Blaasspoelen met BCG/Mitomycine/Epirubicine

Transcriptie

1 Urologie Blaasspoelen met BCG/Mitomycine/Epirubicine Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep

2

3 De uroloog heeft met u gesproken over het doel van blaasspoelingen. De gevolgen en de risico s ervan worden in deze folder behandeld. Om de blaasspoelingen goed te laten verlopen, is uw medewerking belangrijk. Volgt u daarom de aanwijzingen van de uroloog op en lees deze informatie goed door. Bijzondere omstandigheden kunnen voor wijzigingen zorgen. Deze zal de uroloog altijd met u bespreken. Indicatie De uroloog heeft bij u één of meerdere blaastumoren gevonden. Deze tumoren zijn in principe kwaadaardig maar blijven meestal beperkt tot het slijmvlies van de blaas en kunnen via de plasbuis worden verwijderd. (zie brochure: TURB (transurethrale resectie blaastumor ). Bij een aantal patiënten, komen deze tumoren terug en is het verwijderen van de tumoren alleen niet voldoende. De blaasspoelingen verkleinen de kans dat de tumoren terugkomen. Blaasspoelingen Er zijn verschillende behandelmogelijkheden die gebruikt kunnen worden voor blaasspoelingen: Immunotherapie (BCG = Bacillus Calmette-Guerin). Bij immunotherapie wordt een BCG-spoeling in de blaas gebracht, die er voor zorgt dat het afweersysteem in de blaas wordt geactiveerd; Chemotherapie (Mitomycine en Epirubicine) Bij chemotherapie worden celremmende stoffen (cytostatica) gebruikt. Hierdoor kunnen de tumorcellen zich minder goed vermenigvuldigen of zich opnieuw vormen. De uroloog bepaalt aan de hand van de aard van de tumor welke behandelmogelijkheid voor u het beste is en hoeveel blaasspoelingen in uw geval nodig zijn. Dit kan variëren van wekelijkse tot maandelijkse spoelingen. Voorbereiding U mag 4 uur vóór de spoeling en zolang de spoeling in de blaas zit niet (of weinig) drinken, om te voorkomen dat u de spoeling te vroeg uit plast. Bij gebruik plastabletten: neem de plastabletten na de behandeling en niet ervoor. Ook is het verstandig om op de dag van de spoeling niet teveel activiteiten te plannen. 1 uur van te voren niet meer gaan plassen dit i.v.m. de urinecontrole (op ontstekingscellen en bloed) die nog zal gebeuren.

4 De behandeling Voor iedere blaasspoeling zal de verpleegkundige u vragen of u na de vorige keer last hebt gehad van bijwerkingen. Deze zal zij noteren in uw medisch dossier en zo nodig zal zij overleggen met de uroloog of u de spoeling mag krijgen. De verpleegkundige brengt vervolgens een katheter (klein slangetje) in de blaas via uw urinebuis. Dit kan een vervelend gevoel zijn. De katheter heeft wel een glad laagje waardoor hij min of meer de plasbuis inglijdt. De eventueel in uw blaas aanwezige urine wordt opgevangen en gecontroleerd op de aanwezigheid van infectie. Via deze katheter wordt de spoeling in de blaas gebracht. Daarna wordt de katheter verwijderd. Het is de bedoeling dat u de spoeling 1 uur, beter nog 2 uur in uw blaas houdt zodat deze goed kan inwerken. Daarna mag u de spoeling uitplassen op het toilet (zie plassen ). U moet in het ziekenhuis blijven totdat u geplast hebt. Het is belangrijk dat u nadat u de spoeling hebt uitgeplast extra drinkt om klachten te voorkomen. Drink tenminste 6-8 glazen koffie, thee, limonade of water. Na de behandeling Plassen Het uitplassen van de spoeling kunt u het beste zittend op het toilet doen. Na het uitplassen van de spoeling is het belangrijk dat u het toilet (met deksel erop) twee keer goed doorspoelt. Was handen en geslachtsdelen na toilet bezoek tot twee dagen na de blaasspoeling met ruim voldoende water en zeep. Als u urine morst buiten het toilet, vragen wij u deze omgeving goed te reinigen, om zo andere mensen in uw omgeving niet in contact te laten komen met de vloeistof. Na een BCG spoeling moet u het toilet schoonmaken met chloor. Na een Chemospoeling (mitomycine/epirubicine) moet u het toilet schoonmaken met een PH- neutrale zeep zoals groene zeep. Ons advies is om tot twee dagen na de spoeling nog zittend te plassen omdat niet bekend is hoe lang er nog resten van de spoeling in de blaas zitten. Besmette kleding en ondergoed kunnen gewoon in de was.

5 Geslachtsgemeenschap: Bij BCG tot een week na de blaasspoeling niet; of gebruik een condoom. Bij Chemospoeling(mitomycine/epirubicine) tot twee dagen na de blaasspoeling niet; of gebruik een condoom. Algemene bijwerkingen Er zijn grote verschillen in hoe blaasspoelingen worden ervaren. Meestal zijn er geen of slechts milde bijwerkingen. Bijwerkingen beperken zich gewoonlijk tot klachten aan uw blaas, bijvoorbeeld: veelvuldige aandrang om te plassen, moeite met het ophouden van de plas, pijnlijk of branderig gevoel in de blaas en plasbuis, bloed of weefseldeeltjes in de plas. Deze verschijnselen zijn vaak na twee dagen vanzelf over. Door veel te drinken zullen eventuele bijwerkingen sneller verdwijnen. Als u een blaasontsteking hebt, wordt de blaasspoeling uitgesteld omdat u met een blaasontsteking meer bijwerkingen kunt krijgen. De ontsteking wordt in dit geval eerst met antibiotica behandeld. Als u volgens uzelf of volgens de uroloog te veel last hebt van bijwerkingen, dan wordt de behandeling gestopt of uitgesteld en zal de uroloog samen met u zoeken naar een andere behandeling. Bijwerkingen Immunotherapie (BCG) Bijwerkingen van de immunotherapie kunnen zijn: De dag van de spoeling en de dag erna kunt u zich wat grieperig voelen. (koorts,spierpijn, niet lekker). U kunt hiervoor gewoon paracetamol innemen. Bij koorts boven de 38,5 die langer duurt dan 12 uur moet u contact opnemen met de uroloog. Het kan gebeuren dat u ontstekingen krijgt van de lever, longen, prostaat of nieren. Maar dit komt bijna nooit voor. In zeldzame gevallen treedt na toediening van BCG een ziekte op, die in lichte mate lijkt op tuberculose. In dat geval wordt u in het ziekenhuis opgenomen en behandeld met geneesmiddelen tegen tuberculose. De ziekte geneest vrijwel altijd restloos.

6 Bijwerkingen Chemotherapie (mitomycine/epirubicine) De celdodende middelen die in de blaas worden gedaan, komen niet in het bloed terecht. Deze vorm van chemotherapie heeft dus in principe geen invloed op de rest van het lichaam. Bijwerkingen van de chemotherapie kunnen zijn: bij % van de patiënten komt blaasirritatie voor. bij spoeling met Mitomycine krijgt 10 % van de patiënten huiduitslag. In de meeste gevallen kunnen deze klachten met medicijnen worden behandeld. Controle De behandeling met blaasspoelen voorkomt niet in alle gevallen dat er nieuwe blaastumoren ontstaan. De uroloog zal de eerste jaren na uw operatie regelmatig uw blaas onderzoeken door middel van een cystoscopie (zie brochure cystoscopie) om te zien of er zich nieuwe tumoren hebben gevormd. Daarnaast wordt uw urine gecontroleerd op blaasontsteking en op blaastumorcellen. Zo nodig laat de uroloog ook een echo of CT-scan van uw nieren en/of urinewegen maken. De afspraken voor deze onderzoeken zullen door de secretaresse worden gemaakt. Tot slot Omdat de spoelvloeistof speciaal voor u wordt klaargemaakt vragen wij u om op tijd af te bellen als u niet kunt komen of bloed in de urine hebt of koorts hebt. Vragen In deze folder staat algemene informatie die is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts. Bijzondere omstandigheden kunnen tot veranderingen leiden. Dit zal altijd door uw uroloog met u besproken worden. Hebt u na het lezen van deze folder vragen, dan kunt u op werkdagen contact opnemen met de polikliniek Urologie. Telefoonnummer, (0515) Buiten deze uren kunt u, bij een spoedgeval, contact opnemen met de SpoedEisend Hulp (SEH) via de receptie van het ziekenhuis. Telefoonnummer: (0515)

7 Algemene informatie over blaaskanker vind u op de volgende websites:

8 Antonius Ziekenhuis Bolswarderbaan ZK Sneek Urkerweg BX Emmeloord Vissersburen EB Lemmer Postadres Postbus BA Sneek Telefoon