Bijlage G (normatief) Muur- en dakdoorvoer van de eindstukken voor gasverbruikstoestellen type C

Vergelijkbare documenten
Bijlage G (informatief)

Zone 1. Zone 2. ruimten waarin een open ketel mag opgesteld worden

Technische aanbevelingen FEBUPRO betreffende de voorschriften van de 2 de uitgave van de norm NBN D

KNOEIWERK. FOTO 2 Aansluitkanaal - twee stukken flexibele metalen buis met verschillende doormeter aan elkaar vastgezet.

DOSSIER NR 3. INSTALLATIES MET GESLOTEN AARDGASTOESTELLEN conform de normen NBN D (2004) en NBN B (2006)

Gemeenschappelijke schoorstenen in bestaande appartementsgebouwen

GASINSTALLATIES EN GASVERBRANDINGSTOESTELLEN (procescertificaat)

Info avond schouwspel

Artikel 3 - PLAATSEN BESTEMD VOOR GEKOPPELDE EN VRIJSTAANDE BEBOUWING

BIJLAGE 5/1: REACTIE BIJ BRAND

BIJLAGE 5: REACTIE BIJ BRAND : Gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde

1.1. TERMINOLOGIE 1.2. INTERPRETATIE VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.3. AFWIJKING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Plaatsingsvoorschriften DELTA -VITAXX S PLUS

Bewaar dit document zorgvuldig. Installatievoorschrift en gebruikershandleiding voor. Gashaarden

VERKAVELING VOOR WONINGBOUW

Wetgeving in stooklokalen

Goede praktijk voor de plaatsing van rookgasafvoerkanalen

Koninklijk besluit van 12 juli 2012 Wat verandert er?

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid MODULAIR HANDBOEK CENTRALE VERWARMING MODULE 7: GASINSTALLATIES, BOEKDEEL 3 BIJLAGEN

STOOKPLAATSNORMEN...

Bouwbesluit Toetsing BB 2012

Ventilatie voorontwerp

GEMEENTE HOUTHALEN ~ HELCHTEREN SECT/E E, ~~ DE HEIDE

gebouwschil 1 Bouwknopen: sluit isolatielagen rechtstreeks basisprincipe: garandeer de thermische snede

Infosessies voor energiedeskundigen type A. januari/februari 2011

ventilatie voorontwerp

Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde

KVBG KVBG aanbeveling in verband met de ventilatievoorzieningen voor type A stralingverwarmingstoestellen

Brandveiligheid Brandwerende bouwelementen

Stedenbouwkundige voorschriften. Artikel 1: Zone voor hoofdgebouwen

GEMEENTE OLDEBROEK gemeentelijk monument; raadsbesluit 24 juni 2003

Open toestel zonder trekonderbreker, lucht uit opstellingsruimte, rookgasafvoer bovendaks,

ventilatie voorontwerp

Ventilatie voorontwerp

BIJGEBOUW OF OVERKAPPING OP ZIJ OF ACHTER ERF

ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT VOOR WOONEENHEDEN. PROTOCOL Gebouwschil. Deel III: werkwijze voor het bepalen en het opmeten van de verliesoppervlakte

Brancherichtlijn. Pellethaarden en -kachels, de uitmonding van rookgasafvoeren

Aanwijzingen voor de rookgasafvoer voor. CERAPURACU-Smart. Condensatieketel voor gas O ZWSB 30-4 A (2011/12) BE

Ventilatie voorontwerp

Gemeente Hemiksem. Verkaveling voor woningbouw. Heiligstraat Gemeenteplaats. Dossier HEM205. Stedenbouwkundige voorschriften

DOSSIER NR 2 INSTALLATIES MET OPEN AARDGASTOESTELLEN. conform de normen NBN D (2004) en NBN B (2006) VERBRANDINGSLUCHTTOEVOER

Herformulering van het toepassingsdomein van de certificering van wooneenheden.

Bouwplannen in een residentiële verkaveling?

TEKENEN MET EEN DRIELUIK

Gemeente Niel. Verkaveling voor woningbouw. van gronden gelegen te Niel. Verkaveling omgeving Keizerstraat. Dossier NIE210

Bouwbesluit Toetsing Verbouw BB 2012

Gemeentelijke bouwverordening van de stad Aalst, goedgekeurd bij MB van 6/12/1988.

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t rgl

Gemeente TURNHOUT VERKAVELING VOOR WONINGBOUW. van grond gelegen: Tramstraat z/n. Sectie P - Nummer 245 B5. Stedenbouwkundige Voorschriften

TTDB/MKT1 Fassung 04/2013 Bosch Thermotechnik GmbH Alle Rechte vorbehalten, auch bzgl. jeder Verfügung, Verwertung, Reproduktion, Bearbeitung,

INSTALLATIE-INSTRUCTIE HOLETHERM DUBBELWANDIGE ROESTVAST-STALEN ZELFBOUW SCHOORSTENEN

VRAAG/ANTWOORD. Aan: Lezer. Delft, 13 februari Betreft: uw vraag d.d. 11 februari 2013, ons kenmerk LS,

Systematisch onderhoud van platte daken Belang van inspecties Water-Sneeuw. Freya Michiels 1

Projectgegevens. Inhoudsopgave. Bruikbaarheid oppervlaktestaat gbo / vg / vr NEN 2580 aantal personen toiletruimte toegankelijkheidssector

Projectgegevens. Inhoudsopgave

De terreinbezetting wordt uitgedrukt in het procent van het perceeldeel gelegen binnen de betrokken zone.

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

Opleiding Duurzaam Gebouw:

Ondernemen in hartje Boxmeer. 4 commerciële ruimten op de hoek Steenstraat Raadhuisplein Bijlage bij verkoopbrochure appartementen

Detailtekeningen WILLCO Isolatiesystemen

INSTALLATIE-INSTRUCTIE HOLETHERM DUBBELWANDIGE ROESTVAST-STALEN ZELFBOUW SCHOORSTENEN

Projectgegevens. Inhoudsopgave. Bruikbaarheid oppervlaktestaat gbo / vg / vr NEN 2580 aantal personen toiletruimte toegankelijkheidssector

Bouwbesluit Toetsing BB 2012

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

7. Bijlagen. Loketcriteria gemeente Stein (versie ) Visie Welstandbeleid rayon Beek-Meerssen-Stein-Schinnen

Behoort bij besluit van het College van burgemeester en wethouders van Uden van. 29 april Teamleider dienstverlening afdeling Ruimte

BIJLAGE V : Behandeling van bouwknopen

Goede praktijk voor de plaatsing van rookgasafvoerkanalen 1/04/2015 1

WATERWERKBLAD. WARMTAPWATERINSTALLATIES Beveiligingen

HOOFDSTUK IV AFVOER VAN DE VERBRANDINGSPRODUCTEN, TOEVOER VAN VERBRANDINGSLUCHT EN VENTILATIE VAN DE OPEN GASTOESTELLEN

Collectieve kunststof rookgasafvoersystemen. Geen kunst met kunststof!

INSPECTIEPROTOCOL Gebouwschil

Toebehoren voor luchtaanvoer en rookgasafvoer Condenserende ketels

RECLAMECRITERIA 'S-HERTOGENBOSCH Reclamecriteria toe te passen bij de uitvoering van artikel 40 en volgende van de Woningwet.

Veranderingen in de NEN 3569

Ventilatiedocument : residentieel en niet-residentieel

DAKKAPELLEN. Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid

Easy-Vent RENOVATIE. Tochtvrije ventilatie voor oudere woningen

Stralingsberekening NEN 6068

gamma 70 hoog CUBO bestaat in hoog CUBOMAGIC zonder buis naar boven

Speciale aandachtspunten

VERKAVELING VOOR WONINGBOUW. Van grond gelegen: Molenakkers STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 130/003(1)

Wiskunde krachten als vectoren oefeningensessie 1 Bron: Wiskunde in de bouw Jos Ariëns, Daniël Baldé

Normalisatie van gevelelementen: actualiteit en vooruitblik

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Margarethastraat 33

BPA NR.31 SCHOONBROEKSTRAAT EN OMGEVING

Spelregels geschakeld bouwen

Nederlandse praktijkrichtlijn. NPR (nl)

OPBOUWBESCHRIJVING SPEELTOESTEL VARIANT ART.NR

bijlagen bij de Toelichting

Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde

dossiernummer datum O J 19/10/2009

Bouwscheuren vóór 1940

bestaande stedenbouwkundige voorschriften verkaveling Lochtenberg 1/11

Gemeente Oud-Heverlee Reigersstraat ZN 5e afdeling - Sectie A Nummer 243G/deel & 237L/deel

EPB Bouwknopen. Inhoudsopgave

Randvoorwaarden kavel 11. Selectie uit: Randvoorwaarden Particuliere kavels d.d. 30 januari 2012

Inleiding. Isolatie. Spouwvulling Binnenisolatie. Buitenisolatie. Dakisolatie Bouwknopen

Ventilatie in woning en utiliteitsbouw

Transcriptie:

! Bijlage G (normatief) Muur- en dakdoorvoer van de eindstukken voor gasverbruikstoestellen type C G.1 Algemeen Ter herinnering, men verstaat onder "instroomopening": - een opening die door zijn bestemming niet afsluitbaar is, bv. de ventilatieopening van een lokaal; - een opening die normaal afgesloten is maar die kan geopend worden, bv. de deuren en de ramen. Wij maken geen onderscheid tussen beide typen instroomopeningen. Er is echter wel een onderscheid gemaakt tussen een uitmonding op een dak en een uitmonding in een verticale wand. NOOT De gemeenschappelijke legende van de figuren is vermeld aan het einde van deze bijlage. De verbodszones voor de uitmondingen zijn in het grijs getint. G-1/7

NBN D 51-003: 2010 + A1: 2014 G.2 Overzicht Figuur G.1 Overzicht G-2/7

G.3 Uitmonding van het eindstuk in hetzelfde gevelvlak als een wandopening Figuur G.2 Uitmonding van het eindstuk in een vlakke gevel Figuur G.3 Uitmonding van het eindstuk in een gevel met uitsprong G-3/7

NBN D 51-003: 2010 + A1: 2014 G.4 Uitmonding van het eindstuk in een gevel nabij een hoek Figuur G.4 Uitmonding van het eindstuk in een gevel nabij een hoek - aangrenzend gevelvlak zonder wandopeningen Figuur G.5 Uitmonding van het eindstuk in een gevel nabij een hoek - aangrenzend gevelvlak met wandopeningen G-4/7

G.5 Uitmonding van het eindstuk op de muur, onder een balkon of galerij Figuur G.6 - Uitmonding van het eindstuk op de muur, onder een balkon of galerij Legende 1. Elk eindstuk bestaande uit concentrische kanalen bevindt zich in een vierkant met zijde 0,60 m, waarin zich geen hindernissen mogen bevinden, bv. een regenpijp of een ander eindstuk. 2. De uitmondingen van toestellen type C 1 en C 3 met afzonderlijke aansluitkanalen moeten binnen een vierkant met zijde 0,50 m liggen en de afstand tussen de aslijnen van de eindstukken is niet groter dan 0,50 m. De afvoeropening moet steeds minstens 0,3 m hoger zijn dan de toevoeropening. De luchttoevoeropening moet beschermd zijn door een regenkap (regeninslag kan het toestel ernstig beschadigen). 3. De afstand tussen een eindstuk uitmondend op een dak en een naastliggende verticale wand waarin zich geen wandopeningen bevinden, bedraagt minstens 0,50 m. 4. De afstand L tussen een wandopening en een eindstuk dat hoger gelegen is, wordt als volgt bepaald: - indien H < 0,50 m dan is L 2 m; - indien 0,50 m H <1 m dan is L 1 m. 5. De afstand L tussen een wandopening en een eindstuk dat lager gelegen is (met de uitmonding in het dak of in een verticale wand), voldoet aan: L + H > 4 m. 6. De uitmonding: - is minstens 0,50 m verwijderd van de hoek van het gebouw; - ligt minstens 0,50 m hoger dan de dakoversteek of is minstens 0,50 m verwijderd van een aangrenzend zadeldak (gemeten loodrecht op het dakvlak); - ligt minstens 0,50 m hoger dan het maaiveld. 7. De uitmondingen van twee verticaal boven elkaar liggende eindstukken in een wand zijn minstens 2,50 m van elkaar verwijderd. G-5/7

NBN D 51-003: 2010 + A1: 2014 8. Om geen nadelige invloed van regen of sneeuw te ondervinden ligt het uiteinde van een eindstuk uitmondend op een dak minstens 0,30 m boven dat dakvlak. 9. De afstand tussen een uitmonding op een dak of in een wand tegenover een wandopening die zich op dezelfde hoogte of hoger bevindt dan de uitmonding, bedraagt minstens 2,5 m. 10. Voor het bepalen van de afstand van een eindstuk dat uitmondt onder een dakrand of geveluitsprong, zie Figuur G.3. 11. Uitmondingen onder balkons en galerijen moeten een afstand L verwijderd zijn van de onderkant van een bovengelegen uitstekend balkon of uitstekende galerij. Afstand L voldoet aan: L > 0,6. 12. Het eindstuk bevindt zich op een horizontale afstand van minstens 1 m ten opzichte van de perceelgrens. 13. Het eindstuk geplaatst op een wand die evenwijdig loopt met de perceelgrens, is minstens 2 m verwijderd van deze grens. 14. Indien het eindstuk van een toestel type C 11, met een nominaal vermogen 11 kw, in de nabijheid van een venster gelegen is dat deel uitmaakt van het lokaal waarin het toestel geïnstalleerd is en indien dit uitsluitend bestemd is om dit lokaal te verwarmen, dienen er geen specifieke afstanden tot dit venster gerespecteerd te worden. 15. De afstanden tussen een eindstuk in een vlakke gevel en vensters of deuren die kunnen worden geopend, worden als volgt bepaald (in het grijs getinte deel zijn geen vensters of deuren aanwezig): - is d > 0,25 m dan moet de horizontale afstand b aangehouden worden; - is d 0,25 m dan mag de horizontale afstand b beperkt worden tot a. 16. De afstanden tussen het eindstuk in een gevel met uitsprong en die gevel worden als volgt bepaald (in het grijs getinte deel zijn geen vensters of deuren aanwezig): - het eindstuk mag niet op deze plaats uitmonden als z > 0,50 m of y < 0,40 m; - is z 0,10 m of y > 5 m dan gelden de waarden van Figuur G.2. 17. De afstanden tussen een eindstuk in een gevel nabij een hoek met een aangrenzend gevelvlak waarin zich geen wandopeningen bevinden en vensters of deuren die kunnen worden geopend, worden als volgt bepaald (in het grijs getinte deel mogen geen vensters of deuren uitmonden): - is w < 0,50 m of e > 5 m dan gelden de waarden van Figuur G.2; - is 0,50 m w 1m, dan zijn a en e 0,50 m; - is w > 1 m, dan is a 0,75 m en e 1 m. De waarden van b en d en c zijn die van Figuur G.2. 18. De afstanden tussen een eindstuk in een gevel nabij een hoek met een aangrenzend gevelvlak waarin zich wandopeningen bevinden en vensters of deuren die kunnen worden geopend, worden als volgt bepaald (in het grijs getinte deel mogen geen vensters of deuren uitmonden): - is w < 0,50 m of f > 5 m dan gelden de waarden van Figuur G.2; - is 0,50 m w 1m, dan is a 0,50 m en f 2,50 m.; - is w > 1 m, dan is a 0,75 m en f 2,50 m. 19. Indien een eindstuk uitmondt in een gevel op 2,20 m of meer boven de grond moet er geen bescherming worden voorzien ter voorkoming van het zich verbranden. G-6/7

20. Indien een eindstuk uitmondt in een gevel op minder dan 2,20 m boven de grond en op een toegankelijke plaats dan wordt het voorzien van een doeltreffende bescherming tegen het zich verbranden. 21. De uitmondingen van twee naast elkaar liggende eindstukken in een wand of op een dak zijn minstens 0,6 m van elkaar verwijderd. " G-7/7