Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Vergelijkbare documenten
Normenbrief 1 juli 2018

Normenbrief 1 juli 2019

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Overzicht van de bedragen genoemd in de Participatiewet en het Bbz 2004 per 1 juli 2016.

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Normenbrief 1 januari 2019

Normenbrief normen per 1 januari 2018

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ 3. Aanpassing vrijlating medisch-uren beperkten IOAW en IOAZ

Wijziging bedragen. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Wijziging bedragen. WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 per 1 januari Inleiding

Wijziging bedragen Participatiewet

Wijziging bedragen. per 1 juli WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding

Wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 juli 2012

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2011

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2007

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2008

STAATSCOURANT. Nr

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2010

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2006

STAATSCOURANT. Nr

Vooraankondiging wijziging bedragen WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ en WIK per 1 januari 2004

Normen Participatiewet (PW)

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2007

NORMEN VANAF 1 JULI 2017

NORMEN VANAF 1 JANUARI 2018

NORMEN VANAF 1 JANUARI 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2009

NIEUWSBRIEF IGSD. september In dit nummer. Steenwijkerland

Vrijlating inkomsten uit arbeid en vrijlating kostenvergoeding vrijwilligerswerk Participatiewet, IOAW en IOAZ

NIEUWSBRIEF IGSD. September In dit nummer. Westerveld

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

4. Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WIK per 1 juli 2004

Overzicht uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2019

Infokaart juli 2015 (versie 1.0)

Participatiewet De bijstandsuitkeringen stijgen per 1 januari De netto normbedragen voor mensen vanaf 21 jaar tot aan pensioen zijn:

Bijstandsuitkeringen, IOAW, IOAZ, WWIK, per 1 januari 2008

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2015

Artikel 31. Toelichting. De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2017

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2018

Let op! Er zijn meer inkomsten die meetellen. Wilt u precies weten hoe het zit? Neem dan contact met ons op.

Artikel 31 Let op: Artikel 31 wijzigt ook door de Wet maatregelen WWB!!! Laatste bewerking op 10 maart

Uitkeringsbedragen per 1 juli Nieuwsbericht

Artikel 31. Toelichting. Artikel 31, tweede lid, onderdeel u, van de Wet werk en bijstand komt te luiden:

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2016

Vaststelling AOW/AWW-bedragen per 1 maart 1996 SZW

Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand

De regeltechnische aanpassingen zijn opgenomen in de onderdelen A tot en met F.

Verordening tot eerste wijziging van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Bergen 2012

en tot intrekking van: 1. de Verordening Wet investeren in Jongeren 2. Re-integratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2019

Overzicht uitkeringsbedragen en maatregelen Sociale Zaken en Werkgelegenheid per 1 juli 2017

Heernugowaarď Stad van kansen

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2015

Beleidsregels kostendelersnorm en verlaging bijstandsnorm 2015

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014

Wijziging van de Wet werk en bijstand en enkele andere sociale zekerheidswetten (Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten)

Bijstandsnormen per

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Voorstel van Wet. De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:

5. De algemene inkomstenvrijlating wordt niet met terugwerkende kracht toegekend.

Inhoud. Wet werk en bijstand... 2 IOAW en IOAZ... 4 AOW... 5 Anw... 7 Wajong... 8 Maximumdagloon (WW, WIA en WAO)... 9 Toeslagenwet...

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2016

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Het college van burgemeester en wethouders,

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

B In artikel 5, onderdeel d, wordt langdurigheidstoeslag vervangen door: individuele inkomenstoeslag.

TOELICHTING VERORDENINGEN WERK EN INKOMEN GEMEENTE HATTEM Bijlage bij raadsvoorstel

Wijzigingen ten opzichte van de vorige druk

omdat WerkSaam beleid vast moet stellen over de wettelijke tegenprestatie

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG HELMOND 2015

Verordening minimabeleid en activering Participatiewet, IOAW, IOAZ ISD Bollenstreek 2017 De raad van de gemeente

BURGEMEESTER E WETHOUDERS VA ROERMO D, Overwegende dat;

Verordening tot wijziging van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Heerlen in de top 10 met de minste bijstandsgroei in 2016

Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB. Nibud, 2013

Verordeningen en reglementen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

Toeslagenverordening WWB Asten e wijziging De Toeslagenverordening WWB Asten 2012 wordt als volgt gewijzigd:

Verordening. Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren

Uitvoeringsregels Individuele Bijzondere bijstand ISD BOL 2018

B In artikel 5, onderdeel d, wordt langdurigheidstoeslag vervangen door: individuele inkomenstoeslag.

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017,

Transcriptie:

Inleiding Het bruto wettelijk minimumloon is per 1 juli 2017 vastgesteld op 1.565,40 per maand (was: 1551,60). In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde datum eveneens wijzigen. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de aan het netto minimumloon gerelateerde bijstandsnormen en grondslagen IOAW en IOAZ. De wijziging van de bijstandsnormen vindt van rechtswege plaats. Van de definitieve nieuwe bedragen wordt, namens de staatssecretaris, door de directeur Participatie en Decentrale Voorzieningen mededeling gedaan in de Staatscourant. Ook de definitieve besluiten tot wijziging van de overige bedragen zullen binnenkort in de Staatscourant worden gepubliceerd. In bijlage I zijn de bijstandsnormen opgenomen zoals deze per 1 juli 2017 zullen gelden. De in de IOAW en de IOAZ genoemde netto bedragen, die uitgangspunt vormen voor de grondslagen staan in bijlage II en de grondslagen ingevolge de IOAW en de IOAZ in bijlage III. Het Toetsingsinkomen IOAW volgt de ontwikkeling van het bruto minimumloon (0,89%) 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ Per 1 juli 2015 wordt de kostendelersnorm bij de IOAW en IOAZ stapsgewijs ingevoerd. Per 1 januari 2017 ontvangt de kostendelende alleenstaande (ouder) 60% van de gehuwdennorm. Per 1 januari 2018 en per 1 januari 2019 bedraagt dit percentage respectievelijk 55% en 50%.

Bijlage I Overzicht van de bedragen genoemd in de Participatiewet en het Bbz 2004 in 2017. Jongerennormen (art. 20, eerste lid), zonder kinderen - alleenstaande, indien hij 18, 19 of 20 jaar is 242,60 243,52 - gehuwden waarvan beide echtgenoten 18,19 of 20 jaar zijn 485,20 487,04 - gehuwden waarvan een echtgenoot 18, 19 of 20 jaar is en de andere echtgenoot 21 jaar of ouder, zonder kostendelende medebewoners 944,59 948,18 Jongerennorm, met kinderen (art. 20, tweede lid) - alleenstaande ouder, indien hij 18, 19 of 20 jaar is 242,60 243,52 - gehuwden waarvan beide echtgenoten 18, 19 of 20 jaar zijn 766,00 768,90 - gehuwden waarvan een echtgenoot 18, 19 of 20 jaar is en de andere echtgenoot 21 jaar of ouder, zonder kostendelende medebewoners 1.225,39 1.230,04 Normen 21 jaar tot pensioengerechtigde leeftijd (art. 21) - een alleenstaande of een alleenstaande ouder zonder kostendelende medebewoner 982,79 986,52 - gehuwden waarvan beide echtgenoten jonger zijn dan de pensioengerechtigde leeftijd, zonder kostendelende medebewoner 1.403,98 1.409,31 Normen pensioengerechtigden (art. 22) - een alleenstaande of een alleenstaande ouder zonder kostendelende medebewoners 1.104,14 1.108,48 - gehuwden die niet met een andere meerderjarige persoon dan de echtgenoot in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben, en waarvan één of meer de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, zonder kostendelende medebewoners 1.508,06 1.514,74 Normen kostendelersnorm (art. 22a) Norm voor jongere partner, indien geen ten laste komende kinderen 242,60 243,52 Norm voor jongere partner, indien een of meer ten laste komende kinderen 523,40 525,38 Verblijf in een inrichting (art. 23, eerste lid) - alleenstaande of alleenstaande ouder 311,17 312,35 - gehuwden 484,00 485,84 Verhoging genoemd in artikel 23, tweede lid, (premie Zorgverzekeringswet) - alleenstaande 39,00 39,00 - gehuwden 85,00 85,00 NB. De hierboven genoemde bedragen zijn inclusief vakantietoeslag. Deze bedraagt van de betreffende bijstandsnorm c.q. toeslag (art. 19, derde lid) 5,00% 5,00% Totaal bedrag lijfrente(n) (art 15, tweede lid) 250.900,00 250.900,00

Bijlage I - vervolg Niet tot de middelen te rekenen bedragen (art. 31, tweede lid) Een één- of tweemalig premie (onderdeel j) 2.392,00 2.404,00 Onkostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk (onderdeel k) 1 - bedrag per maand ten hoogste 95,00 150,00 - maximum bedrag per jaar 764,00 1500,00 - bedrag per maand ten hoogste (arbeidsinschakeling) 150,00 150,00 - maximum bedrag per jaar (arbeidsinschakeling) 1.500,00 1.500,00 Maximaal vrij te laten inkomsten uit arbeid (onderdeel n) 200,00 201,00 Vrij te laten inkomsten uit arbeid voor een alleenstaande ouder (r) 125,04 125,67 Maximaal vrij te laten inkomsten uit arbeid van persoon die medisch uren-beperkt is (y) 126,82 127,46 Buiten beschouwing te laten particuliere oudedagsvoorziening (art. 33, vijfde lid) - alleenstaande of alleenstaande ouder 19,65 19,65 - gehuwden 39,30 39,30 Buiten beschouwing te laten vermogen (art. 34, tweede en derde lid) In de woning gebonden vermogen voor zover dit minder bedraagt dan 50.100 50.100 Vermogensgrenzen - alleenstaande 5.940 5.940 - alleenstaande ouder 11.880 11.880 - gehuwden 11.880 11.880 Drempelbedrag bijzondere bijstand (art. 35, tweede lid) 130,00 130,00 II. Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 bedrag genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en b 186.498 186.498 bedrag genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel b 44.378 44.378 bedrag genoemd in artikel 3, tweede lid 130.549 130.549 percentage genoemd in artikel 6, tweede lid 20,00% 20,00% Percentage genoemd in artikel 15, onderdeel a 8,00% 8,00% maximale geldlening (art. 20, eerste lid) 193.784 193.784 Bedrijfskapitaal om niet aan gevestigde zelfstandige (art. 22) 9.689 9.689 Bedrijfskapitaal aan beginnende zelfstandige (art. 24) 35.677 35.677 Inkomenseis oudere zelfstandige (art. 25) 7.696 7.696 Bijstand voor bedrijfskapitaal oudere zelfstandigen (art. 26) 9.689 9.689 1 Vanaf 1 april 2017 wordt in de Participatiewet geen onderscheid meer gemaakt tussen de hoogte van de kostenvergoeding in het kader van re-integratie of anderszins. Om de mutatie te tonen wordt dit onderscheid in deze normenbrief nog 1 keer expliciet gemaakt. In een volgende normenbrief zal dit onderscheid ook tekstueel vervallen.

Bijlage II Overzicht netto bedragen genoemd in de IOAW en de IOAZ in 2017 (voor grondslagen zie bijlage III) IOAW Netto bedragen genoemd in artikel 5 van de IOAW voor: De werkloze werknemer en de echtgenoot, beiden 21 jaar of ouder (derde lid, onderdeel a) 701,99 704,66 De alleenstaande werkloze werknemer, die met één of meer meerderjarige personen zijn hoofdverblijf heeft, in afwijking van artikel 5, derde lid, onderdeel b (artikel 63e, eerste lid) 842,39 845,59 De alleenstaande werkloze werknemer van 23 jaar of ouder (vierde lid) 982,79 986,52 IOAZ Netto bedragen genoemd in artikel 5, vierde lid van de IOAZ voor: De gewezen zelfstandige en de echtgenoot (onderdeel a) 701,99 704,66 De alleenstaande gewezen zelfstandige (onderdeel b) 982,79 986,52 De alleenstaande gewezen zelfstandige, die met één of meer meerderjarige personen zijn hoofdverblijf heeft, in afwijking van artikel 5, derde lid, onderdeel b (artikel 63b, eerste lid) 842,39 845,59

Grondslagen als bedoeld in artikel 5 van de IOAW en de IOAZ in 2017 Bijlage III IOAW - Regeling vaststelling grondslagen IOAW A. De werkloze werknemer en de echtgenoot, beiden 21 jaar of ouder 1.618,10 1.627,04 B. De alleenstaande werkloze werknemer van 23 jaar of ouder 1.251,50 1.257,05 C. De alleenstaande werkloze werknemer, die met één of meer meerderjarige 1.029,41 1.034,42 personen zijn hoofdverblijf heeft, in afwijking van artikel 5, derde lid, onderdeel b van de IOAW (artikel 63e, eerste lid) IOAZ - Regeling vaststelling grondslagen IOAZ A. De gewezen zelfstandige en de echtgenoot. 1.618,10 1.627,04 B. De alleenstaande gewezen zelfstandige 1.251,50 1.257,05 C. De alleenstaande gewezen zelfstandige, die met één of meer meerderjarige 1.029,41 1.034,42 personen zijn hoofdverblijf heeft, in afwijking van artikel 5, vierde lid, onderdeel c (artikel 63b, eerste lid) Vrijlatingen Inkomensbesluit - maximale vrijlating 313,68 314,68 - premie in het kader van voorziening gericht op arbeidsinschakeling 2.392,00 2.404,00 - kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk per maand 95,00 95,00 per jaar 764,00 764,00 - idem, in kader van voorziening gericht op arbeidsinschakeling bedrag per maand ten hoogste 150,00 150,00 maximum bedrag per jaar 1.500,00 1.500,00 IOAW Vrij te laten bedrag conform art.8, vijfde lid IOAW 197,82 198,46 Vrij te laten bedrag conform art.8, zevende lid IOAW 199,64 200,30 IOAZ bedrag genoemd in artikel 5, tweede lid, 2º 2 23.444 23.938 bedrag genoemd in art. 5, tweede lid, 3º 2 24.326 25.433 buiten beschouwing te laten vermogen (art. 8, tweede lid) 130.549 130.549 Berekening inkomen uit vermogen dat meer is dan het in art. 8, tweede lid genoemde 3,00% 3,00% grensbedrag. bedrag genoemd in artikel 5, eerste lid van de Regeling vermogenswaardering IOAZ 121.474 122.082 (art. 5, eerste lid) Maximale vrijlating (art. 8, derde lid) 313,68 314,68 Vrij te laten bedrag conform art. 8, negende lid 197,82 198,46 Vrij te laten bedrag conform art. 8, elfde lid 199,64 200,30 2 De bedragen genoemd in artikel 5, tweede lid, 2º en 3º zijn als gevolg van een herberekening aanmerkelijk hoger in vergelijking met de bedragen vanaf 1 januari 2017. Gemeenten worden over de achtergrond hiervan nader geïnformeerd. De nieuwe bedragen dienen vanaf 1 juli 2017 te worden toegepast.

De overige bijlagen (IV, V, VI en VII) zoals gepubliceerd in de normenbrief van 1 januari 2017 wijzigen niet.