Opleiding Filiaal manager detailhandel

Vergelijkbare documenten
Opleiding eerste verkoper

Opleiding Vestigingsmanager groothandel

Opleiding Verkoper. Onderwijs- en examenregeling

Opleiding ondernemer detailhandel

Nulmeting en voortgangsmeting. Filiaalmanager. Kerntaak 3

Praktijkexamen Filiaalmanager. Kerntaak 4 Coördineert kassatransacties en voert deze uit

Opleiding Administratief medewerker

Opleidings- en examenplan

Examenplan , 2018, examenplan en diplomavereisten Facilitair leidinggevende. (HKS, vanaf augustus 2016)

Opleiding Commercieel medewerker binnendienst

Zelfstandig werkend kok 95420

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding: De examencommissie stelt je hierbij op de hoogte van de volgende Wijziging op bovengenoemde OER

Opleiding Commercieel medewerker binnendienst

Opleiding Administratief medewerker

Examenplan 1.Overzicht

NIVEAU 2 BLOEM & DESIGN. Startjaar: Versie: Crebo-code: 97420

Examenplan examenplan en diplomavereisten Facilitair leidinggevende. (HKS, vanaf augustus 2016)

Examenplan , 2018, examenplan en diplomavereisten Verkoper. (HKS, vanaf augustus 2016)

Examenplan , 2016 en 2017, examenplan en diplomavereisten Verkoper. (HKS, vanaf augustus 2016)

Examenplan 1.Overzicht

NIVEAU 4 DIERVERZORGING. Startjaar: Versie: Ondernemer/manager recreatiedieren Crebo-code: 97730

Opleiding Junior accountmanager

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme

Examenplan 1.Overzicht

Opleiding Juridisch administratieve beroepen niveau 4

Leidinggevende keuken jarig traject

EXAMENPLAN BEROEPSSPEC IFIEK Plaats. Resultaat. school BPV. Examinator. Examinator. afname Weging examens. Periode. Examencode Titel examen

EXAMENPLAN 2018 Crebocode: Leerweg: BOL/BBL

Examenplan , 2018, examenplan en diplomavereisten Verkoopspecialist (P2) (HKS 2017 E.V.)

Leidinggevende keuken jarig traject

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

EXAMENPLAN Leerweg Cohort Startdatum Naam kwalificatiedossier. Commercieel medewerker BOL 2018 aug Commercie

Landelijke Kwalificaties MBO. Manager handel

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Brood en Banket. Zelfstandig werkend banketbakker

NIVEAU 3 BLOEM & DESIGN. Startjaar: Versie: Crebo-code: 97430

Examenplan , 2016 en 2017, examenplan en diplomavereisten Manager retail. (HKS, vanaf augustus 2016)

Manager/ondernemer horeca 90303

Commercieel medewerker buitendienst Niveau 3 BBL

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Kapper Niveau 3

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding MMC. De examencommissie stelt je hierbij op de hoogte van de volgende Wijziging op bovengenoemde OER

Startjaar: Kwalificatiedossier: Natuur en groene ruimte 3 Versie: Vakbekwaam medewerker groenvoorziening Crebo-code: 97252

Leidinggevende bediening 94161

Opleiding Secretariële beroepen niveau 3 en 4

Examenplan , 2016 en 2017, examenplan en diplomavereisten Verkoopspecialist (P2) (HKS, vanaf augustus 2016)

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding cohort De examencommissie stelt je hierbij op de hoogte van de volgende wijziging op bovengenoemde OER

Eerste Verkoper Niveau 3 BOL cohort

Filiaal manager detailhandel Niveau 4 BBL cohort

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding bedrijfsadministrateur cohort 16. bedrijfsadministrateur

Examenplan , 2016 en 2017, examenplan en diplomavereisten Leidinggevende leisure & hospitality (P3) (HKS, vanaf augustus 2016)

Examenplan , 2016 en 2017, examenplan en diplomavereisten Leidinggevende travel & hospitality (P4) (HKS, vanaf augustus 2016)

Opleiding Financiële beroepen

NIVEAU 4 VEEHOUDERIJ. Startjaar: Versie: Crebo-code: 97712

Verantwoording eindexamenresultaat per kerntaak Manager Retail ( crebo 25162) ( Kwalificerend)

Examineren & Diplomeren doe je zo

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding commercieel medewerker 2017 en 2018

Opleidings- en examenplan

EXAMENPLAN ZC_EXPLAN2016_25203_Pod.Event.Techn_N3_BOL 1. Crebonr. Kwalificatiedossier. Naam kwalificatie. Studiejaar diplomering

NIVEAU 4 TUIN, PARK & LANDSCHAP. Startjaar: Kwalificatiedossier: Natuur en groene ruimte 4 Versie:

Beveiliger BBL niv. 2

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding 2017 en De examencommissie stelt je hierbij op de hoogte van de volgende Wijziging op bovengenoemde OER

EXAMENPLAN Leerweg Cohort Start-datum Naam kwalificatie

EXAMENPLAN Datum vaststelling examenplan. Crebonr. Kwalificatiedossier. Naam kwalificatiedossier. Crebonr. kwalificatie. Studiejaar diplomering

Examenplan opleiding: Manager retail. Crebocode: (opleidingen in de herziene kwalificatiestructuur, vanaf augustus 2016)

Examenplan 1.Overzicht

Leidinggevende bediening 94161

Onderwijs- en examenreglement

Opleidingsinformatie ROC TOP cohort 2018

Examenplan 1.Overzicht

EXAMENPLAN Crebonr. kwalificatie. Crebonr. Kwalificatiedossier. Naam kwalificatiedossier. Studiejaar diplomering. Vaststellingsdatum examenplan

Onderwijs- en Examenregeling

Examenplan , 2018 en 2019, examenplan en diplomavereisten Zelfstandig medewerker leisure & hospitality (P1) (HKS, vanaf augustus 2016)

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Ondernemer Detailhandel Niveau 3 BOL cohort

NIVEAU 4 NATUUR, MILIEU & RUIMTE. Startjaar: Versie: Crebo-code: 23172

Onderwijs- en examenreglement

Wijzigingsblad OER. Cohort _K16_OER_23183_Pedagogisch Werk 14_K16_EXAMENPLAN_25485_Onderwijsassistent

EXAMENPLAN 2015 Crebocode: Leerweg: BBL / BOL

EXAMENPLAN 2018 Crebocode: Leerweg: BOL en BBL

EXAMENPLAN Datum vaststelling examenplan. Crebonr. Kwalificatiedossier. Naam kwalificatiedossier. Crebonr. kwalificatie. Studiejaar diplomering

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Bedrijfsadministrateur Bedrijfsadministrateur

EXAMENPLAN Naam kwalificatie. Startdatum Vakexpert veehouderij

EXAMENPLAN Crebonr. Kwalificatiedossier. Vaststellingsdatum examenplan. Crebonr. kwalificatie. Studiejaar diplomering

Onderwijs- en examenreglement

Examenplan opleiding: Manager retail. Crebocode: (opleidingen in de herziene kwalificatiestructuur, vanaf augustus 2016)

EXAMENPLAN Naam kwalificatiedossier. Crebonr. Kwalificatiedossier. Crebonr. kwalificatie. Studiejaar diplomering. Vaststellingsdatum examenplan

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

EXAMENPLAN Crebonr. kwalificatie. Crebonr. Kwalificatiedossier. Naam kwalificatiedossier. Studiejaar diplomering. Vaststellingsdatum examenplan

EXAMENPLAN Naam kwalificatiedossier. Crebonr. Kwalificatiedossier. Crebonr. kwalificatie Bedrijfsleider paardensport en -houderij 25468

EXAMENPLAN Crebonr. kwalificatie. Crebonr. Kwalificatiedossier. Naam kwalificatiedossier. Studiejaar diplomering. Vaststellingsdatum examenplan

ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Examenplan , 2018, examenplan en diplomavereisten Manager/ondernemer horeca (P2) (HKS, vanaf augustus 2016)

Examenplan , 2016 t/m 2019, examenplan en diplomavereisten Klantmedewerker Bancaire Diensten, (P1) (HKS, vanaf augustus 2016)

Examenplan , 2018, 2019, examenplan en diplomavereisten Medewerker evenementenorganisatie (P2) (HKS, vanaf augustus 2016)

Examenplan Doktersassistente Overzicht

EXAMENPLAN kwalificatie Bedrijfsleider dierverzorging

Verantwoording eindexamenresultaat per kerntaak Eerste verkoper (crebo 25153) (Kwalificerend)

Wijzigingsblad OER. Cohort _K16_OER_23157_Haarverzorging

Verantwoording eindexamenresultaat per kerntaak Ondernemer Retail ( crebo 25166) ( Kwalificerend)

Transcriptie:

Onderwijs- en examenregeling Opleiding Filiaal manager detailhandel Uitstroom Filiaal manager detailhandel / crebo 93492 Niveau 4 BBL Cohort 2015-2017 Nominale studieduur 3 jaar / 4800 SBU versie 1, juni 2015 1

I1. Welkom bij het Florijn College Met deze OnderwijsExamenRegeling(OER) willen wij je wegwijs maken in de opleiding die je gaat volgen. De OER is een belangrijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst die je met het ROC West- Brabant en dus met het Florijn college hebt gesloten. Het is belangrijk deze OER goed te lezen en er regelmatig dingen in op te zoeken, want het is ook een soort naslagwerk dat je ondersteunt tijdens de studie. Als Florijn College hebben wij ons ten doel gesteld studenten op te leiden tot succesvolle wereldburgers. Onze studenten zijn afkomstig uit allerlei culturen. Daar zijn we trots op. Ons onderwijs en onze begeleiding zijn er dan ook op gericht om het beste uit jezelf te halen. Dat kan alleen als we steeds in beweging blijven en bij de tijd. Dat doen we samen: jij als student en al onze medewerkers. Wij nodigen jou dan ook van harte uit hieraan bij te dragen door jouw ambities waar te maken. Ben jij succesvol, dan is het Florijn College dat ook. Wij wensen je een leerzame en fijne tijd toe. Lisan van Beurden, directeur 2

I2. Inhoud Algemene informatie I1. Welkom bij het Florijn College... 2 I2. Inhoud... 3 I3. Belangrijk om te weten... 5 Informatie over werk en beroep W1. Het beroep (algemeen)... 7 W2. Het beroep (uitstroomprofielen)... 8 Informatie over het onderwijsprogramma O1. Opleiding op hoofdlijnen... 9 O2. Onderdelen van de opleiding... 11 O3. Maatwerk... 14 O4. Voortgang... 15 O5. Planning van de onderwijstijd... 19 O6. Kerntaken... 23 Informatie over het examenprogramma E1. Verschillende examens... 35 E2. Examenplan... 38 E3. Inzien examens, herkansing en vrijstelling aanvragen... 47 E4. Klachten, bezwaar en beroep bij examens... 48 3

Informatie over begeleiding B1. Begeleiding bij het leren... 49 B2. Zorgbegeleiding... 51 B3. Leerplicht, kwalificatieplicht en aanwezigheid... 52 B4. Veiligheid, gedrag en vertrouwenspersoon... 53 B5. Inspraak en klachten over het onderwijs en de organisatie... 55 4

I3. Belangrijk om te weten Op de website van het Florijn College staat belangrijke informatie over procedures, afspraken, rechten en plichten, etc. Deze informatie kan je terugvinden op de website onder de tab Studenteninformatie. (http://www.florijn.nl/studieinformatie/studenteninfo). Opleidingskosten en schoolkosten Algemene schoolkosten en specifieke opleidingskosten Afspraken op Florijn College Algemene informatie over en afspraken op Florijn College (studenteninfogids) Studentenstatuut Onderwijs Doorstroomformulier Onderwijsovereenkomst (OOK) Praktijkovereenkomst (POK) Leerplichtwetgeving of Leerplichtinformatie of Leerplicht - Regionaal bureau West-Brabant Vakantierooster Verzuim en consequenties daarvan Studentenbegeleiding Zorgbegeleiding Als het (even) tegen zit Pestprotocol 5

Flyer voordelen bij bedrijven met Florijnpas - Florijn College MBO Klachtenregeling (procedure Bezwaar en beroep algemeen) Examinering Onderwijs- en Examenreglement (OER) Algemeen centraal Examenreglement Beroepsonderwijs Vrijstellingsregeling Herkansingsregeling Hulpmiddelen examen Procedure Bezwaar en beroep Examinering Inzien en bespreken examen en beoordeling ARBO en veiligheid Schoolveiligheidsplan Calamiteitenflyer Wat te doen bij een calamiteit? Studentenraad Namen en contactgegevens Verslagen Klassenvertegenwoordigers Verslagen Data en locatie overleggen 6

W1. Het beroep (algemeen) Werkomgeving De filiaalmanager werkt in de detailhandel in uiteenlopende winkelformules in zowel het MKB als het GWB en in zowel de food- als non-food sector. De filiaalmanager beheert een klein centraal geleid filiaal met 5 tot 10 medewerkers. Beroepshouding De filiaalmanager is verantwoordelijk voor de resultaten van het filiaal. Binnen de kaders van het hoofdkantoor geeft hij met een commerciële en professionele instelling richting aan de bedrijfsvoering in het filiaal en de werkzaamheden van zijn medewerkers en zichzelf. Hij vervult een voorbeeldfunctie voor medewerkers op het gebied van representativiteit en klantgerichtheid, ziet en grijpt kansen om het filiaal (lokaal) beter te positioneren en stimuleert medewerkers om zich op commercieel gebied verder te ontwikkelen. Resultaat De filiaalmanager zorgt er voor dat zijn filiaal/afdeling financieel gezond is én blijft. 7

W2. Het beroep (uitstroomprofielen) De opleiding Filiaalmanager is onderdeel van de kwalificatie Manager handel. Het Florijn College biedt uitsluitend de uitstromen Filiaalmanager en Vestigingsmanager internationale groothandel aan. Deze onderwijs- en examenregeling bevat uitsluitend informatie over de uitstroom Filiaalmanager. 8

O1. Opleiding op hoofdlijnen Een studiejaar bestaat uit 4 periodes van 9 of 10 weken. Een lesweek op school bevat ongeveer 25 klokuren aan geroosterde onderwijsactiviteiten. In alle studiejaren bestaat je lesweek uit een aantal vergelijkbare onderdelen. We maken onderscheid tussen: Kerntaken en daarbij behorende werkprocessen behorende bij het beroep Burgerschapscompetenties Nederlands Rekenvaardigheden Engels Na elk periode krijg je twee rapporten: een ontwikkelingsgericht rapport en een diplomeringsrapport. In het diplomeringsrapport vind je de resultaten van de afgelegde examens die meetellen voor het behalen van je diploma. In het ontwikkelingsgericht rapport vind je de resultaten die gaan over de ontwikkeling van je professionele houding die nodig is om je beroep uit te oefenen. Afhankelijk van je voortgang en je resultaten krijg je een studieadvies (SA) over je leertraject. Periode 1 start met een introductieprogramma. Vervolgens werk je 4 dagen per week bij een goedgekeurd bedrijf. Daarnaast volg je 1 dag per week lessen op school. 9

Een schematische weergave van het studietraject vind je terug in de volgende tabel. Studiejaar 1 Studiejaar 2 Studiejaar 3 P1 P2 P3 P4 P5 P6 P7 P8 P9 P10 P11 P12 Intro School 1 School 1 School 1 School 1 School 1 School 1 School 1 School 1 School 1 School 1 School 1 School 1 Werk 4 Werk 4 Werk 4 Werk 4 Werk 4 Werk 4 Werk 4 Werk 4 Werk 4 Werk 4 Werk 4 Werk 4 SA1 SA2 SA3 10

O2. Onderdelen van de opleiding Je opleiding bestaat uit een aantal vaste onderdelen. Informatie over de inhoud en leerdoelen krijg je van je docent. Documenten waarin de leerdoelen beschreven zijn, vind je op www.kwalificatiesmbo.nl. a. Beroep In je opleiding leer je aantal belangrijke beroepstaken te beheersen. Dit noemen we kerntaken. Iedere kerntaak bestaat uit een aantal werkprocessen (zie hoofdstuk O6). De kerntaken en werkprocessen komen tijdens je opleiding aan bod in verschillende vakken. Je leert vakkennis en vaardigheden toe te passen in beroepssituaties. Er zijn kerntaken voor het gemeenschappelijk deel en kerntaken voor het uitstroomprofiel. Er worden verschillende werkvormen gebruikt: o.a. instructie, verwerkingsopdrachten, projectopdrachten, examenopdrachten en praktijkopdrachten in je stage. De leerdoelen zijn beschreven in het kwalificatiedossier Manager handel. Meer informatie over de inhoud van de kerntaken vind je in deel C van het kwalificatiedossier. b. Nederlands Taaltraining op de vaardigheden lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren, schrijven, taalverzorging en begrippen. Er worden verschillende werkvormen gebruikt: o.a. digitale oefeningen, leren uit boeken, instructies van de docent, rollenspel, luisteroefeningen. De leerdoelen zijn beschreven in het Referentiekader Taal en Rekenen. 11

c. Engels Taaltraining op de vaardigheden lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren en schrijven. Er worden verschillende werkvormen gebruikt: o.a. digitale oefeningen, leren uit boeken, instructies van de docent, rollenspel, luisteroefeningen. De leerdoelen zijn beschreven in het Europees ReferentieKader. d. Rekenen In de trainingen rekenvaardigheid wordt aandacht besteed aan 4 domeinen: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, verbanden. Middels digitale oefeningen, opdrachten en instructie werk je toe naar het Cito-examen. De leerdoelen zijn beschreven in het Referentiekader Taal en Rekenen. e. Loopbaan & Burgerschap Het onderdeel Loopbaan & Burgerschap is gericht op je persoonlijke ontwikkeling. Bij loopbaan staat het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs centraal. Daarbij krijg je inzicht in je eigen kwaliteiten, je mogelijkheden en de waarden en motieven die voor jou belangrijk zijn. Bij burgerschap krijg je inzicht in 4 dimensies: politiek juridische, economische en sociaalmaatschappelijke dimensie en vitaal burgerschap. Middels discussie, onderzoek, opdrachten en presentaties werk je aan je persoonlijke ontwikkeling. De leerdoelen zijn beschreven in het document Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap (vanaf 2012) f. BPV (stage) Als BBL-er combineer je werken met studeren. Tijdens je werk leer je met name in praktijksituaties. Met andere woorden: hier vindt de Beroeps Praktijk Vorming plaats. 12

De BPV-begeleider komt enkele malen bij je bedrijf op bezoek voor voortgangsgesprekken en begeleiding. Binnen het bedrijf is er altijd een medewerker (praktijkopleider) die je dagelijks begeleidt in het bedrijf. Samen met het bedrijf en de school onderteken je een praktijkovereenkomst (POK) waarin afspraken staan over wat er van jou verwacht wordt en wat jij van het bedrijf mag verwachten. g. Keuzevakken Niet van toepassing. h. Begeleiding De wijze waarop je wordt begeleid is beschreven in het hoofdstuk B1. Begeleiding bij het leren. 13

O3. Maatwerk Aansluiting op je vooropleiding De opleiding Filiaalmanager Detailhandel sluit goed aan op VMBO-TL, met name als je economie in je vakkenpakket hebt. Ook met VMBO gemengd of kader ben je toelaatbaar, maar dan moet je wel economie als examenvak hebben gehad. Aansluiting op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt Met deze opleiding kun je leidinggevende functies binnen de detailhandel gaan vervullen. Ook is het mogelijk om met deze opleiding door te stromen naar het hoger beroepsonderwijs. Binnen het HBO zijn de opleidingen Small business & Retail management en Commerciële Economie logische vervolgopleidingen. Remediëren, verrijken, verdiepen Daar waar je meer of ander oefenmateriaal nodig hebt, kan de docent je dat aanreiken. Er is veel mogelijk, maar je moet dan wel zelf actie ondernemen. Je maakt daarover op jouw initiatief afspraken met je docent en studieloopbaanbegeleider. 14

O4. Voortgang Ontwikkelingsgericht beoordelen en feedback In het ontwikkelingsgerichte gedeelte word je tijdens de studieonderdelen (bv. projecten, opdrachten) regelmatig beoordeeld. Welke resultaten heb je bereikt en hoe succesvol is je manier van werken? Deze beoordelingen zijn bedoeld om je ontwikkeling te meten en om te kijken waar het beter kan. Bij ieder studieonderdeel word je vooraf verteld wat er van je wordt verwacht. Je bent op de hoogte van alles wat je moet doen (bewijslast) en aan welke eisen deze bewijslast moet voldoen. Wanneer je werk is beoordeeld, krijg je feedback op je prestatie: wat is er goed en wat kan beter. Je probeert daarna zelf vast te stellen wat je al goed kan, op welke punten je nog kunt verbeteren en hoe je dat gaat doen. Je tussentijdse resultaten worden bijgehouden op diplomeringsrapport en het voortgangsrapport. Iedere periode worden je voortgang en je resultaten besproken met je studieloopbaanbegeleider. I Het diplomeringsrapport. Hierop staan de resultaten die behaald hebt voor de volgende examens: 1. Kerntaken en werkprocessen; 2. Taalvaardigheden voor Nederlands; 3. Taalvaardigheden voor Engels; 4. De burgerschapscompetenties; 5. Rekenvaardigheid. 15

II Het voortgangsrapport. Hierop staat informatie over de manier waarop je met je studie bezig bent: 1. Je studiehouding; 2. Behaalde basistoetsen in het basistraject. Studieadvies Op basis van je resultaten en voortgang krijg je een studieadvies. Er zijn bij het studie advies drie mogelijke uitkomsten: Jammer, maar deze opleiding past niet bij jou. We gaan je in de resterende periode helpen bij het vinden van een andere opleiding en daar waar mogelijk ondersteunen bij je overstap. We denken dat je het diploma kan behalen maar... Afhankelijk van je achterstanden wordt er een afspraak gemaakt. Deze afspraak wordt vastgelegd in een studiecontract. Misschien kan je pas op een later moment op stage en ga je studie achterstand oplopen. Je ontwikkeling verloopt volgens verwachting of zelfs daarboven. Je kan zonder studievertraging beginnen aan je stage. Voor het eerste studieadvies (in periode 2) wordt er gekeken of: de opleiding/het beroep bij je past; je voldoende aan je opleiding werkt en gemotiveerd bent; je studieresultaten aan de verwachtingen voldoen. 16

Bij het tweede studieadvies (in periode 4) wordt aan de hand van je resultaten een advies gegeven voor het vervolgtraject: voortzetten leertraject voor Filiaalmanager of overstappen naar het leertraject Eerste verkoper niveau 3. Bij het derde studieadvies in periode 6 wordt er definitief een keuze gemaakt voor uitstromen met de opleiding Filiaalmanager of uitstromen als Eerste verkoper. Dit is afhankelijk van je resultaten en eventuele achterstanden. Eisen aan studievoortgang Norm Studieadvies 1 Studieadvies 2 Op basis van jouw en onze ervaringen. Studiehouding minimaal 6 Vakdeskundigheid minimaal 6 Aantal benodigde herkansingen op het summatieve rapport + de basistoetsen maximaal 4 Hierbij gelden de volgende afspraken: Niet gemaakte praktijkexamens worden ook als herkansingen geteld. Het cijfer voor vakdeskundigheid is het gemiddelde van de cijfers vakdeskundigheid van alle vakken die in deze periode gegeven zijn. 17

Studieadvies 3 Studiehouding minimaal 6 Vakdeskundigheid minimaal 6 Aantal benodigde herkansingen op het summatieve rapport + de basistoetsen maximaal 4 Hierbij gelden de volgende afspraken: Niet gemaakte praktijkexamens worden ook als herkansingen geteld. Het cijfer voor vakdeskundigheid is het gemiddelde van de cijfers vakdeskundigheid van alle vakken die in deze periode gegeven zijn. 18

O5. Planning van de onderwijstijd Planning onderwijstijd (in klokuren per week) In onderstaande tabel is het aantal klokuren per week van alle studieonderdelen weergegeven. Schooljaar 1 P1 P2 P3 P4 Beroep 3,5 3,5 3,5 3,5 Nederlands 1 1 1 1 Engels 1,5 1,5 1,5 1,5 Rekenen 1 1 1 1 Loopbaan & Burgerschap 1 1 1 1 BPV >= 20 >= 20 >= 20 >= 20 Begeleiding* - - - - Totaal 8 8 8 8 * Begeleidingsgesprekken vinden tijdens de lessen plaats. 19

Schooljaar 2 P5 P6 P7 P8 Beroep 3,5 3,5 3,5 3,5 Nederlands 1 1 1 1 Engels 1,5 1,5 1,5 1,5 Rekenen 1 1 1 1 Loopbaan & Burgerschap - - - - BPV >= 20 >= 20 >= 20 >= 20 Begeleiding* - - - - Totaal 8 8 8 8 20

Schooljaar 3 P9 P10 P11 P12 Beroep 3,5 3,5 3,5 3,5 Nederlands 1 1 1 1 Engels 1,5 1,5 1,5 1,5 Rekenen 1 1 1 1 Loopbaan & Burgerschap - - - - BPV >= 20 >= 20 >= 20 >= 20 Begeleiding* - - - - Totaal 8 8 8 8 In deze tabellen zijn uren voor introductie, toetsing en andere activiteiten niet opgenomen. 21

Eisen aan het studietraject en studiebelasting De school heeft de wettelijke plicht om je voldoende aantal uren te begeleiden in je studieproces. Deze begeleiding mag je van ons verwachten. Vanaf 18 jaar hangt je recht op studiefinanciering hiervan af. In onderstaande tabel zie je het aantal begeleide onderwijsuren (BOU) en stage-uren (BPV) per studiejaar. Eis BOU Planning Eis BPV Planning Eis totaal Planning Studiejaar 1 200 275 610 800 850 1075 Studiejaar 2 200 275 610 800 850 1075 Studiejaar 3 200 275 610 800 850 1075 22

O6. Kerntaken De volgende kerntaken horen bij je opleiding. Kerntaak 1: Voert beleid van de organisatie uit De filiaalmanager bepaalt samen met een vertegenwoordiger van het hoofdkantoor of de centrale organisatie de korte- en lange-termijndoelstellingen voor zijn eigen situatie. In een activiteiten, jaarof kwartaalplan geeft hij de doelstellingen weer en beschrijft in hoofdlijnen hoe deze doelen bereikt worden, welke activiteiten ondernomen moeten worden, welke tijdlijn daarbij hoort en welke middelen en mensen daarvoor nodig en/of beschikbaar zijn. Hij maakt het organisatiebeleid verder concreet door het beleid naar zijn eigen situatie te vertalen in combinatie met lokale activiteiten. Afhankelijk van de richtlijnen van het hoofdkantoor/centrale organisatie heeft hij de mogelijkheid om plannen op het gebied van presentatie en promotie in meer of mindere mate te ontwikkelen of aan te passen, om (voor een deel) assortiment en prijs te bepalen en/of personeelsplannen op te stellen. De filiaalmanager bewaakt de uitvoering van de plannen en de activiteiten. Hij vergelijkt de (tussen)resultaten met de vooraf gestelde doelstellingen gaat na wat de resultaten en kosten van de activiteiten zijn en in hoeverre deze afwijken van het oorspronkelijke plan. Hij evalueert klachten, omzet, omloopsnelheden en het gevoerde beleid om inzicht te krijgen in de resultaten. Ook gaat hij na of veranderingen in de markt en de doelgroep aanpassing van plan en/of activiteiten vragen. Hij brengt zijn bevindingen in overleggen met zijn leidinggevende en/of collega's in en doet verbetervoorstellen. Waar nodig stuurt hij direct bij door activiteiten aan te passen. Hij verantwoordt de resultaten aan zijn leidinggevende en licht gemaakte keuzes toe. 23

De filiaalmanager hanteert registratiesystemen om de verkoopcijfers te analyseren. Hij interpreteert deze cijfers door deze te relateren aan prognoses en ontwikkelingen. Daarnaast onderzoekt hij de oorzaak van tegenvallende verkoopcijfers en relateert de verkoopcijfers aan het beleid. Op basis van deze analyse beoordeelt hij het uitgevoerde beleid. De filiaalmanager zorgt ervoor dat de financiële gegevens ingevoerd en geanalyseerd worden. Hij controleert en bewaakt de vastgestelde begroting en budgetten, analyseert periodiek de financiële informatie en rapporteert hierover aan zijn leidinggevende/het hoofdkantoor/de centrale organisatie. Bij afwijkingen overlegt hij met de leidinggevende, het hoofdkantoor of de centrale organisatie en/of neemt hij zelf direct maatregelen. De filiaalmanager inventariseert lokale activiteiten voor diverse doelgroepen. Hij gaat na of met het filiaal/de vestiging deelgenomen kan worden aan deze activiteiten en op welke manier en doet een voorstel om aan deze activiteiten deel te nemen. Met verschillende activiteiten presenteert hij zijn filiaal en zichzelf onder diverse doelgroepen in overleg met het hoofdkantoor/de centrale organisatie. Na deze activiteiten evalueert hij het resultaat en koppelt dit terug aan zijn leidinggevende. De filiaalmanager signaleert een tijdelijke of structurele behoefte aan nieuwe medewerkers op basis van de (verwachte) omzet en werkzaamheden. Hij bekijkt de mogelijkheden binnen het personeelsbudget voor het aannemen van extra medewerkers en brengt in kaart aan welke soort medewerker behoefte is. Hij verwerkt deze gegevens in een voorstel aan zijn hoofdkantoor. 24

De filiaalmanager bekijkt op basis van de gesignaleerde personeelsbehoefte of het personeelsplan de teambezetting en de financiële mogelijkheden hoe een vacature vervuld kan worden. Hij beschrijft aan welke eisen medewerkers moet voldoen. Hij werft met ondersteuning van de leidinggevende/het hoofdkantoor/de centrale organisatie kandidaten voor de betreffende functie of besteedt dit uit, voert met deze personen een sollicitatiegesprek en selecteert een medewerker. De filiaalmanager begeleidt en voert formele gesprekken met medewerkers in het kader van het beroepsfunctioneren. Gedurende een langere periode observeert hij medewerkers, signaleert hij sterke en zwakke punten van de medewerkers en geeft hij aanwijzingen voor verbetering van de werkuitvoering. In gesprekken met de medewerker reflecteert en evalueert hij samen met de medewerkers, hij geeft feedback op het functioneren en samen kijken ze naar ontwikkelmogelijkheden. Tijdens de gesprekken maakt hij afspraken met de medewerker over ontwikkelpunten voor de volgende periode, zo ook over mogelijke extra begeleiding. De filiaalmanager onderzoekt ontwikkelingsmogelijkheden, -behoeften en noodzaak bij medewerkers om aan de doelstellingen van de organisatie te kunnen (blijven) voldoen. Hij werkt hiervoor (nieuwe) medewerkers in en stelt opleidingsplannen op. De manager verzorgt de (personeels)administratie bij de in-, door- en kwalificatie van medewerkers. Met betrekking tot personele aangelegenheden rapporteert hij verder aan het hoofdkantoor/centrale organisatie de urenplanning, het ziekteverzuim en de omzet per gewerkt uur. 25

De filiaalmanager organiseert periodiek werkoverleg met medewerkers door agendapunten te bepalen en het overleg in te plannen. Hij leidt het overleg, bewaakt de tijd en moedigt inbreng van medewerkers aan. Hij stelt medewerkers op de hoogte van de bedrijfsdoelstellingen en de ontwikkelingen in de organisatie en geeft aan wat veranderingen voor de werkuitvoering betekenen. Hij legt de afspraken die gemaakt zijn tijdens het werkoverleg vast en komt hierop terug in een volgend overleg. Hij evalueert met medewerkers de verkoopactiviteiten door klantbehoeften, klachten, nee-verkoop en opvallende gebeurtenissen met elkaar te bespreken en te bespreken hoe hierop geanticipeerd kan worden. Ook bespreekt hij zaken die betrekking hebben op samenwerking, collegialiteit en werksfeer. Toelichting: De filiaalmanager onderhoudt tijdens het uitvoeren van beleid op het gebied van commercie, financiën, personeel regelmatig contact met de ondernemer/het hoofdkantoor/de centrale organisatie. Daarnaast bewaakt hij voortdurend de stand van zaken met betrekking tot de doelstellingen, zodat hij bij afwijkingen tijdig kan ingrijpen. De filiaalmanager heeft meestal minder dan zes personen in zijn team. De uitvoering van het beleid moet leiden tot omzetverhoging, waarbij de filiaalmanager rekening houdt met de kaders vanuit het hoofdkantoor/de centrale organisatie. Voor het financiële aspect is het belangrijk dat de filiaalmanager de cijfers interpreteert, rapporteert en bewaakt. De richtlijnen van het hoofdkantoor/de centrale organisatie en vanuit wettelijke regelgeving zijn hierbij leidend. De inspanningen van de filiaalmanager op het gebied van personeel moeten als resultaat deskundig personeel en een goed werkklimaat hebben. Bij het uitvoeren van beleid is het van belang dat de filiaalmanager zich houdt aan wet- en regelgeving en organisatiespecifieke regels en procedures. 26

De taken met betrekking tot het bewaken van het beleid en het doen van verbetervoorstellen en het analyseren en interpreteren van verkoopcijfers hebben een belangrijke relatie met elkaar. In zijn werkzaamheden relateert de manager deze taken ook aan elkaar. Kerntaak 2: Beheert goederenstroom en voorraad De filiaalmanager controleert steekproefsgewijs aan de hand van de geleide-documenten de ontvangen goederen op kwantiteit en kwaliteit. Vervolgens bepaalt hij de wijze en plaats van opslag van de goederen en de prioriteit bij het opslaan. Verder zorgt hij dat retouren en de wijziging van orders worden afgehandeld. Waar mogelijk delegeert hij deze werkzaamheden aan medewerkers, verdeelt de taken, instrueert hen over de werkzaamheden, controleert de uitvoering van de werkzaamheden en stuurt bij. Daarnaast lost hij problemen op bij de ontvangst en opslag en onderhoudt hierover contacten met (de inkoopafdeling van) het hoofdkantoor of de leverancier/vervoerder. De filiaalmanager geeft het team/de medewerkers opdracht om artikelpresentaties op te bouwen of aan te passen volgens het presentatieplan. Hij plant deze werkzaamheden en delegeert deze werkzaamheden aan het team. Hij controleert of de artikelpresentaties voldoen aan het presentatieplan en aan de gestelde regels op het gebied van hygiëne, veiligheid, opbouw en voorraadhoogte. Bij afwijkingen geeft hij bij medewerkers aan op welke manier de artikelpresentatie aangepast moet worden, geeft extra toelichting op het presentatieplan of helpt hen bij het aanpassen. 27

De filiaalmanager bewaakt de voorraad door deze regelmatig te controleren. Hij registreert de voorraad of laat dit doen. Hierbij let hij op afwijkingen door breuk, beschadiging of criminele derving. Hij bewaakt het voorraadniveau en corrigeert het wanneer nodig. Vervolgens bestelt hij het assortiment. De filiaalmanager zorgt dat de verkoopruimte, omgeving en opslagruimte aan de eisen van de organisatie voldoen. Hij signaleert afwijkingen in de verzorging van de verkoopruimte, omgeving en opslagruimte en zorgt dat deze afwijkingen worden opgelost. Daarnaast zorgt hij dat voor openingstijd de afdeling gereedgemaakt wordt door medewerkers aan te sturen. Toelichting: De filiaalmanager geeft leiding tijdens de operationele werkprocessen rondom goederenontvangst en verwerking: bij elk werkproces delegeert hij taken, stuurt hij medewerkers aan en controleert de uitvoering van de werkzaamheden. Tijdens de werkzaamheden is de filiaalmanager alert op het voorkomen van derving door zichzelf en zijn medewerkers. Bij constatering van derving onderneemt hij de juiste maatregelen. De filiaalmanager kijkt voortdurend naar mogelijkheden om de processen rondom de goederenstroom zo veilig en efficiënt mogelijk te laten verlopen. Hij vraagt hier, wanneer nodig, ondersteuning voor van het hoofdkantoor/de centrale organisatie. 28

Kerntaak 3: Coördineert verkoopactiviteiten en voert deze uit De filiaalmanager ontvangt klanten in de verkoopruimte, begroet hen en observeert hen. Hij maakt op basis van de observatie een inschatting van het type klant. Gedurende de tijd dat de klant in de verkoopruimte aanwezig is, stelt hij of een medewerker zich zichtbaar op naar de klant en houdt hij de klant in de gaten om te bepalen of de klant hulp nodig heeft, geen criminele activiteiten ontplooit en/of hij een verkoopgesprek kan aanvangen met de klant (inspringmoment bepalen). Hij stuurt medewerkers aan door hen instructies te geven over het ontvangen en benaderen van klanten. De filiaalmanager beantwoordt vragen van klanten over artikelen en geeft hen desgevraagd toelichting over de toepassing, eigenschappen en verwerking van het artikel. Wanneer de klant zijn zoekvraag niet helder heeft, stelt hij vragen om de klant te helpen bij het formuleren van zijn zoekvraag. Wanneer de zoekvraag helder is, wijst hij de klant op de mogelijkheden van het assortiment. Hij verwijst de klant door naar een medewerker, wanneer hij de vragen van de klant niet toereikend kan beantwoorden. Hij informeert de klant over service, ruil-, retour- en garantiebepalingen en de leverings- en betalingsvoorwaarden conform de koopovereenkomst. Wanneer de mogelijkheid er is, past hij bijverkoop toe. De filiaalmanager voert branche-specifieke (technische) handelingen uit om een artikel op maat te kunnen verkopen. Wanneer nodig verricht hij metingen op het artikel of bij de klant, gebruikt hij branche-specifieke hulpmiddelen om het artikel te bewerken, te snijden, etc. en/of voegt hij verschillende artikelen/producten bij elkaar. 29

De filiaalmanager onderhandelt over de prijs met de klant. Hij gaat na hoeveel korting de klant wil hebben, bepaalt op basis van de bandbreedte hoeveel korting hij de klant mag geven en doet een voorstel aan de klant voor de korting. Afhankelijk van de mogelijkheden komt hij met de klant de prijs overeen. De filiaalmanager plaatst een bestelling voor de klant, wanneer het gevraagde artikel niet voorradig is. Hij hanteert hiervoor het bestelprocedures. Hij administreert de benodigde gegevens en geeft bij de klant aan wanneer het artikel opgehaald kan worden. De filiaalmanager handelt klachten af die medewerkers niet kunnen afhandelen. Hij onderzoekt de klacht, schat de ernst van de klacht in, bepaalt op welke wijze de klacht wordt afgehandeld, communiceert dit naar de klant, onderneemt actie om de klacht af te handelen en administreert de klacht in het systeem. Toelichting: De filiaalmanager bewaakt continu of klanten worden geholpen. Hij zet hiervoor extra medewerkers in of geeft medewerkers andere werkzaamheden. Hij informeert en instrueert medewerkers voorafgaand en tijdens de werkzaamheden over de te verrichten taken, de prioriteiten, de productiviteits- en kwaliteitsnormen en de te behalen resultaten. Hij bewaakt de voortgang van de werkzaamheden en ziet erop toe dat de medewerkers de werkzaamheden uitvoeren conform de gemaakte afspraken, bedrijfsprocedures en de eisen met betrekking tot arbo, veiligheid en milieu. Hij geeft feedback aan medewerkers met betrekking tot hun werk en hun handelen. 30

Tijdens het aansturen van de verkoopactiviteiten en het zelf uitvoeren daarvan is de filiaalmanager alert op het voorkomen van derving door zichzelf en zijn medewerkers. Bij constatering van derving onderneemt hij de juiste maatregelen. De filiaalmanager zal veel van de verkoopactiviteiten delegeren aan medewerkers. Incidenteel voert hij deze zelf uit bijvoorbeeld bij drukte of wanneer de medewerkers ondersteuning nodig hebben. De filiaalmanager zorgt dat hij voor alle verkoopwerkzaamheden continu op de hoogte is van ontwikkelingen op de markt en in de organisatie, nieuwe artikelen en promotionele acties. Hij is tevens er verantwoordelijk voor dat zijn medewerkers hiervan ook op de hoogte zijn. Kerntaak 4: Coördineert de kassatransacties en voert deze uit De filiaalmanager beheert het afrekensysteem door het systeem gebruiksklaar te maken of dit te laten doen, zorg te dragen dat hulpmiddelen beschikbaar zijn en te controleren of veiligheidsmaatregelen en het afrekensysteem optimaal werken. Bij storingen en afwijkingen onderzoekt hij de oorzaak en neemt actie om het probleem op te lossen. De filiaalmanager schat het moment in dat de verkooptransactie afgehandeld kan worden. Hij verwijst de klant naar het afrekenpunt. Hij geeft de klant aan hoe de afhandeling van de verkooptransactie verder verloopt door de klant te informeren over betaalwijze, spaarsystemen, garantie- en ruilvoorwaarden en de wijze van aflevering. In dit laatste contactmoment met de klant gaat hij door het stellen van vragen, observeren, etc. de tevredenheid van de klant na en op welke wijze de tevredenheid vergroot kan worden. 31

De filiaalmanager handelt de verkooptransactie af door vast te stellen hoeveel de klant moet betalen. Hij bedient de aanwezige apparatuur van het afrekensysteem om de betaling van de klant te verwerken. Hij controleert tijdens de afhandeling van de verkooptransactie of de juiste prijzen worden gehanteerd. Bij afwijkingen of verdachte situaties onderneemt hij passende actie. Desgewenst zorgt hij voor het in- of verpakken van de aankoop en neemt daarna afscheid van de klant. Wanneer mogelijk delegeert hij deze taken aan medewerkers. Hij instrueert hen, controleert of medewerkers zich aan de taken, werkprocedures en instructies houden en stuurt zo nodig bij. Bij afwijkingen of veranderingen corrigeert hij medewerkers of geeft hen nieuwe instructies. De filiaalmanager zorgt voor het afsluiten van het afrekensysteem, de opslag van waardepapieren en de administratie daar omheen. Bij kasverschillen spoort hij de oorzaak op en onderhoudt hierover contact met zijn leidinggevende/het hoofdkantoor. Hij doet voorstellen ten aanzien van de afhandeling van verkooptransacties. Hij verzorgt de administratie met betrekking tot de afhandeling van de verkooptransactie, maakt financiële overzichten van de verkooptransacties en de verantwoording daarvan. Hij zorgt tevens voor het geldtransport. Toelichting: De filiaalmanager zorgt dat hij voor alle werkzaamheden continu op de hoogte is van ontwikkelingen op de markt en in de organisatie, nieuwe artikelen en promotionele acties. Hij is tevens er verantwoordelijk voor dat zijn medewerkers hiervan ook op de hoogte zijn. Tijdens het aansturen van de verkoopafhandeling en het zelf uitvoeren daarvan is de filiaalmanager alert op het voorkomen van derving door zichzelf en zijn medewerkers. Bij constatering van derving onderneemt hij de juiste maatregelen. 32

De filiaalmanager zorgt dat de regels en procedures ten aanzien van de verkoopafhandeling worden nageleefd. Hij controleert actief op de naleving van de regels en procedures door zijn medewerkers. De filiaalmanager zal veel van deze activiteiten delegeren aan medewerkers. Incidenteel voert hij deze zelf uit bijvoorbeeld bij drukte of wanneer de medewerkers ondersteuning nodig hebben. Het resultaat van de werkzaamheden moeten leiden tot een juiste verkoopafhandeling in het belang van de klant en de organisatie. De filiaalmanager moet bij deze werkzaamheden het juiste evenwicht vinden tussen het delegeren en het zelf uitvoeren van werkzaamheden, zodat alle voorkomende werkzaamheden correct worden uitgevoerd. Hij zal in veel gevallen prioriteiten moeten stellen. Kerntaak 5: Coördineert de verkoopafhandeling en voert deze uit De filiaalmanager stelt op verzoek van de klant offertes op. Hij maakt noodzakelijke artikelcombinaties, inventariseert juiste artikelcodes, maatvoering en prijzen, maakt berekeningen en zorgt indien nodig voor tekeningen, monsters, foto s, specificaties e.d. Hij houdt hierbij rekening met de eisen van de klant en de gestelde eisen met betrekking tot het product. De filiaalmanager onderhandelt over de prijs met de klant. Hij gaat na hoeveel korting de klant wil hebben, bepaalt op basis van de bandbreedte hoeveel korting hij de klant mag geven en doet een voorstel aan de klant voor de korting. Afhankelijk van de mogelijkheden komt hij met de klant de prijs overeen. 33

De filiaalmanager op verzoek van de klant een verkooporder op om de koop af te sluiten. Hij maakt met de klant afspraken over de aanbetaling en het moment waarop de levering van de artikelen plaatsvindt. Hij legt de afspraken vast in de order of in het systeem. Hij registreert de verkooporder in de verkoopadministratie. De filiaalmanager verwerkt de verkooporder door artikelen te bestellen, waarbij hij rekening houdt met de levertijden en het moment van leveren bij de klant. Hij bewaakt de orderafhandeling en houdt contact met de klant over de voortgang van de order. Hij zorgt voor de ontvangst en opslag van goederen van de bestelde goederen conform planning en levering naar de klant op de afgesproken datum. Hij houdt het klantenbestand en de klantgegevens bij het ordertraject. Toelichting: Afhankelijk van de branche waarin de filiaalmanager werkzaam is, is het coördineren van de verkoopafhandeling een kort- en langdurend proces. Dit is ook bepalend voor de intensiteit van de werkprocessen. 34

E1. Verschillende examens Een examen is een eindtoets die meetelt voor diplomering. In het examenplan staan alle examens die meetellen voor je diploma. Bij het Florijn College gebruiken we verschillende examenvormen. Hieronder vind je een korte toelichting bij iedere examenvorm. Praktijkexamen of Proeve van bekwaamheid (PE) Een proeve van bekwaamheid is een praktijkexamen waarin je laat zien dat je een kerntaak beheerst. Het examen vindt plaats in je stagebedrijf of in een simulatie op school. Je wordt beoordeeld op wat je laat zien en de producten die je hebt gemaakt. Theorie-examen (TE) Het theorie-examen is een examen om je vakkennis te beoordelen. Het gaat om kennis die belangrijk is voor de uitoefening van het beroep en die je nodig hebt om je proeve goed te kunnen afsluiten. Centrale examens Nederlands en Rekenen (COE) Voor de onderdelen Nederlands Lezen en Luisteren is er een verplichte centraal examen van het CITO. De examens worden digitaal afgenomen in een aantal computerlokalen van het Florijn College. De examens bestaan uit teksten en filmpjes met multiple choice vragen. Voor rekenen bestaat het centrale examen uit de onderdelen Getallen, Verhoudingen, Verbanden en Meten en Meetkunde. 35

Instellingsexamens Nederlands (IE-S en IE-M) Het Florijn College heeft eigen examens voor de vier onderdelen Schrijven, Taalverzorging en begrippenlijst, Spreken en Gesprekken Voeren. Deze examens zijn schriftelijk (open en gesloten vragen, opdrachten en multiple choice) en mondeling (bijvoorbeeld een klantgesprek of presentatie). Examens Moderne vreemde talen (MVT-S en MVT-M) Voor Engels zijn de examens gericht op de vaardigheden Luisteren, Lezen, Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren. De examenvormen zijn vergelijkbaar met die van Nederlands. Examens Loopbaan en Burgerschap (BuCo) Bij je studieloopbaangesprekken wordt aandacht besteed aan het onderdeel Loopbaan. Er is geen apart examen voor dit onderdeel. Bijzonder voor het onderdeel Burgerschap is dat de examens je ontwikkeling meten. Je toont met werkstukken, opdrachten en presentaties aan dat je je verdiept hebt in een onderwerp en wat je hebt geleerd. Het gaat hierbij om kennis, inzicht en bewustzijn, en ook hoe je je gedraagt en functioneert. De vier onderdelen voor burgerschap zijn: de politiek-juridische dimensie, de economische dimensie, de sociaal-maatschappelijke dimensie en de dimensie vitaal burgerschap. Een overzicht van al deze examens, tref je verderop aan in het Examenplan. 36

Hulpmiddelen bij examens Afhankelijk van de examenvorm mag je gebruik maken van hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een rekenmachine. Op het voorblad van ieder examen worden toegestane hulpmiddelen vermeld. Belangrijkste hulpmiddelen zijn de rekenmachine (R), het woordenboek (W), de hoofdtelefoon (H) en hulpmiddelen bij praktijkexamens (P). Meer informatie over hulpmiddelen vind je terug op de website in de bijlage Hulpmiddelen bij examens. Voor studenten met een beperking kunnen speciale hulpmiddelen worden toegestaan. Ook is er toetstijdverlenging mogelijk. Je vraagt dit aan bij de zorgcoördinator. De examencommissie beslist welke hulpmiddelen zijn toegestaan. Het kan bijvoorbeeld gaan om een daisyspeler of computer. Je krijgt hiervoor een speciaal pasje dat je tijdens het examen moet tonen aan de surveillant. 37

Kerntaken/ werkprocessen Periode afname Duur examen Aantal gelegenheden Plaats afname Beoordelaar beroepspraktijk Beoordelaar school Weging examens Resultaat E2. Examenplan Naam opleiding Niveau Leerweg Cohort Crebo Startdatum Studiejaar diplomering Kwalificatiedossier Kwalificatieeisen L&B Vaststellingsdatum examenplan Filiaalmanager 4 BOL BBL 2015 93492 1/8/2015 2017-2018 Manager handel 2015 Brondocument 2012 1/6/2015 Beroepsgerichte examens Examencode Vor m Titel examen BPV School Kerntaken en werkprocessen Kerntaak 1 Maakt een ondernemingsplan en bewaakt het ondernemingsbeleid FRFMPEOPC PE Het commercieel plan 12 x x 1 Dec-0 FRFMTBLBEB TE Bedrijfseconomisch beleid 12 x x 1 Dec-1 FRFMTBLCEB TE Commercieel economisch beleid 11 x x 1 Dec-1 38

Slaag-/zakregeling: theorie-examens dienen met minimaal een 4,0 zijn afgesloten. Het gemiddelde van de theorie-examens moet voldoende zijn (eindcijfer >= 5,50). Het praktijkexamen moet minimaal met een voldoende zijn afgesloten (>=5,5). Het kerntaakcijfer wordt berekend door { (eindcijfer praktijkexamen + eindcijfer theorie-examen) / 2 } en afgerond op 0 decimalen. FRFMPEGOE-v FRFMPEGOE-L FRFMPEGOE-b FRFMTBLGOE PE PE PE TE Kerntaak 2 Beheert en verzorgt goederenstroom en voorraad Beheert en verzorgt goederenstroom en voorraad verzorgend deel Beheert en verzorgt goederenstroom en voorraad leidinggevend deel Beheert en verzorgt goederenstroom en voorraad beherend deel Beheert en verzorgt goederenstroom en voorraad 2 x x 1 Dec-0 7 x x 1 Dec-0 9 x x 1 Dec-0 5 x x 1 Dec-1 Slaag-/zakregeling: theorie-examens dienen met minimaal een 4,0 zijn afgesloten. Het gemiddelde van de theorie-examens moet voldoende zijn (eindcijfer >= 5,50). Het praktijkexamen moet minimaal met een voldoende zijn afgesloten (>=5,5). Het kerntaakcijfer wordt berekend door { (eindcijfer praktijkexamen + eindcijfer theorie-examen) / 2 } en afgerond op 0 decimalen. Kerntaak 3 Begeleidt verkoopactiviteiten en voert deze ook uit FRFMPEVER-v FRFMPEVER-L PE PE Begeleidt verkoopactiviteiten en voert deze ook uit verzorgend deel Begeleidt verkoopactiviteiten en voert deze ook uit leidinggevend deel 4 x x 1 Dec-0 7 x x 1 Dec-0 FRFMPEVER-b PE Begeleidt verkoopactiviteiten en voert deze ook uit beherend deel 10 x x 1 Dec-0 FRFMTBLVER TE Begeleidt verkoopactiviteiten en voert deze ook uit 6 x x 1 Dec-1 FRFMTBLBRA TE Branche 8 x x 1 Dec-1 39

Slaag-/zakregeling: theorie-examens dienen met minimaal een 4,0 zijn afgesloten. Het gemiddelde van de theorie-examens moet voldoende zijn (eindcijfer >= 5,50). Het praktijkexamen moet minimaal met een voldoende zijn afgesloten (>=5,5). Het kerntaakcijfer wordt berekend door { (eindcijfer praktijkexamen + eindcijfer theorie-examen) / 2 } en afgerond op 0 decimalen. Kerntaak 4 Handelt kassatransacties af en/of leidt deze FRFMPEVET-v FRFMPEVET-L FRFMPEVET-b PE PE PE Handelt kassatransacties af en/of leidt deze verzorgend deel 7 x x 1 Dec-0 Handelt kassatransacties af en/of leidt deze leidinggevend deel 7 x x 1 Dec-0 Handelt kassatransacties af en/of leidt deze beherend deel 11 x x 1 Dec-0 Slaag-/zakregeling: bovenstaande praktijkexamens (PE) dienen minimaal met een voldoende zijn afgesloten (>=5,5). Het kerntaakcijfer (KT4) is het gewogen gemiddelde van alle bovenstaande examens (0-dec). 40

Niveau examen Periode afname Duur examen Aantal beoordelaars Aantal gelegenheden Weging examens Resultaat Beroepsgerichte eisen talen (Engels) Examencode Vorm Vaardigheid Engels FEVMLEB1-1 MVT-S Beroepsgericht Engels lezen B1 6 50 1 3 1 1-dec FEVMLUB1-1 MVT-S Beroepsgericht Engels luisteren B1 9 50 1 3 1 1-dec FEVMSPB1-1 MVT-M Beroepsgericht Engels spreken B1 11 15 2 3 1 1-dec FEVMGEB1-1 MVT-M Beroepsgericht Engels gesprekken voeren B1 6 25 2 3 1 1-dec FEVMSCB1-1 MVT-S Beroepsgericht Engels schrijven B1 11 50 1 3 1 1-dec Slaag-/zakregeling: voor beroepsgericht Engels wordt het cijfer van de examens gemiddeld tot één heel eindcijfer. Dit eindcijfer moet tenminste een 6 zijn. De afzonderlijke examencijfers mogen niet lager dan 4,0 zijn. 41

Niveau examen Periode afname Duur examen Aantal beoordelaars Aantal gelegenheden Weging examens Resultaat Generieke examens Nederlands 3F Examencode Vorm Vaardigheid FNELL3FCOE COE Lezen en luisteren 3F 8 120-3 1 1-dec FNESP3Fd IE-M Spreken 3F 11 30 2 3 1 1-dec FNEGE3Fd IE-M Gesprekken voeren 3F 8 30 2 3 1 1-dec FNESC3Fd IE-S Schrijven 3F 11 120 1 3 1 1-dec FNEBE3Fd IE-S Taalverzorging/begrippenlijst 3F 10 120 1 3 1 1-dec Slaag-/zakregeling: Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. Voor alle instellingsexamens geldt dat je een 4,0 of hoger dient te behalen. Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, Rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn. Van de eindcijfers voor Nederlands en rekenen mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn. 42

Niveau examen Periode afname Duur examen (min) Aantal beoordelaars Aantal gelegenheden Weging examens Resultaat Generieke examens Engels Examencode Vorm Vaardigheid FENLEB1d MVT-S Engels lezen B1 10 60 1 3 1 1-dec FENLUB1d MVT-S Engels luisteren B1 10 60 1 3 1 1-dec FENSPA2d MVT-M Engels spreken A2 10 30 2 3 1 1-dec FENGEA2d MVT-M Engels gesprekken voeren A2 10 30 2 3 1 1-dec FENSCA2d MVT-S Engels schrijven A2 10 90 1 3 1 1-dec Slaag-/zakregeling: Voor generiek Engels wordt het cijfer van alle examens gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel generiek Engels. Dit eindcijfer moet ten minste een 5 zijn. Voor alle examens geldt dat je een 4,0 of hoger dient te behalen. Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, Rekenen en Engels mag er één een 5 zijn, de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn. 43

Niveau examen Periode afname Duur examen Aantal beoordelaars Aantal gelegenheden Weging examens Resultaat Generieke examens Rekenen 3F Examencode Vorm Vaardigheid FRE3FCOE COE Rekenen 3F 9-11 120-3 1 0-dec Slaag-/zakregeling: Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer van 1-10). Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, Rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn. LET OP: bij het schrijven van deze OER is nog niet precies bekend hoe de slaag/zak-regeling er definitief uit zal zien. Indien de regeling anders wordt dan hierboven, word je hierover geïnformeerd door de examencommissie. 44

Loopbaan en Burgerschap Examencode Onderwerp Loopbaan Capaciteitenreflectie, Motievenreflectie, Werkexploratie, Loopbaansturing, Netwerken Naam kwalificerende opdracht Studieloopbaanbegeleiding FEPMPPDO10 Burgerschap Politiek juridische dimensie Mondeling examen 1 1 FEKREADO10 Burgerschap Economische dimensie Werkstuk 2 1 FEDNSVDO10 Burgerschap Sociaal maatschappelijke dimensie Werkstuk 3 1 FEFITHDO10 Burgerschap Dimensie Vitaal burgerschap dimensie Mondeling examen 4 1 Slaag-/zakregeling: voor iedere afzonderlijke dimensie is aan de inspanningsverplichting voldaan. Periode Weging Resultaat 1 t/m 12 1 Voldaan Niet voldaan Voldaan Niet voldaan Voldaan Niet voldaan Voldaan Niet voldaan Voldaan Niet voldaan 45

Beroepspraktijkvorming Onderdeel Onderwerp Periode Weging Resultaat FBPV90290P1 BPV periode 1 2, 3 1 Onvoldoende-Voldoende FBPV90290P1U Uren periode 1 (300 sbu) 2, 3 1 Voldaan Niet voldaan FBPV90290P2 BPV periode 2 7 1 Onvoldoende-Voldoende FBPV90290P2U Uren periode 2 (360 sbu) 7 1 Voldaan Niet voldaan FBPV90290P3 BPV periode 3 12 1 Onvoldoende-Voldoende FBPV90290P3U Uren periode 3 (360 sbu) 12 1 Voldaan Niet voldaan Slaag-/zakregeling: de stages zijn met een voldoende beoordeeld en er is aan het aantal vereiste uren voldaan. 46

E3. Inzien examens, herkansing en vrijstelling aanvragen Inzien examens Je hebt het recht op inzage van je examenwerk. Ook kan je een toelichting vragen op de beoordeling. In de bijlage Inzien en bespreken examen en beoordeling op de website van het Florijn College lees je binnen welke termijn je inzage kan aanvragen; hoe je inzage kan aanvragen bij het examenbureau. Herkansingen Je hebt recht op minimaal 1 herkansing van ieder examen. Waar mogelijk kan je 2 keer herkansen. Het aantal gelegenheden is aangegeven in het examenplan. In de Herkansingsregeling op de website van het Florijn College lees je wanneer je in aanmerking komt voor een herkansing; hoe je een herkansing kan aanvragen bij het examenbureau. Vrijstellingen Het kan zijn dat je in een voorgaande opleiding resultaten hebt behaald die je recht geven op een vrijstelling. De examencommissie kan je vrijstelling verlenen. In de Vrijstellingsregeling op de website van het Florijn College lees je wanneer je mogelijk in aanmerking komt voor een vrijstelling; hoe je een vrijstelling kan aanvragen bij de examencommissie. 47

E4. Klachten, bezwaar en beroep bij examens Klacht over examinering Wanneer je een klacht hebt over een examen of de manier waarop het examen is afgenomen, kan je een brief schrijven aan de examencommissie. De examencommissie zal je klacht onderzoeken. Mogelijk word je uitgenodigd om je klacht toe te lichten. De examencommissie beslist of en wat er moet gebeuren. Je wordt via je e-mailadres van school over de beslissing geïnformeerd. Procedure voor bezwaar en beroep Het kan voorkomen dat je het niet eens bent met de uitslag van een examen of de manier waarop je bent beoordeeld. In dat geval dien je binnen 14 dagen na de bekendmaking van de einduitslag schriftelijk te melden bij de examencommissie (via STIP). Dit geldt alleen voor de examens, dus niet voor andere vormen van beoordeling tijdens het studietraject. Voor die gevallen ga je met je bezwaren naar je afdelingsmanager. In de Procedure bezwaar en beroep op de website van het Florijn College lees je Hoe je bezwaar aan kan tekenen bij de examencommissie; Hoe je in beroep kan gaan bij de Commissie van Beroep van ROC West-Brabant. 48

B1. Begeleiding bij het leren Studieloopbaanbegeleiding Iedere student heeft een studieloopbaanbegeleider (SLB) die je helpt tijdens je opleiding. Regelmatig ga je met je klas, in een groepje of individueel in gesprek. De studieloopbaanbegeleider ondersteunt je bij het verwezenlijken van je doelen. De begeleiding is gericht op de korte termijn (studiesucces) en de lange termijn (loopbaansucces). Je krijgt inzicht in je persoonlijkheid (wie ben ik), in je drijfveren (wat vind ik belangrijk, wat wil ik) en je capaciteiten (wat kan ik al en wat nog niet). Doel van de begeleiding is dat je: inzicht hebt in je eigen vermogens; keuzes kan maken en achter deze keuzes staat; leert doelgericht te werken aan je toekomst; zelfstandig bent; je verantwoordelijk voelt en proactief bent; zelfvertrouwen hebt; je een belangrijk onderdeel voelt van onze veelkleurige samenleving; je het maximale uit je (school)carrière haalt; je goed voorbereid bent op toekomstig werk of vervolgopleiding; je regisseur bent van je eigen leven. 49

Je studieloopbaanbegeleider helpt je bij het behalen van deze doelen. De taken van de studieloopbaanbegeleider zijn: Oplossingsgericht begeleiden; Ontwikkelen van studievaardigheden; Volgen van je aanwezigheid, prestaties en gedrag; Begeleiden bij problemen en waar nodig doorverwijzen naar zorgbegeleiding; Loopbaanbegeleiding, helpen bij keuzes maken voor (vervolg)opleiding of werk; Uitstroombegeleiding en nazorg. In je begeleidingsdossier worden afspraken vastgelegd en wordt je studievoortgang, begeleiding en aanwezigheid bijgehouden. Als er zaken zijn die het studeren moeilijk maken (bv. een beperking of privéproblemen), dan kan je studieloopbaanbegeleider je doorverwijzen naar het zorgteam. 50

B2. Zorgbegeleiding Begeleiding door de Trajectbegeleider zorg Er zijn verschillende problemen die een negatieve invloed kunnen hebben op je studieresultaten. Het gaat dan om bijvoorbeeld dyslexie, dyscalculie, motivatieproblemen en sociaal-emotionele problemen. Als je bijvoorbeeld gepest wordt of er gebeuren dingen in je privéleven die je heel erg raken. Alles wat je het leren erg moeilijk maakt kun je bespreken met de Trajectbegeleider Zorg van je opleiding. De trajectbegeleider zorg beoordeelt of je hulpvraag door het team kan worden begeleid of dat er meer hulp nodig is. Samen met de zorgcoördinator van het Florijn College wordt dan naar een goede oplossing gezocht. Begeleiding door het zorgteam De zorgcoördinator van het Florijn College vormt samen met de trajectbegeleiders zorg het intern zorgteam. Voor problematiek die door het Zorgteam niet (of niet voldoende) kunnen worden opgevangen, kan via de zorgcoördinator een doorverwijzing plaatsvinden naar de Schoolmaatschappelijk werker, het Service Centrum Studie & Beroep of externe zorgbegeleiding. Meer informatie over zorgbegeleiding vind je op de website in brochure Als het even tegen zit. Indien je een gerichte ondersteuningsvraag hebt, dan worden voordat je aan je opleiding begint afspraken gemaakt met de zorgcoördinator. 51