BELEIDSREGEL BR/CU-2144

Vergelijkbare documenten
BELEIDSREGEL BR/REG-17173

Inhoudsopgave BELEIDSREGEL BR/CU Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg

Artikel 1. Reikwijdte...2 Artikel 2. Doel van de beleidsregel...2

Nadere Regel NR/REG-1740

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling registratie en aanlevering kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg (NR/CU-264)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Inhoudsopgave. Nadere Regel NR/CU-224. Regeling registratie en aanlevering kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg

1.2 Procedures De werkwijze van het onderzoek naar de kostprijzen ziet er als volgt uit:

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/12/70c 12D

BELEIDSREGEL BR/CU Prestaties en tarieven protonentherapie

Controleprotocol aanleveringen kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg COS 3000-onderzoek

REGELING NR/CU-258. Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg

BELEIDSREGEL BR/CU Verrichtingenlijst ten behoeve van DBC s

Prestaties en tarieven Zintuiglijk gehandicaptenzorg

3.1 Externe cliënt Een externe cliënt is een cliënt die niet bij de AWBZ-zorgaanbieder met een eigen tandartspraktijkruimte verblijft.

REGELING NR/CU-214. Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten

Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

BELEIDSREGEL AL/BR-0040

BELEIDSREGEL AL/BR-0021

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

BELEIDSREGEL BR/CU-5039

Op grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg.

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Regulering CI/17/4c /

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

BELEIDSREGEL BR/CU-5059

BELEIDSREGEL BR/CU 2148 EERSTELIJNSDIAGNOSTIEK

3.2 Zorgaanbieder De natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig farmaceutische zorg verleent.

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als bedoeld in artikel 2.5a van het Besluit zorgverzekering

BELEIDSREGEL BR/CU-5094

Kosten Rijksvaccinatieprogramma en Neonatale hielprikscreening

BELEIDSREGEL BR/CU-5060

3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

Registratie en aanlevering kostprijzen geriatrische revalidatiezorg

BELEIDSREGEL BR/CU-5047

BELEIDSREGEL BR/CU-2018

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.

BELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015

Consument Een zorgvrager, patiënt, een potentiële patiënt of degene die namens een patiënt informeert.

Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als

NADERE REGEL NR/CU-535

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016

BELEIDSREGEL BR/CU Ketenzorg dementie Zvw

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna.

BELEIDSREGEL BR/CU-5052

BELEIDSREGEL BR/CU-2066

BELEIDSREGEL BR/CU-2051

NADERE REGEL NR/CU-558

BELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidzorg - ambsthalve

Regeling verplichte publicatie wachttijden somatische zorg (NR/CU-262)

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg universitaire medische centra

BELEIDSREGEL BR/CU-5119

BELEIDSREGEL BR/CU Extramurale curatieve GGZ

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ

Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018

Beleidsregel Zorg op afroep van de patiënt en zorg geleverd in een inloopkliniek

Deze regeling is van toepassing op instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren.

3.3 ZZP-meerzorg tarief Het bedrag per dag dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding van de door de zorgaanbieder geboden ZZP-meerzorg.

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

BELEIDSREGEL CA-BR Indexatie Wlz. Bijlage 10 bij circulaire Care/Wlz/15/07c

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

3.1 Geldende beleidsregels 2015 De aanvaardbare kosten volgen uit de toepassing van de onderstaande beleidsregels.

Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

BELEIDSREGEL CA Zorginfrastructuur. Bijlage 6 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

NADERE REGEL NR/CU-NR/CU-534

BELEIDSREGEL CA Nationaal Programma Ouderenzorg 2014

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017

Regeling innovatie voor kleinschalige experimenten

Regeling NR/REG Regeling eerstelijnsverblijf

Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

Nadere Regel NR/CU-256

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

BELEIDSREGEL BR/CU Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013

BELEIDSREGEL CA Aanvaardbare kosten AWBZ 2012

Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

Macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2016

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

BELEIDSREGEL BR/CU-7073

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/15/27c /188648

BEPALING MACRO-DEELBEDRAGEN 2014

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Experiment bekostiging verpleging en verzorging

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz

BELEIDSREGEL BR/CU-5066

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

BELEIDSREGEL BR/CU 2079

Zolang de eindcalculatie voor jaar t nog niet bekend is wordt de door de

BELEIDSREGEL BR/CU-2038

Transcriptie:

BELEIDSREGEL Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen. Artikel 1. Reikwijdte Deze beleidsregel is van toepassing op medisch specialistische zorg voor zover betrekking hebbende op het gereguleerde segment en geleverd door de navolgede categorieën van instellingen; - algemene ziekenhuizen; - universitaire medische centra; - zelfstandige behandelcentra; - instellingen voor revalidatiezorg; - categorale instellingen voor long/astmazorg; - huisartsenlaboratoria; - trombosediensten; - productiesamenwerkingsverbanden. Deze regeling is niet van toepassing is op de volgende categorieën van instellingen: - categorale instellingen voor epilepsiezorg; - radiotherapeutische centra; - dialysecentra; - audiologische centra; - instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren. Artikel 2. Doel van de beleidsregel De NZa stelt tarieven vast van zorgproducten (te weten DBCzorgproducten en overige zorgproducten) binnen de medisch specialistische zorg. Voor de zorgproducten binnen het gereguleerde segment stelt de NZa maximumtarieven vast op basis van kostprijzen. Deze beleidsregel geeft inzicht in de wijze waarop de NZa informatie over de kostprijzen vergaart en de wijze waarop zij kostprijzen laat berekenen door instellingen. Artikel 3. Begripsbepalingen In de begripsomschrijvingen opgenomen in de beleidsregel Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg zijn verschillende begrippen en afkortingen toegelicht die ook van toepassing zijn voor de onderhavige beleidsregel. Voor de definitie van die begrippen en afkortingen wordt naar de genoemde beleidsregel verwezen.

Daarnaast en in aanvulling hierop worden voor de toepassing van deze beleidsregel nog de volgende begrippen gedefinieerd: 3.1 Accountant Een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 2 van 7 3.2 Directe kosten Alle kosten die worden gemaakt door, of worden toegerekend aan, de organisatiedelen die direct betrokken zijn bij het leveren van een zorgprestatie aan een patiënt. Het betreft derhalve de kosten die in het primaire zorgproces ontstaan, ofwel in de organisatiedelen die in direct contact met de patiënt staan. 3.3 Incidentele baten / lasten Buitengewone baten en lasten welke incidenteel voorkomen. Als incidentele baten en lasten worden aangemerkt de baten en lasten die niet uit de gewone bedrijfsuitvoering van de instelling voortvloeien. Dit geldt ook voor baten en lasten welke aan een ander boekjaar moeten worden toegerekend. 3.4 Indirecte kosten De kosten die worden gemaakt door, of worden toegerekend aan, organisatiedelen die ondersteunend of voorwaardenscheppend zijn ten behoeve van het primaire proces en die niet direct in contact met de patiënt staan, en kosten die niet direct zijn toe te wijzen aan de levering van een prestatie of verrichting aan een patiënt. 3.5 Kostencategorie Een specifieke aanduiding van (clusters van) bepaalde kosten. 3.6 Kostprijs De kosten in verband met het verrichten van bepaalde zorgactiviteiten of zorgproducten waarbij de toerekening plaatsvindt conform het kostprijsmodel als beschreven in deze beleidsregel. 3.7 Totale zorgproductie De totale zorgproductie van een zorginstelling bestaande uit alle gedeclareerde zorgproducten binnen zowel het gereguleerde als het vrije segment binnen een bepaalde periode. Artikel 4. Kostprijsmodel De NZa stelt de tarieven in het gereguleerde segment vast op basis van werkelijke kostprijzen van instellingen. Hierbij worden de in artikel 5 genoemde bepalingen als uitgangspunt genomen. 4.1 Gegevensverzameling Voor de registratie en verzameling van de voor kostprijsberekening benodigde data legt de NZa aan instellingen die vallen onder de reikwijdte van de Regeling registratie en aanlevering kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg de in die regeling beschreven verplichtingen tot het aanleveren van kostrijsgegevens over het jaar t op. De NZa publiceert jaarlijks het aanleversjabloon op de website www.nza.nl.

4.2 Ontheffing De NZa zal in de in artikel 4.1 van deze beleidsregel genoemde regeling registratie en aanlevering kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg opnemen of en zo ja onder welke voorwaarden en beperkingen aan instellingen ontheffing zal worden verleend van in die regeling genoemde verplichtingen. 3 van 7 Artikel 5. Uitgangspunten kostprijsberekening Voor de wijze van berekenen van kostprijzen hanteert de NZa de in dit artikel beschreven uitgangspunten. 5.1 Berekening op productniveau 5.1.1 Voor het berekenen van landelijke kostprijzen van zorgproducten worden de nacalculatorische aan zorgproducten toegerekende kostprijzen gebruikt. 5.1.2 Bij de voorgeschreven berekening van kostprijzen door instellingen sluit de NZa, om de administratieve lasten te beperken, aan bij de algemeen gangbare praktijk van de kostprijsberekening binnen de instellingen. De te hanteren kostendragers zijn ter vrije keuze van de instelling. 5.1.3 De NZa streeft er naar om het aantal bewerkingen dat plaatsvindt op de aangeleverde kostprijzen te beperken. Door uit te gaan van nacalculatorische kostprijzen op zorgproductniveau streeft de NZa naar zo herkenbaar en stabiel mogelijke kostprijzen als basis voor de tarieven. 5.2 Uniforme kostensoorten De NZa hanteert een gestandaardiseerde indeling in kostencategorieën, te weten: Personeelskosten: Kosten Medisch specialisten niet in loondienst; Personeelskosten: Medisch specialisten in loondienst; Personeelskosten: Arts In Opleiding tot Specialist (AIOS); Personeelskosten: Overig; Materiele kosten: Geneesmiddelen; Materiele kosten: Bloed; Materiele kosten: Kunst- en hulpmiddelen, implantaten; Materiele kosten: Overig; Gebouwgebonden kosten: Huur en afschrijvingen gebouwen en installaties; Gebouwgebonden kosten: Onderhoud en beheer; Medische en overige inventaris; Financieringslasten; en Opbrengsten (negatieve kosten): overige opbrengsten anders dan baten uit declaratie van zorgproducten. 5.3 Opbrengsten De volgende opbrengstenstromen worden opgenomen in de kostencategorie opbrengsten zoals opgenomen in artikel 5.2; Rijksbijdrage Werkplaatsfunctie; Rijksbijdrage Onderzoek en Onderwijs; Opleidingsfonds; Overige opleidingen voor zover uit externe geldstroom gefinancierd; Onderlinge dienstverlening (medisch/productie); Niet patiëntenzorg gebonden opbrengsten (huur, rente, dienstverlening aan derden, parkeeropbrengsten, etc);

Door derden betaald (wetenschappelijk) onderzoek waar geen productie tegenover staat; Doorbelaste diensten aan medische specialisten niet in loondienst; Overige subsidies; Opbrengsten uit beschikbaarheidbijdrage (waaronder vergoeding academische zorg); Incidentele baten/lasten. 4 van 7 Artikel 6. Intrekking oude beleidsregel(s) Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de beleidsregel Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg, met kenmerk BR/CU-2137 ingetrokken. Artikel 7. Inwerkingtreding en citeerregel Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), wordt geplaatst. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg.

Toelichting Artikelsgewijs Artikel 2 Het beleid omtrent de zorgproducten binnen de medisch specialistische zorg is omschreven in de beleidsregel Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg. Teneinde te waarborgen dat de NZa over voldoende informatie beschikt om tarieven van zorgproducten binnen het gereguleerde segment vast te stellen, zal zij regels vaststellen op grond waarvan instellingen de benodigde informatie/gegevens zullen moeten verstrekken. Deze regels zijn opgenomen in de nadere regel Regeling registratie en aanlevering kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg. Voor de uiteindelijke tariefberekening zullen nog nader te bepalen tariefprincipes worden toegepast. 5 van 7 Artikel 5 5.2 Omdat kostprijzen op productniveau berekend en aangeleverd worden, waarbij inzicht in de toerekening een belangrijk uitgangspunt is, is het van belang dat kostprijzen worden aangeleverd met een onderverdeling in uniforme kostensoorten. Onderstaand worden de gehanteerde indeling nader toegelicht. - Personeelskosten: Kosten medisch specialisten niet in loondienst Iedere vergoeding die een instelling voor medisch specialistische zorg aan een specialist niet in loondienst vergoedt of verschuldigd is voor het leveren van diensten in het kader van medisch specialistische zorg. Hiermee wordt iedere vorm van financiële vergoeding bedoeld, zoals vast of variabel honorarium, met een collectief van specialisten niet in loondienst overeengekomen aanneemsommen, omzetplafonds of andere vormen. Het betreft zowel poort- als ondersteunende specialisten. - Personeelskosten: Medisch specialisten in loondienst Deze kostencategorie omvat alle kosten voor de medische specialisten in loondienst, zoals salariskosten, opleidingskosten, etc. - Personeelskosten: Arts In Opleiding tot Specialist (AIOS) Deze kostencategorie omvat alle kosten voor Artsen In Opleiding tot Specialist (AIOS), zoals salariskosten, opleidingskosten, etc. - Personeelskosten: Overig Deze kostencategorie omvat alle personeelskosten voor zover die niet hiervoor zijn benoemd en voor zover deze kosten ten laste komen van de instelling. Zowel personeelskosten van medewerkers met direct patiëntencontact, zoals Arts Niet In Opleiding tot Specialist (ANIOS), verpleegkundigen en assistentes, als van medewerkers die niet direct patiëntcontact hebben, zoals de Raad van Bestuur, staffuncties en alle ondersteunende diensten. Personeelskosten welke verband houden met onderhoud en beheer van gebouwen, worden vermeld onder de kostencategorie Gebouwgebonden kosten: Onderhoud en beheer. Indien de kosten van ANIOS voor rekening komen van de medisch specialist niet in loondienst, vallen deze onder de categorie Personeelskosten: Medisch specialisten niet in loondienst. - Materiele kosten: Geneesmiddelen Deze kostencategorie omvat alle kosten van alle receptgeneesmiddelen en medisch specialistische geneesmiddelen (inclusief de kosten voor addons dure en weesgeneesmiddelen en materiele bereidingskosten).

- Materiële kosten: Bloed Deze kostencategorie omvat de materiele kosten van bloed en bloedproducten (inclusief kosten Sanquin). 6 van 7 - Materiële kosten: Kunst- en hulpmiddelen, implantaten Deze kostencategorie omvat de materiele kosten voor kunst- en hulpmiddelen en implantaten. - Materiële kosten: Overig Deze kostencategorie omvat alle overige materiele kosten (voeding, hotelmatige kosten, algemene materiële kosten). - Gebouwgebonden kosten: Huur en afschrijvingen gebouwen en installaties Deze kostencategorie omvat kosten van afschrijvingen van gebouwen en installaties en huur van gebouwen. - Gebouwgebonden kosten: Onderhoud en beheer Deze kostencategorie omvat kosten van onderhoud van gebouwen en terreinen. Verder vallen hier de energiekosten onder, alsmede verzekeringen en belastingen. - Medische en overige inventaris Hieronder vallen kosten van afschrijvingen (medische)inventaris, lease contracten en onderhoudscontracten. - Financieringslasten Deze kostencategorie omvat rente vreemd vermogen / eigen vermogen - Opbrengsten Opbrengstenstromen als genoemd in artikel 5.3. De opbrengsten voor instellingen uit overige inkomsten, anders dan uit declaratie van zorgproducten dienen ten laste van de gemaakte kosten, als zijnde een negatieve kostensoort, meegenomen te worden in de kostprijsberekening. In artikel 5.3 staan de verschillende activiteiten benoemd. 5.3 Kosten die niet door omzet aan (DBC)-zorgproducten uit het vrije dan wel het gereguleerde segment gedekt dienen te worden, mogen niet meegenomen worden in de kostprijsberekening (bijvoorbeeld academische component, vaste beschikbaarheidvergoedingen, opleidingsgelden). Bij onderlinge dienstverlening dienen de kosten van diensten of producten die aan derden (niet zijnde verzekeraars) zijn geleverd, niet toegerekend te worden aan de zorgproducten. Het zal hier vaak gaan om overige zorgproducten die op verzoek van andere ziekenhuizen worden geleverd. Hiervan is de kostprijs bekend via de zorgactiviteiten. Indien de instelling producten afneemt van andere aanbieders, en deze producten als onderdeel van een zorgproduct bij de verzekeraar declareert, dient de instelling de betaalde prijs als kosten toe te rekenen aan de zorgproducten. Onder doorbelaste diensten aan medische specialisten niet in loondienst worden vergoedingen verstaan die de instelling voor medisch specialistische zorg in rekening brengt aan de specialist niet in loondienst.

Dit betreft kosten die de instelling in rekening brengt voor administratieve en andere diensten, personeel, apparatuur en/of praktijkruimte, parkeergelegenheid en overige faciliteiten die de instelling aan de specialist niet in loondienst tegen vergoeding of om niet ter beschikking stelt. 7 van 7