Ontstaan en groei van de EU



Vergelijkbare documenten
Ontstaan en groei van de EU

DOEL A. ACHTERGRONDINFORMATIE. 1. Basistekst voor de docent

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

KIJK VOOR MEER INFORMATIE EN LESTIPS OP HET STARTPUNT VOOR EUROPA IN HET ONDERWIJS. werkvel - 1. Tweede Fase Havo/vwo

De groei van de Europese Unie

Eureka Europa! Een didactisch pakket voor leerlingen van het 5de en 6de leerjaar basisonderwijs

Eureka Europa! Een didactisch pakket voor leerlingen van het 5de en 6de leerjaar basisonderwijs

ONTSTAAN VAN DE EUROPESE UNIE

EUROPA. meer samen bouwen!

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

DE BRIEVEN BRIGADE HET VERHAAL VAN DE EUROPESE UNIE TIJDSLIJN

Hoe is de EU tot stand gekomen?

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

Wat is de Europese Unie?

Wie bestuurt de Europese Unie?

TRACTATENBLAD VAN HET

Kijktip: Nieuwsuur in de Klas

SAMENVATTING SYLLABUS

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

Wie bestuurt de Europese Unie?

VOORBEREIDEND KNUTSELWERK

Wie bestuurt de Europese Unie?

Europa in een notendop

5,2. 1.Het ontstaan van de Europese Unie. 2.Geschiedenis van de EU: Werkstuk door een scholier 1839 woorden 10 oktober keer beoordeeld

Instructie: Wat weet je van de landen van de EU?

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

MODULE V. Ben jij nou Europees?

DE EUROPESE UNIE MAVO Naam: Klas:

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank

1. Democratie blz De staatsinrichting van Nederland blz Het kabinet en het parlement. 3. De Grondwet blz

Het verhaal van Europa

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN OVERZICHT

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Wie beslist wat? Duur: minuten. Wat doet u?

Instructie: Landenspel light

Ik ben de Kaart. De Kaart is een juffrouw, maar die is best een beetje ijdel! DE LIDSTATEN GROEP 7 8

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU

DE EUROPESE UNIE EERSTE EN DE WERKVORM IN HET KORT

De organisatie van de EU

Deel 2. Supranationale instellingen na 1945: op weg naar wereldvrede? 6. De Europese Unie

Instructie: Quiz EU - Test je kennis!

Tarieven Europa: staffel 1

TRACTATENBLAD VAN HET

nr. 726 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 27 juni 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland

Arbeidsmarkt allochtonen

Hoofdstuk 7 Samenwerking in Europa

Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief

TRACTATENBLAD VAN HET

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Onderzoek gunstige prijsligging.

TRACTATENBLAD VAN HET

nr. 272 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 23 januari 2018 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland

DE BRIEVENBRIGADE HET VERHAAL VAN DE EUROPESE UNIE

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Doelen. Begin van het spel. Handleiding EU-spel

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

De Europese Unie: 500 miljoen mensen 27 landen

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

Tarieven Europa: staffel 1

DE BRIEVEN BRIGADE HET VERHAAL VAN DE EUROPESE UNIE

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I

TRACTATENBLAD VAN HET

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING

Gewoonlijk verblijvende bevolking (Usual residence population - Urespop) Kees Prins, projectleider Urespop

jaar EEG/EU; Vanaf 1989 mede bezien vanuit Pools perspectief

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Europese feestdagen 2018

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

Praktische opdracht Economie Gevolgen voor Nederland bij toetreding van Turkije aan de E.U.

T4 Oefen SED Geschiedenis Module 6

deeultûrele grens de natuurlijke grens onafhankelijk de open grens de $~aatkundi "" ~...de 't-aalg(ens Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1

Ik ben Steenkool. Nooit meer oorlog groep 7-8. De Steenkool, een beetje Limburg is hem niet vreemd. En hij is niet zo goed in Engels.

Europese feestdagen 2017

#BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling

Werkvel opdracht 9 (Onderhandelingsspel: hoe neem je samen moeilijke besluiten?)

Europese feestdagen 2019

DE BRIEVEN BRIGADE HET VERHAAL VAN DE EUROPESE UNIE

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen

Toeslagen Belastingdienst. Berekening zorgtoeslag 2018

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

TRACTATENBLAD VAN HET

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 84

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Opdracht 1: Gebruik kaart 1: Europa; Landen en hoofdsteden. Opdracht 2: Gebruik kaart 2: Europa; Wateren en gebergten.

Majesteit, Koninklijke Hoogheid, excellenties, dames en heren,

Transcriptie:

ZEG EENS, Hoe is de Europese Unie ontstaan en gegroeid? Inleiding De Europese Unie is ontstaan in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Men geloofde dat alleen een duurzame vrede kon zorgen voor stabiliteit en welvaart op het Europese continent. Daarom besloten de landen op economisch vlak samen te werken. Want landen die handel drijven, worden afhankelijk van elkaar en raken minder snel in conflict. Doorheen de jaren werd de samenwerking steeds hechter en groeide de EU uit tot een succesvol democratisch project van 28 lidstaten. In dit hoofdstuk schetsen we het ontstaan en de groei van de Europese Unie. Doelstellingen De leerlingen/cursisten begrijpen dat het idee voor de Europese samenwerking gegroeid is vanuit de traumatiserende oorlogservaringen op ons continent. Door samen te werken willen de Europese landen vermijden dat ze ooit nog met elkaar in de clinch gaan. De leerlingen/cursisten zien in dat vrede de basisvoorwaarde is om welvaart te kunnen opbouwen. Als een oorlog alles weer stuk maakt, kan er geen welvaart ontstaan. De leerlingen/cursisten leren de belangrijkste stappen van de Europese samenwerking kennen. Opdrachten voor leerlingen/cursisten 1. Kennisopdrachten Opdracht 1: Het ontstaan en de groei van de Europese Unie Bekijk het blad met foto s over het ontstaan en de groei van de Europese Unie en hoe je de gevolgen ervan kan zien in het dagelijks leven. Bekijk de foto s grondig en beantwoord per foto volgende vragen: Wat zie je op de foto s? Wat heeft dit met de Europese Unie te maken? Waarom houdt de Europese Unie zich volgens jou hiermee bezig?

Ontstaan en groei van de EU Opdracht 1: Het ontstaan en de groei van de Europese Unie (klassikale opdracht) Kopieer het fotoblad (vooraan dit hoofdstuk) voor alle leerlingen/cursisten of projecteer het. Vraag de leerlingen/cursisten de foto s te bekijken en de bijhorende vragen te beantwoorden. Kies zelf of je foto per foto bespreekt of als je eerst voor alle foto s de eerste vraag bespreekt, daarna de tweede, om te eindigen met de derde. Wie wil, kan na de opdracht een klasgesprek op gang brengen a.d.h.v. onderstaande vragen. Je geeft daarbij aan dat de leerlingen/cursisten bij de eerste opdracht vier basisprincipes van de Europese Unie ontdekten: Vrede, welvaart, democratie en mensenrechten en samen groeien. Vrede: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto s gaan over vrede? o Waarom zijn de Europese landen gestart met samenwerken? o Wat is de link tussen kolen/staal en oorlog of vrede? o Ken je mensen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt of zag je er al films of documentaires over? Wat waren de grootste problemen na de oorlog? Hoe zag het leven eruit? Welvaart: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto s gaan over welvaart? o De Europese landen werken heel nauw samen op economisch vlak. Hoe kan je dat zien? Ken je hier voorbeelden van? Democratie en mensenrechten: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto s gaan over democratie en mensenrechten? o Ken je landen waar de mensenrechten niet gerespecteerd worden? o Is de Europese Unie zélf democratisch? Heb jij als Europese burger ook iets te zeggen? Samen groeien: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto s gaan over samen groeien? o Hoeveel landen zijn gestart met de Europese samenwerking? En hoeveel leden telt de Europese Unie nu? o Welke landen kunnen in de toekomst misschien nog toetreden? o In het begin werd vooral op economisch vlak samengewerkt. Ken je nog domeinen waarop de Europese landen nu samenwerken? Opdracht 2: Waarom is de EU ontstaan? Hieronder vind je enkele uitspraken. Schrijf er telkens naast of de uitspraak gedaan werd tijdens een periode van vrede of in oorlogstijd. 1. Er is een overvloed aan producten in de supermarkt. Elke dag kan ik eten waar ik zin in heb. 2. Mijn vader is opgeroepen om naar het front te gaan. Omdat hij de

enige was die werkte, moeten wij nu overleven van het spaargeld van mijn ouders. 3. Gisteren hebben we de hele dag geschuild in de kelder omdat het bomalarm had geluid. 4. Volgende week vertrekken we met enkele vrienden op vakantie naar het Zwarte Woud in Duitsland. 5. Als ik naar school ga, moet ik altijd voorbij een controlepost van soldaten passeren. 6. Deze week is het weer gewoonweg schitterend. De terrasjes worden overspoeld door dorstige mensen. 7. Onze airco op het werk was gisteren stuk. Gelukkig kwam er snel iemand om de airco te herstellen. 8. Vanmorgen zijn we nog voor zonsopgang bomen gaan hakken in het bos. Dat is verboden, maar er is nergens hout te verkrijgen. Hoe moeten we de kachel anders doen branden? 9. Er is niet voldoende voedsel voor iedereen. Daarom krijgt iedereen een aantal voedselbonnen. Zijn die op, dan kan je geen voedsel meer kopen. Opdracht 2: Oorlog en vrede (individuele opdracht) Met deze opdracht ondervinden de leerlingen/cursisten welke gevolgen de oorlog had op het dagelijkse leven. Hierdoor wordt de ontstaansreden van de EU Nooit meer oorlog in de verf gezet. De leerlingen/cursisten vullen zelf aan in de rechterkolom als het om oorlog of vredestijd gaat. Opdracht 3: Tijdslijn met krantenartikels en foto s over de Europese integratie Bij deze opdracht vind je een tijdslijn van de afgelopen halve eeuw. Op de tijdslijn staan een aantal krantenartikels die iets meer vertellen over het Europese integratieproces. Bij sommige artikeltjes hoort een foto. Plaats de juiste foto bij het juiste artikel. Zoek daarna in de tekstjes een antwoord op de onderstaande vragen. 1. Over welke oorlog spreekt men in de artikeltjes van de jaren 40? Wanneer vond die oorlog plaats? Welke landen waren toen de grote aartsvijanden? 2. Wat is het verband tussen het artikeltje Start Europese samenwerking en de artikeltjes van de jaren 40? 3. Waarom startte de Europese samenwerking net op het gebied van kolen en staal? 4. Hoeveel landen zijn gestart met die Europese samenwerking? Welke landen waren dat? 5. Op welke domeinen gingen de landen van de EGKS in 1957 ook nog samenwerken? 6. De afkorting EEG staat voor Europese Economische Gemeenschap. Zoek eens op waarvoor de afkorting EGA staat. (Tip: Het gebouw dat voor de Expo 58 gebouwd werd, verwijst ook naar de laatste letter van deze afkorting.) 7. Uit artikel Start Expo 58 kan je een belangrijk voordeel van de Europese samenwerking halen. Welk? 8. Welke drie landen traden tot de EG toe in 1973? 9. Wanneer werden de eerste rechtstreekse verkiezingen van het Europees Parlement gehouden? 10. Welke landen traden tot de Europese samenwerking toe in de jaren tachtig? Reken eens uit met hoeveel landen ze toen al samenwerkten. 11. Welke gebeurtenis heeft ervoor gezorgd dat ook landen uit Oost-Europa lid konden worden van de Europese Unie? 12. Met welk verdrag beslisten de lidstaten dat de euro er zou komen? In welk land ligt die stad? 13. Hoeveel landen werden in 2004 lid van de Europese Unie?

14. Kan je uit het artikel over Oost-Duitsland (geschreven in 1996) opmaken waarom zoveel landen uit Oost-Europa lid wilden worden van de Europese club? 15. Welke landen werden lid in 1995? 16. Hoeveel lidstaten telt de Europese Unie nu? 17. In het Verdrag van Lissabon werd een Voorzitter van de Europese Raad (de Europese President ) voorzien. Weet je wie deze eerste president is? 18. Welke landen traden toe in 2007? En welk land in 2013? Opdracht 3: Tijdslijn met krantenartikels en foto s over de Europese integratie (individuele of groepsopdracht) Door de krantenartikels en foto s uit bijlage 4 ontdekken de leerlingen/cursisten op speelse wijze de belangrijkste momenten in de geschiedenis van de Europese Unie. Je kan de tijdslijn en foto s kopiëren en deze oefening individueel of in groep laten oplossen. Hierna overloop je klassikaal de foto s en de vraagjes. 2. Uitbreidingsopdrachten Opdracht 4: De Europese samenwerking groeit De Europese samenwerking bestaat ondertussen al meer dan zestig jaar. In de loop van de jaren legden de Europese landen die samenwerking vast in officiële documenten of verdragen. In de linkerkolom vind je een aantal Europese verdragen. Verbind het juiste verdrag met de juiste uitleg. 1. EGKS-verdrag. 1951 a. De Europese samenwerking liep heel erg goed. Zo goed zelfs dat de landen nog meer dingen samen wilden doen. Voortaan zouden ze niet meer enkel samenwerken op vlak van kolen en staal. Ook voor transport, landbouw en havenbeleid sloegen ze de handen in elkaar. Daarnaast gingen Europese lidstaten samen onderzoek doen naar atoomenergie. 2. EEG-verdrag en Euratom. 1957 b. De EU breidde uit van 15 naar 25 en later naar 27 en 28 lidstaten. Om vlot te blijven samenwerken zag iedereen in dat nieuwe afspraken moesten komen. De Europese instellingen moesten hervormd worden. Maar dat bleek geen eenvoudige klus. Men had 4 verdragen nodig om de klus te klaren. 3. Eenheidsakte. 1986 c. Dit verdrag moest ervoor zorgen dat de douanecontroles aan de grenzen verdwenen. Open grenzen zouden vanaf 1 januari 1993 de handel tussen de Europese landen makkelijker maken. 4. Verdrag van Maastricht. 1992 d. België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Italië werken samen op vlak van kolen en staal. 5. Verdrag van Amsterdam. 1997 Verdrag van Nice. 2001 Europese Grondwet. 2004 Verdrag van Lissabon. 2007 e. Tot nu toe werkten de landen vooral samen op vlak van economie. De Europese Unie moest voortaan ook zorgen voor meer veiligheid. Als er een probleem opduikt in de wereld, zoals de conflicten in het Midden-Oosten, dan wil Europa met één standpunt naar buiten komen.

Ontstaan en groei van de EU Opdracht 4: De Europese samenwerking groeit (individuele opdracht) De leerlingen/cursisten leren met deze opdracht de verschillende Europese verdragen kennen. Ze verbinden hiervoor het verdrag in de linkerkolom met de correcte beschrijving in de rechterkolom. Opdracht 5: Vraag- en antwoordspel over de Europese historiek Je krijgt kaartjes met vragen en kaartjes met antwoorden over de Europese samenwerking. Leg beide in aparte stapels. Lees om beurt een vraag. Weet je het antwoord? Kijk dan als deze bij jouw antwoorden ligt. Opdracht 5: Vraag- en antwoordspel over de Europese historiek (klassikale- of groepsopdracht) Met deze opdracht leren de leerlingen/cursisten op speelse wijze meer over de Europese historiek. In bijlage 5 vind je vragen en antwoorden over verschillende aspecten van de Europese samenwerking. Kopieer ze in twee verschillende kleuren en verknip ze tot vraag- en antwoordkaartjes. Voor de oefening verdeel je de kaartjes over de groep. Zorg ervoor dat iedereen zeker één vraag- en één antwoordkaartje heeft. Wanneer alle kaartjes zijn uitgedeeld, leest de eerste deelnemer een vraagkaartje voor. De anderen zoeken bij hun antwoordkaartjes of zij het kaartje met het juiste antwoord hebben. Opdracht 6: Stellingen rond de Europese samenwerking We geven je enkele stellingen. Noteer in de rechterkolom of ze juist of fout zijn? 1. Enkele Europese landen zijn gestart met de Europese samenwerking om oorlog in Europa te vermijden. 2. Er zijn vandaag 28 landen lid van de Europese Unie. 3. Vijf landen zijn in de jaren vijftig met de Europese samenwerking gestart. 4. Duitsland kwam pas na 15 jaar bij de EG. 5. Alle landen van de Europese Unie hebben de euro als officiële munt. 6. De Europese Unie heeft 290 miljoen inwoners. 7. De EU heeft zijn eigen feestdag. Die vieren we op negen mei. 8. Op de Europese vlag staat elke ster voor een lidstaat. 9. Op 1 januari 2002 kwamen de eurobiljetten en munten in omloop. 10. De Europese vlag is blauw gekleurd met 12 gele sterren erop. 11. De Europese Gemeenschap is net na de Eerste Wereldoorlog, in het begin van de jaren twintig, ontstaan. 12. De Europese Unie heeft een eigen volkslied. Opdracht 6: Stellingen rond de Europese samenwerking (klassikale opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Je kan deze oefening klassikaal doen ofwel eerst de leerlingen/cursisten laten zoeken naar het antwoord (eventueel met toegang tot internet). Achteraf overloop je samen de oplossingen.

Opdracht 7: De Europese vlag Ontstaan en groei van de EU Hieronder zie je zes vlaggen. Duid de Belgische, de Vlaamse en de Europese vlag aan. Van welke landen (of regio s ) zijn de overblijvende vlaggen? Waar zie je de Europese vlag soms hangen? Wekt de Europese vlag een bepaald gevoel bij je op? 1. 2.. 3. 4. 5. 6.. Opdracht 7: De Europese vlag (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Opdracht 8: De Europese feestdag Belangrijke zaken moeten gevierd worden en krijgen dan ook een eigen feestdag. Hieronder vind je er enkele. Verbind de juiste datum met de juiste feestdag. Weet je ook waarom we de Europese feestdag precies op die datum vieren? Waarom vieren we de andere feestdagen op die dagen? Belgische nationale feestdag Internationale Vrouwendag Feest van de Vlaamse Gemeenschap Dag van Europa Wapenstilstand Dag van de Arbeid 8 maart 9 mei 21 juli 11 november 1 mei 11 juli

Ontstaan en groei van de EU Opdracht 8: De Europese feestdag (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Opdracht 9: Het Europese motto en volkslied Naast een eigen feestdag heeft de Europese Unie ook een motto: Eenheid in verscheidenheid (of: In verscheidenheid verenigd ). Wat wordt hiermee bedoeld? Ga je akkoord? Ken je het Belgische volkslied? Kan je het zingen? Ken je ook het Europese volkslied? Beluister ze. Opdracht 9: Het Europese motto en volkslied (klassikale opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Je kan aan de leerlingen/cursisten het Europese volkslied en het Belgische volkslied laten horen. Voor het Europese volkslied is er geen officiële tekst. Opdracht 10: Woordpuzzel rond de Europese samenwerking 1. De afkorting van de naam van het eerste Europese verdrag, ondertekend in 1951. 2. De naam van de Europese munt. 3. Met de Europese samenwerking wou men dit probleem vermijden. 4. De stad waar het EEG- en het EGA-verdrag (Euratom) zijn afgesloten. 5. Een eiland dat in 2004 lid werd van de EU. 6. De achternaam van de eerste voorzitter van de Europese Raad ( president ). 1..... 2..... 3....... 4..... 5....... 6.......... Opdracht 10: Woordpuzzel rond de Europese samenwerking (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. De leerlingen/cursisten schrijven de antwoorden op de vragen in het rooster. Elke stip staat voor een letter. In de kolom ontdekken ze dan het kernwoord. Opdracht 11: De uitbreidingsgolven van de Europese samenwerking Sinds de start van de Europese samenwerking is het aantal lidstaten toegenomen van zes tot achtentwintig. Dit gebeurde in verschillende uitbreidingsgolven. Maar wanneer zijn welke landen lid geworden? Probeer de onderstaande tabel aan te vullen.

Kies uit: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Verenigd Koninkrijk, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië, Spanje, Zweden. 1951 1973 1981 + 1986 1995 2004 2007 2013 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 3. 3. 3. 3. 3. 4. 4. 5. 5. 6. 6. 7. 8. 9. 10. Opdracht 11: De uitbreidingsgolven van de Europese samenwerking (individuele opdracht) Deze opdracht herhaalt voor de leerlingen/cursisten de verschillende stappen van de Europese uitbreiding. Ze kunnen hiervoor eventueel ook het internet raadplegen of de fotopagina bekijken. Opdracht 12: Memory -spel om de EU-lidstaten beter te leren kennen Draai om de beurt twee kaartjes om. Horen ze bij elkaar, dan mag je ze houden en verder spelen. Niet gelijk? Draai dan beide kaartjes weer om en het is aan de volgende speler. Opdracht 12: Memory -spel om de EU-lidstaten beter te leren kennen (klassikale opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Met dit spel leren de leerlingen/cursisten welke landen tot de Europese Unie behoren. Kopieer hiervoor 2 keer bijlage 6 met de namen van de lidstaten van de Europese Unie. Verknip daarna de pagina s tot gelijke kaartjes. Je legt de kaartjes willekeurig op een tafel met de rugzijde naar boven. De eerste speler draait twee kaartjes om. Horen ze bij elkaar dan mag hij de kaartjes houden en nog een poging wagen. Indien niet, dan draait hij ze opnieuw om met de rugzijde naar boven. Dan is het aan de beurt van de volgende speler om twee kaartjes om te draaien. Enzovoort. Degene die het meeste duo s kan vormen, wint het spel. Eventueel kan je de oefening uitbreiden door ook de verschillende uitbreidingsgolven van de EU te overlopen. Je maakt een tijdslijn met daarop de verschillende data waarop de EU uitbreidde. Telkens iemand twee gelijke kaartjes heeft gevonden, hangt hij of zij die bij de juiste datum van toetreding. Opdracht 13: Stellingen over de EU-lidstaten Er zijn zeven groepjes. Elke groep krijgt 10 stellingen over lidstaten van de Europese Unie. Zoek bij elke stelling uit om welk land uit je lijstje het gaat.

Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Ontstaan en groei van de EU België, Frankrijk, Nederland, Luxemburg, Duitsland en Italië. Ierland, Verenigd Koninkrijk en Denemarken. Griekenland, Spanje en Portugal. Zweden, Finland en Oostenrijk. Estland, Polen, Slowakije, Hongarije en Malta. Letland, Litouwen, Tsjechië, Slovenië en Cyprus. Bulgarije, Roemenië en Kroatië. Opdracht 13: Stellingen over de EU-lidstaten (groepsopdracht) Zie bijlage 7. Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. De leerlingen/cursisten leren met deze opdracht meer over de achtergrond en kenmerken van de Europese lidstaten. Verdeel de klas maximaal in zeven groepjes met telkens een aantal landen. Geef elk groepje 10 stellingen over lidstaten van de Europese Unie (zie bijlage 7). De bedoeling is dat ze uitzoeken over welk land elke stelling gaat. Na afloop kan je eventueel de verschillende uitbreidingsgolven van de EU bespreken. Ook de kenmerken van de lidstaten die aan bod kwamen in de stellingen, kunnen overlopen worden. Meer informatie over de landen van de Europese Unie vind je in bijlage 1. Opdracht 14: Wat is democratie? Als een land wil toetreden tot de Europese Unie moet het aan een aantal voorwaarden voldoen. Een van die voorwaarden is de democratie respecteren. Maar wat is democratie eigenlijk? Zoek de definitie van democratie op in een woordenboek of op internet. Hieronder vind je een aantal uitspraken van inwoners van verschillende landen. Geef telkens aan of het over een democratisch land gaat of niet. 1. Rosa uit Cuba: In mijn land werd in 2001 een poging gedaan om de grondwet uit te breiden. Men wilde dat vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en persvrijheid rechten werden in Cuba. Dit werd echter geweigerd door de enige politieke partij in het land, de Communistische Partij. Achteraf heeft de Partij er zelfs voor gezorgd dat 75 mensen werden opgesloten omdat ze dat voorstel hadden verdedigd. 2. Jean uit Frankrijk: In Frankrijk staken we heel vaak. De Franse bevolking laat op deze manier weten aan de regering dat ze met iets niet akkoord gaat. We hebben hier ook recht op: in onze grondwet staat het recht op staken. Dit zorgt ervoor dat ook de Franse bevolking een zekere macht heeft en niet enkel de regering. 3. Britney uit Australië: Bij ons in Australië mogen we regelmatig gaan stemmen. Sommige mensen

vinden dit vervelend maar ik vind verkiezingen belangrijk. Door onze stem uit te brengen, beslissen we wie ons de komende jaren zal vertegenwoordigen in het parlement. 4. Abel uit Zimbabwe: In mijn land is president Mugabe al sinds 1980 aan de macht. Af en toe worden er wel verkiezingen gehouden, maar of die eerlijk verlopen, is niet altijd duidelijk. In 2008 mochten de Zimbabwanen een nieuwe president verkiezen. Ook bij deze verkiezingen werd volop gefraudeerd en gesjoemeld en dus heeft Mugabe weer gewonnen. Ik geloof niet echt meer in de Zimbabwaanse politiek! 5. Kim uit Noord-Korea: In Noord-Korea is er slechts 1 partij, de communistische. Zij zorgt ervoor dat ons land geïsoleerd is van de rest van de wereld. We mogen zelfs niet vrij het internet gebruiken. Alle informatie die we krijgen is gecontroleerd of door de overheid zelf opgesteld. 6. Mia uit Zweden: Bij ons in Zweden bestaat er zoiets als persvrijheid. Dit wil zeggen dat journalisten in de kranten over alles mogen schrijven. Als zij vinden dat de regering blundert dan mogen ze dat aan de Zweedse krantenlezers vertellen. Zo is iedereen goed op de hoogte van wat de Zweedse regering doet (en niet doet). Opdracht 14: Wat is democratie? (klassikale opdracht) De leerlingen/cursisten leren met deze opdracht wat de term democratie eigenlijk inhoudt en ontdekken dat democratie niet overal vanzelfsprekend is. Je kan eerst de leerlingen zelf laten aangeven wat volgens hen democratie is en hun antwoorden kernachtig op het bord schrijven. Daarna kan je het resultaat toetsen met de definitie uit een woordenboek. De leerlingen/cursisten kunnen dan telkens een citaat voorlezen en stemmen als dit democratie is of niet. 3. Geef je mening Opdracht 15: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom. De Europese samenwerking is gestart als vredesproject. Nu er vrede is in Europa, kan de EU afgeschaft worden. Alle landen die dat willen, zoals Turkije, IJsland of Servië, mogen lid worden van de EU. Europa moet een Europees leger oprichten, ook al is de EU opgericht vanuit het idee: nooit meer oorlog. Opdracht 15: Geef je mening (klassikale opdracht) De meningsvragen worden best klassikaal besproken tijdens een debat. Je start de oefening door de leerlingen/cursisten een stelling voor te schotelen. Je vraagt hen of ze akkoord gaan met de stelling of niet. Daarna vraag je aan wie akkoord ging om hun argumenten te staven. Je doet hetzelfde voor de mensen die niet akkoord gingen. Op die manier probeer je tot een debat te komen.

4. ICT-opdrachten Ontstaan en groei van de EU Opdracht 16: Surf op internet en probeer antwoord te vinden op onderstaande vragen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten Britse en Duitse soldaten een bloedige strijd uit in en rond een West-Vlaamse stad. Welke stad was dat? Wat herinnert er nu nog in en rond de stad aan de oorlog? (Zoektip: www.wo1.be). Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte de Duitse bezetter het Fort van Breendonk. Vind je op de website www.breendonk.be waarvoor het gebouw tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikt werd. Wat was het gebouw oorspronkelijk? Zoek op http://nl.wikipedia.org een antwoord op de volgende vragen over personen die heel wat hebben bijgedragen tot de Europese samenwerking: o Wanneer en waar werd Robert Schuman geboren? Wat heeft hij met de Europese samenwerking te maken? o Welk soort bedrijf leidde Jean Monnet voor hij in de politiek stapte? Wat deed hij voor de Europese samenwerking? o Welke nationaliteit had Paul-Henri Spaak? Wat deed hij tijdens de jaren 1952-1953? Kan je op http://europa.eu vinden: o Waarom er 12 sterren op de Europese vlag staan? o Wanneer we de Europese feestdag vieren? o Wat de titel van het Europees volkslied is? Opdracht 16: ICT-opdrachten (individuele opdracht) Voor deze opdracht laat je de leerlingen/cursisten best individueel de vragen opzoeken op het internet. 5. Herhalingsopdracht Opdracht 17: Zeg eens, wat hebben we vandaag geleerd? Waarom begonnen de Europese landen samen te werken na Wereldoorlog II? En hoe werd dat gerealiseerd? Wat zijn de basisprincipes van de Europese samenwerking? Hoeveel landen zijn momenteel lid van de Europese Unie? Som enkele domeinen op waarrond de EU samenwerkt. Opdracht 17: Herhalingsopdracht (individuele opdracht) Om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van dit onderdeel van Zeg eens EU bereikt werden, is het belangrijk de kern van het geleerde nog eens samen te vatten. Vraag daarom aan de leerlingen/cursisten wat ze leerden en dit ook neer te schrijven.

Oplossingen Ontstaan en groei van de EU Opdracht 1: Het ontstaan en de groei van de Europese Unie Foto 1: Wat: Een papiertje met daarop persvrijheid is niet overal even vanzelfsprekend. Wat heeft dit met de EU te maken: Journalisten ( de pers ) hebben niet in alle landen de vrijheid om te gaan, te staan en te zeggen wat ze willen. De lidstaten van de Europese Unie vinden persvrijheid nochtans belangrijk voor de democratie. Het maakt deel uit van het recht op vrije meningsuiting en is één van de basisprincipes van de Europese Unie. Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Democratie en mensenrechten. Foto 2: Wat: Een oude foto van een rij jongens die staan aan te schuiven om voedsel te krijgen van een soldaat (hongersnood na WO II). Wat heeft dit met de EU te maken: Na de Tweede Wereldoorlog was er voedselschaarste in Europa. Om dat tekort op te vangen besloten de Europese landen om samen te werken op vlak van landbouwbeleid. De nood aan voldoende voedsel en welvaart was één van de redenen waarom de Europese landen toenadering tot elkaar zochten. Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Welvaart. Foto 3: Wat: Een foto van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, het begin van de Europese samenwerking tussen België, Nederland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Duitsland. Wat heeft dit met de EU te maken: De EGKS (1951) is een samenwerking tussen 6 landen (België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland) op vlak van de twee belangrijke economische sectoren kolen en staal. Hierdoor hoopte men de economie aan te zwengelen en vrede te garanderen. Want zonder kolen en staal kon je ook geen oorlog voeren. Voor velen was deze Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal het begin van de Europese samenwerking. Het begon dus als economische samenwerking, maar in de volgende jaren gingen de Europese landen op meer vlakken samenwerken. Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Samen groeien. Foto 4: Wat: Twee mensen van de Europese Unie (observatoren) staan te kijken hoe een oudere dame haar stem uitbrengt tijdens de verkiezingen. Wat heeft dit met de EU te maken: Democratie is een basisprincipe van de Europese Unie. En eerlijke verkiezingen zijn een mooi voorbeeld van hoe democratie werkt. Landen die willen toetreden tot de Europese Unie moeten dan ook aantonen dat ze democratisch zijn. De Europese Unie stuurt vaak mensen uit (ook naar landen buiten de Europese Unie) om te kijken of de verkiezingen democratisch verlopen. Daarnaast wil de Europese Unie zélf ook democratisch zijn. Europese burgers kunnen om de vijf jaar verkiezen wie er in het Europees Parlement zetelt.

Ontstaan en groei van de EU Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Democratie en mensenrechten. Foto 5: Wat: Een oude foto van steden die zijn kapotgeschoten na WO II. Wat heeft dit met de EU te maken: Na Wereldoorlog II lag heel Europa in puin. De steden waren platgebombardeerd, de bedrijven werkten niet meer en er heerste hongersnood. De Europeanen beseften dat er maar 1 remedie was: vrede! Dit was dé reden waarom de Europese landen besloten samen te werken. Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Vrede. Foto 6: Wat: Een overzicht van meer dan 50 jaar Europese Unie en de stapsgewijze groei van de EU met steeds meer lidstaten. Wat heeft dit met de EU te maken: De Europese Unie begon met 6 landen die samenwerkten op vlak van kolen en staal, maar die groep groeide al snel aan. In 1973 beslisten Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland dat ze graag ook een graantje wilden meepikken van de economische groei. En in de jaren 80 wierpen Griekenland, Portugal en Spanje de dictatuur van zich af en kozen voor de democratie van de Europese Unie. De volgende uitbreiding gebeurde in 1995 met Finland, Oostenrijk en Zweden die ook lid werden omwille van economische reden. Na de val van het communisme wilden heel wat landen de EU vervoegen. Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Cyprus, Malta en Slovenië traden in 2004 toe. Bulgarije en Roemenië in 2007 en Kroatië in 2013. Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Samen groeien. Foto 7: Wat: Mensen staan aan te schuiven aan een goed gevuld groenten- en fruitkraam op de markt. Wat heeft dit met de EU te maken: Om hongersnood na de oorlog te vermijden maakten de Europese landen van voldoende voedsel een prioriteit. Het landbouwbeleid van de Europese Unie had veel succes en het leidde in de jaren 70 en 80 zelfs tot grote overschotten. Vandaag de dag hebben wij een enorme keuze in de winkel of op de markt. Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Welvaart. Foto 8: Wat: Een logo van together (s@men), over 50 jaar Europese samenwerking die zorgt voor vrede, welvaart en partnerschap. Wat heeft dit met de EU te maken: Om vrede en welvaart te creëren op Europees vlak startte men een samenwerking op economisch en politiek vlak. Landen die hecht samenwerken, zijn ook afhankelijk van elkaar en hebben minder reden om oorlog te voeren. Hoewel de 6 startten met een samenwerking op vlak van kolen en staal, beschouwen sommigen de Verdragen van Rome in 1957 als het officiële begin van de Europese samenwerking. Ook landbouw, visserij, kernenergie werden nu gemeenschappelijk

Ontstaan en groei van de EU aangepakt. Daarom was 2007 een feestelijk jaar voor de Europese Unie: we vierden 50 jaar samenwerking. Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Samen groeien. Foto 9: Wat: Logo van een witte vredesduif op de Europese vlag. Wat heeft dit met de EU te maken: ondanks onze bloedige geschiedenis, slaagde de samenwerking er in duurzame vrede te realiseren. De gedachte dat vrede en democratie landen economisch en politiek sterker maakt, blijft een rode draad in het Europese beleid. De Europese Unie steunt acties om vrede te bewerkstelligen en te behouden binnen (bv. in Noord-Ierland) én buiten de Europese grenzen (bv. Somalië). Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Vrede. Foto 10: Wat: Een hoop geld (eurobriefjes) vliegen in de lucht. Wat heeft dit met de EU te maken: De Europese Unie werd opgericht om vrede te brengen, maar ook welvaart voor de burgers. Door heel wat afspraken op economisch vlak, is de EU nu één gemeenschappelijke markt geworden, is de EU het grootste handelsblok ter wereld en voerden we een gemeenschappelijke munt in, de euro. Zo kunnen bedrijven nog gemakkelijker handel drijven en wordt de Europese samenwerking nog hechter. Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Welvaart. Foto 11: Wat: Een foto over 15 jaar EU steun voor democratie en mensenrechten. Wat heeft dit met de EU te maken: Mensenrechten en democratie zijn basisprincipes van de Europese Unie en staan ook in de EUverdragen. Landen die tot de EU willen toetreden, moeten de Rechten van de Mens respecteren. Spanje, Portugal en Griekenland bijvoorbeeld traden pas toe in de jaren 80. Daarvoor zwaaiden dictators er nog de plak. Ook landen die met de Unie handels- en andere akkoorden willen sluiten, moeten mensenrechten respecteren. De EU gaat dus de strijd aan met racisme, foltering, vreemdelingenhaat en andere vormen van discriminatie op grond van geloof, geslacht, leeftijd, handicap of seksuele geaardheid. Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Democratie en mensenrechten. Uitbreiding bij opdracht 1: Vrede: Wat: Na Wereldoorlog II was Europa helemaal verwoest. De landbouw en economie lagen plat, mensen hadden honger en alles moest heropgebouwd worden. Bovendien was het vertrouwen tussen de Europese landen, na jarenlang vechten, helemaal zoek. Een aantal Europeanen waren vastbesloten een einde te maken aan die rivaliteit tussen de Europese landen. Nooit meer oorlog was de algemene slogan. Geïnspireerd door een idee van de Fransman Jean Monnet stelde de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Robert Schuman, op 9 mei 1950 voor om een Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) op te richten. De productie van kolen en staal (die nodig zijn om wapens te maken)

werd vanaf 1951 gemeenschappelijk aangepakt. Kolen en staal werden dus omgevormd tot instrumenten van verzoening en vrede. Door een hechte economische samenwerking hoopte men dat oorlog onmogelijk zou worden. Die vredesgedachte is overigens ook belangrijk in het Europees beleid. De Europese Unie geeft namelijk ondersteuning aan programma s die vrede moeten stimuleren binnen de Europese grenzen (bv. in Noord-Ierland) en daarbuiten (bv. Somalië). Foto s: 5, 9. Waarom samenwerking: om vrede te realiseren op het Europese continent. Door de hechte economische samenwerking werd oorlog ondenkbaar en in principe ook onmogelijk. Link tussen kolen/staal en oorlog of vrede: Om wapens, munitie, tanks te maken heb je kolen en staal nodig. Als deze door alle landen samen worden beheerd, dan kan je als land niet meer op grote schaal wapens maken, zonder dat de andere landen het zien en kunnen tegenhouden. Situatie na Wereldoorlog II: hongersnood, veel steden waren verwoest, wantrouwen tussen de Europese grootmachten, werkloosheid Welvaart: Wat: De economische samenwerking tussen de Europese landen is altijd de motor geweest van de Europese integratie. Eerst ging het om samenwerking op vlak van kolen en staal, maar al snel werd ook samengewerkt rond landbouw, visserij of transport. Dit moest ondermeer het voedseltekort oplossen en voor meer welvaart zorgen. Met succes. Door de samenwerking en nieuwe landbouwmethodes steeg de voedselproductie spectaculair. Er kwamen zelfs overschotten. De economische samenwerking werd ook bij elke stap hechter, met het wegvallen van de binnengrenzen en het ontstaan van één gemeenschappelijke Europese markt tot gevolg. De invoering van de euro sloot hierbij aan. Want handel drijven over de grens werd goedkoper en de Europese burger profiteerde hier ook van (bv. wegvallen wisselkosten). Het verhogen van de welvaart is dan ook vaak een argument voor landen om toe te treden tot de Europese Unie. Foto s: 2, 7, 10. Hoe zie je de economische samenwerking: het invoeren van de euro, het openen van de binnengrenzen, de EU die als 1 handelsblok een rol speelt in de wereldhandel, makkelijker als burger om in het buitenland dingen aan te kopen Democratie en mensenrechten: Wat: Mensenrechten en democratie zijn basisprincipes van de Europese Unie en staan ook vermeld in de EU-verdragen. Landen die tot de EU willen toetreden, of die handels- of andere akkoorden met de EU willen sluiten, moeten daarom die basiswaarden respecteren. Er moeten dus eerlijke verkiezingen georganiseerd worden, de pers moet vrij zijn, iedereen heeft recht op vrije meningsuiting, de menselijke waardigheid moet beschermd worden, er mag niet gediscrimineerd worden Spanje en Portugal worstelden bijvoorbeeld tot de jaren 70 met dictatoriale regimes. Pas daarna konden ze zich aansluiten bij het Europees project. Foto s: 1, 4, 11. Vrijheden, democratie en mensenrechten in de wereld: In sommige landen bestaat er geen vrije pers (bv. Noord-Korea), in andere landen worden minderheden of vrouwen (bv. Midden-Oosten) gediscrimineerd. Maar ook in Europa duiken er schendingen van de mensenrechten op. Zo werd België veroordeeld voor het opnemen van minderjarige asielzoekers in gesloten asielcentra. En in Hongarije was er discussie over de persvrijheid. In kandidaat-lidstaat Turkije bijvoorbeeld bestaat er ook heel wat discussie over de bescherming van etnische minderheden en gevangenen Democratie in de Europese Unie: Om de vijf jaar mogen de EU-burgers hun stem uitbrengen voor de verkiezingen van het Europees Parlement. Dat parlement heeft een grote invloed op het beleid van de EU en op die manier de burger dus ook. Ondertussen werd ook het Europees Burgerinitiatief ingevoerd. Burgers die genoeg handtekeningen verzamelen, kunnen een belangrijk thema op de Europese agenda zetten. Samen groeien: Wat: Op 9 mei 1950 stelt de Franse minister van Buitenlandse Zaken Robert Schuman voor om samen te werken tussen Europese landen. Zijn voorstel leidt in 1951 tot de Europese Gemeenschap voor

Kolen en Staal waaraan België, Nederland, Frankrijk, Luxemburg, Duitsland en Italië deelnemen. Al snel beslist men ook op andere vlakken samen te werken zoals landbouw, visserij, transport In 1957 werd deze samenwerking verankerd in de Verdragen van Rome. En de samenwerking breidt uit: om vlot op 1 vlak samen te werken, groeit ook de nood om op andere vlakken akkoorden te sluiten. Dit sneeuwbaleffect (de ene actie leidt tot een volgende) is een constante in de Europese samenwerking. Op die manier worden ook de grenzen geopend, voert men de euro in, begint men op vlak van veiligheid en politie samen te werken, komt veiliger transport op de agenda Maar ook in de breedte groeit de Europese Unie. Van de 6 landen in 1951 zijn we ondertussen gegroeid naar 28 landen. Was het nu vooral omwille van economische redenen (bv. Verenigd Koninkrijk, Ierland, Denemarken, ) of politieke redenen (bv. Griekenland, Spanje ), de Europese Unie werd snel groter en moest zich hier ook aan aanpassen. Maar de basisprincipes zoals solidariteit, vrede, welvaart, democratie en de vrije markt bleven altijd centraal. Foto s: 3, 6, 8. Kandidaat-lidstaten: IJsland, Turkije, Servië, Voormalige Joegoslavische republiek Macedonië, Montenegro. Maar er zijn ook nog andere landen die lid willen worden, zoals Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Georgië Op welke vlakken wordt samengewerkt: landbouw, milieu, buitenlands beleid, binnenlands beleid, politie, migratie, cultuur en media, onderwijs, regionaal beleid, volksgezondheid, visserij, transport Opdracht 2: Oorlog en vrede 1. vrede 2. oorlog 3. oorlog 4. vrede 5. oorlog 6. vrede 7. vrede 8. oorlog 9. oorlog. Opdracht 3: Tijdslijn met krantenartikels en foto s over de Europese integratie 1. De Tweede Wereldoorlog vond plaats van 1940-1945. Frankrijk en Duitsland waren toen aartsvijanden. 2. Men is gestart met de Europese samenwerking om oorlog te vermijden. 3. Die sectoren liggen aan de basis van de wapenindustrie. 4. Zes: België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, West-Duitsland en Italië. 5. Transport, landbouw, havenbeleid, atoomenergie 6. Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. 7. Het economisch voordeel: door samen te werken kwam er meer welvaart. 8. Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken. 9. 1979. 10. Griekenland (1981), Spanje en Portugal (1986). Toen waren ze al met twaalf. 11. De val van het communisme, de val van de Berlijnse Muur. 12. Het Verdrag van Maastricht. Die stad ligt in Nederland. 13. Tien. 14. Ze hopen dat de welvaart in hun land zal verbeteren door toe te treden tot de Europese Unie. 15. Oostenrijk, Finland en Zweden. 16. Achtentwintig. 17. Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands en Veiligheidsbeleid (of Minister van Buitenlandse Zaken) van de Europese Unie. 18. Bulgarije en Roemenië; Kroatië. Opdracht 4: De Europese verdragen 1. d 2. a 3. c 4. e 5. b. Opdracht 5: Vraag- en antwoordspel over de Europese historiek 1 - A, 2 - B, 3 - C, enz. Opdracht 6: Stellingen rond de Europese samenwerking 1. Juist 2. Juist 3. Fout: Ze zijn met zes landen gestart.

4. Fout: Duitsland was er van bij het begin bij. 5. Fout: Het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Zweden en de meeste nieuwe lidstaten hebben de euro (nog) niet ingevoerd. 6. Fout: De Europese Unie telt ongeveer 500 miljoen inwoners. 7. Juist. 8. Fout: Twaalf is het symbool voor perfectie en eenheid. 9. Juist. 10. Juist. 11. Fout: De Europese samenwerking startte na de Tweede Wereldoorlog. 12. Juist. Opdracht 7: De Europese vlag 1. VS - 2. Europese Unie - 3. Vlaanderen - 4. Wallonië - 5. België - 6. Duitsland. Opdracht 8: De Europese feestdag Belgische Nationale Feestdag: 21 juli Leopold I, eerste Belgische koning, legt in 1831 de eed af. Internationale Vrouwendag: 8 maart Herdenking eerste vrouwenstaking in 1908 (New York). Feest van de Vlaamse Gemeenschap: 11 juli Herdenking Guldensporenslag in 1302. Dag van Europa: 9 mei Herdenking Schumanverklaring in 1950. Wapenstilstand: 11 november Herdenking einde WO I. Dag van de Arbeid: 1 mei Herdenking demonstratie voor 8-urige werkweek in de VS (1888). Opdracht 9: Het Europese motto en volkslied Het motto In verscheidenheid verenigd betekent dat Europa bestaat uit een waaier aan verschillende culturen, tradities en talen. Ondanks deze diversiteit slagen we erin om samen te werken en de diversiteit als een sterkte te gebruiken. Opdracht 10: Woordpuzzel rond de Europese samenwerking 1. E G K S 2. E U R O 3. O O R L O G 4. R O M E 5. C Y P R U S 6. V A N R O M P U Y Opdracht 11: De uitbreidingsgolven van de Europese samenwerking 1951 1973 1981 + 1986 1995 2004 2007 2013 1. België 1. Verenigd 1. Griekenland 1. Zweden 1. Estland 1. Bulgarije 1. Kroatië Koninkrijk ( 81) 2. Nederland 2. Ierland 2. Spanje ( 86) 2. 2. Letland 2. Roemenië Oostenrijk 3. 3.Denemarken 3. Portugal ( 86) 3. Finland 3. Litouwen Luxemburg 4. Frankrijk 4. Polen 5. Duitsland 5. Tsjechië 6. Italië 6. Slowakije 7. Hongarije 8. Slovenië 9. Malta 10. Cyprus

Opdracht 12: Memory -spel om de EU-lidstaten beter te leren kennen Opdracht 13: Stellingen over de EU-lidstaten Groep 1 Stelling 1: België, 2: Italië, 3: Nederland, 4: Luxemburg, 5: Frankrijk, 6: Duitsland, 7: Frankrijk, 8: Nederland, 9: Duitsland, 10: Italië. Groep 2 Stelling 1: Verenigd Koninkrijk, 2: Ierland, 3: Ierland, 4: Denemarken, 5: Denemarken, 6: Verenigd Koninkrijk, 7: Verenigd Koninkrijk, 8: Denemarken, 9. Ierland, 10: Verenigd Koninkrijk. Groep 3 Stelling 1: Portugal, 2: Portugal, 3: Griekenland, 4: Griekenland, 5: Spanje, 6: Spanje, 7: Griekenland, 8: Spanje, 9: Spanje, 10: Portugal. Groep 4 Stelling 1: Zweden, 2: Finland, 3: Oostenrijk, 4: Oostenrijk, 5: Zweden, 6: Finland, 7: Oostenrijk, 8: Finland, 9: Finland, 10: Zweden. Groep 5 Stelling 1: Estland, 2: Polen, 3: Slowakije, 4: Hongarije, 5: Estland, 6: Polen, 7: Hongarije, 8: Malta, 9: Malta, 10: Hongarije. Groep 6 Stelling 1: Cyprus, 2: Slovenië, 3: Letland, 4: Litouwen, 5: Slovenië, 6: Letland, 7: Slovenië, 8: Tsjechië, 9: Cyprus, 10: Tsjechië Groep 7 Stelling 1: Roemenië, 2: Kroatië, 3: Roemenië, 4: Bulgarije, 5: Kroatië, 6: Bulgarije, 7: Roemenië, 8: Kroatië, 9: Roemenië, 10: Bulgarije Opdracht 14: Wat is democratie 1. Democratie: staat(svorm) waarbij de hele bevolking invloed heeft op de regering 2. Democratische landen: 1. Niet democratisch 2. Democratisch 3. Democratisch 4. Niet democratisch 5. Niet democratisch 6. Democratisch. Opdracht 15: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom. Stelling 1: De Europese samenwerking is gestart als vredesproject. Nu er vrede is in Europa, kan de EU afgeschaft worden. Akkoord: o Samenwerken is een dure aangelegenheid. Nu er vrede is, heeft de samenwerking geen zin meer. De bestaansreden is weg. o De EU bemoeit zich met teveel zaken. We handelen onze eigen zaakjes, zoals onze overheidsschulden en ons beleid over voedsel of milieu, beter zelf af. o Niet akkoord: o Een goede verstandhouding tussen de landen in Europa is iets waar we moeten blijven aan werken. o Vrede is inderdaad geen prioriteit meer, maar economische samenwerking (in een geglobaliseerde wereld) wel, net als milieu, migratie en alle andere belangrijke thema s waarrond de EU samenwerkt. o Stelling 2: Alle landen die dat willen, zoals Turkije, IJsland of Servië, mogen lid worden van de EU. Akkoord o Europa mag niemand uitsluiten. Wie aan de voorwaarden voldoet moet lid kunnen worden van de club.

o Als Turkije, Servië toetreden, zijn ze ook verplicht om alle Europese wetten over te nemen. Europa kan er dus op toezien dat de mensenrechten beschermd worden, dat de scheiding tussen kerk en staat gerespecteerd wordt. o Niet akkoord o Het is nu al moeilijk om met 28 landen beslissingen te nemen. Als er nog meer landen toetreden, dan wordt dat nog moeilijker. o Er moeten grenzen zijn: enkel Europese landen mogen lid worden van de samenwerking. o Stelling 3: Europa moet een Europees leger oprichten, ook al is de EU opgericht vanuit de idee: nooit meer oorlog. Akkoord: o Europa moet het recht hebben om zich te verdedigen. Andere landen zoals de Verenigde Staten, Rusland en China zijn militair heel sterk en spelen een belangrijke rol in de wereld. Europa moet dat ook doen. o Net door tussen te komen, kunnen we vrede brengen in regio s die nu in oorlog of in een dictatuur leven. o Niet akkoord: o Een Europees leger oprichten gaat in tegen de vredesgedachte van de Europese samenwerking. o De Europese Unie moet proberen op andere manieren tussen te komen in te wereld, dan met een leger, bv. met ontwikkelingshulp. o Opdracht 16: Surf op internet en probeer antwoord te vinden op onderstaande vraag. De stad Ieper. Hier staan ondermeer de IJzertoren en de Menenpoort waar dagelijks de Last Post wordt geblazen. Het Fort van Breendonk is een militaire vestiging gebouwd tussen 1909 en 1914, en maakte deel uit van de fortengordel rond Antwerpen. Belangrijke personen: o Robert Schuman werd geboren in Luxemburg stad in 1886. Hij nam als Franse minister van Buitenlandse Zaken het initiatief om de EGKS op te richten. o Jean Monnet werkte vooraf in het Cognacbedrijf van de familie. o Paul-Henri Spaak was een Belg die tussen 1952 en 1953 voorzitter was van de Gemeenschappelijke Vergadering van de EGKS. Kan je op http://europa.eu vinden: o 12 sterren: 12 wordt beschouwd als een volmaakt getal (bv. maanden in het jaar, uren van de klok of tekens in de dierenriem) o De Europese feestdag: 9 mei (naar 9 mei 1951: oprichting EGKS) o Het Europese volkslied: Ode aan de Vreugde Opdracht 17: Herhalingsopdracht Waarom begonnen de Europese landen samen te werken na Wereldoorlog II? En hoe? Vrede! De generatie van de babyboomers is de eerste generatie die geen oorlog kende op het Europese continent. Na jarenlang vechten op het Europese continent waren de mensen de rivaliteit en het geweld meer dan moe. Toen kwam de Fransman Jean Monnet op de proppen met een idee om samen te werken op het vlak van kolen en staal. Een Europese autoriteit zou voortaan beslissingen nemen over kolen en staal en niet meer de lidstaten zelf. Op die manier kon geen enkel land zich nog zwaar gaan bewapenen zonder dat de andere landen dit merkten. De EGKS ( Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal ) werd in 1951 opgericht met 6 landen: België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Italië en Duitsland. Oorlog werd dus in principe onmogelijk maar ook ondenkbaar. Want de verschillende landen zouden in het geval van oorlog ook hun eigen economie in gevaar brengen.

Ontstaan en groei van de EU Wat zijn de basisprincipes van de Europese samenwerking? De basisprincipes van de Europese samenwerking zijn onder meer: vrede, welvaart, mensenrechten, democratie, solidariteit en de rechtstaat. Hoeveel landen zijn momenteel lid van de Europese Unie? Momenteel telt de Europese samenwerking 28 lidstaten. Heel wat landen traden toe omwille van economische redenen: Het Europees project maakte snelle sprongen en de lidstaten profiteerden enorm van de economische heropleving in Europa. Veel landen willen hiervan een graantje meepikken. Maar dat was niet de enige reden waarom zoveel landen lid wilden worden van de Europese Unie. Sommige landen wilden ook een welvarend democratisch land worden en ontsnappen aan de dictatuur (bv. Griekenland, Spanje, Portugal) of wilden zich afkeren van het communisme (bv. Tsjechië, Slowakije ). Nu nog altijd oefent de Europese Unie een aantrekkingskracht uit op haar buurlanden. IJsland bijvoorbeeld ontdekte dat de landen van de Europese Unie als groep meer veerkracht hadden tijdens de bankencrisis, terwijl IJsland bijna bankroet ging. Daarom wil het land ook lid worden van de EU. Som enkele domeinen op waarrond de EU samenwerkt. De EU werkt samen rond economie, milieu, landbouw en visserij, migratie, volksgezondheid, consumentenbescherming, enz. Achtergrondinformatie In het verleden probeerden heel wat grote heersers om Europa één te maken. Caesar veroverde zowat heel Europa en maakte van het Romeinse Rijk een grootmacht. Later probeerden andere machthebbers zoals Karel de Grote, Keizer Karel V en Napoleon hetzelfde te doen. Hun idee van een verenigd Europa was gebaseerd op oorlog en geweld. Die eenheid, waar onderdrukking belangrijker was dan vrede, hield nooit lang stand. De laatste die Europa op gewelddadige manier probeerde één te maken, was Hitler. Na de Tweede Wereldoorlog bleef Europa als een puinhoop achter. Overal waren de industrie, de dienstensector, het wegennet en de steden beschadigd of zelfs compleet vernield. Miljoenen mensen waren op de vlucht. Economisch had Europa geen enkele betekenis meer. Ook moreel had de oorlog diepe wonden geslagen bij de Europeanen. In de verschillende Europese landen gingen daarom meer stemmen op om met elkaar samen te werken in plaats van het tegen elkaar op te nemen. Door die Europese samenwerking hoopte men er op economisch vlak gemakkelijker bovenop te komen. De Europeanen verlangden vooral dat die samenwerking zou zorgen voor blijvende vrede. Vrede en welvaart waren de belangrijkste beweegredenen van de Europese landen om met hun samenwerking te beginnen. De Europese Unie is dus ontstaan als vredesproject. Maar er zijn nog andere waarden die de basis vormen van de Europese samenwerking, zoals onderlinge solidariteit en democratie. Ook menselijke waardigheid, vrijheid, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten zijn waarden waarop de EU gebouwd is. De Europese instellingen zijn verplicht om zich aan deze grondrechten te houden. Dat geldt ook voor de EU-regeringen bij de toepassing van de EU-wetgeving. Voordat het echte Europese integratieproces van start ging, ontstonden in West-Europa enkele samenwerkingsverbanden. De Organisatie voor Europese Economische Samenwerking werd opgericht om de Amerikaanse steun aan Europa (het Marshallplan) te beheren. De NAVO zag het levenslicht als gemeenschappelijk verdedigingsmechanisme. De Raad van Europa hield zich bezig met het herstel van de gemeenschappelijke waarden. Het echte integratieproces kwam pas op gang na de toespraak op 9 mei 1950 van Robert Schuman, toenmalig Frans minister van Buitenlandse Zaken. Hij stelde voor om een gemeenschappelijke markt voor

kolen en staal tussen Duitsland en Frankrijk op te richten onder het gezag van een onafhankelijke supranationale autoriteit. Andere Europese landen konden zich bij dit project aansluiten. Jean Monnet, die het idee had uitgedacht, koos voor kolen en staal omdat die aan de basis lagen van de wapenindustrie. Om een oorlog in de toekomst te vermijden, was samenwerking in die sectoren absoluut noodzakelijk. Zes regeringen reageerden positief: België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, West-Duitsland en Italië. Op 18 april 1951 ondertekenden zij het verdrag dat de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal oprichtte. Daarmee was de EGKS een feit. De Europese landen besloten daarop om de Europese integratie verder te zetten langs de weg van de economische samenwerking. Op 25 maart 1957 ondertekenden ze twee nieuwe verdragen, de verdragen van Rome. Met het EEG-verdrag (Europese Economische Gemeenschap) spraken ze af om op termijn een interne markt te creëren met vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal. Ze wilden ook een gemeenschappelijk beleid uitstippelen op gebied van handel, transport, landbouw, Met de oprichting van de Euratom of EGA (Europese Gemeenschap voor Atoomenergie) beslisten de lidstaten de handen in elkaar te slaan op het vlak van atoomenergie voor burgergebruik. Het succes van de Europese samenwerking was overweldigend. In de jaren zestig was de Europese Gemeenschap uitgegroeid tot een economische reus. Andere landen werden door dit economisch succes aangetrokken en zochten toenadering tot de EG. Op 1 januari 1973 traden het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Ierland tot de Europese Gemeenschap toe. Drie zuiderse landen traden enkele jaren later ook toe: Griekenland in 1981, Spanje en Portugal in 1986. Daarmee wilden ze definitief afrekenen met hun dictatoriaal verleden. De EG wilde deze jonge democratieën steunen. In 1986 was de tijd rijp voor een nieuw verdrag. De Eenheidsakte bereidde de Europese interne markt voor. Vanaf 1 januari 1993 ontstond zo een Europese economische ruimte zonder grenzen met vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal in de hele Europese Unie. In 1992 werd het Verdrag van Maastricht ondertekend. Dit verdrag kwam er om twee redenen. Eerst en vooral waren er plannen om een Economische en Monetaire Unie op te richten. Die stap moest in een verdrag vastgelegd worden. De EMU zou leiden tot het invoeren van de euro, op 1 januari 2002. Anderzijds wilde men een versterkte samenwerking om de macht van het herenigde Duitsland in te perken. Vanaf nu zouden de Europese landen niet enkel op economisch vlak maar ook op vlak van buitenlandse politiek en veiligheid samenwerken. Het Verdrag van Maastricht bestond uit drie pijlers. In de pijler van de Europese Gemeenschap werden alle vroegere verdragen hernomen. Ook de Economische en Monetaire Unie kreeg een plaats binnen de eerste pijler. Het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid beslaat de tweede pijler. De derde pijler heeft het over Justitie en Binnenlandse Zaken. Omdat de samenwerking vanaf het Verdrag van Maastricht politieke domeinen bevatte, besloot men de EG om te dopen tot Europese Unie. De Europese Unie hield zich niet alleen bezig met het uitbreiden van haar bevoegdheden. Ze werd ook in oppervlakte stapsgewijs groter. In 1995 sloten Zweden, Oostenrijk en Finland zich bij de EU aan. Na de Val van de Muur in 1989 dienden ook heel wat Oost-Europese landen een aanvraag tot lidmaatschap in. In 2004 traden tien landen al toe: Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Malta en Cyprus. In 2007 slaagde de EU er eindelijk in om een nieuw Europees verdrag te sluiten. Dit Verdrag van Lissabon moest leiden tot een democratischer en efficiënter besluitvormingsproces. Behalve defensie en buitenlands beleid, worden beslissingen met meerderheid van stemmen genomen. Bovendien kregen het Europees Parlement en de burger meer inspraak. Er kwam ook een Voorzitter van de Europese Raad ( Europees President ) en een Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands en Veiligheidsbeleid ( Europees Minister van Buitenlandse Zaken ). In 2007 traden ook Bulgarije en Roemenië toe tot de Europese Unie en in 2013