VOORAF ACCLIMATISEREN EN OPSLAG OP DE BOUWPLAATS Uw vloer werd extra gedroogd tot een ideaal vochtgehalte van 8 à 10% relatieve vochtigheid (10 à 12% bij levering). Daarom dient u de houten vloerdelen 5 dagen voor de plaatsing te laten acclimatiseren, in gesloten verpakking, in de ruimte waar de werken zullen plaatsvinden, opdat het hout zich dan kan aanpassen aan de omgevingstemperatuur. Let op! Deze ruimte moet wel droog en verwarmd zijn (18-20 C) met een relatieve luchtvochtigheid tussen 45 en 60%. Omgevingsfactoren bepalen immers het gedrag van uw vloer. Het leggen van een parketvloer moet in principe altijd het laatste werk zijn in een project, dus zorg ervoor dat: de ondervloer droog is; alle pleisterwerk droog is; alle betegelingswerken minstens 3 weken beëindigd zijn; vensters geplaatst zijn; er geen waterverlies in sanitaire en verwarmingselementen voorkomt. CONTROLELIJST Toegevoegd vindt u een controlelijst die dient ingevuld te worden vóór het leggen van de vloer (appendix 1). Om aan de garantievoorwaarden te kunnen voldoen, moet deze lijst door de plaatser ingevuld worden en teruggestuurd worden naar Euro4 nv, maximum 1 week na plaatsing. TIPS EN ADVIES Het algemene woonklimaat is belangrijk voor uw houten vloer. Kamertemperatuur: 18-20 C, luchtvochtigheid: tussen 45 en 60%, waarbij de grenswaarden niet langdurig aangehouden mogen worden. Tijdens de wintermaanden wordt de lucht in de ruimte erg droog. Om een constante luchtvochtigheid te bewerkstelligen kunnen luchtbevochtigers aan de radiatoren geplaatst worden. Voor grotere ruimten zijn elektrische luchtbevochtigers nodig. In de zomer en de herfst, als de luchtvochtigheid hoog is, moet de ruimte goed geventileerd worden. Zoals met elk natuurlijk product zal direct zonlicht kleurveranderingen veroorzaken. Als er te grote woonklimaatveranderingen in de ruimte optreden, bestaat de kans dat er schoteling, krimp of kromming van de houten vloer ontstaat. LET OP! Uw vloer is een natuurproduct. Structuur en kleuren in het hout kunnen variëren. Daarom mengt u best meerdere delen uit verschillende pakken terwijl u de parketvloer legt. Controleer de parketvloer ook op vochtgehalte, maat- en kleurafwijkingen en beschadigingen. De bij levering zichtbare niet-conformiteit/gebreken, moeten onmiddellijk voor plaatsing worden gemeld. Dergelijke klachten worden niet meer aanvaard na plaatsing van de vloerdelen.
BINNENKLIMAAT Opgelet! Indien u onderstaande instructies niet opvolgt, voldoet u niet aan de garantievoorwaarden! De metingen moeten opgenomen worden in de controlelijst (appendix 1). Deze controlelijst dient ingevuld te worden door de plaatser en opgestuurd te worden naar Euro4, maximum 1 week na plaatsing van de vloer. De ideale kamertemperatuur voor de parketvloer is 18-20 C. Het binnenklimaat is zeer belangrijk zowel voor, tijdens als na het uitvoeren van de plaatsing van de vloer. Daarom dient het binnenklimaat zich binnen bepaalde grenzen te bevinden, waarbij de grenswaarden niet langdurig aangehouden mogen worden. Voorwaarden voor en tijdens de plaatsing De parket mag slechts geplaatst worden mits aan volgende voorwaarden wordt voldaan: De tegelwerken en de binnenbepleistering moeten afgewerkt en droog zijn. Er mag geen belangrijke bevochtiging van en in de ruimten plaatsgrijpen. De ruimten waarin de parket gelegd wordt, moeten voorzien zijn van ramen en moeten beschut zijn tegen de weersomstandigheden. De parket mag in geen geval in contact komen met externe weersinvloeden, vb. regen, sneeuw De waterdichtheid van sanitair en verwarming moet gecontroleerd zijn. De temperatuur in de ruimten mag niet lager zijn dan 10 C. Voor het gebruik van lijmen wordt zelfs een minimale verwerkingstemperatuur van 15 C aanbevolen. De relatieve vochtigheid van de lucht moet tussen 45 en 60% (grenswaarden niet langdurig aanhouden). Een te vochtig binnenklimaat kan verholpen worden door de wachttijden na de uitvoering van de natte werken te respecteren, voldoende te ventileren en eventueel bij te verwarmen. Na de plaatsing moet men de hierboven vermelde voorwaarden blijven respecteren. Bij extreme omstandigheden die langere tijd aanhouden, moet de lucht gedroogd of bijkomend bevochtigd worden. Tijdens de wintermaanden wordt de lucht in de ruimte erg droog. Om een constante luchtvochtigheid te bewerkstelligen kunnen luchtbevochtigers aan de radiatoren geplaatst worden. Voor grotere ruimten zijn elektrische luchtbevochtigers nodig. In de zomer en de herfst, als de luchtvochtigheid hoog is, moet de ruimte goed geventileerd worden. Zoals met elk natuurlijk product zal direct zonlicht kleurveranderingen veroorzaken. Als er te grote woonklimaatveranderingen in de ruimte optreden, bestaat de kans dat er schoteling, krimp of kromming van de houten vloer ontstaat. LET OP! Uw vloer is een natuurproduct. Structuur en kleuren in het hout kunnen variëren. Daarom mengt u best meerdere delen uit verschillende pakken terwijl u de parketvloer legt. Controleer de parketvloer ook op vochtgehalte, maat- en kleurafwijkingen en beschadigingen. De bij levering zichtbare niet-conformiteit/gebreken, moeten onmiddellijk voor plaatsing worden gemeld. Dergelijke klachten worden niet meer aanvaard na plaatsing van de vloerdelen.
ONDERVLOER Indien u onderstaande instructies niet opvolgt, voldoet u niet aan de garantievoorwaarden! De metingen moeten opgenomen worden in de controlelijst (appendix 1). Deze controlelijst dient ingevuld te worden door de plaatser en opgestuurd te worden naar Euro4, maximum 1 week na plaatsing van de vloer. Het is van het grootste belang dat elke ondervloer droog, proper, stevig en vlak is. Droog Geschikte meetapparatuur voor het meten van het vochtgehalte kan u vinden in de doe-het-zelf zaak (electronische vochtmeter). De waarden van de metingen moeten opgenomen worden in de controlelijst (appendix 1). Vlak De ondervloer moet vlak zijn en onderstaande vlakheidstoleranties moeten worden gerespecteerd. De parketlegger dient steeds en in het bijzonder bij renovatiewerken de bestaande toestand van de ondergrond te controleren; indien deze niet aan de hier gestelde vereisten voldoet worden bijkomende werkzaamheden uitgevoerd om het peil en de horizontaliteit van de ondergrond aan te passen (egalisatie). Vlakheidsklasse Voorziene Plaatsingswijze van de houten vloerbedekking Vlakheidstoleranties van de ondergrond afh. van de lengte van de lat Latlengte 1m Latlengte 2m 2mm 3mm 1 (strenge toleranties) (*) Gelijmde plaatsing op een dekvloer of een houten ondervloer 2 (normale toleranties) Zwevende of genagelde plaatsing (met houten 3mm 4mm ondervloer, bv. Mozaïekparket, multiplex) 3 (ruime toleranties) Genagelde plaatsing op houten balklagen of op 5mm 6mm lambourdes (*) Afhankelijk van het gebruikte lijmtype zullen, omwille van een correcte verlijming, strenge toleranties op de vlakheid noodzakelijk zijn. Voor een gelijmde op een dekvloer bedraagt de vlakheidstolerantie gebruikelijk 3mm onder de lat van 2m (d.w.z. vlakheidsklasse 1). Bron: TV 218 Houten vloerbedekkingen: plankenvloeren, parketten en houtfineervloeren (uitgave van het WTCB) Stevig Stevigheid is ook belangrijk d.w.z. wanneer men met een spatel op de ondergrond krast, mogen er geen chapedelen loskomen. De ondervloer moet hiervoor een voldoende lange verhardingsperiode doorstaan. Bij chapes is de termijn voor de droging langer dan de verhardingstijd en dus altijd bepalend voor het tijdstip waarop de parket mag geplaatst worden. Proper Proper wil zeggen: alle resten van verf, lijm, plaaster, vet, olie e.d. moeten verwijderd worden. De ondergrond dient dus volledig stof- en vetvrij te zijn gemaakt. SOORTEN ONDERVLOEREN Chape Bij plaatsing van de vloer dient men rekening te houden met volgende waarden: max. vochtigheid 2,5% bij cementgebonden dekvloer (chape), max. vochtigheid 1,8% bij cementgebonden chape MET VLOERVERWARMING en slechts 0,6% bij een anhydrietgebonden chape. Een nieuw gegoten chape vraagt een droogtijd van +/- 1 week per centimeter diepte. Vanaf 5cm diepte is het aangeraden 2 weken te wachten. Bvb. een chape van 8cm heeft een droogtijd van 11 weken, nl. voor de eerste 5 cm, 5 weken (5cm x 1 week) & voor de onderste 3cm, 6 weken (3cm x 2 weken). Chape op vloerverwarming Zoals hierboven vermelde moet de cementgebonden chape een vochtigheid hebben van max. 1,8% indien vloerverwarming. Balkenlaag Ze moeten stevig zijn en waterpas liggen. De hart-op-hart afstand van de balken mag max. 40cm zijn, om te beletten dat de parketvloer te sterk zou doorbuigen. Bij directe vernageling op balken moeten de vloerdelen minstens 18mm dik zijn.
Oude parketvloer Deze bestaat meestal uit dikke planken in naaldhout. Ze moeten stevig vastzitten, geen tekenen van schimmel of insecten vertonen, en ze moeten vlak liggen. De nieuwe vloerdelen moeten dwars op de richting van de oude planken gelegd worden. Plaatmateriaal (OSB of multiplex) en onderparket Het vochtgehalte van deze platen moet +/- 9% bedragen. TIPS EN ADVIES Een ideaal woonklimaat is belangrijk voor uw houten vloer. Kamertemperatuur: 18-20 C, luchtvochtigheid: tussen 45 en 60%, waarbij de grenswaarden niet langdurig aangehouden mogen worden. Tijdens de wintermaanden wordt de lucht in de ruimte erg droog. Om een constante luchtvochtigheid te bewerkstelligen kunnen luchtbevochtigers aan de radiatoren geplaatst worden. Voor grotere ruimten zijn elektrische luchtbevochtigers nodig. In de zomer en de herfst, als de luchtvochtigheid hoog is, moet de ruimte goed geventileerd worden. Zoals met elk natuurlijk product zal direct zonlicht kleurveranderingen veroorzaken. Als er te grote woonklimaatveranderingen in de ruimte optreden, bestaat de kans dat er schoteling, krimp of kromming van de houten vloer ontstaat. LET OP! Uw vloer is een natuurproduct. Structuur en kleuren in het hout kunnen variëren. Daarom mengt u best meerdere delen uit verschillende pakken terwijl u de parketvloer legt. Controleer de parketvloer ook op vochtgehalte, maat- en kleurafwijkingen en beschadigingen. De bij levering zichtbare niet-conformiteit/gebreken, moeten onmiddellijk voor plaatsing worden gemeld. Dergelijke klachten worden niet meer aanvaard na plaatsing van de vloerdelen.
PLAATSING Opgelet! Indien u onderstaande instructies niet opvolgt, voldoet u niet aan de garantievoorwaarden! De metingen moeten opgenomen worden in de controlelijst (appendix 1). Deze controlelijst dient ingevuld te worden door de plaatser en opgestuurd te worden naar Euro4, maximum 1 week na plaatsing van de vloer. UITZETTINGSVOEG Hout is een natuurproduct dat beïnvloed wordt door de relatieve luchtvochtigheid. Door een te hoge luchtvochtigheid zal uw houten vloer uitzetten (zwellen), terwijl een te lage luchtvochtigheid resulteert in krimp. Daarom is het van groot belang dat er ruimte gelaten wordt tussen de vloer en de muren, deurkozijnen, verwarmingsbuizen etc. Die afstand, de uitzettingsvoeg, moet ongeveer 10 à 15mm zijn. Als de vloer breder is dan 8 meter of langer dan 12 meter dan moet er een dilatatie (uitzettingsvoeg) worden geplaatst en dient een grotere uitzettingsvoeg te worden aangehouden. SOORTEN PLAATSINGEN Directe verlijming op chape Eerst moet de chape zorgvuldig schoongemaakt worden. Ook de parketelementen moeten vrij zijn van vet, stof, verfvernis, oude lijmlagen e.d.. En het gebruikte gereedschap moet vet- en stofvrij zijn. Bij directe verlijming van uw parketvloer op een chape, laat u onderlinge verlijming van tand en groef achterwege. De keuze van de lijm hangt af van het type vloerbedekking. Voor de drielaagse stroken gebruikt u best een PU lijm (2 componenten of 1 component) of alcohollijm (behalve wanneer de planken dikker zijn dan 13mm en korter dan 600mm, want dan gebruikt u best een dispersielijm). Wij bevelen aan om te werken met een PU lijm. Volg steeds de instructies op de verpakking van de lijm. Als er gevaar is voor opstijgend vocht, best eerst een PU voorstrijk aanbrengen. Gebruik best een lijmkam nr. 3. Om het gelijkmatige opbrengen van de lijm te garanderen, kunt u de lijmkam best om de 60m² vervangen. Het verbruik van de lijm mag dan geschat worden op 1kg/m². De open tijd is de maximaal beschikbare tijd tussen het aanbrengen van de lijm en het inleggen van het vloerelement. Wanneer deze overschreden wordt, treedt er vliesvorming op waardoor er geen goede hechting met het vloerelement ontstaat. Respecteer deze open tijd dus zeker! Verlijming op een houten ondervloer op chape De ondervloer (multiplexplaat, OSB-plaat, onderparket,...) moet op de chape verlijmd worden met een alcohollijm of beter nog met een PU-lijm. Let op! Het vochtgehalte van de platen moet +/- 9% zijn. Indien nodig kunnen de platen hier en daar vastgeschroefd worden. Voor de verlijming van uw parketvloer op een houten ondervloer gebruikt u alleen PU-lijm. Zwevende plaatsing Bij zwevende plaatsing kan men het vochtscherm losliggend op de chape plaatsen, met overlappende naden van min. 200mm. De onderlinge banen moeten luchtdicht gemaakt worden door dubbelzijdige strips of door het afkleven met tape. Daarna plaatst u een onderfolie voor parket van 2 tot 3mm dikte (deze beperkt de contactgeluidsoverdracht tussen de vloerbedekking en de ondergrond). Deze folie NIET laten overlappen. De vloerplanken worden onderling met elkaar verlijmd met een D3- dispersielijm die u aanbrengt in de groef, zowel aan de langszijde als aan de kopse zijde. Vernagelen op balken (enkel voor zelfdragende vloerdelen vanaf 20mm dik). U kan volgende bevestigingsmiddelen gebruiken: draadnagels met platte kop, verbeterde nagels of schroeven.de lengte van de nagels/schroeven bedraagt min. 60mm of 2,8 x de plaatdikte; de diameter bedraagt min. 0,16 x de plaatdikte. De nagel of schroef wordt 2 tot 3mm onder het plaatoppervlak ingedreven en niet opgestopt. Opgelet: een genagelde houten vloer heeft de eigenschap te kraken.
PLAATSING VAN PLANKEN MET TAND & GROEF Belangrijk: deze leginstructie heeft als doel u zo goed mogelijk te helpen bij het plaatsen van uw vloer. Omdat individuele omstandigheden buiten onze invloed liggen, kan deze instructie niet bindend zijn. In geval van twijfel dient u zich te wenden tot uw vakman. 1. Plaats de eerste plank met de groefzijde tegen de muur. Voorzie een uitzettingsvoeg van 10 à 15mm met de wiggen op de kop en langs de muur. De eerste rij parketvloer uitpassen, groefzijde naar de muur. Laat alle vloerplanken goed aansluiten. Gebruik hiervoor best een slaghout en een hamer, zodat de randen van de planken niet beschadigd worden. 2. Het laatste deel van de rij inkorten. Laat ook hier 10 à 15mm ruimte voor de uitzettingsvoeg. Om de kopse naad van het laatste deel van een rij goed te laten aansluiten, gebruikt men best een koevoet. De rest van het ingekorte deel kan telkens gebruikt worden als begin van de volgende rij. 3. Start de tweede rij aan dezelfde kant als de eerste en zorg ervoor dat de kopse zijden van de planken minimum 30 tot 50cm verspringen t.o.v. de vorige rij. 4. Verwarmings- en andere buizen moeten uitgespaard worden in de vloerdelen. De afgetekende uitsparingen uitboren. Let op: de diameter moet 10 à 15mm groter zijn dan de diameter van de buis (uitzetvoeg). 5. Verzaag de plank dwars in het midden van de boring onder een hoek van 45. Pas beide delen rond de buis en pas aan.
6. Deurlijsten en andere houten elementen zaagt u best onderaan af zodat de vloerdelen eronder geschoven kunnen worden. Respecteer ook hier de uitzettingsvoeg. 7. Voor het plaatsen van de laatste rij vloerplanken meet u precies de overblijvende breedte tussen de laatst geplaatste rij en de muur, rekening houdend met uitzettingsvoeg in mindering. Zaag de planken op maat. De laatste vloerdelen voorzichtig plaatsen en inpassen met de koevoet. 8. De wiggen worden na 24 uur verwijderd. Start dan met het plaatsen van de bijpassende plint. 9. Plinten moeten aan de muur bevestigd worden met schroeven en pluggen, zodanig dat de natuurlijke beweging van de vloer niet wordt verhinderd. Als de plint aan de vloer wordt bevestigd, zal de natuurlijke beweging verhinderd worden en kan er schade aan de vloer ontstaan.
PLAATSING VAN PLANKEN MET VÄLINGE CLICKSYSTEEM
AANBRENGEN VAN DE LIJM Volledige verlijming De lijm wordt op de dekvloer of houten ondervloer aangebracht met een geschikte spatel. De lijmspatel wordt onder een hoek gehouden om goedgevormde lijmrillen te krijgen. Afhankelijk van de open tijd en de grootte van de vloerelementen wordt meestal nooit meer oppervlakte ingelijmd dan nodig om 2 tot 5 stroken te plaatsen. De vloerelementen worden in het natte lijmbed gelegd en tegen elkaar geschoven of geklopt tot geen voeg meer zichtbaar is (bij brede planken kan een voegje worden voorzien). Men moet de tand beschermen tijdens het aankloppen. Daarna worden de elementen op de ondergrond aangedrukt of aangeklopt om een zo groot mogelijk contactoppervlak tussen het element en de ondergrond te bekomen. Bij grotere elementen kan het noodzakelijk zijn na het inleggen en aandrukken de elementen tijdens de bindingstijm van de lijm tijdelijk te belasten, vb. met zandzakken. De wachttijd alvorens de afwerking aan te brengen varieert van enkele dagen tot een week. Volvlakkig verlijmde vloerelementen worden niet bijkomend in de tand en groef verlijmd. Bron: TV 218 Houten vloerbedekkingen: plankenvloeren, parketten en houtfineervloeren (uitgave van het WTCB) Zwevende verlijming Men lijmt de stroken in de tand en groef verbinding met een D3-dispersielijm. Iedere strook wordt tegen de andere aangesloten door de groef op de tand met de aangrenzende strook te klemmen, tot er geen voeg meer zichtbaar is. Indien nodig gebruikt men hiervoor een vloeraandrijver. Bron: TV 218 Houten vloerbedekkingen: plankenvloeren, parketten en houtfineervloeren (uitgave van het WTCB)
VERANTWOORDELIJKHEDEN PLAATSER: Voor het plaatsen van het parket, is het de verantwoordelijkheid van de plaatser dat het hout grondig geïnspecteerd wordt, dat de selectie bekeken wordt en dat de vochtigheid van de ondervloer en het parket zelf gemeten worden. De plaatser moet nagaan of de ruimte waarin het parket gelegd wordt en of de ondervloeren voldoen aan alle vooropgestelde eisen vermeld in de rubriek over de ondervloer & binnenklimaat. De leverancier wijst elke verantwoordelijkheid af indien het plaatsen van het parket mislukt wegens niet respecteren van al de hier gestelde voorschriften. Om aan de garantievoorwaarden te voldoen, moet de controlelijst (appendix 1) ingevuld worden door de plaatser en teruggestuurd worden naar Euro4 nv, maximum 1 week na plaatsing. TIPS EN ADVIES Een ideaal woonklimaat is belangrijk voor uw houten vloer. Kamertemperatuur: 18-20 C, luchtvochtigheid: tussen 45 en 60%, waarbij de grenswaarden niet langdurig aangehouden mogen worden. Tijdens de wintermaanden wordt de lucht in de ruimte erg droog. Om een constante luchtvochtigheid te bewerkstelligen kunnen luchtbevochtigers aan de radiatoren geplaatst worden. Voor grotere ruimten zijn elektrische luchtbevochtigers nodig. In de zomer en de herfst, als de luchtvochtigheid hoog is, moet de ruimte goed geventileerd worden. Zoals met elk natuurlijk product zal direct zonlicht kleurveranderingen veroorzaken. Als er te grote woonklimaatveranderingen in de ruimte optreden, bestaat de kans dat er schoteling, krimp of kromming van de houten vloer ontstaat. LET OP! Uw vloer is een natuurproduct. Structuur en kleuren in het hout kunnen variëren. Daarom mengt u best meerdere delen uit verschillende pakken terwijl u de parketvloer legt. Controleer de parketvloer ook op vochtgehalte, maat- en kleurafwijkingen en beschadigingen. De bij levering zichtbare niet-conformiteit/gebreken, moeten onmiddellijk voor plaatsing worden gemeld. Dergelijke klachten worden niet meer aanvaard na plaatsing van de vloerdelen.
HOUTEN VLOEREN MET VLOERVERWARMING Indien u onderstaande instructies niet opvolgt, voldoet u niet aan de garantievoorwaarden! De metingen moeten opgenomen worden in de controlelijst (appendix 1). Deze lijst dient ingevuld te worden door de plaatser en teruggestuurd te worden naar Euro4, maximum 1 week na plaatsing van de vloer. Houten vloerbedekkingen en vloerverwarmingen kunnen gecombineerd worden, mits onderstaande voorwaarden gerespecteerd worden. Hou er rekening mee dat hout een natuurproduct is en dat bij verandering van temperatuur en vochtigheidsgraad het hout gaat werken (krimpen en uitzetten). Daarom is het van groot belang dat u onderstaande principes correct opvolgt. Ga eerst en vooral na of uw vloerverwarmingselement geschikt is voor gebruik in combinatie met houten vloerbedekkingen. Oude systemen zijn dikwijls niet geschikt hiervoor. Kijk de technische fiches na en overleg met uw parketteur. De chape (cementgebonden of anhydriet) die over de verwarmingsbuizen wordt aangebracht moet min. 30mm dik zijn. De chape moet nu vervolgens voldoende uitdrogen. Een nieuw gegoten chape vraagt een droogtijd van +/- 1 week per centimeter diepte. Vanaf 5cm diepte is het aangeraden 2 weken te wachten. Bvb. een chape van 8cm heeft een droogtijd van 11 weken, nl. voor de eerste 5 cm, 5 weken (5cm x 1 week) & voor de onderste 3cm, 6 weken (3cm x 2 weken). De uiteindelijke vochtigheid mag max. vochtigheid 2,5% bedragen bij cementgebonden dekvloer (chape), max. vochtigheid 1,8% bij cementgebonden chape MET VLOERVERWARMING en slechts 0,6% bij een anhydrietgebonden chape. Voor het plaatsen van de vloerbedekking en na uitdroging van de chape moet de vloerverwarming opgestookt worden volgens volgend schema. Verwarm het water van de vloerverwarming tot 20 C en verhoog de watertemperatuur elke 24 uur met maximaal 5 graden tot u het maximum van 45 C watertemperatuur bereikt (= 27 C oppervlaktetemperatuur). Behoud deze maximum waarden hetzelfde aantal dagen als de dikte van de chape (in geval van een chape van 5cm, houdt u deze temperatuur 5 dagen aan). Verlaag nadien de watertemperatuur met 5 C per 24 uur tot u weer een watertemperatuur van 20 C bereikt. En herhaal deze cyclus eenmaal. Zorg voor een goede ventilatie tijdens dit proces. 48 uur voor de plaatsing van de vloerbedekking moet u de vloerverwarming uitzetten. Zorg er tijdens de plaatsing echter voor dat de kamertemperatuur niet onder de 18 C gaat. Acclimatiseer de houten vloerdelen ten minste 5 dagen in de gesloten verpakking in de ruimte waar de vloer geplaatst wordt. Tijdens de acclimatisatie moet de kamertemperatuur tussen 10 C en 20 C liggen en de relatieve luchtvochtigheid tussen 45 en 60%. Beperk de warmteweerstand door het vermijden van luchtlagen en door het beperken van de totale dikte van de vloerbedekking boven de verwarmingselementen. De vloer dient dus bij voorkeur gelijmd geplaatst te worden. De vloer mag ook zwevend geplaatst worden indien de warmteweerstand van de onderlaag beperkt is. Bij volledige verlijming dient een hiervoor geschikte watervrije lijm te worden gebruikt; bij zwevende plaatsing wordt een geperforeerde onderlaag geadviseerd. 3 dagen na de plaatsing mag de vloerverwarming weer opgestookt worden en dit opnieuw volgens bovenstaand schema. De maximale watertemperatuur van het verwarmingssysteem is nooit boven 45 C. De oppervlaktetemperatuur (die verschillend is van de luchttemperatuur) van de vloer mag nooit hoger liggen dan 27 C. Hou de relatieve luchtvochtigheid constant tussen 45 en 60%. Bij een lagere relatieve luchtvochtigheid zal het hout krimpen en is dus een luchtbevochtiger noodzakelijk. Hou temperatuurschommelingen zo klein mogelijk en laat ze zeer langzaam optreden! Het is dus niet aangeraden te werken met een thermostaat die s nachts laag staat en overdag hoog.
Leggen van tapijten op verwarmde parketvloeren belemmert de warmteafgifte van de vloerverwarming en zo ontstaan warmteophopingen. Ook kasten die gesloten zijn tot op de grond, hebben deze isolerende werking. Dergelijke warmteconcentraties kunnen uw houten vloer ernstig beschadigen. TIPS EN ADVIES Een ideaal woonklimaat is belangrijk voor uw houten vloer. Kamertemperatuur: 18-20 C, luchtvochtigheid: tussen 45 en 60%, waarbij de grenswaarden niet langdurig aangehouden mogen worden. Tijdens de wintermaanden wordt de lucht in de ruimte erg droog. Om een constante luchtvochtigheid te bewerkstelligen kunnen luchtbevochtigers aan de radiatoren geplaatst worden. Voor grotere ruimten zijn elektrische luchtbevochtigers nodig. In de zomer en de herfst, als de luchtvochtigheid hoog is, moet de ruimte goed geventileerd worden. Zoals met elk natuurlijk product zal direct zonlicht kleurveranderingen veroorzaken. Als er te grote woonklimaatveranderingen in de ruimte optreden, bestaat de kans dat er schoteling, krimp of kromming van de houten vloer ontstaat. LET OP! Uw vloer is een natuurproduct. Structuur en kleuren in het hout kunnen variëren. Daarom mengt u best meerdere delen uit verschillende pakken terwijl u de parketvloer legt. Controleer de parketvloer ook op vochtgehalte, maat- en kleurafwijkingen en beschadigingen. De bij levering zichtbare niet-conformiteit/gebreken, moeten onmiddellijk voor plaatsing worden gemeld. Dergelijke klachten worden niet meer aanvaard na plaatsing van de vloerdelen.
ONDERHOUDSINSTRUCTIES Leg bij de ingang van de kamer een kwaliteitsmat, die stof en gruis vasthoudt. Veelvuldig onderhoud door te stofzuigen of te vegen. Uw houten vloer nooit met overvloedig water schoonmaken. Indien water of een andere vloeistof wordt gemorst, dient dit onmiddellijk opgekuist te worden om vlekken en verkleuring te voorkomen. Hardnekkige vlekken op een verniste vloer met een vochtige spons en een neutraal detergent verwijderen. Géén agressieve detergenten en producten met ammoniak, schuurmiddelen of siliconen gebruiken. Bescherm uw parketvloer door alle meubelpoten en -wielen te bekleden met zelfklevende viltjes. Til zware meubels op tijdens het verplaatsen, in plaats van ze te verschuiven. Een ideaal woonklimaat is belangrijk voor uw houten vloer. Kamertemperatuur: 18-20 C, luchtvochtigheid: tussen 45 en 60%, waarbij de grenswaarden niet langdurig aangehouden mogen worden. Tijdens de wintermaanden wordt de lucht in de ruimte erg droog. Om een constante luchtvochtigheid te bewerkstelligen kunnen luchtbevochtigers aan de radiatoren geplaatst worden. Voor grotere ruimten zijn elektrische luchtbevochtigers nodig. In de zomer en de herfst, als de luchtvochtigheid hoog is, moet de ruimte goed geventileerd worden. Zoals met elk natuurlijk product zal direct zonlicht kleurveranderingen veroorzaken. Als er te grote woonklimaatveranderingen in de ruimte optreden, bestaat de kans dat er schoteling, krimp of kromming van de houten vloer ontstaat. De maximale watertemperatuur van het vloerverwarmingssysteem is 45 C. De oppervlaktetemperatuur (die verschillend is van de luchttemperatuur) van de vloer mag niet hoger liggen dan 27 C. Hou bij verwarmde parketvloeren temperatuurschommelingen zo klein mogelijk en laat ze zeer langzaam optreden! Het is dus niet aangeraden te werken met een thermostaat die s nachts laag staat en overdag hoog. Leggen van tapijten op verwarmde parketvloeren belemmert de warmteafgifte van de vloerverwarming en zo ontstaan warmteophopingen. Ook kasten die gesloten zijn tot op de grond, hebben deze isolerende werking. Dergelijke warmteconcentraties kunnen uw houten vloer ernstig beschadigen. De ruimten waarin de parket gelegd wordt, moeten voorzien zijn van ramen en moeten beschut zijn tegen de weersomstandigheden. De parket mag in geen geval in contact komen met externe weersinvloeden, vb. regen, sneeuw Controleer altijd de waterdichtheid van sanitair en verwarming. Schade ten gevolge van volgende oorzaken wordt dan ook zeker niet gedekt door garantie: Slijtage veroorzaakt door spijkerzolen, slechte bescherming tegen meubilair, grind, zand en andere harde materialen; Vocht- en waterschade; Stofzuigers, harde of metalen wielen van bureaustoelen en/of ander meubilair; Huisdieren; Naaldhakken; Natuurlijk zonlicht (kleuverschillen); Normale veroudering- en slijtage van de toplaag van de vloer, Bijtende/schurende vloeistoffen.
ONDERHOUDSPRODUCTEN Het is van groot belang de vloer te onderhouden met de juiste producten! Dit garandeert een lange levensduur en enkel mits gebruik van de juiste onderhoudsproducten kan er aan de garantievoorwaarden voldaan worden. Gebruik van een verkeerd onderhoudsproduct kan uw houten vloer blijvende schade bezorgen! Alle industrieel afgewerkte vloeren moeten meteen na plaatsing de juiste onderhoudsbehandeling krijgen. Met onderhoud wordt bedoeld de normale reiniging van de vloer, maar ook het gebruik van speciaal daartoe ontwikkelde producten voor het regelmatige herstel van de oorspronkelijke bescherming op de vloer. Eens de vloer in gebruik is, raden wij u aan een voetmat te leggen aan de ingang van de van buitenaf toegankelijke ruimten. Dit beperkt de slijtage. Het stof van de vloer moet regelmatig opgenomen worden (stofzuigen). VOORGEOLIEDE VLOEREN Aanbrengen onderhoudsolie onmiddellijk na plaatsing! Nadat uw voorgeoliede vloer geplaatst is, dient u alles goed stofvrij te maken. Daarna kan u de onderhoudsolie (naturel of wit) aanbrengen. Doe dit heel zuinig door middel van een spray. Besprenkel een viertal rijen parketvloer met de olie. Daarna masseert u de olie gedurende lange tijd in het hout, door middel van een witte polierpad of met de poliermachine. Zorg ervoor dat er geen olie op het hout blijft staan. Nadat deze eerste vier rijen goed gepolierd werden, gaat u verder met de rest van de vloer. In de hoeken wrijft u de olie best in met een pluisvrije katoenen doek. Nadat heel de vloer geolied is, moet deze gedurende 24 uur drogen. Verbruik: 1 liter onderhoudsolie is goed voor 30m² parket. Gedurende de vier daaropvolgende dagen mag uw vloer niet in aanraking komen met water, omdat de olie volledig moet uitharden! Regelmatig onderhoud met zeep (naturel of wit) Gedurende de eerste maand bevelen wij u aan om de vloer 1 maal per week te zepen. Daarna zeept u volgens behoefte, wanneer de vloer vuil is of wanneer hij er droog uit ziet. Tussendoor kan u vegen of stofzuigen. Het is af te raden met zuiver water te dweilen daar de vloer anders slechts oppervlakkig ontvet wordt. Neem twee emmers warm water: één voor de zeepmengeling (5 liter water + 1/8L zeep) de zeep goed schudden voor gebruik; één voor het uitspoelen van de vuile dweil (dit water ververst u regelmatig, zo spaart u de zeepmengeling). Met een licht uitgewrongen katoenen dweil of mop brengt u de zeepmengeling aan. Laat even intrekken zodat het vuil gemakkelijk kan oplossen. Kuis in de richting van de planken. Spoel de bevuilde dweil in de tweede emmer en wring hem goed uit. Dompel hem daarna opnieuw in de zeepmengeling en kuis verder. Nadat u zo de hele vloer gezeept heeft, dompelt u de dweil voor een laatste keer in de zeepmengeling en wringt hem goed uit om heel de vloer droog te wissen. Nooit uw vloer naspoelen met water omdat dit de beschermende soja- en kokosvetten van de zeep wegneemt. Door uw vloer regelmatig te zepen wordt hij vuilbestendiger. Men wacht best niet te lang met het reinigen van de vloer, want ingelopen vet en vuil zijn moeilijker te verwijderen. Opmerking: Wanneer u de witte zeep gebruikt, ervoor zorgen dat u de zeep gelijkmatig over de vloer verdeelt. Dieptereiniging met intensief houtreiniger Eén maal per jaar (voor privé-woningen) kan u een extra onderhoudsbeurt geven met intensief houtreiniger. Hiermee verwijdert u alle zeepresten en hardnekkig vuil. Maak een oplossing van 1/20 in water. Breng de mengeling aan op uw vloer en laat ongeveer 5 à 10 minuten inwerken. Goed schrobben met een zachte (schuur)borstel. De vuile oplossing wegnemen en met zuiver water nadweilen. Laat de vloer grondig drogen tot hij helemaal droog is. Na een reiniging met intensief houtreiniger moet uw vloer opnieuw voorzien worden van een dun laagje onderhoudsolie (zie boven).
De in olie gedrenkte doeken moet u goed uitspoelen in water vooraleer ze in de vuilnisbak te werpen. VERNISTE VLOEREN (MAT & SATIJN) De geverniste vloer dient te worden gereinigd met de stofzuiger en/of met een licht vochtige doek. Men moet er op letten geen producten te gebruiken die wassen bevatten, omdat zij hechtingsproblemen kunnen veroorzaken bij het herbehandelen van de houten vloerbedekking. Gebruik ook geen alkalische reinigingsmiddelen, zoals ammoniak, soda enz. Volgende producten kan u wel gebruiken en garanderen daarenboven een lange levensduur voor verniste vloeren: Cleaner Zachte zeep voor het geregeld onderhoud. Gebruik een geut product in een emmer van 10L water. Aanbrengen met een vochtige dweil. Verspreidt een aangename frisse geur. Polish (voor satijnvernis) Beschermt en vernieuwt de satijnen vernislaag. Onverdund in één of twee lagen gebruiken. Aanbrengen met een schone dweil. Een liter Polish is goed voor ongeveer 40m². Metamat (voor matte vernis) Beschermt en vernieuwt de matte vernislaag. Onverdund in één of twee lagen gebruiken. Aanbrengen met een schone dweil. Een liter Metamat is goed voor +/- 40m². Conditioner Voor grondige reiniging (na meerdere jaren gebruik van Polish of Metamat of na verbouwingswerken). Gebruik een 1/2L product in 10L water. Bij erg vervuilde vloeren mag men de concentratie opdrijven tot 1 à 2 liter per 10L water. Nadien schoonspoelen met een vochtige dweil. Na deze behandeling opnieuw Polish of Metamat aanbrengen (zie hoger). Het dweilen van de vloer mag nooit te nat gebeuren. MONOCOAT VLOEREN Een vloer afgewerkt met Monocoat olie MOET met onderstaande producten onderhouden worden. Indien deze vloer met een ander product onderhouden wordt, vervalt de garantie volledig. Rubio Monocoat Soap of Rubio Monocoat Soap Satin Rubio Monocoat Surface Care Voor wekelijks onderhoud van de behandelde oppervlakten. Vloeren die behandeld zijn met Rubio Monocoat Oil Plus, kunnen wekelijks worden onderhouden met water en Rubio Monocoat Soap (matte look) water en Rubio Monocoat Soap Satin (gesatineerde look) of met de kant-en-klare Rubio Monocoat Surface Care-verstuiver. Rubio Monocoat Refresh Voor heropfrissing indien nodig. Een onderhoud met Rubio Monocoat Refresh wordt telkens toegepast wanneer men de glans en de bescherming grondig wil heropfrissen nadat deze door intensief gebruik verdwenen is. Rubio Monocoat Maintenance Oil Voor jaarlijks onderhoud - naargelang de intensiteit van de belasting Oppervlakten, behandeld met Rubio Monocoat Oil Plus kunnen afhankelijk van de slijtage grondig worden opgefrist met de Rubio Monocoat Maintenance Oil. Beschikbaar in alle kleuren van het gamma.
Rubio Monocoat Surface Care Rubio Monocoat LimeSpot Remover Rubio Monocoat Grease Remover Om vlekken te verwijderen. Plaatselijke vlekken kunnen snel behandeld worden met de kant-en klare Rubio Monocoat Surface Care-verstuiver. Voor de behandeling van vet- en/of kalkvlekken bevelen we het gebruik van Rubio Monocoat LimeSpot Remover (kalk) en Rubio Monocoat Grease Remover (vet) aan. Rubio Monocoat Oil Plus Voor renovatie. Deze behandeling wordt toegepast wanneer krassen of brandvlekken gemaakt werden of wanneer de behandelde oppervlakte (al dan niet plaatselijk) te sterke slijtage vertoont. Eveneens toe te passen als men een compleet nieuwe kleur wenst aan te brengen over de volledige oppervlakte van een reeds eerder behandelde oppervlakte. Nog meer details over de Monocoat producten zijn te vinden op www.rubiomonocoat.com.
GARANTIE-UITSLUITINGEN Schade ten gevolg van volgende oorzaken wordt van de garantie uitgesloten: het hout is niet getransporteerd of opgeslagen volgens de officiële instructies van NV EURO4; het hout is niet geïnstalleerd volgens de officiële instructies van NV EURO4; de defecten in het hout al zichtbaar waren voor de plaatsing; kleur- en structuurafwijkingen die eigen zijn aan de productie van dergelijke houten vloeren; gewone slijtagegevolgen op laklagen of kleurveranderingen door zonlicht; de houtenvloer reeds hersteld of veranderde zonder schriftelijk akkoord van NV EURO4; de houten vloer is hersteld of behandeld door mensen zonder de nodige kwalificatie; de houten vloer is niet onderhouden volgens de officiële gebruiks- en onderhoudsvoorschriften van NV EURO4.