Ruimtelijk kwaliteits kader

Afbeelding Waternet Ruimtelijk kwaliteits kader Dijktracé Vreelandseweg februari 2015

01 Afbeelding 1.1 Opgave dijkversterking Dijk stabiel Hoogte onvoldoende Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld onder CC BY 3.0 NL door het Kadaster, Apeldoorn Hoogte en stabiliteit onvoldoende

02 Afbeelding 2.1 Sfeerbeeld Dijktracé Vreelandseweg

03 Afbeelding 3.1 Plangebied Hornpolder Horn- en Kuijperpolder Hoekermolen Châlet Parc De Vechtoever Vecht Nigtevecht Vecht Garstenmolen Hoeker- en Garsten Polder Sluis bij Nigtevecht Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld onder CC BY 3.0 NL door het Kadaster, Apeldoorn Amsterdamrijnkanaal Dijktracé Vreelandseweg

04 Afbeelding 4.1 Ruimtelijk karakter dijktracé Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld onder CC BY 3.0 NL door het Kadaster, Apeldoorn

05 Afbeelding 5.4 Historische ligging dijk

05 Afbeelding 5.6 Historische monumenten / objecten Rijksmonument Historische buitenplaats Historische molen N Z Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld onder CC BY 3.0 NL door het Kadaster, Apeldoorn Dijktracé

Afbeelding 6.2 Sfeerbeeld Dijktracé Vreelandseweg 06

Afbeelding 6.5 Ruimtelijk karakter dijktracé 06 Besloten Beplanting en of bebouwing ontnemen aan drie zijden (oost, west en bovenzijde) het zicht op de omgeving. Dit geeft een sterk gevoel van beslotenheid. Door het gebrek aan zicht naar alle zijden ligt de nadruk van oriëntatie op het dijktracé. Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld onder CC BY 3.0 NL door het Kadaster, Apeldoorn

Ruimtelijke karakteristieken tracé Dichte wanden beide zijden Beplanting en of bebouwing ontnemen aan twee zijden (oost en west) het zicht op het veenweidelandschap. Dit geeft een gevoel van beslotenheid. Het perspectief concentreert zich op de wanden en de lucht. Zicht op het veenweidelandschap Beplanting en of bebouwing ontnemen het zicht op de Vecht. Het perspectief concentreert zich op het veenweidelandschap. Ruimtelijk maakt de dijk hierdoor onderdeel uit van het veenweidelandschap. Zicht op het veenweidelandschap / transparante wand Vechtzijde Beplanting filtert het zicht op de Vecht. Ruimtelijk maakt de dijk hierdoor onderdeel uit van het veenweidelandschap. Zicht op de Vecht Beplanting en of bebouwing (woonboten), aan de westzijde, ontnemen het zicht op het veenweidelandschap. Het perspectief concentreert zich op de dijk en de Vecht. Ruim- telijk maakt de dijk hierdoor onderdeel uit van de Vecht. Zicht op Vecht / transparante wand zijde veenweidelandschap Beplanting filtert het zicht op het veenweidegebied. Ruim- telijk maakt de dijk hierdoor onderdeel uit van de Vecht. Tweezijdig zicht Geen beplanting en of bebouwing aanwezig. Vrij zicht op de Vecht en het veenweidelandschap aan de westzijde. 25

Afbeelding 6.6 Sfeerbeeld aanwezige beplanting 06

Beplanting Een grote kwaliteit van de Vecht is gelegen in de beplanting van wegen, oevers en van tuinen; het is een wezenlijk ingrediënt van de identiteit van de Vecht en daarmee ook van het deeltraject Vreelandseweg. In het studiegebied komen de volgende aan elkaar tegengestelde paren beplantingstypen voor: Opvallend is dat uit de boominventarisatie blijkt dat maar één boom (nr. 168, Platanus x hispanica), binnen het plangebied, het predicaat hoge LNC waarde (landschappelijke/ natuurlijke/ cultuurhistorische waarde krijgt toegekend. Voor de overige geïnventariseerde bomen geldt het predicaat matig (50%) of lage (50%) LNC waarde. Deze beoordeling geldt overigens voor een boom als individueel object. Relaties met andere objecten en de landschappelijke historie, boomgroepen en de belevingswaarde zijn hierin niet opgenomen In deze methoden wordt daar wel rekening mee gehouden. spontaan versus bedoeld; publiek versus privaat; variatie versus eenheid; gewoon versus bijzonder. Per boom(groep) moet dus alsnog bekeken worden of deze behoudens waardig is vanwege belevingswaarde en samenhang met andere landschapselementen. Daarbij speelt ook een rol of inpassing ten aanzien van de dijkverbetering mogelijk is en zo ja op welke manier. Uniek aan de Vecht is de mengeling van bewust door particulieren, gericht op de esthetische kwaliteit geplante bomen en hagen versus de half-spontane, natuurlijke en gewone beplanting. 27

Afbeelding 6.7 Verkaveling 06 Cope- en slagenverkaveling Sloot gedempt Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld onder CC BY 3.0 NL door het Kadaster, Apeldoorn

Afbeelding 6.8 Bebouwingstypen 06 Dorps Particulier Boeren erf Bedrijvigheid Woonboot Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld onder CC BY 3.0 NL door het Kadaster, Apeldoorn

Afbeelding 6.10 Landschappelijke karakteristieken 06 Lint karakter Ontginnings karakter Informeel karakter (Open) veenweide landschap karakter Boeren erf 6.11 Ruimtelijkkwaliteitskader Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld Vreelandseweg onder CC BY 3.0 NL door - februari het Kadaster, 2015 Apeldoorn

Afbeelding 7.1 Sfeerbeeld cultuurhistorisch erfgoed Vreelandseweg 07

Visie Kijkend naar het verleden is er in het plangebied sinds 1910 weinig tot niets veranderd. Behoud en waar mogelijk versterking van dit historisch gegroeide juweel door middel van het doorzetten van de historische lijn dient hier als uitgangspunt voor de dijkversterking. Dit uitgangspunt vraagt niet om een eenduidige ingreep maar om een acupunctuurachtige wijze van aanpak zodat de subtiele verschillen voor de toekomst kunnen worden behouden en of worden versterkt. Behoud van cultuurhistorischeen landschappelijke subtiele verschillen door een toegespitste vorm en inzet van middelen. Het doorzetten van de historische lijn geldt hierbij als uitgangspunt. Binnen het plangebied zijn op hoofdlijnen vier karakteristieken te onderscheiden die ten grondslag liggen aan de aanwezige diversiteit en kwaliteit. Om de kwaliteiten van de verschillende karakteristieken te behouden en of te versterken volt hieronder een uiteenzetting hoe hier, in relatie met de dijkverbetering, mee om te gaan: 1. Landelijke Vecht. Op het hoogste schaalniveau gaat het om het behoud van de Vecht als ontginningslint en losse nederzetting in een open Veenweidelandschap. De herkenbaarheid van de Vecht als ontginningslint hangt sterk samen met de hoeveelheid massa die open in de buurt van de dijk aanwezig is. Om de herkenbaarheid van de Vechtzone vanuit de omgeving te behouden dient de aanwezige massa open in de omgeving van de dijk zo veel mogelijk gehandhaafd te worden. 2. Identiteit deeltrajecten Op het schaalniveau van het dijktracé zelf wordt de kwaliteit van het dijktracé in belangrijke mate bepaald door de afwisseling van identiteiten van het dijktracé. Het behoud van deze verschillen dient als randvoorwaarde voor de dijkverbetering te worden meegenomen. Concreet betekent dit dat elementen en structuren die bepalend zijn voor een bepaalde identiteit zoveel mogelijk behouden moeten blijven. Voorbeelden van dergelijke elementen zijn de erfbeplanting van de boerderij Nigtevechtseweg nr. 42 en de bosachtige beplanting ter hoogte van de Vreelandseweg nr. 38. 3. Ruimte en massa De afwisseling tussen ruimte en massa maken de landschapsbeleving zeer afwisselend en uniek. Behoud van de grote tegenstellingen in ruimtelijke beleving moet als uitgangspunt dienen voor het dijkverbeteringsplan en waar mogelijk worden versterkt. Dit betekent dat op bepaalde delen van het dijktracé, waar de beleving monotoon is, zichten op de Vecht of op het Veenweidelandschap zullen worden hersteld. 4. Organische groei Uit het brede scala aan dijkvormen is af te lezen dat bij de aanleg van de dijk geen sprake is geweest van een overall plan. In de loop van de tijd is per deel (traject) gekozen voor de meest optimale oplossing. Dit heeft als gevolg dat er binnen het plangebied op hoofdlijnen vier typen profielen te onderscheiden zijn. Deze diversiteit aan dijkvormen komt de uniciteit van de dijk en de afleesbaarheid van het verleden ten goede! Voor het dijkverbeteringsplan betekent dit dat de aanwezige profielvorm leidend is voor de wijze waarop de dijkverbetering plaatsvindt. In het kort: behoud van de ontstaansgeschieden door behoud van diversiteit in visuele kenmerken van dijkprofielen. 35

2260 Afbeelding 7.2 Cultuurhistorische- en landschappelijke waardenkaart 07 3012m 2565m 1875m 1935m 2530m 1030m 1360m 0m Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld onder CC BY 3.0 NL door het Kadaster, Apeldoorn

2 Cultuurhistorische- en landschappelijke Veel cultuurhistorischeen landschappelijke waarden Cultuurhistorische- en landschappelijke waarden Te vervangen of te verplaatsen elementen Enige landschappelijke waarden Kans: landschappelijk contrast versterken door introduceren nieuwe zichtlijn Stabiliteit onvoldoende Uitwerking Op basis van alle gegevens zijn alle waardevolle structuren en objecten in beeld gebracht (afb. 7.2 ). Voor de waardering is vooral belangrijk dat de ligging van de dijk als authentiek kan worden bestempeld. Het dijktracé heeft hierdoor een hoge cultuurhistorischeen landschappelijke waarde. De waardering in waarde neemt toe naarmate er meer cultuurhistorischeen of landschappelijke waarden in de directe omgeving van de dijk aanwezig zijn. We onderscheiden de volgende klassen: 1 Veel cultuurhistorischeen landschappelijke waarden In deze klasse vallen elementen- en structuren met een monumentale status, authentiek historische elementen- en structuren en zeer waardevolle elementen en structuren. Dit zijn : Rijks- en gemeentelijke monumenten en hun directe omgeving (tot 100 meter direct rondom de rijksmonumenten); rijksmonumenten neem ik altijd 100 meter. Bijzondere bouwkundige objecten (zoals een brug of een poort en directe omgeving); Historische- en of monumentale structuren (zoals laanstructuren); Monumentale bomen: bomen met LNC waarde waarden In deze klasse zijn elementen- en structuren opgenomen die geen status hebben, maar wel zelf waardevol zijn, of waardevol zijn in de context waarin ze zich bevinden. In deze klassen zijn onder andere opgenomen: De vorm (het aanwezige profiel) van de dijk; Karakteristieke groenstructuren en groepen bomen die niet verplaatsbaar of vervangbaar zijn; Karakteristieke bomen die niet verplaatsbaar of vervangbaar zijn. 3 Te vervangen of te verplaatsen elementen In deze klasse zijn die elementen- en structuren opgenomen, die een belangrijke rol spelen op het schaalniveau van het veenweidelandschap en op het schaalniveau van de dijk en directe omgeving. Het gaat om structuren die zelf geen cultuurhistorische waarde hebben, maar wel landschappelijk waardevol zijn. Deze elementen kunnen tijdens de uitvoering van de dijkversterking worden verplaatst of na de dijkversterking worden vervangen. In deze klassen zijn vooral groenstructuren en bomen opgenomen. 4 Enige landschappelijke waarden Binnen het projectgebied bevinden zich op verschillende plaatsen groenstructuren die wel enige landschappelijke waarde hebben, maar die niet bijdragen aan de historische en landschappelijke structuur van het landschap. Op een aantal locaties wordt voorgesteld om deze groenstructuren te verwijderen. Het doel hiervan is om de landschappelijke waarde van het gehele gebied te versterken. Versterken van de gehele structuur kan door het landschappelijke contrast tussen dijk en veenweidelandschap te vergroten. De beleving wordt hierbij versterkt door het realiseren van nieuwe zichtlijnen. In de hierop volgende deelkaarten wordt op een groter schaalniveau in beeld gebracht waar zich de cultuurhistorisch en landschappelijk waardevolle elementen en structuren bevinden. 37

Afbeelding 7.3 Cultuurhistorische- en landschappelijke waardenkaart, deelgebied 1 07 1030m 1360m

Veel cultuurhistorischeen landschappelijke waarden Cultuurhistorische- en landschappelijke waarden Te vervangen of te verplaatsen elementen Enige landschappelijke waarden Kans: landschappelijk contrast versterken door introduceren nieuwe zichtlijn Stabiliteit onvoldoende 39

Afbeelding 7.3 Cultuurhistorische- en landschappelijke waardenkaart, deelgebied 2 07 3012m 2565m 1875m 1935m 2530m 22

Veel cultuurhistorischeen landschappelijke waarden Cultuurhistorische- en landschappelijke waarden Te vervangen of te verplaatsen elementen Enige landschappelijke waarden Kans: landschappelijk contrast versterken door introduceren nieuwe zichtlijn Stabiliteit onvoldoende 41

08 Afbeelding 8.1 Ruimtelijke- en landschappelijke Ambitie lange termijn Huidige Ruimtelijke- en landschappelijke kenmerken Ambitie

Vlekkenherplantingsplan Ruimtelijk karakter dijktraé Besloten Dichte wanden aan beide zijden Dichte wand veenweidelandschap / transparant Vecht Dichte wand Vecht / transparant veenweidelandschap Beide zijden transparant Zicht op veenweidelandschap Zicht veenweidelandschap / transparant Vecht Zicht op Vecht Zicht op Vecht / transparant veenweidelandschap Tweezijdig zicht Dijkversterkings tracé Inleiding Als gevolg van de geplande dijkverbetering zal op delen van het dijktracé (1467 van de in totaal 3012 meter) een gedeelte van de aanwezige beplanting moeten wijken. Dit simpelweg omdat bomen, hagen en struiken een extra grondpakket op hun wortelgestel niet kunnen verdragen. Het waterschap, bewoners en overige belangen organisaties delen de bezorgdheid dat de ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit kan worden aangetast door de geplande dijkverbetering. Het waterschap erkent deze bezorgdheid. Zij streeft er dan ook naar om waar mogelijk de bestaande kwaliteiten zo veel mogelijk te behouden of te herstellen. In het Ruimtelijk kwaliteitskader, zoals in de hiervoor gaande hoofdstukken beschreven, wordt in het hoofdstuk 7 Visie als uitgangspunt voor de dijkverbetering het volgende gesteld: Behoud van cultuurhistorischeen landschappelijke subtiele verschillen door een toegespitste vorm en inzet van middelen. Het doorzetten van de historische lijn geldt hierbij als uitgangspunt. Met betrekking tot het aanwezige groen op en aan de dijk vraagt dit uitgangspunt om een gefaseerde aanpak, zodat bestaande kwaliteiten zo veel mogelijk kunnen worden behouden en in fases kunnen worden hersteld. Ambitie Dijkverbetering is niet alleen een bedreiging voor de ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit, het kan ook een kans zijn voor een verdere verbetering daarvan. Door de tijd heen is er, op en in de nabijheid van dijk het nodige veranderd in het landschap. Deze veranderingen hebben, over het algemeen, onafhankelijk van elkaar plaatsgevonden, ook zijn de ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit hierbij buiten beeld gebleven. Met de geplande dijkverbetering bestaat er de mogelijkheid om voor het gehele dijktracé Vreelandseweg een gewenst eindbeeld te schetsen en te realiseren. De ambitie zoals geïllustreerd op naastliggende pagina, geeft op een hoog abstractieniveau weer hoe het landschap zich verder kan ontwikkelen, door aan te geven waar de relatie met de omgeving (veenweidegebied / Vecht) kan worden versterkt en waar juist niet, en met welke middelen het landschap op korte termijn verder ontwikkeld kan worden. Het doel van de gestelde ambitie is dus tweeledig. 1 Het geeft richting aan van de gewenste ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit voor de lange termijn; 2 Het stelt op korte termijn een kader voor het beplantingsplan. 43

Afbeelding 8.2 Strategie 08 Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4

Doel Behoud en of versterking ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit door geleidelijke transformatie (door behoud, vervanging en of verwijdering van het groen) in de tijd. Kader De voorgestelde strategie betreft alleen die gebieden die binnen de plangrenzen van de geplande of toekomstige dijkverbetering vallen. Om de bestaande ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit door de tijd heen zoveel mogelijk te behouden of te versterken wordt de volgende strategie voorgesteld: Fasering In een aantal stappen wordt gewerkt aan landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit, waarbij in stappen van groot naar klein wordt ingezoomd op de veranderingen. Stap 1. Gehele dijktraject: Voor het gehele dijktraject wordt een beeld uitgewerkt van de toekomstige gewenste ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit. Hierbij wordt het gewenste eindbeeld op lange termijn vastgesteld. Stap 2. Selectie dijktraject(en): Selectie van dijktrajecten die niet voldoen aan de veiligheidsnorm. Dit zijn de dijken waarvoor verdere plannen voor ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit moeten worden ontwikkeld in samenhang met de technische dijkverbetering. De overige dijktrajecten kunnen echter in hun huidige staat behouden blijven. De landschappelijke kwaliteit van deze dijktrajecten, 50%, blijft op de korte termijn dus ongemoeid. Stap 3. Behoud versus transformatie beplanting: Buitendijks / binnendijks versterken. Bij versterking van een dijk is het streven aan één zijde te versterken. Hierdoor kan bij een buitendijkse versterking de beplanting binnendijks behouden blijven en vice versa. Stap 4. Individuele groen elementen en of structuren: Selectie van het behoud of de verwijdering van beplanting op basis van landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarden en gestelde veiligheidsnormen. Bij de keuze tussen verwijdering of vervanging speelt hierbij naast de waarde ook de snelheid van een mogelijk herstel of hersteltijd een belangrijke rol. Het duurt immers langer voordat hardhoutsoorten zoals eik en beuk volgroeid zijn, dan dat zachthoutsoorten zoals wilg en populier groeien. Binnen de dijkverbetering dient het daarom een streven te zijn om bomen van hardhoutsoorten zoveel mogelijk te behouden. Wanneer een element en of structuur vanwege de landschappelijke, natuur- of cultuurhistorische waarde niet als behoudenswaardig wordt aangemerkt, en het element niet conflicteert met de gestelde veiligheidsnorm, kan het groenelement behouden blijven, mits deze in zeer goede conditie wordt gehouden. Daarbij bestaat ook de mogelijkheid dat burgers zorg dragen voor het onderhoud. 45

2260 Afbeelding 8.3 Vlekkenherplantingsplan 08 3012m A16 A7 A9 A14 A15 A12 1875m 1935m A8 A10 A12 A13 2530m 2565m A11 A13 A2 A3 A5 1030m A1 A5 1360m A6 A4 A4 0m Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld onder CC BY 3.0 NL door het Kadaster, Apeldoorn

Behouden bomen struiken Behouden (mits beheerd door bewoners) bomen Mogelijk te verwijderen boom bomen Verwijderen (veiligheid) bomen Verwijderen (landschappelijk) bomen struiken Vervangen bomen struiken Vervangen (mits beheerd door bewoners) bomen Behoud / versterking kavel- en erfbeplanting Algemeen Dijkversterkings traject Dijktracé Op basis van het Ruimtelijk kwaliteitskader, het dijkverbeteringsplan en de hiervoor beschreven strategie en ambitie is een vlekkenherplantingsplan opgesteld. Het vlekkenplan is alleen voor die dijktrajecten opgesteld welke niet voldoen aan de gestelde veiligheidsnormen. Voor de overige dijktrajecten geld dat, op korte termijn, de aanwezige beplanting zal worden behouden. Toepassing Het vlekkenherplantingsplan kan worden gelezen als een eerste aanzet tot een definitief herplantingsplan. Het vlekkenplan geeft op een abstract niveau aan welke beplanting kan worden behouden, verwijderd of vervangen. Bij de totstandkoming van deze kaart speelt niet alleen het waterschap een belangrijke rol maar ook de bewoners van het gebied. De bewoners voelen zich, zoals het waterschap, verantwoordelijk voor het behoud van de ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit van het gebied. Dit heeft geresulteerd in de mogelijkheid van het behoud of vervanging van een aantal extra groenelementen open langs de dijk. In de legenda van het vlekkenplan vallen deze elementen onder de noemer: behouden mits beheerd door de bewoners. 47

Afbeelding 8.4 Vlekkenherplantingsplan, deelgebied 1 08 A1 A4 1030m A2 A4 1360m A5 r = 100 meter, max. hoogte nieuwe elementen = 6,65 r = 50 meter, max. hoogte nieuwe elementen = 6,30 A3 A3

Behouden bomen struiken Behouden (mits beheerd door bewoners) bomen Mogelijk te verwijderen boom bomen Verwijderen (veiligheid) bomen Verwijderen (landschappelijk) bomen struiken Vervangen bomen struiken Vervangen (mits beheerd door bewoners) bomen Behoud / versterking kavel- en erfbeplanting Algemeen Dijkversterkings traject Dijktracé Herplantlijst Deelgebied 1 A1 Aesculus hippocastanum (Gewone Paardenkastanje) A2 Crataegus monogyna (Eenstijlige Meidoorn, haag) A3 Herstel beplanting, open / coulissewerking Beplantingsmix bestaande uit o.a.: Prunus spinosa (Sleedoorn, struikvorm) Salix alba (Schietwilg, knotboom) Sorbus aucuparia (Lijsterbes, struikvorm) A4 Herstel houtwal Beplantingsmix bestaande uit o.a.: Acer pseudoplatanus (Gewone Esdoorn) Alnus glutinosa (Zwarte Els) Fraxinus excelsior (Gewone Es) Populus x canadensis(canadese Populier) Ulmus carpinifolia (Gladde iep) Salix alba (Schietwilg) Acer campestre (Veldaak, struikvorm) Corylus avellana (Hazelaar, struikvorm) Crataegus monogyna (Eenstijlige Meidoorn, struikvorm) Prunus spinosa (Sleedoorn, struikvorm) Rhamnus cathartica (Wegedoorn, struik of kleine boom) Rosa rubiginosa (Egelantier, struikvorm) Rosa canina (Hondsroos, struikvorm) Sambucus nigra (Vlier, struikvorm) Sorbus aucuparia (Lijsterbes, struik of kleine boom) Viburnum opulus (Gelderse Roos, struikvorm) A5 Salix alba (Schietwilg, knotboom) 49

Afbeelding 8.5 Gewenste toekomstige situatie 08

Herstel openheid Bij voorkeur mag er binnen de molenbiotoop geen hoge beplanting en / of objecten aanwezig zijn of geplaatst worden die de windvang van de molen belemmeren of onmogelijk maken. Aansluitend op dit uitgangspunt stellen we voor om de aanwezige hogere beplanting te verwijderen en na de dijkverbetering geen herplant hiervan plaats te laten vinden. Laag blijvende beplanting, zoals de meidoornhaag, wordt na de technische werkzaamheden aan de dijk teruggebracht. Dit levert in de toekomst een meer open beeld op waarin de historische relatie tussen de Vecht, molen en de polder goed afleesbaar zal zijn. Afbeelding 8.6 Huidige situatie 51

Afbeelding 8.7 Vlekkenherplantingsplan, deelgebied 2 08 3012m A15 A14 A6 A13 A10 1875m 1935m A7 A8 A9 A10 A12 A12 2530m 2565m A11 A11 A12 22

Behouden bomen struiken Behouden (mits beheerd door bewoners) bomen Mogelijk te verwijderen boom bomen Verwijderen (veiligheid) bomen Verwijderen (landschappelijk) bomen struiken Vervangen bomen struiken Vervangen (mits beheerd door bewoners) bomen Behoud / versterking kavel- en erfbeplanting Algemeen Dijkversterkings traject Dijktracé Herplantlijst Deelgebied 2 A6 Herplant locatie, herstel dichtheid Beplantingsmix bestaande uit o.a.: Alnus glutinosa (Zwarte els) Ulmus carpinifolia (Gladde iep) Salix alba (Schietwilg, knotboom) Corylus avellana (Hazelaar, struikvorm) Crataegus monogyna (Eenstijlige Meidoorn, struikvorm) Sambucus nigra (Vlier, struikvorm) Sorbus aucuparia (Lijsterbes, struik of kleine boom) A7 Salix alba (Schietwilg, knotboom) A8 Fraxinus excelsior (Gewone Es) A9 Fraxinus excelsior (Gewone Es) A10 Particulieren beplanting Beplantingsmix nader af te stemmen met bewoners A11 A12 A13 A14 A15 Herstel gesloten beplanting Beplantingsmix bestaande uit o.a.: Salix alba (Schietwilg, knotboom) Acer campestre (Veldaak, struikvorm) Corylus avellana (Hazelaar, struikvorm) Crataegus monogyna (Eenstijlige Meidoorn, struikvorm) Prunus spinosa (Sleedoorn, struikvorm) Rhamnus cathartica (Wegedoorn, struik of kleine boom) Rosa rubiginosa (Egelantier, struikvorm) Rosa canina (Hondsroos, struikvorm) Sambucus nigra (Vlier, struikvorm) Sorbus aucuparia (Lijsterbes, struik of kleine boom) Viburnum opulus (Gelderse Roos, struikvorm) Herstel open onregelmatige beplanting Salix alba (Schietwilg, knotboom) Salix alba (Schietwilg, knotboom) Salix alba (Schietwilg, knotboom) Uitdunnen beplanting, open / coulissewerking Behoud bomenbestand bestaande uit oude en jonge bomen Salix alba (Schietwilg, knotboom) 53

08 Afbeelding 8.8 Gewenste toekomstige situatie

Versterking beslotenheid Ter hoogte van de Vreelandseweg nummer 40 wordt door het aanhelen van de bestaande bosachtige beplanting de besloten en bosachtige karakteristiek verder versterkt. Afbeelding 8.9 Huidige situatie 55

Herstel zicht op de Vecht In de huidige situatie wordt door de aanwezige beplanting het zicht op de Vecht, over een grote lengte, in zijn geheel ontnomen. Om de kwaliteit van het gebied meer tot zijn recht te laten komen wordt in de visie voorgesteld om de Vecht op een aantal plaatsen meer zichtbaar te maken. Door de beplanting over een geringe afstand te verwijderen wordt de Vecht weer zichtbaar. Met de zichtbaarheid van de Vecht en de polder wordt de aanwezigheid van de dijk en de functie daarvan weer logisch en verklaarbaar. Afbeelding 8.11 Huidige situatie 57

Versterking coulissewerking In de huidige situatie wordt, vanaf de dijk gezien, het zicht op de Vecht en de Hoekermolen molen voor een groot deel, door de aanwezigheid van een groot aantal knotwilgen, aan het oog onttrokken. Door een selectie op basis van vitaliteit en standplaats wordt bepaald welke bomen kunnen worden behouden en welke moeten worden verwijderd en of vervangen. Met als uiteindelijke doel de transparantie van de beplanting te verhogen en het zicht op de molen en de Vecht te verbeteren. Afbeelding 8.13 Huidige situatie 59