Natuurwaardenonderzoek Sloterdijk III

Vergelijkbare documenten
Natuurtoets Westhaven en Alfadriehoek

Natuurwaardenonderzoek bestemmingsplan Buiksloterweg

Quick scan Flora- en faunawet Ronetteterrein

Quickscan flora en fauna voor bestemmingsplan Oostpoort Februari 2014

Natuurwaardenonderzoek Mosveld

Natuurwaardenonderzoek Bestemmingsplangebied Ravel

Natuurwaardenonderzoek bestemmingsplan Beethoven

Natuurtoets Water Binnenstad

Natuurtoets Amstelstation

Natuurtoets Bos en Lommer Noord

Natuurtoets Bestemmingsplan Wiener

Concept Natuurwaardenonderzoek Wellnesscentrum Sportdriehoek

Natuurwaardenonderzoek Centrumeiland IJburg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Natuurtoets Tugelawegblokken

Onderzoek flora en fauna

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Natuurwaardenonderzoek bestemmingsplan Elzenhagen

Natuurtoets Amstel businesspark Zuid

Concept Natuurwaardenonderzoek Plangebied Rechtbank Zuidas

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Onderzoek flora en fauna

Natuurwaardenonderzoek bestemmingsplangebied Rhijnspoorplein uitgebreid voor BREEAM-kwalificatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Natuurtoets Kop Zuidas

Bijlage 1 Natuurtoets

Milieueffectrapportage Music Dome Amsterdam Zuidoost

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Bureauonderzoek Flora en fauna

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Notitie. 1 Aanleiding

Ruimte en Duurzaamheid A. Blokker Mei Quickscan natuur Projectgebied Sloterdijk 1 Zuid

Onderzoek flora en fauna

Natuurwaardenonderzoek Overtoomse veld

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Natuurwaardenonderzoek bestemmingsplan Buitenveldert 2013

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

BIJLAGE 1. Quickscan ecologie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan

Bureauonderzoek flora en fauna

Natuurtoets MCS. Planteam Groen, Recreatie en Water

Nieuwe bedrijfslocaties

Notitie. 1 Inleiding. 1.2 Plangebied Het plangebied omvat de percelen op Straatweg 77 en Statenlaan 2 te Rotterdam (figuur 1 en 2).

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

:Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk

Conform uw opdracht hebben wij een veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de weilanden en kassen gelegen achter Zwaagdijk-Oost 189.

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Verkennend natuurwaardenonderzoek

Natuurtoets 't Zand Toetsing aan de wet- en regelgeving voor natuur Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 17 november , revisie --

Notitie flora en fauna

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Adviesnota. Figuur 1: de geprojecteerde locatie van het Noordgebouw is aangegeven middels de gele lijn. Bron: POS plankaart 2010.

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

Bijlage 1 Wettelijk kader

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Toets flora en fauna Molenstraat 59c te Gemert

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH

Samenvatting quickscan natuurtoets

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit de kom Bleiswijk met bebouwing, tuinen, groenstroken, laanbeplanting en watergangen.

Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

Quickscan samenvatting natuurtoets Westpolder/Bolwerk, deelplan 5 bouwstroom F1 en G, Berkel en Rodenrijs.

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

18 februari Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen

QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING VOOR HET PROJECT NIEUWBOUW MORTIERE MIDDELBURG, FASE 4c3 QUICKSCAN

Quickscan flora en fauna

Natuurtoets Jeruzalem

Quickscan natuuronderzoek Dwarsdijk

Natuurtoets omgevingsvergunning bouw woning Horsterweg 217 Ermelo

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Transcriptie:

Natuurwaardenonderzoek Sloterdijk III Beleidsteam Stad Februari 2012

Inhoud 1. Samenvatting en conclusies... 3 2. Inleiding... 4 3. Kaders... 5 4. Beschrijving van het gebied en inventarisatie... 6 5. Ingrepen en analyse van de effecten op flora en fauna... 9 6. Consequenties natuurwetgeving en ontheffing Flora- en faunawet... 9 7. Conclusies en aanbevelingen... 10

1. Samenvatting en conclusies Voor het plangebied Sloterdijk III wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Het plan is conserverend van karakter. In dit natuurwaardenonderzoek is nagegaan of er vanuit de natuurwetgeving consequenties zijn voor het plan. Voor dit gebied gaat het vooral om soortbescherming of te wel de Flora- en faunawet. Er zijn in de nabijheid geen Natura2000-gebieden, waarop een negatief effect te verwachten valt. In het plangebied komen wel een aantal beschermde soorten voor. Voor de meeste soorten geldt een vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkelingen. Voor de broedvogels die in het plangebied voorkomen geldt dat de nesten tijdens de broedperiode beschermd zijn en daarbuiten niet. Bij werkzaamheden dienen de nesten van vogels ontzien te worden. Dat kan goed door de planning van de werkzaamheden op aanwezige broedvogels aan te passen. De laatste jaren is er geen voortplanting van rugstreeppadden in het bestemmingsplangebied waargenomen, daarvoor wel. De kans is echter reëel dat de rugstreeppad bij werkzaamheden wordt aangetroffen. Haven Amsterdam heeft voor de rugstreeppad een generieke ontheffing. Aan deze ontheffing zijn voorwaarden verbonden. De generieke ontheffing geldt ook voor een aantal orchideesoorten. Braakliggend terrein Natuurtoets Sloterdijk III 2012 3

2. Inleiding Het project Het bestemmingsplan voor het bestemmingsplangebied is overwegend conserverend van karakter, slechts kleine wijzigingen worden mogelijk gemaakt. Er zijn nog veel braakliggende kavels in het plangebied. Het bestemmingsplan maakt ontwikkeling van deze kavels mogelijk. In deze natuurtoets wordt onderzocht welke consequenties er vanuit de natuurwetgeving kunnen zijn voor het bestemmingsplan. Werkwijze Deze toets behandelt eerst de wettelijke en beleidskaders. Daarna volgt een beschrijving van het gebied en de soorten die er voorkomen dan wel verwacht kunnen worden. Vervolgens worden de mogelijke effecten van ingrepen op de aanwezige soorten beschreven. Tenslotte wordt beoordeeld of er omstandigheden zijn, waarbij een ontheffingsaanvraag van de Flora- en faunawet aangevraagd moet worden. En onder welke voorwaarden een ontheffing naar alle waarschijnlijkheid verkregen kan worden. Op 31 augustus en 19 september 2011 is het plangebied bezocht. Eerder onderzoek Gegevens over het voorkomen van soorten worden sinds 1990 bijgehouden in de Ecologische Atlas Amsterdam. De grotere groengebieden zijn regelmatig geïnventariseerd, ook in de directe omgeving van de Gemeente Amsterdam. De soortgroepen waarvan de gegevens zijn bijgehouden zijn zoogdieren, broedvogels, reptielen, amfibieën, vissen, kreeftachtigen, dagvlinders, sprinkhanen, krekels en libellen. Locaties van roepende rugstreeppadden worden elk jaar in kaart gebracht. In 2004 en 2005 zijn alle kolonies huismussen in de openbare ruimte van Amsterdam geïnventariseerd. Haven Amsterdam laat al enkele jaren de spontane natuur in haar beheergebied monitoren. Recente presentaties van inventarisaties van beschermde soorten zijn te vinden op http://www.florafauna.amsterdam.nl. Begrenzing van het plangebied Het plangebied ligt in het haven- en industriegebied Westpoort van de gemeente Amsterdam. Het wordt begrensd door Zijkanaal F, de spoorlijn ten zuiden van de Aziëhavenweg, de spoorlijn Sloterdijk- Zaanstad en Daveren. Natuurtoets Sloterdijk III 2012 4

3. Kaders Wettelijke kaders Natuurbeschermingswet (1998) - Natura-2000 (gebiedsbescherming) Flora- en faunawet en gedragscode (soortbescherming) Beleidskaders Ecologische Hoofdstructuur (landelijk en provinciaal beleid) Hoofdgroenstructuur (Amsterdams beleid) Rode lijstsoorten (landelijk beleid) Gebiedsbescherming - Natuurbeschermingswet 1998: Natura 2000 Onder de Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet) zijn gebieden aangewezen die onderdeel uitmaken van de Europese ecologische hoofdstructuur, de Natura 2000 gebieden genaamd. Indien een ruimtelijke ontwikkeling plaatsvindt in of in de nabijheid van een Natura 2000 gebied moet worden onderzocht of de ontwikkeling de kwaliteit van het gebied kan verslechteren of verstoren. Indien het bestemmingsplan de kwaliteit van een Natura 2000 gebied kan verslechteren of verstoren dient er een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet te worden aangevraagd. In april 2002 is de Flora- en faunawet (Ffwet) van kracht geworden. Op grond van deze wet zijn vrijwel alle in het wild en van nature in Nederland voorkomende dieren, beschermd. De Ffwet bevat verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dieren plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rusten verblijfsplaatsen. Bij vrijwel alle ingrepen moet met door Flora- en faunawet beschermde soorten rekening worden gehouden. De beschermde soorten zijn met behulp van tabellen onderverdeeld in verschillende niveaus van bescherming. Voor het bestemmingsplan moet inzichtelijk worden gemaakt voor welke soorten er mogelijk ontheffing van de Flora- en faunawet moet worden aangevraagd en onder welke voorwaarden deze naar alle waarschijnlijkheid verkregen zal worden. Voor heel Nederland zijn natuurgebieden met verbindingszones vastgelegd. Dit noemen we de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een belangrijk middel om de hoofddoelstelling van het natuurbeleid te bereiken: natuur en landschap behouden, versterken en ontwikkelen, als essentiële bijdrage aan een leefbaar Nederland en een duurzame samenleving. De EHS moet er onder meer toe bijdragen dat afspraken over het behoud en het herstel van biodiversiteit worden nagekomen. Na realisatie is de structuur uiteindelijk grensoverschrijdend, zodat diersoorten zich vrij kunnen bewegen en vermengen over Europa. Bij kwantitatieve of kwalitatieve aantasting van de EHS dient gecompenseerd te worden volgens de in de Nota Ruimte vastgelegde regels. In de structuurvisie van Amsterdam 2040 (vastgesteld in 2011) is de hoofdgroenstructuur opgenomen. Voor functiewijzigingen, die buiten de vastgelegde kaders vallen moet advies worden gevraagd aan de Technische Advies Commissie Hoofdgroenstructuur. Eventuele wijzigingen kunnen aan de Gemeenteraad worden voorgelegd. Eens per tien jaar worden er Rode lijsten opgesteld. Hierop komen soorten die om verschillende redenen sterk in aantal achteruitgaan. Voor het Ministerie van LNV zijn de rode lijsten mede richtinggevend voor het te voeren natuurbeleid. Het Ministerie stimuleert dat bij bescherming en beheer van gebieden rekening wordt gehouden met de Rode-lijst-soorten, en dat zo nodig en zo mogelijk aanvullende soortgerichte maatregelen zullen worden genomen. Generieke ontheffing voor het Havengebied De Haven heeft 8 april 2008 een generieke ontheffing (FF/75C/2007/0441) gekregen voor de rugstreeppad, de bijenorchis, moeraswespenorchis en de rietorchis voor de bestemmingsplangebieden in Westpoort. Het plangebied valt hier geheel binnen. Deze ontheffing is vijf jaar geldig. Aan de ontheffing zijn voorwaarden verbonden. Nieuwe natuurwet Er is een nieuwe natuurwet aangekondigd. Naar verwachting zal deze in het voorjaar 2012 aan de Tweede kamer worden voorgelegd. In deze nieuwe wet worden Boswet, Natuurbeschermingswet en Flora- en faunawet samengevoegd. In het conceptvoorstel wordt de bescherming van niet-europees beschermde soorten verminderd. Natuurtoets Sloterdijk III 2012 5

4. Beschrijving van het gebied en inventarisatie Omgeving Het plangebied maakt deel uit van Westpoort, het havengebied van Amsterdam, het Noordzeekanaal loopt aan de noordzijde van het havengebied. Het terrein is in de jaren zestig opgespoten met zand. Vooral het westelijk deel van het havengebied heeft lang braak gelegen. Hier heeft zich uitgebreid spontane natuur kunnen ontwikkelen. Rugstreeppadden vonden hier een geschikte biotoop en orchideeën stonden er in grote aantallen. Aan de zuidkant van het plangebied ligt de Lange Bretten. Een natuurgebied, dat deel uitmaakt van de Brettenzone. Dit is een natte ecologische verbinding en onderdeel van de Groene AS. Het plangebied Poel rugstreeppad bij RWZI Poel rugstreeppad bij de Noordzeeweg Het plangebied kent nog veel braakliggend terrein. In 2011 ten tijde van het veldonderzoek vonden er werkzaamheden plaats aan de Westrandweg. Deze doorkruist het plangebied. In het midden van het plangebied zijn recentelijk grote woonwinkels en bouwmarkten met platte daken gebouwd: Praxis, Kwantum, Beter Bed, etc. Bij Tijnmuiden zijn er veel autobedrijven, verder kleine industrie/opslag bij in blokkendozen. Een aantal braakliggende percelen wordt volgebouwd, er zijn echter nog veel kavels niet in gebruik genomen. Op de braakliggende percelen staan bosjes met wilgenstruiken en duindoorn, veel teunisbloem. In het verlengde van de rioolwaterzuivering (aan de westkant) liggen een drietal rugstreeppadpoelen. Het water van de poelen is helder. Er liggen stortstenen omheen. Door de stenen groeien al bomen. Lisdodde is de dominante soort rond de poelen. De begroeiing rond de poelen wordt al te ruig voor de rugstreeppad. In de bocht bij de Noordzeeweg bevinden zich in een zijslootje poelen voor de rugstreeppad. Vanwege het ondiepe water en de zandige bodem is deze plek goed als voortplantingswater voor de rugstreeppad. Het westelijke deel van het plangebied is een bijna parkachtig, golvend landschap met groepjes bomen. De hogere delen zijn begroeid met duindoorn, wilg en braam, zoals in de duinen. De spoorlijn Sloterdijk-Zaanstad is, met sloot en breed talud, een leefgebied en een verbinding voor veel soorten. Het talud is ruig begroeid met onder andere struiken, zoals duindoorn en vlierbes. Dit geldt voor zowel de oost- als de westkant. Het Zijkanaal F is een doodlopend niet bevaren water. De oevers zijn begroeid met riet. In het plangebied staan twee rijen windmolens. Natuurtoets Sloterdijk III 2012 6

Ecologische verbinding De Lange Bretten, aan de zuidkant van het plangebied, is een belangrijke verbinding voor grondgebonden dieren. Ook de spoorbaan met taluds vormt een verbinding met het noordelijk deel van Westpoort. Hier langs kunnen grondgebonden dieren zich verplaatsen en rond het spoor zijn er goede schuilplaatsen. In het hele plangebied zijn ervoldoende plaatsen waar dieren (tijdelijk) dekking kunnen vinden. Grondgebonden dieren kunnen zich door heel Westpoort verplaatsen. Voor vissen is het gemaal bij de Wethouder Van Essenweg een barrière, een vistrap zou hier een belangrijke verbetering zijn. Inventarisatie: aangetroffen en verwachte soorten Zoogdieren Er zijn sporen van mol en konijn waargenomen. Bijvoorbeeld bij de Noordzeeweg bevinden zich diverse konijnenholen. Ook hazen zijn waargenomen. Vossen zwerven door heel Westpoort en zijn ook in het plangebied te verwachten. Verder zijn soorten als bos- en veldmuis te verwachten. Voor vleermuizen zijn er geen geschikte verblijfplaatsen in bebouwing. Foerageergebied is er alleen langs de spoorbaan en in de Lange Bretten. Amfibieën en vissen Voortplanting van Rugstreeppadden kwam een aantal jaren geleden uitgebreid voor in het plangebied. De laatste jaren (2008-2010) is geen voortplanting meer vastgesteld. De rugstreeppad is echter een soort die zich over grote afstand kan verplaatsen. Het is dus niet uitgesloten dat hij zich weer in het gebied gaat voortplanten. Op braakliggende kavels was in ieder geval geschikt voortplantingswater. Verder komen groene kikker en gewone pad in het gebied voor. Voor de voortplanting van rugstreeppadden ideale omstandigheden op een bouwkavel Broedvogels Op braakliggende kavels kunnen vogels als kleine plevier, kievit en tureluur. Deze vogels maken hun nest op de grond. In de ruigte van het talud van de spoorbaan zijn broedgevallen bekend van blauwborst, rietzanger en kneu. Flora Op de braakliggende kavels zijn orchideeën te verwachten. Natuurtoets Sloterdijk III 2012 7

Analyse Een groot deel van het plangebied ligt nog braak. De taluds van de spoorbaan vormen de belangrijkste ecologische verbinding. Grondgebonden soorten kunnen zich door het hele plangebied verplaatsen. Belangrijk leefgebied vinden zij in de Lange Bretten ten zuiden van het plangebied en in de brede taluds van de spoorbaan. De braakliggende kavels vormen een geschikt voortplantingsbiotoop voor rugstreeppadden. Alhoewel er de laatste jaren geen voortplanting meer in de poelen in het plangebied is vastgesteld is de kans reëel dat ze zich op braakliggende kavels vestigen. De kavels zijn geschikt als groeiplaats voor orchideeën. Duinlandschap Ruigte bij het spoor Natuurtoets Sloterdijk III 2012 8

5. Ingrepen en analyse van de effecten op flora en fauna Het plan Het bestemmingsplan is overwegend conserverend van karakter, nieuwe ontwikkeling worden niet mogelijk gemaakt. Braakliggende kavels kunnen bebouwd worden met voornamelijk bedrijfsbestemmingen. Verwachte effecten Bij ingebruikname van braakliggende kavels kan er een negatief effect optreden op de rugstreeppaddenpopulatie. 6. Consequenties natuurwetgeving en ontheffing Flora- en faunawet Gebiedsbescherming Het plan bevindt zich buiten de Speciale Beschermingszones. De polder Westzaan, ten westen van Zaanstad, het Oostzanerveld en het Twiske zijn de meest nabijgelegen Natura2000- gebieden. Negatieve effecten op deze gebieden worden niet verwacht. Natura2000-gebieden In het plangebied liggen geen gebieden die tot de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam behoren. De Brettenzone maakt deel uit van de EHS (Ecologische Hoofdstructuur). Ook op deze natuurzone vallen geen negatieve effecten te verwachten. Hoofdgroenstructuur Soortbescherming Zoogdieren Voor de grondgebonden zoogdieren: mol, konijn, haas, vos, veldmuis geldt een vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkeling. Vleermuizen Voor vleermuizen zijn er geen geschikte verblijfsmogelijkheden. Foerageergebied is er langs de Lange Bretten en langs de spoorbaan. Natuurtoets Sloterdijk III 2012 9

Broedvogels Voor de meeste broedvogels geldt, dat de nesten gedurende de broedtijd zijn beschermd, maar daarbuiten niet. Ontheffing voor broedende vogels wordt niet verleend, omdat het in de regel goed mogelijk is om verontrusting in het broedseizoen te voorkomen. Ook op de braakliggende kavels broeden vogels. Amfibieën Er zijn recente waarnemingen van de rugstreeppad in de directe omgeving van het bestemmingsplangebied. De kans is reëel dat de rugstreeppad voortplantingswater in het plangebied weet te vinden. De rugstreeppad is een streng beschermde soort (Habitatrichtlijn Bijlage IV). Bij ingebruikname van een braakliggend kavel dient er volgens de generieke ontheffing (FF/75C/2007/0441 geldig tot 2013) gehandeld te worden. Flora Bij de in gebruik name van braakliggende kavels moet rekening gehouden worden met de aanwezigheid van beschermde orchideeën (rietorchis en bijenorchis). Bij werkzaamheden kan gebruik gemaakt worden van de generieke ontheffing (FF/75C/2007/0441) van de Haven. Zorgplicht Voor alle soorten, ook niet-beschermde, geldt de zorgplicht. Dat betekent dat door zorgvuldig te werken zoveel mogelijk schade aan diersoorten moet worden voorkomen. 7. Conclusies en aanbevelingen Conclusies Een belangrijke natuurwaarde in het plangebied vormt de spoorbaan met talud en aangrenzende sloot. In het plangebied kunnen een aantal beschermde soorten voorkomen: orchideeën op de braakliggende kavels; er zijn broedvogels, waarbij een kolonie huismussen speciale aandacht verdiend, omdat de verblijfplaatsen van mussen ook buiten het broedseizoen beschermd zijn. Voor de orchideeën geldt voor het plangebied een generieke ontheffing van de Haven bij ruimtelijke ontwikkelingen. Bij sloop en grootschalige renovatie van gebouwen wordt geadviseerd om nader onderzoek naar de verblijfplaatsen van vleermuizen uit te laten voeren. Als de verblijfplaatsen van de huismussen in het geding komen is het noodzakelijk om voor eventuele werkzaamheden voor alternatieve verblijfsplaatsen te zorgen. Natuurtoets Sloterdijk III 2012 10