De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze ziet de RJ graag uiterlijk 1 mei 2006 tegemoet.

Vergelijkbare documenten
RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder

Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening

RJ-Uiting : Ontwerp-alinea s RJ 122 Prijsgrondslagen voor vreemde valuta

STICHTING EDMOND HUSTINX Postbus AH Maastricht. Publicatierapport 2013

De RJ is hierbij bijzonder geïnteresseerd in het antwoord op de vraag of u deze ontwerp- Interpretatie nuttig vindt.

5 Passieve belastinglatenties

Publicatiestukken 2014 van Stichting Vogelrevalidatiecentrum Zundert

JAARREKENING Stichting Steunvermogen. van GGZ Delfland

Vaste activa Materiële vaste activa

RJ-Uiting : Ontwerp-richtlijn C2 Microrechtspersonen

SPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016

ANBI Publicatie Stichting De Nijensteen, Heerde

RJ-Uiting : Actuele kostprijs

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn Aanpassingen van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving in verband met expliciete wettelijke opties

Jaarrekening 2016 Stichting Actieve Senioren 'S-HERTOGENBOSCH

ANBI Publicatie Stichting DOB Equity, Amsterdam

Jaarverantwoording [titel] Informatie over de rapportage en de rechtspersoon [titel] Informatie over de rechtspersoon [titel]

Handelsregister Kamer van Koophandel te Plaats KvK, dossiernummer

NLNet gevestigd te Nijkerk. Jaarrekening 2016

Kleine en micro-rechtspersonen Er worden geen wijzigingen van hoofdstuk B11 Leasing voorgesteld.

RJ-Uiting : Richtlijn Pensioenvoorziening en oudedags- verplichting directeuren-grootaandeelhouder

1. Balans per 31 december 2015 (na voorgestelde resultaatbestemming)

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

Jaarrekening 2017 Stichting Actieve Senioren 'S-HERTOGENBOSCH

RJ-Uiting : Ontwerp-alinea s toelichtingsbepalingen van RJ 272 Belastingen naar de winst

NLNet gevestigd te Nijkerk. Financiële verantwoording 2017

Stichting Beheer Warenar Kerkstraat HE Wassenaar

DES Centrum gevestigd te Nijkerk. Jaarrekening 2016

1. Balans per 31 december 2013

Handelsregister Kamer van Koophandel te Woerden, dossiernummer

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

Sarcoïdose Belangenvereniging Nederland gevestigd te Nijkerk. Jaarrekening 2016

RJ-Uiting : Richtlijn 212 Materiële vaste activa ; de verwerking van kosten van groot onderhoud

CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015

Nederlandse Hypofyse Stichting gevestigd te Nijkerk. Jaarrekening 2016

1 Ontwerp-Richtlijn 120 Prijsgrondslagen, paragraaf 4

Handelsregister Kamer van Koophandel te Woerden, dossiernummer

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijnen Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder

Balans per 31 maart 2016 (na resultaatbestemming)

Naam van de rechtspersoon Zetel van de rechtspersoon. Datum van vaststelling van de jaarrekening 25 oktober 2018

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam

Interim Jaarrekening 2016

Jaarverslag Stichting Optimix Beleggersgiro 2013

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011

3 Deelnemingen in de enkelvoudige jaarrekening en de administratie daarvan

Financieel verslag 2014

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda

Toelichting financiële jaarrekening als bijvoegsel bij de balans en de winst en verlies rekening van de Stichting Muses.

Balans per 31 december 2013

NLNet gevestigd te Nijkerk. Financiële verantwoording 2018

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

Financieel verslag 2015

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen

JAARSTUKKEN 2017 BATEN EN LASTEN

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2017

Financieel verslag 2013

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d.

Stichting Voedselallergie gevestigd te Nijkerk. Jaarrekening 2016

Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling gevestigd te Nijkerk. Jaarrekening 2016

Jaarverslag Stichting Steengoed. Spijkenisse

Jaarstukken 2015 Datum, 25 februari 2016

RJ-Uiting : Actuele kostprijs

Balans per 31 december 2016 (na resultaatbestemming)

Stichting Betania Nederland. Jaarstukken 2013

Stichting Openbaar Museum Modelbouw Leyenseweg BC BILTHOVEN. Financieel verslag 2014

Balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming)

Stichting Cinema Oostereiland gevestigd te Hoorn. Rapport inzake de Jaarrekening 2017

Ten geleide bij editie RJk-bundel

Stichting Voedselallergie gevestigd te Nijkerk. Financiële verantwoording 2017

Stichting Zero Impacts Plastics. Gevestigd te. Amsterdam

Sien gevestigd te Houten. Financiële verantwoording 2017

JAARREKENING Stichting Steunvermogen. van GGZ Delfland

Financieel verslag Stichting De Nijensteen, Heerde

oog voor ondernemen Stichting Hugo de Vries Fonds te Amsterdam Rapport inzake de jaarrekening 2016

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Stichting mimakkus Jaarrekening 2018

Balans per 31 december 2017 (na resultaatbestemming)

VASTE ACTIVA Materiële vaste activa VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen Liquide middelen

JAARREKENING St. Maas Binnenvaartmuseum Haventraat CR MAASBRACHT

Publicatiebalans inzake de jaarrekening

Steunstichting SBWU. Boekjaar Steunstichting SBWU Utrecht. 23 mei 2018

Stichting De Muren hebben Oren Europalaan KS Utrecht. Rapport inzake de Jaarrekening 30 juni 2016 tot en met 31 december 2016

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

Stichting Oisterwijk Centraal Het bestuur Waterhoefweg ZC OISTERWIJK. Jaarverslag 2017

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn 221 Onderhanden projecten (2014)

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010

Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen Overige reserves

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

Financieel verslag Stichting Waga Winschoten. Fin verslag Stichting Waga 2018.xlsx

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2016

Vereniging Water Natuurlijk gevestigd te Zaandam

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017

Stichting De Muren hebben Oren Wantveld NS NOORDWIJK SAMENSTELLINGSRAPPORT 2017

Stichting Velorama gevestigd te Nijmegen. Financiële verantwoording 2016 Balans Staat van baten en lasten Toelichting

Stichting Hoeve Strobol te Sint Oedenrode. Rapport inzake de jaarrekening 2017

Examen EV AA 18 januari 2017 Uitwerking en puntenverdeling. Opgave 1 (33 punten)

Jaarrekening Stichting Cardo

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

Stichting Thus, Zevenaar. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestem m ing) 31 december december 2014 ACTIVA

Transcriptie:

RJ-Uiting 2006-1 Ten geleide De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft het verzoek ontvangen om een uitspraak te doen over de verwerking in de jaarrekening van om niet verkregen en gekochte CO2 emissierechten. De RJ heeft besloten om over dit onderwerp een Uiting uit te brengen in de vorm van een ontwerp-interpretatie. In deze ontwerp-interpretatie wordt geen specifieke verwerkingswijze van om niet verkregen en gekochte emissierechten voorgeschreven, omdat op grond van Titel 9 BW 2 en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving meerdere verwerkingswijzen mogelijk zijn. De RJ heeft er daarom voor gekozen om in deze ontwerp-interpretatie twee varianten uit te werken die kunnen worden gehanteerd in situaties dat emissierechten worden verkregen en/of gekocht. Daarnaast wordt ingegaan op de vraag in hoeverre, indien van toepassing, systematische afschrijving van geactiveerde emissierechten mogelijk is. Tevens wordt in deze ontwerp- Interpretatie de verwerking van de opbrengst uit hoofde van een verkoop van emissierechten behandeld. Verzoek tot commentaar De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze ziet de RJ graag uiterlijk 1 mei 2006 tegemoet. Reacties en commentaren kunnen schriftelijk worden ingediend bij het RJ-secretariaat. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een on-line invulformulier op de website van de RJ. Reacties en commentaren zullen in aanmerking worden genomen bij het vaststellen van de definitieve Interpretatie en worden door de RJ als openbare informatie behandeld, tenzij door respondenten is aangegeven dat het commentaar geheel of gedeeltelijk moet worden aangemerkt als vertrouwelijk. Amsterdam, 23 maart 2006 1

RJ-Uiting 2006-1: ontwerp-interpretatie Verwerking van om niet verkregen en gekochte emissierechten 1 Vraagstelling Met ingang van 1 januari 2005 worden bepaalde rechtspersonen geconfronteerd met de implementatie in de Nederlandse wet- en regelgeving van de EU-richtlijn over emissierechten betreffende broeikasgassen (i.c. CO2). De wet- en regelgeving houdt in dat aangewezen rechtspersonen aan het begin van een kalenderjaar emissierechten ontvangen van de overheid, die recht geven op een bepaalde hoeveelheid uitstoot van CO2. Deze emissierechten zijn vrij verhandelbaar. Rechtspersonen kunnen bijvoorbeeld rechten verkopen of aanvullende rechten kopen van andere rechtspersonen of derden. Na afloop van het kalenderjaar wordt de daadwerkelijke uitstoot aan CO2 vastgesteld en dienen de rechtspersonen emissierechten in te leveren ter hoogte van deze daadwerkelijke uitstoot. Indien een onderneming tekort heeft, moet een boete worden betaald en kan (binnen bepaalde beperkingen) het tekort ten laste van de rechten van het volgende jaar worden gebracht. Rechtspersonen die met emissierechten te maken hebben, moeten deze rechten en de hiermee samenhangende verplichtingen verwerken in hun jaarrekening. In deze ontwerp-interpretatie worden twee varianten voor de verwerking van emissierechten uitgewerkt. Daarnaast wordt ingegaan op de vraag in hoeverre, indien van toepassing, systematische afschrijving van geactiveerde emissierechten mogelijk is. Tevens wordt in deze ontwerp-interpretatie de verwerking van de opbrengst uit hoofde van een verkoop van emissierechten behandeld. 2 Toepassingsgebied Deze ontwerp-interpretatie is van toepassing voor om niet verkregen en gekochte emissierechten voor eigen gebruik (CO2 emissierechten of vergelijkbare programma s). Niet ingegaan wordt op de verwerking van actieve handelsactiviteiten in emissierechten en van termijncontracten in emissierechten. Evenmin wordt ingegaan op de verwerking van velerlei andere rechten die van de overheid worden ontvangen (bijvoorbeeld vergunningen en quota). 3 Verwerking van emissierechten Ten aanzien van de verwerking en waardering van emissierechten en de daaruit voortvloeiende verplichtingen zijn op grond van Titel 9 BW 2 en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving meerdere varianten denkbaar. In deze ontwerp-interpretatie zijn hiervan twee voorbeelden opgenomen. 2

3.1 Variant I Verwerking en waardering In deze variant worden emissierechten als volgt verwerkt: Toegekende emissierechten worden initieel gewaardeerd tegen hun actuele waarde op het verkrijgingsmoment (deze actuele waarde wordt vervolgens verondersteld de kostprijs te zijn ten behoeve van de verdere verwerking). Naderhand bijgekochte emissierechten worden initieel gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs; Het verschil tussen de initiële waardering van de rechtstreeks van de overheid verkregen emissierechten en de daadwerkelijke verkrijgingsprijs daarvan (veelal nihil) wordt aangemerkt als overheidssubsidie en verantwoord als overlopend passief. Deze post wordt vervolgens systematisch ten gunste van het resultaat gebracht gedurende de looptijd van de rechten, ongeacht de vraag of de rechten tussentijds worden verkocht; De vervolgwaardering van de geactiveerde emissierechten geschiedt op basis van de initiële kostprijs (actuele waarde op het verkrijgingsmoment). Er wordt in principe niet afgeschreven op de emissierechten, omdat deze rechten pas worden gebruikt/aangewend op het moment dat ze worden ingeleverd ter afwikkeling van de door de daadwerkelijke uitstoot opgebouwde verplichting; Voor de daadwerkelijke uitstoot wordt een verplichting (voorziening) gevormd, te waarderen tegen de boekwaarde van de (benodigde) emissierechten die de onderneming beschikbaar heeft. Voorzover de uitstoot groter is dan de beschikbare emissierechten, wordt dat gedeelte van de voorziening gewaardeerd tegen de actuele waarde van de (nog te verkrijgen) emissierechten. Indien en voorzover een boete moet worden betaald, wordt ook deze ten laste van het resultaat voorzien; De verplichting wordt gevormd ten laste van het resultaat of opgenomen in de kostprijs van geproduceerde activa, indien van toepassing naarmate de uitstoot gedurende het jaar plaatsvindt. Overweging In deze variant worden verkregen emissierechten in de jaarrekening inzichtelijk gemaakt door het opnemen van een immaterieel vast actief. Naar analogie van RJ 274.112 wordt het verschil tussen de initiële waardering van de rechtstreeks van de overheid verkregen emissierechten en de daadwerkelijke kostprijs daarvan (veelal nihil) aangemerkt als overheidssubsidie en als vooruitontvangen bedrag onder de overlopende passiva opgenomen. Naar analogie van RJ 274.113 valt vervolgens deze op de balans gepassiveerde overheidssubsidie systematisch ten gunste van het resultaat vrij; het is op grond van RJ 252.311 toegestaan deze vrijval te salderen met de lasten in verband met de uitstoot. Voor de daadwerkelijke uitstoot wordt een voorziening opgenomen ten laste van het resultaat, of opgenomen in de kostprijs van geproduceerde activa indien van toepassing. Op grond van RJ 252.301 wordt het bedrag, dat als voorziening wordt opgenomen, gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichting per balansdatum af te wikkelen. Omdat de daadwerkelijke uitstoot (jaarlijks) wordt afgewikkeld met de initieel verkregen emissierechten en de eventueel bijgekochte emissierechten, wordt de voorziening gewaardeerd tegen de boekwaarde van de (benodigde) emissierechten. 3

Voorbeeld Gegevens: Op 01-01-20x5 krijgt onderneming ABC (om niet) emissierechten voor de CO2 uitstoot in 20x5 ter hoogte van 12.000 ton toegewezen door de overheid; De actuele waarde van emissierechten is op 01-01-20x5 EUR 10 per ton, op 30-06-20x5 EUR 12 per ton en op 31-12-20x5 EUR 11 per ton; Tot en met 30-06-20x5 heeft onderneming ABC voor 5.500 ton CO2 uitgestoten, verwachting voor het gehele jaar is op dat moment 12.000 ton; Tot en met 31-12-20x5 heeft onderneming ABC voor 12.500 CO2 uitgestoten; Onderneming ABC koopt ultimo 20x5 nog aanvullend emissierechten bij voor 500 ton tegen EUR 11 per ton; Bij onderneming ABC is geen sprake van productie van activa, dus de vorming van de voorziening komt direct ten laste van het resultaat. Uitwerking: Per 01-01-20x5 verwerkt onderneming ABC de verleende emissierechten voor 20x5 tegen de veronderstelde kostprijs: 12.000 ton x EUR 10 = EUR 120.000. De journaalpost luidt: Immateriële vaste activa 120.000 aan Overlopend passief 120.000 Per 30-06-20x5 (indien tussentijdse cijfers worden opgesteld) wordt de gepassiveerde overheidssubsidie geamortiseerd op basis van het proportionele deel van de werkelijke uitstoot ten opzichte van de ingeschatte uitstoot: (5.500 ton/12.000 ton) x EUR 120.000 = EUR 55.000. De journaalpost luidt: Overlopend passief 55.000 aan Operationeel resultaat (bedrijfslasten) 55.000 Per 30-6-20x5 wordt de verplichting in verband met de werkelijke emissie over het eerste halfjaar 20x5 opgeboekt: 5.500 ton x EUR 10 (veronderstelde kostprijs van de toegekende emissierechten) = EUR 55.000. De journaalpost luidt: Operationeel resultaat (bedrijfslasten) 55.000 aan Voorziening 55.000 4

Op 31-12-20x5 koopt de onderneming aanvullend emissierechten tegen EUR 11 per ton om te voorkomen dat een tekort over 20x5 bestaat: 500 ton x EUR 11 = EUR 5.500. De journaalpost luidt: Immateriële vaste activa 5.500 aan Bank 5.500 Per 31-12-20x5 wordt het restant van de gepassiveerde overheidssubsidie geamortiseerd: EUR 120.000 -/- EUR 55.000 = EUR 65.000. De journaalpost luidt: Overlopend passief 65.000 aan Operationeel resultaat (bedrijfslasten) 65.000 Per 31-12-20x5 wordt de verplichting in verband met de werkelijke uitstoot over het tweede halfjaar 20x5 geboekt. Van deze 7.000 ton kan nog 6.500 ton worden voldaan uit de initieel verkregen emissierechten (12.000 ton -/- 5.500 ton in eerste halfjaar verbruikt = 6.500 ton). Voor dit gedeelte geldt de initiële kostprijs van EUR 10, derhalve in totaal EUR 65.000. Het restant van 500 ton wordt voldaan uit de bijgekochte emissierechten. De kostprijs van de bijgekochte emissierechten bedraagt EUR 11 per ton, zodat het totaal van dit gedeelte EUR 5.500 bedraagt. De totale kosten voor de emissie over het tweede halfjaar bedragen derhalve EUR 70.500. De journaalpost luidt: Operationeel resultaat (bedrijfslasten) 70.500 aan Voorziening 70.500 Begin 20x6 wordt vervolgens de verplichting afgewikkeld tegen inlevering van de emissierechten. De journaalpost luidt: Voorziening 125.500 aan Immateriële vaste activa 125.500 5

3.2 Variant II Verwerking en waardering In deze variant worden emissierechten als volgt verwerkt: Toegekende emissierechten worden initieel gewaardeerd tegen de daadwerkelijke verkrijgingsprijs (zijnde nihil). Dit betekent dat geen overheidssubsidie in de balans als overlopende passiefpost wordt opgenomen (en afgeschreven). Naderhand bijgekochte rechten worden initieel gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs; De vervolgwaardering van de geactiveerde emissierechten vindt plaats tegen kostprijs; Voor de daadwerkelijke uitstoot wordt slechts een verplichting (voorziening) gevormd voorzover deze de toegekende emissierechten te bovengaat, te waarderen tegen de actuele waarde van de (nog te verkrijgen) emissierechten; De verplichting wordt gevormd ten laste van het resultaat of opgenomen in de kostprijs van geproduceerde activa, indien van toepassing naarmate de uitstoot gedurende het jaar plaatsvindt. Voor een eventueel te betalen boete wordt ten laste van het resultaat een voorziening gevormd. Overweging De Richtlijnen voor de jaarverslaggeving kennen geen specifieke voorschriften inzake de verwerking van overheidsbijdragen in natura. Op basis van de algemene bepaling dat de eerste waardering van een actief tegen kostprijs plaatsvindt, wordt het door de RJ aanvaardbaar geacht om overheidsbijdragen in natura niet te verwerken in de balans. Vanwege het feit dat de rechten niet worden verwerkt, is het in dit geval aanvaardbaar dat geen voorziening wordt gevormd zolang de daadwerkelijke uitstoot minder is dan waarvoor rechten zijn ontvangen. Voorbeeld De in dit voorbeeld gebruikte gegevens zijn identiek aan het voorbeeld van variant I. Uitwerking: Per 01-01-20x5 dient onderneming ABC de verleende emissie voor 20x5 te verwerken tegen de kostprijs. Deze is nihil en derhalve vindt geen verwerking plaats. Per 30-06-20x5 (indien tussentijdse cijfers worden opgesteld) is er geen sprake van amortisatie van de gepassiveerde overheidssubsidie. Omdat de werkelijke uitstoot nog lager is dan de toegekende emissierechten wordt per 30-06-20x5 geen verplichting opgenomen. Op 31-12-20x5 koopt de onderneming aanvullend emissierechten ten bedrage van EUR 11 per ton om te voorkomen dat een tekort over 20x5 ontstaat: 500 ton x EUR 11 = EUR 5.500. De journaalpost luidt: Immateriële vaste activa 5.500 aan Bank 5.500 6

Per 31-12-20x5 is evenmin sprake van amortisatie van gepassiveerde overheidssubsidie. Echter, de emissie valt voor 20x5 hoger uit dan de toegekende emissierechten: 12.500 ton ten opzichte van 12.000 ton. Dit betekent dat voor 500 ton een voorziening wordt opgenomen, te waarderen tegen de actuele waarde van de (verkregen dan wel nog te verkrijgen) emissierechten. In dit geval is dat 500 ton x EUR 11 = EUR 5.500. De journaalpost luidt: Operationeel resultaat (bedrijfslasten) 5.500 aan Voorziening 5.500 Begin 20x6 wordt vervolgens de verplichting afgewikkeld tegen inlevering van de emissierechten. De journaalpost luidt: Voorziening 5.500 aan Immateriële vaste activa 5.500 3.3 Andere varianten Het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC) heeft in 2004 IFRIC Interpretation 3 Emission Rights uitgebracht. In deze interpretatie werd een verwerkingswijze voorgeschreven die als nadeel heeft dat bepaalde accounting-mismatches kunnen ontstaan. Mede op grond van dit feit heeft de EU afwijzend op deze interpretatie gereageerd. Mede in dit licht heeft de IASB besloten om deze interpretatie in te trekken. De RJ is van mening dat het toepassen van de in IFRIC 3 beschreven verwerkingswijze in het algemeen niet leidt tot aanvaardbare financiële verslaggeving. 4 Systematische afschrijving van emissierechten Omdat emissierechten pas worden gebruikt/aangewend op het moment dat zij worden ingeleverd ter afwikkeling van de door de emissie opgebouwde verplichting, kan geen sprake zijn van systematische afschrijving van (indien van toepassing) geactiveerde emissierechten. 5 Opbrengst bij verkoop De toegekende emissierechten voldoen aan de definitie van een immaterieel vast actief ook al worden ze niet tot uitdrukking gebracht in de balans. Emissierechten kunnen worden gekocht en verkocht, ongeacht de stand van de cumulatieve werkelijke emissie. Indien emissierechten worden verkocht, wordt een verkoopopbrengst gerealiseerd die wordt verantwoord in de winst- en verliesrekening. Hierbij wordt verondersteld dat sprake is van een niet-speculatieve verkoop van emissierechten, hetgeen betekent dat ze alleen worden verkocht indien ze naar verwachting niet (meer) benodigd zijn in de periode waarvoor ze zijn toegekend. Het verkochte deel zal normaal gesproken een relatief gering deel van de toegekende emissierechten uitmaken, uitgaande van in continuïteit te verrichten bedrijfsactiviteiten. 7

Voorbeeld De in dit voorbeeld als uitgangspunt gebruikte gegevens zijn identiek aan het voorbeeld van variant I en II. Stel dat op 30-06-20x5 de onderneming ABC verwacht dat de totale uitstoot over 20x5 11.500 ton zal bedragen en daarmee emissierechten ter hoogte van 500 ton over zal hebben. Onderneming ABC besluit daarom deze 500 ton te verkopen. Dat betekent dat zij 500 ton x EUR 12 = EUR 6.000 ontvangt. De journaalpost luidt als volgt: Bij toepassing variant I Bank 6.000 Aan Immateriële vaste activa 5.000 Aan Overige bedrijfsopbrengsten 1.000 Bij toepassing variant II Bank 6.000 Aan Overige bedrijfsopbrengsten 6.000 8