard, Helmi, interview door Marijke Naezer (Amsterdam, 2006). Groen, Martine, Brief geschreven aan Marijke Naezer (Amsterdam 2006). In bezit van auteur. Heeman, Marleen (MH), interview door Josee Rothuizen (Amsterdam, 2007). Heeman, Marleen, interview door Marijke Naezer (Purmerend 2006). Holwerda, Obertha (OH), interview door Anne Swart (Arnhem 2007). Huidekoper, Pauline, interview door Anoushka Boet (Zeist, 2006). Hulst, Janny van (JvH), interview door Cindrea Limburg (Haarlem 2007). Hutten, Colleen van (CH), interview door Lygia Wachter (Den Haag 2007). Jagt, Liesbeth van der (LvdJ), interview door Greta Noordenbos (Amersfoort 2002). Neerslag ter inzage op iiav Kapma, Gerdien (GK), interview door Anne Swart (Arnhem 2007). Kok, Els (EK), interview door Samantha Koster (Utrecht 2007), aangevuld met e-mail correspondentie (2007). Kolk, Annemarie, interview door Greta Noordenbos (Amsterdam, 2002). Kortram, Lucy (LK), interview door Cyntha van Gorp (Oosterbeek, 2007). Kouwenhoven, Brenda (BK), interview door Cindrea Limburg (Haarlem 2007). Krips, Madelien, interview door Marijke Naezer (Zwolle 2006). Langenkamp, Coby (CL), interview door Anne Swart (Arnhem, 2007).

336 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 Marjon, interview door Charlotte van Besouw (Utrecht, 2007). Meulenbelt, Anja (AM), interview door Cyntha van Gorp (telefonisch, 2007). Mos, Corry de (CdM), interview door Mies Cornelissen (Drente, 2007). Nanlohy-Sniphout, Hanny, interview door Cyntha van Gorp (telefonisch, 2007). Nicolai, Leonore (LN), interview door Greta Noordenbos (Leiden, 2002). Neerslag ter inzage op iiav Nicolai, Leonore (LN), interview door Grietje Keller (Rotterdam, 2008). Nieuwkerk, Conny van (CvN), interview door Anne Swart (Arnhem, 2007). Noij, Evita, interview door Charlotte van Besouw (Rotterdam, 2007). Plooij, Siny(SP), interview door Jelly Gorter (Klarenbeek 2007). Rijken, Hanneke (HR), interview door Cindrea Limburg (Haarlem, 2007). Neerslag ter inzage op iiav Ruijter, Henneh de (HdR), interview door Coby Langenkamp (Soesterberg, 2007). Smith, Cristina, interview door Marijke Naezer (Amsterdam 2006). Tigchelaar, Herma(HT),interviewdoorCyntha van Gorp (telefonisch, 2007). Veltman, Ria, interview door Anoushka Boet (Utrecht, 2006). Verharen, Liesbeth (LV), interview door Cyntha van Gorp (telefonisch). Verkuil, Lola (LoV), interview door Cyntha van Gorp (Bilthoven, 2007). Vlugt, Inekevander(IvdV),interviewdoor Anoushka Boet (Utrecht, 2007). Neerslag ter inzage op iiav Vrielink, Ireen (IV), interview door Cindrea Limburg (Haarlem, 2007). vsk, Actieve leden van de. Interviews door Anoushka Boet. Wachter, Lygia (LW), interview door Coby Langenkamp (Soesterberg 2007). Willekens, Nel (NW), interview door Josien Pieterse (Amsterdam 2006). Neerslag ter inzage op iiav Wulff, Beja (BW), interview door Jelly Gorter (Klarenbeek, 2007).

Toelichting bij de dvd Vrouwenhulpverlening, ontdekken en vernieuwen Op de dvd die u in dit boek aantreft, staat de documentaire Vrouwenhulpverlening, ontdekken en vernieuwen van Grietje Keller en Josien Pieterse. Hierin wordt met beelden een verhaal over de geschiedenis van de Nederlandse vrouwenhulpverleningsbeweging verteld. Dit was mogelijk dankzij het Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouw (IIAV). Met dit project heeft het IIAV een begin gemaakt met het registreren van de mondelinge geschiedenis van de Tweede Feministische Golf in Nederland en het aanleggen van een archief van gefilmde interviews. De documentaire schetst een beeld van de slechte ervaringen van vrouwen in de jaren 1970 en 1980 met de gezondheidszorg en hoe vrouwen zich vervolgens kennis over hun lichaam en leven toeëigenden. Vrouwen die actief waren in de vrouwenhulpverlening en vrouwenzelfhulp vertellen over Feministische Oefengroepen Radikale Therapie (FORT); de werkgroep Vrouwen Zonder Baarmoeder (VZB); aletta, centrum voor vrouwengezondheidszorg en de Stichting Tegen Haar Wil. Aan de hand van feministische documentaires uit de collectie van CINEMIEN en gefilmde interviews uit het archief van het IIAV geeft Vrouwenhulpverlening, ontdekken en vernieuwen een beeld van hoe de vrouwenbeweging de psychische en lichamelijke gezondheidszorg veranderd heeft. In Vrouwenhulpverlening, ontdekken en vernieuwen kan de kijker interviews met betrokkenen zien en horen. De beelden maken duidelijk hoe herinnering voortleeft en wordt doorverteld. Veel van de geïnterviewden komen ook in de tekst van het boek voor. Toch vertellen boek en documentaire verschillende verhalen. De gefilmde documentaire werpt een eigen licht op de geschiedenis want een boek en een documentaire zijn twee geheel verschillende manieren om het verleden tot leven te brengen. Tussen de maaksters van de film en de redactrices van het boek is wel contact geweest over de aspecten van Nederlandse vrouwenhulpverlening. Zij hebben elkaar bijvoorbeeld geadviseerd over te interviewen vrouwen en mannen, ideeën uitgewisseld en tot op zekere hoogte interpretaties vergeleken. De twee eindproducten komen echter volledig voor verantwoordelijkheid van de afzonderlijke maaksters. U zult merken dat film en documentaire elkaar op sommige punten bevestigen en versterken en op andere punten verschillende interpretaties suggereren. Met het vastleggen van de gefilmde herinneringen en het in beeld brengen van de vrouwen die terugkijken op hun werk, levert Vrouwenhulpverlening, ontdekken en vernieuwen een onschatbare bijdrage aan de geschiedenis van vrouwenhulpverlening in Nederland. Tevens is het een uitnodiging om over die erfenis in gesprek te gaan. Filmproducent: Stichting Terrain Vague Film.

338 Vrouwenhulpverlening 1975-2000 De documentaire kwam tot stand met steun van: Aletta Jacobs Fonds, Thil Ten Cate Fonds, Mondriaan Stichting, Prins Bernhard Cultuurfonds, VSBfonds, SNS Reaal Fonds. De dvd met deze documentaire en voorzien van Engelse ondertiteling is ook los verkrijgbaar bij het IIAV. Contact via pr@iiav.nl.