SYNTHESE VAN HET ONDERZOEK De opdracht tot het opstellen van dit technisch rapport, conform de bepalingen van de standaardprocedure opmaak van een tec

Vergelijkbare documenten
Dijkstraat AARTSELAAR. Tel: TECHNISCH VERSLAG: 24/10/2016

S t a n d a a r d T e c h n i s c h V e r s l a g

Conformverklaring Technisch Verslag

Standaard technisch verslag PMGJV15431 Leuvensesteenweg Machelen

AL-West B.V. ANALYSERAPPORT. TEC NV Nele Claeys INDUSTRIEPARK ROSTEYNE ZELZATE BELGIQUE. Geachte heer, mevrouw,

Standaard Technisch Verslag

Technisch verslag. i.o.v. Atelier VT 2015-ZO-875

Standaard technisch verslag PMGJV16381 Voorhavenkaai Gent

Vosselaarseweg Lille

VMSW. Koloniënstraat Brussel. Standaard Technisch Verslag wegen-, riolerings- en omgevingswerken op de wijk Sint-Annawijk

Standaard technisch verslag PMGMR16189 Pannenhuisstraat-Europalaan Dilsen-Stokkem

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER. CQ Fontainas

ES1609/002 VLA 5496 Vlaams Brabant

Bijlage 5 Technisch verslag grondonderzoek door AGT NV

Inventarisatie Teer site Carcoke

Standaard technisch verslag PMGMG15235 Zwarte Beek Beringen & Lummen

Wegenis- en rioleringswerken en bouwpercelen Cadix wijk - Antwerpen

Technisch Verslag

Het doel van het aanvullend onderzoek is het verkrijgen van aanvullende informatie over de verontreiniging.

AL-West B.V. ANALYSERAPPORT. SITA REMEDATION NV Dhr. P. Perseo WESTVAARTDIJK GRIMBERGEN BELGIQUE. Geachte heer, mevrouw,

TECHNISCH VERSLAG GRONDVERZET

Standaard technisch verslag PMGEVA17302 Schijnpoortweg 2170 Merksem (Antwerpen)

Standaard technisch verslag PMGEVO17203 Tiensevest Leuven

Hierbij doen wij u de resultaten toekomen van het nader bodemonderzoek op het sportpark De Koepel te Vught.

Conformverklaring Technisch Verslag

TECHNISCH VERSLAG. Bestek B Aanleg containerpark JRC-IRMM. Provincie Antwerpen Arrondissement Turnhout Gemeente Mol

ORIËNTEREND BODEMONDERZOEK

Conformiteitsattest verslag van siteonderzoek

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Samen maken we morgen mooier.

UITVOEREN VAN MILIEUHYGIËNISCH

A N A L Y S E - C E R T I F I C A A T

Samen maken we morgen mooier.

Analysecertificaat. Infrasoil - Veenendaal T.a.v. H. Liesveld Postbus NK VEENENDAAL. Datum:

Bijlage V bij het VLAREBO-besluit van 14 december Bijlage V. Waarden voor vrij gebruik van bodemmaterialen

Standaard technisch verslag PMGMG16287 Zandstraat Geel

Adres onderzoekslocatie

Technisch verslag. Grondverzet bij verkaveling Schrans te Vorselaar IOK

Conformiteitsattest beschrijvend bodemonderzoek

DHV B.V. Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE

Bodeminformatie. Vaartweg 123A te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven

Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen

Nieuwe regeling voor grondverzet

Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus AB Lekkerkerk.

Algemeen kader Praktische cases grondverzet

Happy Duck Wasplein Industrieweg AD DUIVENDRECHT

Grondverzet: van ontwerp tot oplevering Leidraad voor de bouwheer

3 GEWESTEN, 1 technisch verslag

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie -

INDICATIEF GRONDONDERZOEK EILAND KOUDENHOORN

Technisch verslag. Provinciedomein Halve Maan Diest - evenementenweide R01(00)

Indien u gegevens wenst over de meetonzekerheden van een methode, kunnen wij u deze op verzoek verstrekken.

P Hengelo - Torenlaan 62 Sportpark Slangenbeek P

Wijziging van het analysepakket VLAREMA voor de matrix meststof/ bodemverbeterend middel (inputstromen voor verwerking en eindproducten)

TECHNISCH VERSLAG I.K.V. GRONDVERZET


Verkennend bodem- en asbestonderzoek

AFBAKENEN VAN EEN KADASTRALE WERKZONE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

Belgisch Staatsblad dd

Ons kenmerk : Uw Kenmerk: 2 juli 2014 Datum : 2 juli 2014 Contactpersoon : F.Lutz

Regionale ligging van de onderzoekslocatie Bijlage I AMSTERDAM Locatie Topografische Dienst Nederland, Emmen Opdrachtgever Schaal Status Gemeente Amst

BESLUIT: Hoofdstuk I. Vaststelling site. Hoofdstuk II. Uitvoering van het site-onderzoek door de OVAM

MILIEUKUNDIG BODEMONDERZOEK LANGS DE PROVINCIALE WEG N618 BOXTEL - SCHIJNDEL 12 APRIL 2017

Vraag nr. 578 van 1 8 mei 2005 van de heer BART MARTENS

Inhoud. 1 Inleiding Vooronderzoek Algemeen Terreininformatie Conclusie vooronderzoek... 3

GRONDBANK vzw WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN IN BESTAANDE WEGENINFRASTRUCTUUR: PRAKTISCHE RICHTLIJNEN VOOR GRONDVERZET

Verkennend bodemonderzoek

BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp


Bijlage 20 bij besluit 2015/1273-V1 V&V

Samen maken we morgen mooier.

Advies over de ecologische risicoevaluatie. gegevens betreffende een grond langsheen het kanaal Gent-Brugge te Lovendegem

de heer S.P. Schimmel Postbus HB Tiel Geachte heer Schimmel,

TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

Herinrichting Laak benedenstrooms A28

Verkennend bodemonderzoek Bram Streeflandweg 3b4 noord te Renkum

Engelenweide - Cuneraweg te Rhenen

Tabel 1: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming

Bureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN

SAMENVATTING INLEIDING AANLEIDING EN DOEL REFERENTIEKADER BETROUWBAARHEID OPBOUW RAPPORT...

Monsternummer: Rapportagedatum: Instroom buffer. Analyse- resultaat

Verkennend bodemonderzoek centrumplan Oldebroek

Verkennend bodemonderzoek N298 te Hunnecum

fã~öáåé=íüé=êéëìäí Technisch verslag Wegeniswerken, De Bavaylei te Vilvoorde Aquafin MILIEU Bodem

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

Bijlage 2 Briefrapport nader bodemonderzoek (zware metalen)

INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER

Vervolg onderzoek locatie Bredeweg 69 te Randwijk; aanvulling verkennend bodemonderzoek.

TECHNISCH VERSLAG. Bestek B Aanleg parkeerterrein JRC-IRMM. Provincie Antwerpen Arrondissement Turnhout Gemeente Mol

Validatie van de conserveringstermijn van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) in bodem definitief

Advies over de bodemkwaliteit van een baggergrond ter hoogte van de Scheldekop in Oudenaarde

VERKENNEND BODEMONDERZOEK MIDDENWEG 14 TE HEERHUGOWAARD


Bijlage 10: Bodemonderzoeken

BOOT organiserend ingenieursburo bv Alle opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd overeenkomstig de AV-BOOT Ingenieurs met een verhaal.

Sporen in Arnhem, actualiserend bodemonderzoek

Hierbij willen wij u de resultaten doen toekomen van het actualiserend onderzoek aan de Johannes Keizerhof te Handel.

Briefrapport: MILIEUKUNDIG BODEMONDERZOEK Winkelcentrum Dorpsstraat te Bemmel. opdrachtnunmer F-7602/001

CODE VAN GOEDE PRAKTIJK INZAKE GEBRUIK VAN AANVULGRONDEN EN OPHOGINGEN

Milieukundig bodemonderzoek

Transcriptie:

MILIEUHYGIËNISCH BODEMONDERZOEK TECHNISCH VERSLAG Opdrachtgever: D+A Consult Borchtstraat 28 2800 Mechelen Onderzoek: 3050 Oud-Heverlee Projectnummer: M16/1124 Datum: 11 juli 2016 Abesim bvba/sprl BTW / TVA: BE 0467.209.111 RPR Nivelles 90.279 Argenta: BIC: ARSPBE22 - IBAN: BE02 9799 9476 7640 info@abesim.com www.abesim.com Europalaan 26 B-9800 Deinze tel: +32 (0)9 248 03 75 Brusselstraat 51 B-2018 Antwerpen tel: +32 (0)3 270 16 02 Hofstraat 46 bus 01.01 B-2400 Mol tel: +32 (0)497 42 26 45 62, Rue Provinciale B-1301 Wavre (siège social) tel: +32 (0)10 23 54 67 504, Chaussée de Wavre B-1390 Grez-Doiceau tel: +32 (0)10 23 54 67 B: Deinze Antwerpen Mol Wavre Grez-Doiceau - F: Lille Wambrechies Strasbourg PL: Warszawa

SYNTHESE VAN HET ONDERZOEK De opdracht tot het opstellen van dit technisch rapport, conform de bepalingen van de standaardprocedure opmaak van een technisch verslag, versie april 2008, werd aan ABESIM bvba verleend bij wijze van middelverbintenis 1 op basis van de offerte met referentie PH/160330. Referentie Abesim bvba: M16/1124 Contactpersoon: Pieter Hoste Opdrachtgever: D+A Consult Contactpersoon: Mieke Colman Adres onderzoekslocatie: Kauwereelstraat, 3050 Oud-Heverlee Het gaat hier om het realiseren van wegenis en rioleringswerken. In het kader van deze werken dient een bodemonderzoek uitgevoerd volgens de richtlijnen van de O.V.A.M. Deze herinrichtingswerken omvatten o.a. een uitgraving van de wegkoffer en een uitgraving van een rioleringssleuf in lijntraject. Er is nog geen kennis omtrent de fasering of aanvang van de werken. Op het terrein zijn of waren, voor zover gekend en aangegeven door de opdrachtgever, geen bodembedreigende activiteiten aanwezig. Voorliggend technisch verslag omvat een aanpassing en uitbreiding van het bestaande technisch verslag M12/749, opgesteld voor een totale hoeveelheid grondverzet van 6993,26 m³. Het oorspronkelijke technisch verslag werd nog niet ter conformverklaring ingediend. Het lijntraject in de Kauwereelstraat blijft ongewijzigd, er wordt een bijkomende koker en dienstweg aangelegd op privaat domein (t.h.v. Kauwereelstraat 25) en de diameters en lengteprofiel werden bijgesteld waardoor plaatselijk dieper ontgraven zal worden tot ca 4,5 m-mv. Het totale volume grondverzet wordt hierdoor bijgesteld tot 10.056 m³. Rekening houdend met bovenstaande en het feit dat de toestand ongewijzigd blijft, kunnen de analysesresultaten uit 2012 behouden blijven. Het detailplan met aanduiding van uit te graven zone is in hoofdstuk 8 weergegeven. 1 dit is echter geen resultaatsverbintenis, maw wij hebben de goede huisvader gespeeld bij de uitvoering van deze opdracht door de wettelijke procedures en de OVAM-codes van goede praktijk te volgen, doch dit kan geen absolute garantie verschaffen over de precieze bodemkwaliteit, daar het steeds steekproeven zijn. Beschrijving situatie pagina 2 / 65

Milieutechnische samenvatting: Partij A: Toplaag wegenis en vergraven gronden huisaansluitingen (0,2 0,63 m-mv) Partij B: Diepere bodem (0,63 4,5 m- mv) Partij C: Aanleg dienstweg en koker privaat domein (0-2,5 m-mv) MILIEUKWALITEIT 011 211 211 Indicatie gehalte stenen niet van nature aanwezig (gew%) Indicatie maximale diameter stenen (mm) Indicatie gehalte aan andere bodemvreemde materialen (gew % én vol %) < 5% < 5% < 5% <50 mm <50 mm <50 mm <1 % <1 % <1 % grof-zandhoudende grond VH 2768,4 1526,14 leemhoudend zand VH 5696.38 65.11 TOTAAL (m³) 2768.4 5696.38 1591,25 10.056 Het openbaar domein en het privaat domein zijn aparte kadastrale werkzones. De bodem van partij A mag dan ook niet toegepast worden binnen kadastrale werkzone 2 (privaat domein) vooraleer via bijkomende staalnames aangetoond kan worden dat deze mogelijk definitief milieukwaliteit 211 verkrijgt. Kadastrale werkzone 1: openbaar domein (partij A+B) Kadastrale werkzone 2: privaat domein (partij C) Beschrijving situatie pagina 3 / 65

Inhoud SYNTHESE VAN HET ONDERZOEK... 2 INHOUD... 4 1. INLEIDING EN DOELSTELLING... 6 2. VOORSTUDIE...8 2.1 GEGEVENS MET BETREKKING TOT HET PROJECT...9 2.2 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS... 10 2.3 HISTORIEK VAN HET TERREIN... 11 2.4 BODEMKUNDIGE EN GEO(HYDRO)LOGISCHE GEGEVENS... 11 3. OPSTELLEN VAN DE ONDERZOEKSSTRATEGIE...12 3.1 INLEIDING... 12 3.2 MONSTERNAMESTRATEGIE... 12 4. TERREINONDERZOEK... 14 4.1 VEREISTE ERKENNINGEN... 14 4.2 MONSTERNEMING, MONSTERCONSERVERING, ANALYSE EN VEILIGHEIDSMAATREGELEN... 14 4.3 KARAKTERISTIEKEN VAN DE UITGEVOERDE BORINGEN... 14 4.4 BODEMOPBOUW EN ZINTUIGLIJKE WAARNEMINGEN... 16 4.5 SAMENSTELLING VAN DE MENGMONSTERS VOOR ANALYSE... 17 5. LABORATORIUMONDERZOEK... 19 5.1 BEOORDELINGSMETHODE VOOR DE UITGEGRAVEN BODEM... 19 5.2 EVALUATIE ANALYSERESULTATEN... 20 5.3 TOETSING ANALYSERESULTATEN... 21 6. EVALUATIE VAN DE RESULTATEN... 36 6.1 AANPASSING MILIEUKWALITEIT... 36 6.2 GEBRUIK VAN BODEM TER PLAATSE VAN DE AFGRAVING... 37 6.3 CONCLUSIE BODEMKWALITEIT... 39 6.4 VERDERE NOODZAKELIJKE GEGEVENS/ACTIES IN HET KADER VAN DIT ONDERZOEK... 40 7. OPMETINGSTABEL... 41 8. ZONERINGSPLAN... 42 9. BESLUIT... 43 10. BIJLAGEN... 47 Inhoud pagina 4 / 65

10.1 SITUERING VAN HET TERREIN OP DE TOPOGRAFISCHE KAART, AANDUIDING OP LUCHTFOTO EN GEWESTPLAN 48 10.2 FOTORAPPORTAGE... 49 10.3 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS DOCUMENTEN MET BETREKKING TOT RISICOACTIVITEITEN... 50 10.4 BOORPROFIELEN... 51 10.5 ANALYSECERTIFICATEN... 52 10.6 METHODOLOGIE VOOR DE BEPALING VAN DUIDELIJKE AANWIJZINGEN VAN EEN ERNSTIGE BEDREIGING... 53 10.7 UITTREKSELS UIT VOORGAANDE ONDERZOEKEN... 54 10.8 OMREKENING VAN DE RICHTWAARDEN, STREEFWAARDEN EN DE BODEMSANERINGSNORMEN VOLGENS DE KENMERKEN VAN DE BODEM, INCLUSIEF UITWERKING TOETSINGSWAARDEN EN PRODUCTFICHES VAN NIET- GENORMEERDE PARAMETERS... 55 10.9 VERKLARING VAN DE BEGRIPPEN MBT DE OPMETINGSTABEL... 59 10.10 VERKLARENDE WOORDENLIJST... 61 Inhoud pagina 5 / 65

1. INLEIDING EN DOELSTELLING Op 1 januari 2004 werd het VLAREBO tris van toepassing onder het Bodemsaneringsdecreet van 22 februari 1995, welke een wettelijk kader creëerde i.v.m. het omgaan met grondverzet vanuit het oogpunt van mogelijke verontreinigingen. Op 22 april 2008 werd het nieuwe Vlarebo (Vlarebo Quater) gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, waardoor het uitvoeringsbesluit van toepassing wordt en het decreet betreffende de bodemsanering de bodembescherming van 22.01.2008 met het Vlarebo in werking treedt op 1 juni 2008. In hoofdstuk XIII wordt het gebruik van uitgegraven bodem beschreven. Dit decreet geeft aan aan welke voorwaarden grond moet voldoen om hergebruikt te worden. De regeling van het grondverzet steunt op de medeverantwoordelijkheid tussen de toezichthoudende overheid, de uitvoerende overheid en de uitvoerende privé-sector en beoogt de realisatie van een integraal traceerbaarheidsprocedure voor uitgegraven bodem. Ten einde een correcte toepassing van deze wettelijke bepalingen mogelijk te maken, dient de te verzetten grond eerst geanalyseerd te worden, ten einde de samenstelling ervan te kennen. Het hergebruik van uitgegraven bodem vereist conform de bepalingen van hoofdstuk XIII van het Vlarebo de realisatie van een technisch rapport. Dit rapport is bedoeld om een nauwkeurige karakterisatie van de uit te graven bodem weer te geven, waarbij de erkende bodemsaneringsdeskundige oordeelt hoe verregaand de monstername dient te gaan om op statistisch relevante wijze het nagestreefde doel te bereiken. Essentieel hierbij is het feit dat geen enkele staalname- en analysecampagne 100% sluitend zal zijn, vermits men om economische redenen altijd zijn toevlucht zal moeten nemen tot een steekproefsgewijze benadering qua monsternamelocatie enerzijds, en men qua analyses zich zal beperken tot een beperkt aantal (tussen de duizenden mogelijke) chemische parameters anderzijds. Het bodemonderzoek betreffende grondverzet wordt door ABESIM bvba uitgevoerd volgens de voorschriften zoals opgenomen in de Standaardprocedure opmaak van een technisch verslag uitgegeven door de O.V.A.M. op 1 april 2008. Het moet duidelijk gesteld worden dat dit onderzoek enkel gericht is op bodem, uitgegraven bodem en gereinigde uitgegraven bodem gebruikt in overeenstemming met de bepalingen van hoofdstuk XIII van Vlarebo 2. Een technisch verslag wordt opgemaakt voordat de uitgegraven bodem wordt gebruikt. Het technisch verslag wordt opgemaakt op basis van een voorstudie en op basis van analyseresultaten van een representatieve bemonstering. De voorstudie heeft als doel de verdachte zones en de verdachte stoffen te bepalen. Op basis van de gegevens van de voorstudie kan de bodemsaneringsdeskundige de onderzoeksstrategie vastleggen. Het resultaat van het technisch verslag moet zijn: 1. het bepalen van de milieuhygiënische kwaliteit van de uitgegraven of uit te graven bodem en het vastleggen van de gebruiksmogelijkheden; 2. het vastleggen van bijkomende voorwaarden of uitvoeringsbepalingen voor het gebruik van de uitgegraven of voor het uitgraven van de bodem; 3. het opmaken van een opmetingstabel, zodat de initiatiefnemer grondverzet nadien eenvoudig een bestek kan opmaken; 4. het opmaken van een zoneringsplan, dat nadien de basis kan vormen voor het opmaken van een uitvoerbaar uitgravingsplan. 2 Dus niet gericht op elk element dat te catalogeren valt als afvalstof, zoals bvb slib, steenaanvulling, bouw- en sloopafval, enz Inleiding en doelstelling pagina 6 / 65

Bewaren Standaard Technisch Verslag Een kopie van dit standaard technisch verslag en haar bijlagen dient gedurende 8 jaar bij de erkende bodemsaneringsdeskundige bewaard te worden. Geldigheid van dit Standaard Technisch Verslag Dit standaard technisch verslag is geldig gedurende een periode van 2 jaar startend vanaf de datum van de eerste monstername 3. Na het verstrijken van deze termijn dient door een erkende bodemsaneringsdeskundige, via o.a. een terreinbezoek, te worden nagegaan welk bijkomend onderzoek eventueel noodzakelijk is. Op basis hiervan kan de erkende bodemsaneringsdeskundige dan een verklaring schrijven dat de toestand niet veranderd is of een herzien technisch verslag opstellen met een nieuwe einddatum (maximum 2 jaar na de datum van het terreinbezoek). Zonder de bijlagen zoneringsplan en opmetingstabel is dit technisch verslag niet geldig. Elke wijziging van de gegevens opgenomen in dit standaard technisch verslag (bvb. een wijziging aan het bestemmingstype van het terrein conform bijlage 4, art.2 van Vlarebo) dient gemeld te worden en maakt dat de reeds afgeleverde of nog af te leveren conformverklaring komt te vervallen, evenals alle documenten die opgesteld worden (werden) op basis van deze verklaring. 3 Op voorwaarde dat er geen risicoactiviteiten of incidenten zijn geweest thv de uit te graven zone die de kwaliteit van de ondergrond nadelig kunnen beïnvloeden. Inleiding en doelstelling pagina 7 / 65

2. VOORSTUDIE Het onderzoek is gebeurd in samenwerking met de opdrachtgever en op basis van de door hem verstrekte gegevens met betrekking tot dit project. Abesim bvba heeft een verklaring van D+A Consult dat deze de checklist voor het onderzoek naar de administratieve, historische en geologische gegevens naar eer en geweten en in best vermogen ingevuld heeft. Nadere inlichtingen betreffende de onderzoekslocatie werden verkregen via de volgende personen, diensten en/of documenten: mevrouw Mieke Colman van de firma D+A Consult, opdrachtgever van dit bodemonderzoek; de milieudienst van de gemeente Oud-Heverlee; databank web.gisvlaanderen.be. kaart van de kwartairgeologie van België; databank dov.vlaanderen.be; grondwaterkwetsbaarheidskaart van de provincie Vlaams-Brabant; Opdrachtgever Naam D+A Consult Adres Borchtstraat 28 2800 Mechelen Tel 015/56 09 56 Fax 015/56 09 59 Contactpersoon Mieke Colman Bodemsaneringsdeskundige Naam Abesim bvba Adres Europalaan 26, 9800 Deinze Tel 09/248.03.75 Fax 09/248.03.76 Contactpersoon Stijn Vandeburie, Pieter Hoste E-mail stijn.vandeburie@abesim.com, pieter.hoste@abesim.com Erkenning Bodemsaneringsdeskundige type II Voorstudie pagina 8 / 65

2.1 Gegevens met betrekking tot het project Identificatie van het werk waar de bodem uitgegraven werd of uitgegraven zal worden Naam en omschrijving van het werk Besteknr. / Projectnr. Aq. 20.856 Gebruik van de uit te graven bodem: 99,5 m³ ter plaatste te herbruiken, 920 m³ teelaarde nodig; Eigenaar Openbaar domein Bouwheer Aquafin nv Adres Dijkstraat 8 2630 Aartselaar Tel 0476 56 07 16 Contactpersoon Freddy Schampaert Studiebureau/ontwerper D+A Consult Adres Borchtstraat 28 2800 Mechelen Tel 015/56 09 56 Fax 015/56 09 59 Contactpersoon Mieke Colman Detaillering van het werk Maximale uitgravingsdiepte (m) 4,5 m-mv Lengte van het traject (m) 777 Totale hoeveelheid grondverzet (m³) 9917n3 m³ Totale hoeveelheid bodem te herbruiken (m³) 99,5 Voorstudie pagina 9 / 65

2.2 Administratieve gegevens Ligging onderzoekslocatie Adres: Kadastrale informatie: Kauwereelstraat - Stationsstraat, 3050 Oud-Heverlee; Het terrein is openbare weg en dus kadastraal niet gekend; Perceel/zone/ volgnummer partij Referentie Lambertcoördinaten X (km) Y (km) Z (m) A Hoekpunt Kauwereelstraat - Stationsstraat 169,815 165,254 30,7 Volgnummer partij: nummer van de partij overeenkomstig het zoneringsplan Hoekpunten: zoals aangeduid op zoneringsplan X- en Y-coördinaat: locatie van de hoekpunten van elk van de partijen in Lambertcoördinaten Plaatsbeschrijving zoals gedefinieerd in de bouwvergunning: openbaar domein Voor de inplanting van het terrein in de omgeving kan u de topografische kaart, orthofoto en inkleuring op het gewestplan in bijlage 10.1 vinden. Bestemmingstype: Gebied voor openbare nutsvoorzieningen, bestemmingstype V; BPA/RUP: niet van toepassing; Huidig gebruik van het terrein: openbare weg privaat domein (gras) Verharding van de uit te graven zone: asfalt Voorstudie pagina 10 / 65

2.3 Historiek van het terrein Op het terrein zijn of waren, voor zover gekend en aangegeven door de opdrachtgever, geen bodembedreigende activiteiten aanwezig. Er zijn geen gegevens bekend over het optreden van calamiteiten op de omringende terreinen. Er werden ons geen gegevens aangeleverd omtrent inbreuken tegen de milieuwetgeving. Er is geen kennis van klachten of procesverbalen i.v.m. milieuhinder. Er is geen kennis van verdachte activiteiten op de onderzoekslocatie. De relevante milieuvergunningen voor deze activiteiten kan u vinden in bijlage 10.3. Er zijn geen aanwijzingen om aan te nemen dat deze een invloed op de omgeving zouden hebben. Aanwijzingen tot verontreiniging Hebben er zich in het verleden calamiteiten (lekkende tanks, kapotte leidingen,...) voorgedaan waarbij de bodem mogelijkerwijs verontreinigd is? Is de samenstelling van de bodem op het terrein ingrijpend gewijzigd door bv. calamiteiten, ophoging van maaiveld, deponeren van afval,...? Heeft er op de onderzoekslocatie ooit een bemaling van het grondwater plaatsgevonden? Onbekend Onbekend Onbekend Voorafgaand aan dit bodemonderzoek werd er nog nooit een bodemonderzoek (of een bodemsanering) uitgevoerd op de onderzoekslocatie. 2.4 Bodemkundige en geo(hydro)logische gegevens In onderstaande tabel wordt de relevante bodemopbouw voor de omgeving van de onderzoekslocatie gegeven. traject (m-mv) benaming laag samenstelling laag watervoerend karakter 0 15 Kwartaire deklaag zand Goed doorlatend Watervoerende laag 15-22 Formatie van Ieper Klei van Moen Zand, kleiig Matig tot niet doorlatend De diepte van het grondwater is niet gekend bij het opstellen van dit vooronderzoek. Uit de kwetsbaarheidkaart van het grondwater in de provincie Vlaams-Brabant blijkt dat de bodem ter hoogte van de onderzoekslocatie wordt aangemerkt als zeer kwetsbaar Ca1. D.w.z. dat de watervoerende laag bestaat uit zand met een zandige deklaag. Er is geen data over de ligging van waterwingebieden en beschermingszones. Voorstudie pagina 11 / 65

3. OPSTELLEN VAN DE ONDERZOEKSSTRATEGIE 3.1 Inleiding Artikel 138 van het bodemdecreet stelt: 1. Om de verspreiding van bodemverontreiniging te beheersen stelt de Vlaamse Regering nadere regelen vast betreffende de voorwaarden voor het gebruik van uitgegraven bodem, de procedure voor het traceren van uitgegraven bodem en de taken die een bodembeheerorganisatie, tussentijdse opslagplaats en grondreinigingscentrum als vermeld in artikel 139 hierbij vervult. 2. De Vlaamse Regering kan het gebruik van uitgegraven bodem afhankelijk maken van het opstellenvan een technisch verslag. De Vlaamse Regering stelt nadere regelen vast met betrekking tot de inhoud van het technisch verslag. Een technisch verslag wordt opgesteld onder leiding van een bodemsaneringsdeskundige conform de standaardprocedure, vastgesteld door de Vlaamse Regering op voorstel van de OVAM. Bij ontstentenis van dergelijke standaardprocedure wordt het technisch verslag opgesteld volgens een code van goede praktijk. Het bodemonderzoek betreffende grondverzet wordt door ABESIM bvba uitgevoerd volgens de voorschriften zoals opgenomen in de standaardprocedure opmaak van een technisch verslag, versie april 2008. De onderzoeksstrategie heeft tot doel de milieuhygiënische kwaliteit van de uitgegraven of uit te graven bodem en het ruimtelijk voorkomen van de verschillende partijen met een verschillende milieuhygiënische kwaliteit te bepalen. De standaardprocedure opmaak van een technisch verslag moet beschouwd worden als een leidraad voor een milieuhygiënisch onderzoek met een minimale strategie, waarbij door de begeleidende bodemsaneringsdeskundige eveneens een aantal beslissingen genomen worden op basis van de concrete situatie en beschikbare gegevens. Bovenop de beperkte systematische controle van de bodem, worden de verdachte punten en verdachte zones afzonderlijk gecontroleerd. Bij het toepassen van de onderzoeksstrategie is het dan ook van belang om alle verdachte zones en verdachte punten vooraf te lokaliseren (cfr. historisch onderzoek). Indien het type van het werk en/of project van die aard is dat de procedure tot een verantwoord en aanvaardbaar resultaat kan leiden, kan steeds een andere bemonsteringsprocedure gevolgd worden. Deze andere bemonsteringsprocedure dient dan door de OVAM aanvaard te worden. 3.2 Monsternamestrategie Op basis van de ons aangeleverde gegevens welke in het kader van het vooronderzoek verzameld werden kan worden aangenomen dat we hier te maken hebben met een niet-verdachte grond. Het vermoeden bestaat dat de af te graven bodem niet verontreinigd is en dat alle verdachte punten, zones of materialen geïdentificeerd of gelokaliseerd zijn. Opstellen van de onderzoeksstrategie pagina 12 / 65

3.2.1 Basisstrategie bouwprojecten en lijntrajecten Basisdossier M12/749 Zone + omschrijving Volume uit te graven (m³) Aantal mengmonsters 1 Aantal te boren meter 2 (m) A 6.993,26 8 23,6 1. Het aantal mengmonsters wordt bepaald door volgende formule: 2. Het aantal te boren meters wordt bepaald door volgende formule: volume uit te graven partij 0,02 x volume uit te graven partij + 750 volume uit te graven partij 3x 0,02 x volume uit te graven partij + 750 Uitbreiding dossier M16/1124 Zone + omschrijving Volume uit te graven (m³) Aantal mengmonsters 1 Aantal te boren meter 2 (m) A 10.056 11 31,8 Voor de uitbreiding van het dossier dienen dus bijkomend nog minstens 3 SAP analyses te gebeuren op basis van 7,8 m boringen. Hieraan wordt voldaan, zie verder. Echter dient ook rekening gehouden te worden met het feit dat lokaal dieper ontgraven dient te worden dan voorzien in het basisdossier. Dit komt ondermeer door een bijkomende voorziene ontgraving voor grondverbetering van 0.75 m. Op basis van de resultaten uit het basisdossier (alles milieukwaliteit 211) in combinatie met de bodemkundige gegevens (kwartaire deklaag tot ca 15 m-mv) wordt geoordeeld dat een bijkomende boring ter hoogte van de Kauwereelstraat ter controle van de diepere bodem niet noodzakelijk is. De milieukwaliteit 211 wordt hiervoor behouden. De standaardprocedure opmaak van een technisch verslag vermeldt dat de genomen mengstalen samengesteld dienen te worden met deelstalen uit eenzelfde laag, representatief voor de uit te graven laag. Op basis van de gegevens kan door middel van deze strategie aan deze voorwaarden voldaan worden. Indien er bovendien ter plaatse sprake is van duidelijk verschillende fracties, mogen deze verschillende lithologische fracties niet gemengd worden en dient het voorziene aantal analyses mogelijk uitgebreid te worden. 3.2.2 Verdachte zones Ter hoogte van ieder verdacht punt of iedere verdachte zone wordt minimaal 1 boring uitgevoerd tot aan de basis van de uit te graven bodem. Op basis van de waarnemingen tijdens de boringen worden één of meerdere stalen voor analyse geselecteerd. Alleszins worden alle verdachte punten en verdachte zones afzonderlijk onderzocht. Het terrein is volledig wegenis, dus verdachte zone. Echter dienen aangezien de uit te graven zone volledig verdacht is, geen bijkomende boringen uitgevoerd te worden. Opstellen van de onderzoeksstrategie pagina 13 / 65

4. TERREINONDERZOEK 4.1 Vereiste erkenningen Om de kwaliteit van het milieuhygiënisch bodemonderzoek te garanderen wordt vereist dat zowel de betrokken boorfirma, het laboratorium en de coördinator van het milieuhygiënisch bodemonderzoek beschikt over de vereiste erkenning: Boorfirma: de boringen gebeuren in eigen beheer door Abesim bvba, erkend bodemsaneringsdeskundige. Laboratorium: de analyses op de grondmonsters worden uitgevoerd door laboratoria, erkend door de OVAM in het kader van het afvalstoffendecreet voor het uitvoeren van de desbetreffende analyses. Coördinator: de coördinatie van het onderzoek gebeurt door Abesim bvba. Abesim bvba beschikt over de erkenning van type 2 als bodemsaneringsdeskundige. 4.2 Monsterneming, monsterconservering, analyse en veiligheidsmaatregelen De bemonstering van bodem, de monsterconservering en de in acht genomen veiligheidsmaatregelen gebeuren volgens de voorschriften in het VLAREBO en het Afvalstoffenanalyse Compendium. De analyses worden uitgevoerd zoals beschreven in het VLAREBO en het Afvalstoffen Compendium. 4.3 Karakteristieken van de uitgevoerde boringen Boringen Uitvoerder boringen: Abesim bvba Abesim bvba Datum uitvoering: 14 maart 2012 31/05/2016 Naam staalnemer: Pieter Hoste Jeroen Jansen Aard conservering: Gekoeld Gekoeld Terreinonderzoek pagina 14 / 65

Navolgende tabel geeft de karakteristieken van de boringen, met vermelding van de strategiebepaling. Zone Boring nr. Diepte (m-mv) Aantal deelstalen 1 Boormethode A 1 3,0 6 0 0,2 m mv: betonboor door verharding 0,2 1 m mv: edelman boor diameter 100 mm 1 3 m-mv: ramguts 2 3,5 7 0 0,2 m mv: betonboor door verharding 0,2 1 m mv: edelman boor diameter 100 mm 1 3,5 m-mv: ramguts 3 2,2 5 0 0,2 m mv: betonboor door verharding 0,2 1 m mv: edelman boor diameter 100 mm 1 2,2 m-mv: ramguts 4 1,6 4 0 0,2 m mv: betonboor door verharding 0,2 1,6 m mv: edelman boor diameter 100 mm 5 1,5 4 0 0,2 m mv: betonboor door verharding 0,2 1 m mv: edelman boor diameter 100 mm 1 1,5 m-mv: ramguts 6 1,9 5 0 0,2 m mv: betonboor door verharding 0,2 1 m mv: edelman boor diameter 100 mm 1 1,9 m-mv: ramguts 7 2,1 5 0 0,2 m mv: betonboor door verharding 0,2 1 m mv: edelman boor diameter 100 mm 1 2,1 m-mv: ramguts 8 2,2 5 0 0,2 m mv: betonboor door verharding 0,2 1 m mv: edelman boor diameter 100 mm 1 2,2 m-mv: ramguts 9 3 6 0 0,2 m mv: betonboor door verharding 0,2 1 m mv: edelman boor diameter 100 mm 1 3 m-mv: ramguts 10 2 5 0 0,2 m mv: betonboor door verharding 0,2 1 m mv: edelman boor diameter 100 mm 1 2 m-mv: ramguts 11 1,8 4 0 0,2 m mv: betonboor door verharding 0,2 1 m mv: edelman boor diameter 100 mm 1 1,8 m-mv: ramguts Dienstweg 51 2.5 6 0 2.5 m mv: edelman boor diameter 100 mm 52 1.9 5 0 1,9 m mv: edelman boor diameter 100 mm Voor de situering van de boringen wordt verwezen naar het zoneringsplan in hoofdstuk 8. Terreinonderzoek pagina 15 / 65

4.4 Bodemopbouw en zintuiglijke waarnemingen De zintuiglijke vaststellingen waargenomen bij het uitvoeren van de boringen zijn opgenomen in de boorprofielen in bijlage 10.4. Tijdens het veldwerk bleek dat de toplaag van de grond bestaat uit zand. Op basis van de uitgevoerde boringen bevindt het grondwater zich vermoedelijk dieper dan 3,5 m- mv. Om tijdens de veldwerkzaamheden een eerste beeld te kunnen krijgen van de verontreinigingstoestand, worden de zintuiglijke waarnemingen ter plaatse genoteerd en geïnterpreteerd. Dit is van belang teneinde de bemonsteringsstrategie die tijdens het vooronderzoek vooropgesteld werd te kunnen verfijnen of aan te passen. In de onderstaande tabellen worden de zintuiglijke waarnemingen samengevat weergegeven 4. Boring Traject (m-mv) Profiel / referent ie Geur Andere gehalte stenen niet van nature aanwezig (gew%) maximale diameter stenen (mm) gehalte bodemvreemde materialen (gew % én vol %) 1 0,2 0,4 - Baksteen, steen 3 0,5 1,0 - Baksteen, steen < 5% <50 mm <1 % < 5% <50 mm <1 % 8 0,2 0,5 - Steen < 5% <50 mm <1 % 11 0,2 0,4 - Steen Op basis van de resultaten van de voorstudie en uitgevoerde boringen (die steeds een steekproef zijn), is er mogelijk een noodzaak tot fysische scheiding indien opmenging gebeurt tussen de verharding en de ondergrond. Uiteraard is het de taak van de aannemer om tijdens het uitvoeren van de werken de beperkingen, opgelegd in het Vlarebo, steeds te respecteren 5. Zeker aangezien het hier gaat om de afbraak van bestaande wegenis en riolering dient hier voldoende zorg voor gedragen te worden. De aannemer dient tijdens de werken te oordelen of een zeving noodzakelijk is. Artikel 162 van het Vlarebo bepaalt dat voor het gebruik als bodem buiten de kadastrale werkzone het gehalte aan stenen die niet van nature aanwezig zijn, maximaal vijf massaprocent bedraagt, de afmeting van de stenen die niet van nature aanwezig zijn niet groter is dan vijftig millimeter, en het gehalte aan andere bodemvreemde materialen maximaal één massa- en volumeprocent bedraagt. 4 Het weze duidelijk dat deze tabel opgemaakt is aan de hand van de waarnemingen tijdens het uitvoeren van de boringen. De beperkte diameter van het boorgat maakt dat objecten met een te grote diameter niet kunnen waargenomen worden en dat dergelijke zones dan ook niet kunnen vermeld worden in dit milieuhygiënisch bodemonderzoek mochten deze aanwezig blijken. 5 Bij het uitgraven van de grond dient voldoende aandacht besteed te worden aan het apart houden van enerzijds de grond en anderzijds stenen en andere bodemvreemde bestanddelen. Dit technisch verslag is enkel van toepassing op de grond die uitgegraven zal worden en houdt geen rekening met mogelijke aanvulling- of fundatie lagen. Terreinonderzoek pagina 16 / 65

Artikel 165 van het Vlarebo bepaalt dat voor het gebruik als bodem binnen de kadastrale werkzone het gehalte aan bodemvreemde materialen, andere dan stenen of steenachtig materiaal, maximaal één massa- en volumeprocent bedraagt. Artikel 169 van het Vlarebo bepaalt dat uitgegraven bodem alleen voor bouwkundig bodemgebruik of in een vormvast product worden gebruikt, op voorwaarde dat het gehalte aan bodemvreemde materialen, andere dan stenen of steenachtig materiaal, maximaal één massa- envolumeprocent bedraagt. Indien de bodem gebruikt wordt buiten de kadastrale werkzone is dus mogelijk zeving van de grond noodzakelijk. 4.5 Samenstelling van de mengmonsters voor analyse Laboratorium Eurofins Eurofins Datum staalname 14/03/2012 31/05/2016 Datum rapportage analyses 23/03/2012 09/06/2016 Laboratorium Naam Eurofins milieu Adres Gildeweg 44-46 NL - 3771 NB, Barneveld Tel +31(0) 34.242.63.00 Fax +31(0) 34.242.63.99 Contactpersoon Kristof Gevers Email In onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de monsters die geselecteerd werden voor analyse alsook de parameters waarop geanalyseerd wordt. Tijdens het uitvoeren van de boringen werd vastgestel dat er verschillende lithologische fracties aanwezig zijn, nl het aantreffen van puinhoudende grond naast de natuurlijke bodem. De codes van goede praktijk omschrijven duidelijk dat op dit moment een bijkomende analyse vereist is, waardoor het aantal mengmonsters uitgebreid werd. Zone Mengmonster Samenstelling Analyses Bodemtextuur boring Diepte deelmonster (m-mv) A 1 1 (20-40) SAP-grondverzet Zand, baksteen 2 2 (20-30) 3 (20-30) 4 (20-30) 5 (20-30) SAP-grondverzet Zand 3 10 (20-30) 6 (20-30) 7 (21-30) 9 (25-30) SAP-grondverzet Zand 4 1 (40-60) 1 (60-100) 2 (30-50) 2 (50- SAP-grondverzet Leem 100) 3 (30-50) 4 (30-50) 4 (50-100) 5 (30-50) 5 (50-100) 5 3 (50-100) SAP-grondverzet Zand 6 10 (30-50) 10 (50-100) 11 (50-100) 6 (30-50) 6 (50-100) 7 (30-50) 7 (50-100) 8 (50-100) 9 (30-70) 9 SAP-grondverzet Leem Terreinonderzoek pagina 17 / 65

Legende: 7 1 (100-150) 1 (150-200) 2 (100-150) 2 SAP-grondverzet Leem (150-200) 3 (100-150) 3 (150-220) 4 (100-160) 5 (100-150) 8 10 (100-150) 10 (150-200) 11 (150-180) SAP-grondverzet Leem 6 (100-150) 6 (150-190) 7 (100-170) 7 (170-210) 8 (100-150) 9 1 (200-300) 2 (200-300) 2 (300-350) 9 SAP-grondverzet Leem (200-300) 10 11 (20-40) 8 (20-30) 8 (30-50) SAP-grondverzet Zand, stenen MM1 51 (0,00-0,30) SAP-grondverzet Zand 52 (0,00-0,30) MM2 51 (0,30-0,50) SAP-grondverzet Leem 51 (0,50-1,00) 52 (0,30-0,50) 52 (0,50-1,00) MM3 51 (1,00-1,50) SAP-grondverzet Leem 51 (1,50-2,00) 52 (1,00-1,50) 52 (1,50-1,90) MM4 51 (2,00-2,50) SAP-grondverzet Leem 1.1 : monster 1 ontnomen uit boring 1 Alle ontnomen monsters werden aangeduid op de boorstaten, opgenomen in bijlage 3 SAP-grondverzet: droge stof, ph-kcl, organische stof, klei, 8 metalen (As, Cd, Cr, Cu, Pb, Ni, Zn, Hg), PAK (16), Minerale olie(gc) De genomen mengstalen zijn samengesteld met deelstalen uit eenzelfde laag, representatief voor de uit te graven laag en werden samengesteld volgens de bepalingen van de codes van goede praktijk. Motivering keuze parameters analyse De herkomst van de uit te graven bodem is gekend. Gezien de geschiedenis van het terrein (resultaten van de voorstudie) en het feit dat er geen aanwijzing werd gevonden voor aanwezigheid van overige verontreiniging ter hoogte van de afgraving tijdens het uitvoeren van de boringen, werd gekozen voor het analysepakket volgens de standaardprocedure opmaak van een technisch verslag waardoor de parameters zware metalen en metalloïden, PAK s (16), minerale olie, klei, organische stof en ph-kcl geanalyseerd worden. Er is geen kennis of vermoeden van specifieke parameters en er werden geen niet-genormeerde parameters geanalyseerd. Terreinonderzoek pagina 18 / 65

5. LABORATORIUMONDERZOEK De analyseresultaten worden vergeleken met de bodemsaneringsnormen voor bestemmingstype V omdat het betrokken terrein gelegen is in een gebied voor openbare nutsvoorzieningen. Voor de omrekening van de bodemsaneringsnormen, de waarde vrij gebruik en de waarde voor gebruik binnen bouwkundige of vormvaste toepassing volgens de kenmerken van de bodem verwijzen we naar bijlage 10.8. De bodemsaneringsnormen beantwoorden aan een niveau van bodemverontreiniging dat een aanmerkelijk risico inhoudt van negatieve effecten voor de mens of het milieu, gelet op de kenmerken van de bodem en de functies die deze vervult. De waarden voor vrij gebruik zijn de normen waaraan uitgegraven bodem moet voldoen voor het gebruik als bodem op een ontvangende grond die binnen bestemmingstype I, II, III, IV of V gelegen is. De bodemsaneringsnormen en waarden vrij gebruik zijn vastgelegd in het VLAREBO. De erkend bodemsaneringsdeskundige verklaart hierbij erop toe te zien dat alle analyses opgenomen in dit rapport werden uitgevoerd door een erkend labo en volgens de verplichte CMA-methode. Opmerking: Bij parameters waarvoor binnen de Vlaamse regelgeving nog geen bodemsaneringsnormen werden opgesteld, zal bij het evalueren van het analyseresultaat uitgegaan worden van bestaande normen van vergelijkbare verbindingen, van internationale normen,, zoals voorgeschreven is in de Standaardprocedure voor Oriënterend bodemonderzoek, versie 2008. 5.1 Beoordelingsmethode voor de uitgegraven bodem De bodem wordt beoordeeld op kwaliteit volgens de richtlijnen vermeld in artikel 163, 164, 166 en 137 van het Vlarebo en de door OVAM opgestelde documenten standaardprocedure opmaak van een technisch verslag en de codes van goede praktijk afbakenen van een kadastrale werkzone, afbakenen van een zone voor het gebruik ter plaatse, gebruik van uitgegraven bodem binnen een kadastrale werkzone en gebruik van uitgegraven bodem binnen een zone voor gebruik ter plaatse, versie 1 april 2008. Gebruik als bodem binnen de kadastrale werkzone: Kwaliteit plaats herkomst Toepassing (plaats van bestemming) Notatie 6 x Bodemsaneringsnorm (BSN) 7 Vrij gebruik als bodem Vrij X > BSN Gebruik als bodem mits toepassing van code goede praktijk van OVAM (CGP). CGP 6 Notatie: afgekorte toepassingsmogelijkheid, zie tabel analyseresultaten 7 Bodemsaneringsnormen: Bijlage IV van het Vlarebo Laboratoriumonderzoek pagina 19 / 65

Gebruik als bodem buiten de kadastrale werkzone: Kwaliteit Toepassing (plaats van bestemming) Notatie x waarde vrij Vrij gebruik als bodem in bestemmingstype I V Vrij gebruik 8 Gebruik als bodem met randvoorwaarden: WVG < x BSN III 9 x > BSN III De concentraties in de uitgegraven bodem moeten lager zijn dan in de ontvangende bodem aangetroffen concentraties. a) WVG < x BSN I/II: Gebruik als bodem in type I-V, mits studie. b) WVG < x BSN III: Gebruik als bodem in type III-V, mits studie. c) WVG < x BSN IV: Gebruik als bodem in type IV-V, mits studie. d) WVG < x BSN V: Gebruik als bodem in type V, mits studie. Wanneer de uitgegraven bodem de BSN type III overschrijdt, moet hij voor gebruik gereinigd worden. I V III V IV V V >BSN Gebruik als bouwstof: Kwaliteit plaats herkomst Toepassing Notatie x waarde vrij gebruik Vrij gebruik binnen een bouwkundige of vormvaste toepassing Onvoldoende parameters geanalyseerd of Onbekend of gebruik mogelijk binnen een WVG < x bijlage 6 Vlarebo 10 bouwkundige of vormvaste toepassing mits uitloogproef 11 x > bijlage 6 Vlarebo Gebruik niet mogelijk binnen een bouwkundige of vormvaste toepassing BVT Onbekend NIET 5.2 Evaluatie analyseresultaten De resultaten worden in onderstaande tabellen vergeleken met de waarden vermeld in bijlage IV, V, VI en VI van Vlarebo. De analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 10.5. Er worden geen afwijkingen vermeld op de analysecertificaten. 8 WVG: Waarden voor vrij gebruik van uitgegraven bodem. Bijlage V van het Vlarebo. 9 Bodemsaneringsnormen, bijlage IV van het Vlarebo 10 Waarden voor het gebruik van uitgegraven bodem als bouwkundig bodemgebruik of in vormvast product. Bijlage VI van het Vlarebo. 11 Uitloogbaarheidswaarden voor het gebruik van uitgegraven bodem als bouwkundig bodemgebruik of in vormvast product, bijlage VII Laboratoriumonderzoek pagina 20 / 65

5.3 Toetsing analyseresultaten Tabel 1: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Vlarebo Grondverzet Monsternummer MM1 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 20-40 Organische stof (% op ds) 1 Lutum (% op ds) 5,5 ph-kcl 6 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Acenafteen 0,01 0,20 4,6 7,2 9,6 108 108 12 Acenaftyleen 0,01 0,20 0,60 0,72 0,64 9,6 26 0,80 Anthraceen 0,01 0,10 1,5 2,4 56 1904 3752 70 Benzo(a)anthraceen 0,018 0,060 2,5 3,8 7,8 24 24 9,8 30 Benzo(a)pyreen 0,017 0,10 0,30 0,40 2,8 4,0 5,8 3,5 7,2 Benzo(b)fluorantheen 0,036 0,20 1,1 1,6 4,9 24 24 6,1 30 Benzo(g,h,i)peryleen 0,02 0,10 35 128 3136 3440 3752 3920 35 Benzo(k)fluorantheen 0,012 0,20 0,60 0,80 9,2 24 24 12 30 Chryseen 0,031 0,15 5,1 8,0 144 256 256 180 320 Dibenzo(a,h)anthraceen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,2 2,9 2,9 2,8 Fenanthreen 0,024 0,080 30 30 30 1320 1320 37 30 Fluorantheen 0,033 0,20 10 13 18 214 214 22 40 Fluoreen 0,01 0,10 19 20 3160 3456 3752 3950 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen 0,031 0,10 0,55 0,80 16 24 24 20 30 Naftaleen 0,01 0,10 0,80 0,96 3,5 34 65 4,4 20 PAK 10 OVAM 0,22 PAK 16 EPA 0,25 Pyreen 0,027 0,10 62 72 316 2520 2520 395 Arseen [As] 10 12 29 38 82 214 214 103 250 Cadmium [Cd] 0,47 0,70 1,8 2,4 4,8 7,6 24 6,0 10,0 Chroom [Cr] 32 52 91 104 192 448 704 240 880 Koper [Cu] 9,2 15 49 63 102 400 400 128 375 Kwik [Hg] 0,1 0,10 1,7 2,3 3,8 3,8 8,8 4,8 5,0 Lood [Pb] 26 21 120 160 448 588 1000 560 1250 Nikkel [Ni] 9,1 11 56 74 76 424 424 95 250 Zink [Zn] 57 54 109 145 145 800 1000 181 1250 Laboratoriumonderzoek pagina 21 / 65

Monsternummer MM1 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 20-40 Organische stof (% op ds) 1 Lutum (% op ds) 5,5 ph-kcl 6 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Droge stof (% m/m) 87,1 Meettemperatuur ph-meting ( C) 19 Organisch koolstof (g C/kg d) 6 ph-kcl (-) 6 Minerale olie C10 - C12 4 Minerale olie C10 - C40 50 50 300 400 400 600 600 500 1000 Minerale olie C12 - C20 15 Minerale olie C20 - C30 15 Minerale olie C30 - C40 16 Tabel 2: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Vlarebo Grondverzet Monsternummer MM10 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 20-50 Organische stof (% op ds) 2,1 Lutum (% op ds) 5,5 ph-kcl 8 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Acenafteen 0,01 0,20 4,6 7,2 11 176 176 14 Acenaftyleen 0,022 0,20 0,60 0,80 0,80 17 33 1,0 Anthraceen 0,05 0,10 1,5 2,4 56 1904 3752 70 Benzo(a)anthraceen 0,13 0,060 2,5 4,0 8,5 24 24 11 30 Benzo(a)pyreen 0,13 0,10 0,30 0,40 2,9 4,0 5,8 3,6 7,2 Benzo(b)fluorantheen 0,25 0,20 1,1 1,6 5,7 24 24 7,1 30 Benzo(g,h,i)peryleen 0,13 0,10 35 128 3136 3440 3752 3920 35 Benzo(k)fluorantheen 0,084 0,20 0,60 0,80 9,2 24 24 12 30 Laboratoriumonderzoek pagina 22 / 65

Monsternummer MM10 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 20-50 Organische stof (% op ds) 2,1 Lutum (% op ds) 5,5 ph-kcl 8 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Chryseen 0,21 0,15 5,1 8,0 144 256 256 180 320 Dibenzo(a,h)anthraceen 0,035 0,10 0,30 0,40 2,3 2,9 2,9 2,9 Fenanthreen 0,16 0,080 30 50 54 1320 1320 67 30 Fluorantheen 0,25 0,20 10 16 24 217 217 30 40 Fluoreen 0,019 0,10 19 38 3160 3456 3752 3950 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen 0,15 0,10 0,55 0,80 16 24 24 20 30 Naftaleen 0,037 0,10 0,80 1,2 4,0 67 134 5,0 20 PAK 10 OVAM 1,5 PAK 16 EPA 1,9 Pyreen 0,2 0,10 62 103 316 2520 2520 395 Arseen [As] 10 12 29 38 82 214 214 103 250 Cadmium [Cd] 0,45 0,70 2,6 3,5 4,8 7,6 24 6,0 10,0 Chroom [Cr] 42 46 91 104 192 448 704 240 880 Koper [Cu] 15 17 66 87 142 400 400 177 375 Kwik [Hg] 0,1 0,10 1,7 2,3 3,8 3,8 8,8 4,8 5,0 Lood [Pb] 19 30 120 160 448 588 1000 560 1250 Nikkel [Ni] 14 11 56 74 76 424 424 95 250 Zink [Zn] 27 61 173 230 230 800 1000 288 1250 Droge stof (% m/m) 85,5 Meettemperatuur ph-meting ( C) 19 Organisch koolstof (g C/kg d) 12 ph-kcl (-) 8 Minerale olie C10 - C12 4 Minerale olie C10 - C40 50 50 300 840 840 1260 1260 1050 1000 Minerale olie C12 - C20 15 Minerale olie C20 - C30 15 Minerale olie C30 - C40 16 Laboratoriumonderzoek pagina 23 / 65

Tabel 3: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Vlarebo Grondverzet Monsternummer MM2 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 20-30 Organische stof (% op ds) 0,8 Lutum (% op ds) 6,8 ph-kcl 7 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Acenafteen 0,01 0,20 4,6 7,2 9,6 108 108 12 Acenaftyleen 0,01 0,20 0,60 0,72 0,64 9,6 26 0,80 Anthraceen 0,01 0,10 1,5 2,4 56 1904 3752 70 Benzo(a)anthraceen 0,022 0,060 2,5 3,8 7,8 24 24 9,8 30 Benzo(a)pyreen 0,018 0,10 0,30 0,40 2,8 4,0 5,8 3,5 7,2 Benzo(b)fluorantheen 0,043 0,20 1,1 1,6 4,9 24 24 6,1 30 Benzo(g,h,i)peryleen 0,022 0,10 35 128 3136 3440 3752 3920 35 Benzo(k)fluorantheen 0,013 0,20 0,60 0,80 9,2 24 24 12 30 Chryseen 0,044 0,15 5,1 8,0 144 256 256 180 320 Dibenzo(a,h)anthraceen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,2 2,9 2,9 2,8 Fenanthreen 0,046 0,080 30 30 30 1320 1320 37 30 Fluorantheen 0,037 0,20 10 13 18 214 214 22 40 Fluoreen 0,012 0,10 19 20 3160 3456 3752 3950 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen 0,035 0,10 0,55 0,80 16 24 24 20 30 Naftaleen 0,016 0,10 0,80 0,96 3,5 34 65 4,4 20 PAK 10 OVAM 0,3 PAK 16 EPA 0,34 Pyreen 0,031 0,10 62 72 316 2520 2520 395 Arseen [As] 10 14 31 41 82 214 214 103 250 Cadmium [Cd] 0,65 0,70 2,6 3,5 4,8 7,6 24 6,0 10,0 Chroom [Cr] 42 57 91 104 192 448 704 240 880 Koper [Cu] 6 16 57 76 122 400 400 153 375 Kwik [Hg] 0,1 0,10 1,7 2,3 3,8 3,8 8,8 4,8 5,0 Lood [Pb] 11 21 120 160 448 588 1000 560 1250 Nikkel [Ni] 10 12 56 74 76 424 424 95 250 Zink [Zn] 20 60 141 187 187 800 1000 234 1250 Droge stof (% m/m) 88,9 Meettemperatuur ph-meting ( C) 19 Laboratoriumonderzoek pagina 24 / 65

Monsternummer MM2 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 20-30 Organische stof (% op ds) 0,8 Lutum (% op ds) 6,8 ph-kcl 7 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Organisch koolstof (g C/kg d) 5 ph-kcl (-) 7 Minerale olie C10 - C12 4 Minerale olie C10 - C40 50 50 300 400 400 600 600 500 1000 Minerale olie C12 - C20 15 Minerale olie C20 - C30 15 Minerale olie C30 - C40 16 Tabel 4: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Vlarebo Grondverzet Monsternummer MM3 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 20-30 Organische stof (% op ds) 0,7 Lutum (% op ds) 6,7 ph-kcl 8,3 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Acenafteen 0,01 0,20 4,6 7,2 9,6 108 108 12 Acenaftyleen 0,01 0,20 0,60 0,72 0,64 9,6 26 0,80 Anthraceen 0,01 0,10 1,5 2,4 56 1904 3752 70 Benzo(a)anthraceen 0,014 0,060 2,5 3,8 7,8 24 24 9,8 30 Benzo(a)pyreen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,8 4,0 5,8 3,5 7,2 Benzo(b)fluorantheen 0,023 0,20 1,1 1,6 4,9 24 24 6,1 30 Benzo(g,h,i)peryleen 0,012 0,10 35 128 3136 3440 3752 3920 35 Benzo(k)fluorantheen 0,01 0,20 0,60 0,80 9,2 24 24 12 30 Chryseen 0,024 0,15 5,1 8,0 144 256 256 180 320 Dibenzo(a,h)anthraceen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,2 2,9 2,9 2,8 Fenanthreen 0,028 0,080 30 30 30 1320 1320 37 30 Laboratoriumonderzoek pagina 25 / 65

Monsternummer MM3 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 20-30 Organische stof (% op ds) 0,7 Lutum (% op ds) 6,7 ph-kcl 8,3 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Fluorantheen 0,02 0,20 10 13 18 214 214 22 40 Fluoreen 0,01 0,10 19 20 3160 3456 3752 3950 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen 0,027 0,10 0,55 0,80 16 24 24 20 30 Naftaleen 0,019 0,10 0,80 0,96 3,5 34 65 4,4 20 PAK 10 OVAM 0,17 PAK 16 EPA 0,19 Pyreen 0,017 0,10 62 72 316 2520 2520 395 Arseen [As] 10 13 31 41 82 214 214 103 250 Cadmium [Cd] 0,46 0,70 2,6 3,5 4,8 7,6 24 6,0 10,0 Chroom [Cr] 40 57 91 104 192 448 704 240 880 Koper [Cu] 5,3 16 57 75 121 400 400 152 375 Kwik [Hg] 0,1 0,10 1,7 2,3 3,8 3,8 8,8 4,8 5,0 Lood [Pb] 10 21 120 160 448 588 1000 560 1250 Nikkel [Ni] 9,1 12 56 74 76 424 424 95 250 Zink [Zn] 16 60 139 185 185 800 1000 232 1250 Droge stof (% m/m) 88,2 Meettemperatuur ph-meting ( C) 20 Organisch koolstof (g C/kg d) 4 ph-kcl (-) 8,3 Minerale olie C10 - C12 4 Minerale olie C10 - C40 50 50 300 400 400 600 600 500 1000 Minerale olie C12 - C20 15 Minerale olie C20 - C30 15 Minerale olie C30 - C40 16 Tabel 5: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Vlarebo Grondverzet Monsternummer MM4 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Laboratoriumonderzoek pagina 26 / 65

Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 30-100 Organische stof (% op ds) 2 Lutum (% op ds) 8 ph-kcl 7 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Acenafteen 0,01 0,20 4,6 7,2 11 170 170 14 Acenaftyleen 0,01 0,20 0,60 0,80 0,80 16 32 1,0 Anthraceen 0,01 0,10 1,5 2,4 56 1904 3752 70 Benzo(a)anthraceen 0,016 0,060 2,5 4,0 8,4 24 24 11 30 Benzo(a)pyreen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,9 4,0 5,8 3,6 7,2 Benzo(b)fluorantheen 0,031 0,20 1,1 1,6 5,6 24 24 7,0 30 Benzo(g,h,i)peryleen 0,015 0,10 35 128 3136 3440 3752 3920 35 Benzo(k)fluorantheen 0,01 0,20 0,60 0,80 9,2 24 24 12 30 Chryseen 0,039 0,15 5,1 8,0 144 256 256 180 320 Dibenzo(a,h)anthraceen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,3 2,9 2,9 2,9 Fenanthreen 0,037 0,080 30 48 52 1320 1320 64 30 Fluorantheen 0,025 0,20 10 16 24 217 217 30 40 Fluoreen 0,01 0,10 19 36 3160 3456 3752 3950 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen 0,056 0,10 0,55 0,80 16 24 24 20 30 Naftaleen 0,01 0,10 0,80 1,2 4,0 64 128 5,0 20 PAK 10 OVAM 0,23 PAK 16 EPA 0,25 Pyreen 0,02 0,10 62 100 316 2520 2520 395 Arseen [As] 10 15 33 43 82 214 214 103 250 Cadmium [Cd] 0,52 0,70 2,6 3,5 4,8 7,6 24 6,0 10,0 Chroom [Cr] 38 56 91 104 192 448 704 240 880 Koper [Cu] 11 19 74 99 163 400 400 204 375 Kwik [Hg] 0,1 0,10 1,7 2,3 3,8 3,8 8,8 4,8 5,0 Lood [Pb] 91 30 120 160 448 588 1000 560 1250 Nikkel [Ni] 14 14 56 74 76 424 424 95 250 Zink [Zn] 39 71 210 280 280 800 1000 350 1250 Droge stof (% m/m) 86,2 Meettemperatuur ph-meting ( C) 19 Organisch koolstof (g C/kg d) 11 ph-kcl (-) 7 Minerale olie C10 - C12 4 Laboratoriumonderzoek pagina 27 / 65

Monsternummer MM4 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 30-100 Organische stof (% op ds) 2 Lutum (% op ds) 8 ph-kcl 7 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Minerale olie C10 - C40 50 50 300 800 800 1200 1200 1000 1000 Minerale olie C12 - C20 15 Minerale olie C20 - C30 15 Minerale olie C30 - C40 16 Tabel 6: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Vlarebo Grondverzet Monsternummer MM5 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 50-100 Organische stof (% op ds) 1,5 Lutum (% op ds) 6,7 ph-kcl 7 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Acenafteen 0,01 0,20 4,6 7,2 10 139 139 13 Acenaftyleen 0,01 0,20 0,60 0,72 0,72 13 29 0,90 Anthraceen 0,01 0,10 1,5 2,4 56 1904 3752 70 Benzo(a)anthraceen 0,04 0,060 2,5 3,9 8,1 24 24 10 30 Benzo(a)pyreen 0,032 0,10 0,30 0,40 2,8 4,0 5,8 3,5 7,2 Benzo(b)fluorantheen 0,08 0,20 1,1 1,6 5,2 24 24 6,5 30 Benzo(g,h,i)peryleen 0,04 0,10 35 128 3136 3440 3752 3920 35 Benzo(k)fluorantheen 0,02 0,20 0,60 0,80 9,2 24 24 12 30 Chryseen 0,11 0,15 5,1 8,0 144 256 256 180 320 Dibenzo(a,h)anthraceen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,2 2,9 2,9 2,8 Fenanthreen 0,12 0,080 30 39 41 1320 1320 51 30 Fluorantheen 0,072 0,20 10 15 21 216 216 26 40 Fluoreen 0,015 0,10 19 28 3160 3456 3752 3950 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen 0,045 0,10 0,55 0,80 16 24 24 20 30 Naftaleen 0,024 0,10 0,80 1,1 3,8 49 97 4,7 20 Laboratoriumonderzoek pagina 28 / 65

Monsternummer MM5 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 50-100 Organische stof (% op ds) 1,5 Lutum (% op ds) 6,7 ph-kcl 7 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 PAK 10 OVAM 0,58 PAK 16 EPA 0,66 Pyreen 0,061 0,10 62 86 316 2520 2520 395 Arseen [As] 10 13 31 41 82 214 214 103 250 Cadmium [Cd] 0,58 0,70 2,6 3,5 4,8 7,6 24 6,0 10,0 Chroom [Cr] 40 54 91 104 192 448 704 240 880 Koper [Cu] 6,5 17 63 84 136 400 400 170 375 Kwik [Hg] 0,1 0,10 1,7 2,3 3,8 3,8 8,8 4,8 5,0 Lood [Pb] 14 26 120 160 448 588 1000 560 1250 Nikkel [Ni] 10 12 56 74 76 424 424 95 250 Zink [Zn] 25 63 163 218 218 800 1000 272 1250 Droge stof (% m/m) 88,3 Meettemperatuur ph-meting ( C) 19 Organisch koolstof (g C/kg d) 9 ph-kcl (-) 7 Minerale olie C10 - C12 4 Minerale olie C10 - C40 50 50 300 600 600 900 900 750 1000 Minerale olie C12 - C20 15 Minerale olie C20 - C30 15 Minerale olie C30 - C40 16 Tabel 7: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Vlarebo Grondverzet Monsternummer MM6 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 30-100 Organische stof (% op ds) 1,1 Lutum (% op ds) 8,3 Laboratoriumonderzoek pagina 29 / 65

ph-kcl 7 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Acenafteen 0,01 0,20 4,6 7,2 9,8 114 114 12 Acenaftyleen 0,01 0,20 0,60 0,72 0,64 10 26 0,80 Anthraceen 0,01 0,10 1,5 2,4 56 1904 3752 70 Benzo(a)anthraceen 0,01 0,060 2,5 3,9 7,8 24 24 9,8 30 Benzo(a)pyreen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,8 4,0 5,8 3,5 7,2 Benzo(b)fluorantheen 0,023 0,20 1,1 1,6 5,0 24 24 6,2 30 Benzo(g,h,i)peryleen 0,014 0,10 35 128 3136 3440 3752 3920 35 Benzo(k)fluorantheen 0,01 0,20 0,60 0,80 9,2 24 24 12 30 Chryseen 0,029 0,15 5,1 8,0 144 256 256 180 320 Dibenzo(a,h)anthraceen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,2 2,9 2,9 2,8 Fenanthreen 0,036 0,080 30 32 32 1320 1320 40 30 Fluorantheen 0,025 0,20 10 14 18 215 215 23 40 Fluoreen 0,01 0,10 19 21 3160 3456 3752 3950 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen 0,026 0,10 0,55 0,80 16 24 24 20 30 Naftaleen 0,018 0,10 0,80 1,0 3,6 37 72 4,5 20 PAK 10 OVAM 0,17 PAK 16 EPA 0,19 Pyreen 0,019 0,10 62 75 316 2520 2520 395 Arseen [As] 10 15 33 44 82 214 214 103 250 Cadmium [Cd] 0,4 0,70 2,6 3,5 4,8 7,6 24 6,0 10,0 Chroom [Cr] 39 62 91 104 192 448 704 240 880 Koper [Cu] 7 17 65 86 140 400 400 176 375 Kwik [Hg] 0,1 0,10 1,7 2,3 3,8 3,8 8,8 4,8 5,0 Lood [Pb] 11 23 120 160 448 588 1000 560 1250 Nikkel [Ni] 12 14 56 74 76 424 424 95 250 Zink [Zn] 24 66 170 227 227 800 1000 284 1250 Droge stof (% m/m) 85,6 Meettemperatuur ph-meting ( C) 20 Organisch koolstof (g C/kg d) 6 ph-kcl (-) 7 Minerale olie C10 - C12 4 Minerale olie C10 - C40 50 50 300 440 440 660 660 550 1000 Minerale olie C12 - C20 15 Minerale olie C20 - C30 15 Minerale olie C30 - C40 16 Laboratoriumonderzoek pagina 30 / 65

Tabel 8: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Vlarebo Grondverzet Monsternummer MM7 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 100-220 Organische stof (% op ds) 1,3 Lutum (% op ds) 12 ph-kcl 7,4 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Acenafteen 0,01 0,20 4,6 7,2 10 126 126 13 Acenaftyleen 0,01 0,20 0,60 0,72 0,72 12 28 0,90 Anthraceen 0,01 0,10 1,5 2,4 56 1904 3752 70 Benzo(a)anthraceen 0,01 0,060 2,5 3,9 8,0 24 24 10,0 30 Benzo(a)pyreen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,8 4,0 5,8 3,5 7,2 Benzo(b)fluorantheen 0,022 0,20 1,1 1,6 5,1 24 24 6,4 30 Benzo(g,h,i)peryleen 0,012 0,10 35 128 3136 3440 3752 3920 35 Benzo(k)fluorantheen 0,01 0,20 0,60 0,80 9,2 24 24 12 30 Chryseen 0,03 0,15 5,1 8,0 144 256 256 180 320 Dibenzo(a,h)anthraceen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,2 2,9 2,9 2,8 Fenanthreen 0,046 0,080 30 36 36 1320 1320 45 30 Fluorantheen 0,021 0,20 10 14 20 215 215 24 40 Fluoreen 0,014 0,10 19 24 3160 3456 3752 3950 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen 0,02 0,10 0,55 0,80 16 24 24 20 30 Naftaleen 0,02 0,10 0,80 1,0 3,7 43 84 4,6 20 PAK 10 OVAM 0,17 PAK 16 EPA 0,2 Pyreen 0,018 0,10 62 80 316 2520 2520 395 Arseen [As] 10 17 37 49 82 214 214 103 250 Cadmium [Cd] 0,4 0,70 2,6 3,5 4,8 7,6 24 6,0 10,0 Chroom [Cr] 41 70 91 104 192 448 704 240 880 Koper [Cu] 9,6 20 82 110 181 400 400 227 375 Kwik [Hg] 0,1 0,10 1,7 2,3 3,8 3,8 8,8 4,8 5,0 Lood [Pb] 24 26 120 160 448 588 1000 560 1250 Nikkel [Ni] 17 18 56 74 76 424 424 95 250 Zink [Zn] 35 78 243 324 324 800 1000 405 1250 Droge stof (% m/m) 82,2 Laboratoriumonderzoek pagina 31 / 65

Monsternummer MM7 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 100-220 Organische stof (% op ds) 1,3 Lutum (% op ds) 12 ph-kcl 7,4 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Meettemperatuur ph-meting ( C) 20 Organisch koolstof (g C/kg d) 8 ph-kcl (-) 7,4 Minerale olie C10 - C12 4 Minerale olie C10 - C40 50 50 300 520 520 780 780 650 1000 Minerale olie C12 - C20 15 Minerale olie C20 - C30 15 Minerale olie C30 - C40 16 Tabel 9: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Vlarebo Grondverzet Monsternummer MM8 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 100-220 Organische stof (% op ds) 0,7 Lutum (% op ds) 8,2 ph-kcl 7,5 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Acenafteen 0,01 0,20 4,6 7,2 9,6 108 108 12 Acenaftyleen 0,01 0,20 0,60 0,72 0,64 9,6 26 0,80 Anthraceen 0,01 0,10 1,5 2,4 56 1904 3752 70 Benzo(a)anthraceen 0,01 0,060 2,5 3,8 7,8 24 24 9,8 30 Benzo(a)pyreen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,8 4,0 5,8 3,5 7,2 Benzo(b)fluorantheen 0,01 0,20 1,1 1,6 4,9 24 24 6,1 30 Benzo(g,h,i)peryleen 0,01 0,10 35 128 3136 3440 3752 3920 35 Benzo(k)fluorantheen 0,01 0,20 0,60 0,80 9,2 24 24 12 30 Chryseen 0,01 0,15 5,1 8,0 144 256 256 180 320 Dibenzo(a,h)anthraceen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,2 2,9 2,9 2,8 Laboratoriumonderzoek pagina 32 / 65

Monsternummer MM8 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 100-220 Organische stof (% op ds) 0,7 Lutum (% op ds) 8,2 ph-kcl 7,5 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Fenanthreen 0,015 0,080 30 30 30 1320 1320 37 30 Fluorantheen 0,01 0,20 10 13 18 214 214 22 40 Fluoreen 0,014 0,10 19 20 3160 3456 3752 3950 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen 0,01 0,10 0,55 0,80 16 24 24 20 30 Naftaleen 0,018 0,10 0,80 0,96 3,5 34 65 4,4 20 PAK 10 OVAM 0,1 PAK 16 EPA 0,16 Pyreen 0,01 0,10 62 72 316 2520 2520 395 Arseen [As] 10 15 33 44 82 214 214 103 250 Cadmium [Cd] 0,4 0,70 2,6 3,5 4,8 7,6 24 6,0 10,0 Chroom [Cr] 34 62 91 104 192 448 704 240 880 Koper [Cu] 6,9 17 63 84 137 400 400 171 375 Kwik [Hg] 0,1 0,10 1,7 2,3 3,8 3,8 8,8 4,8 5,0 Lood [Pb] 10 22 120 160 448 588 1000 560 1250 Nikkel [Ni] 13 14 56 74 76 424 424 95 250 Zink [Zn] 25 65 164 218 218 800 1000 273 1250 Droge stof (% m/m) 83 Meettemperatuur ph-meting ( C) 20 Organisch koolstof (g C/kg d) 4 ph-kcl (-) 7,5 Minerale olie C10 - C12 18 Minerale olie C10 - C40 50 50 300 400 400 600 600 500 1000 Minerale olie C12 - C20 15 Minerale olie C20 - C30 15 Minerale olie C30 - C40 16 Tabel 10: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Vlarebo Grondverzet Monsternummer MM9 Datum monstername 14-3-2012 Laboratoriumonderzoek pagina 33 / 65

Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 200-350 Organische stof (% op ds) 1,2 Lutum (% op ds) 14 ph-kcl 7,4 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Acenafteen 0,01 0,20 4,6 7,2 9,9 120 120 12 Acenaftyleen 0,01 0,20 0,60 0,72 0,72 11 27 0,90 Anthraceen 0,01 0,10 1,5 2,4 56 1904 3752 70 Benzo(a)anthraceen 0,01 0,060 2,5 3,9 7,9 24 24 9,9 30 Benzo(a)pyreen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,8 4,0 5,8 3,5 7,2 Benzo(b)fluorantheen 0,014 0,20 1,1 1,6 5,0 24 24 6,3 30 Benzo(g,h,i)peryleen 0,01 0,10 35 128 3136 3440 3752 3920 35 Benzo(k)fluorantheen 0,01 0,20 0,60 0,80 9,2 24 24 12 30 Chryseen 0,011 0,15 5,1 8,0 144 256 256 180 320 Dibenzo(a,h)anthraceen 0,01 0,10 0,30 0,40 2,2 2,9 2,9 2,8 Fenanthreen 0,015 0,080 30 34 34 1320 1320 43 30 Fluorantheen 0,01 0,20 10 14 19 215 215 24 40 Fluoreen 0,018 0,10 19 23 3160 3456 3752 3950 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen 0,01 0,10 0,55 0,80 16 24 24 20 30 Naftaleen 0,018 0,10 0,80 1,0 3,7 40 78 4,6 20 PAK 10 OVAM 0,1 PAK 16 EPA 0,16 Pyreen 0,01 0,10 62 78 316 2520 2520 395 Arseen [As] 10 19 38 51 82 214 214 103 250 Cadmium [Cd] 0,4 0,70 2,6 3,5 4,8 7,6 24 6,0 10,0 Chroom [Cr] 47 75 91 104 192 448 704 240 880 Koper [Cu] 7,8 20 88 119 197 400 400 246 375 Kwik [Hg] 0,1 0,10 1,7 2,3 3,8 3,8 8,8 4,8 5,0 Lood [Pb] 12 25 120 160 448 588 1000 560 1250 Nikkel [Ni] 16 20 56 74 76 424 424 95 250 Zink [Zn] 33 82 273 364 364 800 1000 455 1250 Droge stof (% m/m) 79,7 Meettemperatuur ph-meting ( C) 20 Organisch koolstof (g C/kg d) 7 ph-kcl (-) 7,4 Laboratoriumonderzoek pagina 34 / 65

Monsternummer MM9 Datum monstername 14-3-2012 Bestemmingstype bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 200-350 Organische stof (% op ds) 1,2 Lutum (% op ds) 14 ph-kcl 7,4 Uitloogbaarheidtest SW WVG BSN II BSN III BSN IV BSN V BSNIII Bijlage 6 Minerale olie C10 - C12 19 Minerale olie C10 - C40 50 50 300 480 480 720 720 600 1000 Minerale olie C12 - C20 15 Minerale olie C20 - C30 15 Minerale olie C30 - C40 16 Toelichting bij de tabel: De toetsingsnormen zoals vermeld in de Vlarebo worden gecorrigeerd voor de geldende ph-, lutum- en humuswaarden. In bovenstaande tabel worden de normen gegeven bij de voorkomende ph-, lutum- en humuswaarden in dit onderzoek. Toetsing dienstweg Laboratoriumonderzoek pagina 35 / 65

Tabel 1. Analysemonster MM1 Datum 31-5-2016 Bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 0-30 Humus (% ds) 4,7 Lutum (% ds) 29 ph-kcl 7,2 Monstersamenstelling Geur/waarnemingen WVG Bijlage 6 BSN V % BSN BSN II RW SW OVERIG Organisch koolstof 27 g C/kg d Meettemperatuur ph-meting 20 C ph-kcl 7,2 - Droge stof 69,8 % m/m Lutum 29 % Organische stof (humus) 4,7 % OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 < 4 mg/kg ds Minerale olie C12 - C20 19 mg/kg ds Minerale olie C20 - C30 18 mg/kg ds Minerale olie C30 - C40 18 mg/kg ds Minerale olie C10 - C40 55 mg/kg ds 300 1000 3525 1,6 1880 50 PAK PAK 10 OVAM 0,49 mg/kg ds Fluorantheen 0,078 mg/kg ds 10 40 280 0,028 23 0,20 Pyreen 0,059 mg/kg ds 62 3150 0,0019 176 0,10 Chryseen 0,07 mg/kg ds 5,1 320 320 0,022 8,0 0,15 Benzo(a)anthraceen 0,042 mg/kg ds 2,5 30 30 0,14 4,3 0,060 Benzo(a)pyreen 0,043 mg/kg ds 0,30 7,2 7,2 0,60 0,40 0,10 Benzo(k)fluorantheen 0,03 mg/kg ds 0,60 30 30 0,10 0,80 0,20 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen 0,04 mg/kg ds 0,55 30 30 0,13 0,80 0,10 Benzo(g,h,i)peryleen 0,046 mg/kg ds 35 35 4690 0,00098 128 0,10 Benzo(b)fluorantheen 0,06 mg/kg ds 1,1 30 30 0,20 1,7 0,20 Dibenzo(a,h)anthraceen 0,015 mg/kg ds 0,30 3,6 0,42 0,40 0,10 Acenaftyleen 0,012 mg/kg ds 0,60 63 0,019 1,1 0,20 Acenafteen < 0,01 mg/kg ds 4,6 422 0,0024 7,2 0,20 PAK 16 EPA 0,61 mg/kg ds Fluoreen 0,017 mg/kg ds 19 4690 0,00036 81 0,10 Anthraceen 0,017 mg/kg ds 1,5 4690 0,00036 2,4 0,10 Fenanthreen 0,062 mg/kg ds 30 30 1650 0,0038 96 0,080 Naftaleen 0,016 mg/kg ds 0,80 20 372 0,0043 1,8 0,10 METALEN Lood [Pb] 46 mg/kg ds 120 1250 1250 3,7 160 53 Kwik [Hg] < 0,1 mg/kg ds 1,7 5,0 11 0,91 2,3 0,10 Chroom (totaal) 60 mg/kg ds 91 880 880 6,8 104 83 Zink [Zn] 99 mg/kg ds 750 1250 1250 7,9 800 115 Arseen [As] 17 mg/kg ds 46 250 267 6,4 61 26 Nikkel [Ni] 26 mg/kg ds 56 250 530 4,9 74 34 Koper [Cu] 17 mg/kg ds 169 375 500 3,4 236 31 Cadmium [Cd] 0,79 mg/kg ds 2,6 10,0 30 2,6 3,5 0,70

Tabel 2. Analysemonster MM2 Datum 31-5-2016 Bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 30-100 Humus (% ds) 2,1 Lutum (% ds) 36 ph-kcl 6,3 Monstersamenstelling Geur/waarnemingen WVG Bijlage 6 BSN V % BSN BSN II RW SW OVERIG Organisch koolstof 12 g C/kg d Meettemperatuur ph-meting 20 C ph-kcl 6,3 - Droge stof 75,3 % m/m Lutum 36 % Organische stof (humus) 2,1 % OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 < 4 mg/kg ds Minerale olie C12 - C20 16 mg/kg ds Minerale olie C20 - C30 < 15 mg/kg ds Minerale olie C30 - C40 < 16 mg/kg ds Minerale olie C10 - C40 < 50 mg/kg ds 300 1000 1575 3,2 840 50 PAK PAK 10 OVAM 0,17 mg/kg ds Fluorantheen 0,028 mg/kg ds 10 40 271 0,010 16 0,20 Pyreen 0,02 mg/kg ds 62 3150 0,00063 103 0,10 Chryseen 0,024 mg/kg ds 5,1 320 320 0,0075 8,0 0,15 Benzo(a)anthraceen 0,013 mg/kg ds 2,5 30 30 0,043 4,0 0,060 Benzo(a)pyreen 0,013 mg/kg ds 0,30 7,2 7,2 0,18 0,40 0,10 Benzo(k)fluorantheen < 0,01 mg/kg ds 0,60 30 30 0,033 0,80 0,20 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen 0,013 mg/kg ds 0,55 30 30 0,043 0,80 0,10 Benzo(g,h,i)peryleen 0,014 mg/kg ds 35 35 4690 0,00030 128 0,10 Benzo(b)fluorantheen 0,014 mg/kg ds 1,1 30 30 0,047 1,6 0,20 Dibenzo(a,h)anthraceen < 0,01 mg/kg ds 0,30 3,6 0,28 0,40 0,10 Acenaftyleen < 0,01 mg/kg ds 0,60 41 0,024 0,80 0,20 Acenafteen < 0,01 mg/kg ds 4,6 220 0,0045 7,2 0,20 PAK 16 EPA 0,2 mg/kg ds Fluoreen 0,013 mg/kg ds 19 4690 0,00028 38 0,10 Anthraceen < 0,01 mg/kg ds 1,5 4690 0,00021 2,4 0,10 Fenanthreen 0,035 mg/kg ds 30 30 1650 0,0021 50 0,080 Naftaleen 0,015 mg/kg ds 0,80 20 168 0,0089 1,2 0,10 METALEN Lood [Pb] 32 mg/kg ds 120 1250 1250 2,6 160 37 Kwik [Hg] < 0,1 mg/kg ds 1,7 5,0 11 0,91 2,3 0,10 Chroom (totaal) 81 mg/kg ds 91 880 880 9,2 104 95 Zink [Zn] 89 mg/kg ds 699 1250 1250 7,1 800 113 Arseen [As] 17 mg/kg ds 48 250 267 6,4 63 28 Nikkel [Ni] 39 mg/kg ds 56 250 530 7,4 74 39 Koper [Cu] 20 mg/kg ds 162 375 500 4,0 225 29 Cadmium [Cd] < 0,4 mg/kg ds 2,0 10,0 30 1,3 2,6 0,70

Tabel 3. Analysemonster MM3 Datum 31-5-2016 Bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 100-200 Humus (% ds) 0,4 Lutum (% ds) 24 ph-kcl 6,5 Monstersamenstelling Geur/waarnemingen WVG Bijlage 6 BSN V % BSN BSN II RW SW OVERIG Organisch koolstof 2,1 g C/kg d Meettemperatuur ph-meting 20 C ph-kcl 6,5 - Droge stof 79,8 % m/m Lutum 24 % Organische stof (humus) 0,40 % OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 < 4 mg/kg ds Minerale olie C12 - C20 < 15 mg/kg ds Minerale olie C20 - C30 < 15 mg/kg ds Minerale olie C30 - C40 < 16 mg/kg ds Minerale olie C10 - C40 < 50 mg/kg ds 300 1000 750 6,7 400 50 PAK PAK 10 OVAM < 0,1 mg/kg ds Fluorantheen < 0,01 mg/kg ds 10 40 268 0,0037 13 0,20 Pyreen < 0,01 mg/kg ds 62 3150 0,00032 72 0,10 Chryseen < 0,01 mg/kg ds 5,1 320 320 0,0031 8,0 0,15 Benzo(a)anthraceen < 0,01 mg/kg ds 2,5 30 30 0,033 3,8 0,060 Benzo(a)pyreen < 0,01 mg/kg ds 0,30 7,2 7,2 0,14 0,40 0,10 Benzo(k)fluorantheen < 0,01 mg/kg ds 0,60 30 30 0,033 0,80 0,20 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen < 0,01 mg/kg ds 0,55 30 30 0,033 0,80 0,10 Benzo(g,h,i)peryleen < 0,01 mg/kg ds 35 35 4690 0,00021 128 0,10 Benzo(b)fluorantheen < 0,01 mg/kg ds 1,1 30 30 0,033 1,6 0,20 Dibenzo(a,h)anthraceen < 0,01 mg/kg ds 0,30 3,6 0,28 0,40 0,10 Acenaftyleen < 0,01 mg/kg ds 0,60 32 0,031 0,72 0,20 Acenafteen < 0,01 mg/kg ds 4,6 134 0,0074 7,2 0,20 PAK 16 EPA < 0,16 mg/kg ds Fluoreen < 0,01 mg/kg ds 19 4690 0,00021 20 0,10 Anthraceen < 0,01 mg/kg ds 1,5 4690 0,00021 2,4 0,10 Fenanthreen < 0,01 mg/kg ds 30 30 1650 0,00061 30 0,080 Naftaleen < 0,01 mg/kg ds 0,80 20 82 0,012 0,96 0,10 METALEN Lood [Pb] 12 mg/kg ds 120 1250 1250 0,96 160 24 Kwik [Hg] < 0,1 mg/kg ds 1,7 5,0 11 0,91 2,3 0,10 Chroom (totaal) 39 mg/kg ds 91 880 880 4,4 104 91 Zink [Zn] 32 mg/kg ds 428 1250 1250 2,6 570 95 Arseen [As] < 10 mg/kg ds 44 250 267 3,7 58 24 Nikkel [Ni] 13 mg/kg ds 56 250 530 2,5 74 30 Koper [Cu] < 5 mg/kg ds 118 375 500 1,0 161 23 Cadmium [Cd] < 0,4 mg/kg ds 2,2 10,0 30 1,3 2,9 0,70

Tabel 4. Analysemonster MM4 Datum 31-5-2016 Bestemmingstype V Driedelig nummer 211 Traject (cm-mv) 200-250 Humus (% ds) 0,6 Lutum (% ds) 11 ph-kcl 7,4 Monstersamenstelling Geur/waarnemingen WVG Bijlage 6 BSN V % BSN BSN II RW SW OVERIG Organisch koolstof 3,6 g C/kg d Meettemperatuur ph-meting 19 C ph-kcl 7,4 - Droge stof 81,6 % m/m Lutum 11 % Organische stof (humus) 0,60 % OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 < 4 mg/kg ds Minerale olie C12 - C20 < 15 mg/kg ds Minerale olie C20 - C30 < 15 mg/kg ds Minerale olie C30 - C40 < 16 mg/kg ds Minerale olie C10 - C40 < 50 mg/kg ds 300 1000 750 6,7 400 50 PAK PAK 10 OVAM < 0,1 mg/kg ds Fluorantheen < 0,01 mg/kg ds 10 40 268 0,0037 13 0,20 Pyreen < 0,01 mg/kg ds 62 3150 0,00032 72 0,10 Chryseen < 0,01 mg/kg ds 5,1 320 320 0,0031 8,0 0,15 Benzo(a)anthraceen < 0,01 mg/kg ds 2,5 30 30 0,033 3,8 0,060 Benzo(a)pyreen < 0,01 mg/kg ds 0,30 7,2 7,2 0,14 0,40 0,10 Benzo(k)fluorantheen < 0,01 mg/kg ds 0,60 30 30 0,033 0,80 0,20 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen < 0,01 mg/kg ds 0,55 30 30 0,033 0,80 0,10 Benzo(g,h,i)peryleen < 0,01 mg/kg ds 35 35 4690 0,00021 128 0,10 Benzo(b)fluorantheen < 0,01 mg/kg ds 1,1 30 30 0,033 1,6 0,20 Dibenzo(a,h)anthraceen < 0,01 mg/kg ds 0,30 3,6 0,28 0,40 0,10 Acenaftyleen < 0,01 mg/kg ds 0,60 32 0,031 0,72 0,20 Acenafteen < 0,01 mg/kg ds 4,6 134 0,0074 7,2 0,20 PAK 16 EPA < 0,16 mg/kg ds Fluoreen < 0,01 mg/kg ds 19 4690 0,00021 20 0,10 Anthraceen < 0,01 mg/kg ds 1,5 4690 0,00021 2,4 0,10 Fenanthreen 0,018 mg/kg ds 30 30 1650 0,0011 30 0,080 Naftaleen < 0,01 mg/kg ds 0,80 20 82 0,012 0,96 0,10 METALEN Lood [Pb] 12 mg/kg ds 120 1250 1250 0,96 160 22 Kwik [Hg] < 0,1 mg/kg ds 1,7 5,0 11 0,91 2,3 0,10 Chroom (totaal) 29 mg/kg ds 91 880 880 3,3 104 70 Zink [Zn] 23 mg/kg ds 211 1250 1250 1,8 281 73 Arseen [As] < 10 mg/kg ds 36 250 267 3,7 48 17 Nikkel [Ni] 8,7 mg/kg ds 56 250 530 1,6 74 17 Koper [Cu] < 5 mg/kg ds 75 375 500 1,0 100 18 Cadmium [Cd] < 0,4 mg/kg ds 2,6 10,0 30 1,3 3,5 0,70

6. EVALUATIE VAN DE RESULTATEN 6.1 Aanpassing milieukwaliteit Uit de resultaten blijkt dat de meeste mengmonsters onder de bestaande wegenis geen verhoogde waarden vertonen en kan afgevoerd worden met milieukwaliteit 211. Gezien ervaringen in eerdere dossiers dient men realistisch gezien in te schatten dat de kans bestaat dat plaatselijk toch verhoogde waarden kunnen voorkomen. Daarom dient bij de uitvoering van de werken extra aandacht besteed te worden aan een correcte uitvoering van de werken om dit te vermijden. Er wordt aangeraden om voor de vastgestelde code 211 die aangetroffen werd bij de bodem tot op het niveau van het nieuwe baanbed en/of bij vergraven gronden, deze aan te passen voor deze grond naar 011 (geen afvoer buiten de werf als bodem mogelijk tenzij toch code 211 bekomen wordt na bijkomende bemonstering na uitgraving). Het is gekend dat de bodemopbouw ter hoogte van bestaande wegenis zeer heterogeen kan zijn ten gevolge van diverse grondwerken die in het verleden uitgevoerd zijn (bvb. opeenvolgende herstel van rijweg, aanleg voetpaden, herstel nutsleidingen ). Motivatie: a. Bodem tot op niveau van het nieuwe baanbed of grondwerk in vergraven zones is in veel gevallen geen code 211 vrij gebruik. Een nieuwe bemonstering van deze bodem na uitgraving van deze site kan bijvoorbeeld aantonen dat er toch wat verhoogde waarden aanwezig zijn. Dit risico is reëel. b. Er kan bij de afbraak of tijdens de werken onvermijdelijk een (beperkte) opmenging met andere bouwmaterialen (steenslag, puin, minder hinder maatregelen,... ) optreden, waarvoor de normen voor bouwstof (vlarema) gelden. Door opmenging met dergelijke partijen komt de milieukwaliteit in het gedrang. Wegens de aanwezigheid van één of meerdere parameters in hogere concentraties in deze materialen is de milieukwaliteit 211 na opmenging niet langer gegarandeerd. Het bepalen van de milieuhygiënische kwaliteit van uitgegraven bodem bij wegen- en rioleringswerken en de afbakening van de verschillende partijen door middel van een minimale bemonsteringsstrategie volstaat bijgevolg niet altijd. De milieukwaliteit van de verschillende partijen zoals beschreven in het technisch verslag kan hierdoor negatief beïnvloed worden. Ter hoogte van de wegenis moet de afbakening van partijen uitgegraven bodem die in aanmerking komen voor vrij gebruik met de nodige omzichtigheid gebeuren, vandaar de voorgestelde aanpassing. De milieukwaliteit van grondwerken in vergraven zones (onder verhard wegdek, bestaande nutsleidingen en rioleringen, huisaansluitingen ) worden rekening houdend met de onzekerheid van de kwaliteit van de af te voeren uitgegraven bodem die voor vrij gebruik in aanmerking komt aangepast naar code 011 met voorwaarde: Vergraven gronden en bodem tot op niveau nieuw baanbed met code 011: uitgegraven bodem komt slechts in aanmerking voor gebruik als bodem kwaliteit 211 na bijkomende bemonstering na uitgraving. Het doel van deze aanpassing is in essentie: Het ondiep grondwerk bodem tot op niveau nieuw baanbed en vergraven gronden - selectief uitgraven; Evaluatie van de resultaten pagina 36 / 65

Indien mogelijk preferentieel herbruiken van de grond met milieukwaliteit 011 binnen het werk, waardoor meer zekerheden bekomen wordt. Er wordt dan ook aangeraden in het bestek op te nemen dat deze grond preferentieel dient herbruikt te worden; Indien toch afvoer noodzakelijk is de milieukwaliteit 211 te bevestigen door extra proeven na uitgraving; Of puinhoudende grond afvoeren als bouwstof, wat wel zekerheid biedt. 6.2 Gebruik van bodem ter plaatse van de afgraving 6.2.1 Inleiding De afbakening van de kadastrale werkzone gebeurt op basis van kenmerken die een betekenisvol effect op milieu of een betekenisvol risico op volksgezondheid hebben. De afbakening van de kadastrale werkzone gebeurt per partij met een verschillende milieukwaliteit en zowel in het verticale als het horizontale vlak. De bepalingen voor het gebruik van uitgegraven bodem binnen de kadastrale werkzone zijn opgenomen in artikel 164 van het Vlarebo. Deze bepalingen bieden de mogelijkheid om de uitgegraven bodem ter plaatse te gebruiken in afwijking van artikel 161, 2, en artikel 162. Door het maximaal gebruik van uitgegraven bodem binnen de werfzone, wordt voorkomen dat uitgegraven bodem aan -of afgevoerd moet worden. Dit vormt een vertaling van de voorkeursvolgorde voor het gebruik van uitgegraven bodem en meerbepaald het preventie-principe naar de praktijk van het grondverzet. Bij het gebruik van uitgegraven bodem binnen de kadastrale werkzone wordt ernaar gestreefd zoveel als mogelijk uitgegraven bodem terug te gebruiken binnen de werf. Het gebruik is toegestaan onder de volgende voorwaarden: 1 uitgegraven bodem met concentraties van stoffen die lager zijn dan of gelijk zijn aan 80 % van de overeenstemmende bodemsaneringsnormen van het bestemmingstype waaronder de ontvangende grond wordt ingedeeld, overeenkomstig de bepalingen van bijlage IV, kan binnen de kadastrale werkzone vrij worden gebruikt; 2 uitgegraven bodem met concentraties van stoffen die hoger zijn dan 80 % van de overeenstemmende bodemsaneringsnormen van het bestemmingstype waaronder de ontvangende grond wordt ingedeeld overeenkomstig de bepalingen van bijlage IV, of waarvan men weet of redelijkerwijs kan aannemen dat hij verontreinigende stoffen bevat die niet vermeld zijn in bijlage IV, kan binnen de kadastrale werkzone gebruikt worden onder de volgende voorwaarden: a) er wordt geen bijkomende verontreiniging van het grondwater veroorzaakt; b) de mogelijke blootstelling aan de verontreinigende stoffen levert geen bijkomend risico op; c) de uitgegraven bodem wordt gebruikt volgens een code van goede praktijk. Evaluatie van de resultaten pagina 37 / 65

6.2.2 Theoretische bespreking projectzone en kadastrale werkzone(s) Gezien voor geen enkele parameter van de bodemsaneringsnorm van bestemmingstype II overschreden wordt vallen de projectzone en kadastrale werkzone voor dit project samen, er zijn geen specifieke bijkomende voorwaarden voor gebruik van de bodem binnen de kadastrale werkzone. 6.2.3 Praktische afbakening van de kadastrale werkzone, voorwaarden voor gebruik Op basis van de beschikbare gegevens kan gesteld worden dat het project volgende zone(s) en/of partij(en) omvat: Zone 1, partij A: Toplaag (0,2 0,63 m-mv), milieukwaliteit 011 Zone 1, partij B: Diepere bodem (0,63 4,5 m-mv), milieukwaliteit 211 Zone 2, partij C: Alle bodem privaat domein (0 2,5 m-mv), milieukwaliteit 211 Op basis van de beschikbare gegevens kan gesteld worden dat er 2 aparte kadastrale werkzones binnen dit project beschouwd moeten worden: KWZ 1: Openbaar domein: partij A + B KWZ 2: privaat domein: partij C Het openbaar domein en het privaat domein zijn aparte kadastrale werkzones. De bodem van partij A mag dan ook niet toegepast worden binnen kadastrale werkzone 2 (privaat domein) vooraleer via bijkomende staalnames aangetoond kan worden dat deze mogelijk definitief milieukwaliteit 211 verkrijgt. Voorwaarden waaronder de uitgegraven bodem binnen de kadastrale werkzone gebruikt mag worden: De bodem dient uitgegraven te worden volgens het zoneringsplan en volgens de bijhorende richtlijnen van de bodemsaneringsdeskundige en de bodembeheerorganisatie. Deze paragraaf doet geen afbraak op de voorkomende verplichtingen in verband met de bepalingen van het decreet betreffende bodemsanering en bodembescherming. De initiatiefnemer van de grondwerken dient hier steeds aan te blijven voldoen. Eventueel aanwezige niet vastgestelde puinhoudende bodem of heterogene zones bodem dienen strikt gescheiden van de niet-puinhoudende bodem afgegraven te worden, afvoer is pas mogelijk na bijkomende bemonstering; Zones met puur puin en baksteen vallen niet onder de grondverzet regeling; Bij afvoer van de bodem dient de aannemer de noodzaak tot zeving van de uitgegraven bodem na te gaan, het is het de taak van de aannemer om tijdens het uitvoeren van de werken de beperkingen, opgelegd in het Vlarebo, te respecteren. Dit kan pas correct beoordeeld worden na het uitgraven van een substantiële hoeveelheid bodem; Er zijn geen overige specifieke voorwaarden anders dan het behouden van de zonering en/of gelaagdheid om een correcte scheiding van milieukwaliteit mogelijk te maken. Evaluatie van de resultaten pagina 38 / 65

6.3 Conclusie bodemkwaliteit Per partij, zone of bodemlaag zijn voldoende gegevens aanwezig om een duidelijke uitspraak te doen in het kader van de voorgestelde gebruiksmogelijkheden, alsook voor de afbakening van de verschillende partijen. De volgende zone in het technisch verslag bekomen code 011: Oppervlakkig grondwerk : grond uit de toplagen die door de grote heterogeniteit en door bijkomende opmenging tijdens de voorbereidende werken en plaatselijke grondverplaatsing een groot risico vormen (gebruik als bodem buiten de kadastrale werkzone). Omwille van de uitvoerbaarheid zal dit in praktijk meestal samenvallen met de uitgraving tot het niveau van het toekomstig baanbed. Alle bodem naast de wegenis die niet vergraven is bvb voor aanleg van een gracht valt niet onder deze indeling. Kadastrale werkzone 1: Openbaar domein De bodem van de toplaag (0,2 0,63 m-mv) kan gecatalogeerd worden met een milieukwaliteit 011 (partij A). De bodem onder de toplaag (0,63 4,5 m-mv) kan gecatalogeerd worden met een milieukwaliteit 211 (partij B) Kadastrale werkzone 2: Privaat domein Alle bodem (0 2,5 m-mv) kan gecatalogeerd worden met een milieukwaliteit 211 (partij C) Op basis van de beschikbare gegevens kan gesteld worden dat er 2 aparte kadastrale werkzones binnen dit project beschouwd moeten worden: KWZ 1: Openbaar domein: partij A + B KWZ 2: privaat domein: partij C Het openbaar domein en het privaat domein zijn aparte kadastrale werkzones. De bodem van partij A mag dan ook niet toegepast worden binnen kadastrale werkzone 2 (privaat domein) vooraleer via bijkomende staalnames aangetoond kan worden dat deze mogelijk definitief milieukwaliteit 211 verkrijgt. Evaluatie van de resultaten pagina 39 / 65

6.4 Verdere noodzakelijke gegevens/acties in het kader van dit onderzoek 6.4.1 Is begeleiding van een erkende bodemsaneringsdeskundige noodzakelijk bij de afgraving? Neen, Dit is niet noodzakelijk. Op basis van de verkregen resultaten en de eigen resultaten kan de homogeniteit van de bodem en aangepaste bemonstering gestaafd worden. Echter kan er niet met statistische zekerheid gesteld worden dat de bodem over het ganse onderzoekstraject dezelfde homogene opbouw vertoont. Hier is het de verantwoordelijkheid van de aannemer bij vaststelling van organoleptische afwijking tov de bemonstering van het technisch verslag melding te maken van deze afwijking. Op dit moment wordt dan opnieuw beroep gedaan op een deskundige. De aannemer moet handelen naar zijn eigen, correcte kwaliteitsborging. De tussenkomst van een deskundige kan wenselijk zijn aangezien dan in de eerste plaats kan nagegaan worden of de uit te graven bodem inderdaad volledig homogeen van samenstelling is (wat de standaardhypothese van dit onderzoek is). Bovendien kan op deze manier controle uitgeoefend worden over de scheiding tussen grond enerzijds en stenen, aanvulling anderzijds. 6.4.2 Zal in een latere fase, ten laatste tijdens de uitvoering van de werken, bijkomend milieuonderzoek noodzakelijk zijn (Wijziging Technisch Verslag)? Neen, indien de uit te graven bodem volledig homogeen is (basishypothese van dit onderzoek), dient er gezien de geschiedenis van het terrein, de verspreiding van de huidige staalnamepunten en gezien er visueel noch analytisch sterke verontreiniging werd aangetroffen, geen bijkomend milieuonderzoek te worden uitgevoerd. Welke parameters zullen onderzocht worden?: Niet van toepassing 6.4.3 Zijn er aanwijzingen dat er op het terrein van herkomst eventueel zal moeten worden overgegaan tot bodemsanering in het kader van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering? Neen, op basis van de analyseresultaten opgenomen in dit rapport zijn er geen aanwijzingen dat er een noodzaak is tot het uitvoeren van bodemsaneringswerken. Echter kan er op basis van dit milieuhygienisch bodemonderzoek wat een andere invulling geeft van het bodemdecreet dan een orienterend bodemonderzoek - geen sluitende uitspraak gedaan worden over deze noodzaak. 6.4.4 De identiteit van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de bodem zal uitgraven, respectievelijk transporteren Hier zijn geen gegevens over bekend. 6.4.5 Bodembeheersorganisatie Zijn er in het kader van dit dossier reeds contacten geweest met een bodembeheersorganisatie? Neen. Evaluatie van de resultaten pagina 40 / 65

7. OPMETINGSTABEL 12 Partij A: Toplaag wegenis en vergraven gronden huisaansluitingen (0,2 0,63 m-mv) Partij B: Diepere bodem (0,63 4,5 m- mv) Partij C: Aanleg dienstweg en koker privaat domein (0-2,5 m-mv) MILIEUKWALITEIT 011 211 211 Indicatie gehalte stenen niet van nature aanwezig (gew%) Indicatie maximale diameter stenen (mm) Indicatie gehalte aan andere bodemvreemde materialen (gew % én vol %) < 5% < 5% < 5% <50 mm <50 mm <50 mm <1 % <1 % <1 % grof-zandhoudende grond VH 2768,4 1526,14 leemhoudend zand VH 5696.38 65.11 TOTAAL (m³) 2768.4 5696.38 1591,25 10.056 VH: vermoedelijke hoeveelheden (m 3 ) 12 De verklaring van de begrippen kan u vinden in bijlage 10.9 Het ramen van deze vermoedelijke hoeveelheden gebeurt op basis van het ontwerp, de waarnemingen tijdens het veldwerk en de bekomen analyseresultaten. Gezien nooit met zekerheid kan gesteld worden dat de bodem in werkelijkheid een correcte weerspiegeling is van het bekomen beeld in dit milieuhygiënisch bodemonderzoek, kan het steeds zijn dat een significante afwijking optreedt van deze hoeveelheden zonder dat dit kon ingeschat worden tijdens de opmaak van dit milieuhygiënisch bodemonderzoek. Opmetingstabel pagina 41 / 65

8. ZONERINGSPLAN Het zoneringsplan bevat minstens volgende gegevens: - de afbakening van de projectzone; - aanduiding verdachte/niet-verdachte zones binnen de uitgravingscontour; - locatie en nummer van de bemonsteringspunten; - indien van toepassing: de omlijning van de verschillende kadastrale werkzones; - uitgravingscontour en diepte van de uitgraving; - aanduiding van de locatie van de verschillende deelpartijen volgens de opmetingstabel; - indien van toepassing: afbakening van de zone voor gebruik ter plaatse; - indien van toepassing: contourlijn van de verontreiniging(en), relevant voor de uitgraving; - indien verschillende lagen selectief verwijderd worden, kan het aangewezen zijn een doorsnede bij te voegen; - noordpijl en schaal; - kadastrale percelen; - indien van toepassing: de verschillende uitvoeringsfasen. Zoneringsplan pagina 42 / 65

9. BESLUIT De uitgevoerde steekproef geeft aanwijzing dat de uit te graven bodem: Zone 1, Partij A: Toplaag onder wegenis (0,2 0,63 m-mv) milieukwaliteit 011 Binnen de kadastrale werkzone vrij gebruikt kan worden Mogelijkheid tot gebruik buiten de kadastrale werkzone onbekend (na bijkomende bemonstering mogelijk code 211) Bouwkundig bodemgebruik of in een vormvast product mogelijk Zone 1, partij B: Diepere bodem milieukwaliteit 211 Binnen de kadastrale werkzone vrij gebruikt kan worden Buiten de kadastrale werkzone vrij kan gebruikt worden als bodem in bestemmingstypes I t.e.m. V Bouwkundig bodemgebruik of in een vormvast product mogelijk Zone 2, partij C: Alle bodem privaat domein (0 2,5 m-mv) milieukwaliteit 211 Binnen de kadastrale werkzone vrij gebruikt kan worden Buiten de kadastrale werkzone vrij kan gebruikt worden als bodem in bestemmingstypes I t.e.m. V Bouwkundig bodemgebruik of in een vormvast product mogelijk Op basis van de beschikbare gegevens kan gesteld worden dat er 2 aparte kadastrale werkzones binnen dit project beschouwd moeten worden: KWZ 1: Openbaar domein: partij A + B KWZ 2: privaat domein: partij C Het openbaar domein en het privaat domein zijn aparte kadastrale werkzones. De bodem van partij A mag dan ook niet toegepast worden binnen kadastrale werkzone 2 (privaat domein) vooraleer via bijkomende staalnames aangetoond kan worden dat deze mogelijk definitief milieukwaliteit 211 verkrijgt. Voorliggend technisch verslag omvat een aanpassing en uitbreiding van het bestaande technisch verslag M12/749, opgesteld voor een totale hoeveelheid grondverzet van 6993,26 m³. Het oorspronkelijke technisch verslag werd nog niet ter conformverklaring ingediend. Het lijntraject in de Kauwereelstraat blijft ongewijzigd, er wordt een bijkomende koker en dienstweg aangelegd op privaat domein (t.h.v. Kauwereelstraat 25) en de diameters en lengteprofiel werden bijgesteld waardoor plaatselijk dieper ontgraven zal worden tot ca 4,5 m-mv. Rekening houdend met bovenstaande en het feit dat de toestand ongewijzigd blijft, kunnen de analysesresultaten uit 2012 behouden blijven. Besluit pagina 43 / 65

Eventueel aanwezige niet vastgestelde heterogene zones bodem dienen strikt gescheiden van de niet-puinhoudende bodem afgegraven te worden, afvoer is pas mogelijk na bijkomende bemonstering; Er zijn geen overige specifieke uitvoeringsbepalingen of gebruiksvoorwaarden anders dan het behouden van de zonering en/of gelaagdheid om een correcte scheiding van milieukwaliteit mogelijk te maken. Op basis van de ons aangeleverde gegevens zal ca 1019.38 m³ bodem binnen de kadastrale werkzone aangewend worden, waarvan 99.5 m³ herbruikgrond en 919.875 m³ teelaarde. De voorwaarden voor dit gebruik kan u vinden in paragraaf 6.2.3. Ondergetekenden verklaren voorliggende opmetingstabel naar waarheid en op basis van de geldende bepalingen zoals opgenomen in Vlarebo te hebben ingevuld. Ondergetekende verklaart voorliggend standaard technisch verslag naar waarheid en op basis van de geldende bepalingen zoals opgenomen in Vlarebo te hebben ingevuld. Het ondertekende zoneringsplan en de ondertekende opmetingstabel bevinden zich in respectievelijk hoofdstuk 8 en 7 van dit rapport. Ondergetekende verklaart tevens dat hij weet heeft van het feit dat de bodembeheerorganisatie gegevens die teveel worden aangeleverd niet zal controleren en dus ook niet kan instaan voor de juistheid ervan, zelfs niet na nazicht. Ik (wij) bevestig(en) dat bij de uitvoering van het milieuonderzoek van de uitgegraven bodem op basis waarvan dit technisch verslag werd opgemaakt, werd bemonsterd en geanalyseerd overeenkomstig de bepalingen van Vlarebo, Hoofdstuk XIII. (Art. 180)). Ik (wij) bevestig(en) dat de gegevens opgenomen in dit verslag stroken met de huidige toestand van het terrein. Ik (wij) beschik(ken) over een gehandtekende en gedagtekende verklaring van Mieke Colman (opdrachtgever voor de opmaak van dit technisch verslag) dat de grenzen zoals opgenomen in het zoneringsplan zullen worden gerespecteerd bij de opmaak van het afgravingsplan zoals het werd/zal worden opgenomen in het bestek/het aannemingscontract. Opmerkingen Aangezien de homogeniteit van de ondergrond een hypothese is, is het o.i. aangewezen dat er een extra visuele controle uitgevoerd wordt op het moment dat de werken uitgevoerd worden. Het onderzoek is uitgevoerd op een aantal monsters, genomen op een beperkt aantal plaatsen. Het is derhalve niet uit te sluiten dat lokaal hogere of lagere concentraties voorkomen. Tevens is het niet onmogelijke dat plaatselijk verontreinigingen voorkomen die niet gedetecteerd zijn. Bij de aflevering van dit technisch verslag geven wij geen enkele garantie, noch doen wij een uitspraak over de geschiktheid van de grond voor de toekomstige bestemming. Dit lijkt ons de taak van de bouwheer, in dit verslag wordt enkel een technische vaststelling gedaan mbt de eigenschappen van een volume te vergraven grond met vastlegging van de verschillende theoretische gebruiksmogelijkheden Bij het uitgraven van de grond dient elke organoleptische afwijking gemeld te worden en dient voldoende aandacht besteed te worden aan het apart houden van enerzijds de grond en anderzijds stenen en andere bodemvreemde bestanddelen. Dit technisch verslag is Besluit pagina 44 / 65

enkel van toepassing op de grond die uitgegraven zal worden en houdt geen rekening met mogelijke wegenis, aanvulling- of fundatie lagen. Dus dit is ook niet gericht op elk element dat te catalogeren valt als afvalstof, bijvoorbeeld te ruimen slib. Bij afvoer van de bodem dient de aannemer de noodzaak tot zeving van de uitgegraven bodem na te gaan, het is het de taak van de aannemer om tijdens het uitvoeren van de werken de beperkingen, opgelegd in het Vlarebo, te respecteren. Dit kan pas correct beoordeeld worden na het uitgraven van een substantiële hoeveelheid bodem; Deinze, 11 juli, 2016 Hebben meegewerkt aan dit onderzoek, Naam Onderdeel Handtekening (voor gelezen en goedgekeurd) Pieter Hoste Projectingenieur, rapportage Stijn Vandeburie Projectingenieur, rapportage, algemene projectcoördinatie, kennis bodemdecreet en Vlarebo Johan L Ecluse Algemene projectsupervisie, kennis bodemdecreet en Vlarebo Besluit pagina 45 / 65

MILIEUHYGIËNISCH BODEMONDERZOEK TECHNISCH VERSLAG BIJLAGEN Opdrachtgever: D+A Consult Borchtstraat 28 2800 Mechelen Onderzoek: 3050 Oud-Heverlee Projectnummer: M12/749 Datum: 11 juli 2016 Bijlagen pagina 46 / 65

10. BIJLAGEN 10.1 Situering van het terrein op de topografische kaart, aanduiding op luchtfoto en gewestplan X 10.2 Fotorapportage X 10.3 Administratieve gegevens documenten met betrekking tot risicoactiviteiten NVT 10.4 Boorprofielen X 10.5 Analysecertificaten X 10.6 Methodologie voor de bepaling van duidelijke aanwijzingen van een ernstige bedreiging NVT 10.7 Uittreksels uit voorgaande onderzoeken NVT 10.8 Omrekening van de richtwaarden, streefwaarden en de bodemsaneringsnormen volgens de kenmerken van de bodem, inclusief uitwerking toetsingswaarden en productfiches van niet-genormeerde parameters X 10.9 Verklaring van de begrippen mbt de opmetingstabel X 10.10 Verklarende woordenlijst X Bijlagen pagina 47 / 65

10.1 Situering van het terrein op de topografische kaart, aanduiding op luchtfoto en gewestplan Bijlagen pagina 48 / 65

Topografische kaart Luchtfoto M12/749 te Kauwereelstraat, Oud-Heverlee Aanduiding onderzoekslocatie op topografische kaart, luchtfoto en gewestplan

Gewestplan KON. BESL. van 28 DECEMBER 1972 Art. Nr. SYMBOOL VOORSCHRIFT DEF. CODE 1.0 Woongebieden 0100 2.1.3 Gebieden voor ambachtelijke bedrijven en de gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen 1100 4.3 groengebieden 0700 6.2 Gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen 0200 M12/749 te Kauwereelstraat, Oud-Heverlee Aanduiding onderzoekslocatie op topografische kaart, luchtfoto en gewestplan

10.2 Fotorapportage Bijlagen pagina 49 / 65

10.3 Administratieve gegevens documenten met betrekking tot risicoactiviteiten Bijlagen pagina 50 / 65

10.4 Boorprofielen Bijlagen pagina 51 / 65

Projectcode: E12/1991 Projectnaam: oud heverlee Boring: 1 Boring: 2 Datum: 14/03/12 X: Y: GWS: Opmerking: 0 50 100 1 2 3 4 0-20 -40-60 -100 beton Beton Zand, siltig, zwak baksteenhoudend, bruingeel, Edelmanboor, nat Leem, zandig, zwart, Edelmanboor, nat Leem, zandig, grijs, Edelmanboor, nat Leem, zandig, grijs, Ramguts, nat Datum: 14/03/12 X: Y: GWS: Opmerking: 0 50 100 1 2 3 4 0-20 -30-50 -100 beton Beton Zand, geel, Edelmanboor, droog Zand, siltig, bruin, Edelmanboor, droog Leem, zandig, bruin, Edelmanboor, droog Leem, zandig, grijsbruin, Ramguts, nat 150-150 Leem, zandig, grijs, Ramguts, nat 150-150 Leem, grijs, Ramguts, nat 5 5 200-200 Leem, zandig, bruin, Ramguts, nat 200-200 Leem, grijs, Ramguts, nat 250 6 250 6 300-300 300 7-300 Leem, matig zandig, grijs, Ramguts, nat 350-350 Boring: 3 Boring: 4 Datum: 14/03/12 X: Y: GWS: Opmerking: 0 50 100 1 2 3 0-20 -30-50 -100 beton Beton Zand, geel, Edelmanboor, droog Zand, zwart, Edelmanboor, droog Zand, siltig, zwak baksteenhoudend, zwak steenhoudend, bruin, Edelmanboor, nat Leem, bruin, Ramguts, nat Datum: 14/03/12 X: Y: GWS: Opmerking: 0 50 100 1 2 3 0-20 -30-50 -100 beton Beton Zand, bruingeel, Edelmanboor, droog Zand, bruingeel, Edelmanboor, droog Leem, grijs, Edelmanboor, nat Leem, grijs, Edelmanboor, nat 4 4 150-150 Zand, siltig, grijsbruin, Ramguts, nat 150-160 5 200-220 Pagina 1 / 3

Projectcode: E12/1991 Projectnaam: oud heverlee Boring: 5 Boring: 6 Datum: 14/03/12 X: Y: GWS: Opmerking: 0 50 100 1 2 3 4 0-20 -30-50 -100 beton Beton Zand, siltig, grijsbruin, Edelmanboor, droog Leem, zwak zandig, grijs, Edelmanboor, droog Leem, zwak zandig, grijsbeige, Edelmanboor, nat Leem, zwak zandig, grijs, Edelmanboor, nat Datum: 14/03/12 X: Y: GWS: Opmerking: 0 50 100 1 2 3 4 0-20 -30-50 -100 beton Zand, bruingeel, Edelmanboor, droog Zand, bruingeel, Edelmanboor, droog Leem, zandig, grijs, Ramguts, droog Leem, grijs, Ramguts, nat 150-150 150 5-150 Zand, geel, Ramguts, nat -190 Boring: 7 Boring: 8 Datum: 14/03/12 X: Y: GWS: Opmerking: 0 50 1 2 3 0-21 -30-50 beton Beton Zand, geel, Edelmanboor Zand, grijs, Edelmanboor Zand, zwak houthoudend, grijs, Edelmanboor Datum: 14/03/12 X: Y: GWS: Opmerking: 0 50 1 2 3 0-20 -30-50 beton Beton Zand, matig steenhoudend, geel, Edelmanboor, droog Zand, matig steenhoudend, grijs, Edelmanboor, droog Leem, grijs, Ramguts, nat 100-100 Leem, bruin, Ramguts 100-100 Leem, grijs, Ramguts, zeer nat 150 4-170 150 4-150 Leem, grijs, Ramguts, zeer nat 200 5-210 Zand, grijs, Ramguts 200 5-220 Pagina 2 / 3

Projectcode: E12/1991 Projectnaam: oud heverlee Boring: 9 Boring: 10 Datum: 14/03/12 X: Y: GWS: Opmerking: 0 50 100 1 2 3 0-17 -25-30 -70-100 beton Asfalt Stenen, grind, Edelmanboor Zand, Edelmanboor Zand, Edelmanboor Leem, zandig, Edelmanboor Leem, zandig, Ramguts Datum: 14/03/12 X: Y: GWS: Opmerking: 0 50 100 1 2 3 0-20 -30-50 -100 beton Beton Zand, geel, Edelmanboor, droog Zand, geel, Edelmanboor, droog Leem, zandig, grijsbruin, Edelmanboor, nat Leem, grijs, Ramguts, nat 4 4 150-150 Leem, Ramguts 150-150 Leem, grijs, Ackermann, nat 5 5 200-200 Leem, Ramguts 200-200 250 6 300-300 Boring: 11 Datum: 14/03/12 X: Y: GWS: Opmerking: 0 50 100 1 2 3 0-20 -40-50 -100 beton Beton Zand, sterk steenhoudend, bruingeel, Edelmanboor, nat Grind, zwart, Edelmanboor, nat Leem, matig zandig, grijs, Edelmanboor, nat Leem, grijs, Ramguts, zeer nat 150 4-150 -180 Leem, bruingrijs, Ramguts, nat Pagina 3 / 3

Projectcode: E16/3584 Projectnaam: Oud-heverlee Boring: 51 Datum: 31-05-2016 X: 0,00 Y: 0,00 Boring: 52 Datum: 31-05-2016 X: 0,00 Y: 0,00 0 1 - PO 0-30 gras Zand, matig fijn, vast, matig siltig, lichtbruin, Edelmanboor 0 1 - PO 0-30 gras Zand, matig fijn, vast, matig siltig, lichtbruin, Edelmanboor 50 2 - PO -50 Leem, vast, lichtbruin, Edelmanboor 50 2 - PO -50 Leem, vast, zwak zandig, lichtbruin, Edelmanboor 3 - PO Leem, vast, lichtbruin, Edelmanboor 3 - PO Leem, vast, lichtbruin, Edelmanboor 100 4 - PO -100 Leem, matig vast, zwak zandig, lichtbruin, Edelmanboor 100 4 - PO -100 Leem, matig vast, zwak zandig, licht grijsbruin, Edelmanboor 150 5 - PO -150 Leem, slap, matig zandig, grijs, Edelmanboor 150 5 - PO -150-190 Leem, slap, zwak zandig, lichtbruin, Edelmanboor 200 6 - PO -200 Zand, matig fijn, slap, zwak siltig, grijs, Edelmanboor 250-250 Pagina 1 / 1

10.5 Analysecertificaten Bijlagen pagina 52 / 65