Samenvatting scheikunde Hoofdstuk 4 + 5

Vergelijkbare documenten
Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

De meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens.

6,9. Samenvatting door een scholier 1896 woorden 27 november keer beoordeeld. Scheikunde

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

De ontbrandingstemperatuur is de laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

6,7. 1 schuin de grond in boeren. 2 veel dieper boren (een paar duizend meter).

Domein C: Koolstofchemie. Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie

Samenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3

Hoofdstuk 3 Organische stoffen

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

3. Leid uit de formules van water, zwaveldioxide en zwavelzuur af welke stof uit de lucht hier bedoeld wordt..

1) Stoffen, moleculen en atomen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Eindexamen scheikunde havo 2005-II

Aardolie. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Elementen Thema 1 MAterialen. de kringloop tussen mens / dier en plant uiteggen mbv CO2 en O2

Eindexamen scheikunde havo 2004-I

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Oefentoets polymeren havo en vwo

Chemisch recyclen kunststof verpakkingen. Karen van de Stadt & Kees Kerstens

Spel Organische stoffen. Spelbord:

07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK

De oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift opgenomen.

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Koolstofchemie versie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 7 duurzaamheid

Colofon. Titel: Xact Groen Scheikunde deel 2 ISBN: NUR: 124 Trefwoord: mbo, groen, scheikunde

4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Het smelten van tin is géén reactie.

Proef Scheikunde Proeven

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

Samenvatting Biologie Thema 7

Samenvatting scheikunde hoofdstuk 1 stoffen 1 tm 7 (hele hoofdstuk) + aantekeningen h3a 1.1 zwart goud (herhaling) Fossiele

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE

Oefen-SE SE4 Havo 5. Micro-organismen

Samenvatting Scheikunde H1

5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

HANDBOEK NIEUWE SCHEIKUNDE 3 VWO GYMNASIUM

Vorming van niet-metaaloxiden

Eindexamen scheikunde havo 2007-I

Kunststoffen. Kunststoffen. Kunststoffen. Kunststoffen. Kunststoffen of polymeren. Geschiedenis

Na leren van paragraaf 5.1 kun je

Hoofdstuk 5. Reacties en energie. J.A.W. Faes (2019)

Naam. OPDRACHT 1 Project 1: GSM. Kunststoffen. 1. Wat zijn kunststoffen? Chemische verbindingen die niet op een natuurlijke manier worden gemaakt.

Inhoud. Koolstofverbindingen (bovenbouw)...2 Structuren van koolstofverbindingen (bovenbouw)...4 Reacties van koolstofverbindingen (bovenbouw)...

Eindexamen scheikunde havo 2003-II

NASK1 SAMENVATTING VERBRANDEN EN VERWARMEN

Eindexamen scheikunde havo I

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Steenkool. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Kunststof en composiet

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft

Kunststof en composiet Kunststof en composiet

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

H4sk-h3. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

6,3. Samenvatting door Daphne 2963 woorden 14 november keer beoordeeld. Scheikunde

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm.

Opwarming van de aarde

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Eindexamen vmbo gl/tl nask I

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

5 Formules en reactievergelijkingen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Op ontdekkingstocht naar aardolie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 & 5.

7.1 Het deeltjesmodel

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

Eindexamen scheikunde havo 2001-I

Kolenvergasser. Kolenvergasser hdefc.doc

1. Uit welke grondstoffen worden kunststoffen gemaakt? 2. In welke drie groepen kunnen synthetische stoffen worden ingedeeld?

scheikunde vwo 2016-II

Scheikundige begrippen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

Hoofdstuk 3. en energieomzetting

Kuwait Petroleum Europoort, Q8KPE

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 5: Ontleding en synthese in de industrie

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Transcriptie:

Samenvatting scheikunde Hoofdstuk 4 + 5 hoofdstuk 4 Paragraaf 4.1 Aardgas uit de gaskraan is een mengsel van methaangas (80%), het brandbare bestanddeel en stikstofgas. Deze stoffen zijn beide geurloos en daarom is er een geurstof aan toegevoegd. Een gaslek kan een explosie tot gevolg hebben. Als methaan (CH4)ontleedt ontstaan er; - koolstofdioxidegas (CO2) - waterdamp (H2O) - Warmte De chemische energie die is opgeslagen in aardgas komt bij een verbranding vrij als warmte Methaangas + zuurstofgas > Koolstofdioxidegas + waterdamp (+warmte) Een reagens is een stof waarmee je de aanwezigheid van een andere stof kunt aantonen, deze stof word niet verbruikt. Je voert dan een herkenningsreactie uit. Wit kopersulfaat > word blauw door contact met water(damp) Kalkwater > word troebel door koolstofdioxidegas Bij een volledige verbranding verbranden alle stoffen volledig, is er genoeg O2 aanwezig en er ontstaat CO2 + H2O. Bij een onvolledige verbranding ontstaan er giftige stoffen, is er te weinig O2 aanwezig en ontstaat CO + H2O. paragraaf 4.2 Steenkool is ontstaan uit afgestorven planten. De samenstelling van steenkool kan sterk verschillen. Het bevat vooral moleculen die bestaan uit koolstof-, waterstof-, stikstof-, zwavel- en zuurstofatomen. Bij de verbranding van steenkool komen veel schadelijke stoffen vrij zoals SO2 en NOx. Dit gebeurd ook als steenkool volledig verbrand. Deze stoffen veroorzaken zure regen. Om teveel milieuvervuiling tegen te gaan word steenkool in cokesfabrieken voor de verbranding gezuiverd. De steenkool wordt, in afwezigheid van lucht, heel hoog verhit. Daardoor ontwijken allerlei stoffen uit de kool. Cokes; een vaste stof die uit ongeveer 90 massa% uit koolstof bestaat, blijft achter. Dit word weer gebruikt bij het berijden van ijzer. Cokesfabrieken leveren ook; - gas, voor brandstof - Teer, voor asfalt - ammoniak en zwavelzuur, voor de chemische industrie Aardolie is een mengels van verschillende stoffen zoals zwavel, zuurstof, stikstof en voornamelijk koolwaterstoffen. Dit zijn stoffen die alleen uit kool- en waterstof bestaan. Uit aardolie worden verschillende brandstoffen gemaakt zoals benzine en diesel. Ook levert aardolie veel grondstoffen op. Als aardolie onvoldoende word gezuiverd ontstaat er bij de verbranding ook zwaveldioxidegas. SO2 word gevormd als je zwavel of een stof waarin zwavel voorkomt verbrand. SO2 kun je aantonen met het reagens jood.

Jood > geel water word kleurloos. Zure regen is zwaveldioxidegas dat in de lucht is gekomen, gereageerd heeft met zuurstof en water tot zwavelzuur en als vorm van neerslag om de aarde terecht komt. Zure regen verzuren de grond, oppervlaktewater en tasten kalksteen en marmer aan. Bij een onvolledige verbranding komt koolstofmono-oxide vrij. paragraaf 4.3 Voor elke verbranding is zuurstof en een brandstof nodig. Lucht bestaat voornamelijk uit stikstofgas (78 volume%) en zuurstofgas (21 volume%). Door de sterk toegenomen verbranding van fossiele brandstoffen is het koolstofdioxidegehalte sterk gestegen. Smog is een samenstelling van rook en mist. Het treed met name op in steden, op warme, windstille dagen. Koolstofdioxidegas heeft de eigenschap de warmte-uitstraling van de aarde tegen te houden. Dit noem je het broeikaseffect. Doordat er minder koolstofdioxidegas in de lucht komt geeft de aarde minder warmte af aan het heelal, daardoor zal te temperatuur stijgen. Dit heet het versterkt broeikaseffect. Je kan het versterkt broeikaseffect tegen gaan door minder fossiele brandstoffen te verbranden. Een snelle verbranding is een verbranding waarbij zuurstof en de brandstof voldoende snel bij elkaar kunnen komen en de temperatuur hoog genoeg is door de brandstof aan te steken. De ontbrandingstemperatuur is de laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden. Je spreekt van een brand als de temperatuur van een vuur eenmaal zo hoog is dat het zichzelf brandende houdt. Als je een brand wil blussen moet je tenminste 1 van deze dingen doen; - de brandstof weghalen - de aanvoer van lucht onmogelijk maken - Brandende materialen afkoelen tot onder de ontbrandingstemperatuur Water koelt het brandende materiaal af, waterdamp bemoeilijkt het contact tussen de brandstof en de lucht. Koolzuurblussers werken volgens hetzelfde principe. Blussen met schuim zorgt ervoor dat de luchttoevoer onmogelijk word. Als er in een schoorsteen roet en teer zit omdat het vuur onvolledig verbrand kan het vlamvatten en heb je eens schoorsteenbrand. Paragraaf 4.4 Fotosyntheseproces glucose + zuurstof > koolstofdioxide + water (+energie) De zuurstof die nodig is voor verbranding adem je in. Dat komt via de stof hemoglobine via je bloed in je lichaamscellen. Dit is een langzame verbranding; een verbranding zonder vuurverschijnselen.

Planten nemen koolstofdioxide op uit de atmosfeer. Mensen, dieren en planten geven weer koolstofdioxide af aan de atmosfeer en zo vindt er een koolstof(dioxide)kringloop plaats. Biobrandstoffen geven bij de verbranding koolstofdioxide af aan de lucht maar die is tijdens het groeien van de planten uit de lucht opgenomen dus er ontstaat geen extra koolstofdioxide. hoofdstuk 5 Paragraaf 5.1 Aardolie is een mengsel van vele duizenden stoffen. Om uit aardolie stoffen en producten te kunnen maken, moet je aardolie eerst destilleren en dan bewerken. In een olieraffinaderij wordt aardolie door middel van destillatie in 8 fracties gescheiden. een fractie is een deel van. omdat duizenden stoffen in 8 fracties worden gescheiden zijn dit mengels. ze hebben dus een kooktraject en geen kookpunt. je noemt deze destillatie ook wel een gefractioneerde destillatie. Destillatietorens zijn 30 to 40 meter hoog. Onderin de toren is de temp. Hoger omdat daar hete aardolie word aangevoerd. De gassen stijgen, koelen af en condenseren op bepaalde hoogte. Vluchtige stoffen, stoffen met een laag kookpunt, condenseren bovenin de toren. hoe minder vluchtigheid, hoe lager ze condenseren in de kolom. In schotels worden gecondenseerde stoffen opgevangen en afgetapt. Bovenin worden stoffen opgevangen die niet condenseren. onderin de kolom blijft het residu achter. dit is een dikke, stroperige, zwarte massa. de destillatie van aardolie is een continu proces; het gaat onafgebroken door. het voordeel is dat je voortdurend kan produceren en het een constante samenstelling heeft. ook is er weinig mankracht voor nodig. Verkregen aardoliefracties zijn geen eindproducten, deze moeten eerst verder bewerkt worden. aardolie bestaat voornamelijk uit koolwaterstoffen. Koolwaterstoffen bestaan alleen uit de elementen koolstof en waterstof (CxHy). Alkanen zijn stoffen met verzadigde = enkele verbindingen, ze voldoen aan de formule CnH2N+2. veel koolwaterstoffen zijn alkanen. Paragraaf 5.2 Aan de molecuulformule kun je zien welke atoomsoorten en hoeveel atomen van elke soort in een molecuul zitten maar niet welke atomen aan elkaar gebonden zijn. dat kan je wel zien aan de structuurformule. de streepjes tussen de elementsymbolen geven aan welke atomen aan elkaar gebonden zijn. met een binding laat je zien welke atomen aan elkaar gebonden zijn. met een ruimtelijke tekening krijg je een redelijk beeld van de ruimtelijke bouw van een molecuul. er bestaan zoveel verschillende koolwaterstoffen door een bijzondere eigenschap van koolstof. Koolstofatomen kunnen lange ketens vormen en kunnen in die ketens vertakkingen voorkomen. verschillende stoffen betekend verschillende moleculen, daarom hebben ze een andere naam. verschillende stoffen met dezelfde molecuulformule, maar met een verschillende

structuurformule, heten isomeren. Als het aantal koolstofatomen toeneemt word het aantal isomeren groter. Behalve waterstof kunnen ook andere atomen aan koolstof binden, daarom zijn er ongeveer 2 miljoen koolstofverbindingen. Paragraaf 5.3 het meerendeel van aardoliefracties wordt gebruikt als brandstof. sommige worden gebruik om kunststoffen te maken. Macromoleculen zijn koolstofatomen die makkelijk langere ketens kunnen maken. Kunstogen bestaan uit macromoleculen voor het maken van kunststoffen wordt vooral de naftafractie gebruikt. Nafta is een mengsel van koolwaterstoffen met molecuulformules van c4h10 tot c12h26.uit deze moleculen kunnen macromoleculen gemaakt worden. Kraken betekend in stukken breken. door nafta te verhitten breken grotere koolwaterstofmoleculen in stukken en ontstaan er kleinere moleculen. dit heet thermisch kraken (ontleden). het gebeurt zonder zuurstof. Katalytisch kraken is kraken met aanwezigheid van een katalysator. een dubbele binding zijn 2 streepjes. Monomeer is de algemene naam voor de beginstof die gebruikt wordt bij het maken van kunststoffen. Monomeermoleculen zijn kleine moleculen die onder bepaalde omstandigheden aan elkaar kunnen koppelen. daarbij ontstaan enorm lange ketens; macromoleculen (polymeren). Paragraaf 5.4 je komt kunststoffen overal in je dagelijks leven tegen Plastic heeft bijzondere eigenschappen; - het is goed bestand tegen scheuren en vocht. - Sterk. - slechte geleiders voor elektriciteit en warmte, je kan ze dus gebruiken als isolatoren voor elektriciteit en warmte. - het rot niet of word niet (of zeer slecht) aangetast door stoffen in hun omgeving. - je kunt ze een kleur geven door kleurstoffen toe te voegen Een weekmaker is een stof die kunstoog week (zacht en buigzaam) maakt. nadelen zijn dat kunststoffen bij een te hoge temperatuur (te) zacht en brandbaar (kunnen) zijn en ze zijn niet biologisch afbreekbaar dus moeilijk te recyclen. Thermoplasten worden zacht bij verwarming -> polyetheen (pe), polypropeen (pp) en polyvinylchloride (pvc) de koolstofketens liggen naast elkaar en bij verwarmen gaan de ketens langs elkaar bewegen; worden dus zacht. Thermoharders worden niet zacht als je ze verwarmt. Bij deze kunstogen zijn de lange koolstofketens onderling aan elkaar gekoppeld, ze kunnen niet langs elkaar bewegen en blijven dus hard. composieten zijn combinaties van materialen. Nieuwe materialen met andere eigenschappen Polyester -> glasvezels en kunststof, sterk Carbon -> koolstof en kunststof, flexibel en sterk Tyvec -> papier en kunststof

vezels worden gebruikt voor het maken van textiel. in veel kledingstukken zitten composieten van natuur- en kunstvezels. Natuurvezels; - katoen (katoenplant), linnen (vlasplant), wol (schapen), zijde (zijderupsen) en mohair (angorageiten) - neemt makkelijk vocht op. - vetvlekken hechten veel moeilijker dan aan kunstvezel Kunstvezels; - worden in een chemische fabriek van kunstogen gemaakt - sterker dan natuurvezels. - nemen niet of zeer slecht vocht op - vetvlekken hechten veel makkelijker dan aan natuurvezel kunststof afval wordt verbrand in verbrandingsovens. dit is schadelijk voor het milieu en onze gezondheid. Om op de grondstof van aardolie te besparen en het milieu te ontzien wint men steeds meer kunststof uit afval. dit noemen we recyclen. Recyclen is lastig omdat; - er zoveel soorten kunstogen bestaan die erg op elkaar lijken. - kunststoffen vaak toevoegingen bevatten. door recyclen komt er minder afval un de verbrandingsovens en minder verbranding zorgt voor minder co2 -uitstoot.