Inhoud. Photoshop deel 1



Vergelijkbare documenten
Lijnen/randen en passe-partouts maken met Photoshop.

Inhoudsopgave Photoshop voor iedereen, deel 1

1. Nieuw document openen: 600 x 600 pix, RGB, 300 dpi, Transparante achtergrond.

Les15 Kaartje maken Filters gebruiken

Les03 Een ster maken en inkleuren

Workshop Digitale fotobewerking.

Opdracht 1 Maak van een collegekaart met eigen foto in de huisstijl van het Koning Willem 1 College.

Lesje 02: Uitselecteren van bloem

BEWERKINGEN verzameling deel 1


Poster maken in Photoshop

Lesje 05: Foto s laten overvloeien.

WORKSHOP PHOTOSHOP ELEMENTS 6.0

mailgroep photoshop Copyright

Hoe teken je zelf een Heerlijke Ice Cream

Photoshop Elements basis

Initiatie Elements 8. De wat vroegere versies van elements gaan naar het menu venster

mailgroep photoshop Copyright Brandglas maken Vertaling van een lesje van:

Opdracht Maak een collegekaart met eigen foto, logo KW1C, teksten, barcode en foto.

Digitale fotobewerking.

Les06 Foto verbeteren sepia oud randje geven met vorm

mailgroep photoshop Copyright Foto Effect maken

Water reflectie maken


Initiatie deel 2 Test selecties

Chocolade reep tekst effect maken

mailgroep photoshop Copyright

Les19 Schaaktornooi (les Greenstuff)

Een compositie of collage maken.

Initiatie deel 2 Test selecties

mailgroep photoshop Copyright Spring

Kleurige ring maken - werken met paden!!! Voor ervaren Photoshoppers.

Schermopbouw. Het programma is op te delen in twee delen:

Basisles in het gebruik van de Filter Perspectiefpunt Vanaf versie CS2. Deel1 : gebouw groter maken

Verander je voorgrondkleur naar Wit. ( D) Klik op t pijltje om zwart- wit om te keren.

3D puzzel in bolvorm in CS5

2) Klik de foto zomer.jpg aan, ga naar Menu Verbeteren belichting aanpassen Niveaus, of gebruik de sneltoetscombinatie Ctrl+L.

mailgroep photoshop Copyright

Workshop 21. Curven tekenen.

Les09 Letters maken met foto erdoorheen

Strip figuurtje inkleuren in Photoshop

Selecties. SELECTIES met Pengereedschap, Snelle Selectie, Magnetsiche Lasso

Een Panoramafoto maken Twee of meerdere foto s aan elkaar plakken.

OPDRACHTKAART. Thema: Prepress. Photoshop 2. Selecteren, verplaatsen en roteren PP Voorkennis: Introductie Photoshop (6.0) afgerond.

Les07 Verschillende foto s uitsnijden en samenbrengen tot een mooi geheel

Foto manipulatie met straatdanser

de deur de schoorsteen het dak dak aanpassen bloempot schoorsteen bakstenen verkleinen &verfraaien...

Sneeuw globe maken.

In deze les leer je hoe je weerspiegelingen kan maken in Adobe Photoshop. Met onderstaande foto werd gestart:

mailgroep photoshop Copyright

Les11 Werken met vaste waarden

Standaard voorgrondkleur en achtergrondkleur. Voorgrondkleur en achtergrondkleur verwisselen. Afbeelding sluiten en overschakelen naar Bridge

De PSP les vindt je hier: Did I See Myself. Benodigdheden

Duizenden woorden - blz 1

1 De essentie van PS speelt zich voornamelijk af in het LAGENPALET [#VENSTER>LAGEN]

Onze eigen scrap maken

Inhoudsopgave. Inleiding 9


Enveloppe tekenen in Photoshop

Copyright Mailgroep photoshop

Met de intuïtieve interface van InDesign CC kunt u op eenvoudige wijze uitdagende lay-outs maken zoals u hier ziet. Het is belangrijk dat u het

Opdracht - Digitale fotografie - Basis Oefening Kennismaking Photoshop Elements 7 op windows

I. Vorming 4-5 (3&10/05/2012)

Retoucheren Algemeen. Bestand opslaan Sla het bestand op als eigennaam-retoucheren.psd en eigennaam-retoucheren.jpg

DEEL 1. Voorwoord Over dit boek en de auteurs...ix

Workshop 8. Trek een kader rond de foto. ( Zie fig.)

Door velen wordt Photoshop beschouwd als de industriestandaard voor zowel drukwerk en DTP als voor het web wat betreft digitale beeldbewerking.

Gemaakt door Santy Nicole

WERKGROEP BEELDBEWERKING

Opdracht: Ontwerp een flyer voor je smartphone met een eigen foto, met spiegeling, officiële logo, tekst en passende achtergrond.

Teksteffect op steen

Doorlopend patroon. Behang, gordijnen, bekledingsstoffen, verpakkingen. Dit dessin herhaalt zich en sluit naadloos op elkaar aan.

Dreamskin. Open de foto van je gezicht. Geef in het lagenvenster de laag meteen de naam: gezicht en sla het bestand op als: Dreamskin.

Les18 We maken een eigen prikbord

Copyright Mailgroep photoshop

1.FLYER SMARTPHONE Opdracht: Google, Zoekhulpmiddelen Achtergrond verwijderen van foto, Toverstaf

mailgroep photoshop Copyright

Natuur compositie met glas

Samenstelling van een mooie omslag met toepassen pengereedschap.

Adobe Photoshop 7.0 Workshop 2

Workshop 11. Geef in als Naam: Cdhoes Breedte: 12 cm Hoogte: 12 cm. Klik op OK

In Photoshop kun je afbeeldingen bewerken en aanpassen door de diverse toevoegingen en effecten die je wilt toepassen op aparte lagen uit te voeren.

Scene.html Kleurrijke regenboog


Wanneer we Elements opstarten krijgen we dit scherm. Vermits we hier vooral gaan werken met de editor klik je op bewerken.

Photoshop handleiding.

1 GIMP: een gratis en volwaardig alternatief voor Photoshop

Kerstkaartje met kerstboomsjabloon

Embleem maken met je initialen - videoles mailgroep photoshop Copyright 1) Bestand Nieuw :

Album samenstellen met behulp van de Hema album software.

Les5 Foto s laten overvloeien

Adobe Photoshop 7.0 Workshop 1

Kennismaking met Photoshop


2 Kennismaking met het scherm

Workshop 19. Adobe Photoshop

Kubus in CS5. Voor iedere zijde wensen we een andere afbeelding te gebruiken.

InDesign downloaden Adobe InDesign

Inleiding 9. Over de auteur 11 Welk programma heeft u nodig? 12 Wat heeft u verder nodig? 13 Systeemvereisten 13 Photoshop aanschaffen 13.

mailgroep photoshop Copyright Dit is een eigen creatie dd 02/07/2012 Lesje gemaakt met Photoshop CS4 Lesvoorbereiding en opmaak: Trytrix

Transcriptie:

Inhoud Inhoud I Inleiding... 8 1. Het toepassingsvenster... 8 1.1. De titelbalk... 8 1.2. De menubalk... 8 1.3. Het gereedschapspalet... 8 1.4. De optiebalk... 9 1.5. Het documentvenster... 9 1.6. De paletten... 10 1.7. De statusbalk... 10 II De eerste beginselen van digitale afbeeldingen... 11 1. Openen... 11 1.1. Openen van één afbeelding... 11 1.2. Openen van meerdere afbeeldingen... 12 2. Sluiten... 12 2.1. 1 afbeelding sluiten... 12 2.2. Alle openstaande afbeeldingen sluiten... 12 2.3. Adobe Photoshop sluiten... 12 3. Bewaren... 12 3.1. JPG... 13 3.2. PSD... 13 4. Zoomen... 13 4.1. Via het zoomvak... 13 4.2. Via het palet navigator... 13 4.3. Via het toetsenbord... 14 4.4. Via het menu Weergave... 14 4.5. Via het gereedschapspalet... 14 4.6. Snelmenu... 14 5. Aanpassingen toepassingsvenster... 14 6. Weergave meerdere afbeeldingen... 14 7. Maken van een nieuwe afbeelding... 15 8. Afbeeldingsgrootte inleiding... 16 9. Een afbeelding roteren en spiegelen... 17 9.1. Fijne rotaties met het gereedschap liniaal... 17 Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 2

Inhoud III Bestandenbrowser Phothoshop Bridge... 18 1. Afbeeldingen hernoemen... 19 2. Afbeeldingen roteren... 19 IV Werken met afbeeldingen... 20 1. Selectietechnieken... 20 1.1. De vlakselecties... 20 1.2. De toverstaf... 20 1.3. De lasso... 21 2. Werken met selecties... 21 2.1. Uitbreiden en verminderen... 21 2.2. Deselecteren... 22 2.3. Alles selecteren... 22 2.4. Selectie omkeren... 22 2.5. Verplaatsen... 22 2.6. Doezelen... 23 2.7. Selectielijnen transformeren... 23 3. Kopiëren, knippen en plakken... 24 3.1. Kopiëren binnen eenzelfde afbeelding... 24 3.2. Kopiëren naar een andere afbeelding... 24 3.3. Verplaatsen binnen eenzelfde of naar een andere afbeelding... 25 3.4. Verwijderen... 25 4. Inhoud transformeren... 25 4.1. Vrij transformeren... 25 4.2. Vast roteren en spiegelen... 26 4.3. Overige transformaties... 26 5. Bijsnijden van afbeeldingen... 26 5.1. Na een selectie... 26 5.2. Uitsnedegereedschap... 26 6. Canvasgrootte... 27 V Lagen... 28 1. Werken met lagen... 28 1.1. Nieuwe lagen maken... 28 1.2. Een laag van naam veranderen... 28 1.3. Een selectie omzetten naar een laag... 29 1.4. Lagen bewerken... 29 Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 3

Inhoud 1.5. De laag Achtergrond... 30 1.6. Lagen transparant maken... 30 1.7. Werken met Laagmodus... 30 1.8. Een laag verwijderen... 30 VI Linialen en hulplijnen - fouten herstellen... 31 1. Linialen... 31 2. Hulplijnen... 31 2.1. hulplijn plaatsen:... 31 2.2. één hulplijn verwijderen:... 31 2.3. Alle hulplijnen in 1 keer verwijderen:... 31 3. Fouten herstellen... 32 3.1. Palet historie... 32 3.2. Maak het palet Historie zichtbaar:... 32 VII Kleur... 33 1. Kleuren maken... 33 Willekeurige kleuren maken met de kleurkiezer... 33 De pipet... 34 Het palet kleuren... 34 Kleuren mengen via kleursystemen in de kleurkiezer... 34 2. Kleurenopbouw... 34 VIII Vullen, omlijnen, kaders maken... 36 1. Effen vullingen... 36 1.1. Het emmertje... 36 1.2. Vullen via het menu <Bewerken> <vullen>... 37 1.3. Vullen met toetscombinaties... 38 2. Verloopvullingen... 38 2.1. Verlooptype... 38 Extra opties... 38 2.2. Toepassen van een verloop... 39 3. Omlijnen... 39 4. Kader maken... 40 IX Filters... 41 1. De Filtergalerie... 41 2. Een filter toepassen... 42 2.1. Filter op een volledige laag van een bestand toepassen... 42 Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 4

Inhoud 2.2. Filter op een gedeelte van een laag toepassen,... 43 3. Een filter toepassen op de rand van een foto... 44 3.1. Gebruik van snelmaskermodus... 44 X Slimme filters... 47 1. Laag klaarmaken voor een slimme filter... 47 1.1. Filter Omzetten voor slimme filters... 47 1.2. Snelmenu in lagenpalet... 47 2. Een slimme filter toepassen... 48 2.1. Op de volledige laag... 48 2.2. Op een selectie... 48 3. Een slimme filter bewerken... 49 3.1. Instellingen van een slimme filter wijzigen... 49 3.2. De volgorde van de filters wijzigen... 49 4. Slimme filters verbergen / weergeven... 50 5. Slimme filters kopiëren in het lagenpalet... 50 6. Slimme filters verwijderen uit het lagenpalet... 51 XI Tekst... 52 1. Tekst opmaken... 52 1.1. De optiebalk... 52 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10... 52 In de optiebalk verschijnen volgende opties:... 52 1.2. Het palet teken... 54 1.3. Het palet alinea... 58 2. Tekstlagen maken... 60 2.1. Horizontale tekst (1)... 60 2.2. Verticale tekst (2)... 60 3. Tekstmaskers maken... 61 3.1. Begrip... 61 3.2. Masker voor horizontale tekst (3)... 61 3.3. Masker voor verticale tekst (4)... 63 3.4. Een tekst selecteren... 63 3.4.1. Begrip Je kan een tekst, een letterteken, een woord of alle lettertekens in dezelfde tekstlaag selecteren met de bedoeling die achteraf te bewerken... 63 3.4.2. Werkwijze... 63 XII Laagstijlen... 65 Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 5

Inhoud 1. Laagstijl toepassen... 65 1.1. Menu Laag Laagstijl... 65 1.2. Lagenpalet - knop Laagstijl toevoegen... 66 1.3. Lagenpalet dubbelklikken op de laag... 66 2. Laagstijl instellen... 67 2.1. Op de laag (on)zichtbaar... 67 2.2. In het venster Laagstijl... 68 3. Laagstijl verwijderen... 69 3.1. Knop Laag verwijderen... 69 3.2. Keuzemenu... 69 3.3. Menu Laag... 69 4. Laagstijl verplaatsen... 70 5. Laagstijl kopiëren... 71 5.1. Slepen... 71 5.2. Rechter muisknop... 72 XIII Afdrukken... 73 1. Menu bestand, afdrukken... 73 XIV De helpfunctie... 75 1. Tabblad Inhoud... 75 2. Tabblad Index... 75 3. Tabblad Zoeken... 76 XV Scannen... 77 1. Scanner en materiaal... 77 1.1. Brongegevens... 77 1.2. Problemen die zich bij het scannen kunnen voordoen... 77 1.3. Elke scanner zijn eigenheid... 77 2. Scanner en Photoshop... 78 2.1. Werkwijze... 78 2.2. Belangrijke begrippen instellingen... 79 XVI Correctie zwart wit foto... 80 1. Afdrukstand... 81 1.1. Transformatie Roteren... 81 2. Afbeelding - Canvas Roteren... 82 2.1. Meetlat en Afbeelding - Canvas Roteren Instelbaar... 82 3. Uitsnijden:... 83 Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 6

Inhoud 3.1. Gereedschap uitsnijden... 84 4. Omzetten naar zwart-wit (grijswaardenbeeld):... 86 4.1. Modus instellen op grijswaarden... 86 4.2. Minder verzadiging... 87 5. Correcties op het beeld:... 87 5.1. Niveaus aanpassen... 88 5.2. Curven aanpassen... 90 6. Retoucheren van het beeld:... 91 6.1. Retoucheerpenseel... 91 6.2. Reparatiegereedschap... 92 6.3. Kloonstempel... 93 7. Opscherpen beeld:... 94 7.1. Onscherp masker... 94 Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 7

Inleiding I Inleiding 1. Het toepassingsvenster 1.1. De titelbalk Je kan de naam van het programma lezen, namelijk Adobe Photoshop. Je kan het venster verplaatsen sluiten minimaliseren / maximaliseren via de knoppen rechts bovenaan of via het photoshopsymbool links bovenaan. photoshopsymbool verplaatsen min./max. - sluiten 1.2. De menubalk De menubalk staat onder de titelbalk. Elk woord staat voor een ander menu waar je verschillende opdrachten kan terugvinden. Openen menu: klik op het woord met de muis of via het toetsenbord klik op Alt + onderstreepte letter van het menu (vb Alt + B opent het menu Bestand ) Sluiten menu: klik buiten het menu met de muis, in een lege plaats in het toepassingsvenster of via het toetsenbord klik op Escape. 1.3. Het gereedschapspalet Het gereedschapspalet bevindt zicht aan de linkerzijde van het toepassingsvenster en bevat meer dan 50 verschillende gereedschappen. Gebruik het gewenste gereedschap in combinatie met de optiebalk. Stel de weergave van het gereedschapspalet in: Dichtvouwen gereedschapspalet: dubbelklikken op de titelbalk bovenaan Openvouwen: dubbelklik op de titelbalk Verplaatsen: verslepen met de muis op de titelbalk Volledig tonen of verbergen: Menu Venster Gereedschappen Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 8

Inleiding Gereedschap kiezen: Via toetsenbord: bijhorende letter van het gewenste gereedschap intikken (vb. het gereedschap Lasso = letter L). Via de muis: een keer links op het gereedschap klikken. Beweeg met de muis over het gereedschap en je ziet de bijhorende naam + letter verschijnen. De aanwijzer van de muis verandert (meestal) in het symbool van het gereedschap bij het activeren van dat gereedschap. Sommige gereedschappen bevatten een klein driehoekje rechts onderaan, dus nog meer gereedschappen bereikbaar: Lang klikken met de linker muisknop of rechter muisknop gebruiken. 1.4. De optiebalk De optiebalk staat onder de menubalk: optiebalk rechthoekig selectiekader Toont de opties van het gereedschap waarmee je aan het werken bent, zorg ervoor dat deze balk steeds aanwezig is. Contextgevoelig naargelang het geselecteerde gereedschap in het gereedschapspalet, vlugge manier om instellingen van het gekozen gereedschap aan te passen. Stel de weergave van het optiepalet in: Volledig tonen of verbergen: Menu Venster Opties Dichtvouwen: links op grijs stippellijntje dubbelklikken Openvouwen: links op grijs stippellijntje dubbelklikken Rechtsklikken op actieve gereedschap in optiebalk = snelmenu Alle gereedschappen herstellen ALTIJD DOEN IN HET BEGIN VAN DE LES 1.5. Het documentvenster Hierin wordt de afbeelding weergegeven, het formaat van de weergave kan aangepast worden. We noemen dit kortweg ook de Afbeelding. Bovenaan vind je de naam van de afbeelding terug. Met de knoppen rechts bovenaan kan je het beeld minimaliseren maximaliseren sluiten. Verplaatsen: met de muis in de titelbalk te slepen Schuifbalken gebruiken indien je slechts een deeltje van de afbeelding ziet Je kan meerdere afbeeldingen tegelijk openen en bewerken, er is slechts 1 afbeelding actief = (blauwe) titelbalk, meestal de bovenste afbeelding Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 9

Inleiding 1.6. De paletten Aan de rechterkant van het toepassingsvenster zie je een aantal paletgroepen met hierin de losse paletten, wanneer je 1 palet van een paletgroep toont, wordt de hele paletgroep getoond met het gekozen palet bovenaan, wanneer je 1 palet verbergt wordt de hele paletgroep verborgen. (Vb. Tonen (verbergen) palet Lagen: Menu Venster Lagen) Alle open paletten tonen (verbergen): Tabtoets Alle open paletten tonen (verbergen) behalve gereedschapspalet: Shift + Tab Paletgroep minimaliseren: liggend streepje rechts bovenaan paletvenster of dubbelklik in titelbalk. Paletgroep sluiten: kruisje rechts bovenaan paletvenster of via menu Venster. Verplaatsen vergroten - verkleinen: verslepen (via de titelbalk). Paletlocatie herstellen: Menu Venster Werkruimte Paletlocaties opnieuw instellen. Menuopties palet tonen: klik op klein driehoekje rechts bovenaan in paletvenster 1.7. De statusbalk Onderaan het documentvenster. Bevat informatie over de huidige toestand van Photoshop en de actieve afbeelding. Het zoomvak toont de procentuele grootte van de weergave. Het voorvertoningvak toont de informatie over de documentgrootte (of andere menukeuze met pijltje). Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 10

De eerste beginselen van digitale afbeeldingen II De eerste beginselen van digitale afbeeldingen 1. Openen 1.1. Openen van één afbeelding Ga naar het menu Bestand Openen of dubbelklik in een leeg (grijs) vlak in het documentvenster of gebruik de sneltoets via het toetsenbord CTRL + O Kies in het vak Zoeken in, de schijf en/of map waarin je een bestand wil openen. Open de afbeelding door te dubbelklikken op de naam of enkel klikken + knop openen. Wanneer je op de bestandsnaam van een afbeelding klikt, verschijnt onderaan het dialoogvenster Openen een miniatuur met de bestandsgrootte Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 11

De eerste beginselen van digitale afbeeldingen 1.2. Openen van meerdere afbeeldingen 2. Sluiten Opeenvolgende afbeeldingen: Klik op de eerste afbeelding, druk Shift, klik op de laatste afbeelding, laat Shift los, klik op de knop Openen. Niet opeenvolgende afbeeldingen: Klik op de eerste afbeelding, druk Ctrl, klik op alle overige afbeeldingen, laat Ctrl los, klik op Openen. 2.1. 1 afbeelding sluiten Ga naar menu Bestand Sluiten. Of sneltoets via toestenbord Ctrl + W. Of in titelbalk afbeelding op kruisje rechts bovenaan klikken. 2.2. Alle openstaande afbeeldingen sluiten Ga naar menu Bestand Alles sluiten Of sneltoets via toetsenbord Alt + Ctr l + W. 2.3. Adobe Photoshop sluiten 3. Bewaren Ga naar menu Bestand Afsluiten Of sneltoets via toetsenbord Ctrl + Q Of in titelbalk toepassingsvenster op kruisje rechts bovenaan klikken. Ga naar Menu Bestand Opslaan (als) Of sneltoets via toetsenbord ( Shift ) Ctrl + S In het dialoogvenster kies je bij : Opslaan in: de locatie waar je de afbeelding wil bewaren (op school is dit meestal de USB stick) Bestandsnaam: kies je de gewenste naam (wordt opgegeven in de opgave van de oefeningen in de klas) Formaat: (indeling) : selecteer.jpg of.psd Je kan een afbeelding bewaren onder verschillende bestandsformaten: Wij kiezen voor: xxxxxx.jpg of xxxxx.psd Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 12

De eerste beginselen van digitale afbeeldingen 3.1. JPG Zo ontvangen we de beelden van een compacte digitale camera Als de afbeelding volledig klaar is Als we de afbeelding willen laten afdrukken op echt fotopapier in een fotowinkel Als we de afbeelding via internet willen versturen Als we de afbeelding willen openen in een andere software dan Photoshop Kleinere bestandsgrootte Keuze hoeveel we de afbeelding willen comprimeren (verkleinen schaal 1-12) 3.2. PSD 4. Zoomen Het typisch Photoshopformaat, je hebt de software Photoshop nodig om dit beeld te kunnen openen Als we nog willen verder werken aan de afbeelding en de afbeelding voorlopig bewaren Als we helemaal geen kwaliteitsverlies (= compressie) willen op het beeld Grote bestandgrootte Is een visuele hulp om een beeld in detail of volledig te bekijken. LET OP: de ware grootte van de afbeelding wordt niet aangepast, een afbeelding van vb 10/15 cm 300 ppi blijft even groot bij het in- of uitzoomen, enkel de weergave op het scherm wordt aangepast!! Het % is de verhouding van de beeldpixels tot de pixels van het beeldscherm (72 ppi), dus 10/15 cm weergegeven in 100 % op scherm ziet er daarom niet altijd uit als 10 cm op 15 cm want dit hangt af van de resolutie van de afbeelding en het scherm. 4.1. Via het zoomvak Links onderaan in de afbeelding (statusbalk) > 100 % : inzoomen < 100 %: uitzoomen 100 %: werkelijke pixels 4.2. Via het palet navigator Hier zie je een miniatuur van de afbeelding, wanneer je hebt ingezoomd een rood kader rond de ruimte waarnaar je aan het kijken bent Om het weergavegebied te veranderen versleep je de rode kader met de muis Om in te zoomen typ je een waarde > 100 % of versleep de schuifbalk naar rechts Om uit te zoomen typ je een waarde < 100 % of versleep de schuifbalk naar links Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 13

De eerste beginselen van digitale afbeeldingen 4.3. Via het toetsenbord Sneltoets Ctrl + + : inzoomen Sneltoets Ctrl + - : uitzoomen Sneltoets Home toets: naar linker bovenhoek afbeelding Sneltoets End toets: naar rechter onderhoek afbeelding Sneltoets Ctrl + 0 : toont de volledige afbeelding in de vrije ruimte tussen de paletten 4.4. Via het menu Weergave Ga naar Menu Weergave Inzoomen uitzoomen in venster Werkelijke pixels: 100 % Afdrukgrootte: op scherm volgens de afdrukgrootte 4.5. Via het gereedschapspalet Met het handje (letter H op toetsenbord) ingezoomde afbeelding verschuiven Dubbelklikken op het handje: toont de volledige afbeelding in de vrije ruimte tussen de paletten Sneltoets Spatiebalk Vergrootglas (letter Z op het toetsenbord) De optiebalk past zich automatisch aan Maak de keuze in de optiebalk tussen in of uitzoomen Je klikt in de afbeelding of sleept rond het stuk dat je wil zoomen Optiebalk: Venster passend maken aanvinken om het formaat van het documentvenster aan te passen aan het zoompercentage Inzoomen wordt uitzoomen met de alttoets 4.6. Snelmenu Rechter muisknop klikken in de afbeelding als het gereedschap Vergrootglas (zoomen) geselecteerd is. 5. Aanpassingen toepassingsvenster Weergave aanpassen via de knoppen voor schermmodus in het gereedschapspalet: Standaard Volledig scherm Volledig scherm met menukeuze Volledig scherm zwarte achtergrond 6. Weergave meerdere afbeeldingen Open meerdere afbeeldingen Open Menu Venster Ordenen Trapsgewijs: afbeeldingen schuin achter elkaar Open Menu Venster Ordenen Naast Elkaar: afbeeldingen naast elkaar Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 14

De eerste beginselen van digitale afbeeldingen 7. Maken van een nieuwe afbeelding Zelf afbeeldingen creëren of composities maken van bestaande afbeeldingen. Je definieert een leeg (wit) document Ga naar Menu Bestand Nieuw Of via toetsenbord sneltoets Ctrl + N Kies een naam, formaat + maateenheid (of voorinstelling), resolutie (afhankelijk van het doel internet, afdrukken, meestal 72 ppi of 300 ppi), kleurmodus (meestal RGB) Let op: Het is niet omdat je de nieuwe afbeelding een naam geeft dat deze reeds bewaard is. Resolutie: beter vertrekken van een hoge resolutie zodat je nadien nog alle kanten uitkan, dus 300 ppi voor het gekozen formaat. Nieuwe lege afbeelding maken met de grootte en resolutie van een bestaande geopende afbeelding: Bij het dialoogvenster Nieuw, kies Menu Venster en onderaan de naam van het juiste bestand waarvan je de kenmerken wil overnemen. Wat kiezen wij standaard in de les Breedte en hoogte: in cm Resolutie: 72 of 300 ppi Kleurmodus: RGB 8 bits Achtergrondinhoud: wit Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 15

De eerste beginselen van digitale afbeeldingen 8. Afbeeldingsgrootte inleiding Aanpassen om af te drukken, versturen via internet, kleiner te maken, Open een afbeelding Ga naar Menu Afbeelding afbeeldingsgrootte Of klik met rechter muisknop op de titelbalk van de actieve afbeelding Alle afmetingen pixels en resoluties kan je wijzigen. Let op: dat verhoudingen behouden aangevinkt staat zodat de afbeelding gelijkmatig aangepast wordt digitaal formaat van een compacte digitale camera is niet gelijk aan 10/15 cm maar aan 11,25 / 15 cm!! Gevolgen bij het afdrukken op echt fotopapier. Opmerking: wanneer je foto s op echt fotopapier in een fotowinkel laat afdrukken rechtstreeks van je digitale camera of geheugenkaart of CD wordt de omzetting naar het juiste formaat en het juiste aantal pixels automatisch voor jou gedaan. Knop Annuleren wordt knop Herstellen door alttoets. Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 16

De eerste beginselen van digitale afbeeldingen 9. Een afbeelding roteren en spiegelen Soms verschijnt een afbeelding ondersteboven of 90 gedraaid op je scherm wanneer je iets hebt gefotografeerd of gescand. Ga naar Menu Afbeelding - Canvas roteren Instelbaar: het dialoogvenster verschijnt, je kan zelf bepalen hoeveel graden de afbeelding moet draaien. Canvas horizontaal omdraaien: spiegelt de afbeelding 90 rechtsom 9.1. Fijne rotaties met het gereedschap liniaal Open de afbeelding Neem het gereedschap liniaal uit het gereedschapspalet (onder het gereedschap pipet) Sleep in de afbeelding dat perfect horizontaal of verticaal moet komen Ga naar Menu Afbeelding - Canvas roteren - Instelbaar Photoshop stelt zelf voor hoeveel graden en in welke richting je best roteert. meetlat Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 17

Bestandenbrowser Photoshop Bridge III Bestandenbrowser Phothoshop Bridge Is een extra venster in Photoshop waarmee je digitale afbeeldingen kan beheren, hernoemen en roteren. Je kan het een beetje vergelijken met Windows Verkenner. Ga naar Bestand Bladeren Of via de optiebalk helemaal rechts knop met mapje en vergrootglas Of sneltoets op het toetsenbord Shift + Ctrl + O Photoshop Bridge verschijnt op het scherm: In het vak links bovenaan kan je de gewenste map met afbeeldingen kiezen De inhoud verschijnt in het rechtervenster Wanneer je op een afbeelding klikt verschijnt in het vak rechts onderaan de bestandsinformatie: naam, formaat, afmetingen, Rechts onderaan kan de weergave kiezen: volledig beeld, miniatuur, filmstripweergave, Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 18

Bestandenbrowser Photoshop Bridge 1. Afbeeldingen hernoemen Open de map met de gewenste afbeeldingen Klik met de rechter muisknop op een lege plaats in het rechtervenster of Selecteer de gewenste afbeeldingen die je wil hernoemen en klik met je rechter muisknop op een van de geselecteerde afbeeldingen. Kies in het snelmenu de opdracht Naam wijzigen in batch Kies Doelmap en naamgeving 2. Afbeeldingen roteren Open de map met de gewenste afbeeldingen Selecteer in het rechtervenster de afbeeldingen die op dezelfde manier geroteerd moeten worden Klik bovenaan op roteer links (rechts) tot de afbeeldingen juist staan Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 19

Werken met afbeeldingen IV Werken met afbeeldingen 1. Selectietechnieken 1.1. De vlakselecties Rechthoekig selectiekader Kies het rechthoekig selectiegereedschap uit het gereedschapspalet of typ de letter M op het toetsenbord. Optiebalk: Stijl:bepaal welke soort selectie je wenst, Normaal vaste verhoudingen vaste grootte (je kan de maateenheid wijzigen) Om een perfect vierkant stuk te selecteren houdt je tijdens het slepen de Shift toets ingedrukt Wil je vanuit het middelpunt vertrekken houdt je tijdens het slepen de Alt toets ingedrukt Ovaal selectiekader Kies het ovaal selectiegereedschap uit het gereedschapspalet of typ de letter M op het toetsenbord. Om een perfecte cirkel stuk te selecteren houdt je tijdens het slepen de Shift toets ingedrukt Wil je vanuit het middelpunt vertrekken houdt je tijdens het slepen de Alt toets ingedrukt 1.2. De toverstaf Kies de toverstaf uit het gereedschapspalet of typ de letter W op het toetsenbord. Optiebalk: Tolerantie: bepaalt de mate waarin de toverstaf gaat selecteren; hoe hoger de tolerantie hoe meer de toverstaf in één klik zal selecteren. Standaardwaarde 32, minimumwaarde 0 (= 1 kleur selecteren) en maximumwaarde 255 (= alles selecteren) Anti-alias: selectie wordt een beetje bijgewerkt om het blokkerig resultaat van de selectie met pixels te verzachten. Aangrenzend: hiermee zoekt Photoshop naar gelijkaardige kleuren in pixels die aangrenzen aan de plaats waar je geklikt hebt. Klik op de kleur in de afbeelding die je wenst te selecteren met linker muisknop Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 20

Werken met afbeeldingen 1.3. De lasso De lasso Kies de lasso uit het gereedschapspalet of typ de letter L op het toetsenbord. Optiebalk: Doezelaar: de randen van de selectie verzachten, standaardwaarde 0 Sleep een losse vorm rond het stuk dat je wilt selecteren met de linker muisknop, als je de muisknop loslaat verschijnt de selectie De veelhoeklasso Kies de veelhoeklasso uit het gereedschapspalet of typ de letter L op het toetsenbord. Klik in de afbeelding op de plaats waar je de selectie wilt beginnen, klik op alle andere plaatsen waar je een punt wil plaatsen, om de selectie af te werken klik je terug op het beginpunt en de selectie verschijnt. De magnetische lasso Kies de magnetische lasso uit het gereedschapspalet of typ de letter L op het toetsenbord. Optiebalk: Breedte: de breedte van de zone waarin gezocht mag worden naar de rand van het object Randcontrast: hoe groot het contrast is tussen de rand van het object en de omgeving Klik op de rand van het stuk dat je wil selecteren, beweeg nu langs de rand van het stuk, de magnetische lasso zoekt zelf de rand op en plaatst selectiepunten, om af te werken klik je terug op het beginpunt en de selectie verschijnt. Als de magnetische lasso een selectiepunt op de verkeerde plaats zet kan je dit verwijderen met Delete. 2. Werken met selecties 2.1. Uitbreiden en verminderen Bijselecteren of deselecteren Dit doe je met de knoppen op de optiebalk keuzes links op de optiebalk: nieuwe selectie: telkens je selecteert verdwijnt de vorige selectie toevoegen aan selectie:wanneer je al een stuk geselecteerd hebt en je wil nog meer bijselecteren (of Shift toets ingedrukt houden) verwijderen: wanneer je te veel geselecteerd hebt (of Alt toets ingedrukt houden) doorsnede: je houdt de doorsnede over van wat je al geselecteerd hebt en wat je nu bijselecteert (of Shift toets + Alt toets ingedrukt houden) Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 21

Werken met afbeeldingen 2.2. Deselecteren Als je opnieuw wil beginnen wanneer je iets fout hebt geselecteerd, of als je een andere selectie wil maken Ga naar Selecteren Deselecteren Of sneltoets via toetsenbord Ctrl + D Of naast de bestaande selectie klikken als Nieuwe selectie actief is 2.3. Alles selecteren Om de volledige afbeelding te selecteren Ga naar Selecteren Alles Of sneltoets via toetsenbord Ctrl + A 2.4. Selectie omkeren Deselecteren wat geselecteerd is en selecteren wat niet geselecteerd is. Je draait de selectie om. Wordt dikwijls gebruikt in combinatie met de toverstaf Ga naar Selecteren Selectie omkeren Of sneltoets via toetsenbord: Ctrl + Shift + i selectie selectie 2.5. Verplaatsen Selectie verplaatsen Selecteer een stuk, zorg ervoor dat in de optiebalk Nieuwe Selectie aan staat, ga met selectiegereedschap in de selectie staan, versleep om te verplaatsen Of gebruik de 4 pijlen op toetsenbord om pixel per pixel te verplaatsen. Inhoud verplaatsen Wanneer je een stuk geselecteerd hebt en de inhoud op een andere plaats in de afbeelding wil plaatsen. Selecteer een stuk, neem het verplaatsgereedschap in het gereedschapspalet en ga in de selectie staan, versleep naar de gewenste plaats. Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 22

Werken met afbeeldingen 2.6. Doezelen Je gaat de randen van de selectie verzachten, je ziet dit niet op het moment dat je selecteert. Mooi om de selectie te laten overgaan in de rest van de afbeelding. Via het dialoogvenster Selecteer een stuk, ga naar Selecteren Doezelaar, bepaal de waarde van het doezelen. Dit kan je alleen instellen nadat je de selectie gemaakt hebt. Via de optiebalk Dit moet je instellen voor je een selectie maakt in de optiebalk. Let op: elke keer je een andere selectie maakt blijft de ingestelde doezelwaarde actief tot jij ze terug aanpast geen doezel doezel: 10 px 2.7. Selectielijnen transformeren Soms is je selectie net iets te klein (groot) of niet gedraaid. Je vergroot of verdraait de selectielijnen maar niet de inhoud. Maak een selectie en ga naar Selecteren Transformatie selectie. Er verschijnt een kader met selectiegereedschappen, die kan je verslepen om de grootte aan te passen. Om te roteren ga je buiten een selectiehandgreep staan en er verschijnt een gedraaid pijltje, je sleept. Via de optiebalk kan je exacte maten opgeven Bevestig met Enter. Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 23

Werken met afbeeldingen 3. Kopiëren, knippen en plakken 3.1. Kopiëren binnen eenzelfde afbeelding Wanneer je vb een bepaalde bloem meerdere keren in een afbeelding wil laten voorkomen Selecteer het stuk en ga naar Bewerken Kopiëren, ga dan direct naar Bewerken Plakken, het gekopieerde stuk ligt bovenop het origineel, het kan verplaatst worden met het verplaatsgereedschap. Kopiëren en plakken kan ook met de sneltoetsen via het toetsenbord Ctrl + C en Ctrl + V 3.2. Kopiëren naar een andere afbeelding Wanneer je vb een persoon voor een andere achtergrond wil plaatsen, let op dat de afbeeldingen niet te veel verschillen in afmeting en de resolutie beste hetzelfde is. Selecteer het stuk Neem het verplaatsgereedschap Sleep de selectie naar het documentvenster van de andere afbeelding, wanneer daar een plusteken verschijnt laat je de muis los Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 24

Werken met afbeeldingen 3.3. Verplaatsen binnen eenzelfde of naar een andere afbeelding Om eens stuk uit een afbeelding te halen en naar een andere afbeelding te brengen Selecteer het stuk Ga naar Bewerken Knippen Ga naar een andere afbeelding Ga naar Bewerken Plakken Knippen en plakken kan ook met de sneltoetsen via het toetsenbord Ctrl + X en Ctrl + V 3.4. Verwijderen Als je een geselecteerd stuk weg wilt uit een afbeelding Selecteer het stuk Ga naar Bewerken Wissen Of Delete op het toetsenbord 4. Inhoud transformeren 4.1. Vrij transformeren Als de inhoud wil vergroten, verdraaien, verkleinen, Selecteer een stuk afbeelding (kopieer eventueel naar een andere afbeelding) Ga naar Bewerken Vrije transformatie Of sneltoets via toetsenbord Ctrl + T Sleep op de handgrepen om het formaat aan te passen Om de verhoudingen te behouden gebruik Shift toets of het kettinkje aanvinken in de optiebalk Sleep buiten de handgrepen om te roteren Of heel nauwkeurig via de optiebalk Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 25

Werken met afbeeldingen 4.2. Vast roteren en spiegelen Selecteer een stuk Ga naar Bewerken Transformatie Roteren 90 180 horizontaal verticaal 90 rechtsom Let op: verschil tussen Menu Afbeelding Canvas roteren 4.3. Overige transformaties Ga naar Bewerken Transformatie Schuintrekken Vervormen Perspectief 5. Bijsnijden van afbeeldingen 5.1. Na een selectie Soms wil je van een afbeelding slechts een bepaald stuk overhouden, vb je eigen foto uit een groepsfoto, een vinger voor de lens, Selecteer het stuk dat je wenst over te houden met het rechthoekig selectiegereedschap Ga naar Afbeelding Uitsnijden Let op: geen doezelaar gebruiken!! 5.2. Uitsnedegereedschap Je selecteert en snijdt tegelijkertijd uit Open de afbeelding Neem het uitsnedegereedschap uit het gereedschapspalet of de letter C Sleep rond het stuk dat je wil uitsnijden In het palet Info zie je informatie over de breedte en hoogte die je uitsnijdt Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 26

Werken met afbeeldingen 6. Canvasgrootte Rondom de afbeelding ruimte vrijmaken zonder de foto zelf te vergroten, je maakt een rand rond de foto Ga naar Afbeelding Canvasgrootte Breedte: bepaal hoe breed de afbeelding met rand mag worden Hoogte: bepaal hoe hoog de afbeelding met rand mag worden Plaatsing: klik in het middelste vakje om rondom evenveel ruimte toe te voegen Kleur: bepaal de kleur van de rand Relatief aanvinken: bepaal hoe breed de rand moet zijn witte canvas Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 27

Lagen 1. Werken met lagen V Lagen Lagen kan men vergelijken met over elkaar gelegde (transparante) vellen. Waar een laag geen afbeelding bevat en dus transparant is, kan men erdoorheen kijken en de onderliggende lagen zien. Alle lagen in een afbeelding hebben dezelfde resolutie, hetzelfde aantal kanalen (vb RGB) en dezelfde afbeeldingsmodus. Een laag kan leeg zijn of geheel of gedeeltelijk gevuld met afbeeldingsinformatie. Een nieuwe afbeelding in Photoshop heeft 1 laag, de Achtergrondlaag. Door lagen te gebruiken kan je heel flexibel gaan werken. Indien je iets fout doet op een aparte laag, verwijder je de laag. Dus werk zoveel mogelijk op aparte lagen. Alleen het.psd formaat bewaart de aparte lagen indien je dit wil en later wil verderwerken!! Bij het bewaren onder.jpg wordt alle zichtbare lagen samengebracht tot 1 laag waarin je moeilijk nog iets kan gaan aanpassen achteraf. Met het palet lagen (Ga naar Venster - Lagen ) bekijk en bewerk je de lagen van een afbeelding. Wat zich in het palet lagen onderaan bevindt, ligt ook in de afbeelding onderaan. Het palet lagen bouwt net zoals de afbeelding zelf, van onder naar boven op. Het oog toont dat de afbeelding zichtbaar is, klik in het vakje om de laag zichtbaar te maken of te verbergen. De laagminiatuur toont in verkleind formaat de laaginhoud. De laagnaam toont de naam van de laag en of de laag geselecteerd is met blauwwitte ( of een ander kleur) aanduiding 1.1. Nieuwe lagen maken Wanneer je een deel van een foto naar een andere afbeelding of in dezelfde afbeelding kopieert, verschijnt dit automatisch op een nieuwe laag. Je kan ook zelf nieuwe lagen bijmaken om hierin te vullen, te tekenen, enz. Klik in het palet Lagen op de knop Nieuwe laag Of Ga naar Laag - Nieuw Laag Of sneltoets via toetsenbord Shift + Ctrl + N 1.2. Een laag van naam veranderen Je geeft beste een naam die bij de inhoud past, zo weet je door de naam direct wat erin zit Dubbelklik op de laagnaam en typ de nieuwe naam in en bevestig met enter Of Ga naar Laag Laageigenschappen Of ga naar het optiemenu van het palet Laag (zwart driehoekje) en kies Laageigenschappen Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 28

Lagen 1.3. Een selectie omzetten naar een laag Je kan uit een afbeelding ook een stuk overbrengen naar een nieuwe laag om daarmee verder te werken Sta op de juiste laag Selecteer het gewenste gebied van de afbeelding Ga naar Laag Nieuw Laag via kopiëren (of knippen) Of sneltoets via toetsenbord Ctrl + J ( Schift + Ctrl + J ) 1.4. Lagen bewerken Volgorde veranderen Je kan het uiteindelijk resultaat nog verder aanpassen Sta op de juiste laag en sleep de laagnaam naar omhoog of omlaag in het palet lagen, een dikke zwarte streep toont waar de laag naartoe gaat. De inhoud van lagen verplaatsen Sta op de juiste laag en neem het verplaatsgereedschap en het gereedschapspalet, sleep de laag naar de juiste plaats. Lagen kopiëren in eenzelfde afbeelding Sta op de juiste laag en sleep de naam van de laag in het palet Lagen naar de knop Nieuwe Laag onderaan in het tabblad Lagen Of Ga naar Laag Nieuw Laag via kopiëren Of sneltoets via toetsenbord Ctrl + J Of sneltoets via toetsenbord Alt + slepen op de te kopiëren laag Laag kopiëren naar een andere afbeelding Open de twee afbeeldingen en plaats ze naast elkaar, sta op de laag die je wil kopiëren in het palet Lagen van de ene afbeelding, neem het verplaatsgereedschap en sleep naar de andere afbeelding met de muis Meerdere lagen in één keer kopiëren naar een andere afbeelding Selecteer de lagen die je wil samen kopiëren door op de eerste laag te klikken, Shift toets ingedrukt en op de laatste laag klikken (of Ctrltoets om niet opeenvolgende lagen te selecteren). Nu moet je de geselecteerde lagen koppelen door op de koppel-knop te klikken onderaan in het tabblad van het palet Lagen. Kopiëren van de lagen doe je met het verplaatsgereedschap en slepen gekoppelde lagen Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 29

Lagen 1.5. De laag Achtergrond Is de laag waarin een geopende afbeelding of een nieuwe afbeelding met witte inhoud zich bevindt. Deze laag is altijd de onderste laag, men kan de positie in stapelvolgorde niet wijzigen. Deze laag kan geen transparante pixels bevatten dus men kan geen dekking instellen. De laag Achtergrond is steeds vergrendeld (hangslot), dit kan voor problemen zorgen tijdens het werken,daarom ontgrendelen we deze laag en geven deze eventueel een nieuwe naam zodat we ze als een gewone laag kunnen gebruiken. Dubbelklik op de laag Achtergrond en geef deze laag een nieuwe naam (Laag 0), bevestig met Enter. Nu heeft deze laag geen beperkingen meer. 1.6. Lagen transparant maken In het palet Lagen met de optie Dekking bovenaan in het palet kan je de dekking van een geselecteerde laag wijzigen door de dekking te verslepen of zelf een waarde in te typen. Hoe lager de dekking hoe transparanter de laaginhoud 1.7. Werken met Laagmodus Door de laagmodus te wijzigen reageert de laag op de onderliggende lagen, dit kan voor speciale effecten zorgen, dus experimenteren. Sta op de juiste laag, open de lijst met laagmodi in het palet Lagen en klik op de gewenste laagmodus. Kies voor laagmodus Normaal voor terug te keren naar het oorspronkelijke beeld. 1.8. Een laag verwijderen Sta op de juiste laag en sleep deze naar de Vuilnisbakknop rechts onderaan in het tabblad van het palet Laag Of Ga naar Laag Verwijderen Laag Of rechtsklikken op juiste laag en kies in snelmenu Laag verwijderen Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 30

Linialen en hulplijnen fouten herstellen 1. Linialen VI Linialen en hulplijnen - fouten herstellen In Photoshop kan je horizontale en verticale hulplijnen plaatsen. 2. Hulplijnen Ga naar Weergave Linialen Zo kan je de linialen weergeven of verbergen in je afbeeldingvenster vb om lagen mooi op een lijn te plaatsen, om verschillende stukken mooi te kunnen verdelen 2.1. hulplijn plaatsen: Ga naar Weergave nieuwe hulplijn Bepaal de oriëntatie Horizontaal of Verticaal, typ de positie en bevestig met OK Of sleep met het Verplaatsgereedschap vanuit de horizontale of verticale liniaal, dan kan je willekeurige hulplijnen plaatsen 2.2. één hulplijn verwijderen: Sleep met het Verplaatsgereedschap de hulplijn buiten het afbeeldingvenster 2.3. Alle hulplijnen in 1 keer verwijderen: Ga naar Weergave Hulplijnen wissen Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 31

Linialen en hulplijnen fouten herstellen 3. Fouten herstellen Wanneer je iets hebt uitgevoerd dat je niet goed vindt of wanneer je een fout hebt gemaakt kan je die herstellen. Laatste wijziging ongedaan maken: Ga naar Bewerken Ongedaan maken Of sneltoets via toetsenbord Ctrl + Z 3.1. Palet historie Elke keer men wijzigingen (of handelingen) aanbrengt wordt dit aan het palet historie toegevoegd. Dit is een chronologisch overzicht van de taken (de laatste 20 taken). Bovenaan staat de oudste wijziging, onderaan de laatste. Bij elke wijziging wordt de naam vermeld. 3.2. Maak het palet Historie zichtbaar: Ga naar Venster Historie Via het palet Historie kan je direct naar een stap(pen) terugkeren door op die wijziging te klikken. Onderaan rechts heb je 3 knoppen in het palet Historie: Nieuw document maken van huidige staat Nieuwe opname maken (fototoestel icoon): klik op het icoontje en je krijgt bovenaan in het palet een regeltje bij waar je altijd terug naartoe kunt gaan door erop te klikken Huidige staat verwijderen (vuilbakje):laatste wijziging slepen naar het vuilbakje Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 32

onderwerp(vb selecties) VII Kleur 1. Kleuren maken Willekeurige kleuren maken met de kleurkiezer Met het dialoogvenster Kleurkiezer kan je een voorgrondkleur of achtergrondkleur maken. Dit kan willekeurig op zicht, via kleursystemen of via een bibliotheek. Standaardkleur is zwart en wit als voor- en achtergrondkleur. Wil je voor- en achtergrondkleur wisselen klik je op het dubbel pijltje dat bij de kleurkiezer staat in het gereedschapspalet. Wil je opnieuw de perfecte standaardkleuren (zwart en wit) instellen klik op het klein icoontje links onderaan bij de kleurkiezer in het gereedschapspalet. Kleurkiezer openen: Klik op de voorgrond of achtergrondkleur in het gereedschapspalet. Dialoogvenster kleurkiezer: Kleurschuifregelaar: de smalle lange strook met verschillende kleurtinten, om de hoofdkleur te bepalen Kleurenveld: links in het dialoogvenster, toont de verschillende kleurvarianten van de tint die je hebt aangeklikt in de kleurschuifregelaar Huidige kleur: toont de nieuwe voor- of achtergrondkleur die je hebt gekozen Vorige kleur: toont de vorige voor- of achtergrondkleur die was ingesteld toen je erop klikte Kleursysteem: HSB RGB Lab CMYK, de verschillende systemen waarmee je kleuren kan maken of kiezen Om de juiste weergave te hebben van kleurschuifregelaar en kleurveld moet je de H aanvinken bij de kleursystemen. Bij vorige en huidige kleur in het dialoogvenster van de kleurkiezer kan je soms een driehoek met uitroepteken of kubus zien. Driehoek: je hebt een kleur gekozen die niet drukveilig is Kubus: je hebt een kleur gekozen die niet webveilig is Klik op de kubus of de driehoek om de dichtstbijzijnde kleur te krijgen die wel veilig is Om enkel de webveilige kleuren kan je dit ook aanvinken Alleen webkleuren Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 33

onderwerp(vb selecties) De pipet Je kan een kleur selecteren uit een geopende afbeelding. Vb. als je het kleur van iemand zijn hoed wil gebruiken als lettertypekleur. Neem het pipetgereedschap uit het gereedschapspalet en klik op de gewenste kleur in de geopende afbeelding, zo bepaal je de nieuwe voorgrondkleur. Om een nieuw achtergrondkleur te selecteren, houd je de Alt toets ingedrukt terwijl je op de gewenste kleur klikt in de afbeelding. Het palet kleuren Maak het palet zichtbaar via menu Venster Kleuren. Klik in het vak voorgrondkleur als je een andere voorgrondkleur wenst. Klik in de schuifregelaars om een ander kleur te selecteren of tik zelf de gewenste kleur in als je de kleurcode kent in de invulvakken. Kleuren mengen via kleursystemen in de kleurkiezer Je kan een kleur op verschillende manieren gaan benoemen. Afhankelijk van het soort kleursysteem dat je gebruikt. Voorbeelden van kleursystemen zijn: RGB: geef waarden in van 0 tot 255. zwart = R:0;G:0;B:0 en wit = R:255;B:255;B:255 CMYK: geef waarden in van 0 tot 100 %. Grijs = K: 50 % en wit= C 0% M 0% T 0% K 0% LAB HSB In de fotografiewereld gebruiken we altijd RGB In de drukkerswereld wordt er CMYK gebruikt Aan de hand van deze kleuromschrijvingen kan iemand een exact kleur doorgeven aan bijvoorbeeld een ontwerpbureau. Zo kan je vb het perfecte rood van het logo Coca Cola gaan omschrijven en hoef je niet een schatting te maken. Elk kleur kan er anders gaan uitzien op verschillende schermen ook al is de kleurcode gelijk. Dit heeft te maken met de kwaliteit, ouderdom, perfectie, soort, kallibratie, van het gebruikte scherm en de omgeving waarin het scherm zicht bevindt. 2. Kleurenopbouw Hoe zet ik mijn afbeelding om naar een andere kleurmodus? Ga naar het menu Afbeelding Modus. De kleurmodussen zijn: RGB modus CMYK modus Lab modus Grijswaardenmodus Duotoonmodus Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 34

onderwerp(vb selecties) Om een afbeelding om te zetten in een andere modus (vb om van een kleurafbeelding naar zwart wit afbeelding te gaan): Open de kleur afbeelding en kies menu Afbeelding - Modus - Grijswaarden Alle kleur verdwijnt uit de foto en je hebt een zwart wit foto. Wil je toch een vb tekst in kleur in je zwart wit foto moet je terug gaan naar een kleurmodus vb RGB. Doe je dit niet kan je geen kleuren kiezen maar enkel de grijstinten. Let op, bij het afdrukken in een fotolabo moeten je beelden altijd in de modus RGB staan, ook al heb je een zwart wit foto gemaakt via grijswaarden, dan toch moet je eerst terug naar de modus RGB. Modus Duotoon om vb. een bruintint (sepia) foto te maken Je moet altijd eerst naar de modus Grijswaarden en dan pas kan je naar de modus duotoon. Je voegt als het ware een kleur bij je zwart wit foto. Dialoogvenster duotoon: Je kiest voor mono, duo tri of quadtoon Klik per inkt op het gekleurde vakje om je kleur te bepalen. Bepaal de gewenste kleur in de kleurkiezer die verschijnt en druk OK. Geef de gekozen kleur een naam in het tekstvakje naast de kleur. Herhaal dit tot je alle inkten of kleuren hebt bepaald. Bevestig met OK. Je kiest best voor donkere tinten om voldoende detail in je afbeelding te behouden. Vb. een bruintint (sepia) foto maken: Open de kleur afbeelding en plaats die in de modus grijswaarden. Plaats de zwart wit foto in de modus duotoon Kies voor tritoon in het dialoogvenster duotoon Als inkten stel je in: Inkt 1: zuiver Cyaan (C: 100 % rest: 0) Inkt 2: zuiver magenta (M: 100 % rest: 0) 2.1. Inkt 3: zuiver geel (Y: 100 % rest: 0) Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 35

Vullen, omlijnen, kaders maken VIII Vullen, omlijnen, kaders maken. Je kan een volledige laag of een selectie op de laag vullen met een kleur of kleurverloop. 1. Effen vullingen 1.1. Het emmertje. Het emmertje kent een zekere verwantschap met het toverstafje, in die zin dat zijn bereik afhangt van de kleuren in de afbeelding en de ingestelde tolerantiewaarde. Zoals het toverstafje selecteert het emmertje gebieden op basis van kleurovereenkomst tussen pixels, waarbij als referentiepunt de waarde van de pixel waarop geklikt is, geldt. De tolerantie bepaalt hoeveel pixels worden bijgewerkt. Hoe hoger de tolerantie hoe meer kleurtinten van hetzelfde kleur worden geselecteerd Selecteer het gebied dat je wilt vullen (met een rechthoekig-, ovaal selectiekader, toverstaf of lasso) Kies in het Vak Voorgrondkleur de gewenste voorgrondkleur Of Kies in het palet stalen de gewenste kleur de muisaanwijzer verandert in een pipet de voorgrondkleur verandert in de aangeklikte kleur Het emmertje is verborgen onder het gereedschap verloop Klik op het emmertje, de optiebalk past zich aan Kies voorgrondkleur om te werken met de gekozen kleur Modus: staat standaard op normaal, je kunt een andere overvloeimodus instellen. Dekking: bepaald de dekking van de verf. Tolerantie: met de tolerantiewaarde (0 255) bepaal je de mate waarin aangrenzende pixels een min of meer gelijke kleurwaarde moeten hebben om te worden gevuld Hoe hoger de waarde, hoe meer pixels er worden gevuld. Anti-alias: de randen van het gebied dat wordt gevuld, worden zachter gemaakt. Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 36

Vullen, omlijnen, kaders maken Aangrenzend: zelfde eigenschappen als bij het toverstafje (zie oefening druppels). Alle lagen : (aangevinkt) als je wilt dat pixels worden gevuld op basis van de verzamelde kleurinformatie uit alle zichtbare lagen. (uitgevinkt) als uitsluitend met de actieve laag rekening moet worden gehouden Voorbeeld selectie gevuld met rood, modus normaal, tolerantie 32, Anti-aliased aangevinkt, Aangrenzend uitgevinkt. 1.2. Vullen via het menu <Bewerken> <vullen> Bepaal in het Vak Voorgrondkleur de gewenste kleur Selecteer het gewenste gebied of de gewenste laag Kies voor <Menu Bewerken>, <Vullen> het dialoogvenster <Vullen> verschijnt In het dialoogvenster kan je nog kiezen voor een andere kleur door het pijltje in het invoervakje voorgrondkleur open te trekken en te kiezen voor kleur. Het dialoogvenster kleurkiezer gaat open, je stelt een kleur in en klikt op OK of Enter Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 37

Vullen, omlijnen, kaders maken Modus: standaard op normaal Dekking: hoe lager de dekking, hoe hoger de transparantie van de vulkleur Bevestig met de knop OK of met de Enter toets. 1.3. Vullen met toetscombinaties Is de gemakkelijkste en minst tijdrovende manier om een laag of selectie te vullen met voorgrondkleur of achtergrondkleur Vullen met voorgrondkleur ALT + BACKSPACE Vullen met achtergrondkleur CTRL + BACKSPACE 2. Verloopvullingen Het verloopgereedschap wordt gebruikt om lagen of selecties te vullen met kleuren die in elkaar overgaan of een wisselende dekking hebben. Tijdens het maken van basisontwerpen stel je vlug een voorgrond- en achtergrondkleur in, kies je een type van verloop, pas je eventueel de dekking aan en ga je aan de slag. Dit gereedschap biedt je echter de kans om eigen verlopen te maken met één of meerdere kleuren, gaande van volledige dekking tot transparantie in de richting die jij bepaalt. 2.1. Verlooptype Lineair verloop: verloop van punt a naar b langs een rechte lijn. Radiaal verloop: verloop van punt a naar b waarbij er een cirkel gevormd wordt. Hoekverloop: verloop van punt a naar punt b waarbij een draai tegen wijzers in rond het beginpunt gemaakt wordt. Gespiegeld verloop: verloop waarbij vanuit het beginpunt twee symmetrische lineaire verlopen gemaakt worden. Ruitverloop: verloop waarbij een ruitvorm gemaakt wordt (het beginpunt is het midden van de ruit en het eindpunt is een van de hoeken). lineair ruit radiaal hoek gespiegeld Extra opties Dithering: verloop vloeiender maken waarbij overgangen minder opvallen. Transparantie: de transparantie van het verloop wordt als transparantie gebruikt (anders wordt de transparantie in het verloop genegeerd en ook gevuld). Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 38

Vullen, omlijnen, kaders maken 2.2. Toepassen van een verloop Activeer het verloopgereedschap en maak de nodige instellingen: kies het verlooptype, kies een verloopvulling (zie verder), maak eventuele extra opties (modus, dekking, omkeren, ), stel de voorgrond- en achtergrondkleur in. Bepaal het gebied waarin het verloop toegepast moet worden: geen selectie: de volledige (actieve) laag zal gevuld worden met het verloop, een selectie: enkel de gemaakte selectie zal gevuld worden met het verloop. Plaats de muisaanwijzer op het punt in de afbeelding waar het verloop moet beginnen, druk de linker muisknop in, houd ingedrukt en sleep tot de plaats van het eindpunt van het verloop. Bij het loslaten van de linker muisknop is het gekozen verloop toegepast. 3. Omlijnen In dit venster kan je een verloop met verschillende kleuren kiezen Je kunt in een gemaakte compositie een laag, een selectie of tekst omlijnen. Werkwijze Bepaal de gewenste voorgrondkleur Selecteer of activeer het gewenste gebied Kies voor menu <Bewerken>, <Omlijnen> Het dialoogvenster <Omlijnen> verschijnt Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 39

Vullen, omlijnen, kaders maken 4. Kader maken Omlijning: breedte bepaalt de dikte van de omlijning, uitgedrukt in pixels Kleur: standaard staat de voorgrondkleur ingesteld Je kunt zelf een andere kleur instellen door te klikken op het invoervakje kleur, de kleurkiezer gaat open Locatie: binnen = de binnenkant van de selectie of de laag wordt omlijnd midden = zowel de binnenkant als de buitenkant wordt omlijnd buiten = de omlijning gebeurt aan de buitenkant van de selectie Modus: staat standaard op normaal Dekking: hoe lager de dekking, hoe transparanter de kleur van de omlijning Als alles ingesteld is bevestig je met OK of Enter Kies de gewenste kleur en stel in als voorgrondkleur Selecteer de volledige afbeelding (Ctrl + A) of maak een selectie Ga naar het menu <Selecteren>, <Bewerken>, <Kader> Stel de breedte van het kader in (uitgedrukt in pixels) Bevestig met OK of Enter Alt Backspace (kader vullen) Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 40

Filters IX Filters Met filters ga je het uitzicht van uw afbeeldingen wijzigen, bijvoorbeeld door ze er uit te laten zien als impressionistische schilderijen of mozaïektegels, of door er een unieke lichtval of vervormingen aan toe te voegen. U kunt bepaalde filters ook gebruiken om uw foto's op te schonen of deze te retoucheren. Filters vindt u in het menu Filter. Deze richtlijnen zijn nuttig bij de keuze van een filter: Filters worden op de actieve, zichtbare laag of een selectie toegepast. Alle filters kunnen afzonderlijk worden toegepast. Sommige filters werken alleen op RGB-afbeeldingen. Sommige filters worden volledig in het RAM-geheugen verwerkt. Als al het beschikbare RAM-geheugen wordt gebruikt om een filtereffect te verwerken, kunt u een foutbericht ontvangen.. 1. De Filtergalerie Met de Filtergalerie kunt u meerdere filters tegelijk toepassen en kunt u afzonderlijke filters meerdere malen toepassen. U kunt miniatuurvoorbeelden bekijken van de filterfunctie. U kunt ook de filters opnieuw rangschikken en de instellingen wijzigen voor elk filter dat u hebt toegepast om het gewenste effect te bereiken. De Filtergalerie is vaak de beste keuze voor het toepassen van filters, omdat u daarmee flexibel kunt werken. Echter, niet alle filters die in het menu Filter staan, zijn beschikbaar in de Filtergalerie. Als u de Filtergalerie wilt weergeven, kiest u Filter > Filtergalerie. Wanneer u op de naam van een filtercategorie klikt, worden er miniaturen weergegeven van beschikbare filtereffecten. Lesgevers Photoshop PCVO Meetjesland 41