Blaasinstillatie PATIËNTENBROCHURE

Vergelijkbare documenten
Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Blaasspoelingen. rkz.nl

Blaasspoeling met BCG

PATIËNTENINFO. Blaasspoelingen. Urologie

Afdeling: Urologie. Onderwerp: Blaasspoeling BCG/Immucothel/Mitomycine

Blaasspoeling met BCG

Blaasspoeling met BCG. Urologie

Blaasspoeling met Mitomycine

Blaasspoeling met cytostatica

blaasspoelingen met BCG

BLAASINSTILLATIE HET TOEDIENEN VAN MEDICAMENTEN VIA DE BLAAS

Blaasspoeling met Mitomycine. Urologie

Urologie. Blaasspoelingen

Blaasspoelen bij blaaspoliepen

Blaasspoeling met Epirubicine. Urologie

Blaasspoeling oncologisch

Blaasspoeling met Mitomycine

Blaasspoeling met BCG

Blaasspoelingen met een cytostaticum. Mitomycine

Blaasspoeling met Immucothel. Urologie

Urologie. Blaasspoeling BCG.

Blaasspoeling die werkt op het immuunsysteem

Blaasspoeling met BCG

UROLOGIE. Blaasspoelingen BEHANDELING

Blaasspoeling met Mitomycine

BCG.

Blaasspoeling (met BCG)

Blaasspoeling (met Mitomycine)

Blaasspoelingen. Afdeling urologie

Blaasspoeling met mitomycine

Blaasspoeling bij interstitiële cystitis

Blaasspoeling oncologisch

Blaasspoeling met mitomycine

Urologie. Blaasinstillatie met cytostatica of immuunmodulatoren

Blaasspoelen met BCG/Mitomycine/Epirubicine

Patiënteninformatie. Blaasspoeling met BCG

Blaasspoelingen Radboud universitair medisch centrum Radboud universitair medisch centrum

BLAASINSTILLATIE TOEDIENEN VAN MEDICIJNEN IN DE BLAAS

Urologie. Patiënteninformatie. Blaasspoelingen na een operatie. Slingeland Ziekenhuis

Blaasinstillatie met cytostatica of immuunmodulatoren

Mitomycine blaasspoelingen

Blaasspoeling met cytostatica tijdens de opname na een blaasoperatie

Blaasspoeling met cytostatica tijdens de opname na een blaasoperatie

Blaasspoelingen. Urologie

Patiënteninformatie. Blaasspoeling met Mitomycine

Inhoud. Blaasspoeling

Blaasspoelingen met het BCG-vaccin

Blaasspoeling met BCG

Inhoud. Blaasspoeling (BCG)

7. De behandeling. Blaasspoelingen met BCG

Blaasspoeling met BCGoplossing

PATIENTENBROCHURE Urodynamisch Onderzoek (UDO)

Blaasspoeling met Chemotherapie

In dit document vindt u meer informatie over het verloop van de behandeling. Hebt u nog vragen, stel ze dan gerust.

Consultatie Urologie BLAASINSTILLATIE

Blaasspoelen met BCG-Medac

Blaasspoeling met cytostatica

Blaasspoelingen. Havenziekenhuis. Andere vormen van behandeling

Blaasspoelingen met mitomycine of epirubicine

PATIËNTEN INFORMATIE. Blaasspoeling

BCG blaasspoelingen. Urologie. Bij blaaskanker

Patiënteninformatie. Uw therapie: Mitomycine Blaasspoeling

Blaasspoelingen met BCG

Blaasspoeling met cytostatica Synergo behandeling

Eenmalige blaasspoeling

PATIËNTEN INFORMATIE. Blaasspoeling

urologie blaasspoelingen preventie nieuwe blaaspoliepen

Urologie TUR blaas 1

Inleiding Mitomycine blaasspoeling De operatie Voorbereiding De operatie Na de operatie... 2

Blaasspoelingen. (preventie nieuwe blaaspoliepen) Dr. T. Debacker Dr. D. Arnold Dr. C. D Hont Dr. M. Sorber Dr. N. Toussaint

UROLOGIE. TUR blaas. Meneer, mevrouw

Blaasspoelingen met Gemcitabine

Urodynamisch onderzoek urologie

Blaasinstillatie. Afdeling urologie

Blaasspoeling. Urologie

Nabehandeling voor oppervlakkige blaasgezwellen met BCG of Mitomycine-C SAP 13554

Urodynamisch onderzoek. Cystometrie-Drukmetingen

Transurethrale resectie van de blaas (TURB)

Urodynamisch onderzoek urologie

Blaasspoelingen met MMC

EENMALIGE BLAASSPOELING MET MYTOMYCINE NA DE OPERATIE FRANCISCUS VLIETLAND

Blaasspoelingen met Gemcitabine

Het verwijderen van een poliep in de blaas middels de Tur methode

Urodynamisch onderzoek. Cystometrie-Drukmetingen

Blaasonderzoek/cystoscopie

Dubbel J-katheter (JJ-katheter)

Binnenkort wordt bij u een onderzoek van uw blaas uitgevoerd. In deze folder willen wij u informeren over dit onderzoek.

Urodynamisch onderzoek

Urologie. Cystoscopie.

Urodynamisch onderzoek

Blaaskanker 6 november 2017

Urodynamisch onderzoek

Retrograde Pyelografie onderzoek van de hogere urinewegen

1 Inleiding Voorbereiding Uitvoering van het onderzoek Nazorg Bijwerkingen... 4

Transurethrale resectie van een

Röntgenonderzoek van de urineleider

Diagnostisch onderzoek van de blaas

dasfwefsdfwefwef Cystoscopie

Urodynamisch onderzoek

Transurethrale resectie van blaaspoliep(en)

Afdeling: Urologie. Onderwerp: Urodynamisch onderzoek

Transcriptie:

PATIËNTENBROCHURE Blaasinstillatie

Inhoudstafel Algemeen 4 Soorten medicijnen 4 Voorbereiding 5 Blaasinstillatie 5 Nazorg 6 Bijwerkingen 7 Verdere opvolging of controle 7 Verhinderd 7 Uw persoonlijke aantekeningen 8 Inlichtingen en afspraken: secretariaat urologie Sint-Dimpna Ziekenhuis 014/57.70.21 J.B. Stessensstraat 2-2440 GEEL Voor dringende zorgen : spoedgevallen Sint-Dimpna Ziekenhuis 014/57.70.00 J.B. Stessensstraat 2-2440 GEEL www.azstdimpna.be 2

Geachte Heer, Geachte Mevrouw, U wordt in het Sint-Dimpna Ziekenhuis Geel opgenomen op het dagziekenhuis voor een blaasinstillatie. Dit is het inspuiten van een bepaalde vloeistof in de blaas. De uroloog heeft u de redenen voor deze behandeling uitgelegd. In deze brochure vindt u bijkomende informatie over het verloop van uw verblijf in het ziekenhuis en bijzonderheden met betrekking tot deze behandeling. Heeft u na het lezen van deze brochure nog bijkomende vragen, aarzel dan niet om ze met de artsen of verpleegkundigen of andere medewerkers van de dienst Urologie te bespreken. Het medisch en verpleegkundig team van de dienst Urologie en Daghospitaal wensen u een zo aangenaam mogelijk verblijf in het ziekenhuis. Dr. F. Deroo Dr. W. Gelders Dr. Ph. den Hollander Dhr. Paul Willems Uroloog Diensthoofd Urologie Uroloog Uroloog Hoofdverpleegk. Daghospitaal www.azstdimpna.be 3

Algemeen Zoals u reeds heeft gehoord van uw behandelende uroloog, werden er in uw blaas poliepen vastgesteld. Hoewel deze poliepen in principe een agressieve soort van kwaadaardigheid kunnen bereiken, blijven zij bij u beperkt tot het slijmvlies van de blaas en werden deze oppervlakkige poliepen door middel van een operatie langs de plasbuis in hun geheel verwijderd. Bij meer dan 50% van de patiënten zullen zij echter vroeg of laat terugkeren, waarbij zij soms langzaam kwaadaardiger worden en verder de blaaswand ingroeien. Daarom is het vaak niet voldoende om uitsluitend de poliepen te verwijderen. Even belangrijk is het om zoveel mogelijk te verhinderen dat deze terugkeren. Met behulp van blaasinstillaties is het mogelijk de kans dat deze poliepen terugkomen, te verkleinen. Er zijn meerdere middelen die voor blaasinstillaties worden gebruikt. Welk middel noodzakelijk is, wordt in uw geval zorgvuldig door uw uroloog bepaald. Uw uroloog bepaalt van te voren hoeveel blaasinstillaties in uw geval nodig zijn. Het aantal kan variëren afhankelijk www.azstdimpna.be 4

van de aard van de poliep en heeft ook te maken met het aantal keren dat u al eerder poliepen heeft gehad. Vooraf kan uw uroloog geen garantie bieden of in uw geval de instillaties op korte of lange termijn succesvol zullen zijn. In deze brochure vindt u hierover bijkomende informatie. Soorten medicijnen Er worden twee soorten medicijnen gebruikt, namelijk: celdodende en celdelingremmende medicijnen (of cytostatica) medicijnen die een afweerreactie tegen kankercellen stimuleren (of immuno-modulatoren) Cytostatica zijn medicijnen die sterk werken op cellen die snel delen, zoals kwaadaardige cellen, en minder sterk op gezonde cellen. Tijdens een blaasinstillatie blijft het cytostaticum dat voor de blaasinstillaties gebruikt wordt (Mitomycine-C ) één uur in de blaas. Deze behandeling wordt meestal gedurende zes tot twaalf maanden na de operatie gegeven. Patiënten met laag risico blaaspoliepen krijgen meestal één instillatie binnen 12 tot 24 uur na de ingreep (TUR blaas). De immunostimulantia (Oncotice ) bestaan uit een bacterie, die specifiek is gewijzigd, zodat die kan gebruikt worden als geneesmiddel. Deze geneesmiddelen stimuleren bepaalde delen van het immuunsysteem. Oncotice bevat een stof die BCG bevat. BCG staat voor Bacillus Calmette-Guérin en is een vaccin tegen tuberculose, dat www.azstdimpna.be 5

ook werkzaam blijkt bij blaaskanker. De blaas reageert op de immunostimulantia met een krachtige afweerreactie. Deze afweerreactie leidt tot de vernietiging van de abnormale cellen. De behandeling is daarmee een vorm van immunotherapie. Dit is een behandeling met medicijnen die een afweerreactie tegen kwaadaardige cellen stimuleert. Gewoonlijk wordt eerst zes weken lang, één keer per week, een blaasinstillatie gegeven. Afhankelijk van het middel volgt daarna gedurende een jaar een onderhoudsbehandeling, waarbij het middel maandelijks wordt toegediend. Zo wordt het risico van terugkeer of verder groeien van de tumor verminderd. Voorbereiding Het is van belang dat, voordat u met de behandeling begint, de blaas helemaal vrij is van poliepen. Enkele weken na de operatie komt u op het dagziekenhuis voor de eerste blaasinstillatie. Vóór elke nieuwe blaasinstillatie wordt u gevraagd naar de mogelijke bijwerkingen. Indien bij u een urineweginfectie wordt geconstateerd, wordt de instillatie uitgesteld. Drink zes uren voorafgaande aan de spoeling zo weinig mogelijk en gebruik de ochtend van de behandeling geen plastabletten (bijvoorbeeld Lasix of Furosemide ). U wordt verzocht op de dag van de behandeling s morgens te douchen of te baden, waarbij extra aandacht gevraagd wordt voor het onderlichaam. Dit is bedoeld om infectie te voorkomen. www.azstdimpna.be 6

Op het afgesproken tijdstip meldt u zich aan de receptie van het dagziekenhuis na inschrijving in het ziekenhuis. U komt naar het ziekenhuis met een volle blaas. Blaasinstillatie Eerst wordt de blaas helemaal leeg gemaakt door middel van een katheter. Een katheter is een dun flexibel slangetje dat via de plasbuis in de blaas wordt gebracht. Hierbij wordt een verdovende gel gebruikt. Daarna worden medicijnen, die opgelost zijn in een vloeistof (ongeveer 50 ml), in de blaas gebracht via dit buisje. Deze vloeistof blijft gedurende 1 uur in de blaas. Nadien zal deze vloeistof verwijderd worden via de katheter. De katheter wordt tenslotte ook verwijderd. Als de blaas goed leeg blijft, kunnen de medicijnen de hele blaaswand bereiken en hebben daardoor een beter effect. Daarom moet u vóór en tijdens de instillatie zo weinig mogelijk drinken. Wij adviseren om na de behandeling het onderlichaam te wassen met water en zeep en goed te drogen. Vanwege mogelijke resten medicijnen die schadelijk kunnen zijn, is het wel aan te bevelen voorzichtig te zijn. Het advies aan www.azstdimpna.be 7

mannen is bijvoorbeeld om zittend te plassen (om opspatten te voorkomen) gedurende 72 uur. Voor een blaasinstillatie zal u meestal ongeveer anderhalf uur in het ziekenhuis blijven. Nazorg Na de blaasinstillatie mag u het ziekenhuis verlaten. Vermijd huidcontact met de vloeistof. Mannen kunnen het beste zittend plassen. Spoel het toilet twee keer goed door na elke plasbeurt gedurende 72 uur. Bij morsen van urine buiten het toilet, moet de omgeving goed gereinigd worden. Bevuilde kleding en ondergoed kunnen gewoon in de was. Naast huishoudelijke maatregelen en normale hygiëne moeten geen extra voorzorgen genomen worden. Het is raadzaam op de dag van de instillatie en de dag erna geen geslachtsgemeenschap te hebben. Bijwerkingen De meeste patiënten verdragen blaasinstillaties probleemloos. Als er toch bijwerkingen optreden, beperken deze zich gewoonlijk tot irritatie van de blaas zoals frequente aandrang om te plassen, pijnlijk of www.azstdimpna.be 8

branderig gevoel in de blaas en de plasbuis, moeite met ophouden van de urine, vaker moeten plassen, bloed of weefseldeeltjes bij de urine. Vrijwel altijd zijn deze verschijnselen verdwenen op de dag na de spoeling. Zo niet, dan kunnen de symptomen zo nodig door uw uroloog behandeld worden met medicamenten. Enkele soorten blaasinstillaties (o.a. Oncotice ) kunnen behalve blaasklachten ook algemene ziekteverschijnselen teweeg brengen zoals koorts, koude rillingen, spierpijn en griepgevoel. Uw uroloog zal u hierover inlichten en tevens aangeven hoe u moet handelen bij dergelijke verschijnselen. Ook deze bijwerkingen zijn uitstekend te behandelen. Een andere bijwerking die kan optreden is irritatie van de huid. Om dit te voorkomen, is het van belang onderstaande adviezen op te volgen: Vermijd huidcontact met de vloeistof. Mannen kunnen het beste zittend plassen na de blaasinstillatie. Reinig uw onderlichaam, nadat u de eerste keren heeft geplast. Na het stoppen van de behandeling herstelt het slijmvlies zich en verdwijnen de klachten meestal één dag na de laatste instillatie. Blijven de klachten langer bestaan, neem dan contact op met uw behandelend arts. Dat is ook verstandig als u zich in algemene zin niet lekker voelt en koorts (boven 38,5 C) en/of gewrichtszwellingen krijgt. De genoemde klachten zijn over het algemeen goed te behandelen. Wel is het soms nodig om verdere spoelingen uit te stellen of zelfs helemaal te stoppen met de spoelingen. www.azstdimpna.be 9

Verdere opvolging of controle Om het effect van de instillaties te controleren zal uw uroloog in het eerste jaar na de verwijdering van de poliepen om de drie maanden in uw blaas kijken (cystoscopie). Behalve deze controle cystoscopie zal uw uroloog regelmatig de urine controleren op eventuele blaasontsteking en poliepcellen. Zijn er na één jaar controle geen poliepen teruggekomen, dan is de kans dat u poliepvrij blijft, toegenomen. Maar ook na jaren kunnen poliepen nog opnieuw verschijnen. Het aantal keren dat uw uroloog in de volgende jaren uw blaas zal controleren, wordt met u afgesproken. Mochten bepaalde instillaties bij u niet helpen, dan kan zo nodig eventueel overgeschakeld worden op een ander type instillatie. Ook dit wordt dan met u besproken. www.azstdimpna.be 10

Verhinderd Als u verhinderd bent voor de afspraak van de blaasinstillatie, wilt u dit dan zo spoedig mogelijk melden aan uw arts. Het medicijn is namelijk kostbaar en maar zeer kort houdbaar. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Het medisch en verpleegkundig team wenst u een spoedig herstel!!! Indien u nog vragen heeft, kan u steeds contact opnemen met: Raadpleging Urologie tel. 014/57.70.21 Dr. F. Deroo Dr. W. Gelders Dr. Ph. den Hollander Dhr. Paul Willems Daghospitaal Uroloog Diensthoofd Urologie Uroloog Uroloog Hoofdverpleegkundige www.azstdimpna.be 11

Uw persoonlijke aantekeningen: www.azstdimpna.be 12