figuur 1 80 afstand 70 (km)

Vergelijkbare documenten
We nemen eerst aan dat het niet uitmaakt of een schaatser de laatste bocht in de binnenbaan of in de buitenbaan rijdt. Dan geldt p 0,5.

Examen VWO. wiskunde C wiskunde A1. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hierin is de maximale hartslagfrequentie in hartslagen per minuut en de leeftijd in jaren.

Roy kan op vier verschillende manieren in één worp bij elkaar vijf gooien. Schrijf deze vier manieren op.

Vraag Antwoord Scores

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

Geversduin 3,9. Strand Heemskerk 3,8

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Examen VWO. wiskunde C (pilot) tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 21 mei uur

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 21 mei uur

Hier vielen de eendjes van het schip. Bereken hoeveel procent van de eendjes in zuidelijke richting dreef. Schrijf je berekening op.

Nederland 1% 1% 20% 62% 11% 2% 3% Europa 1% 4% 44% 36% 12% 2% 1%

PADDESTOELEN. 3p 1 In de uitwerkbijlage bij vraag 1 staat de graaf nogmaals getekend. Daaronder staat een. Egmond.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2005-II

Examen VMBO-GL en TL 2006

Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 dinsdag 30 mei uur

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde B1 havo 2005-I

10 m/s = 36 km/h 5 km = 5000 m 4 m/s = 14,4 km/h. 15 m/s = 54 km/h 81 km/h = 22,5 m/s 25 m/s = 90 km/h

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2008-II

Havo3. Op tijd van huis. Hoofdstuk 1, lineaire verbanden Chr. Scholengemeenschap Buitenveldert drs.ir. H.J. Hollander

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Bereken hoeveel populieren hiervoor gebruikt zijn. Schrijf je berekening op.

Examen HAVO. wiskunde B1

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur

Examen HAVO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen havo wiskunde B 2016-I (pilot)

drs. H.R. Goede

In de handel is het gebruikelijk om korting te geven als een klant veel exemplaren van een bepaald product bestelt.

Eindexamen wiskunde B1 havo 2008-II

Een fabrikant van practicummateriaal voor natuurkunde heeft in 2009 als reclame onderstaande ansichtkaart verstuurd aan alle scholen in Nederland.

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Wikipedia. 4p 1 Onderzoek elk van deze beweringen. 4p 2 Bereken het aantal artikelen op 19 april

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 maandag 22 mei uur

Bij het beantwoorden van de vragen 1 tot en met 4 kun je de formule gebruiken.

Hier vielen de eendjes van het schip. Bereken hoeveel procent van de eendjes in zuidelijke richting dreef. Schrijf je berekening op.

Wikipedia. 4p 1 Onderzoek elk van deze beweringen. 4p 2 Bereken het aantal artikelen op 19 april

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB 2006 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 30 mei Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Je ziet een pagina uit een reclamefolder van een bank uit Hierin kun je zien welke waarde 25 euro had in verschillende situaties.

jaar goud zilver brons totaal

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B havo 2018-II

Examen HAVO. wiskunde A (pilot) tijdvak 1 woensdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde A1

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

DOBBELSTENEN STAPELEN

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. wiskunde B1

Examen HAVO. wiskunde A1,2. Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak 2 Woensdag 21 juni uur

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2006

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur

wiskunde B pilot havo 2016-I

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 woensdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B havo II

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2006-II

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Eindexamen havo wiskunde B I

Eindexamen wiskunde A pilot havo I

In het natuurkundelokaal zijn twee gootsteenbakken.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Mooie samenvatting: Stencil%20V4%20samenvatting.doc.

Eerste- en derdegraadsfunctie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:00 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 17 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Eindexamen wiskunde A havo 2000-I

wiskunde B havo 2018-I

Examen VWO. wiskunde A1,2

waarde 0,01 0,02 0,05 0,10 0,20 0,50 1,00 2,00

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2

leeftijd kwelder (in jaren)

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examenopgaven VMBO-VBO 2002

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2006-II

Examen VWO. wiskunde B1,2

Eindexamen wiskunde A havo I

Eindexamen wiskunde B1 havo 2007-II

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. donderdag 26 mei. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II

wiskunde C pilot vwo 2017-I

In een zware tornado worden maximale windsnelheden van ongeveer 280 km/u bereikt.

Examen VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Transcriptie:

Internationale trein De internationale trein van msterdam naar Stettin (Polen) legt de 77 km tussen beide plaatsen af in 8 uur en 38 minuten. De gemiddelde snelheid over de hele reis is dus iets minder dan 90 km/uur. nderweg stopt de trein op 21 tussenliggende stations. De werkelijke tijd dat de trein rijdt, de zogeheten netto reistijd, is daardoor minder dan 8 uur en 38 minuten. De gemiddelde snelheid gedurende de netto reistijd is 7,4 km/uur. 3p 14 Bereken hoe lang de trein op de tussenliggende stations in totaal stil staat. De treinreis bestaat uit 22 trajecten. Uit de dienstregeling blijkt dat de en en tijden van traject tot traject flink verschillen. Dit kunnen we op verschillende manieren weergeven. fstand-tijd-diagram Een manier om de trajecten weer te geven is een -tijd-diagram. Langs de horizontale as staat de duur van een traject in minuten, langs de verticale as de in km. In zo n diagram kun je de snelheid op een traject als het ware aflezen. Zie figuur 1. Deze figuur staat ook vergroot op de uitwerkbijlage. In figuur 1 is ieder traject met een punt aangegeven. Zo hoort punt bij een traject van 8 km dat in 3 minuten wordt afgelegd. De gemiddelde snelheid op dat traject is dan bijna 117 km/uur. Marieke bekijkt figuur 1 en zegt: Er zijn maar weinig trajecten waarop de gemiddelde snelheid lager is dan op traject. figuur 1 0 3p 1 nderzoek op hoeveel trajecten de gemiddelde snelheid lager is dan op traject. Licht je antwoord toe. Je kunt hierbij gebruik maken van de figuur op de uitwerkbijlage. Lorentz-kromme Er is ook een andere manier om de trajecten weer te geven. Dat gaat als volgt: eerst berekenen we van elk traject de gemiddelde snelheid; daarna maken we een lijst van de trajecten op volgorde van gemiddelde snelheid, van langzaam naar snel; vervolgens maken we lijsten van tijden en en. In de volgende tabel is hiermee een begin gemaakt. 0

tabel 1 2 3 4 traject (op volgorde van gemiddelde snelheid) tijd (minuten) gemiddelde snelheid (km/uur) tijden en 1 7 43 7 2 4 4 11 9 3 11 21 4 48 8 73 9 78 Voorbeeld: De som van de tijden van de drie langzaamste trajecten uit kolom 2 is 7 + 4 + = 21 (zie kolom ). De som van de en van de drie langzaamste trajecten uit kolom 3 is + 4 + 11 = (zie kolom ). Hierna zetten we de tijden en en om in percentages van de totale tijd en de totale. Deze percentages zetten we uit in een speciaal soort -tijd-diagram, een zogenoemde Lorentz-kromme. Zie figuur 2. Deze figuur staat ook vergroot op de uitwerkbijlage. Traject uit figuur 1 is ook in figuur 2 opgenomen. In figuur 2 geeft punt aan dat alle trajecten die niet sneller worden afgelegd dan traject, ongeveer % van de totale tijd innamen, en ongeveer % van de totale. ok kun je in figuur 2 aflezen dat trajecten afgelegd worden met een hogere gemiddelde snelheid dan traject. figuur 2 en (%) 0 B 90 0 0 0 0 tijden (%) 4p 1 Geef op de uitwerkbijlage in figuur 1 punt B aan en in figuur 2 punt. Licht je werkwijze toe. t In figuur 2 is ook de grafiek van s 0 0 getekend, waarin s de (in procenten) is, en t de tijd (in procenten). De grafiek benadert de punten van de trajecten goed. Dit model kan ook 1,32 geschreven worden in de vorm s c t, waarbij c een constante is. 4p 17 Bereken c in drie decimalen nauwkeurig. 1,32

wiskunde VW 11-2 wiskunde 1 VW tevens oud programma uitwerkbijlage Naam kandidaat Kandidaatnummer 1 0 0

1 figuur 1 0 0 figuur 2 en (%) 0 90 B 0 0 0 0 tijden (%) VW-2-a-11-2-u lees verder

Het spel lijkt oneerlijk, omdat de kans op zes ogen kleiner is dan de kans op zeven ogen. Maar misschien valt dit mee, aangezien ad altijd begint met werpen. Het spelverloop is weergegeven in onderstaande figuur. figuur werpt werpt werpt werpt werpt werpt start wint wint wint De kans dat het spel na maximaal zes worpen een winnaar oplevert, is ongeveer 0,3. Dit is als volgt in te zien: De kans dat ad in beurt 1, 3 of wint, is. 0, p dezelfde manier kun je berekenen dat de kans dat hristiaan in beurt 2, 4 of wint ongeveer 0,32 is. 3p 19 Bereken deze kans in vier decimalen. De kans is echter klein dat er na worpen nog niemand gewonnen heeft. 4p Bereken de kans dat een spel langer dan worpen duurt. Huygens berekende de kans om het spel te winnen niet door het spel voor een groot aantal worpen door te rekenen, maar op een andere manier. Hij zag dat het patroon, zoals dat in de figuur staat, zich herhaalt. ls in zijn worp niet wint, zal opnieuw werpen; het boomdiagram ziet er vanaf dat moment precies zo uit als aan het begin. Huygens noemde de kans dat wint p en stelde de volgende vergelijking op: p p Door deze vergelijking op te lossen, kon hij de kans dat wint berekenen. Daarna kon hij ook de kans dat berekenen, en daarmee de verhouding tussen beide winkansen. 4p 21 Los de vergelijking op en bereken de verhouding tussen beide winkansen. VW-2-a-11-2-o