Bemerkingen VVVS op voorstel report KCE "ORGANISATION AND PAYMENT OF EMERGENCY CARE SERVICES IN BELGIUM: CURRENT SITUATION AND OPTIONS FOR REFORM"

Vergelijkbare documenten
Huisartsenwachtdienst Verplichting van de wachtarts om zich te verplaatsen

HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen.

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

BS Gewijzigd door: MB (BS ) HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

A. Raadplegingen, bezoeken en adviezen van huisartsen en geneesheren-specialisten, psychotherapieën en andere verstrekkingen

30 MEI Koninklijk besluit betreffende de planning van het medisch aanbod.

K.B In werking B.S

Coordinatie--ZIV--KB uitvoering-art-36-ZIV-wet.doc

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

K.B In werking B.S

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Intensieve-zorg--BIJZONDERE-CRITERIA--MB doc

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

ALGEMENE ZIEKENHUIZEN: internistisch zorgtraject, check 2

Aanvraag tot erkenning als ziekenhuisdienst voor de opleiding van huisartsen

K.B In werking B.S

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

REANIMATIE Art. 13 pag. 1 officieuze coördinatie. AFDELING 4. - Reanimatie.

Dokter van wacht nodig?

Huisartsenwachtdienst Verplichting van de wachtarts om zich te verplaatsen

ALGEMENE ZIEKENHUIZEN:

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Art de eerste vijf dagen, per dag... C door een geaccrediteerde geneesheer, de eerste vijf dagen, per dag C 12 + Q 30

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

K.B In werking B.S

ALGEMENE ZIEKENHUIZEN: Tweede ronde internistisch en chirurgisch zorgtraject, check 2

RAADPLEGINGEN, BEZOEKEN EN ADVIEZEN, PSYCHOTHERAPIEEN EN ANDERE VERSTREKKINGEN officieuze coördinatie Art. 2 pag. 1

Art de eerste vijf dagen, per dag... C door een geaccrediteerde geneesheer, de eerste vijf dagen, per dag C 12 + Q 30

Burnout bij huisartsen preventie en aanpak

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

K.B In werking B.S

15 september Antwoord van de minister, 30 november 2015 : Het Geachte Lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.

ALGEMENE ZIEKENHUIZEN: internistisch zorgtraject, check 2

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE-EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging TECHNISCHE GENEESKUNDIGE RAAD

Afspraken omtrent overdracht medische verantwoordelijkheid na ontslag uit het ziekenhuis

ALGEMENE ZIEKENHUIZEN: Tweede ronde internistisch en chirurgisch zorgtraject, check 2

PERSBERICHT. Nieuw akkoord medico-mut

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Master of Medicine in de specialistische geneeskunde 120 studiepunten

Het project /03/2014. Situering van het project. Situering van het project 18/03/2014

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

KB 15/12/2008 BS 23/12/2008 in voege vanaf 02/02/2009 (blz. 12) KB 27/01/2012 BS 28/02/2012 in voege vanaf 09/03/2012 (blz. 6)

Statistiques Médecins - Artsen Statistieken 19/3/2018 (eindtabel akkoord )

HOOFDSTUK II. - Functionele normen Art

FAQ - ATTRACTIVITEITSPLAN VOOR HET VERPLEEGKUNDIG BEROEP IN DE ZIEKENHUIZEN

Dr. Stefan Teughels Voorzitter WP Vlaanderen

Visienota VVVS Het is belangrijk de taakafbakening van een Spoedgevallendienst duidelijk te omschrijven:

RijksInstituut voor Ziekte- en InvaliditeitsVerzekering (RIZIV) Bulletin der Aanbestedingen Nr 220 van 4 september 2012 Publicatie nr.

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Praktische problemen en het niveau van oplossing

Hoofdstuk I. Inwendige geneeskunde

K.B In werking B.S

FAQ - ATTRACTIVITEITSPLAN VOOR HET VERPLEEGKUNDIG BEROEP IN DE ZIEKENHUIZEN

HOOFDSTUK I. BEGRIPSOMSCHRIJVING. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder :

Feedback van het jaarlijks kadaster «Jaarlijkse ziekenhuisstatistieken» Gegevens 2012

INSTANTIES EN WETGEVING

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--kindergeneeskunde--bijzondere-criteria--MB doc

ALGEMENE ZIEKENHUIZEN: internistisch zorgtraject, check 2

BIJKOMEND HONORARIUM DRINGENDE TECHNISCHE VERSTREKKINGEN officieuze coördinatie Art. 26 pag. 1

ALGEMENE ZIEKENHUIZEN: Tweede ronde internistisch en chirurgisch zorgtraject, check 2

Welkom in het inwendig/oncologisch daghospitaal. Patiënteninformatie

Dringende Geneeskundige Hulpverlening - Hulpcentrum 112

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

HOOFDSTUK II. RAADPLEGINGEN, BEZOEKEN EN ADVIEZEN, PSYCHOTHERAPIEEN EN ANDERE VERSTREKKINGEN.

Tariefonderzoek: wat betaalt u bij de specialist? Vragen en antwoorden

K.B B.S Erratum B.S In werking

K.B B.S In werking

Artikel 25 (Toezicht op de in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden)

Het statuut van de ASO en rol werkgever / opleider

K.B (2X) B.S In werking

WETGEVING DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING 100 SYSTEEM. Dr. Koen Bronselaer. Dienst Urgentiegeneeskunde Universitaire Ziekenhuizen K. U.

De LEIFarts (en médecin EOL) is de Belgische SCENarts

Knelpuntspecialismen in de geneeskunde

K.B In werking B.S

Once Upon A Time in de Kempen

[Artikel 1. K.B. van 10 augustus 1998, art. 2 (inw. 1 januari 1999) (B.S ) - Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

K.B In werking B.S

BIJZONDERE BEROEPSTITELS EN BIJZONDERE BEROEPSBEKWAAMHEDEN VOOR DE BEOEFENAARS VAN DE VERPLEEGKUNDE.

RIZIV Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering

INTERPRETATIEREGEL 2 VRAAG

K.B B.S K.B B.S (2x) In werking

MP: OVERMACHT. MP Overmacht _final Hulpcentrum 112/100 Oost-Vlaanderen Medische Directie T

Artikel 25. Interpretatieregel 01 VRAAG

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Enquête Patiëntentevredenheid Spoedgevallen

25 APRIL Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen

Nieuwe interpretatieregel 22 in voege sinds 01/11/2014

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Artikel 2 Interpretatieregel 05 B.S In werking Artikel 2

12 20*02= Heroriëntatie van de carrière ALGEMENE GENEESKUNDIGEN: 09/

Richtlijnen Palliatieve en Supportieve zorg

ALGEMENE ZIEKENHUIZEN: INTERNISTISCH ZORGTRAJECT

RAADPLEGINGEN, BEZOEKEN EN ADVIEZEN, PSYCHOTHERAPIEEN EN ANDERE VERSTREKKINGEN officieuze coördinatie Art. 2 pag. 1.

Structuur van de palliatieve zorg in Vlaanderen.

Advies N 2. B. Raadplegingen in de spreekkamer Raadpleging in de spreekkamer door een huisarts op basis van verworven rechten N 6

ACTIVITEITENRAPPORT PATHOLOGISCHE ANATOMIE 2018

Algemene Ziekenhuizen: internistisch zorgtraject

Transcriptie:

Bemerkingen VVVS op voorstel report KCE "ORGANISATION AND PAYMENT OF EMERGENCY CARE SERVICES IN BELGIUM: CURRENT SITUATION AND OPTIONS FOR REFORM" Door Lauwaert Voorzitter VVVS 1. Vertaling titel De vertaling van het rapport 'Organisatie en financiering van spoeddiensten in België: huidige situatie en opties voor hervorming' komt niet overeen met de Engelstalige titel. Emergency care services zijn geen spoeddiensten maar diensten die ingeschakeld zijn in de keten van de Spoedgevallenzorg. 2. Tekorten in de bespreking Naast de huisartsen en huisartsenwachtdiensten, de HC 112, de Spoedgevallendiensten komt het dringend ziekenwagenvervoer in het kader van de 100-wetgeving niet aan bod. Ook het dringend interhospitaaltransport wordt eveneens niet besproken en maakt ook deel uit van de keten. Het helitransport in het kader van de 100 wordt eveneens niet besproken. De inschakeling van de Spoedgevallendiensten en de daarbij horende kosten - financiering in de federale, gewestelijke, provinciale en gemeentelijke rampenplanning wordt eveneens niet besproken. Er werden nog andere factoren mbt de Spoedgevallendiensten niet besproken: - PIT-financiering - financiering eigen ziekenwagens dringend en niet-dringend vervoer - financiering interne MUG - financiering SPGD BLS-opleiding ziekenhuis - 3. Pag 12 laatste zin Triage Er wordt beweerd dat Triage op verschillende plaatsen kan plaatsvinden zoals bijvoorbeeld in een callcenter,.. Binnen de Belgische situatie is dit zeker niet het geval. Mag ik wijzen op de onderstaande adviezen van de Nationale Raad van de Orde der Geneesheren: Advies van de Nationale Raad van 6 december 2008: Telefonische triage. Telefonische triage, zelfs door goed opgeleid niet-medisch personeel, biedt noch een wettelijke noch een deontologische oplossing voor de strikte afwijzing door een derde van 1

de zorgvraag van een patiënt die expliciet een huisbezoek aanvraagt tijdens de wachtdienst, omwille van het feit dat de patiënt geacht wordt zich zelf te kunnen verplaatsen. Zoals door het Syndicaat van Vlaamse Huisartsen zelf gesteld, blijft dergelijke triage via de telefoon én door een niet-medicus een inschatting van de situatie van de patiënt, maar wél onder de eindverantwoordelijkheid van een arts, i.c. de huisarts van wacht. Advies van de Nationale Raad : In zijn vergadering van 29 oktober 2011 besprak de Nationale Raad uw vraag betreffende een project van reorganisatie van huisartsenwachtdienst Bij het voorgestelde triagesysteem wordt de zorgvraag tussen 22.00 uur en 08.00 uur telefonisch ontvangen en ook beoordeeld - naar ernst en uitvoering - door een "derde" op de spoeddienst van het ziekenhuis (...): die beslist over een eventuele verplaatsing van de huisarts van wacht, in voorkomend geval het uitstellen van een interventie van de huisarts van wacht tot de volgende morgen (na 08.00 uur) wanneer die wachtdienst' (cf. 2 ) opnieuw operationeel' wordt. De Nationale Raad maakt een ernstig voorbehoud tegen elk model van uitstellen van zorgverlening tijdens de wachtdienst, louter gebaseerd op een telefonische appreciatie. Dit volgt uit de gekende problematiek van het telefonisch inschatten van een medisch probleem zonder onderzoek (telefonisch consult/advies), zelfs als het een arts is. Er is voldoende jurisprudentie van veroordelingen van (huis)artsen in het kader van artikel 422bis SW. voor het niet voldoende of onzorgvuldig optreden bij zorgvragen. In elk geval mag een (huis)arts - zeker als die van dienst is tijdens een wachtdienst - zich niet in de onmogelijkheid plaatsen om de ernst van een gevaar te kunnen inschatten, omdat bij de hulpverlening deskundigheid hierbij een belangrijke factor is. De arts mag zich niet tevreden stellen met een beschrijving van de toestand door diegene die zijn hulp inroept (zelfs niet via een collega); de arts moet integendeel "actief" informatie inwinnen, en moet zich zo een nauwkeurig oordeel vormen van de situatie. Er wordt verwacht dat de arts zich exact op de hoogte stelt en dat hij zich bij twijfel (o.a. telefonische oproepen met onduidelijkheid) ter plaatse begeeft. Bij de werking van de wachtdienst - en in het kader van het artikel 422bis - speelt het onderscheid tussen hulp "verlenen" (venir en aide) en hulp "verschaffen" (procurer une aide) : de eerste is de plicht om zelf te handelen, het tweede om hulp in te roepen van een ander en dit dan nog nadat men zelf eerst hulp heeft verleend. 4. Pag 13 1.2.2 Scope of the study Input factors emergency department use Er wordt verwezen naar de 'access block'. Hieromtrent wordt er niet gerefereerd naar het doctoraat van Christien van der Linden 'EMERGENCY DEPARTMENT CROWDING, 2

FACTORS INFLUENCING FLOW' (2015) 5. Pag 15 Figure 1 De weergegeven figuur is niet de correcte. Zie hieronder de correcte met de correcte referentie (is niet 173-80 maar 173-180). Asplin BR, Magid DJ, Rhodes KV, Solberg LI, Lurie N, Camargo CA, Jr. A conceptual model of emergency department crowding. Ann Emerg Med 2003; 42:173-180. 6. Pag 18 laaste zin De referentie moet 26 zijn en niet 27. 7. Pag 19 1 ste alinea De referentie moet 26 zijn en niet 27. 8. Pag 19 voorlaatste alinea Er wordt beweerd dat de functies gespecialiseerde Spoedgevallenzorg niet altijd beschikken over de nodige expertise of infrastructuur om complexe gevallen op te kunnen vangen. Op wat is deze stelling gebaseerd? 9. Pag 42 ED visits by patients. De oorzaak van overcrowding is niet het 'inappropriate use of the ED'. Dit is voldoende wetenschappelijk bewezen. Zie ook doctoraat van Christien van der Linden 'EMERGENCY DEPARTMENT CROWDING, FACTORS INFLUENCING FLOW' (2015) 10. Pag 43 3.4.1 Programming. Er wordt nergens verwezen in de staffing nursing levels naar de correlatie van de 3

Jones Dependency Tool en aantal noodzakelijke verpleegkundigen op de SPGD (zie BEST Tool van de Royal college of Nursing, UK). 11. Pag 52 laatste key point Zie nr 9. 12. pag 57 4.1.2 In de eerste alinea staat foutief vermeld dat in 2007 een bonus werd voorzien voor verpleegkundigen met BBT. Dit is foutief. In 1996 verscheen het KB mbt de BBT's. In 2010 verscheen het attraktiviteitsplan van minister Onkelinx waarin voor het eerst een bonus werd voorzien voor de verpleegkundigen met BBT en BBK. Dit ging voor de 1 ste maal door in september 2010. 13. Pag 60 1 ste alinea Er zijn veel recentere data beschikbaar betreffende nursing staff levels in België. In het tijdschrift Spoedgevallen 2013 nr 4 wordt gerefereerd naar gegevens verkregen FOD 2011. Ook het college kwaliteit Urgentiegeneeskunde beschrijft in zijn rapporten veel recentere gegevens. 14. Pag 60 Laatste alinea Hier wordt verwezen naar een studie die nog niet werd gepubliceerd maar wel de eerste resultaten van de gegevensverwerking werden voorgesteld op een algemene vergadering van de European Society for Emergency Nursing (EuSEN). Het is verkeerd om dit te citeren. Dit wetenschappelijk werk is uitgevoerd in opdracht van de VVVS en in samenwerking met UA en maakt deel uit van een doctoraat. De publicatie van de resultaten moet nog gebeuren. Er wordt op verschillende malen nog gerefereerd naar dit werk. 15. Pag 131 laatste alinea Hier wordt verwezen naar de studie (zie nummer 14) en er wordt beweerd dat de studie werkt gebruikt om de patientengroepen te selecteren en het gewicht van deze groepen. Dit is volledig foutieve informatie. De selectie van de patientengroepen en het gewicht van deze patiënten werd bepaald via experten (hoofdverpleegkundigen van Spoedgevallendiensten) binnen de werkgroep B2. Dit heeft dus helemaal niets te maken met de geciteerde studie. 16. Pag 148 8.3.1 Het collega kwaliteit werd niet geïnstalleerd door het BECEP maar is wel opgericht via het KB dd 15.02.1999. 17. Pag 149 3 de alinea 4

Opnieuw wordt de studie van S. Jordache verkeerdelijk gebruikt en verkeerdelijk geciteerd. 18. Pag 154 1 ste alinea Er wordt foutief beweerd dat de C-honoraria niet mogen aangerekend worden wanneer de door de urgentiearts bijgeroepen arts de patient ziet op de SPGD. Hieronder staat immers de juiste versie van de wet: C-honoraria Betreft verstrekkingen voor onderzoek in de lokalen van een erkende functie gespecialiseerde spoedgevallenzorg door een geneesheer-specialist bijgeroepen door een geneesheer die er de permanentie verzekert. - inwendige / cardiologie / gastro-enterologie / pneumologie / reumatologie / pediatrie / medische oncologie / geriatrie (geaccrediteerd ja/neen) - neurologie / psychiatrie / neuropsychiatrie (geaccrediteerd ja/neen) - Andere (geaccrediteerd ja/neen) 6 verstrekkingen - codenummer 590870 590892, 590914, 590951, 590973 of 590995 5