Bodemkwaliteitskaart gemeente. Nieuwegein. Opdrachtgever Gemeente Nieuwegein Contactpersoon Mevr. D. ten Klooster

Vergelijkbare documenten
Begrippen en gebruikte afkortingen

Addendum bij de nota bodembeheer gemeenten IJsselstein, Houten, Nieuwegein en Lopik versie 4 januari 2011

Bodemkwaliteitskaart

Bodemkwaliteitskaart gemeente Roerdalen

Bodemkwaliteitskaart gemeenten Cuijk en GraveX

Bodemkwaliteitskaart voor de gemeente Tubbergen

Bodemkwaliteitskaart en bodemfunctieklassenkaart gemeente Edam-Volendam

Bodemkwaliteitskaart gemeente Tholen

Bodemkwaliteitskaart gemeente Lelystad

Bodemkwaliteitskaart bebouwd gebied gemeente Houten. Documentcode: 16M1136.RAP001

Bodemkwaliteitskaart Gemeente Lelystad. Documentcode: 17M1206.RAP001

Bodemkwaliteitskaart gemeente Den Helder

Bodemkwaliteitskaart regio MARN

Bodemkwaliteitskaart gemeente Den Helder

Bodemkwaliteitskaart regio Kop van Noord-Holland

Bodemkwaliteitskaart gemeente NederweertX

Bodemkwaliteitskaart gemeente Krimpen aan den IJssel. Documentcode: 13M1166.RAP001

Bodemkwaliteitskaart regio Heuvelland

Bodemkwaliteitskaart gemeente Eindhoven

Bodemkwaliteitskaart gemeente Twenterand

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART

Colofon. Datum van uitgave: December Contactadres: Beneluxweg SJ Oosterhout Postbus AA Oosterhout

Bodemkwaliteitskaart gemeente Texel

Bodemkwaliteitskaart Regio Maas & Roer

Bodemkwaliteitskaart gemeente Haarlemmermeer

Bodemkwaliteitskaart Regio Midden-Holland en gemeente Zoetermeer. Documentcode: 15M2020.RAP001

Bodemkwaliteitskaart Regio IJsselland

Bodemkwaliteitskaart Regio Midden-Holland en gemeente Zoetermeer. Documentcode: 15M2020.RAP001

De bodemkwaliteitskaart en het Besluit bodemkwaliteit

Bodemkwaliteitskaart Drenthe

Bodemkwaliteitskaart en nota bodembeheer Bedrijventerreinen Verlengde Stellingweg te Oostzaan

Bodemkwaliteitskaart gemeente Huizen

G R O N D V E R Z E T m e t b o d e m k w a l i t e i t s k a a r t e n

Bodemkwaliteitskaart Gemeenten Almere, Dronten, Lelystad, Noordoostpolder, Urk en Zeewolde. Documentcode: 17M1182.RAP001

Nota bodembeheer provinciebrede samenwerking bodembeleid Flevoland

Bodemkwaliteitskaart

Gemeente Wierden. Bodemkwaliteitskaart wegbermen en buitengebied gemeente Wierden

Bijlage 1: Normering Regeling bodemkwaliteit (inclusief gewijzigde normen per april 2009)

Kaartbijlagen. Bijlagen

Bodemfunctieklassenkaart en bodemkwaliteitskaart Gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec

Bodemkwaliteitskaart Gemeente Waalwijk, actualisatie 2011

Bodemkwaliteitskaart en bodemfunctieklassenkaart Gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Heerhugowaard en Heiloo. Documentcode: 14M1136.

Bodemkwaliteitskaart gemeente Haarlem. Definitief

Bodemkwaliteitskaart gemeente Maastricht

Addendum 2017 bij de nota bodembeheer gemeenten IJsselstein, Houten, Nieuwegein en Lopik. versie 4 januari 2011

Bodemkwaliteitskaart Someren

Zie Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2013 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007.

Bodemkwaliteitskaart gemeente NieuwegeinX

Bodemkwaliteitskaart

Bodemkwaliteitsklassenkaart gemeente Heerde

GEMEENTE OLDEBROEK. Gebruik bodemkwaliteitskaart bij grondverzet. 1 Generiek beleid Besluit bodemkwaliteit

Bodemkwaliteitskaart regio Noord Veluwe

Bodemkwaliteitskaart en bodemfunctiekaart Eersel

Bodemfunctiekaart Hof van Twente Besluit Bodemkwaliteit

Bodemkwaliteitskaart gemeente Losser

Bodemkwaliteitskaart. Gemeente Bladel

Gemeente Heusden. Bodemkwaliteitskaart gemeente Heusden 2011

Bodemkwaliteitskaart Braassemerland te Kaag en Braassem

Voor overschrijding van de wonen- en industriewaarden (evenals interventiewaarden) gelden niet zulke extra ruimten.

Besluit Bodemkwaliteit Flevoland

Bodemfunctieklassenkaart Gemeente Horst aan de Maas. - Toelichting -

Bodemkwaliteitskaart PFOS en PFOA locatie Schiphol Trade Park Hoofddorp Gemeente Haarlemmermeer

=287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s

Statistische berekeningen ten behoeve van actualisatie Bodemkwaliteitskaart Gemeente Veere. Eindrapport. Marmos Bodemmanagement

Regionale Bodemkwaliteitskaart gemeenten Bergen (Limburg), Gennep en Mook & Middelaar

Wijzigingsblad bij de nota bodembeheer gemeente Den Helder versie mei 2012


Regionale bodemkwaliteitskaart provincie Groningen. projectnr maart 2013, revisie 01

Bodemkwaliteitskaart en Bodemfunctieklassenkaart Gemeenten Den Helder, Hollands Kroon en Schagen. Documentcode: 16M1158.RAP001

Bodemkwaliteitskaart regio De Vallei

Project Besluit bodemkwaliteit en Nota bodembeheer

Kaartbijlagen. Bijlagen

stappen Kenmerken Gebieds indeling Toelichting

Gemeente Oldenzaal Bodemkwaliteitskaart gemeente Oldenzaal

Bodemkwaliteitskaart van de gemeente Borne

Gemeente Hengelo. Bodemkwaliteitskaart gemeente Hengelo. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus AE Deventer. telefoon

Nota Bodembeheer gemeente Emmen

TEKSTREGEL TEKSTREGEL BODEM- KWALITEITSKAART WEERT

Bodemkwaliteitskaart en Nota Bodembeheer

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

TEKSTREGEL TEKSTREGEL BODEMFUNCTIE KLASSENKAART WEERT

Rapport. Actualisatie bodemkwaliteitskaart

de heer S.P. Schimmel Postbus HB Tiel Geachte heer Schimmel,

In tabel 1 is aangegeven in welke mate de 95-percentielwaarden van koper, lood en zink de interventiewaarden overschrijden.

Notitie Bodemfunctieklassenkaart gemeente Noordwijk

)'*+',+!-!!'!$ &'&/3 :,$,'' ', ';'$< ='

Meldingsformulier Besluit Bodemkwaliteit Meldingsnummer:

Gemeente Hof van Twente Bodemkwaliteitskaart gemeente Hof van Twente (inclusief wegbermenkaart)

1 Inleiding Doel Beleidskader Afbakening en geldigheid 4

Aan de Raad. Nota bodembeheer. VROM - Milieu / LK Besluitvormend

Bodemkwaliteitskaart gemeente Reusel-De Mierden

Grondstromenbeleid en bodemkwaliteitskaart


Legenda Plangebied (Toemaakdek beheergebied ODWH) Gemeentegrenzen Toemaakdek binnen plangebied Toemaakdek buiten plangebied

Bodemkwaliteitsen bodemfunctieklassenkaart gemeente Venlo

Statistische berekeningen ten behoeve van actualisatie Bodemkwaliteitskaart Gemeente Middelburg. Eindrapport. Marmos Bodemmanagement

Nota Bodembeheer gemeente Rijswijk, Besluit bodemkwaliteit

Regionale bodemkwaliteitskaart gemeenten Barendrecht en Ridderkerk. definitief

Colofon. Contactadres: Beneluxweg SJ Oosterhout Postbus AA Oosterhout

Transcriptie:

Bodemkwaliteitskaart gemeente Nieuwegein Opdrachtgever Gemeente Nieuwegein Contactpersoon Mevr. D. ten Klooster CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. Contactpersonen Dhr. J.S. Spronk Dhr. H. Kuiphof

CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. Postbus 2 3980 CA Bunnik Tel: 030-6594321 Fax: 030-6571792 www.cso.nl Bodemkwaliteitskaart gemeente Nieuwegein Opdrachtgever Gemeente Nieuwegein Afdeling Duurzame Ontwikkeling Postbus 1 3430 AA NIEUWEGEIN Contactpersoon Mevr. D. ten Klooster CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. Contactpersonen Dhr. J.S. Spronk Dhr. H. Kuiphof Projectcode CSO 08K227 Datum 18 juni 2009

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 1.1 Aanleiding... 1 1.2 Doelstelling... 1 2 Werkwijze en resultaten... 2 2.1 Stap 1: Programma van eisen... 2 2.2 Stap 2: Onderscheidende gebiedskenmerken en voorlopige deelgebieden... 3 2.2.1 Inleiding... 3 2.2.2 Indeling op basis van bodemopbouw... 3 2.2.3 Indeling op basis van gebruikshistorie... 3 2.2.4 Indeling op basis van geomorfologie... 4 2.2.5 Indeling op basis van huidig bodemgebruik... 4 2.2.6 Indeling op basis van vastgestelde bodemkwaliteit... 4 2.3 Stap 4: Indeling beheergebied in deelgebieden... 5 2.4 Stap 3: Gegevensverzameling en gegevensbewerking... 5 2.4.1 Selecteren beschikbare bodeminformatie... 5 2.4.2 Het samenvoegen van meng- en puntmonsters... 5 2.4.3 Het vervangen van waarden beneden de detectielimiet... 6 2.4.4 Het opsporen van uitbijters... 6 2.4.5 Vergelijkbaarheidstoets oude en recente bodemgegevens... 6 2.4.6 Aanvullende waarnemingen... 7 2.4.7 Dataset bodemkwaliteitskaart gemeente Nieuwegein... 8 2.5 Stap 5: Controle indeling beheergebied in deelgebieden... 8 2.5.1 Algemeen... 8 2.5.2 Aantal waarnemingen... 8 2.5.3 Spreiding van de waarnemingen... 8 2.5.4 Definitieve gebiedsindeling... 10 2.6 Stap 7: Vaststellen en karakteriseren bodemkwaliteitszones... 10 2.7 Stap 8: Bodemkwaliteitskaart... 12 2.7.1 Inleiding... 12 2.7.2 Kaart met uitgesloten locaties en deelgebieden... 12 2.7.3 Ontgravingskaart... 13 2.7.4 Toepassingskaart... 13 2.8 Bijzondere omstandigheden... 14 2.9 Vaststellen bodemkwaliteitskaart... 15 2.10 Overgangsregeling Besluit bodemkwaliteit... 15 3 Conclusies...16 Literatuur...18 Blz. Versiedatum: 18 juni 2009 CSO projectcode: 08K227

Bijlagen Bijlage 1: Begrippenlijst Bijlage 2: Uitzonderingspositie EOX Bijlage 3: Overzicht uitbijters Bijlage 4A: Statistische parameters per bodemkwaliteitszone Bijlage 4B: Beoordeling bodemkwaliteitszones in bodemkwaliteitsklassen Kaartbijlagen Kaartbijlage 5: Bodemfunctieklassenkaart Kaartbijlage 6: Deelgebieden boven- en ondergrond Kaartbijlage 7A: Waarnemingen bovengrond Kaartbijlage 7B: Waarnemingen ondergrond Kaartbijlage 7C: Waarnemingen diepere ondergrond Kaartbijlage 8A: Ontgravingskaart bovengrond Kaartbijlage 8B: Ontgravingskaart ondergrond Kaartbijlage 8C: Ontgravingskaart diepere ondergrond Kaartbijlage 9A: Toepassingskaart bovengrond Kaartbijlage 9B: Toepassingskaart ondergrond Kaartbijlage 9C: Toepassingskaart diepere ondergrond Versiedatum: 18 juni 2009 CSO projectcode: 08K227

1 Inleiding 1.1 Aanleiding De gemeente Nieuwegein maakt al sinds 2004 gebruik van de Ministeriële Vrijstellingsregeling Grondverzet. Hiervoor heeft de gemeente een bodemkwaliteitskaart [1] en een bodembeheerplan [2] opgesteld. Sinds het opstellen van de bodemkwaliteitskaart zijn veel nieuwe bodemgegevens beschikbaar gekomen. Gemeente Nieuwegein wil de bodemkwaliteitskaart [1] actualiseren en hierbij gebruik maken van deze nieuwe gegevens. Daarnaast wordt de bodemkwaliteitskaart uitgebreid voor de bodemlaag van 2,0-4,0 m-mv. Ook wil de gemeente het na het opstellen van de bodemkwaliteitskaart mogelijk maken grond uit te wisselen met de gemeenten Houten, IJsselstein en Lopik. De gemeente Nieuwegein heeft CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. opdracht gegeven voor actualisatie van de bodemkwaliteitskaart. In deze rapportage staat beschreven volgens welke werkwijze de bodemkwaliteitskaart is opgesteld en wat de resultaten zijn. Bij het opstellen van de bodemkwaliteitskaart is de Richtlijn Bodemkwaliteitskaarten [3] gevolgd. 1.2 Doelstelling Doelstelling van het project is het opstellen van de bodemkwaliteitskaart om daarmee een actueel en dekkend beeld te krijgen van de diffuse bodemkwaliteit van het gehele grondgebied van de gemeente Nieuwegein. Achterliggende doelstelling is de wens van de gemeente Nieuwegein om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die het Besluit bodemkwaliteit [4] biedt: bij het toepassen van grond en baggerspecie op en in de bodem; als bewijsmiddel voor de kwaliteit van vrijkomende grond en de ontvangende bodem; bij het wegnemen van mogelijke knelpunten bij grond- en/of baggerverzet. Versiedatum: 18 juni 2009 1 CSO projectcode: 08K227

2 Werkwijze en resultaten Bij de vervaardiging van de bodemkwaliteitskaart conform de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten [3] wordt volgens een stappenplan gewerkt. In figuur 2.1 zijn de verschillende stappen weergegeven. In de volgende paragrafen worden deze stappen nader toegelicht. In de Richtlijn is aangegeven dat de stappen, zoals aangegeven in de onderstaande figuur, niet chronologisch gevolgd hoeven te worden. Het is wel noodzakelijk dat de elementen van de stappen terugkomen in de werkwijze bij het vervaardigen van de bodemkwaliteitskaart. Stap 1: Opstellen programma van eisen Stap 2: Vaststellen onderscheidende kenmerken Stap 3: Gegevensverzameling en gegevensbewerking Stap 4: indelen beheergebied in deelgebieden Stap 5: Controle indeling van het beheergebied Stap 6: verzamelen aanvullende informatie Stap 7: vaststellen bodemkwaliteitszones Stap 8: opstellen ontgravings- en toepassingenkaart Figuur 2.1: Stappenplan op hoofdlijnen (uit: Richtlijn bodemkwaliteitskaarten [3]) 2.1 Stap 1: Programma van eisen Bij het opstellen van het programma van eisen wordt onderscheid gemaakt tussen een beleidsmatige onderbouwing in het kader van gebiedsspecifiek beleid en een technisch inhoudelijke onderbouwing in het kader van het opstellen van de bodemkwaliteitskaart zelf. Vooralsnog is in dit document alleen aandacht besteed aan de technisch inhoudelijke werkwijze. Ten behoeve van de bodemkwaliteitskaart zijn de volgende definities vastgesteld: Het beheergebied van deze bodemkwaliteitskaart omvat het gemeentelijke grondgebied van de gemeente Nieuwegein. De volgende gebieden zijn uitgezonderd van de bodemkwaliteitskaart voor het dieptetraject 0,0-2,0 m-mv: o De Rijkswegen A2/A27. o Trambaan. o Oudegein oude nederzetting. o Terrein Waternet. o Uiterwaarden. o Terrein Henkel. o Oude bedrijfsterreinen Plettenburg en Herenstraat/Kruyderlaan/Hildo Kropstraat. o Moestuincomplex Vreeswijk. o Woonwijk Nieuw-Vreeswijk o Landbouwgebied Laagraven o Natuurgebied Hoge Landen. o Voormalig Liesboschterrein en gedempte Liesboschhaven. o Locaties met of die verdacht zijn van een sterke bodemverontreiniging. o Gesaneerde locaties in het kader van de Wet Bodembescherming. o Het grondwater en de waterbodems. De bodemkwaliteitskaart is opgesteld voor de landbodem van het beheergebied, de bodemlaag 0,0-4,0 meter minus maaiveld. Er zijn kaarten opgesteld voor de bovengrond (0,0-0,5 m-mv), de ondergrond (0,5-2,0 m-mv) en de diepere ondergrond (2,0-4,0 m-mv) De gemeentelijke bodemkwaliteitskaart is opgesteld voor de stoffen van het standaard NEN-stoffenpakket (tot 1 juli 2008) arseen, chroom, cadmium, koper, kwik, lood, nikkel, zink, PAK (VROM), EOX en minerale olie. Zone B1, O1 en de diepere ondergrond zijn tevens gezoneerd voor de stoffen barium, kobalt, molybdeen en PCB (som 7). Voor de Versiedatum: 18 juni 2009 2 CSO projectcode: 08K227

zones die alleen gezoneerd zijn voor het oude NEN-pakket gaat de gemeente gebruik maken van de overgangsregeling die is opgenomen in de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten [3]. De bodemkwaliteitskaart is in deze situatie maximaal geldig tot 1 juli 2011. De gegevens voor de bodemkwaliteitskaart zijn afkomstig uit het bodeminformatiesysteem Squit van de gemeente Nieuwegein (dump 10 februari 2009) en aanvullend bodemonderzoek (CSO, 5 mei 2009). 2.2 Stap 2: Onderscheidende gebiedskenmerken en voorlopige deelgebieden 2.2.1 Inleiding In de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten [3] is de volgende checklist van onderscheidende kenmerken ten behoeve van het indelen van deelgebieden opgenomen: De bodemopbouw. De gebruikshistorie. De ontwikkeling van wijken of gebieden. De (geo)morfologie (verschillende landschapsvormende processen). Het huidige bodemgebruik. Naast de in de Richtlijn genoemde checklist is de in de voorgaande bodemkwaliteitskaart vastgestelde bodemkwaliteit een extra criterium voor het indelen van deelgebieden. 2.2.2 Indeling op basis van bodemopbouw Uit de bodemkaart van Nieuwegein (bron: www.bodemdata.nl) blijkt dat in de gemeente Nieuwegein voornamelijk kleigrond voorkomt. 2.2.3 Indeling op basis van gebruikshistorie Voor de onderbouwing van de indeling van de voorlopige deelgebieden op basis van de gebruikshistorie is gebruik gemaakt van de bestaande bodemkwaliteitskaart van gemeente Nieuwegein [1]. De indeling van de deelgebieden is als volgt: t Klooster. Batau-Zuid. Blokhoeve. Blokhoeve-West. Blokhoeve-Zuid. De Wiers. Doorslag. Fokkesteeg. Galecop. Galecopperzoom. Hoog Zandveld. Huis de Geer-Zuid. Huis de Geer remiseterrein. Jutphaas Wijkersloot. Lekboulevard. Liesbosch + Laagraven. Lintbebouwing Jutphaas. Merwestein. Oudegein. Versiedatum: 18 juni 2009 3 CSO projectcode: 08K227

Oudegein oude nederzetting. Plettenburg-Noord. Plettenburg (Archimedusbaan). Plettenburg + De Wiers. Stadscentrum. Vreeswijk. Vreeswijk-oud. Zuilestein + Batau-Noord. 2.2.4 Indeling op basis van geomorfologie Landschapsvormende processen kunnen er voor zorgen dat een gebied diffuus kan worden verontreinigd. In de gemeente Nieuwegein is dit niet het geval. 2.2.5 Indeling op basis van huidig bodemgebruik De indeling op basis van het huidige bodemgebruik wordt vormgegeven door de bodemfunctieklassenkaart (kaartbijlage 5). Het huidige gebruik komt wat betreft de globale indeling overeen met de gebruikshistorie en geeft geen nieuwe aanknopingspunten de indeling verder te verfijnen. 2.2.6 Indeling op basis van vastgestelde bodemkwaliteit Bij het opstellen van de bodemkwaliteitskaart [1] zijn de deelgebieden uit 2.2.3 op basis van de vastgestelde bodemkwaliteit samengevoegd. Op basis van de statistische gegevens van de bodemkwaliteitszones [1] is een (voorlopige) klassenindeling van het Besluit bodemkwaliteit [4] bepaald. Deze voorlopige klassenindeling is weergegeven in tabel 2.1. Tabel 2.1: Voorlopige klassenindeling zones oude bodemkwaliteitskaart Zone Voorlopige classificatie Zone Voorlopige classificatie B1 Landbouw/natuur O1 Wonen B2 Landbouw/natuur O2 Landbouw/natuur B3 Industrie O3 Industrie B4 Landbouw/natuur O4 Landbouw/natuur B5 Landbouw/natuur O5 Wonen B6 Wonen O6 Wonen B7 Landbouw/natuur O7 Wonen B8 Wonen O8 Landbouw/natuur B9 Landbouw/natuur O9 Wonen B10 Industrie O10 Industrie B11 Wonen O11 Landbouw/natuur 1. Zuilenstein, Batau Noord, Batau Zuid, Blokhoeve, Doorslag, Oudegein, Fokkesteeg, Hoog Zandveld 2. Stadscentrum, Plettenburg Noord, 't Klooster, Lekboulevard, 3. Galecop, Huis de Geer remiseterrein 4. Jutphaas Wijkersloot, Merwestein 5. Vreeswijk 6. Plettenburg 7. De Wiers 8. Liesbosch, Laagraven 9. Lintbebouwing Jutphaas 10. Plettenburg, De Wiers 11. Galecopperzoom Met de uitkomsten van de voorlopige classificatie is besloten een aantal zones samen te voegen. Bij het samenvoegen van zones is naast de voorlopige classificatie uit tabel 2.1 rekening gehouden met het huidige gebruik van de zone. De vastgestelde bodemkwaliteit is van invloed op de deelgebieden, zie ook 2.3. Versiedatum: 18 juni 2009 4 CSO projectcode: 08K227

2.3 Stap 4: Indeling beheergebied in deelgebieden Op basis van met name het huidige bodemgebruik en de huidige bodemkwaliteit zijn de volgende deelgebieden onderscheiden: Tabel 2.2: Deelgebieden per bodemlaag BKK Omschrijving Bovengrond (0,0-0,5 m-mv) Zone 1 Zuilenstein, Batau Noord, Batau Zuid, B1 O1 Blokhoeve, Doorslag, Oudegein, Fokkesteeg, Hoog Zandveld, Stadscentrum, 't Klooster, Lekboulevard, Galecop, Huis de Geer- Noord, Galecopperzoom, Merwestein Zone 2 Jutphaas - Wijkersloot B2 O2 Zone 3 Vreeswijk B3 O3 Zone 4 Plettenburg-West B4 O4 Zone 5 De Wiers B5 O5 Zone 6 Liesbosch, Laagraven B6 O6 Zone 7 Jutphaas lintbebouwing B7 O7 Zone 8 Plettenburg-Oost+De Wiers B8 O8 Deelgebieden Ondergrond (0,5-2,0 m-mv) Diepere ondergrond (2,0-4,0 m-mv) Nieuwegein De deelgebieden zijn weergegeven in kaartbijlage 6. 2.4 Stap 3: Gegevensverzameling en gegevensbewerking 2.4.1 Selecteren beschikbare bodeminformatie Voor de vervaardiging van de bodemkwaliteitskaart zijn de gegevens geselecteerd uit de Squit-database (dump dd 10 februari 2009). Door middel van onderstaande selecties is een representatieve dataset voor de bodemkwaliteitskaart tot stand gekomen. Onderzoeken waarvan de rapportdatum niet bekend is, zijn niet geselecteerd. In eerste instantie alleen bodemonderzoeken vanaf 2004 geselecteerd. Indien het betreffende rapport en/of analyse vervallen is (ofwel niet geschikt voor de BKK), zijn de gegevens niet meegenomen in de dataset voor de bodemkwaliteitskaart Onderzoeken waarvan geen geografie beschikbaar is van zowel de locatie als het betreffende rapport zijn niet geselecteerd. Ook zijn aanvullende waarnemingen verzameld door een aanvullend bodemonderzoek uit te voeren (CSO, 5 mei 2009). 2.4.2 Het samenvoegen van meng- en puntmonsters De gemeentelijke dataset, die beheerd wordt door de gemeente Nieuwegein, bestaat uit meng- en puntmonsters. De Werkgroep Achtergrondgehalten heeft onderzocht wat de invloed is van het meenemen van zowel punt- als mengmonsters op de berekening van percentielwaarden [5]. De resultaten laten zien dat percentielwaarden die zijn gebaseerd op een bestand van zowel punt- als mengmonsters vrijwel identiek zijn aan percentielwaarden die zijn gebaseerd op een bestand van alléén mengmonsters. Er bestaan derhalve geen praktische bezwaren tegen het berekenen van de bodemkwaliteit uit een gegevensbestand waarin zowel punt- als mengmonsters aanwezig zijn. In dit project zijn de waarnemingen van de mengmonsters eenmaal meegenomen. Versiedatum: 18 juni 2009 5 CSO projectcode: 08K227

2.4.3 Het vervangen van waarden beneden de detectielimiet Bij analyses komt het vaak voor dat een bepaalde stof in het monster aanwezig is in concentraties beneden de detectiegrens van de gangbare analyseapparatuur. Hoewel de werkelijke waarde onbekend is (de waarde kan variëren van nul tot de detectielimiet) leveren deze monsters wel waardevolle informatie voor het gemiddelde. Hierbij is de methode van de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten [3] gehanteerd. Deze methode houdt in dat de gerapporteerde detectielimieten worden vermenigvuldigd met een factor 0,7 om tot een rekenwaarde te komen. Met het beschikbaar komen van betere meetapparatuur zijn detectielimieten lager komen te liggen, waardoor de opgegeven detectielimiet van een bepaalde stof van rapport tot rapport kan verschillen. 2.4.4 Het opsporen van uitbijters Ondanks dat er representatieve analysegegevens zijn ingevoerd en aanvullend verzameld ten behoeve van de bodemkwaliteitskaart kan er sprake zijn van uitschieters in de dataset (extreem hoge gehalten) als gevolg van bijvoorbeeld typefouten, onbetrouwbare analyses of lokale verontreinigingen door puntbronnen die niet als zodanig zijn aangegeven. Hierbij worden dan vaak bij meerdere stoffen relatief hoge gehalten aangetroffen. Voor de gehele dataset zijn per stof met een visuele methode (scatterplots) extreme gehalten gemarkeerd. De extreme waarden zijn voorgelegd aan de gemeente. Indien de uitschieters tot een puntbron, type- of meetfout zijn te herleiden, dan zijn de waarnemingen uit het bestand verwijderd. In bijlage 3 is een overzicht van de uitbijters opgenomen. 2.4.5 Vergelijkbaarheidstoets oude en recente bodemgegevens Conform de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten [3] mogen in eerste instantie alleen recente gegevens, niet ouder dan 5 jaar (vanaf 2004), gebruikt worden om de bodemkwaliteitskaart op te stellen. Het gebruiken van oudere gegeven kan volgens de Richtlijn [3] alleen als een vergelijkbaarheidstoets is uitgevoerd op de oude en recente gegevens. Met behulp van de gegevens vanaf 2004 bleek dat slechts 4 deelgebieden in de boven- en ondergrond konden worden gezoneerd (zie tabel 2.3). In overleg met de gemeente is besloten een vergelijkbaarheidstoets uit te voeren. De statistische gegevens op basis van waarnemingen van de afgelopen 5 jaar (vanaf 2004) is vergeleken met de statistiek van de waarnemingen vanaf 1999 tot 2004. Als de bodemkwaliteit voor de oude dataset in dezelfde klasse valt als de bodemkwaliteit voor de meest recente dataset, zijn de twee datasets samengevoegd (tabel 2.3). Versiedatum: 18 juni 2009 6 CSO projectcode: 08K227

Tabel 2.3: Uitkomsten vergelijkbaarheidtoets Deelgebied Bodemkwaliteitsklasse (dataset vanaf 2004) Voldoende waarnemingen Bodemkwaliteitsklasse (dataset 1999 tot 2004) Datasets samenvoegen Zone B1 landbouw/natuur ja landbouw/natuur ja ja Voldoende waarn. (na samenvoegen) Zone B2 landbouw/natuur nee wonen nee nee Zone B3 Wonen ja landbouw/natuur nee ja Zone B4 Wonen ja landbouw/natuur nee ja Zone B5 landbouw/natuur nee landbouw/natuur ja ja Zone B6 landbouw/natuur nee landbouw/natuur ja ja Zone B7 landbouw/natuur nee wonen nee nee Zone B8 landbouw/natuur ja wonen nee ja Zone O1 landbouw/natuur ja landbouw/natuur ja ja Zone O2 landbouw/natuur ja landbouw/natuur ja ja Zone O3 Wonen ja landbouw/natuur nee ja Zone O4 Wonen nee landbouw/natuur nee nee Zone O5 landbouw/natuur nee landbouw/natuur ja ja Zone O6 landbouw/natuur nee landbouw/natuur ja ja Zone O7 landbouw/natuur nee landbouw/natuur ja ja Zone O8 landbouw/natuur ja landbouw/natuur ja ja Zone Nieuwegein (2-4 m-mv) landbouw/natuur ja wonen nee ja Samenvoegen deelgebieden Uit de tabel blijkt dat na samenvoegen van de datasets voor de zones B2, B7 en O4 nog te weinig waarnemingen beschikbaar zijn. De Richtlijn [3] laat relatief veel ruimte voor het vergelijken en samenvoegen van deelgebieden. In overleg met gemeente Nieuwegein is besloten de deelgebieden B2 en B7 en O2 en O7 samen te voegen. De historie, het huidig gebruik en de bodemopbouw van de twee deelgebied zijn overeenkomstig. Tevens blijkt de diffuse bodemkwaliteit vergelijkbaar (bodemkwaliteitsklasse voor boven- en ondergrond is landbouw/natuur ). Hoewel de diffuse bodemkwaliteit voor een aantal van de overige deelgebieden ook vergelijkbaar is, zijn om de onderstaande redenen verder geen deelgebieden samengevoegd: Het betreft over het algemeen deelgebieden met verschillende gebruiksfuncties; Het samenvoegen van de deelgebieden heeft geen aanvullende waarde voor de mogelijkheden tot vrij grondverzet. 2.4.6 Aanvullende waarnemingen Omdat in zone O4 nog onvoldoende (19 stuks) en in zone B4 precies voldoende waarnemingen (20 stuks) beschikbaar zijn is in overleg met gemeente Nieuwegein besloten om in deze zone 4 aanvullende waarnemingen te verzamelen en te laten analyseren voor zowel de boven- als de ondergrond. Op deze manier is de bodemkwaliteit voor deze zones statistisch beter onderbouwd. De resultaten van de aanvullende waarnemingen zijn als briefrapportage verstuurd aan gemeente Nieuwegein (rapportnummer 08K227/JS2, 5 mei 2009) en aan de dataset voor de bodemkwaliteitskaart voor Nieuwegein toegevoegd. Versiedatum: 18 juni 2009 7 CSO projectcode: 08K227

2.4.7 Dataset bodemkwaliteitskaart gemeente Nieuwegein In tabel 2.4 zijn de hoeveelheid (meng)monsters per bodemlaag aangegeven die zijn geselecteerd voor de dataset van de bodemkwaliteitskaart. Tabel 2.4: Aantal monsters opgesplitst in bodemlagen Bodemlaag Aantal monsters Gegevens vanaf 2004 Aantal monsters Gegevens van 1999 t/m 2003 Bovengrond (0,0-0,5 m-mv) 536 387 Ondergrond (0,5-2,0 m-mv) 360 301 Diepere ondergrond (2,0-4,0 m-mv) 80 0 2.5 Stap 5: Controle indeling beheergebied in deelgebieden 2.5.1 Algemeen De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten [3] stelt de volgende minimale eisen aan het aantal waarnemingen per deelgebied: Voor de deelgebieden zijn voor alle stoffen ten minste 20 waarnemingen beschikbaar. De waarnemingen liggen voldoende verspreid over het deelgebied: o Voor aaneengesloten deelgebieden zijn bij een systematische indeling in 20 vakken in tenminste 10 vakken één of meer waarnemingen gedaan; o Voor elk niet-aaneengesloten deel van een deelgebied zijn ten minste 3 waarnemingen beschikbaar. 2.5.2 Aantal waarnemingen Bij het aantal waarnemingen voor de minimum eisen is gekeken naar arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel, zink, PAK, EOX, minerale olie, barium, kobalt, molybdeen en som PCB. In overleg met de gemeente Nieuwegein is voor de bodemkwaliteitskaart ten aanzien van de hoeveelheid waarnemingen in niet-aaneengesloten delen van de zones 3 en 7 gemotiveerd afgeweken van de Richtlijn (<3 waarnemingen in een niet-aaneengesloten deelgebied). In de betreffende deelgebieden zijn meer dan 20 waarnemingen beschikbaar. In het verleden waren deze zones aaneengesloten. Door de aanleg van het Amsterdam- Rijnkanaal, De Vaartse Rijn en het Merwedekanaal zijn in deze zones niet-aaneengesloten deelgebieden ontstaan maar het gebruik van de gebieden zijn hetzelfde gebleven. De nietaaneengesloten deelgebieden hebben dus een gelijke bodemopbouw en gebruikshistorie. Daarom staat de gemeente toe dat minder dan 3 waarnemingen in een niet-aaneengesloten deelgebied aanwezig zijn. 2.5.3 Spreiding van de waarnemingen De onderscheiden deelgebieden in de gemeente Nieuwegein voldoen niet allemaal aan de gestelde minimum eisen ten aanzien van de spreiding. Ruimtelijke clustering Op stofniveau is bekeken of er een ruimtelijke clustering aanwezig is. Een hoge variatiecoëfficiënt is een indicatie voor een eventuele ruimtelijke clustering. Op basis van ervaringen van CSO is de ruimtelijke clustering onderzocht wanneer zware metalen een variatiecoëfficiënt hoger dan 1,5 hebben en PAK een variatiecoëfficiënt hoger dan 2. In Versiedatum: 18 juni 2009 8 CSO projectcode: 08K227

tabel 2.5 zijn per deelgebied de variatiecoëfficiënten gegeven en daar waar nodig zijn de resultaten gegeven van de analyse op ruimtelijke clustering. Tabel 2.5: Variatiecoëfficiënt waarnemingen boven- en ondergrond. Deelgebied Variatiecoëfficiënt Opmerking Bovengrond (0,0-0,5 m-mv) Zone 1 Zware metalen < 1,5 en PAK < 2 - Zone 2/7 Zware metalen < 1,5 en PAK < 2 - Zone 3 Zware metalen < 1,5 en PAK = 2,13 Zone 4 Zware metalen < 1,5 en PAK < 2 - Zone 5 Zware metalen < 1,5 en PAK < 2 - Zone 6 Zware metalen < 1,5 en PAK < 2 - Zone 8 Zware metalen < 1,5 en PAK < 2 - Ondergrond (0,5-2,0 m-mv) Zone 1 Zone 2/7 Zone 3 Zone 4 Zware metalen < 1,5 en PAK = 4,91 Zware metalen < 1,5 en PAK = 3,14 Cu = 1,84 en PAK = 2,51 Cd = 1,51 en PAK = 3,14 PAK: wordt veroorzaakt door enkele hoge waarden, geen ruimtelijke clustering PAK: wordt veroorzaakt door enkele hoge waarden, geen ruimtelijke clustering PAK: wordt veroorzaakt door enkele hoge waarden, geen ruimtelijke clustering PAK en koper: wordt veroorzaakt door enkele hoge waarden, geen ruimtelijke clustering PAK en cadmium: wordt veroorzaakt door enkele hoge waarden, geen ruimtelijke clustering Zone 5 Zware metalen < 1,5 en PAK = 3,11 PAK: wordt veroorzaakt door enkele hoge waarden, geen ruimtelijke clustering Zone 6 Zware metalen < 1,5 en PAK = 2,21 PAK: wordt veroorzaakt door enkele hoge waarden, geen ruimtelijke clustering Zone 8 Zware metalen < 1,5 en PAK < 2 - Diepere ondergrond (2,0-4,0 m-mv) Zone Nieuwegein Zware metalen < 1,5 en PAK = 2,03 PAK: wordt veroorzaakt door enkele hoge waarden, geen ruimtelijke clustering Uit tabel 2.5 blijkt dat voor een aantal zones relatief hoge variatiecoëfficiënten zijn aangetoond voor PAK en enkele individuele metalen. Deze relatief hoge variatiecoëfficiënten komen met name in ondergrond voor. Het blijkt dat de hoge variatiecoëfficiënten worden veroorzaakt door enkele hoge waarden. Door het incidentele karakter is er geen ruimtelijke clustering van hoge waarden. De relatief hoge variatiecoëfficiënten geven geen aanleiding tot het splitsen van deelgebieden. Versiedatum: 18 juni 2009 9 CSO projectcode: 08K227

2.5.4 Definitieve gebiedsindeling Tabel 2.6 geeft een overzicht van de bodemkwaliteitszones waarin de verschillende bodemlagen van de gemeente Nieuwegein worden onderscheiden. Tabel 2.6: Bodemkwaliteitszones per bodemlaag Bodemkwaliteitzones Bovengrond (0,0-0,5 m-mv) Ondergrond (0,5-2,0 m-mv) Diepere ondergrond (2,0-4,0 m-mv) B1 O1 Nieuwegein B2/7 O2/7 B3 O3 B4 O4 B5 O5 B6 O6 B8 O8 2.6 Stap 7: Vaststellen en karakteriseren bodemkwaliteitszones De gemiddelde gehalten van de bodemkwaliteitszones zijn getoetst aan de toetsingswaarden uit het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit [4, 6]. De bodemkwaliteitszones kunnen vallen in de bodemkwaliteitsklasse Landbouw/natuur (achtergrondwaarden, AW2000), Wonen of Industrie. Bij de toetsmethodiek wordt uitgegaan van een staffel voor het aantal toegestane overschrijdingen van de functiewaarden. In tabel 2.7 is de staffel samengevat; de toetsmethodiek staat eronder. Tabel 2.7: Toegestane aantal overschrijdingen Aantal gemeten stoffen Aantal overschrijdingen Basispakket 2 16-26 3 27-36 4 37-48 5 Klasse Landbouw/natuur (achtergrondwaarde): Alle verontreinigingen voldoen aan de achtergrondwaarden, met uitzondering van een aantal overschrijdingen, zie tabel. De overschrijding mag maximaal twee maal de norm voor de klassegrens achtergrondwaarden bedragen. Elke overschrijding is lager dan de norm voor klassegrens Wonen. Klasse wonen: Alle verontreinigingen voldoen aan de klassegrens Wonen, met uitzondering van een aantal overschrijdingen, zie tabel. De overschrijding mag maximaal de norm voor de klassegrens Wonen plus de norm voor de klassegrens achtergrondwaarden bedragen. Elke overschrijding is lager dan de norm voor de klassegrens Industrie. Klasse industrie: Als de indeling niet leidt tot de indeling in klasse Wonen of achtergrondwaarden wordt de bodemkwaliteit ingedeeld in de klasse Industrie. In tabel 2.8 is aangegeven in welke bodemkwaliteitsklasse een bodemkwaliteitszone valt. Daarnaast is aangegeven of de zone is vastgesteld voor de stoffen van het nieuwe NENpakket (vanaf 1 juli 2008). In bijlage 4B zijn de gespecificeerde beoordelingen weergegeven. Versiedatum: 18 juni 2009 10 CSO projectcode: 08K227

Tabel 2.8 Bodemkwaliteitsklasse per bodemkwaliteitszone en bodemlaag Bodemkwaliteitszone Bovengrond Ondergrond Vastgesteld voor Vastgesteld voor (0,0-0,5 m-mv) (0,5-2,0 m-mv) oude NEN-pakket nieuwe NEN-pakket Zone 1 Landbouw/natuur Landbouw/natuur Ja Ja Zone 2/7 Landbouw/natuur Landbouw/natuur Ja Nee Zone 3 Wonen Wonen Ja Nee Zone 4 Landbouw/natuur Landbouw/natuur Ja Nee Zone 5 Landbouw/natuur Landbouw/natuur Ja Nee Zone 6 Landbouw/natuur Landbouw/natuur Ja Nee Zone 8 Landbouw/natuur Landbouw/natuur Ja Nee Bodemkwaliteitszone Diepere ondergrond Vastgesteld voor Vastgesteld voor (2,0-4,0 m-mv) oude NEN-pakket nieuwe NEN-pakket Zone Nieuwegein Landbouw/natuur Ja Ja Controle saneringscriterium In bijlage 4A is per onderscheiden bodemkwaliteitszone een aantal statistische parameters gegeven. Naast gemiddelde gehalten zijn ook percentielwaarden (P80, P90 en de P95) bepaald. Ook is gekeken naar de variantie binnen de waarnemingen. In de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten [3] staat vermeld, dat voor elke bodemkwaliteitszone met een P95 bóven de interventiewaarde een controle op het saneringscriterium nodig is. Voor de gemeente Nieuwegein overschrijden de P95 van de stoffen in de onderscheiden bodemkwaliteitszones de betreffende interventiewaarde niet. Een controle op het saneringscriterium is daarom niet noodzakelijk. Heterogeniteit Naast de percentielwaarden en variantie is ook de heterogeniteit van de waarnemingen berekend. Wanneer de diffuse bodemverontreiniging in een zone zeer heterogeen is verdeeld, is de betrouwbaarheid van het gemiddelde gehalte in de zone ook kleiner. Bij zones met een hoge heterogeniteit kan gemeente Nieuwegein besluiten dat de bodemkwaliteitskaart niet gebruikt mag worden als bewijsmiddel omdat het vastgestelde gemiddelde gehalte een te lage betrouwbaarheid heeft. De heterogeniteit van een stof in een zone wordt bepaald door een index die volgt uit de volgende formule: (P95 - P5) / (referentiewaarde Industrie AW2000) De beoordeling van de heterogeniteitsindex is als volgt: Index < 0,2 : weinig heterogeniteit 0,2 < Index < 0,5 : beperkte heterogeniteit 0,5 < Index < 0,7 : er is sprake van heterogeniteit Index > 0,7 : sterke heterogeniteit Uitgezonderd de zones O1 en O8 is een sterke heterogeniteit vastgesteld voor Nikkel. In de zones B3 en O3 is ook een sterke heterogeniteit voor zink aangetoond. In de zones B5 en O6 is naast nikkel ook een sterke heterogeniteit voor olie geconstateerd. Versiedatum: 18 juni 2009 11 CSO projectcode: 08K227

2.7 Stap 8: Bodemkwaliteitskaart 2.7.1 Inleiding De bodemkwaliteitskaart bestaat uit drie hoofdkaarten: 1. De kaart met uitgesloten locaties en deelgebieden 2. De ontgravingskaart 3. De toepassingskaart In de onderstaande paragrafen wordt nader ingegaan op de hoofdkaarten. Bij de ontgravings- en toepassingskaart is uitgegaan van het generieke kader van het Besluit bodemkwaliteit. 2.7.2 Kaart met uitgesloten locaties en deelgebieden In de gemeente Nieuwegein zijn een aantal deelgebieden uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart. Deze deellocaties zijn in de kaartbijlagen 6 t/m 9 weergegeven. Een specificatie van de uitgesloten locaties en deelgebieden is weergegeven in 2.1. Andere uitgesloten locaties binnen de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Nieuwegein zijn: Locaties die worden of zijn gesaneerd (Wbb-locaties). Onderzochte locaties waar een geval van ernstige bodemverontreiniging is geconstateerd, maar waarvoor nog geen beschikking is afgegeven op ernst en urgentie dan wel op het saneringsplan. Locaties waar (mogelijk) sprake is van bodemverontreiniging door een puntbron. Locaties waar de gemeente Nieuwegein geen beheer uitvoert (Rijkswegen, Provinciale wegen en spoorgebonden gronden en uiterwaarden). Verdachte locaties die zijn uitgesloten voor de bodemkwaliteitskaart, zijn opgenomen in het bodeminformatiesysteem (Squit bodem) van de gemeente Nieuwegein. Voorafgaand aan werkzaamheden moet contact opgenomen worden met de gemeente via een mail naar bodem@nieuwegein.nl, of telefonisch met de milieuadviseur van de afdeling Duurzame Ontwikkeling. Locaties die uitgesloten zijn van de bodemkwaliteitskaart en waarvan de provincie Utrecht gegevensbeheerder is, zijn te vinden op www.bodemloket.nl. Versiedatum: 18 juni 2009 12 CSO projectcode: 08K227

2.7.3 Ontgravingskaart De ontgravingskaart geeft aan met welke waarden getoetst moet worden aan de toepassingseisen in de zone van toepassing wanneer grondverzet toegepast wordt zonder voorafgaande keuring. Deze waarden (de gemiddelden) zijn in bijlage 4A per bodemkwaliteitszone weergegeven. De ontgravingskaart per bodemlaag is opgenomen in kaartbijlage 8A, 8B en 8C. Grondverzet volgens het generieke beleidskader Het al dan niet mogen verrichten van grondverzet van een niet-verdachte locatie zonder partijkeuringen is volgens het generieke bodembeleidskader afhankelijk van de volgende zaken: Grondverzet zonder partijkeuring is toegestaan als de gemiddelde waarden van alle stoffen in de bodemkwaliteitszone van herkomst voldoen aan de toepassingseis in de zone van toepassing. Als sprake is van een specifiek locatie-/partijonderzoek op de te ontgraven locatie, dat volgens de criteria in het besluit bodemkwaliteit als bewijsmiddel mag dienen, dan kan geen gebruik worden gemaakt van de bodemkwaliteitskaart als bewijsmiddel maar wordt gebruik gemaakt van de onderzoeksresultaten. De partij dient te worden ontgraven uit één laag waarop de ontgravingskaart van toepassing is (in de regel de bovenste halve meter). Als de partij overeenkomt met meerdere (diepere) lagen van de ontgravingskaart dient de ontgraving op deze laaggrenzen te worden afgestemd. Als een partij gemengd wordt ontgraven uit verschillende lagen is het ter beoordeling aan de gemeente Nieuwegein of de bodemkwaliteitskaart kan dienen als bewijsmiddel of dat de toe te passen partij moet worden gekeurd. 2.7.4 Toepassingskaart Bij de toepassingskaart wordt gekeken naar de vastgestelde bodemkwaliteit en de (toekomstige) functie van de bodem. Hierbij wordt het locatiegebruik ingedeeld in twee klassen: Wonen en Industrie. De bodemkwaliteit wordt ingedeeld in drie klassen: Landbouw/natuur, Wonen en Industrie. Elke klasse kent een lijst met normwaarden, die de toepassingseisen vormen. Op de in tabel 2.9 gevolgde wijze wordt aan elke zone/gebied een klasse als toepassingseis toegekend: Tabel 2.9: Toepassingseisen per combinatie bodemfunctie- en kwaliteitsklasse Bodemfunctieklasse Bodemkwaliteitsklasse Toepassingeis Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur Niet ingedeeld Wonen Landbouw/natuur Niet ingedeeld Industrie Landbouw/natuur Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen Wonen Wonen Wonen Industrie Wonen Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur Industrie Wonen Wonen Industrie Industrie Industrie Versiedatum: 18 juni 2009 13 CSO projectcode: 08K227

In tabel 2.10 is het resultaat van de bovenstaande werkwijze voor de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Nieuwegein samengevat. Tabel 2.10: Bodemfunctieklasse, bodemkwaliteitsklasse en toepassingseis per bodemkwaliteitszone Bodemkwaliteitszone m-mv klasse Diepte Bodemfunctie Bodemkwaliteits Toepassingseis klasse Zone 1 Zone 2/7 Zone 3 Zone 4 Zone 5 Zone 6 Zone 8 0-0,5 0,5-2 Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur 0-0,5 Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur 0,5-2 Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur 0-0,5 Wonen Wonen Wonen 0,5-2 Wonen Wonen Wonen 0-0,5 Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur 0,5-2 Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur 0-0,5 0,5-2 Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur 0-0,5 Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur 0,5-2 Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur 0-0,5 0,5-2 Zone Nieuwegein 2,0-4,0 Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur In kaartbijlage 9A, 9B en 9C staat per bodemlaag en zone aangegeven welke toepassingseis er geldt. 2.8 Bijzondere omstandigheden De bodemkwaliteitskaart doet geen uitspraak over de kwaliteit van de bodem ter plaatse van verdachte locaties, verontreinigde locaties of gesaneerde locaties. Op deze locaties verwacht men een afwijkende (betere of juist slechtere) bodemkwaliteit dan in de omgeving. Op terreinen die ooit een leeflaag van schone grond hebben gekregen, of gesaneerde locaties mag men bijvoorbeeld een betere kwaliteit verwachten. Een slechtere kwaliteit valt te verwachten op terreinen die (wellicht) door een puntbron verontreinigd zijn en ter plaatse van dempingen, stortplaatsen en ophooglagen. Versiedatum: 18 juni 2009 14 CSO projectcode: 08K227

Ook door de provincie aangewezen beschermingsgebieden vallen onder locaties met bijzondere omstandigheden voor grondverzet. In de gemeente Nieuwegein liggen de volgende beschermingsgebieden: grondwaterwin- en beschermingsgebied, aardkundige en archeologisch waardevolle gebieden, Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS)-gebieden. 2.9 Vaststellen bodemkwaliteitskaart Met de bodemkwaliteitskaart heeft de gemeente een goed instrument in handen voor het toepassen van grond. De gemeente Nieuwegein is bevoegd gezag inzake het Besluit bodemkwaliteit. De gemeente maakt vooralsnog geen gebruik van de mogelijkheid om gebiedsspecifiek beleid op te stellen. In een generiek kader wordt alleen de bodemkwaliteitskaart en de bodemfunctieklassenkaart vastgesteld middels een besluit van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente waarop de procedure uit de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, Afdeling 3.4 (Art. 3:10). 2.10 Overgangsregeling Besluit bodemkwaliteit De gemeente maakt gebruik van de overgangsregeling uit de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten [3], beschreven in hoofdstuk 5 van het Besluit bodemkwaliteit [4], waarbij bodemkwaliteitskaarten opgesteld mogen worden op basis van het standaard NEN5740 stoffenpakket dat tot 1 juli 2008 gebruikt werd. Dit houdt in dat deze bodemkwaliteitskaart (met uitzondering van zone 1 en de diepere ondergrond) uiterlijk op 30 juni 2011 geactualiseerd moet worden voor minimaal de nieuwe stoffen in het standaard NEN5740 stoffenpakket (barium, kobalt, molybdeen en PCB s) dat per 1 juli 2008 in werking is getreden. Versiedatum: 18 juni 2009 15 CSO projectcode: 08K227

3 Conclusies CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. heeft in opdracht van de Gemeente Nieuwegein de bodemkwaliteitskaart opgesteld van het gemeentelijke grondgebied. In de bodemkwaliteitskaart zijn op basis van historie, gebruik en bodemkwaliteit in totaal 15 bodemkwaliteitszones onderscheiden. In de bovengrond (0,0-0,5 m-mv) en ondergrond (0,5-2,0 m-mv): Zone 1: Zuilenstein, Batau Noord, Batau Zuid, Blokhoeve, Doorslag, Oudegein, Fokkesteeg, Hoog Zandveld, Stadscentrum, 't Klooster, Lekboulevard, Galecop, Huis de Geer Noord, Galecopperzoom, Merwestein. Zone 2/7: Jutphaas Wijkersloot, Jutphaas Lintbebouwing. Zone 3: Vreeswijk. Zone 4: Plettenburg West. Zone 5: De Wiers. Zone 6: Liesbosch, Laagraven. Zone 8: Plettenburg Oost + De Wiers. In de diepere ondergrond (2,0-4,0 m-mv) Zone Nieuwegein. De volgende gebieden zijn uitgezonderd van de bodemkwaliteitskaart: De Rijkswegen A2/A27. Trambaan. Oudegein oude nederzetting. Terrein Waternet. Uiterwaarden. Terrein Henkel. Oude bedrijfsterreinen Plettenburg en Herenstraat/Kruyderlaan/Hildo Kropstraat. Moestuincomplex Vreeswijk. Natuurgebied Hoge Landen. Voormalig Liesboschterrein en gedempte Liesboschhaven. Locaties met of die verdacht zijn van een sterke bodemverontreiniging. Gesaneerde locaties in het kader van de Wet Bodembescherming. Het grondwater en de waterbodems. De zones zijn vastgesteld voor de stoffen arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel, zink, PAK, EOX en minerale olie. De zones 1 (bodemlaag 0,0 2,0 m-mv) en Nieuwegein (diepere ondergrond-2,0-4,0 m-mv) zijn ook vastgesteld voor de stoffen barium, kobalt, molybdeen en som PCB. Op de ontgravingskaart (kaartbijlagen 8A, 8B en 8C) zijn de kwaliteitsgegevens weergegeven van de te ontgraven boven- en ondergrond. Op de toepassingskaarten voor de boven- en ondergrond (kaartbijlagen 9A, 9B en 9C) zijn de toepassingseisen gegeven die gelden voor een gebied als een partij grond wordt toegepast. In tabel 3.1 is een totaaloverzicht gegeven. Versiedatum: 18 juni 2009 16 CSO projectcode: 08K227

Tabel 3.1. Totaaloverzicht bodemkwaliteitszones, bodemfunctieklassen, bodemkwaliteitsklassen, toepassingeisen en controlestoffen saneringscriterium Bodemkwaliteitszone m-mv Klasse klasse Diepte Bodemfunctie Bodemkwaliteits Controle saner- Toepassingseis ingscriterium Zone 1 Zone 2/7 Zone 3 Zone 4 Zone 5 Zone 6 Zone 8 0-0,5 0,5-2 Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur - Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur - Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur - Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur - 0-0,5 Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur - 0,5-2 Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur - 0-0,5 Wonen Wonen Wonen - 0,5-2 Wonen Wonen Wonen - 0-0,5 Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur - 0,5-2 Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur - 0-0,5 0,5-2 Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur - Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur - Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur - Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur - 0-0,5 Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur - 0,5-2 Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur - 0-0,5 0,5-2 Zone Nieuwegein 2,0-4,0 Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur - Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur - Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur - Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur - Niet ingedeeld Landbouw/natuur Landbouw/natuur - Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur - Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur - Versiedatum: 18 juni 2009 17 CSO projectcode: 08K227

Literatuur 1 Bodemkwaliteitskaart gemeente Nieuwegein, CSO Adviesbureau, projectcode 03.K051.00, 2004 2 Bodembeheerplan gemeente Nieuwegein, CSO Adviesbureau, projectcode 03.K051.00, 2004 3 Richtlijn bodemkwaliteitskaarten, Ministerie van VROM, Ministerie van Verkeer en waterstaat, 3 september 2007. 4 Besluit bodemkwaliteit, publicatie Staatscourant 3 december 2007 5 Handreiking Achtergrondgehalten. Begeleidingscommissie actief bodembeheer, TNO MEP- R98/283.IPO/TNO, 1998. 6 Regeling bodemkwaliteit, publicatie Staatscourant 20 december 2007 Opgesteld door: Dhr. H. Kuiphof Adviseur Ruimte, Water en Milieu Akkoord bevonden door: Dhr. J.S. Spronk Senior adviseur Ruimte, Water en Milieu Versiedatum: 18 juni 2009 18 CSO projectcode: 08K227

Bijlage 1: Begrippenlijst Bagger(specie) Mengsel van minerale bestanddelen, organische stof en water dat vrijkomt bij het baggeren van (delen van) de waterbodem. In verschillende juridische regelingen worden verschillende definities voor baggerspecie gehanteerd. Bodemkwaliteit De bodemkwaliteit in een bepaald gebied is de verdeling van gehalten in een gebied. Deze verdeling kan worden gekwantificeerd door statistische parameters (gemiddelde, percentielwaarden). Frequentieverdeling 140 50-perc Aantal w aarnemingen 120 100 80 60 40 20 gemiddelde 95-perc 0 Gehalten (mg/kg) Bodemkwaliteitskaart Kaart waarop zones met gelijke gebiedseigen chemische bodemkwaliteit staan aangegeven. Bodemkwaliteitsklasse In het Besluit bodemkwaliteit worden bodemkwaliteitszones afhankelijk van de gemiddelde kwaliteit ingedeeld in één van de drie onderscheiden bodemkwaliteitsklassen: Klasse landbouw/natuur Klasse wonen Klasse industrie Bodemkwaliteitszone Deel van een beheergebied waarvoor geldt dat er sprake is een zelfde gebiedseigen bodemkwaliteit, waarbij zowel de verwachtingswaarde als de mate van variabiliteit van belang zijn. De spreiding van gehalten binnen een bodemkwaliteitszone is relatief laag. Een bodemkwaliteitszone is in drie richtingen begrensd: X, Y en Z (dus ook diepte). Bijzondere omstandigheden Voor een binnen een bodemkwaliteitszone liggend gebied geldt dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, indien er voor dat gebied een afwijkende verwachtingswaarde geldt ten opzichte van de verwachtingswaarde van de betreffende bodemkwaliteitszone. Te denken valt aan verdachte locaties, onderzochte locaties, locaties waar een sanering heeft plaatsgevonden, e.d. CSO projectcode: 08K227

Ook beschermde gebieden zoals bijvoorbeeld voor de ecologie, archeologie, aardkundige waarden, cultuurhistorie vallen onder de bijzondere omstandigheden. Deelgebied Deel van een beheergebied waarvoor geldt dat dit op eenduidige wijze kan worden gekarakteriseerd door middel van de voor het beheergebied geldende onderscheidende kenmerken. In tegenstelling tot de bodemkwaliteitszone is er voor het deelgebied nog geen toetsing uitgevoerd of het daadwerkelijk een bodemkwaliteitszone is. Grond Het geheel van bestanddelen van de aardbodem van natuurlijke oorsprong, dat wil zeggen een mengsel van gesteente en mineraalfragmenten vermengd met organische stof, niet ontstaan door menselijk handelen, dat door ontgraven is vrijgekomen uit de bodem. Onder dit begrip vallen onder andere: zand, veen, klei en löss. Ook verontreinigde grond die is gereinigd en ontwaterde of gerijpte baggerspecie worden als grond beschouwd. Grond die is vermengd met bodemvreemd materiaal kan, afhankelijk van de per situatie toelaatbare hoeveelheid, eveneens als grond worden gedefinieerd. Uitgangspunt hierbij is dat de fysische kwaliteit van de bodem, uitgedrukt in bodemvreemd materiaal, niet mag verslechteren. Interventiewaarde Wanneer een gemeten gehalte hoger is dan de interventiewaarde wordt gesproken over een sterke verontreiniging of sterk verhoogd gehalte. De interventiewaarden zijn vastgelegd in de Circulaire bodemsanering 2009, in werking getreden op 1 april 2009 (Staatscourant 2009, 67). Nota bodembeheer Document behorende bij de bodemkwaliteitskaart waarin de volgende aspecten aan de orde komen: één of meerdere kaarten met de begrenzing van het bodembeheergebied en de bodemfuncties een (water)bodemkwaliteitskaart een toelichting op de maatschappelijke opgave en het grondverzet en de verwachte ruimtelijke ontwikkelingen in de toekomst de Lokale Maximale Waarden, inclusief motivatie en de resultaten van de risicotoolbox (indien van toepassing) de maximale gewichtspercentage bodemvreemd materiaal inclusief onderbouwing en motivatie Daarnaast kan in een Nota bodembeheer aandacht worden besteedt aan duurzaam bodembeheer of de (diepere) ondergrond. Onderscheidende gebiedskenmerken Kenmerken waarvan verwacht wordt dat deze een verband vertonen met de bodemkwaliteit. Bijvoorbeeld: bodemtype, geomorfologie, landgebruik, historie, huidig gebruik. Percentiel/percentielwaarde Waarde waar beneden een bepaald percentage van de waarnemingen gelegen is. Bijvoorbeeld 90-percentiel: 90% van de waarnemingen ligt beneden deze waarde. Toetsingswaarden Besluit bodemkwaliteit Om een bodemkwaliteitszone in te delen in een bodemkwaliteitsklasse moet een toetsing plaatsvinden aan de gestelde normen uit het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit. Voor het toepassen van grond of baggerspecie op of in de bodem en voor het verspreiden van baggerspecie over het aangrenzende perceel zijn dit (voor standaardbodem in mg/kg ds): CSO projectcode: 08K227

Stof Maximale waarden landbouw/natuur (achtergrondwaarden) Maximale waarden wonen Maximale waarden industrie Arseen 20 27 76 Barium - - - Cadmium 0,60 1,2 4,3 Chroom 55 62 180 Koper 40 54 190 Kwik 0,15 0,83 4,8 Lood 50 210 530 Molybdeen 1,5 88 150 Nikkel 35 39 100 Zink 140 200 720 Som PAK 1,5 6,8 40 Som PCB s 0,02 0,02 0,5 EOX - - - Minerale olie 190 190 500 Uitbijter Waarnemingen in het gegevensbestand die niet voldoen aan het patroon dat door de andere waarnemingen is gevestigd. De verhoogde gehalten zijn het gevolg van duidelijk aantoonbare menselijke activiteiten: puntverontreinigingen, verdachte locaties, typfouten Variabiliteit Mate waarin de gehalten binnen een bodemkwaliteitszone varieert. Variatiecoëfficiënt Maat voor de spreiding in gehalten (standaarddeviatie gedeeld door het gemiddelde) CSO projectcode: 08K227

Bijlage 2: Uitzonderingspositie EOX Hieronder wordt in het kort besproken waarom EOX een uitzonderingspositie heeft bij de totstandkoming van de bodemkwaliteitskaart: EOX EOX maakte onderdeel uit van het oude standaard NEN-stoffenpakket. Sinds 1 juli 2008 maakt EOX hier echter geen deel meer van uit. Ook in de toetsingsmethodiek van het Besluit bodemkwaliteit is EOX niet meer opgenomen Daarom is EOX buiten beschouwing gelaten bij het opstellen van de bodemkwaliteitskaart. CSO projectcode: 08K227

Bijlage 3: Overzicht uitbijters Locatie WBB Monsternr Bovenkant Onderkant Reden Gehalte Toelichting Bodemkwaliteitskaart 2009, veldwerk 2 0,80 2,00 Olie 820,000 Er is geen bron voor de olieverontreiniging aan te wijzen, behalve mogelijke lekkage van een geparkeerde auto. Oliegehalte kan uit dataset verwijderd worden Binnenstad Ja 1+3+4 1,00 1,50 Alle stoffen - Geen gebiedseigen grond Oosterstraat 1-38 C92 0,50 0,70 PAK 120,000 Niet repersentatief Oosterstraat 1-38 O283+O281 0,60 1,10 PAK 110,000 Niet repersentatief Oosterstraat 1-38 92+91 0,50 1,00 PAK 100,000 Niet repersentatief CSO projectcode: 08K227

Bijlage 4A: Statistische parameters per bodemkwaliteitszone Bovengrond CSO projectcode: 08K227

Ondergrond CSO projectcode: 08K227

Diepere ondergrond CSO projectcode: 08K227

Bijlage 4B: Beoordeling bodemkwaliteitszones in bodemkwaliteitsklassen CSO projectcode: 08K227