instituut Beleid & Management Gezondheidszorg Erasmus Universiteit Rotterdam

Vergelijkbare documenten
Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de masteropleiding Zorgmanagement Cohort

instituut Beleid & Management Gezondheidszorg Erasmus Universiteit Rotterdam

instituut Beleid & Management Gezondheidszorg Erasmus Universiteit Rotterdam

instituut Beleid en Management Gezondheidszorg Erasmus Universiteit Rotterdam

instituut Beleid en Management Gezondheidszorg Erasmus MC

Erasmus School of Health Policy and Management Erasmus Universiteit Rotterdam

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Onderwijs- en Examenregeling (OER) van het pre-masterprogramma Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management Gezondheidszorg Cohort

Onderwijs en examenreglement (OER) en Regels en richtlijnen tentamens van de Bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen Studiejaar

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Erasmus School of Health, Policy and Management Erasmus Universiteit Rotterdam

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de vrijdagvariant van het schakelprogramma Gezondheidswetenschappen Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

instituut Beleid en Management Gezondheidszorg Erasmus MC

Onderwijs- en Examenreglement (OER) en Regels en Richtlijnen tentamens van de Bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de vrijdagvariant van het Schakelprogramma Gezondheidswetenschappen Studiejaar

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Erasmus School of Health, Policy and Management Erasmus Universiteit Rotterdam

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en Examenregeling (OER) en Regels en Richtlijnen tentamens van de Masteropleiding Zorgmanagement Studiejaar

Faculteit der Letteren. Onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Geschiedenis

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) en Regels en Richtlijnen tentamens van de masteropleiding Zorgmanagement Studiejaar

Onderwijs- en Examenreglement (OER) en Regels en Richtlijnen tentamens van de Masteropleiding Zorgmanagement Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Onderwijs- en Examenreglement (OER) en Regels en Richtlijnen tentamens van de Masteropleiding Zorgmanagement Studiejaar

Onderwijs en examenreglement (OER) en Regels en richtlijnen tentamens van de Bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen. Studiejaar

Erasmus MC. Bindend Studieadvies. Geneeskunde

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

1 Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Informatica, 2007/2008

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

MODEL REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Deel 1 - Bacheloropleiding

Onderwijs en examenreglement (OER) en Regels en richtlijnen tentamens van de Bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen Studiejaar

Onderwijs- en Examenregeling LS&T en MST (Bacheloropleiding)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de bacheloropleiding. Arabische Taal en Cultuur

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Literatuurwetenschap

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud:

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen

Algemene informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Bedrijfscommunicatie. studierichtingen: Bedrijfscommunicatie, Cultuur & Organisaties (BCO)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Kunstgeschiedenis

JAARVERSLAG 2010 EXAMENCOMMISSIE FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling MST en LS&T (Bacheloropleiding)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Duitslandstudies. studierichtingen:

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Kunstgeschiedenis

Onderwijs- en examenregeling (OER)

Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleiding

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en Spraaktechnologie (Language and Speech Technology)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (artikel 7.13 WHW)

Artikel 2.4 Vergaderfrequentie examencommissie De examencommissie vergadert <tenminste twee keer per jaar>

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Bacheloropleiding. Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

U I T S P R A A K

REGELS EN RICHTLIJNEN BACHELOROPLEIDING

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (ex artikel 7.13 WHW) BACHELOROPLEIDING INDUSTRIEEL ONTWERPEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

BESLUIT: de volgende regels en richtlijnen voor de bacheloropleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Nederlandse Taal en cultuur

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

SECTIE 1. REGELS MET BETREKKING TOT TENTAMEN PROCEDURE DE AANMELDING VOOR EEN SCHRIFTELIJK TENTAMEN OF TENTAMENONDERDEEL

Bindend Studieadvies

U I T S P R A A K

Onderwijs- en examenregeling bacheloropleiding HBO-Rechten

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN

ONDERWIJS- EN TENTAMENREGELING (OET) (ex artikel 7.13 WHW) Interfacultair Onderwijs TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

7.3 Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Lerarenopleiding voor:

Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding Informatica aan de Universiteit Utrecht

COLLOQUIUM DOCTUM REGELING FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID 2016

U I T S P R A A K

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taalwetenschap (Linguistics)

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Bacheloropleiding. Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen

Transcriptie:

instituut Beleid & Management Gezondheidszorg Erasmus Universiteit Rotterdam Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management Gezondheidszorg Cohort 2012-2013 1

Inhoudsopgave Onderwijs- en examenregelingen... 3 1. Algemene bepalingen... 3 2. Toelating tot de bacheloropleiding... 8 3. Opbouw van de bachelor... 11 4. Bachelor 1... 12 5. Bachelorexamen... 14 6. Afleggen van tentamens... 17 7. Tentamenuitslag... 20 8. Studiebegeleiding en bindend studieadvies... 23 9. Slot- en invoeringsbepalingen... 26 2

Onderwijs- en examenregelingen 1. Algemene bepalingen Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam, van het cohort 2012-2013, verzorgd door het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (hierna te noemen ibmg). Eventuele overgangsregelingen bij toekomstige curriculumherzieningen worden als addendum toegevoegd bij deze OER. Hier buiten vallende individuele regelingen worden afgehandeld door de Examencommissie. De bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management Gezondheidszorg valt onder de bepalingen van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). Artikel 2 Doel van de bacheloropleiding De bachelor is een wetenschappelijke opleiding tot gezondheidswetenschapper die kennis heeft van en inzicht heeft in beleid, organisatie en management van de gezondheidszorg. De bacheloropleiding heeft als doelstelling de student het volgende bij te brengen: academisch denken en handelen; multi- en interdisciplinair denken en handelen; kennis en vaardigheden met betrekking tot het gezondheidszorgonderzoek; basiskennis en inzichten met betrekking tot de hoofdrichtingen van de professionele beroepsuitoefening in de gezondheidswetenschappen; communicatief vermogen; reflexief vermogen. Artikel 3 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. bachelor 3

de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management Gezondheidszorg, welke bestaat uit een major (165 ECTS) en een minor (15 ECTS); b. bachelorexamen het geheel der tentamens van de tot de bachelor behorende vakken; c. beschikking besluit van de Examencommissie of examinator inzake een bezwaar of verzoek van een student op grond van deze examenregeling; d. bestuur het bestuur (MT) van het ibmg; e. ECTS de op grond van het European Credit Transfer System vastgestelde eenheid waarin de studielast van de bachelor wordt uitgedrukt; één ECTS staat gelijk aan 28 uren studie; f. Examencommissie de commissie als bedoeld in artikel 7.12 van de wet die door het instellingsbestuur is ingesteld ten behoeve van het afnemen van examens en ten behoeve van de organisatie en de coördinatie van de tentamens; g. examinator de aan het ibmg verbonden docent of deskundige van buiten de instelling die door de Examencommissie is aangewezen om tentamens af te nemen, conform bepaald in artikel 7.12 van de wet; h. hbo hoger beroepsonderwijs; i. hertentamenperiode periode waarin alle hertentamens van bachelor 1 worden aangeboden na afloop van de laatste onderwijsperiode en na de reguliere toetsperiode; j. major het geheel van de verplichte vakken van de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management Gezondheidszorg, bestaande uit 165 ECTS; k. master de op de bacheloropleiding aansluitende initiële opleidingen van het ibmg; l. minor het in het derde jaar van de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management Gezondheidszorg te volgen keuzeonderdeel, bestaande uit 15 ECTS; m. onvoldoende 4

een cijfer lager dan een 5,5 geldt als een onvoldoende; n. opleidingscoördinator de persoon belast met de organisatie van de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management gezondheidszorg, en onder meer (mede)bevoegd tot het nemen van beslissingen op verzoeken tot het volgen van minoren die elders aangeboden worden; o. OSC Onderwijs Service Centrum voor de administratieve afhandeling van onderwijsaangelegenheden; p. practicum een praktische oefening, als bedoeld in artikel 7.13 van de wet, in één van de volgende vormen: het deelnemen aan groepsonderwijs, het maken van een opdracht of werkstuk, het verrichten van een leeronderzoek, het deelnemen aan veldwerk of een excursie, het doorlopen van een stage, het deelnemen aan andere leeractiviteiten die gericht zijn op het bereiken van bepaalde vaardigheden. Een practicum kan onderdeel uitmaken van het tentamen; q. programmaboek/vakplan het document, verbonden aan de vakken, dat, in acht nemende hetgeen geregeld in de studiegids, het vak en de hieraan gestelde eisen betreffende toetsing nader beschrijft; r. Regels en richtlijnen de regeling met betrekking tot de tentamens en examens behorende bij deze Examenregeling; s. student degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de bachelor; t. studiegids het document waarin de inhoud van het gehele programma beschreven is en welke de toetsvorm en weging regelt; u. studiejaar de periode die loopt van 1 september tot en met 31 augustus; v. tentamen/toets (eindtoets, deeltoets, tussentoets) een onderzoek als bedoeld in artikel 7.10 van de wet naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat 5

onderzoek. In de OER wordt toets als equivalent van tentamen beschouwd. Er zijn drie typen toetsen te onderscheiden: 1. eindtoets: een toets aan het einde van het vak waarin het vak overall (nogmaals) wordt getoetst; 2. deeltoets: een op zichzelf staande toets tijdens het vak waarvan de leerdoelen/leerstof van niet nogmaals in een eindtoets worden getoetst; 3. tussentoets: een op zichzelf staande toets tijdens het vak waarvan de leerdoelen/leerstof nogmaals in de eindtoets worden getoetst; w. vak een onderwijseenheid, als bedoeld in artikel 7.3 van de wet, van de bachelor waaraan een tentamen is verbonden; x. vakplan/programmaboek het document, verbonden aan de vakken, dat, in acht nemende hetgeen geregeld in de studiegids, het vak en de hieraan gestelde eisen betreffende toetsing nader beschrijft; y. vwo voorbereidend wetenschappelijk onderwijs; z. wet de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992, 593); nadien gewijzigd; aa. wo wetenschappelijk onderwijs. Artikel 4 Aanwijzing aansluitende masteropleiding Wie het bachelorexamen met goed gevolg heeft afgelegd heeft toegang tot de volgende masteropleidingen van het ibmg: de masteropleiding Zorgmanagement; de masteropleiding Health Economics, Policy & Law; Artikel 5 Graad 5.1 Aan degene die het afsluitend examen van de bacheloropleiding met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Bachelor of Science in Gezondheidswetenschapppen, Beleid & 6

Management Gezondheidszorg, verleend. Als slaagdatum geldt de datum van het besluit tot opmaak van het bachelordiploma. 5.2 De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. 7

2. Toelating tot de bacheloropleiding Artikel 6 Toelatingseisen 6.1. Diploma's van de volgende opleidingen geven toegang tot de bachelor a. Vwo, alle profielen b. Vwo oude stijl met wiskunde (A en/of B, I en/of II) c. Propedeuse wo d. Propedeuse (vierjarige) hbo e. Tweejarige (deeltijdse) hbo: Lerarenopleiding verpleegkunde Kaderopleiding MGZ opleiding Operatieassistent Radiodiagnostisch laborant 6.2. Voor toegang tot de bachelor is een voldoende beheersing van de Nederlandse taal vereist. 6.3. De Examencommissie beoordeelt, krachtens de wettelijke bepalingen, of een in het buitenland behaald diploma toegang geeft tot de bachelor. 6.4. Degenen die in aanmerking komen voor een Colloquium Doctum, als bedoeld in artikel 7, en voor het toelatingsonderzoek een voldoende resultaat behalen, hebben toegang tot de bachelor. 6.5 Op voorwaarde van nader bepaalde voorkennis zijn minoren van het ibmg toegankelijk voor studenten uit andere instellingen in het Nederlandse Hoger Onderwijs. Vervangende eisen deficiënties vooropleiding 6.6 Deficiënties in de vooropleiding met betrekking tot het vak wiskunde moeten voor de aanvang van de opleiding worden vervuld door het met goed gevolg afleggen van: Vwo Wiskunde A (certificaat); Andere Wiskunde certificaten, zulks ter beoordeling van de Examencommissie; Wiskunde-examen, afgenomen door de Erasmus Universiteit Rotterdam; - of door het aantonen van voldoende wiskundige kennis, zulks ter beoordeling van de Examencommissie. 8

6.7 Aan de eis van voldoende kennis van de Nederlandse taal wordt voldaan, indien: a. De betrokkene in het bezit is van een vwo-diploma of van een diploma dat ten minste daaraan gelijkwaardig is en het vak Nederlands deel heeft uitgemaakt van het examen ter verkrijging van het diploma; of b. De betrokkene de toets "Nederlands als tweede taal, tweede niveau" (NT-2, Staatsexamen II) met goed gevolg heeft afgelegd. Artikel 7 Colloquium Doctum 7.1 Bij het toelatingsonderzoek, als bedoeld in de wet, behoort de kandidaat blijk te geven van voldoende algemene ontwikkeling, kennis en geschiktheid voor het volgen van onderwijs en het afleggen van examens in de studierichting Beleid & Management Gezondheidszorg. 7.2 Het onderzoek omvat een toets van: a. Passieve beheersing van de Engelse taal en van een andere moderne taal naar keuze door het maken van een Nederlandse samenvatting van een tekst uit een tijdschrift, krant of boek. Uit de vertalingen moet blijken dat de kandidaat de oorspronkelijke tekst naar inhoud en strekking heeft begrepen. Het gebruik van een woordenboek is toegestaan. b. Wiskundige kennis op vwo-niveau, zoals omschreven in artikel 6.1 sub a en b, getoetst door middel van een schriftelijk tentamen. Bij het tentamen Wiskunde A is het gebruik van een rekenmachine toegestaan. c. Voldoende beheersing van de Nederlandse taal en schrijfvaardigheid. De voldoende beheersing van de Nederlandse taal en schrijfvaardigheid worden gecombineerd getentamineerd door middel van een aantal opdrachten. De kandidaat krijgt minimaal vijf opdrachten over algemene onderwerpen gepresenteerd. Twee door de student te kiezen opdrachten dienen nader te worden uitgewerkt. 7.3. De resultaten van de toets worden door de Examencommissie met de kandidaat besproken. Dit gesprek wordt mede bij de beoordeling van het toelatingsverzoek betrokken. 7.4. De eindbeoordeling zal worden uitgedrukt in "toegelaten" of "niet toegelaten". Voor alle onderdelen zal de kandidaat een voldoende moeten behalen. De kandidaten ontvangen binnen vier weken na het afleggen van het colloquium doctum bericht omtrent de door hen bereikte resultaten. 9

7.5. Het Colloquium Doctum wordt twee maal per jaar afgenomen, tenzij de Examencommissie, voor het onderzoek als geheel of voor onderdelen, anders beslist. 7.6. De Examencommissie is bevoegd om naar haar oordeel daarvoor in aanmerking komende personen desgevraagd vrijstelling te verlenen van één of meer van de onder artikel 7.2 a. tot en met c. genoemde onderdelen. 7.7. De Examencommissie beslist uiterlijk binnen vier weken na indiening van het verzoek over de eventueel te verlenen vrijstelling(en). 10

3. Opbouw van de bachelor Artikel 8 Indeling en examens van de bachelor 8.1 De bachelor bestaat uit het eerste, tweede en derde bachelorjaar. a. Voor het eerste bachelorjaar geldt een bindend studieadvies zoals beschreven in artikel 25. b. De bachelor wordt afgerond met een afsluitend bachelorexamen. Artikel 9 Studielast 9.1 De bachelor heeft een studielast van 180 ECTS, waarbij één ECTS gelijk staat aan 28 uren studie. 9.2 De studielast wordt uitgedrukt in hele ECTS. 11

4. Bachelor 1 Artikel 10 Samenstelling bachelor 1 10.1. Het eerste bachelorjaar omvat de volgende vakken met de daarbij behorende ECTS, verdeeld over drie clusters: Cluster 1 Disciplinaire vakken: 1. Introductie in de gezondheidszorg 6 ECTS 2. Sociaal Medische Wetenschappen 6 ECTS 3. Organisatiewetenschappen 6 ECTS 4. Bedrijfseconomie van de Gezondheidszorg 6 ECTS 6. Gezondheidsrecht 6 ECTS 7. Algemene Economie van de Gezondheidszorg 6 ECTS 8. Beleids- en Bestuurswetenschappen 6 ECTS Cluster 2 Onderzoeks- en rapportagevaardigheden 1. Stage Blik op de Zorg 3 ECTS 2. Inleiding Methoden en Technieken van Onderzoek (M&T 1) 6 ECTS 3. Statistiek (M&T2) 6 ECTS 4. Schrijfvaardigheden 0 ECTS 1 Cluster 3 Studie randvoorwaardelijke vakken Startweek en studiepractica 3 ECTS 10.2 De uitwerkingen van de in het vorige lid genoemde vakken, opgenomen in de uitgave van de studiegids als van kracht op 1 september 2012 van het ibmg, maken integraal deel uit van deze onderwijs- en examenregeling, onverminderd de overige bepalingen in deze regeling. 10.3 De ECTS van de in lid 1 genoemde vakken worden toegekend bij het behalen van een voldoende tentamenresultaat, met inachtneming van hetgeen in artikel 11.2 is bepaald. 1 Het vak schrijfvaardigheden krijgt weliswaar geen ECTS toegekend maar maakt wel onderdeel uit van het curriculum en dient met een voldoende te worden afgesloten met inachtneming van het bepaalde in artikel 11.2. 12

10.4 De in lid 1 genoemde vakken van het eerste bachelorjaar kunnen practica omvatten. De aard en omvang van de practica, alsmede de daaraan gestelde eisen, zijn geregeld in het programmaboek/vakplan van het betreffende vak. Het tentamen van een vak, genoemd in lid 1, kan alleen worden afgelegd nadat aan de gestelde eisen voor de practica is voldaan. Artikel 11 Vereisten voor het afronden van bachelor 1 11.1 Het eerste bachelorjaar is behaald indien alle vakken als bedoeld in artikel 10.1 zijn afgesloten met tenminste een 5,5 of voldaan. Tentamenresultaten worden uitgedrukt in gehele getallen en decimalen op een schaal van 1 tot en met 10, waarbij een cijfer 5,5 of hoger geldt als een voldoende resultaat. Voor het bepalen van het eindcijfer geldt, dat afronding tot op een decimaal pas geschiedt na middeling van de behaalde (nietafgeronde) deelresultaten. 11.2 Zowel voor cluster 1 als cluster 2 geldt dat één van de in artikel 10 genoemde vakken met een onvoldoende van 4,5 of hoger kan worden gecompenseerd indien het ongewogen gemiddelde van de behaalde eindcijfers van alle vakken in het betreffende cluster tezamen ten minste een 5,5 (niet afgerond) bedraagt. 11.3 Bij vakken die op meerdere wijzen worden getoetst, kunnen behaalde (niet-afgeronde) deelresultaten met het cijfer lager dan 5,5 binnen het betreffende vak worden gecompenseerd indien het gewogen gemiddelde van alle deelresultaten van dat vak het cijfer 5,5 of hoger heeft met in achtneming van het bepaalde in artikel 11.2. 11.4 Voor vakken waarvoor reeds ECTS zijn toegekend kunnen niet voor een tweede maal ECTS worden toegekend. 13

5. Bachelorexamen Artikel 12 Samenstelling bachelor 2 en 3 12.1. Bachelor 2 en 3 omvat de volgende vakken met de daarbij behorende ECTS: Bachelor 2 (tweede bachelorjaar) 1. Kwaliteit en doelmatigheid 12 ECTS 2. Verdelingsvraagstukken en gezondheidszorgbeleid 12 ECTS 3. Integrale zorg en bekostiging 12 ECTS 4. Multivariate analyse (M&T 3) 4 ECTS 5. Wetenschapsfilosofie 4 ECTS 6. Kwantitatief gezondheidszorgonderzoek (M&T 4) 8 ECTS 7. Kwalitatief gezondheidszorgonderzoek (M&T 5) 8 ECTS Bachelor 3 (derde bachelorjaar) 8. Minor 15 ECTS* 9. Veranderen en vernieuwen 9 ECTS 10. Zorgverzekering en zorgstelsel 9 ECTS 11. Stage Werken in de Zorg 10 ECTS 12. Bachelorscriptie 17 ECTS** * Het minoronderdeel is verplicht. Alle minoren aangeboden door faculteiten van de Erasmus Universiteit Rotterdam zijn toegankelijk voor studenten van de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management Gezondheidszorg. Minoren aangeboden buiten de Erasmus Universiteit Rotterdam dienen te voldoen aan de hetgeen is bepaald in artikel 12.5. **Aan dit vak mogen studenten slechts deelnemen indien zij zowel het vak Kwantitatief gezondheidszorgonderzoek (M&T 4) als het vak Kwalitatief gezondheidsonderzoek (M&T 5) met een voldoende (cijfer 5,5 of hoger) hebben afgerond. 12.2. De uitwerkingen van de in het vorige lid genoemde vakken, opgenomen in de meest recente uitgave van de studiegids van het ibmg, alsook de beschrijvingen van de aan het ibmg aangeboden minoren, maken integraal deel uit van deze Onderwijs- en Examenregeling, onverminderd de overige bepalingen in deze regeling. De minoren die 14

elders worden aangeboden zijn beschreven in de studiegidsen van de betreffende faculteiten. Op die minoren zijn de onderwijs- en examenregelingen van de betreffende faculteiten van toepassing. 12.3. De ECTS van de in lid 1 genoemde vakken worden toegekend bij het behalen van een voldoende tentamenresultaat, met inachtneming van hetgeen in artikel 13.2 is bepaald. 12.4. De in lid 1 genoemde vakken van het bachelorexamen kunnen practica omvatten. De aard en omvang van de practica, alsmede de daaraan gestelde eisen, zijn geregeld in het programmaboek van het betreffende vak. De regels, richtlijnen en eisen met betrekking tot de bachelorscriptie zijn geregeld in de Studentenhandleiding bachelorscriptie. Het tentamen van een vak, genoemd in lid 1, kan alleen worden afgelegd nadat aan de gestelde eisen voor de bijbehorende practica is voldaan. 12.5. Bachelorstudenten mogen ook aan een andere universiteit een minor volgen, indien deze minor: a. van bachelor 3-niveau is, b. formeel getentamineerd wordt, c. 15 ECTS beslaat, en d. voor het volgen toestemming is verleend door de Examencommissie en de opleidingscoördinator. 12.6. Teneinde de toestemming te verkrijgen als bedoeld in het vorige lid, dienen studenten hiervoor een aanvraag in te dienen bij de Examencommissie en de opleidingscoördinator. Deze aanvraag bevat de persoonsgegevens van de student, de gegevens van de universiteit waar de minor aangeboden wordt, de naam van de minor, het aantal ECTS van de minor en een beschrijving van de minor zoals gegeven in de betreffende studiegids. Artikel 13 Vereisten voor het behalen van het bachelorexamen 13.1. Het bachelorexamen is behaald indien, aanvullend aan hetgeen in artikel 11 is bepaald, alle vakken als bedoeld in artikel 12.1 zijn afgesloten met ten minste een 5,5. Tentamenresultaten worden uitgedrukt in gehele getallen en decimalen op een schaal van 1 tot en met 10, waarbij een cijfer 5,5 of hoger geldt als een voldoende resultaat. Wordt een vak op meerdere wijzen getoetst, dan geschiedt ter bepaling van het eindcijfer afronding tot op een decimaal pas na middeling van de behaalde (niet-afgeronde) 15

deelresultaten. Op minoren die elders aangeboden worden, is artikel 12.2 laatste twee volzinnen van toepassing. 13.2. Indien voor ten hoogste één van de vakken als bedoeld in artikel 12.1, met uitzondering van de bachelorscriptie, Kwantitatief gezondheidszorgonderzoek (M&T 4) en Kwalitatief gezondheidsonderzoek (M&T 5), het cijfer 5,0 of hoger is behaald, maar lager dan 5,5, kan deze worden gecompenseerd indien het ongewogen gemiddelde van de behaalde eindcijfers van alle vakken, met uitzondering van de bachelorscriptie, tezamen ten minste een 6,5 (niet afgerond) bedraagt. 13.3 Indien een vak op meerdere wijzen getoetst wordt, met uitzondering van niet aan het ibmg gevolgde minoren, kunnen behaalde (niet-afgeronde) deelresultaten met het cijfer 5,0 of hoger, maar lager dan 5,5, worden gecompenseerd indien het gewogen gemiddelde van alle deelresultaten van dat vak het cijfer 5,5 of hoger heeft. 13.4 Voor vakken waarvoor reeds ECTS zijn toegekend kunnen niet voor een tweede maal ECTS worden toegekend. 13.5 Verdediging van de bachelorscriptie kan pas plaatsvinden nadat de overige vakken van het bachelorexamen met succes zijn afgerond, met uitzondering van het vak Stage, Werken in de Zorg. 13.6 De Examencommissie stelt de uitslag van het bachelorexamen vast na afronding van de tot het programma behorende tentamens. 16

6. Afleggen van tentamens Artikel 14 Doorstroming van bachelor 1 naar bachelor 2 14.1 De student is gerechtigd tot deelname aan vakken van het tweede bachelorjaar als vermeld in artikel 12.1 vanaf het moment dat hij 60 ECTS voor de vakken van het eerste bachelorjaar als vermeld in artikel 10.1 heeft behaald, waarbij de ECTS voor de vakken van het eerste bachelorjaar waarvoor vrijstelling is verkregen worden meegerekend met inachtneming van de beoordelingsnormen uit bachelor 1 als vermeld in artikel 11. 14.2 Indien niet voldaan is aan het gestelde in lid 1 vervalt het recht op deelname aan onderwijs en tentamens in het tweede en derde bachelorjaar. 14.3 Behaalde ECTS voor vakken die zijn gewijzigd of vervallen blijven geldig met in achtneming van het bepaalde in artikel 20. Ingeval zich onbillijkheden voordoen beslist de Examencommissie ambtshalve of op schriftelijk verzoek van belanghebbende met inachtneming van het bepaalde in artikel 22 en 23. 14.3.2 Voor vakken die zijn gewijzigd of vervallen waar ook het aantal ECTS is veranderd, geldt een overgangsregeling (zie bijlage bij deze OER). 14.4 Voor vakken die zijn vervallen bestaat de mogelijkheid tot een individuele regeling tot uiterlijk 1 jaar na het studiejaar waarin het betreffende vak voor het laatst gegeven werd. Artikel 15 Tijdsvakken en frequentie tentamens 15.1.1. Voor de in artikelen 10.1 genoemde vakken kunnen vier vakken (maximaal twee uit cluster 1 en maximaal twee uit cluster 2) worden herkanst. Het hertentamen telt voor 100% (met uitzondering van het vak schrijfvaardigheden). Dit houdt in dat het hertentamen, voor zover mogelijk, alle leerdoelen bevat en eerder behaalde resultaten voor deel-, tussen-, en eindtoetsen vervallen. Het hoogste cijfer op vakniveau is geldig. 15.1.2 Tot het afleggen van de tentamens van de in artikel 12.1 genoemde vakken wordt twee maal per studiejaar gelegenheid geboden. Dit betekent dat er per studiejaar per vak van het bachelorprogramma twee tentamenmomenten worden geroosterd. 15.2. Voor de in artikel 12.1 genoemde vakken waarin in een bepaald studiejaar voor de laatste keer onderwijs is gegeven, wordt in het daarop volgende studiejaar nog tweemaal de gelegenheid gegeven tot het afleggen van een tentamen. 17

15.3. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie toestaan, dat ten voordele van de student wordt afgeweken van het bepaalde in lid 1 van dit artikel. 15.4. Voor de in artikel 12.1 genoemde vakken geldt dat tentamens meerdere keren mogen worden afgelegd. Het hoogste cijfer is geldig. Artikel 16 Tentaminering 16.1. De tentamens van de vakken, genoemd in 10.1 en 12.1, worden schriftelijk, mondeling en/of middels een practicum afgelegd, tenzij de Examencommissie anders heeft besloten. 16.2 De toetsvormen en hun onderlinge weging worden bepaald in de studiegids. Gedurende het academisch jaar is aanpassing hiervan in beginsel alleen mogelijk na goedkeuring door de Examencommissie. 16.3 Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen, conform de Modelregeling voor gehandicapten bij tentamens van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Betrokkenen dienen hiertoe zo spoedig mogelijk na aanvang van het studiejaar, doch uiterlijk vier weken voor het eerste tentamen waarbij de handicap een rol speelt een verzoek in te dienen bij de voorzitter van de Examencommissie, onder overlegging van verklaringen of bewijzen van zijn of haar handicap, tenzij hierin reeds op andere wijze is voorzien. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 16.4 In uitzonderlijke gevallen kan de Examencommissie bepalen, op verzoek van de student, om af te wijken van het bepaalde in lid 1 en 2. Artikel 17 Tentamens die mondeling worden afgelegd 17.1 Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 17.2 Het mondeling afnemen van tentamens is openbaar, tenzij de Examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen een gegrond bezwaar heeft gemaakt. 18

Artikel 18 Vrijstelling van tentamens 18.1. De Examencommissie kan op voorstel van de desbetreffende examinator vrijstelling verlenen van een tentamen van een in artikel 10.1 respectievelijk artikel 12.1 genoemd vak. Deze aanvraag dient te worden gedaan voor de aanvang van het onderwijs ten behoeve van betreffend vak. 18.2. Vrijstellingen worden verleend op basis van elders gevolgde vakken (hbo en universiteit), zulks ter beoordeling van de Examencommissie die hierover advies inwint bij de betreffende examinator. 19

7. Tentamenuitslag Artikel 19 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 19.1 De examinator stelt de uitslag van een toets vast binnen drie weken na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft het OSC van het ibmg de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk bewijsstuk omtrent de uitslag aan de student. De uitslag van de toets wordt binnen vier weken na het afleggen van het tentamen door het OSC aan de student bekend gemaakt. 19.2 Indien een vak op meerdere wijzen wordt getoetst, geldt in aanvulling op artikel 19.1, de bepaling dat de uitslag van de deeltoets of tussentoets voor de volgende deel-, tussen- of eindtoets bekend moet zijn gemaakt. 19.3 In aanvulling op artikel 19.1 geldt de bepaling dat de uitslag van de toets minimaal één week voor de hertentamenperiode door de examinator moet zijn bekend gemaakt. Artikel 20 Geldigheidsduur 20.1 De geldigheidsduur van behaalde vakken is beperkt tot 5 jaar. 20.2 Wordt een vak op meerdere wijzen getoetst dan is de geldigheidsduur van behaalde deelresultaten in beginsel beperkt tot het lopend academisch jaar. De geldigheidsduur kan, zulks met akkoord van de Examencommissie, verlengd worden tot maximaal 31 augustus van het hierop volgende academisch jaar. 20.3 De Examencommissie kan de geldigheidsduur verlengen indien naar haar oordeel de met het behalen van het vak opgedane kennis, inzicht en vaardigheden niet verouderd zijn. 20.4 De Examencommissie kan ten aanzien van een vak waarvan de geldigheidsduur als bepaald in het eerste lid is verlopen, een extra of aanvullend tentamen vereisen. Artikel 21 Feedback en inzagerecht 21.1.1. Binnen een periode van dertig kalenderdagen na de bekendmaking van de uitslag van een tentamen, doch ten minste voor het plaatsvinden van de volgende (deel-, tussen- of eind)toets of hertentamen van het betreffende vak, biedt de examinator aan de student de mogelijkheid tot nabespreking van vragen en de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 20

21.1.2. Voor vakken als genoemd in artikel 10.1 die een schrijfopdracht hebben ingevoerd, wordt een tussentijds feedbackmoment ingesteld binnen één week na de inleverdatum van de tussenversie van de schrijfopdracht. 21.1.3 Voor vakken als genoemd in artikel 10.1 zal bij een tussentoets een week na bekendmaking van het cijfer, doch voor afname van de volgende tussen/eindtoets, van een vak een nabespreking plaatsvinden. 21.2 Binnen de in artikel 21.1 bepaalde periodes biedt de examinator aan de student de mogelijkheid tot inzage van beoordeeld werk. De examinator mag deze inzage combineren met de in lid 1 bepaalde nabespreking. 21.3 De examinator bepaalt de plaats en tijdstip voor de inzage en nabespreking als genoemd in artikel 21.1 en 21.2 en maakt deze zo spoedig mogelijk na bepalen van de uitslag bekend. 21.4 Studenten die als gevolg van overmacht niet aanwezig kunnen zijn bij de, in artikel 21.1 en 21.2 bepaalde mogelijkheid tot inzage en nabespreking, worden op verzoek een alternatief moment van inzage en nabespreking geboden, zo mogelijk binnen dertig dagen na bekendmaking van uitslag van een tentamen. Artikel 22 Verzoeken en beschikkingen 22.1 Onverminderd het gestelde in deze regeling ten aanzien van termijnen voor het indienen van verzoeken en de bescheiden die daarbij moeten worden overgelegd, dient elk verzoek dat op grond van deze regeling wordt ingediend zo spoedig mogelijk, schriftelijk en gemotiveerd te worden ingediend bij de Examencommissie. 22.2 Onverminderd het gestelde in deze regeling ten aanzien van de termijnen waarop de Examencommissie beslist op bepaalde verzoeken, beslist de Examencommissie zo spoedig mogelijk. Elke beschikking van de Examencommissie wordt schriftelijk en gemotiveerd gegeven. 22.3 De Examencommissie kan de uitoefening van één of meer van haar bevoegdheden opdragen aan één of meer leden van de commissie, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet. Dit lid of deze leden legt/leggen hierover periodiek verantwoording af in de vergadering van de Examencommissie. 22.4 In overige gevallen beslist de Examencommissie bij gewone meerderheid van stemmen. 21

22.5 Een lid van de examencommissie die als belanghebbende betrokken is bij een verzoek of beschikking, kan niet deelnemen aan de besluitvorming omtrent dit verzoek of deze beschikking. Artikel 23 Beroep 23.1. Beroep kan worden ingesteld tegen elke beslissing van de Examencommissie wegens strijd met het (geschreven en ongeschreven) recht bij het College van Beroep voor de Examens (CBE). Hieronder valt mede het beroep tegen de uitslag van een tentamen, mits het beroep tijdig na de bekendmaking van het tentamenresultaat is ingediend. 23.2. Daartoe uitgenodigd door het CBE roept de voorzitter van de Examencommissie binnen twee weken na ontvangst van de uitnodiging betrokkenen op om in overleg met hem of haar na te gaan of een minnelijke schikking van het geschil mogelijk is. Indien de voorzitter van de Examencommissie zelf partij in het geschil is, wordt zijn of haar taak in de minnelijke schikkingpoging overgenomen door een ander lid van de Examencommissie. 23.3. Ingeval het CBE de Examencommissie opgeroepen heeft tot minnelijk overleg roept de voorzitter de Examencommissie binnen redelijke termijn bijeen. Uiterlijk vier weken na ontvangst van de uitnodiging van het CBE bericht de voorzitter van de Examencommissie tot welke uitkomst het beraad heeft geleid, waarbij, indien is gekomen tot een minnelijke schikking, een door de appellant en de examinator gezamenlijk ondertekende verklaring wordt overlegd. Indien geen minnelijke schikking tot stand is gekomen, draagt de voorzitter van de Examencommissie er zorg voor dat de examinator zo mogelijk binnen vier weken een verweerschrift aan het CBE zendt. 23.4. Het staat de voorzitter van de Examencommissie vrij om indien het belang van de appellant daartoe aanleiding geeft de in dit artikel relevante termijnen naar redelijkheid in te korten teneinde eventuele schade aan het belang van appellant zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Slechts indien het in redelijkheid onmogelijk is de Examencommissie tijdig bijeen te roepen kan de voorzitter zelfstandig besluiten het beraad tot minnelijke schikking met de betrokken examinator te voeren. 22

8. Studiebegeleiding en bindend studieadvies Artikel 24 Studievoortgang en studiebegeleiding 24.1. Het bestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat ten minste eenmaal per trimester aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem behaalde resultaten in relatie tot het Onderwijs- en Examenprogramma van de opleiding. 24.2. Het bestuur draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 24.3.1 De persoonlijke omstandigheden die in acht worden genomen bij het uitbrengen van het bindend studieadvies zijn: a. ziekte, handicap of zwangerschap van betrokkene, b. bijzondere familieomstandigheden, c. lidmaatschap van de universiteitsraad, de faculteitsraad, het bestuur van de faculteit, opleidingscommissie of het bestuur van de faculteitsvereniging, d. overige omstandigheden als bedoeld in artikel 2.1 van het Uitvoeringsbesluit WHW. 24.3.2 De student die als gevolg van persoonlijke omstandigheden redelijkerwijze kan vermoeden studievertraging op te lopen, dient dit tijdig aan de studieadviseur te melden. De aanmelding heeft tot doel de studievertraging ten gevolge van de omstandigheden te beperken en, indien naar het oordeel van de studieadviseur nodig, een individueel studieplan op te stellen. De aanmelding is tijdig indien dit geschiedt binnen vier weken na het begin van de omstandigheden. Indien de omstandigheden zodanig zijn, dat de student of diens zaakwaarnemer niet in de gelegenheid is dit binnen vier weken aan te melden, wordt het al dan niet tijdig kenbaar maken beoordeeld in het licht van de omstandigheden. Artikel 25 Bindend Studieadvies Afwijzing 25.1.1 Aan het studieadvies van de opleiding kan door de voorzitter op grond van artikel 7.8b, derde lid van de wet een afwijzing worden verbonden, zolang de student nog niet alle vakken van cursusjaar bachelor 1 van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd dan 23

wel vrijgesteld heeft gekregen. Deze afwijzing wordt slechts gegeven indien de student, met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden, niet geschikt geacht wordt voor de opleiding, doordat zijn studieresultaten niet voldoen aan de normen zoals bedoeld in artikel 25.2 van deze regeling. De afwijzing geldt voor een termijn van drie studiejaren. 25.1.2 Het eerste lid van artikel 25.1 is niet van toepassing tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding op de student aan wie op grond van zijn vooropleiding door de Examencommissie van de opleiding vrijstellingen zijn verleend voor 60 ECTS van het cursusjaar bachelor 1. Normen 25.2. Aan het einde van het eerste jaar van inschrijving dienen alle 60 ECTS van het cursusjaar bachelor 1 zoals bepaald in artikel 10.1 te zijn behaald, met inachtneming van de beoordelingsnormen uit bachelor 1 als vermeld in artikel 11.2. In het kader van deze regeling worden de ECTS voor vakken waarvoor door de Examencommissie vrijstelling is verleend, meegerekend. Tijdstip 25.3 Het Bindend Studieadvies van de opleiding wordt uitgebracht tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding, na de laatste hertentamens van de vakken van het cursusjaar bachelor 1 aan het einde van het studiejaar, maar uiterlijk vóór de aanvang van het nieuwe studiejaar. Studiebegeleiding en studievoortgangscontrole 25.4 Gedurende het eerste jaar van inschrijving wordt door de Examencommissie van de opleiding ten minste twee maal een voorlopig advies uitgebracht aan alle studenten van het cursusjaar bachelor 1, waarbij aan studenten van wie op grond van het behaalde aantal ECTS verwacht wordt dat ze niet kunnen voldoen aan de normen, genoemd in artikel 25.2 van deze regeling, dringend geadviseerd wordt hun studievoortgang te bespreken met de studieadviseur. Inhoud en vorm van het bindend studieadvies 25.5 Het Bindend Studieadvies is schriftelijk en omvat: a. de norm die geldt voor de betrokken student, uitgedrukt in het aantal te behalen ECTS van cursusjaar bachelor 1, 24

b. het behaalde aantal ECTS van het cursusjaar bachelor 1, c. indien de norm niet is behaald, de persoonlijke omstandigheden die in acht zijn genomen, d. het al dan niet verbinden van een afwijzing zoals bedoeld in artikel 7.8b, derde lid WHW, e. indien een afwijzing wordt verbonden aan het studieadvies: 1. de mededeling dat de student zich in de volgende drie studiejaren niet kan inschrijven als student of extraneus voor de opleiding, 2. advies over de voortzetting van de studie binnen of buiten de EUR, 3. de mogelijkheid van beroep bij het College van beroep voor de examens en de termijn waarbinnen het beroep moet zijn ingediend. 25

9. Slot- en invoeringsbepalingen Artikel 26 Hardheidsclausule 26.1 Indien toepassing van de regels van dit artikel leidt tot onredelijke of onbillijke situaties ten aanzien van een student of een groep studenten, dan kan de betreffende student of groep studenten een schriftelijk en met redenen omkleed verzoek om afwijking van bedoelde regels indienen bij de Examencommissie. De voorzitter kan ten gunste van de student of groep studenten van deze regels afwijken. 26.2 Indien toepassing van de regels van artikel 25 leidt tot onredelijke of onbillijke situaties ten aanzien van een student of een groep studenten dan geldt het bepaalde in artikel 26 lid 1. De Examencommissie dient dan te allen tijde de studieadviseur te horen. Artikel 27 Wijzigingen 27.1. Wijzigingen van deze regeling worden door de pro-decaan bij afzonderlijk besluit vastgesteld, na voorafgaande instemming te hebben verkregen van de BMG-raad en gehoord hebbende de Opleidingscommissie. 27.2. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 27.3. Wijzigingen kunnen voorts niet ten nadele van de studenten van invloed zijn op: - de vrijstelling, die krachtens artikel 18 is verkregen; - enige andere beslissing, welke krachtens deze regeling door de Examencommissie is genomen ten aanzien van een student. Artikel 28 Bekendmaking 28.1. Het bestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de Regels en Richtlijnen die door de Examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van wijzigingen van deze stukken. 28.2. Elke belangstellende kan bij het Onderwijs Service Centrum alsmede via de website van het ibmg een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken inzien. 26

Artikel 29 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2012. Aldus vastgesteld bij besluit van de prodecaan van het ibmg - bij mandaat van de Decaan van de Faculteit der Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen - d.d. 27 augustus 2012 na instemming van de BMG-raad in haar vergadering d.d. 15 augustus 2012. 27