Van Nieuwpoort Groep MVO en duurzaamheid. Emissie inventaris Betonson BV 2011 volgens ISO 14064-1



Vergelijkbare documenten
Van Nieuwpoort Groep MVO en duurzaamheid. Emissie inventaris Oosterbeek BV 2011 volgens ISO

1 INLEIDING 1. 2 AFBAKENING Organisatiegrenzen Operationele grenzen 2

1 INLEIDING 1. 2 AFBAKENING Organisatiegrenzen Operationele grenzen 2

Van Nieuwpoort Groep MVO en duurzaamheid. Emissie inventaris Van Nieuwpoort Betonmortel BV 2011 volgens ISO

CO 2 -Prestatieladder

Emissie inventaris van Oosterbeek Recycling

Emissie inventaris Van Nieuwpoort Grint en Zand BV 2009 volgens ISO

Emissie inventaris van Meijerink Holding BV 2012 volgens ISO

CO2-Prestatieladder. Emissie-inventaris Schilderwerken De Boer Obdam B.V. Eerste halfjaar 2016 (januari t/m juni)

Emissie inventaris van Gebr. Min Holding B.V Q1 + Q2 volgens ISO

2013 Dit document is opgesteld volgens ISO

CO 2 -Prestatieladder

CO2-Prestatieladder. Inventaris CO 2 -Emissies Klaver Giant Groep Inventaris CO2 emissie 2014 ( ) Pagina 1 van 14

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport Inleiding en verantwoording 3. 2 Beschrijving van de organisatie 4. 3 Verantwoordelijke 4

CO2-Prestatieladder. Emissie-inventaris Schilderwerken De Boer Obdam B.V. Tweede halfjaar 2018 (juli t/m december)

Emissie inventaris Visser Assen. Dit document is opgesteld volgens ISO

CO2-Prestatieladder. Inventaris CO 2 -Emissies Klaver Giant Groep 2018 H1. Datum rapportage :

De emissie inventaris van: Aannemingsbedrijf Platenkamp Borne 2010

EMISSIE INVENTARIS Axent Groen BV

Emissie inventaris van Meijerink Holding BV 2011 volgens ISO

Emissie inventaris van Multilease B.V volgens ISO

Emissie inventaris van Multilease B.V volgens ISO

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

CO2 prestatieladder Emissie inventaris 2014 volgens ISO

Geheel 2015 Dit document is opgesteld volgens ISO

CO2-Prestatieladder. Inventaris CO 2 -Emissies Klaver Giant Groep A. Inventaris CO2 emissie 2015 ( ) Pagina 1 van 14

Edulis Enschede 2014 Dit document is opgesteld volgens ISO

EMISSIE INVENTARIS. E. Lokken Groenvoorziening BV. Tel Noordzijde Directie Erik Lokken

CO2-Prestatieladder. Inventaris CO 2 -Emissies Klaver Giant Groep A. Inventaris CO2 emissie 2016 ( ) Pagina 1 van 14

P. DE BOORDER & ZOON B.V.

De emissie inventaris van: Aannemingsbedrijf Platenkamp Borne 2015 Dit document is opgesteld volgens ISO

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2015

CO 2 -Prestatieladder

Footprint Rollecate Groep. Dit document is opgesteld volgens ISO

EMISSIE INVENTARIS. A.J. Van de Werf Beheer BV. Tel Industrieweg 33 Directie Jan Kuiper

Footprint Rollecate Group. Dit document is opgesteld volgens ISO

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2015

De emissie inventaris van:

Dit document is opgesteld volgens ISO

Edulis Enschede 2015 Dit document is opgesteld volgens ISO

Emissie inventaris van Europcar Autoverhuur BV 2012 volgens ISO

De emissie inventaris van:

De emissie inventaris van: 2014 Dit document is opgesteld volgens ISO

Verhoef Groep Langerak B.V. Mei 2015 Definitief. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.

INVENTARISATIE CO 2 EMISSIE 2012

EMISSIE INVENTARIS A.J. Van de Werf Beheer BV. Tel Industrieweg 33 Directie Jan Kuiper

CO2-Prestatieladder. Inventaris CO 2 -Emissies Klaver Giant Groep Datum rapportage :

De emissie inventaris van: 2016 Dit document is opgesteld volgens ISO

EMISSIE INVENTARISATIERAPPORT

2016 Dit document is opgesteld volgens ISO

Emissie inventaris rapport 2014, 1 e helft. Opgesteld volgens de eisen van ISO en het Greenhouse Gas Protocol

Emissie inventaris van Fens Beheer BV 2011 volgens ISO

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2015

Emissie inventaris van Verhoef Groep Langerak BV 2011 volgens ISO

EMISSIE INVENTARIS A.J. Van de Werf Beheer BV. Tel Industrieweg 33 Directie Jan Kuiper

315.2 Emissie. inventarisatierapport Pagina 1 van 5

Emissie inventaris rapport over 2016 CO2-prestatieladder Eis 3.A.1-2 Opgesteld volgens de eisen van ISO en Greenhouse Gas Protocol

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2.

Rapportage volgens ISO Emissie inventaris FensBeheer BV

De emissie inventaris van: 2016 Dit document is opgesteld volgens ISO

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2.

Emissie inventaris van Martinus Groep 2012 volgens ISO

CO 2 -Prestatieladder

Emissie inventaris van Gebr. Min Holding B.V volgens ISO

De emissie inventaris van: Dit document is opgesteld volgens ISO AMK Inventis Rogier Witteveen. 14 juni 2018 Versie 3 Definitief

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2017

Emissie inventaris rapport Opgesteld volgens de eisen van ISO en het Greenhouse Gas Protocol

Emissie inventaris volgens ISO CO2-prestatieladder. Eis 3.A.1

1 INLEIDING. Emissie inventaris / versie: 15.3 blz 2 van 10

Vissers-Ploegmakers Materieel Emissie inventaris volgens ISO

CO₂ Emissie inventaris

Struunhoeve BV. Emissie inventaris rapport Inhoudsopgave (in het kader van papier vermindering is de inhoudsopgave op de voorpagina afgedrukt)

Emissie inventaris van Martinus Groep 2015 volgens ISO

Emissie inventaris volgens ISO

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2.

Emissie inventaris rapport 2013 Loonbedrijf Van Diepen BV. Opgesteld volgens de eisen van ISO en het Greenhouse Gas Protocol

Emissie inventaris 2012

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2.

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport Inleiding en verantwoording 3. 2 Beschrijving van de organisatie 4. 3 Verantwoordelijke 4

Emissie inventaris rapport Opgesteld volgens de eisen van ISO en het Greenhouse Gas Protocol

Eis : Emissie inventaris rapport 2014 Opgesteld volgens de eisen van ISO en het Greenhouse Gas Protocol

Emissie-inventaris rapport Speer Infra B.V.

Emissie inventaris van Fens Beheer BV 2012 volgens ISO

Emissie inventaris rapport eerste helft 2016 CO2-prestatieladder Eis 3.A.1-2

315.2 Emissie. inventarisatierapport Pagina 1 van 6

Dit document is opgesteld volgens ISO

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2017

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2016

EMISSIE INVENTARIS. ODN Oil BV. Tel Groningerweg 2 Directie Jacob Hamersma

2015 basisjaar Dit document is opgesteld volgens ISO

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 1 e helft 2015

Rapport 16 oktober 2014

Bouwhuis Aannemingsmij. 'Bouwmij' BV

De emissie inventaris van: 2015 Dit document is opgesteld volgens ISO Opgesteld door: Stef Jonker Datum: 17 januari 2017

Emissie inventaris rapport 2015 CO2-prestatieladder Eis 3.A.1-2

315.2 Emissie. inventarisatierapport Pagina 1 van 5

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2018

CO2-emissie-inventaris 2017 volgens ISO

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2.

Transcriptie:

Emissie inventaris Betonson BV 2011 volgens ISO 14064-1

INHOUD BLAD MANAGEMENTSAMENVATTING 2 1 INLEIDING 4 2 METHODE 6 2.1 Organisatiegrenzen 6 2.2 Operationele grenzen 7 2.3 Rekeninstrument CO 2 scanner 9 3 RESULTATEN 11 3.1 CO 2 emissies scope 1 en 2 in 2011 11 3.2 Onzekerheid in de resultaten 12 4 CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN 14 4.1 Conclusies 14 4.2 Aanbevelingen energiebeleid 14 BIJLAGEN Bijlage 1 - Verwijzingstabel ISO 14064 deel 7 Bijlage 2 - Scopediagram CO 2-prestatieladder Bijlage 3 - Berekeningen van de emissies scope 1 en 2 Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 - 1 -

MANAGEMENTSAMENVATTING Betonson produceert en verkoopt betonproducten. Deze producten zijn heel divers, maar hebben als overeenkomst dat het om beton gaat. De productie geschiedde in 2011 in 3 fabrieken welke volledig in eigen beheer zijn. Het betreffen de locaties Son en Kampen, welke onder Betonson BV vallen en de vestiging van Wildo Beton BV te Amsterdam. Wildo Beton BV wordt als concernleverancier volledig in de footprint van Betonson BV meegenomen. Ultimo 2009 is de locatie te Arkel gesloten, waarbij de productie deels naar andere vestigingen is overgeheveld. In 2011 werden de volgende productgroepen op de respectievelijke locaties geproduceerd. Son: Kampen: Amsterdam: Kanaalplaatvloeren, voorgespannen breedplaatvloeren (Spancon), elementen (liggers) en heipalen. Kanaalplaatvloeren, heipalen Kanaalplaatvloeren. Een belangrijke (indirecte) opdrachtgever van Betonson is ProRail. Sinds 1 december 2009 hanteert ProRail de door haar zelf ontwikkelde CO 2-prestatieladder bij het selecteren van haar leveranciers. Met deze aanbestedingsmethodiek probeert ProRail haar leveranciers uit te dagen en te stimuleren de eigen CO 2 productie te kennen en te verminderen. Hoe meer een bedrijf zich inspant om CO 2 te reduceren, hoe meer kans op gunning van een opdracht. Op 16 maart 2011 heeft ProRail de CO 2-prestatieladder verzelfstandigd en in eigendom gegeven van de onafhankelijke Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO). Inmiddels maken ook andere (publieke en private) organisaties gebruik van de CO 2-prestatieladder bij aanbestedingen. CO 2 emissie scope 1 en 2 De totale CO 2 uitstoot van Betonson bedroeg in het jaar 2011 12.930 ton. De totale emissie komt overeen met het energiegebruik van circa 61,57 miljoen autokilometers 1. Van de 12.930 ton CO 2 emissie is 12,040 ton het gevolg van directe emissies (scope 1) en 890 ton het gevolg van indirecte emissie door ingekochte elektriciteit, zakelijke kilometers gereden met privé-auto s en zakelijke vliegkilometers (scope 2). Het grootste gedeelte van de emissies (67%) is toe te schrijven aan het gebruik van diesel, voornamelijk door aftransport. Aardgas (ondermeer voor het verwarmen van de banen in de productie) is goed voor 25,68% van de emissies bij Betonson. Elektriciteit draagt voor 6,7% bij aan de emissies. De emissies van de overige emissiebronnen leveren gezamenlijk een bijdrage van minder dan 1% aan de totale voetafdruk van Betonson. Onzekerheid in resultaten De gepresenteerde resultaten moeten geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge. De onzekerheid in de voetafdruk van de scope 1 en 2 emissie wordt geschat op 10%. Aanbevelingen energiebeleid Om een gericht CO 2 reductiebeleid te voeren is het noodzakelijk te weten bij welke activiteiten de meeste broeikasgasemissie ontstaat. Het brandstofverbruik van het aftransport veroorzaakt met 7.800 ton CO 2 de grootste uitstoot. Het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen door dit brandstofverbruik kan allereerst gerealiseerd worden door het gebruik te verminderen, bijvoorbeeld door over te schakelen naar 1 Een gemiddelde autokilometer veroorzaakt 210 gram CO2 uitstoot (CO 2-prestatieladder 2.0 versie 23 juni 2011). Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 - 2 -

zuinige en efficiëntere motoren of het verder optimaliseren van de belading. Een tweede stap in het behalen van CO 2 reductie is een overschakeling naar alternatieve duurzame brandstoffen. Het gebruik van aardgas is goed voor 3.320 ton CO 2. Het is daarmee de tweede grote emissiebron binnen Betonson. Het reduceren van het gebruik van aardgas kan door te kijken naar een andere productiecyclus en optimalisatie van verhardingstijden in verhouding tot de productiecyclus. Een tweede stap in de CO 2 reductie van aardgas zou het overstappen naar groengas kunnen zijn. De derde grote emissiebron is het elektriciteitsgebruik met 870 ton CO 2. Betonson heeft in 2011 een flinke stap gemaakt in de reductie van de emissies door het elektriciteitsgebruik door over te stappen op Nederlandse Natuurstroom sinds 1 juli. Voor 2012 zal voor het eerst over het gehele jaar Nederlandse Natuurstroom worden gebruikt, wat een substantiële reductie van de emissies tot gevolg zal hebben. Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 - 3 -

1 INLEIDING Betonson produceert en verkoopt betonproducten. Deze producten zijn heel divers, maar hebben als overeenkomst dat het om beton gaat. De productie geschiedde in 2011 in 3 fabrieken welke volledig in eigen beheer zijn. Het betreffen de locaties Son en Kampen, welke onder Betonson BV vallen en de vestiging van Wildo Beton BV te Amsterdam. Wildo Beton BV wordt als concernleverancier volledig in de footprint van Betonson BV meegenomen. Ultimo 2009 is de locatie te Arkel gesloten, waarbij de productie deels naar andere vestigingen is overgeheveld. In 2011 werden de volgende productgroepen op de respectievelijke locaties geproduceerd. Son: Kampen: Amsterdam: Kanaalplaatvloeren, voorgespannen breedplaatvloeren (Spancon), elementen (liggers) en heipalen. Kanaalplaatvloeren, heipalen Kanaalplaatvloeren. Een belangrijke (indirecte) opdrachtgever van Betonson is ProRail. Sinds 1 december 2009 hanteert ProRail de door haar zelf ontwikkelde CO 2-prestatieladder bij het selecteren van haar leveranciers. Met deze aanbestedingsmethodiek probeert ProRail haar leveranciers uit te dagen en te stimuleren de eigen CO 2 productie te kennen en te verminderen. Hoe meer een bedrijf zich inspant om CO 2 te reduceren, hoe meer kans op gunning van een opdracht. Op 16 maart 2011 heeft ProRail de CO 2-prestatieladder verzelfstandigd en in eigendom gegeven van de onafhankelijke Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO). Inmiddels maken ook andere (publieke en private) organisaties gebruik van de CO 2-prestatieladder bij aanbestedingen. De prestatieladder kent 4 invalshoeken: A. Inzicht (het opstellen van een onomstreden CO 2 footprint, bijvoorbeeld volgens de mondiale ISO 14064 normen). B. CO 2 reductie (de ambitie van het bedrijf de uitstoot te verminderen). C. Transparantie (de wijze waarop een bedrijf daarover intern en extern communiceert). D. Deelname aan initiatieven (in sector of keten) om CO 2 te reduceren. Elke invalshoek is onderverdeeld in 5 niveaus, hoe hoger het niveau per invalshoek, hoe meer punten het bedrijf kan vergaren en dus uiteindelijk meer gunningvoordeel. Een certificerende instantie zal de activiteiten beoordelen om het niveau van uw CO 2 bewust-certificaat te bepalen. Hiervoor moeten stappen zijn gezet op alle onderdelen A t/m D van de ladder. In dit rapport wordt de emissie inventaris van Betonson over het jaar 2011 besproken. De CO 2-voetafdruk geeft een inventarisatie van de totale hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen, de GHG emissies. Daarnaast geeft ze inzicht in de herkomst van deze emissies over de verschillende bedrijfsonderdelen van VNP Grint en Zand met een verdeling naar directe en indirecte GHG emissies. Deze emissie inventaris is een verantwoording van onderdeel 3.A.1 uit de CO 2-prestatieladder, te weten: het bedrijf beschikt over een uitgewerkte emissie inventaris voor haar scope 1 en 2 CO 2 emissies conform ISO 14064-1. In dit rapport wordt de CO 2 voetafdruk van Betonson over het jaar 2011 (1 januari 2011 31 december 2011) besproken. Betonson heeft sinds 2009 haar CO 2 emissies in kaart gebracht; 2009 is het basisjaar. In bijlage 1 is een verwijzingstabel (cross reference table) opgenomen, die aangeeft in welke hoofdstukken van dit rapport de te rapporteren aspecten van 7.3.1. van de ISO 146064-1 norm staan. Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 - 4 -

Leeswijzer Naast deze inleiding (hoofdstuk 1) is onderliggend rapport als volgt opgebouwd: In de managementsamenvatting zijn de hoofdpunten uit het rapport gegeven. Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van de methodiek. Hoofdstuk 3 behandelt de resultaten van de CO 2 berekeningen over het jaar 2011. Het rapport wordt afgesloten met conclusies en aanbevelingen in hoofdstuk 4. Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 - 5 -

2 METHODE Dit rapport is gebaseerd op de methodiek van de CO 2-prestatieladder (versie 2.0). De prestatieladder borduurt voort op het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol) 2, dat een internationaal erkende stapsgewijze aanpak beschrijft om een CO 2 voetafdruk te berekenen. In de eerste stap wordt beschreven hoe de organisatie waarvan een CO 2 voetafdruk berekend wordt, wordt afgebakend (paragraaf 2.1 van dit rapport). In de tweede stap worden de operationele grenzen bepaald (paragraaf 2.2 van dit rapport). In de derde stap wordt de CO 2 uitstoot berekend (hoofdstuk 3 van dit rapport). Vervolgens dient de nauwkeurigheid van de voetafdruk in kaart te worden gebracht (paragraaf 3.3 en bijlage 7 van dit rapport). De emissie inventaris is volgens de internationale ISO 14064-1 norm gerapporteerd (eis 3.A.1. van de CO 2 prestatieladder). In bijlage 1 is een verwijzingstabel opgenomen, die aangeeft in welke hoofdstukken van dit rapport de te rapporteren aspecten van de ISO 14064-1 norm staan. 2.1 Organisatiegrenzen Om een CO 2 voetafdruk van een organisatie te bepalen dienen eerst de organisatiegrenzen te worden afgebakend. Bij het bepalen van de organisatiegrenzen (organizational boundary) is uitgegaan van afbakening op basis van operationele controle (operational control). De CO 2-uitstoot behorende bij alle activiteiten waarover de desbetreffende certificaathouder, in dit geval Betonson (KvK nr. 29041271) de regie voert worden meegenomen in de CO 2-inventarisatie van de certificaathouder 3. Het organogram van Betonson is als volgt: Beton Son B.V. Algemeen Directeur Secretariaat Financiële & Economische Zaken Risicomanagement ICT Marketing P&O KAM BU Producten BU Projecten 2 Informatie over het Greenhouse gas Protocol is te vinden op www.ghgprotocol.org 3 Greenhouse Gas Protocol Hoofdstuk 3 Setting Organizational Boundaries Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 - 6 -

Uit de uitgevoerde ABC analyse blijkt dat Betonson BV vijf concernleveranciers heeft. Maar van deze vijf concernleveranciers is alleen Wildo Beton BV meegenomen in deze inventaris. De overige vier zijn niet opgenomen, omdat deze concernleveranciers apart zullen worden gecertificeerd dan wel worden opgenomen in het certificaat van één van de andere concernleveranciers: Concernleverancier Van Nieuwpoort Grint en Zand BV Oosterbeek BV Wildo beton BV Conovation BV Van Nieuwpoort betonmortel Niet meegenomen in inventaris, omdat: Is separaat gecertificeerd op de CO2 prestatieladder Is separaat gecertificeerd op de CO2 prestatieladder Meegenomen binnen boundary Betonson BV want is concern leverancier Meegenomen in certificaat VNP G&Z want operational control door VNP G&Z Is separaat gecertificeerd op de CO2 prestatieladder 2.2 Operationele grenzen Om de scope af te bakenen is gebruik gemaakt van de scope-indeling van het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol). De analyse is uitgevoerd conform de CO 2-prestatieladder versie 2.0 (zie figuur 2.1 en bijlage 2). Conform het GHG Protocol wordt onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissie (scopes) in twee categorieën: directe emissies en indirecte emissies. De categorieën worden gekwantificeerd in (k)ton CO 2 uitstoot. Deze hoeveelheid geeft de totale hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen weer omgerekend in CO 2 equivalenten. Voorbeeld: 1 kg methaan (CH 4) emissie heeft een broeikaseffect dat 23 keer zo sterk is als CO 2. De uitstoot van 1 kg methaan wordt daarom uitgedrukt als 23 kg CO 2 equivalenten, of kortweg 23 kg CO 2. Scope 1: directe emissie Tot scope 1 behoort de directe uitstoot van broeikasgassen 4. Het meest voorkomende broeikasgas is CO 2. De grootste bron van CO 2 uitstoot wordt veroorzaakt door het gebruik van fossiele energiedragers (aardgas, benzine etc). Voor het bepalen van de CO 2 uitstoot die hierbij vrij komt moet dus het gebruik van fossiele brandstoffen in kaart worden gebracht. Vervolgens kan de CO 2 uitstoot die gepaard gaat met dit energiegebruik aan de hand van specifieke conversiefactoren worden bepaald. Ook de uitstoot van de overige Kyoto broeikasgassen (SF 6, CH 4, N 2O, HFCs en PFCs) wordt tot scope 1 emissies gerekend. Met name de HFCs, die vrijkomen bij lekkage van koudemiddelen in koel- /vriesapparatuur en airconditioning, hebben een broeikasgaseffect dat afhankelijk van de chemische samenstelling honderden malen hoger kan liggen dan dat van CO 2. Scope 2: indirecte emissie door ingekochte energie Naast directe emissie van broeikasgassen (scope 1) wordt in een CO 2 voetafdruk ook indirecte CO 2 uitstoot ten gevolge van het elektriciteitsgebruik meegenomen. Bij de omzetting van elektrische energie in bruikbare energie komt weliswaar geen CO 2 emissie vrij (m.a.w.: in een elektrisch apparaat vindt geen 4 Verplicht is de inventarisatie van de 6 Kyoto gassen (CO2, SF6, CH4, N2O, HFCs en PFCs) Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 - 7 -

verbrandingsproces plaats), maar bij de productie van elektriciteit in de elektriciteitscentrale gebeurt dat wel. Door het inkopen van elektriciteit stoot VNP Grint en Zand op indirecte wijze CO 2 uit. In de CO 2-prestatieladder worden ook zakelijke kilometers met privé auto (personal cars for business travel) en zakelijke vliegtuigkilometers (business air travel) tot scope 2 rekent, in tegenstelling tot het GHG Protocol, die deze onderdelen aan scope 3 toeschrijft. Scope 3: overige indirecte emissie Tenslotte komt er bij een organisatie indirecte CO 2 emissie vrij als gevolg van de activiteiten van het bedrijf die voort komen uit bronnen die geen eigendom van het bedrijf zijn, noch beheerd worden door het bedrijf. Zo ontstaat er CO 2 emissie door woonwerkverkeer van de medewerkers, door verwerking van door de organisatie geproduceerd afval, door productie van materialen die de organisatie inkoopt, etc. De organisatie heeft geen directe invloed op de emissies die hierbij vrijkomen. Deze indirecte emissies worden scope 3 emissies genoemd. Eis 3.A.1. van de CO 2-prestatieladder schrijft net als het GHG Protocol voor dat met uitzondering van de koelvloeistoffen alle scope 1 en 2 emissies dienen te zijn opgenomen in een CO 2 voetafdruk. Scope 3 emissies hoeven niet verplicht gerapporteerd te worden, maar kunnen optioneel worden meegenomen in de voetafdruk. Figuur 2.1: Scope indeling conform CO 2-prestatieladder 2.0 Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 - 8 -

Voor Betonson BV zijn deze als volgt ingevuld: Scope 1 Business car travel: toe te wijzen aan brandstofgebruik eigen wagenpark (diesel en benzine), leaseauto s (diesel, benzine en LPG), aftransport (diesel) en mobiele werktuigen (rode diesel). Fuel used: toe te wijzen aan brandstofgebruik voor verwarming kantoor en productiebanen (aardgas te Son, Arkel en Kampen en rode dieselolie te Amsterdam) en brandstofgebruik van mobiele werktuigen (shovels, heftrucks, mortelautootjes en straddle carriers) (rode dieselolie). Er zijn in de kantoren te Son en Kampen airco s aanwezig. Er zijn in 2011 geen bijvullingen t.g.v. lekkages geweest. Scope 2 Electricity purchased: toe te wijzen aan indirecte emissie van ingekochte elektra voor locaties. Personal cars for business travel: toe te wijzen aan emissies van zakelijke kilometers privé-auto. Business air travel: toe te wijzen aan de emissies die vrijkomen bij zakelijke vliegreizen. Scope 3 Scope 3 emissies zoals gedefinieerd in de CO 2-prestatieladder 2.0 zijn niet meegenomen in dit rapport. 2.3 Rekeninstrument CO 2 scanner De emissie van de verschillende subbedrijfsonderdelen van Betonson is bepaald met behulp van de door DHV ontwikkelde CO 2 scanner. De scanner is een rekeninstrument dat als volgt is opgebouwd: Op twee niveaus kunnen per (sub)bedrijfsonderdeel de CO 2 emissies worden bepaald: 1) Invoer van energie gebruiksgegevens; 2) Invoer van activiteitendata. Ad 1: Invoer van energie gebruiksgegevens In veel gevallen zijn gegevens over het energiegebruik bekend. Deze energie gebruiksgegevens kunnen in de scanner worden ingevoerd, waarna automatisch met de juiste conversiefactoren de CO 2 emissies worden berekend. Hierbij wordt de volgende formule gehanteerd: CO 2 uitstoot = (energiegebruik) x (conversiefactor) Voorbeeld: van het kantoor van Wildo in Amsterdam is bekend dat deze in 2011 42.867 kwh grijze stroom (energiegebruik) gebruikte. Met de conversiefactor van grijze elektriciteit naar CO 2 (455 gram CO 2/kWh) 5 kan vervolgens het gebruikte aantal kwh omgerekend worden naar CO 2 uitstoot: 42.857 kwh x 455 gram CO 2/kWh = 19,50 ton CO 2. Conversiefactoren Voor de inventarisatie van de CO 2 uitstoot van Betonson over het jaar 2011 zijn de conversiefactoren uit de CO 2-prestatieladder, versie 2.0, versie 23 juni 2011 gehanteerd. Omdat het gaat om zeer specifieke conversiefactoren op nationaal niveau, zijn de gehanteerde conversiefactoren zeer geschikt voor het 5 Bron: CO2-prestatieladder versie 2.0, 23 juni 2011 Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 - 9 -

omrekenen van broeikasgas activiteiten data naar de daarmee gepaard gaande CO 2 emissie. Alle gebruikte conversiefactoren zijn opgenomen in bijlage 3, kolom conversiefactor. Betonson wekt zelf geen groene energie op en vangt geen CO 2 af uit de atmosfeer. Noch vond er binnen scope 1 en 2 verbranding van biomassa plaats bij Betonson in 2011. Als gevolg daarvan wordt er geen CO 2 emissie voorkomen. Verwijderingfactoren (removal factors) die de hoeveelheid voorkomen CO 2 emissie per energie-eenheid door eigen duurzame energieproductie weergeven zijn derhalve niet van toepassing 6. Ad 2: Invoer van activiteitendata. Er zijn situaties waarin niet alle energie gebruiksgegevens bekend zijn. In dat geval kan het niveau van de (sub)bedrijfsonderdeel gerelateerde activiteiten worden gebruikt (bijv. aantal gereden autokilometers). Dit niveau is gebaseerd op onderstaande formule: CO 2 uitstoot = (activiteit van het bedrijfsonderdeel) x (energie-indicator) x (conversiefactor) Voorbeeld: het is niet bekend hoeveel liter brandstof er in 2011 gebruikt is voor de voor Betonson uitgevoerde zakelijke autokilometers. Het is echter wel bekend dat in 2011 96.225 kilometers (activiteit van het bedrijfsonderdeel) zijn afgelegd. Per afgelegde autokilometer wordt gemiddeld 210 gram CO 2 uitgestoten 5. In deze 210 gram is de energie-indicator reeds verrekend met de conversiefactor. De CO 2 uitstoot door zakelijke autokilometers wordt voor 2011 voor Betonson daarom geschat op 96.225 km x 210 g/km = 20,21 ton CO 2. In bijlage 3 staat voor ieder (sub)bedrijfsonderdeel vermeld welke indicatoren zijn gebruikt, welke conversiefactoren zijn gebruikt en welke aannames zijn gedaan. Alle data is door middel van berekeningen (calculaties) tot stand gekomen. Er zijn geen metingen uitgevoerd om de uitstoot van broeikasgassen te bepalen. 6 Het GHG Protocol geeft een toelichting op verwijderingfactoren op p. 60-61 (H.8. Reporting project based reductions) van het Protocol Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 - 10 -

Scope 2 7% 3 RESULTATEN 3.1 CO 2 emissies scope 1 en 2 in 2011 Betonson heeft in 2011 in scope 1 en 2 12.930 ton CO 2 uitgestoten De totale CO 2 uitstoot van Betonson bedroeg in het jaar 2011 12.930 ton. De totale emissie komt overeen met het energiegebruik van circa 61,57 miljoen autokilometers 7. Van de 12.930 ton CO 2 emissie is 12,040 ton het gevolg van directe emissies (scope 1) en 890 ton het gevolg van indirecte emissie door ingekochte elektriciteit, zakelijke kilometers gereden met privé-auto s en zakelijke vliegkilometers (scope 2). De verdeling van de emissies over de scopes wordt weergegeven in figuur 3.1. Scope 1 93% Figuur 3.1: Verdeling broeikasgasemissie naar scope, 2011 De verdeling van de CO 2 uitstoot over de verschillende (sub)bedrijfsonderdelen is weergegeven in tabel 3.1. Hieruit blijkt dat er bij Betonson drie grote bronnen van CO 2 emissie zijn. Verreweg de meeste emissies zijn afkomstig van de binnenvaart door ingehuurde relatieschippers (74,3%). Daarnaast dragen de emissies van de winwerktuigen voor 14,3% bij aan de totale CO 2 uitstoot en van de eigen voertuigen voor 9,5%. In totaal gaat het hier respectievelijk om 19.270 ton, 3.720 ton en 2.470 ton CO 2. De overige onderdelen zijn allemaal voor minder dan 0,8% van de emissies verantwoordelijk en hebben een beperkte bijdrage aan de CO 2 voetafdruk. 7 Een gemiddelde autokilometer veroorzaakt 210 gram CO2 uitstoot (CO 2-prestatieladder 2.0 versie 23 juni 2011). Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 - 11 -

Tabel 3.1: CO 2 emissies (in kton) van Betonson, 2011 Betonson CO2 emissies (in kton) Mobiliteit Aftransport 7,80 Leasewagens - Beton Son BV 0,33 Rode diesel - Beton Son BV 0,36 Rode diesel - Wildo 0,22 Voertuigen in eigendom - Wildo 0,00 Zakelijke dienstreizen 0,02 Zakelijke vliegkilometers 0,00 Vestigingen Arkel 0,05 Kampen 2,04 Son 2,01 Wildo - Amsterdam 0,09 Eindtotaal 12,93 Het grootste gedeelte van de emissies (67%) is toe te schrijven aan het gebruik van diesel, voornamelijk door aftransport (zie tabel 3.1). Aardgas (ondermeer voor het verwarmen van de banen in de productie) is goed voor 25,68% van de emissies bij Betonson. Elektriciteit draagt voor 6,7% bij aan de emissies. De emissies van de overige emissiebronnen leveren gezamenlijk een bijdrage van minder dan 1% aan de totale voetafdruk van Betonson. Ten opzichte van 2010 zien we een verschuiving van de procentuele emissies. Dit is vooral toe te schrijven aan de vergroening van onze elektriciteitsvoorziening. Vanaf 1 juli 2011 koopt Betonson voor een groot gedeelte van haar energiebehoefte Nederlandse Natuurstroom onder keurmerk. Daardoor is hiervoor gerekend met een factor van 15 g/kwh, tot 1 juli 2011 heeft Betonson het grootste gedeelte van haar elektriciteit groen ingekocht, met een factor van 300 g/kwh In bijlage 3 staan de berekeningen in detail beschreven 3.2 Onzekerheid in de resultaten De gepresenteerde resultaten moeten altijd geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge. Deze wordt voor het jaar 2011 geschat op ca 10%. 1. Voor de vestiging van Wildo in Amsterdam is geen actuele opgave bekend van de ingekochte liters rode diesel die door de mobiele werktuigen worden gebruikt. Er is in deze emissie inventarisatie dan ook gerekend met de gegevens van 2010. Deze zijn naar verwachting hoger dan het gebruik over 2011. De rode diesel van Wildo maakt 1,7% uit van de totale footprint. De onzekerheid wordt op 10% geschat. 2. Aangenomen is dat de combi s met oplegger een gemiddelde lading van 30 ton hebben, gebaseerd op het gewicht van een leeg voertuig (15 ton) en een beladen voertuig (45 ton). In de formule in het STREAM rapport, waarop de conversiefactor van de CO 2-prestatieladder gebaseerd is, is reeds een correctie gemaakt voor het percentage kilometers dat een combi met oplegger beladen en onbeladen rijdt. STREAM meldt dat de onzekerheid in de data van het goederenvervoer groot zijn, maar meldt geen specifieke waarde. Op basis van de spreiding in emissiedata tussen het best case en het worst case scenario wordt de onzekerheid van het Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 - 12 -

aftransport geschat op circa 25%. Op de totale voetafdruk resulteert dit in een onzekerheid van circa 10%. 3. Er is voor uitstoot privé-auto voor zakelijke kilometers gerekend met een landelijk gemiddelde. Bij Betonson BV ontbreekt het inzicht in de hoeveel en soort brandstof dat er gebruikt is voor de zakelijke kilometers. Wel zijn de gereden kilometers bekend en er is gewerkt met de in de ladder aangegeven conversiefactor van 210 g/km (E: brandstoftype niet bekend, blz 67 van het handboek. Dit is toegestaan volgens het handboek als de gereden kilometers minder dan 10% van het totale aantal kilometers uitmaken (blz 68). Aangezien het aandeel van uitstoot privéauto s in de CO 2 footprint zeer beperkt is (ca 0,2%), heeft het rekenen met een gemiddelde weinig effect op de onzekerheidsmarge van de totale footprint. 4. Vliegkilometers zijn handmatig berekend aan de hand van op de website van het reisbureau weergegeven vliegafstanden. Hierbij is uitgegaan van rechtstreekse vluchten. In werkelijkheid zullen er op een aantal vluchten overstaps hebben plaatsgevonden, waardoor een vlucht van 700-2500 km wellicht in de categorie vluchten korter dan 700 km geregistreerd hadden moeten worden. Omdat vluchten tussen de 700-2500 km minder dan 0,1% van de voetafdruk uitmaken, wordt de onzekerheid op de hele voetafdruk hierdoor geschat op minder dan 1%. Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 - 13 -

4 CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN In dit hoofdstuk worden de resultaten van de CO 2 footprint berekening van Betonson bespoken. Tevens worden in dit hoofdstuk aangrijppunten gegeven voor effectief energiebeleid en een nauwkeurigere voetafdruk. 4.1 Conclusies CO 2 emissie scope 1 en 2 De totale CO 2 uitstoot van Betonson bedroeg in het jaar 2011 12.930 ton. De totale emissie komt overeen met het energiegebruik van circa 61,57 miljoen autokilometers 8. Van de 12.930 ton CO 2 emissie is 12.040 ton het gevolg van directe emissies (scope 1) en 890 ton het gevolg van indirecte emissie door ingekochte elektriciteit, zakelijke kilometers gereden met privé-auto s en zakelijke vliegkilometers (scope 2). Verreweg de meeste emissies zijn afkomstig van het aftransport (67%). Daarnaast dragen de emissies van aardgas voor 25,68% bij aan de totale CO 2 uitstoot en het elektriciteitsgebruik voor 6,7%. De overige onderdelen zijn allemaal voor minder dan 1% van de emissies verantwoordelijk en hebben een beperkte bijdrage aan de CO 2 voetafdruk. Onzekerheid in resultaten De gepresenteerde resultaten moeten geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge. De onzekerheid in de voetafdruk van de scope 1 en 2 emissie wordt geschat op 10%. 4.2 Aanbevelingen energiebeleid Om een gericht CO 2 reductiebeleid te voeren is het noodzakelijk te weten bij welke activiteiten de meeste broeikasgasemissie ontstaat. Het brandstofverbruik van het aftransport veroorzaakt met 7.800 ton CO 2 de grootste uitstoot. Het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen door dit brandstofverbruik kan allereerst gerealiseerd worden door het gebruik te verminderen, bijvoorbeeld door over te schakelen naar zuinige en efficiëntere motoren of het verder optimaliseren van de belading. Een tweede stap in het behalen van CO 2 reductie is een overschakeling naar alternatieve duurzame brandstoffen. Het gebruik van aardgas is goed voor 3.320 ton CO 2. Het is daarmee de tweede grote emissiebron binnen Betonson. Het reduceren van het gebruik van aardgas kan door te kijken naar een andere productiecyclus en optimalisatie van verhardingstijden in verhouding tot de productiecyclus. Een tweede stap in de CO 2 reductie van aardgas zou het overstappen naar groengas kunnen zijn. De derde grote emissiebron is het elektriciteitsgebruik met 870 ton CO 2. Betonson heeft in 2011 een flinke stap gemaakt in de reductie van de emissies door het elektriciteitsgebruik door over te stappen op Nederlandse Natuurstroom sinds 1 juli. Voor 2012 zal voor het eerst over het gehele jaar Nederlandse Natuurstroom worden gebruikt, wat een substantiële reductie van de emissies tot gevolg zal hebben. 8 Een gemiddelde autokilometer veroorzaakt 210 gram CO2 uitstoot (CO 2-prestatieladder 2.0 versie 23 juni 2011). Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 - 14 -

BIJLAGE 1 Rapportage volgens ISO 14064 deel 7 De CO 2 inventarisatie van VNP Grint en Zand is opgesteld in overeenstemming met de eisen uit ISO 14064-1;2006, paragraaf 7. Onderstaand is een verwijzingstabel opgenomen. ISO 14064-1 7.3 GHG report Beschrijving Hoofdstuk onderhavig rapport content A Reporting organization 2 (Betonson BV) B Person responsible Dhr. T. van den Nieuwenhuijzen C Reporting period 1-1-2011 t/m 31-12-2011 4.1 D Organizational boundaries 2.1 4.2.2 E Direct GHG emissions 3 4.2.2 F Combustion of biomass Niet van toepassing 4.2.2 G GHG removals Niet van toepassing 4.3.1 H Exclusion of sources or sinks Niet van toepassing 4.2.3 I Indirect GHG emissions 3 5.3.1 J Base year 1 (2009) 5.3.2 K Changes or recalculations Niet van toepassing 4.3.3 L Methodologies 2.3 4.3.3 M Changes to methodologies Niet van toepassing 4.3.5 N Emission or removal factors used 2.3 5.4 O Uncertainties 3.2 P Statement in accordance with ISO 14064 1 Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 bijlage 1

BIJLAGE 2 Scopediagram CO 2 -prestatieladder Leeswijzer figuur Deze bijlage toont een grafische weergave van de verdeling van de emissiebronnen over de scope 1, 2 en 3 conform de CO 2-prestatieladder 2.0, versie 23 juni 2011. In tegenstelling tot het GHG Protocol, rekent de CO 2-prestatieladder zakelijke kilometers afgelegd met een privé-auto en zakelijke vliegtuigkilometers tot scope 2. De voetafdruk van Betonson is conform de eisen van de prestatieladder berekend, waardoor deze onderdelen binnen de operationele grenzen van Betonson vallen. Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 bijlage 2

BIJLAGE 3 Berekeningen van de emissies scope 1 en 2 Leeswijzer tabellen In deze bijlage worden de berekeningen van de CO 2 emissies van scope 1 en 2 weergegeven. Onder elke tabel is aangegeven welke aannames er gedaan zijn. De tabellen zijn als volgt opgebouwd (waarbij tussen haakjes steeds een voorbeeld van Betonson vermeld staat): Bedrijfsonderdeel: Geeft aan op welk bedrijfsonderdeel de scope betrekking heeft (bijv. Vestigingen) Subbedrijfsonderdeel: Geeft aan op welke subbedrijfsonderdeel de scope betrekking heeft (bijv. Leasewagens Betonson BV)) Subsubbedrijfsonderdeel: Geeft aan op welke subsubbedrijfsonderdeel de scope betrekking heeft (Personenauto) Emissiebron: Geeft aan welke vorm van energie gebruikt wordt (bijv. elektriciteit, aardgas, etc) Indicator: De basiseenheid waarin de activiteit van het (subsub)bedrijfsonderdeel uitgedrukt wordt (bijv. kwh) Kental indicator: Gemiddelde emissie van de indicator (bijv. 70 (g/tonkm) Eenheid indicator: De meeteenheid waarin de indicator wordt uitgedrukt (bijv. g/tonkm) Bron indicator: De informatiebron van het indicatorkental (bijv. CO 2 Prestatieladder versie 2.0) Bron aantal: De informatiebron van het totaal aantal indicatoren (bijv. administratie VNP) Energiegebruik: Totale energiegebruik van het (subsub)bedrijfsonderdeel (bijv.2.282 (m 3 wordt gebruikt door het kantoor in Gouda)) Eenheid: De meeteenheid waarin het energiegebruik wordt uitgedrukt (bijv.m 3 ) Conversiefactor: De omrekenfactor van het energiegebruik naar CO 2 emissie (bijv. 1,825 (kg/m 3 )) Eenheid: De meeteenheid waarin de conversiefactor wordt uitgedrukt (bijv. kg/kwh) Bron: De informatiebron van de conversiefactor (bijv. CO 2-prestatieladder versie 2.0) CO 2 uitstoot (in ton): De CO 2 emissie, uitgedrukt in kton (1 kton = 1 miljoen kg) (bijv. het kantoor in Gouda veroorzaakt een uitstoot van 0,004 ton CO 2 door haar aardgasgebruik). Emissie inventarisatie Betonson 2011 volgens ISO 14064-1 bijlage 3