HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 17 OKTOBER 2003

Vergelijkbare documenten
HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN HASSELT, 21 NOVEMBER 1996

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal.

HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN, 17 NOVEMBER 1995

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 OKTOBER 2010

VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE

HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 8 JANUARI 2004

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen p.1 Dossiernr 18M zaal 20 Vonnisnr /

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT 17 SEPTEMBER 2004

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 1 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A008786

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 2 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A007621

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009

VONNIS. in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE, waarbij zich als burgerlijke partij heeft aangesloten :

Arrest. veertiende kamer correctionele zaken / / / 18 januari /CO/ /PGA/ /VJ11/393. Arrestnummer.

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN VEURNE 12 NOVEMBER 2002

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Turnhout, Zaal A - 8e Kamer Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ T003036

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. Griffienummer.

DE CORRECTIONELE RECHTBANK VAN 3 JUNI 2013

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 25 MAART 2011

De Correctionele Rechtbank van het arrondissement Hasselt, vonnis van 13 oktober 2009

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1382/2019 Repertoriumnummer / Europees

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN HASSELT 10 MEI 2000

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC 1

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN. Afdeling Antwerpen ARREST VAN 25 JUNI 2008

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN ANTWERPEN 21 MEI 200

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT. 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER. Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde tijdstippen:

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 25 FEBRUARI 2019

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken

_j. Hof van beroep Gent. Arrest C I _)J{;? I jsi1. 29 september 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE TURNHOUT VAN 1 SEPTEMBER 2015

Hof van Cassatie van België

CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN AFDELING MECHELEN Not. nr. ME66.L Ooenbare terechtzittina van : 30 april 2015.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 26 JUNI 2014

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie

HOF VAN BEROEP ANTWERPEN, 31 MEI 2017, 14 DE KAMER

HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 24 JUNI 2014

Not.nr.1314/05. 1 e blad. Vonnis

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 19 APRIL 2016

KBC verzekeringen NV - burgerlijke partij/partij in gedwongen tussenkomst en vrijwaring - ter terechtzitting vertegenwoordigd door Mr

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 5 MEI 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT, SECTIE FAMILIE- EN JEUGDRECHTBANK, VAN 13 OKTOBER 2015

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

Hof van Cassatie van België

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 7 MAART 2016

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees

Hof van beroep Antwerpen, 4 februari 2016, 14 de k.

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

Rechtbank van aanleg LIMBURG, Tongeren, Correctioneel.

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

De burgerlijke partij wordt gehoord in baar middelen ontwikkeld door haar raadsman voornoemd.

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

lllllllllllll lllll:l l lllllllllllll lll Il llhih _J

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, I.) / kamer. Griffienummer.

De Rechtbank van Eerste Aanleg te DENDERMONDE openbare terechtzitting van 26 FEBRUARI 2010

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

KOP. Rechtbank ta n eerste aanleg Vil/c;st.-Vf a1 1ti if'<e?r &tfi te b BrQJ tw o

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

Hof van Cassatie van België

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Hof van Cassatie van België

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 2 MEI 2016

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

Rechtbanl< van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

Transcriptie:

HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 17 OKTOBER 2003 Het hof van beroep zetelende te Antwerpen, 7e kamer, rechtdoende in Correctionele zaken, verleent het volgende arrest: ZAAK I Inzake:: 1. Openbaar Ministerie, 2. Het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding 3. Manjinder S, burgerlijke partijen Tegen: Alain H, Gerardus S Beklaagd van:te Hasselt - toegang tot de dancing A bij het leveren of bij het aanbieden van levering van een goed of een dienst op een plaats die voor het publiek toegankelijk is rassendiscriminatie te hebben bedreven jegens een persoon wegens zijn ras, zijn huidskleur, zijn afkomst of zijn nationale of etnische afstamming (wet 30.07.1981-art. 2,1 'lid) DE EERSTE, ALS PORTIER A. op 26 december 1997 t.a.v. Ibrahim D, Haci H, Yasin I, Dirim G en Abdul K B. op 26 december 1997: t.a.v. Omar EA C. op 31 december 1997: t.a.v. Manjinder S D. op 25 januari 1998: t. a. v. Jamal B E. op 7 februari 1998: t.a.v. Hasan A F. op 10 mei 1998: t.a.v. Gamale N G. op 30 mei 1998: t.a.v. David P H. op 31 mei 1998: t.a.v. Fulvio F I. op 30 juni 1998: t.a.v. Deniz S en Ayhan T DE TWEEDE, ALS UITBATER J/ op 16 mei 1998: t.a.v. Jose G, Antonio G, Rafael P, Gustavo Q, Rafael G en Joseph B; Gelet op de hogere beroepen ingesteld op 25 mei 2000 door de burgerlijke partij Manjinder S tegen al de beschikkingen op burgerlijk gebied 25 mei 2000 door de burgerlijke partij het CGKR tegen al de beschikkingen op burgerlijk gebied 25 mei 2000 door het Openbaar Ministerie tegen al de beschikkingen op strafgebied tegen het vonnis, op tegenspraak gewezen door één rechter op 10 mei 2000 door de correctionele rechtbank van Hasselt, 10 Kamer, dewelke: de beide beklaagden niet schuldig verklaart aan de hen ten laste gelegde feiten Hof van beroep van Antwerpen, 17 oktober 2003 1

beklaagden hiervan vrij spreekt en hen verzendt van vervolging zonder kosten de kosten van de publieke vordering ten laste van de Belgische Staat laat zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van de vorderingen tot schadevergoeding van de burgerlijke partijen, gelet op de vrijspraak van de beide beklaagden en verwijst hen tot de kosten van hun stelling ZAAK II Inzake:: 1. Openbaar Ministerie, 2. Burhan D, 3. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, burgerlijke partijen; Tegen: Alain H, Gerardus S Beklaagd van: te Hasselt op 27 september 1998 DE EERSTE EN DE TWEEDE: A/ de eerste als portier, de tweede als zaakvoerder van dancing A, bij het leveren of bij het aanbieden van levering van een dienst, een goed of van het genot ervan, rassendiscriminatie te hebben bedreven jegens een persoon, in casu Burhan D, wegens zijn ras, huidskleur, afstamming, afkomst of nationaliteit DE EERSTE B/ Opzettelijk verwondingen of slagen te hebben toegebracht aan Burhan D die voor deze een ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid ten gevolge hadden. Gelet op de hogere beroepen ingesteld op 13.12.2001 door beklaagde Alain H tegen al de beschikkingen, 17.12.2001 door het Openbaar Ministerie tegen Alain H tegen al de beschikkingen op strafgebied 20.12.2001 door de burgerlijke partij Burhan D tegen al de beschikkingen 21.12.2001 door de burgerlijke partij het CGKR tegen al de beschikkingen, 24.12.2001 door het Openbaar Ministerie tegen Gerardus S tegen al de beschikkingen op strafgebied tegen het vonnis, op tegenspraak gewezen door één rechter bij 11.12.2001 door de correctionele rechtbank van Hasselt, 13 Kamer; dewelke: eerste beklaagde niet schuldig verklaart aan feit A en hem hiervan vrij spreekt, eerste beklaagde schuldig verklaart aan het feit B en hem hiervoor veroordeelt tot een gevangenisstraf van twee maanden, met uitstel gedurende drie jaar en een geldboete van 50 frank x 200 = 10.000 frank of 15 dagen vervangende gevangenisstraf; eerste beklaagde verplicht tot betaling van een bijdrage van 10 frank x 200 = 2.000 frank; aan eerste veroordeelde een vergoeding van 1.000 frank oplegt; eerste beklaagde verwijst tot de kosten van het geding, belopende 3.217 frank; Hof van beroep van Antwerpen, 17 oktober 2003 2

(...) tweede beklaagde niet schuldig verklaart aan het feit A en hem hiervan vrij spreekt; de kosten opzichtens tweede beklaagde ten laste legt van de Staat; zich zonder rechtsmacht verklaart om kennis te nemen van de eis van de burgerlijke partijen in zoverre deze gesteld zijn op het feit A; eerste beklaagde veroordeelt om te betalen aan Burhan D de som van 15.000 frank en een provisie van 20.000 frank, te vermeerderen met de vergoedende intresten, berekend aan de wettelijke intrestvoet, vanaf 27.09.1998 en de gerechtelijke intresten; voorbehoud verleent aan Burhan D voor het gevraagde Overwegende dat de hogere beroepen in de zaak I regelmatig naar vorm en termijn, ontvankelijk zijn; Overwegende dat de hogere beroepen in de zaak II regelmatig naar vorm en termijn, ontvankelijk zijn; Overwegende dat de beide dossiers verknochte feiten behelzen, zodat deze zaken in het belang van een goede rechtsbedeling, dienen samengevoegd te worden om door één enkel arrest beslecht te worden; Overwegende dat de verjaring van de strafvordering op 28 februari 2003 gestuit werd door de behandeling op de terechtzitting van het hof; Overwegende dat het, door de stukken van het dossier en door het onderzoek dat op de terechtzitting van het hof werd gedaan, bewezen is dat beide beklaagden zich schuldig maakten aan de hen respectievelijk ten laste gelegde feiten; Betreffende zaak I: Betreffende eerste beklaagde: Overwegende dat de politie van Hasselt in haar proces-verbaal vaststelt. Het is opvallend dat de klagers altijd mensen zijn van Noord-Afrikaanse origine maar nooit van Westerse. Reden van weigering is steeds wangedrag of druggebruik, alhoewel hiervan nooit enige aangifte gedaan wordt, noch bij onze diensten, noch bij de Rijkswacht. Wij verwijzen ook naar Aanvankelijk Proces-Verbaal van 26.12.1997 inzake een gelijkaardige klacht lastens Alain H. Hierbij bood zich een persoon van Marokkaanse afkomst aan, met een duidelijk Noord-Afrikaans uitzicht, die vergezeld was van twee West-Europese meisjes. De meisjes mochten binnen en de Marokkaanse jongen niet. Reden van weigering hier was dat de jongen onder invloed van drugs zou geweest zijn, iets waarvan wij kunnen bevestigen dat dit absoluut niet het geval was ; Overwegende dat de politie van Hasselt in haar proces- verbaal d.d. 26.12-97 vaststelt: Betichte Alain H beweert dat hij klager de toegang weigerde omdat deze onder invloed zou geweest zijn van drugs. Ik, opsteller, kan evenwel bevestigen dat Omar EA, in het geheel niet onder invloed was van drugs of van wat dan ook ; Overwegende dat op 31 december 1997 Manjinder S, van Indische nationaliteit, door beklaagde Alain H in de dancing werd geweigerd; dat beklaagde aan de politie verklaarde dat hij deze persoon weigerde vermits wij hen verdenken drugs te verhandelen in de discotheek ; dat van het verhandelen van drugs door deze Indiër in het dossier voor het overige geen sprake is; dat beklaagden er alleszins bij de politie geen aangifte van deden; Hof van beroep van Antwerpen, 17 oktober 2003 3

Overwegende dat met betrekking tot de feiten van 7 februari 1998 (tenlastelegging E) eveneens blijkt dat de verklaring van beklaagde Alain H totaal ongeloofwaardig is; dat de politie desbetreffend vaststelde: In zijn verklaring beweert Alain H dat hij het hele groepje zou geweigerd hebben. Ik, opsteller, kan evenwel bevestigen dat de getuigen V en F beiden een verse toegangsstempel aan hun hand droegen. De stempel kon niet oud zijn, vermits de inkt met de droge vinger nog doorwrijfbaar was. Het is dus duidelijk dat de beide personen in het gezelschap van klager, wel degelijk zijn binnengemogen en in niet in groep geweigerd werden zoals betichte beweert ; Overwegende dat op 10 mei 1998 Gamale N in dezelfde dancing werd geweigerd door beklaagde Alain H: dat deze beklaagde verklaarde dat deze persoon werd geweigerd omdat hij gekend is als druggebruiker, dat van druggebruik in hoofde van deze persoon verder in het dossier geen sprake is; dat beklaagde er alleszins geen aangifte van deed; Overwegende dat op 30 mei 1998 David P in dezelfde dancing werd geweigerd door beklaagde Alain H; dat deze beklaagde verklaarde dat deze persoon werd geweigerd omdat hij volgens beklaagde reeds meer problemen (had) gehad met deze persoon in de dancing A ; dat over deze problemen geen verdere uitleg wordt verstrekt; Overwegende dat op 31 mei 1998 Fulvio F in dezelfde dancing werd geweigerd door beklaagde Alain H; dat deze beklaagde verklaarde dat deze persoon werd geweigerd wegens voormalig druggebruik en problemen die hij voordien veroorzaakte ; dat van dat druggebruik voor het overige in het dossier geen sprake is; dat er alleszins geen aangifte van gedaan werd; dat nopens de problemen geen uitleg werd verschaft, Overwegende dat op 30 juni 1998 Deniz S in dezelfde dancing werd geweigerd door beklaagde Alain H; dat deze beklaagde verklaarde dat deze persoon werd geweigerd omdat hij hem herkende als zijnde een probleemzoeker in een andere zaak ; dat beklaagde desbetreffend ook geen enkele uitleg verschafte; Overwegende dat het dus bewezen is dat eerste beklaagde zich schuldig maakte aan de hem ten laste gelegde feiten; Betreffende tweede beklaagde Overwegende dat beklaagde op 16 mei 1998 een aantal Spanjaarden de toegang tot de dancing weigerde; Overwegende dat beklaagde toegeeft dat hij die personen de toegang weigerde maar verklaart dat zulks was omdat ze sportschoenen droegen; Overwegende dat de Spanjaarden deel uitmaakten van een groep jongeren (waaronder Belgen) die in dezelfde school in Hasselt les volgden (Europees studieproject "Leonardo-programma" met een duurtijd van drie weken); Overwegende dat uit verklaringen van zowel Belgische als Spaanse leerlingen duidelijk blijkt dat de Spaanse leerlingen deftig gekleed waren en enkel geweigerd werden omdat zij een Spaans uiterlijk hadden; Overwegende dat het dus bewezen is dat tweede beklaagde zich schuldig maakte aan de hem ten laste gelegde feiten.; Betreffende zaak II: Hof van beroep van Antwerpen, 17 oktober 2003 4

Overwegende dat het door de stukken van het dossier en door het onderzoek ter terechtzitting bewezen is dat beide beklaagden zich schuldig maakten aan het hen ten laste gelegde feit A; Overwegende dat de burgerlijke partij Burhan D duidelijk wegens zijn huidskleur werd geweigerd; Overwegende dat eerste beklaagde beweert dat hij Burhan D de toegang weigerde omdat hij hem kende van in Maastricht; dat eerste beklaagde daar ook portier zou geweest zijn in de zaak; dat daar en in belendende zaken een groep jongeren drugs- en geweldsfeiten zouden gepleegd hebben; dat Burhan D van die groep deel zou uitgemaakt hebben; dat deze bewering echter op geen enkele wijze aannemelijk wordt gemaakt; Overwegende dat de portiers verklaren dat zij Burhan D weigerden omdat zij hem ervan verdachten drugs te dealen; dat echter geen van de portiers verklaarde waarom zij Burhan D ervan verdachten drugs te dealen, zodat hun verklaring ongeloofwaardig is; Overwegende dat het eveneens bewezen is dat eerste beklaagde zich schuldig maakte aan het hem ten laste gelegde feit B, Overwegende dat deze beklaagde zelf toegaf Burhan D geslagen te hebben; Overwegende dat uit het voorgaande kan afgeleid worden dat deze slagen niet door het slachtoffer werden uitgelokt; dat het incident integendeel door het racistische gedrag van eerste beklaagde werd uitgelokt; Betreffende de strafmaat: Overwegende dat het hof bij de keuze van de straf en het bepalen van de strafmaat rekening houdt met het aantal feiten, het beledigend karakter ervan en voor wat betreft tweede beklaagde dat hij de zaakvoerder was; dat het hof tevens rekening houdt met de omstandigheid dat beklaagden, luidens de vermeldingen op het uittreksel op het strafregister nog niet voor dergelijke feiten werden veroordeeld; Overwegende dat de feiten respectievelijk in hoofde van elk van de beide beklaagden de uitvoering zijn van hetzelfde opzet; Op civielrechtelijk gebied Betreffende het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding: Overwegende dat het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding op grond van artikel 5 van de Wet tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden in rechte kan optreden; Overwegende dat de vordering van deze burgerlijke partij derhalve ontvankelijk is; Overwegende dat deze burgerlijke partij geen materiële schade bewijst; Overwegende dat er geen oorzakelijk verband is tussen de kosten die deze burgerlijke partij opgeeft en de door beklaagden gepleegde feiten; Overwegende dat de burgerlijke partij haar personeel ook had moeten betalen indien de feiten niet waren gepleegd (verg. cass. 15 november 1995, Pasicrisie 1995); Overwegende dat morele schade in hoofde van deze burgerlijke partij wel bewezen is; dat deze schade niet nauwkeurig kan berekend worden en door het hof ex aequo et bono op 250 euro wordt bepaald voor beide zaken samen, te vermeerderen met de vergoedende interesten zoals hierna wordt bepaald; Hof van beroep van Antwerpen, 17 oktober 2003 5

Betreffende Burhan D Overwegende dat de materiële schade (droogkuis) door het hof ex aequo et bono wordt begroot op 8 euro; Overwegende dat de morele schade niet nauwkeurig kan berekend worden; dat het hof deze schade ex aequo et bono op 250 euro begroot; Overwegende dat de burgerlijke partij stelt dat zij haar esthetische schade wenst te laten corrigeren door een chirurgische ingreep; Overwegende dat de materiële schade en de esthetische schade enkel door eerste beklaagde verschuldigd is; Overwegende dat het hof voor deze schade een provisie van 1.000 euro toekent; Overwegende dat voormelde bedragen worden verhoogd met de interesten zoals hierna wordt bepaald; Betreffende de vordering van Manjinder S, Overwegende dat de morele schade van deze burgerlijke partij niet nauwkeurig kan berekend worden; dat het hof deze schade ex aequo et bono bepaalt op 100 euro te vermeerderen met de interesten zoals hierna wordt bepaald; OM DIE REDENEN, HET HOF, Recht doende op tegenspraak; Gelet op de artikelen ( ): Ontvangt de hogere beroepen in de zaak met notitienummer 753 P 2000; Ontvangt de hogere beroepen in de zaak met notitienummer 74 P 2002; Voegt de zaken I en II samen; Recht doende bij één enkel arrest: OP STRAFRECHTELIJK GEBIED: Bevestigt het vonnis d.d. 11 december 2001 in zoverre eerste beklaagde schuldig werd verklaard aan het hem ten laste gelegde feit B; Uitspraak doende met eenparige stemmen: Verklaart beide beklaagden schuldig aan de overige hen ten laste gelegde feiten; Veroordeelt eerste beklaagde wegens de hem in beide zaken ten laste gelegde feiten tot een hoofdgevangenisstraf van twee maanden en tot een geldboete van 100/40,3399 euro te vermeerderen met 1990 opdeciemen alzo gebracht op 495,79 euro of 15 dagen vervangende gevangenisstraf; Veroordeelt tweede beklaagde tot een geldboete van 250/40,3399 euro te vermeerderen met 1990 opdeciemen en alzo gebracht op 991,57 euro of één maand vervangende gevangenisstraf, Hof van beroep van Antwerpen, 17 oktober 2003 6

Verplicht elke beklaagde om bij wijze van bijdrage tot de financiering van het bijzonder fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden een bedrag te betalen van tien euro, verhoogd met 40 opdeciemen en alzo gebracht op 50 euro; Legt aan elke veroordeelde een vergoeding op van 25 euro; OP CIVIELRECHTELIJK GEBIED: Veroordeelt beide beklaagden samen om aan de burgerlijke partij, het CGKR te betalen, het bedrag van 250 euro te vermeerderen met de vergoedende interesten vanaf de gemiddelde datum van 21 juli 1998 tot heden en met de gerechtelijke interesten vanaf heden; Veroordeelt eerste beklaagde om aan de burgerlijk partij Burhan D te betalen het provisionele bedrag van 1.000 euro te vermeerderen met de vergoedende interesten vanaf 27 september 1998 tot heden en met de gerechtelijke interesten vanaf heden; Veroordeelt beide beklaagden samen om aan de burgerlijke partij Burhan D te betalen het bedrag van 250 euro te vermeerderen met de vergoedende interesten vanaf 27 september 1998 tot heden en met de gerechtelijke interesten vanaf heden; Veroordeelt beide beklaagden samen om aan de burgerlijke partij Manjinder S te betalen het bedrag van 100 euro te vermeerderen met de vergoedende interesten vanaf 16 mei 1998 tot heden en met de gerechtelijke interesten vanaf heden; Veroordeelt beide beklaagden elk tot de helft der kosten gerezen in beide aanleggen, zowel op burgerrechtelijk als op strafrechtelijk gebied, deze voorgeschoten door de openbare partij begroot op 305,64 euro; Aldus gedaan en uitgesproken in openbare terechtzitting van de zevende kamer van het hof van beroep te Antwerpen op zeventien oktober tweeduizend en drie waar aanwezig waren: S. LIBERT (Voorzitter), F. TIMMERMANS (Raadsheer), A. PEETERS (Raadsheer), L. VAN LERBERGHE (Advocaat-generaal) Hof van beroep van Antwerpen, 17 oktober 2003 7