Vervoer van lithiumcellen en -batterijen over de weg Opgesteld door: QSS/PT Geldig vanaf: ADR 2017
Ongebruikte lithiumcellen en batterijen. 1.1.3.7 Vrijstellingen in samenhang met het vervoer van inrichtingen voor de opslag en productie van elektriciteit De voorschriften van het ADR zijn niet van toepassing op inrichtingen voor de opslag en productie van elektriciteit (bv. lithiumbatterijen, elektrische condensatoren, asymmetrische condensatoren, opslagsystemen met metaalhydride en brandstofcellen): a)ingebouwd in een voertuig dat een vervoersproces verricht en die bestemd zijn voor de aandrijving ervan of voor de werking van een van de uitrustingsdelen ervan; b)aanwezig in apparaten, gebruikt voor de werking ervan of bedoeld voor gebruik tijdens het vervoer (bv. een draagbare computer). Ongebruikte lithiumcellen en -batterijen zijn niet onderworpen aan de voorschriften van ADR (Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route) als zij voldoen aan de eisen van bijzondere bepaling 188. Ongebruikte lithiumcellen en - batterijen mogen derhalve over de weg vervoerd worden. Bijzondere bepaling 188 Ten vervoer aangeboden cellen en batterijen zijn niet onderworpen aan andere voorschriften van het ADR, indien zij voldoen aan de volgende voorschriften: a) het lithiumgehalte mag voor een metallisch lithium of lithiumlegering bevattende cel ten hoogste 1 g bedragen, en voor een cel met lithiumionen mag de energie-inhoud in watt-uur niet meer bedragen dan 20 Wh; b) het lithiumgehalte mag voor een metallisch lithium of lithiumlegering bevattende batterij ten hoogste 2 g bedragen en voor een batterij met lithiumionen mag de energie-inhoud in watt-uur niet meer bedragen dan 100 Wh. Lithium-ion-batterijen onderworpen aan deze bepaling moeten op de buitenmantel gemerkt zijn met de energie-inhoud in watt-uur, behalve die welke vóór 1 januari 2009 vervaardigd zijn; c) elke cel of batterij voldoet aan de voorschriften van 2.2.9.1.7 a) en e); d) cellen en batterijen moeten, behalve indien zij in apparatuur zijn ingebouwd, worden verpakt in binnenverpakkingen, die de cel of de batterij volledig insluiten. Cellen en batterijen moeten zodanig zijn beschermd dat kortsluitingen worden voorkomen. Dit omvat bescherming tegen contact met geleidende materialen binnen dezelfde verpakking, dat tot kortsluiting zou kunnen leiden. De binnenverpakkingen moeten in sterke buitenverpakkingen zijn verpakt, die overeenkomen met de bepalingen van 4.1.1.1, 4.1.1.2 en 4.1.1.5; e) cellen en batterijen moeten indien zij in apparatuur zijn ingebouwd, zijn beschermd tegen beschadiging en kortsluiting, en de apparatuur moet met effectieve middelen zijn uitgerust om een onbedoelde activering te voorkomen. Dit voorschrift is niet van toepassing op inrichtingen die bedoeld werkzaam zijn tijdens het vervoer (radiofrequentie-identificatie (RFID)-zendapparaten, horloges, sensoren, enz.) en die niet in staat zijn om een gevaarlijke warmteontwikkeling te doen ontstaan. Indien batterijen in apparatuur zijn ingebouwd, moet de apparatuur in sterke buitenverpakkingen zijn verpakt die van een geschikt materiaal zijn vervaardigd van voldoende sterkte en ontwerp in relatie tot de inhoud van de verpakking en het gebruik waarvoor deze bestemd is, tenzij er een gelijkwaardige bescherming van de batterij wordt geboden door de apparatuur waarin deze zich bevindt; f) behalve in het geval van colli die knoopcelbatterijen ingebouwd in apparatuur (met inbegrip van printplaten), of niet meer dan vier cellen ingebouwd in apparatuur of niet meer dan twee batterijen ingebouwd in apparatuur bevatten, moet elk collo met de volgende aanduidingen zijn gemerkt: DOCUMENT_VERVOER_VAN_LITHIUMCELLEN_EN_BATTERIJEN_ADR2017_062017-1_QSS.DOCX Pagina 2 van 7
i) een aanduiding dat het collo "lithium-metaal" of "lithium-ion" cellen of batterijen bevat, al naar gelang; ii) een aanduiding dat het collo met zorg moet worden behandeld en dat ontstekingsgevaar bestaat indien het collo wordt beschadigd; iii) een aanduiding dat in geval van beschadiging van het collo speciale procedures moeten worden gevolgd met inbegrip van inspectie en zo nodig opnieuw verpakken; en iv) een telefoonnummer voor aanvullende informatie; g) elke zending van één of meer colli die overeenkomstig onderdeel f) gemerkt zijn, moet worden begeleid door een document waarin het volgende moet zijn opgenomen i) een aanduiding dat het collo "lithium-metaal" of "lithium-ion" cellen of batterijen bevat, al naar gelang; ii) een aanduiding dat het collo met zorg moet worden behandeld en dat ontstekingsgevaar bestaat indien het collo wordt beschadigd; iii) een aanduiding dat in geval van beschadiging van het collo speciale procedures moeten worden gevolgd met inbegrip van inspectie en zo nodig opnieuw verpakken; en iv) een telefoonnummer voor aanvullende informatie; h) behalve indien batterijen zijn ingebouwd in apparatuur, moet elk collo in staat zijn een valproef van een hoogte van 1,2 m in elke oriëntatierichting te doorstaan zonder beschadiging van de cellen of batterijen die zich daarin bevinden, zonder verschuiven van de inhoud zodat de batterijen (of cellen) onderling in contact komen en zonder vrijkomen van de inhoud; en i) behalve indien batterijen ingebouwd zijn in of verpakt met apparatuur, mag de bruto massa van de colli 30 kg niet overschrijden. Het hierboven en elders in het ADR gebruikte begrip "lithiumgehalte" betekent de massa van het lithium in de anode van een cel met metallisch lithium of lithiumlegering. Er bestaan aparte posities voor batterijen met metallisch lithium en lithium-ion-batterijen om het vervoer van deze batterijen voor bepaalde vervoersmodaliteiten te vergemakkelijken en de toepassing van verschillende noodmaatregelen mogelijk te maken. Bepaling 2.2.9.1.7 a) Elke cel of batterij is van een type waarvan is aangetoond dat het voldoet aan de eisen van elke beproeving uit het Handboek beproevingen en criteria, deel III, subsectie 38.3; Opmerking :Batterijen moeten van een ontwerptype zijn waarvan is aangetoond dat het voldoet aan de beproevingsvereisten van het Handboek beproevingen en criteria, deel III, subsectie 38.3, ongeacht of de cellen waaruit zij bestaan van een beproefd type zijn. e) Cellen en batterijen moeten worden vervaardigd onder een kwaliteitsbeheerprogramma dat het volgende omvat: i) Een beschrijving van de organisatiestructuur en medewerkersverantwoordelijkheden wat betreft ontwerp en productkwaliteit; ii) De betreffende instructies voor onderzoek en beproeving, kwaliteitscontrole, kwaliteitsborging en bedrijfsprocessen waarvan gebruik zal worden gemaakt; iii) Procescontroles, met onder meer relevante verrichtingen bedoeld om interne kortsluiting tijdens de vervaardiging van cellen te voorkomen en vast te stellen; iv) Kwaliteitsdossiers, zoals onderzoeksrapporten, beproevingsgegevens, kalibratiegegevens en certificaten; de beproevingsgegevens moeten worden bewaard en op verzoek aan de bevoegde autoriteit ter beschikking worden gesteld; v) Beoordelingen door de bedrijfsleiding ter waarborging van het doeltreffend functioneren van het kwaliteitsbeheersysteem; vi) Een proces voor de controle van documenten en de revisie daarvan; vii) Een middel voor het controleren van cellen of batterijen die niet met het in a) hierboven bedoelde beproefde type overeenkomen; DOCUMENT_VERVOER_VAN_LITHIUMCELLEN_EN_BATTERIJEN_ADR2017_062017-1_QSS.DOCX Pagina 3 van 7
viii) Opleidingsprogramma's en kwalificatieprocedures voor het betreffende personeel; en ix) Procedures om beschadiging van het eindproduct uit te sluiten. Opmerking :Interne kwaliteitsbeheerprogramma's mogen worden toegestaan. Certificering door een derde is niet vereist, maar de onder (i) t/m (ix) hierboven vermelde procedures moeten naar behoren gedocumenteerd en verifieerbaar zijn. Een beschrijving van het kwaliteitsbeheerprogramma moet desgevraagd aan de bevoegde autoriteit worden overgelegd. Bepaling 4.1.1.1 Gevaarlijke goederen moeten worden verpakt in verpakkingen, van goede kwaliteit, die sterk genoeg moeten zijn om de schokken en belastingen die normalerwijze tijdens het vervoer worden ondervonden, te doorstaan, met inbegrip van overslag en tussen laadeenheden en opslagplaatsen alsmede elke verwijdering van een pallet of uit een oververpakking voor daaropvolgende handmatige of machinale behandeling. De verpakkingen, moeten op zodanige wijze zijn vervaardigd en gesloten, dat onder normale vervoersomstandigheden ten gevolge van trillingen of van verandering van temperatuur, vochtigheid of druk (bijvoorbeeld als gevolg van hoogte) elk verlies van de inhoud uit het collo, gereed voor verzending, is uitgesloten. Verpakkingen moeten worden gesloten overeenkomstig de door de fabrikant geleverde informatie. Tijdens het vervoer mogen zich aan de buitenzijde van verpakkingen geen gevaarlijke resten bevinden. Deze voorschriften zijn op nieuwe, hergebruikte, gereconditioneerde of omgebouwde verpakkingen van toepassing. Bepaling 4.1.1.2 De gedeelten van de verpakkingen, met inbegrip van IBC's en grote verpakkingen, die in direct contact staan met de gevaarlijke goederen: a) mogen niet door deze gevaarlijke goederen worden aangetast of aanmerkelijk worden verzwakt; b) mogen geen gevaarlijke werking veroorzaken, bijv. een katalytische reactie of een reactie met de gevaarlijke goederen; en c) mogen geen permeatie toelaten van gevaarlijke goederen die onder normale vervoersomstandigheden een gevaar zouden kunnen vormen. Zij moeten zo nodig van een geschikte binnenbekleding zijn voorzien of een gelijkwaardige behandeling hebben ondergaan. Bepaling 4.1.1.5 Binnenverpakkingen moeten in de buitenverpakking op zodanige wijze zijn verpakt, dat zij onder normale vervoersomstandigheden niet kunnen breken of worden doorboord en dat het uittreden van de inhoud in de buitenverpakking wordt vermeden. Binnenverpakkingen die vloeistoffen bevatten, moeten worden verpakt met hun sluiting naar boven gericht en in buitenverpakkingen worden geplaatst in overeenstemming met de richtinggevende kenmerken voorgeschreven in 5.2.1.10. Binnenverpakkingen, die breekbaar zijn of gemakkelijk doorboord kunnen worden, zoals verpakkingen van glas, porselein of aardewerk of van bepaalde kunststofmaterialen, etc., moeten door toevoeging van geschikte, voor opvulling dienende stoffen in een buitenverpakking worden vastgezet. Bij lekkage van de inhoud mogen de beschermende eigenschappen van de voor opvulling dienende stoffen en van de buitenverpakking niet aanmerkelijk ongunstig worden beïnvloed. Bepaling 5.2.1.9 Kenmerking van lithiumbatterijen 5.2.1.9.1 Colli die litiumcellen of -batterijen bevatten die overeenkomstig bijzondere bepaling 188 zijn gereedgemaakt, moeten volgens figuur 5.2.1.9.2. worden gekenmerkt. DOCUMENT_VERVOER_VAN_LITHIUMCELLEN_EN_BATTERIJEN_ADR2017_062017-1_QSS.DOCX Pagina 4 van 7
5.2.1.9.2 Het kenmerk moet het UN-nummer weergeven voorafgegaan door de letters "UN", d.w.z. UN 3090 voor lithiummetaalcellen of -batterijen of UN 3480 voor lithium-ion-cellen of -batterijen. Indien de lithiumcellen of - batterijen zijn opgenomen in of verpakt met apparatuur, moet het UN-nummer voorafgegaan door de letters "UN" worden weergegeven, d.w.z. UN 3091 of UN 3481, naar gelang van toepassing. Indien een collo lithiumcellen of batterijen bevat die onder verschillende UN-nummers zijn ingedeeld, moeten alle van toepassing zijnde UN-nummers worden weergegeven in een of meer kenmerken. Figuur 5.2.1.9.2 Kenmerking van lithiumbatterijen * Ruimte voor UN-nummer(s) ** Ruimte voor telefoonnummer voor aanvullende gegevens Het kenmerk heeft de vorm van een rechthoek met gearceerde begrenzing. De afmetingen zijn ten minste 120 mm breed 110 mm hoog. De minimale breedte van de arcering bedraagt 5 mm. Het symbool (verzameling batterijen, waarvan er een beschadigd is en in brand staat, boven het UN-nummer voor lithiumionen- of lithiummetaalbatterijen of cellen) is zwart op een witte of geschikte contrasterende achtergrond. De arcering is rood. De afmetingen/lijndikte mogen/mag worden teruggebracht tot niet minder dan 105 mm breed 74 mm hoog, indien de grootte van het collo dit vereist. Waar geen afmetingen zijn aangegeven, moeten alle kenmerken bij benadering in verhouding zijn tot de getoonde kenmerken. DOCUMENT_VERVOER_VAN_LITHIUMCELLEN_EN_BATTERIJEN_ADR2017_062017-1_QSS.DOCX Pagina 5 van 7
Gebruikte lithiumcellen en -batterijen Gebruikte lithiumcellen en -batterijen mogen vervoerd worden indien zij voldoen aan bepaling 636 van de ADR: Bepaling 636 a) Cellen die zich bevinden in apparatuur mogen tijdens het vervoer niet zover kunnen leeglopen dat de open klemspanning daalt onder 2 volt of twee derde van het voltage van de niet ontladen cel, al naar gelang welke spanning lager is. b) Tot aan de inrichting voor tussenverwerking zijn: lithiumcellen en -batterijen met een bruto massa van niet meer dan 500 g per stuk of cellen met lithiumionen met een energie-inhoud in watt-uur van maximaal 20 Wh, batterijen met lithiumionen met een energie-inhoud in watt-uur van maximaal 100 Wh, metallisch lithium bevattende cellen met een lithiumgehalte van maximaal 1 g en metallisch lithium bevattende batterijen met een lithiumgehalte van in totaal niet meer dan 2 g die voor sortering, verwijdering of recycling worden ingezameld en ten vervoer worden overgedragen en zich niet in apparatuur bevinden; alsmede lithiumcellen en -batterijen die zich in apparatuur van particuliere huishoudens bevinden en die voor depollutie, ontmanteling, recycling of verwijdering worden ingezameld en ten vervoer worden overgedragen; niet aan de overige bepalingen van het ADR onderworpen, inclusief bijzondere bepaling 376 en paragraaf 2.2.9.1.7, indien zij voldoen aan de volgende voorwaarden: i) er wordt voldaan aan de bepalingen van verpakkingsinstructie P909 van 4.1.4.1, met uitzondering van de aanvullende voorschriften 1 en 2; ii) er bestaat een kwaliteitsborgingsysteem om te waarborgen dat de totale hoeveelheid lithiumcellen of - batterijen per transporteenheid 333 kg niet overschrijdt; iii) colli moeten zijn voorzien van het kenmerk "LITHIUMBATTERIJEN TER VERWIJDERING" of "LITHIUMBATTERIJEN TER RECYCLING", naar gelang van toepassing. P909 Deze instructie is van toepassing op de UN-nummers 3090, 3091, 3480 en 3481 die ter vernietiging of recycling worden vervoerd, al dan niet samen verpakt met niet-lithium-batterijen. 1) Lithium-ion-cellen met een energie-inhoud in watt-uur van ten hoogste 20 Wh, lithium-ion-batterijen met een energie-inhoud in watt-uur van ten hoogste 100 Wh, metallisch lithium bevattende cellen met een lithiumgehalte van ten hoogste 1 g en metallisch lithium bevattende batterijen met een totaal lithiumgehalte van ten hoogste 2 g mogen echter worden verpakt in overeenstemming met het volgende: a) In een stevige buitenverpakking tot een bruto massa van maximaal 30 kg die voldoet aan de algemene voorschriften van 4.1.1, met uitzondering van 4.1.1.3 en 4.1.3. b) Metalen verpakkingen moeten zijn voorzien van een niet-geleidend bekledingsmateriaal (bv. kunststof) dat sterk genoeg is voor het beoogde gebruik. 2) Voor cellen of batterijen die zich in apparatuur bevinden mogen stevige buitenverpakkingen worden gebruikt van een geschikt materiaal en van afdoende sterkte en ontwerp in relatie tot de verpakkingsinhoud en het beoogde gebruik ervan. Verpakkingen hoeven niet te voldoen aan de vereisten van 4.1.1.3. Apparatuur mag ook onverpakt of op pallets ten vervoer worden aangeboden als de cellen of batterijen een gelijkwaardige bescherming wordt geboden door de apparatuur waarin deze zich bevinden. DOCUMENT_VERVOER_VAN_LITHIUMCELLEN_EN_BATTERIJEN_ADR2017_062017-1_QSS.DOCX Pagina 6 van 7
3) Daarnaast mogen voor cellen of batterijen met een bruto massa van 12 kg of meer in een stevige, schokbestendige uitwendige omhulling stevige buitenverpakkingen worden gebruikt, vervaardigd van een geschikt materiaal en van afdoende sterkte en ontwerp in relatie tot de verpakkingsinhoud en het beoogde gebruik ervan. Verpakkingen hoeven niet te voldoen aan de vereisten van 4.1.1.3. DOCUMENT_VERVOER_VAN_LITHIUMCELLEN_EN_BATTERIJEN_ADR2017_062017-1_QSS.DOCX Pagina 7 van 7