Magneet gekoppelde pomp. Magnochem. Bedrijfs-/Montagevoorschrift



Vergelijkbare documenten
Tapwaterpomp. Rio-Therm N. Rio-Therm N S en S. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Hygiënepomp. Vitalobe. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Hogedruk-inline-pomp. Movitec. ATEX-uitvoering. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Hoogefficiënte drinkwaterpomp. Calio-Therm S NC/NCV. Productinformatie

Adapters en verloopmoeren van metaal

Glijringpakking dubbelwerkend, overeenkomstig DIN EN 12756

Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend

Hoogefficiënte verwarmingscirculatiepompen. Calio S. Productinformatie

Automatisch afvalwaterpompstation. Evamatic-Box N. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Calio-Therm S NC/NCV Productinformatie

Alarmschakelkast met contactgever. Wasmachinebeveiliging AS W4, AS W8. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Standaard chemiepomp. MegaCPK. Lagerstoel CS40 tot CS80. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Magneetkoppelingspomp. Magnochem-Bloc. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Mixer met dompelmotor. Amaprop. Bedrijfs-/Montagevoorschrift. ID-Nummer:

Verwarmingscirculatiepomp. Rio C. Productinformatie

Ama -Drainer-Box 021

Drinkwaterpomp. Rio-Therm N. Productinformatie

Amacan K. Bedrijfs-/Montagevoorschrift. Buisschachtpomp. Pompgrootte: tot

Gegevensblad. Bladzijde: 1 / 5. ETL GG AV11D BKSBIE2 Inlinepomp. bedrijfsgegevens. Bouwwijze

Installatie voor regenwatergebruik. Hya-Rain Eco. Vanaf serie S-X Vanaf serie 2013w01. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Thermische-olie-/heetwaterpomp. Etanorm SYT. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

Installatie en bedieningsvoorschriften

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Handleiding. van Trident Industrie Filter

Tempoplex-afvoer. Gebruiksaanwijzing van 01/2011. nl_nl

Centrifugaalpomp. Multi Eco. Productinformatie

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

Tempoplex-afvoer bouwhoogte 60 mm. Gebruiksaanwijzing van 01/2010. nl_nl

Waternormpomp. Etanorm. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

CPKN-CHs Bedrijfs-/Montagevoorschrift

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

Etabloc GNF Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Handleiding GASTRO SUNRAIN GASTRO SUNSHINE. voor klanten. Hartelijk dank!

Onderwatermotorpomp. Ixo. Productinformatie

Gebruikershandleiding

Tempoplex-afvoer. Gebruiksaanwijzing van 01/2011. nl_be

Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2183 NL. Veiligheidstemperatuurbewaking (STW) met veiligheidsthermostaat type 2403 K

Multi Eco-Pro Productinformatie

Zelfaanzuigende pomp. Etaprime L. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Tempoplex Plus-afvoer, hoge afvoercapaciteit. Gebruiksaanwijzing van 01/2010. nl_nl

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

Standaard chemiepomp CPKN. Lagering UP02 t/m UP06 en P08s. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

DATASHEET KERAMISCHE GLIJLAGERS NEDERLANDS

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler

US 73 HE/103 HE. Controleerbaar oliereservoir SIC-mechanische asafdichting Verwisselbare, vochtdichte gegoten kabelinvoer CAPACITEIT

Gebruikershandleiding

Thermische-olie-/heetwaterpomp HPK-L. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Printed: Doc-Nr: PUB / / 000 / 00

Gegevensblad. Bladzijde: 1 / 5. ETL GG AA11D BKSBIE3 Inlinepomp. bedrijfsgegevens. Bouwwijze

GLAUNACH. A l g e m e n e H a n d l e i d i n g U i t l a a t g e l u i d d e m p e r GLAUNACH GMBH Uitgave Pag.

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.!

Installatie en bedieningsvoorschriften

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

Huishoudelijk waterleidingstation met schakelautomaat. Multi Eco-Pro. Productinformatie

2Power opslagtank. Installatie instructies

TECHNISCHE HANDLEIDING

Multitec / Multitec-RO

Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 16

Installatie voor regenwatergebruik. Hya-Rain/Hya-Rain N. Vanaf serie S-W Vanaf serie 2013w01. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

DuoControl CS. NL Inbouwhandleiding Pagina 2

Gebruikershandleiding

Etaprime B Bedrijfs-/Montagevoorschrift

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

Gebruikershandleiding

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht.

AFVALWATER FEKA GL FEKA GL VOOR VERPOMPEN VAN AFVALWATER VOOR VERPOMPEN VAN AFVALWATER DOMPELPOMPEN DOMPELPOMPEN

Blokpomp. Etabloc. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Handleiding. Extra elektronica. Overspanningsbeveiliging. Document ID: 46670

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

Gegevensblad. Bladzijde: 1 / 5. ETL GG AV11D BKSBIE3 (without motor) Inlinepomp. bedrijfsgegevens. Bouwwijze

Condenspot BK BK 212- ASME

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel

Citaplex-afvoer/overloop. Gebruiksaanwijzing van 06/2015. nl_nl

VERLENGINGSSET / 230 V

Montagehandleiding Koelkast, integreerbaar, Sleepdeur

Inline-pomp. Bedrijfs-/Montagevoorschrift Omega S

STAAL 100 AKK/AKKS. Productinformatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 3/2009 Bewaren a.u.b.!

Gegevensblad. Bladzijde: 1 / 5. ETL GG AV11D BKSBIE3 Inlinepomp. bedrijfsgegevens. Bouwwijze

Inbouwhandleiding Pagina 26. Wijnklimaatkast EWTgb/gw 1683 / 2383 / 3583

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman

Installatie- & Onderhoudsinstructies

Inline-pomp. Etaline. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

Voornaaf/cassettenaaf (standaardtype)

Zuigleidingen 521 Gebruikshandleiding

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Tandradpompen met inwendige vertanding. R serie. made for your process

Inbouwhandleiding Pagina 22. Wijnklimaatkast EWTdf 1653 / 2353 / 3553

GEBRUIKERSHANDLEIDING KS

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

GS SERIE BRONPOMPEN VOOR BRONNEN VAN 4"

Synchroon-reluctantiemotor. KSB SuPremE A. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

TTW S / TTW S

Remschijfnaaf voor wegfiets

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke plaatcollectoren en vacuümbuiscollectoren

Transcriptie:

Magneet gekoppelde pomp Magnochem Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Impressum Bedrijfs-/Montagevoorschrift Magnochem Origineel bedrijfsvoorschrift Alle rechten voorbehouden. De inhoud mag zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant niet worden verspreid, verveelvuldigd, bewerkt noch aan derden worden doorgegeven. In het algemeen geldt: Technische wijzigingen voorbehouden. KSB Aktiengesellschaft, Frankenthal 10.07.2014

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Woordenlijst...5 1 Algemeen...6 1.1 Basisprincipes...6 1.2 Inbouw van incomplete machines... 6 1.3 Doelgroep... 6 1.4 Bijbehorende documentatie... 6 1.5 Symbolen... 6 2 Veiligheid...8 2.1 Aanduiding van waarschuwingsinstructies... 8 2.2 Algemeen... 8 2.3 Gebruik conform de voorschriften... 9 2.4 Vakbekwaamheid en scholing van het personeel... 9 2.5 Gevolgen en gevaren bij het niet-opvolgen van de voorschriften... 9 2.6 Veiligheidsbewust werken... 10 2.7 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker/het bedieningspersoneel... 10 2.8 Veiligheidsvoorschriften voor onderhouds-, inspectie- en montagewerkzaamheden... 10 2.9 Ontoelaatbare bedrijfssituaties...11 2.10 Aanwijzingen voor explosiebeveiliging... 11 2.11 Magneetkoppeling... 13 3 Transport / tijdelijke opslag / afvoer...14 3.1 Leveringstoestand controleren... 14 3.2 Transporteren... 14 3.3 Opslag/conservering...15 3.4 Retourzending... 15 3.5 Afvoer... 16 4 Beschrijving...17 4.1 Algemene beschrijving... 17 4.2 Aanduiding... 17 4.3 Typeplaatje...17 4.4 Constructie...17 4.5 Constructie en werking...19 4.6 Bedrijfswijzen... 20 4.7 Te verwachten geluidswaarden... 21 4.8 Leveringsomvang... 21 4.9 Afmetingen en gewichten... 22 5 Opstelling/Inbouw...23 5.1 Veiligheidsvoorschriften... 23 5.2 Controle voor het begin van de opstelling... 23 Magnochem 3 van 102

Inhoudsopgave 5.3 Pompaggregaat opstellen... 23 5.4 Leidingen... 25 5.5 Omhuizing/isolatie... 29 5.6 Uitlijning koppeling controleren... 29 5.7 Pomp en motor uitlijnen... 30 5.8 Elektrisch aansluiten... 32 5.9 Draairichting controleren...34 6 Inbedrijfname/buitenbedrijfstelling...36 6.1 In bedrijf nemen...36 6.2 Grenzen van het bedrijfsgebied...43 6.3 Uit bedrijf nemen / conserveren / opslaan... 46 6.4 Opnieuw in bedrijf nemen... 47 7 Service/onderhoud...48 7.1 Veiligheidsvoorschriften... 48 7.2 Service/Inspectie... 49 7.3 Aftappen/reinigen... 56 7.4 Pompaggregaat demonteren...57 7.5 Pompaggregaat monteren...66 7.6 Boutaanhaalmomenten...81 7.7 Reserveonderdelenvoorraad... 82 8 Storingen: Oorzaken en oplossing...84 9 Bijbehorende documentatie...86 9.1 Overzichtstekeningen... 86 9.2 Positionering glijlagers... 93 9.3 Positionering spanelementen en lagerbussen... 96 10 EG-conformiteitsverklaring...98 11 Decontaminatieverklaring...99 Trefwoordenindex...100 4 van 102 Magnochem

Woordenlijst Woordenlijst Bedrijfswijze Configuratie van de koel- en smeerstroom door de magneetkoppeling Decontaminatieverklaring Een decontaminatieverklaring is een verklaring van de klant in geval van een retourzending dat het product volgens de voorschriften is afgetapt zodat de onderdelen die in contact zijn gekomen met verpompte media geen gevaar meer vormen voor het milieu en de gezondheid. Inschuifmodule Persleiding Pomp zonder pomphuis; incomplete machine Leiding die op de persaansluiting is aangesloten. Pompaggregaat Compleet pompaggregaat bestaande uit pomp, aandrijving, componenten en toebehoren Poolpompen Pompen die onafhankelijk van hun later gebruik gekocht en opgeslagen worden Procesbouwwijze De complete inschuifmodule kan worden gedemonteerd terwijl het pomphuis in de leiding gemonteerd blijft Zuigleiding/toevoerleiding Leiding die op de zuigaansluiting is aangesloten Pomp Machine zonder aandrijving, componenten of toebehoren Magnochem 5 van 102

1 Algemeen 1 Algemeen 1.1 Basisprincipes Dit bedrijfsvoorschrift maakt onderdeel uit van de series en uitvoeringen die op de titelpagina worden genoemd. Het bedrijfsvoorschrift beschrijft het correcte en veilige gebruik in alle bedrijfsfasen. Op het typeplaatje staan de serie en de grootte, de belangrijkste bedrijfsgegevens, het opdrachtnummer en het opdrachtpositienummer. Het opdrachtnummer en opdrachtpositienummer beschrijven de pomp/het pompaggregaat eenduidig en dienen ter identificatie bij alle verdere bedrijfsprocessen. Ten behoeve van de handhaving van de garantieclaims in geval van schade moet onmiddellijk de dichtstbijzijnde KSB-serviceafdeling worden geïnformeerd. Te verwachten geluidswaarden ( Hoofdstuk 4.7 Pagina 21) 1.2 Inbouw van incomplete machines Voor de inbouw van incomplete machines die door KSB worden geleverd, moeten de paragrafen van het hoofdstuk Onderhoud/Service in acht worden genomen. ( Hoofdstuk 7.5.11 Pagina 80) 1.3 Doelgroep Doelgroep van dit bedrijfsvoorschrift is technisch geschoold vakpersoneel. ( Hoofdstuk 2.4 Pagina 9) 1.4 Bijbehorende documentatie Tabel 1: Overzicht van bijbehorende documentatie Document Inhoudsopgave Gegevensblad Beschrijving van de technische gegevens van de pomp/het pompaggregaat Opstellingsschema/maattekening Beschrijving van aansluit- en opstellingsmaten voor de pomp/het pompaggregaat, gewichten Aansluitschema Beschrijving van extra aansluitingen Hydraulische grafiek Grafieken van opvoerhoogte, NPSH benodigd, rendement en benodigd vermogen Overzichtstekening Beschrijving van de pomp in de doorsnedetekening Leveringsdocumentatie 1) Bedrijfsvoorschriften en overige documentatie voor toebehoren en geïntegreerde machineonderdelen Onderdelenlijsten 1) Beschrijving van de onderdelen Leidingschema 1) Beschrijving van de hulpleidingen Stuklijst 1) Beschrijving van alle pomponderdelen Voor toebehoren en/of geïntegreerde machineonderdelen de bijbehorende documenten van de desbetreffende fabrikant in acht nemen. 1.5 Symbolen Tabel 2: Gebruikte symbolen Symbool Betekenis Voorwaarde voor de gebruiksaanwijzing Noodzakelijke handeling bij veiligheidsvoorschriften Resultaat van de handeling Kruisverwijzingen 1) voor zover in de leveringsomvang inbegrepen 6 van 102 Magnochem

1 Algemeen Symbool 1. 2. Betekenis Gebruiksaanwijzing met meerdere stappen Aanwijzing doet aanbevelingen en geeft belangrijke aanwijzingen voor de omgang met het product Magnochem 7 van 102

2 Veiligheid! GEVAAR 2 Veiligheid Alle in dit hoofdstuk vermelde aanwijzingen duiden op een gevaar met een hoog risiconiveau. 2.1 Aanduiding van waarschuwingsinstructies Tabel 3: Kenmerken van waarschuwingsinstructies Symbool Verklaring! GEVAAR GEVAAR Dit signaalwoord duidt een gevaar aan met een hoog risiconiveau, dat - indien dit niet wordt vermeden - dodelijk of zwaar letsel tot gevolg zal hebben.! WAARSCHUWING WAARSCHUWING Dit signaalwoord duidt een gevaar aan met een gemiddeld risiconiveau, dat - indien dit niet wordt vermeden - dodelijk of zwaar letsel tot gevolg kan hebben. LET OP LET OP Dit signaalwoord duidt een gevaar aan, waarvan het niet-opvolgen tot gevaar voor de machine en het functioneren daarvan kan leiden. Explosiebeveiliging Dit symbool geeft informatie ter bescherming tegen het ontstaan van explosies in explosiegevaarlijke omgevingen volgens de EGrichtlijn 94/9/EG (ATEX). Algemeen gevaarpunt Dit symbool duidt in combinatie met een signaalwoord gevaren aan in verband met de dood of letsel. Gevaarlijke elektrische spanning Dit symbool duidt in combinatie met een signaalwoord gevaren aan in verband met elektrische spanning en geeft informatie ter bescherming tegen elektrische spanning. Machineschade Dit symbool duidt in combinatie met het signaalwoord LET OP gevaren aan voor de machine en de werking ervan. Waarschuwing voor het magnetisch veld Dit symbool duidt in combinatie met een signaalwoord gevaren aan in verband met magnetische velden en geeft informatie ter bescherming tegen magnetische velden. Waarschuwing voor dragers van pacemakers Dit symbool duidt in combinatie met een signaalwoord gevaren aan die verband houden met magnetische velden en geeft bijzondere informatie voor de dragers van pacemakers. 2.2 Algemeen De gebruikshandleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor opstelling, bedrijf en onderhoud. Inachtneming hiervan moet een veilige omgang met de pomp garanderen en persoonlijk letsel en materiële schade voorkomen. De veiligheidsinstructies van alle hoofdstukken moeten in acht worden genomen. De gebruikshandleiding moet vóór montage en inbedrijfname door het verantwoordelijke vakpersoneel/de gebruiker worden gelezen en volledig zijn begrepen. De inhoud van de gebruikshandleiding moet ter plaatse continu beschikbaar zijn voor het vakpersoneel. Instructies die direct op de pomp zijn aangebracht, moeten in acht worden genomen en in volledig leesbare toestand worden gehouden. Dat geldt bijvoorbeeld voor: Een draairichtingspijl Aanduidingen voor aansluitingen Typeplaatje 8 van 102 Magnochem

2 Veiligheid De gebruiker is verantwoordelijk voor het in acht nemen van de plaatselijke voorschriften waarmee in deze gebruikshandleiding geen rekening is gehouden. 2.3 Gebruik conform de voorschriften De pomp/het pompaggregaat mag alleen worden gebruikt in de toepassingsgebieden die in de bijbehorende documenten worden beschreven. De pomp/het pompaggregaat alleen in technisch onberispelijke toestand gebruiken. De pomp/het pompaggregaat niet in gedeeltelijk gemonteerde toestand gebruiken. De pomp mag uitsluitend de media verpompen die op het gegevensblad of in de documentatie van de desbetreffende uitvoering zijn beschreven. De pomp nooit zonder te verpompen medium laten draaien. De gegevens over minimumcapaciteiten in het gegevensblad of in de documentatie in acht nemen (voorkoming van schade door oververhitting, lagerschade,...). De gegevens over maximumcapaciteiten in het gegevensblad of in de documentatie in acht nemen (voorkoming van schade door oververhitting, cavitatieschade, lagerschade,...). De pomp niet aan zuigzijde smoren (voorkoming van cavitatieschade). Andere gebruikswijzen, voor zover niet in het gegevensblad of in de documentatie genoemd, met de fabrikant overleggen. Voorkoming van voorzienbaar verkeerd gebruik Nooit afsluiters aan drukzijde tot boven het toegestane bereik openen Overschrijding van de in het gegevensblad of in de documentatie vermelde maximumcapaciteiten mogelijke cavitatieschade Nooit de in het gegevensblad of in de documentatie vermelde toegestane gebruiksgrenzen met betrekking tot druk, temperatuur, etc. overschrijden. Alle veiligheidsvoorschriften en gebruiksaanwijzingen in deze gebruikshandleiding opvolgen. 2.4 Vakbekwaamheid en scholing van het personeel Het personeel moet voor transport, montage, bediening, onderhoud en inspectie over de betreffende vakbekwaamheid beschikken. De gebruiker moet verantwoordelijkheid, bevoegdheid en toezicht van het personeel strikt geregeld hebben bij transport, montage, bediening, onderhoud en inspectie. Gebrek aan kennis bij het personeel moet door scholing en instructie door voldoende opgeleid vakpersoneel worden verholpen. Indien noodzakelijk kan de scholing in opdracht van de gebruiker door de fabrikant/leverancier worden verzorgd. Scholing bij de pomp/het pompaggregaat alleen onder toezicht van technisch vakpersoneel uitvoeren. 2.5 Gevolgen en gevaren bij het niet-opvolgen van de voorschriften Het niet-opvolgen van deze gebruikshandleiding leidt tot verlies van garantieclaims en schadevergoedingsclaims. Het niet-opvolgen kan bijvoorbeeld de volgende gevaren tot gevolg hebben: Gevaren voor personen door elektrische, thermische, mechanische en chemische invloeden, alsmede explosies Het niet-functioneren van belangrijke functies van het product Het niet-opvolgen van de voorgeschreven methodes voor service en onderhoud Magnochem 9 van 102

2 Veiligheid Gevaren voor het milieu door lekkage van gevaarlijke stoffen 2.6 Veiligheidsbewust werken Naast de veiligheidsvoorschriften die in deze gebruikshandleiding vermeld staan, alsmede het correcte gebruik van de pomp, gelden de volgende veiligheidsvoorschriften: Arbeids-, veilligheids- en bedrijfsvoorschriften Explosieveiligheidsvoorschriften Veiligheidsbepalingen in de omgang met gevaarlijke stoffen Geldende normen en wetten 2.7 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker/het bedieningspersoneel Op de locatie aanwezige bescherming tegen aanraken van hete, koude en bewegende onderdelen zelf aanbrengen en de werking ervan controleren. De bescherming tegen aanraken niet verwijderen tijdens bedrijf. Beschermende uitrusting voor personeel ter beschikking stellen en gebruiken. Lekkages (bijv. van de asafdichting) van gevaarlijke te verpompen media (bijv. explosief, giftig, heet) zodanig afvoeren dat er geen gevaar voor personen en het milieu ontstaat. Hiervoor geldende wettelijke bepalingen aanhouden. Gevaar door elektrische spanning uitsluiten (voor bijzonderheden kunnen de specifieke voorschriften voor het land en/of van de plaatselijke energiebedrijven worden geraadpleegd). Wanneer door uitschakeling van de pomp geen groter potentieel gevaar dreigt, moet bij de installatie van het pompaggregaat een NOODSTOP-schakelaar in de directe nabijheid van de pomp/het pompaggregaat worden geplaatst. 2.8 Veiligheidsvoorschriften voor onderhouds-, inspectie- en montagewerkzaamheden Ombouwwerkzaamheden of wijzigingen aan de pomp zijn alleen na toestemming van de fabrikant toegestaan. Uitsluitend originele onderdelen of door de fabrikant goedgekeurde onderdelen gebruiken. Door het gebruik van andere onderdelen kan de aansprakelijkheid voor de daaruit voortvloeiende gevolgen worden opgeheven. De gebruiker dient ervoor te zorgen dat alle onderhouds-, inspectie- en montagewerkzaamheden worden uitgevoerd door geautoriseerd en gekwalificeerd vakpersoneel, dat zich door uitvoerige bestudering van het bedrijfsvoorschrift voldoende heeft geïnformeerd. Werkzaamheden aan de pomp/het pompaggregaat alleen bij stilstaande pomp uitvoeren. Het pomphuis moet de omgevingstemperatuur hebben aangenomen. Het pomphuis moet drukloos en afgetapt zijn. De handelwijze voor de buitenbedrijfstelling van het pompaggregaat die beschreven staat in het bedrijfsvoorschrift absoluut in acht nemen. ( Hoofdstuk 6.1.9 Pagina 43) ( Hoofdstuk 6.3 Pagina 46) Pompen die vloeistoffen verpompen die schadelijk zijn voor de gezondheid, moeten worden ontsmet. ( Hoofdstuk 7.3 Pagina 56) Direct na beëindiging van de werkzaamheden moeten alle beveiligings- en beschermingsvoorzieningen weer aangebracht resp. functioneel worden gemaakt. Vóór het opnieuw in bedrijf nemen moeten de punten die vermeld staan voor de inbedrijfname, in acht worden genomen. ( Hoofdstuk 6.1 Pagina 36) 10 van 102 Magnochem

2 Veiligheid 2.9 Ontoelaatbare bedrijfssituaties De pomp/het pompaggregaat nooit laten werken buiten de grenswaarden die op het gegevensblad en in het bedrijfsvoorschrift zijn aangegeven. De bedrijfsveiligheid van de geleverde pomp/het pompaggregaat is alleen gegarandeerd bij gebruik conform de voorschriften. ( Hoofdstuk 2.3 Pagina 9)! GEVAAR 2.10 Aanwijzingen voor explosiebeveiliging De in dit hoofdstuk vermelde aanwijzingen voor explosiebeveiliging moeten bij bedrijf in explosiegevaarlijke omgevingen absoluut in acht worden genomen. Alleen de pompen en pompaggregaten die van een dienovereenkomstige aanduiding zijn voorzien en volgens het gegevensblad daarvoor geschikt zijn bevonden, mogen in explosiegevaarlijke omgevingen worden ingezet. Voor het gebruik van explosieveilige pompaggregaten volgens de EG-richtlijn 94/9/EG (ATEX) gelden bijzondere voorwaarden. Hierbij vooral letten op de paragrafen in dit bedrijfsvoorschrift die met het hiernaast afgebeelde symbool zijn aangeduid en de volgende hoofdstukken t/m ( Hoofdstuk 2.10.4 Pagina 13). De explosiebeveiliging is alleen gegarandeerd bij gebruik conform de voorschriften. Nooit de op het gegevensblad en op het typeplaatje vermelde grenswaarden overschrijden of onderschrijden. Ontoelaatbare bedrijfssituaties absoluut vermijden. Pomp Askoppeling Motor 2.10.1 Aanduiding De aanduiding op de pomp heeft alleen betrekking op de pomp. Voorbeeld van een aanduiding: II 2 G c TX De geldige temperatuurklasse is vermeld in het gegevensblad. De askoppeling moet voorzien zijn van een overeenkomstige aanduiding en er moet een verklaring van de fabrikant aanwezig zijn. De motor moet afzonderlijk gekeurd zijn. Temperatuurklasse T4 Temperatuurklasse T5 Temperatuurklasse T6 2.10.2 Temperatuurgrenzen In normale bedrijfstoestand kunnen de hoogste temperaturen aan het oppervlak van het pomphuis, bij de magneetkoppeling en bij de wentellagers verwacht worden. De aan het pomphuis optredende oppervlaktetemperatuur komt overeen met de temperatuur van het te verpompen medium. Wanneer de pomp extra wordt verwarmd, is de gebruiker van de installatie verantwoordelijk voor het in acht nemen van de voorgeschreven temperatuurklasse. Ter plaatse van de lagerstoel moet het oppervlak in vrij contact staan met de omgeving. De temperatuurklasse geeft aan welke temperatuur de oppervlakte van het pompaggregaat tijdens bedrijf maximaal mag bereiken. De toegestane bedrijfstemperatuur van de pomp kunt u vinden op het gegevensblad. Ter plaatse van de wentellagers wordt, uitgaand van een omgevingstemperatuur van 40 C, vetsmering en een correcte onderhouds- en bedrijfstoestand, gegarandeerd voldaan aan temperatuurklasse T4. Bij de constructie met een lekkagebarrière wordt vóór het wentellager aan pompzijde een asafdichting gemonteerd. Aan temperatuurklasse T4 wordt, uitgaand van een omgevingstemperatuur van 40 C, vet- en oliesmering en een correcte onderhouds- en bedrijfstoestand (geen beschadiging van de spleetbus) gegarandeerd voldaan. In de volgende gevallen en bij omgevingstemperaturen hoger dan 40 C is overleg met de fabrikant nodig. Aan temperatuurklasse T5 kan alleen met oliesmering (zonder lekkagebarrière) worden voldaan. Aan temperatuurklasse T6 kan alleen met een speciale uitvoering worden voldaan. Magnochem 11 van 102

2 Veiligheid In geval van bedrijf bij een hogere temperatuur, wanneer het gegevensblad ontbreekt of bij "poolpompen" moet de maximaal toegestane bedrijfstemperatuur bij KSB worden opgevraagd. Onderbroken koelstroom Tabel 4: Storingen in de koelstroom 2.10.3 Bewakingsvoorzieningen De pomp/het pompaggregaat mag alleen worden gebruikt binnen de grenswaarden die zijn vermeld op het gegevensblad en op het typeplaatje. Wanneer de gebruiker van de installatie niet kan garanderen dat aan de gestelde bedrijfsgrenzen wordt voldaan, moeten geschikte bewakingsvoorzieningen worden aangebracht. Bepaal of het aanbrengen van bewakingsvoorzieningen noodzakelijk is om de werking te garanderen. Bij de keuze van geschikte bewakingsvoorzieningen moet rekening worden gehouden met de volgende gevaren: Een te lage koelstroom of een uitval van de koelstroom kan bijvoorbeeld door het volgende worden veroorzaakt: Eigenschappen van het te verpompen medium Te lage druk resp. sperdruk Daardoor kunnen de volgende storingen optreden: Storing Bedrijfswijze ( Hoofdstuk 4.6 Pagina 20) Aantasting van boringen in de pomp (bijvoorbeeld huisdeksel of as) Aantasting, verstopping, verkleving van buizen (bijvoorbeeld hulpbuizen voor extra - - aansluitingen) Aantasting, verstopping, verkleving van het filter (bijvoorbeeld ringfilter, - hoofdstroomfilter) Uitval of onvoldoende vermogen van de warmtewisselaar - - - Uitval of onvoldoende werking van de sperdrukinstallatie - - Asynchrone loop van de magneetkoppeling Lekkage van het te verpompen medium Een te lage koelstroom of een uitval van de koelstroom kan tot een ontoelaatbare temperatuurstijging leiden. In geval van overbelasting, oververhitting of het niet in acht nemen van de ontwerpgegevens kan desynchronisatie tussen binnen- en buitenrotor optreden. Door de warmte-energie die wordt gegenereerd in de spleetbus of op de buitenrotor, kan eveneens een ontoelaatbare temperatuurstijging optreden. Wanneer er als gevolg van beschadiging van de spleetbus (zeldzame storing) te verpompen medium naar buiten lekt en er vanwege de kritische eigenschappen daarvan gevaar voor de omgeving bestaat, moet worden gezorgd voor lekkagebewaking in combinatie met de uitvoering met lekkagebarrière. In bepaalde gevallen moet ook gelet worden op een mogelijke wisselwerking tussen het te verpompen medium en materialen die in de pomp zijn verwerkt. Interne circulatie Externe circulatie Stof met lager kookpunt Geblokkeerde uitvoering Leverbare toebehoren KSB kan hiervoor desgewenst de volgende apparatuur leveren: Temperatuurbewaking (metalen spleetbus) PT100 12 van 102 Magnochem

2 Veiligheid Mantelthermo-element Vulniveaubewaking voor beveiliging tegen drooglopen Niveausensor Liquiphant Bewaking spleetbuslekkage Niveausensor Liquiphant Contactmanometer Drukschakelaar Drukmeetomvormer Bewaking van de prestatie van het pompaggregaat voor de herkenning van drooglopen, asynchrone loop van de magneetkoppeling en beveiliging tegen overbelastingsbedrijf Motorbelastingsbeveiliging Overig toebehoren op aanvraag Temperatuurbewaking wentellagering met PT100 2.10.4 Grenzen van het bedrijfsgebied De onder ( Hoofdstuk 6.2.3.1 Pagina 44) vermelde minimumcapaciteiten gelden voor water en daarmee vergelijkbare te verpompen media. Langere bedrijfsfasen bij deze capaciteiten en de genoemde te verpompen media veroorzaken geen extra verhoging van de temperaturen aan het pompoppervlak. Wanneer er echter sprake is van te verpompen media met afwijkende fysische kenmerken, moet nagegaan worden of er gevaar bestaat voor extra opwarming, waardoor de minimumcapaciteit verhoogd zou moeten worden. Met behulp van de onder ( Hoofdstuk 6.2.3.1 Pagina 44) genoemde berekeningsformule kan worden vastgesteld of door extra opwarming een gevaarlijke verhoging van de temperatuur aan het pompoppervlak kan optreden. 2.11 Magneetkoppeling GEVAAR Krachtig magnetisch veld ter plaatse van de magneetkoppeling of bij afzonderlijke magneten Levensgevaar voor personen met pacemakers! Storing in magnetische gegevensdragers, elektronische apparatuur, onderdelen en instrumenten! Ongecontroleerde wederzijdse aantrekking van onderdelen, gereedschappen en dergelijke die magneten bevatten! Een veiligheidsafstand van ten minste 0,3 m aanhouden. Afstand tot samengebouwde pompen: De veiligheidsafstand geldt voor rotoren die magneten bevatten en nog niet in pompen zijn gemonteerd, alsmede voor losse magneten. In ingebouwde toestand wordt het magnetisch veld volledig afgeschermd, d.w.z. een samengebouwde pomp vormt zowel bij stilstand als in bedrijf geen gevaar door magnetische velden (ook niet voor pacemakers). Magnochem 13 van 102

3 Transport / tijdelijke opslag / afvoer 3 Transport / tijdelijke opslag / afvoer 3.1 Leveringstoestand controleren 1. Bij de goederenoverdracht elke verpakkingseenheid op beschadiging controleren. 2. In geval van transportschade de omvang van de schade nauwkeurig bepalen, documenteren en onmiddellijk schriftelijk aan KSB of de leverende dealer en de verzekeringsmaatschappij rapporteren. 3.2 Transporteren GEVAAR Uit de ophanging naar buiten glijden van de pomp/het pompaggregaat Levensgevaar door vallende onderdelen! Pomp/pompaggregaat alleen in voorgeschreven positie transporteren. Nooit een pomp/pompaggregaat aan het vrije aseinde of aan het hijsoog van de motor laten hangen. Gewichtsgegevens en zwaartepunt in acht nemen. Plaatselijke voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht nemen. Geschikte goedgekeurde hijsinrichtingen gebruiken, bijv. zelfspannende heftangen. LET OP Ondeskundig transport van de complete inschuifmodule met of zonder waaier. Beschadiging van de glijlagers! Bij het transport de pompas met een geschikte transportvergrendeling blokkeren tegen verschuiven. Pomp/pompaggregaat resp. inschuifmodule zoals afgebeeld aanslaan en transporteren. Afb. 1: Inschuifmodule transporteren Afb. 2: Pomp transporteren 14 van 102 Magnochem

3 Transport / tijdelijke opslag / afvoer 90 Afb. 3: Compleet pompaggregaat transporteren 90 Afb. 4: Pomp op fundatieplaat transporteren 3.3 Opslag/conservering Als de inbedrijfname langere tijd na de levering moet plaatsvinden, adviseren wij voor de opslag van de pomp / het pompaggregaat de volgende maatregelen: LET OP Beschadiging door vocht, vuil of schadelijke invloeden tijdens de opslag Corrosie/vervuiling van pomp/pompaggregaat! Bij buitenopslag pomp/pompaggregaat of verpakt(e) pomp/pompaggregaat met toebehoren waterdicht afdekken. LET OP Vochtige, vervuilde of beschadigde openingen en verbindingspunten Lekkage of beschadiging van het pompaggregaat! Afgesloten openingen van het pompaggregaat pas tijdens de opstelling vrijmaken. De pomp / het pompaggregaat moet in een droge, beschutte ruimte bij een zo constant mogelijke luchtvochtigheid worden opgeslagen. De as eenmaal per maand met de hand doordraaien, bijv. via de ventilator van de motor. Bij vakkundige interne opslag is een bescherming tot maximaal 12 maanden gegarandeerd. Nieuwe pompen/pompaggregaten zijn in de fabriek afdoende voorbehandeld. Bij het opslaan van een al gebruikte pomp/pompaggregaat ( Hoofdstuk 6.3.1 Pagina 46) in acht nemen. 3.4 Retourzending 1. Pomp op de juiste wijze aftappen. ( Hoofdstuk 7.3 Pagina 56) 2. De pomp altijd doorspoelen en reinigen, met name bij schadelijke, explosieve, hete of andere risicovolle te verpompen media. Magnochem 15 van 102

3 Transport / tijdelijke opslag / afvoer 3. Wanneer er te verpompen media zijn verpompt waarvan de restanten in combinatie met de luchtvochtigheid tot corrosieschade leiden of bij contact met zuurstof ontvlammen, moet het pompaggregaat bovendien worden geneutraliseerd en voor het drogen met een watervrij, inert gas worden doorgeblazen. 4. Bij de pomp/het pompaggregaat moet altijd een volledig ingevulde decontaminatieverklaring worden bijgevoegd. Toegepaste veiligheids- en ontsmettingsmaatregelen altijd vermelden. ( Hoofdstuk 11 Pagina 99) AANWIJZING Desgewenst kan via internet een decontaminatieverklaring op het volgende adres worden gedownload: www.ksb.com/certificate_of_decontamination 3.5 Afvoer WAARSCHUWING Te verpompen media en hulp- of bedrijfsstoffen die heet zijn en/of een gevaar voor de gezondheid opleveren Gevaarlijk voor personen en milieu! Spoelmedium en eventueel restmedium opvangen en afvoeren. Indien nodig beschermende kleding en beschermmasker dragen. Wettelijke bepalingen met betrekking tot het afvoeren van media die een gevaar voor de gezondheid opleveren, in acht nemen. 1. Pomp/pompaggregaat demonteren. Vetten en smeermiddelen bij de demontage opvangen. 2. Pompmaterialen en -producten scheiden, bijv. op: - metaal - kunststof - elektronisch afval - vetten en smeermiddelen 3. Volgens de plaatselijke voorschriften afvoeren of inleveren bij een erkend afvalverwerkingsbedrijf. 16 van 102 Magnochem

4 Beschrijving 4 Beschrijving 4.1 Algemene beschrijving Chemiepomp met magneetkoppeling Pomp voor het verpompen van agressieve, giftige, explosieve, kostbare, brandgevaarlijke, kwalijk riekende of voor de gezondheid schadelijke vloeistoffen in de chemische, petrochemische en algemene industrie. 4.2 Aanduiding Voorbeeld: MACD050-032-2501CCHX1A Tabel 5: Toelichting bij aanduiding Afkorting Betekenis MACD Serie (gespecificeerd: Magnochem) 050 Nom. diameter zuigaansluiting [mm] 032 Nom. diameter persaansluiting [mm] 250 Nom. diameter waaier [mm] 1 Hydrauliek bijv. 1 = deellasthydrauliek C Materiaal huis bijv. C = roestvast staal C Materiaal waaier bijv. C = roestvast staal H Extra aanduiding bijv. H = verwarmbaar huis X Speciale uitvoering 1 Nom. diameter magneetkoppeling bijv. 1 = 85 mm A Effectieve lengte magneetkoppeling bijv. A = 10 mm 4.3 Typeplaatje 1 2 3 4 5 KSB Aktiengesellschaft 67227 Frankenthal MACD050-032-2501CCHX1A 2013 0520-5-P-10000-31 P-No. 997125086300550001 Q 20 m 3 /h H 25 m n 2955 1/min 6 7 8 Mat-No. 01 109 223 ZN 3804 - D 52 x 74 Afb. 5: Typeplaatje (voorbeeld) 1 Serie, grootte, materiaal, grootte magneetkoppeling 2 Klantspecifieke gegevens (optioneel) 3 KSB-opdracht- en 4 Capaciteit opdrachtpositienummer 5 Toerental 6 Naam en adres fabrikant 7 Bouwjaar 8 Opvoerhoogte 4.4 Constructie Bouwwijze Pomp met spiraalvormig huis Horizontale opstelling Procesbouwwijze Eentraps Voldoet aan de technische eisen volgens ISO 5199 Magnochem 17 van 102

4 Beschrijving Afmetingen en vermogen volgens EN 22858/ISO 2858 aangevuld met pompen met een nominale diameter van DN 25, DN 200 en DN 250 Pomphuis Enkele spiraal/dubbele spiraal afhankelijk van pompgrootte Radiaal gedeeld spiraalvormig huis Spiraalvormig huis met aangegoten pompvoeten Vervangbare slijtringen Verwarmbaar Aftappen Waaiervorm Gesloten radiale waaier met ruimtelijk gebogen schoepen Afdichtspleet aan perszijde verlaagt de axiale kracht Asafdichting Zonder asafdichting, met magneetkoppeling Spleetbus als afdichtend element Optioneel: met lekkagebarrière Uitvoeringen huisdeksel Interne circulatie Stof met lager kookpunt Externe circulatie Geblokkeerde uitvoering Extra: Spoelaansluiting Verwarmbaar Aftappen Intern ringfilter of hoofdstroomfilter Lagering Lagers aan motorzijde: Radiaalkogellagers/hoekcontactlagers met lagerspeling C3 Permanent met vet gesmeerd (heetlagervet) Optioneel: Oliesmering Lager aan pompzijde: Hydrodynamische glijlagers Gesmeerd door het verpompte medium Tabel 6: Gebruikte lagers Soort smering Nominale pompdruk Uitvoering lekkagebarrière Nom. diameter magneetkoppeling Lagerstoel aan pompzijde Wentellager aan motorzijde 320.01/321.01 321.02 85 CS40 6209 ZZN C3 6209 ZZN C3 Vetgesmeerd PN16/25/40 Niet aanwezig of asafdichtring 2) CS50 CS60 123 CS40 6209 ZZN C3 6209 ZZN C3 CS50 CS60 2) Asafdichting maximaal tot PN16 18 van 102 Magnochem

4 Beschrijving Soort smering Nominale pompdruk Uitvoering lekkagebarrière Nom. diameter magneetkoppeling Lagerstoel aan pompzijde Wentellager aan motorzijde 320.01/321.01 321.02 85 CS40 6209 NZ C3 6209 NZ C3 172 CS50 6209 ZZN C3 6209 ZZN C3 CS60 CS80 6212 ZZN C3 6212 ZZN C3 235 CS50 6212 ZZN C3 6212 ZZN C3 CS60 CS80 265 CS80 6212 ZZN C3 6212 ZZN C3 Oliegesmeerd PN16/25/40 Niet aanwezig of asafdichtring 2) CS50 CS60 123 CS40 6209 NZ C3 6209 NZ C3 CS50 CS60 172 CS50 6209 NZ C3 6209 NZ C3 CS60 CS80 6212 NZ C3 6212 NZ C3 235 CS50 6212 NZ C3 6212 NZ C3 CS60 CS80 265 CS80 6212 NZ C3 6212 NZ C3 4.5 Constructie en werking 1 2 3 4 5 6 7 8 20 9 19 18 10 17 16 15 14 12 11 13 Afb. 6: Doorsnede 1 Waaier 2 Persaansluiting 3 Huisafdichting 4,15 Circulatieboring 5 Spleetbusafdichting 6 Binnenrotor 7 Buitenrotor 8, 9 Wentellager 10 As aan aandrijfzijde 11, 16 Hydrodynamische glijlagers Magnochem 19 van 102

4 Beschrijving 12 As aan pompzijde 13 Spleetbus 14 Huisdeksel 17 Pomphuis 18 Asboring 19 Zuigaansluiting 20 Smoorspleet Werking Afdichting Magneetkoppeling Het te verpompen medium stroomt via de zuigaansluiting (19) axiaal de pomp binnen en wordt door de roterende waaier (1) naar buiten versneld. In de stromingscontour van het pomphuis wordt de kinetische energie van het te verpompen medium omgezet in drukenergie en wordt het te verpompen medium naar de persaansluiting (2) gevoerd, waardoorheen dit uit de pomp stroomt. De terugstroming van het te verpompen medium vanuit het huis naar het zuigaansluiting wordt verhinderd door een smoorspleet (20). Kenmerkend voor pompen met magneetkoppeling is het feit dat de pompen geen dynamische asafdichting (mechanische asafdichting, stopbuspakking) hebben. De afdichting tussen het te verpompen medium en de omgeving vindt uitsluitend plaats via statische afdichtingen: Vlakke pakking (3) tussen huis (17) en huisdeksel (14), afdichtring (5) tussen huisdeksel (14) en spleetbus (13). Het aandrijfkoppel wordt indirect vanaf de motor via de tussengeschakelde magneetkoppeling op de pompas (12) overgedragen. De magneetkoppeling bestaat voornamelijk uit de buitenrotor (7) en de binnenrotor (6). De spleetbus (13) vormt de asafdichting en scheidt het met het medium in contact komende deel van het droge deel van de pomp. Magneetkoppelingen met permanente magneten werken slipvrij, d.w.z. het toerental van motor en pomp is gelijk. Het aandrijfkoppel van de motor wordt door de buitenrotor (7) via het magneetveld overgedragen op de binnenrotor (6). Deze maakt deel uit van de binnenrotoreenheid, die gelagerd is in door middel van met medium gesmeerde lagers. De direct door het te verpompen medium gesmeerde radiale en axiale glijlagers (11, 16) bestaan uit slijtvast en chemisch bestendig siliciumcarbide. De circulatiestroom door de magneetkoppeling dient daarbij niet alleen voor het smeren van de lagers, maar ook voor het afvoeren van de verlieswarmte die door de wervelstromen in de metalen wand van de spleetbus ontstaat. Bij gebruik van een keramische spleetbus worden in de wand van de spleetbus geen wervelstroomverliezen geïnduceerd. ( Hoofdstuk 4.6 Pagina 20) 4.6 Bedrijfswijzen De bedrijfswijze definieert de koel- en smeerstroom door de magneetkoppeling. Afhankelijk van de bedrijfswijze wordt de koel- en smeerstroom verschillend door de magneetkoppeling geleid. De volgende bedrijfswijzen kunnen worden onderscheiden. Bedrijfswijze interne circulatie Bij de bedrijfswijze interne circulatie wordt voor de smering van de glijlagers en voor het afleiden van de verlieswarmte van de magneetkoppeling het te verpompen medium gebruikt. De smeer- en koelstroom stroomt op grond van het drukverschil tussen zuig- en drukzijde. De stroom komt via boringen aan het huisdeksel aan drukzijde binnen en stroomt via een asboring terug naar de zuigzijde. Bedrijfswijze externe circulatie Bij de bedrijfswijze externe circulatie wordt voor de smering van de glijlagers en voor het afleiden van de verlieswarmte van de magneetkoppeling het medium van buiten toegevoerd (van persaansluiting met of zonder hoofdstroomfilter of extern uit de installatie). Naar keuze kan het te verpompen medium of een ander medium worden gebruikt. De smeer- en koelstroom komt van buiten via de extra aansluitingen aan het huisdeksel en stroomt via een asboring aan zuigzijde terug. Bedrijfswijze stof met lager kookpunt Bij de bedrijfswijze medium met lager kookpunt wordt voor de smering van de glijlagers en voor het afleiden van de verlieswarmte van de magneetkoppeling het te verpompen medium gebruikt. De smeer- en koelstroom stroomt op grond van een geïntegreerde hulphydrauliek en komt via boringen aan het huisdeksel aan perszijde binnen en stroomt via een asboring terug naar de perszijde. Vooral bij een te verpompen medium met steile stoom-drukcurve is deze bedrijfswijze geschikt. 20 van 102 Magnochem

4 Beschrijving Bedrijfswijze geblokkeerde uitvoering Bij de bedrijfswijze geblokkeerde uitvoering wordt voor de smering van de glijlagers en voor het afleiden van de verlieswarmte van de magneetkoppeling het te verpompen of een ander medium gebruikt. De smeer- en koelstroom stroomt op grond van een geïntegreerde hulphydrauliek in een vrijwel gesloten circuit tussen magneetkoppeling en een warmtewisselaar waardoor de verlieswarmte wordt afgeleid. De stroom wordt via extra aansluitingen aan het huisdeksel in- en uitgevoerd. Met een extra sperdruk kan doelgericht een stroom van de magneetkoppeling naar de hoofdhydrauliek worden bereikt, waardoor een terugstroming van het te verpompen medium naar de magneetkoppeling wordt voorkomen. 4.7 Te verwachten geluidswaarden Tabel 7: Geluidsniveau gemeten aan oppervlak L pa 3)4) Nominaal benodigd Pomp Pompaggregaat vermogen P N 960 min -1 1450 min -1 2900 min -1 960 min -1 1450 min -1 2900 min -1 [kw] 760 min -1 [db] [db] 760 min -1 [db] [db] [db] [db] 1,5 52 53 54 56 58 63 2,2 53 55 56 58 60 66 3 55 56 57 60 62 68 4 56 58 59 61 63 69 5,5 58 59 61 62 65 71 7,5 59 61 62 64 66 72 11 61 63 64 65 68 74 15 63 65 66 67 69 75 18,5 64 66 67 68 70 76 22 65 67 68 68 71 77 30 66 68 70 70 72 78 37 67 70 71 70 73 79 45 68 71 72 71 74 80 55 69 72 73 72 74 80 75 71 73 75 73 76 81 90 71 74 76 73 76 82 110 72 75 77 74 77 82 132 73 76 78 75 77 83 160 74 77 79 75 78 84 200 75 78 80 76 79 84 250-79 81-80 85 4.8 Leveringsomvang Afhankelijk van de uitvoering behoren de volgende posities tot de leveringsomvang: Pomp Oppervlaktegekoelde KSB-IEC-draaistroom-kortsluitankermotor Elastische koppeling met of zonder tussenhuls Beschermkap voor de koppeling Fundatieplaat (volgens ISO 3661) gegoten of gelast voor pomp en motor in torsiestijve uitvoering 3) Ruimtelijke gemiddelde waarde conform ISO 3744 en EN 12639; geldig binnen het bedrijfsgebied van de pomp van Q/ Qopt=0,8-1,1 en bij cavitatievrij bedrijf. Bij garantie geldt voor meettolerantie en productiebandbreedte een toeslag van +3 db. 4) Toeslag bij 60 Hz-bedrijf: 3500 1/min +3 db; 1750 1/min +1 db; 1160 1/min ±0 db Magnochem 21 van 102

4 Beschrijving 4.9 Afmetingen en gewichten Gegevens over afmetingen en gewichten zijn vermeld op het opstellingsschema/ maatblad van de pomp/het pompaggregaat. 22 van 102 Magnochem

5 Opstelling/Inbouw 5 Opstelling/Inbouw 5.1 Veiligheidsvoorschriften GEVAAR Onjuiste opstelling in explosiegevaarlijke omgevingen Explosiegevaar! Beschadiging van het pompaggregaat! Plaatselijke explosiebeveiligingsvoorschriften in acht nemen. Gegevens op gegevensblad en typeplaatje van pomp en motor in acht nemen. GEVAAR Krachtig magnetisch veld ter plaatse van de magneetkoppeling of bij afzonderlijke magneten Levensgevaar voor personen met pacemakers! Storing in magnetische gegevensdragers, elektronische apparatuur, onderdelen en instrumenten! Ongecontroleerde wederzijdse aantrekking van onderdelen, gereedschappen en dergelijke die magneten bevatten! Een veiligheidsafstand van ten minste 0,3 m aanhouden. Aanvullende gegevens in acht nemen. ( Hoofdstuk 2.11 Pagina 13) 5.2 Controle voor het begin van de opstelling Plaats van opstelling WAARSCHUWING Opstelling op een onverharde en niet-dragende ondergrond Persoonlijk letsel en materiële schade! Voldoende druksterkte conform klasse C12/15 van het beton in blootstellingsklasse XC1 conform EN 206-1 in acht nemen. De ondergrond moet uitgehard, vlak en horizontaal zijn. Gewichtsgegevens in acht nemen. 1. Bouwplaatsopstelling controleren. De bouwplaatsopstelling moet voorbereid zijn volgens de afmetingen op de maattekening/het opstellingsschema. 5.3 Pompaggregaat opstellen GEVAAR Te hoge temperaturen door ondeskundige opstelling Explosiegevaar! Automatische ontluchting van de pomp zekerstellen door deze horizontaal op te stellen. Bij bedrijfswijzen externe circulatie en geblokkeerde uitvoering de rotorkamer via de extra aansluitingen in het huisdeksel afzonderlijk ontluchten. Magnochem 23 van 102

5 Opstelling/Inbouw 5.3.1 Opstelling op fundament L 1 Afb. 7: Vulplaten aanbrengen L Afstand fundatiebouten 1 Vulplaat 2 Vulplaat bij (L) > 800 mm 3 Fundatiebout 2 Het fundament bezit de noodzakelijke stevigheid en kwaliteit. Het fundament is voorbereid volgens de afmetingen op de maattekening / opstellingstekening. 1. Pompaggregaat op het fundament plaatsen en met behulp van een waterpas op de as en de persaansluiting waterpas afstellen. Maximale positieafwijking: 0,2 mm/m. 2. Indien nodig, vulplaat (1) voor hoogtecorrectie aanbrengen. Vulplaten altijd links en rechts in directe omgeving van de fundatiebouten (3) tussen fundatieplaat/fundatieframe en fundament aanbrengen. Bij fundatieboutafstand (L) > 800 mm extra vulplaten (2) in het midden van de fundatieplaat aanbrengen. Alle vulplaten moeten vlak aanliggen. 3. Fundatiebouten (3) in de daarvoor bestemde boringen plaatsen. 4. Fundatiebouten (3) met beton omgieten. 5. Nadat het beton is uitgehard, moet de fundatieplaat waterpas worden afgesteld. 6. Fundatiebouten (3) gelijkmatig en stevig vastdraaien. 7. Fundatieplaat volstorten met krimpvrij beton met normale korrelgrootte met een water-cementverhouding (w/c-verhouding) 0,5. Vloeibare consistentie tot stand brengen met een vloeimiddel. Beton nabehandelen volgens DIN 1045. AANWIJZING Na overleg vooraf kan het pompaggregaat voor een geluidarm bedrijf op trillingsdempers worden geplaatst. 3 AANWIJZING Tussen pomp en zuig- resp. persleiding kunnen compensatoren worden aangebracht. 24 van 102 Magnochem

5 Opstelling/Inbouw 5.3.2 Fundamentloze opstelling 1 2 3 Afb. 8: Stelelementen instellen 1, 3 Contramoer 2 Stelmoer 4 Machine-onderstel De ondergrond bezit de vereiste stevigheid en hoedanigheid. 1. Het pompaggregaat op de machine-onderstellen (4) plaatsen en met behulp van een waterpas (op as/persaansluiting) waterpas afstellen. 2. Indien nodig voor de hoogtecorrectie de bouten en contramoeren (1, 3) op de machine-onderstellen (4) losdraaien. 3. Stelmoer (2) nastellen tot eventuele hoogteverschillen zijn gecompenseerd. 4. De contramoeren (1, 3) op de machine-onderstellen (4) weer vastdraaien. 4 5.4 Leidingen 5.4.1 Leiding aansluiten GEVAAR Overschrijding van de toelaatbare belastingen op de pompaansluitingen Levensgevaar door uitstromend heet, toxisch, etsend of brandbaar te verpompen medium ter plaatse van lekken! De pomp niet als steunpunt voor de leidingen gebruiken. Leidingen direct voor de pomp ondersteunen en spanningsvrij aansluiten. Toelaatbare krachten en momenten op de pompaansluitingen in acht nemen. ( Hoofdstuk 5.4.2 Pagina 27) Expansie van de leiding bij temperatuurstijging door geschikte maatregelen compenseren. LET OP Onjuiste aarding bij laswerkzaamheden aan de leiding Onherstelbare beschadiging van de wentellagers (pitting-effect)! Gebruik bij het elektrisch lassen nooit de pomp of fundatieplaat voor de aarding. Voorkom dat er elektrische stroom door de wentellagers vloeit. Magnochem 25 van 102

5 Opstelling/Inbouw AANWIJZING Afhankelijk van het type installatie en de pomp wordt aangeraden om terugslagkleppen en afsluiters aan te brengen. Deze moeten echter zodanig worden aangebracht dat het aftappen of demonteren van de pomp niet wordt belemmerd. De zuigleiding/toevoerleiding naar de pomp is bij zuigbedrijf oplopend, bij toeloopbedrijf aflopend aangelegd. Vóór de zuigflens bevindt zich een stabilisatietraject met een lengte van minimaal twee keer de diameter van de zuigflens. De nominale diameters van de leidingen moeten minimaal overeenkomen met die van de pompaansluitingen. Om verhoogde drukverliezen te voorkomen, zijn verloopstukken naar grotere nominale diameters met een ca. 8 vergrotingshoek uitgevoerd. De leidingen zijn direct voor de pomp ondersteund en spanningsvrij aangesloten. LET OP Lasparels, oxidatieresten en andere verontreinigingen in de leidingen Beschadiging van de pomp! Verontreinigingen uit de leidingen verwijderen. Breng, indien nodig, een filter aan. Gegevens onder ( Hoofdstuk 7.2.2.3 Pagina 52) in acht nemen. 1. Reservoirs, leidingen en aansluitingen grondig reinigen, doorspoelen en doorblazen (vooral bij nieuwe installaties). 2. Flensafdekkingen op zuig- en persaansluiting van de pomp vóór de montage in de leiding verwijderen. 3. Inwendige van de pomp controleren en indien nodig vreemde voorwerpen verwijderen. 4. Breng, indien nodig, filters in de leiding aan (zie afbeelding: filter in leiding). 1 Afb. 9: Filter in leiding 2 1 Verschildrukmeter 2 Filter AANWIJZING Filter met ingezet zeefgaas met 0,5 mm x 0,25 mm (maaswijdte x draaddiameter) van corrosiebestendig materiaal gebruiken. Filter met drievoudige diameter in de leiding aanbrengen. Filters in hoedvorm hebben zich bewezen. 5. Leiding aansluiten op pompaansluiting. 26 van 102 Magnochem

5 Opstelling/Inbouw LET OP Agressieve spoel- en beitsmiddelen Beschadiging van de pomp! Methode en duur van het reinigen bij spoel- en beitswerkzaamheden afstemmen op de gebruikte materialen van het huis en de afdichtingen 5.4.2 Toegestane krachten en momenten op de pompaansluitingen F y F y F x F z [+] F z F y M y F x M x F z M z De gegevens voor krachten en momenten gelden alleen voor statische belastingen op de leidingen. Bij overschrijding is verificatie vereist. Indien rekenkundig bewijs van stevigheid nodig is, zijn de waarden alleen op verzoek verkrijgbaar. De gegevens zijn alleen geldig voor opstelling op een volgestorte fundatieplaat, gemonteerd op een star, vlak fundament. F x Afb. 10: Krachten en momenten op de pompaansluitingen Tabel 8: Krachten en momenten op de pompaansluitingen bij uitvoering "C" (1.4408/ A743 GR CF8M) Pompgrootte Zuigaansluiting Persaansluiting DN F x [N] F y [N] F z [N] F [N] M x [Nm] M y [Nm] 040-025-160 40 970 780 650 1404 845 585 683 25 490 455 600 898 370 390 455 040-025-200 40 970 780 650 1404 845 585 683 25 460 455 600 898 370 390 455 050-032-250.1 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 050-032-125.1 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 050-032-160.1 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 050-032-200.1 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 050-032-125 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 050-032-160 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 050-032-200 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 050-032-250 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 065-040-125 65 1600 1300 1105 2339 1050 715 780 40 780 650 1000 1425 845 585 685 065-040-160 65 1600 1300 1105 2339 1050 715 780 40 780 650 1000 1425 845 585 685 065-040-160.1 65 1600 1300 1105 2339 1050 715 780 40 780 650 1000 1425 845 585 685 065-040-250.1 65 1600 1300 1105 2339 1050 715 780 40 780 650 1000 1425 845 585 685 065-040-200 65 1600 1300 1105 2339 1050 715 780 40 780 650 1000 1425 845 585 685 065-040-250 65 1600 1300 1105 2339 1050 715 780 40 780 650 1000 1425 845 585 685 065-040-315 65 1600 1300 1105 2339 1050 715 780 40 780 650 1000 1425 845 585 685 080-050-315.1 80 2000 1550 1333 2860 1330 748 1010 50 1000 880 1250 1827 910 650 750 080-050-125 80 2000 1550 1333 2860 1330 748 1010 50 1000 880 1250 1827 910 650 750 080-050-160 80 2000 1550 1333 2860 1330 748 1010 50 1000 880 1250 1827 910 650 750 080-050-200 80 2000 1550 1333 2860 1330 748 1010 50 1000 880 1250 1827 910 650 750 080-050-250 80 2000 1550 1333 2860 1330 748 1010 50 1000 880 1250 1827 910 650 750 080-050-315 80 2000 1550 1333 2860 1330 748 1010 50 1000 880 1250 1827 910 650 750 100-065-125 100 2500 1950 1755 3624 1850 900 1400 65 1300 1105 1600 2339 1050 715 790 100-065-160 100 2500 1950 1755 3624 1850 900 1400 65 1300 1105 1600 2339 1050 715 790 100-065-200 100 2500 1950 1755 3624 1850 900 1400 65 1300 1105 1600 2339 1050 715 790 100-065-250 100 2500 1950 1755 3624 1850 900 1400 65 1300 1105 1600 2339 1050 715 790 100-065-315 100 2500 1950 1755 3624 1850 900 1400 65 1300 1105 1600 2339 1050 715 790 125-080-160 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 80 1550 1335 1950 2826 1350 750 1000 125-080-200 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 80 1550 1335 1950 2826 1350 750 1000 125-080-250 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 80 1550 1335 1950 2826 1350 750 1000 125-080-315 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 80 1550 1335 1950 2826 1350 750 1000 125-080-400 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 80 1550 1335 1950 2826 1350 750 1000 125-100-160 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 100 2000 1755 2500 3651 1850 900 1400 125-100-200 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 100 2000 1755 2500 3651 1850 900 1400 125-100-250 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 100 2000 1755 2500 3651 1850 900 1400 125-100-315 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 100 2000 1755 2500 3651 1850 900 1400 125-100-400 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 100 2000 1755 2500 3651 1850 900 1400 150-125-200 150 4300 3450 2850 6206 3200 1600 2450 125 2700 2200 3400 4867 2550 1300 1900 M z [Nm] DN F x [N] F y [N] F z [N] F [N] M x [Nm] M y [Nm] M z [Nm] Magnochem 27 van 102

5 Opstelling/Inbouw Pompgrootte Zuigaansluiting Persaansluiting DN F x [N] F y [N] F z [N] F [N] M x [Nm] M y [Nm] 150-125-250 150 4300 3450 2850 6206 3200 1600 2450 125 2700 2200 3400 4867 2550 1300 1900 150-125-315 150 4300 3450 2850 6206 3200 1600 2450 125 2700 2200 3400 4867 2550 1300 1900 150-125-400 150 4300 3450 2850 6206 3200 1600 2450 125 2700 2200 3400 4867 2550 1300 1900 200-150-200 200 6750 5250 4300 9572 4850 2450 3550 150 3450 2850 4300 6206 3150 1600 2450 200-150-250 200 6750 5250 4300 9572 4850 2450 3550 150 3450 2850 4300 6206 3150 1600 2450 200-150-315 200 6750 5250 4300 9572 4850 2450 3550 150 3450 2850 4300 6206 3150 1600 2450 200-150-400 200 6750 5250 4300 9572 4850 2450 3550 150 3450 2850 4300 6206 3150 1600 2450 200-150-500 200 6750 5250 4300 9572 4850 2450 3550 150 3450 2850 4300 6206 3150 1600 2450 200-200-250 200 6750 5250 4300 9572 4850 2450 3550 200 5250 4300 6750 9572 4850 2450 3550 250-200-315 250 9200 7350 6150 13285 6900 3350 5250 200 5250 4300 6750 9572 4850 2450 3550 250-200-400 250 9200 7350 6150 13285 6900 3350 5250 200 5250 4300 6750 9572 4850 2450 3550 250-200-500 250 9200 7350 6150 13285 6900 3350 5250 200 5250 4300 6750 9572 4850 2450 3550 300-250-315 300 11000 9200 7350 16114 8400 4150 6350 250 7350 6150 9150 13250 6900 3350 5250 M z [Nm] DN F x [N] F y [N] F z [N] F [N] M x [Nm] M y [Nm] M z [Nm] Correctiefactor 1,2 1,1 1 0,9 0,8 Y E, D C, V 0,7 0,6 0 50 100 150 200 250 300 400 C 350 Afb. 11: Temperatuurcorrectiediagram voor "uitvoering C, D, E, V en Y (1.4408/ A743 GR CF8M) 5.4.3 Extra aansluitingen GEVAAR Vorming van een explosiegevaarlijke atmosfeer door het mengen van onverenigbare vloeistoffen in hulpleidingen Verbrandingsgevaar! Explosiegevaar! Let op de verenigbaarheid van sper-/quenchvloeistof en het te verpompen medium. WAARSCHUWING Niet of onjuist gebruikte extra aansluitingen (bijv. spervloeistof, spoelvloeistof enz.) Letselgevaar door uitstromend te verpompen medium! Verbrandingsgevaar! Functionele storing van de pomp! Neem het aantal, de afmetingen en de positie van de extra aansluitingen in het opstellings- resp. leidingschema en, indien aanwezig, de markeringen op de pomp in acht. Aanwezige extra aansluitingen gebruiken. 28 van 102 Magnochem

5 Opstelling/Inbouw 5.5 Omhuizing/isolatie WAARSCHUWING Het spiraalvormige huis en het huisdeksel/persdeksel nemen de temperatuur van het verpompte medium aan Verbrandingsgevaar! Spiraalvormig huis isoleren. Beveiligingsvoorzieningen aanbrengen. LET OP Warmteophoping in de lagerstoel Lagerschade! Lagerstoelen mogen niet worden geïsoleerd. De lagertemperatuur mag niet hoger worden dan 90 C (gemeten aan de buitenzijde van de lagerstoel). 102 161 344 330 Afb. 12: Toegestaan bereik isolatie 102 Spiraalvormig huis 161 Huisdeksel 344 Lantaarnstuk 330 Lagerstoel Toegestaan bereik isolatie 5) AANWIJZING Op het huisdeksel 161 en het lantaarnstuk 344 kunnen bewakingssystemen worden aangesloten. Bij isolatie van het huisdeksel en het lantaarnstuk van de lagerstoel er op letten dat de aansluiting en weergave van de sensoren toegankelijk blijven. Ook de specificaties van de fabrikant van de sensoren met betrekking tot de toegestane omgevingstemperatuur in acht nemen. 5.6 Uitlijning koppeling controleren GEVAAR Ontoelaatbare temperaturen bij koppeling of lagering door foutuitlijning van de koppeling Explosiegevaar! Verbrandingsgevaar! Zorg altijd dat de koppeling correct is uitgelijnd. 5) Kenmerkt de onderdelen die geïsoleerd mogen worden, maar zegt niets over het type resp. de uitvoering van de isolatie. Magnochem 29 van 102