Nederlandse Samenvatting

Vergelijkbare documenten
Clusters van sterrenstelsels

Sterrenstelsels: een aaneenschakeling van superlatieven

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting

Hoofdstuk 8. Samenvatting. 8.1 Sterren en sterrenhopen

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Sterrenstelsels

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse samenvatting

Begripsvragen: Elektromagnetische straling

Sterrenstelsels. prof.dr. Paul Groot Afdeling Sterrenkunde, IMAPP Radboud Universiteit Nijmegen

Nederlandse samenvatting

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Ruud Visser Postdoc, Sterrewacht Leiden

Sterrenkundig Practicum 2 3 maart Proef 3, deel1: De massa van het zwarte gat in M87

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme

Je weet dat hoe verder je van een lamp verwijderd bent hoe minder licht je ontvangt. Een

Spectroscopie en centrale dynamica van starburst-stelsels

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Ik doe mijn spreekbeurt over de ruimte omdat ik het een interessant onderwerp vind en ik er graag meer over wilde weten.

Nederlandse samenvatting

Werkstuk Nederlands De Ruimte werkstuk

Van Zonnestelsel tot Ontstaan Heelal Leeuwarden, jan-april Melkwegstelsels. Paul Wesselius, 18 maart Melkwegstelsels, HOVO 1

De Zon. N.G. Schultheiss

Nederlandse samenvatting

Ruud Visser Postdoc, Sterrewacht Leiden

O NSHEELALisongeveer13,7miljardjaargeledenontstaantijdensdeoerknal1.

Ruud Visser Promovendus, Sterrewacht Leiden

Uitwerkingen 1. Opgave 1 Bij mist wordt het licht door de waterdruppeltjes weerkaatst. Opgave 2 Groter Kleiner. Opgave 3

De Melkweg: visueel. sterren, nevels en stof. De Melkweg: atomair waterstof. atomair waterstof straalt bij een golflengte van 21cm

Pandora's cluster, 2/12/2018. inhoud. Het vroege heelal. HOVO-Utrecht 9 februari HOVO-Utrecht 9 februari 2018

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Probing accretion flow dynamics in X-ray binaries Kalamkar, M.N. Link to publication

Nederlandse samenvatting

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. Author: Bonnerot, Clément Title: Dynamics and radiation from tidal disruption events Date:

Nederlandse samenvatting

Contents. Nederlandse samenvatting 1. Bibliography 6

Werkstuk Natuurkunde Negen planeten

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Sterrenstof. OnzeWereld, Ons Heelal

Nederlandse samenvatting

STERREN EN MELKWEGSTELSELS

Werkstuk ANW Zwarte gaten

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Subluminous X-ray binaries Armas Padilla, M.A.P. Link to publication

HOVO cursus Kosmologie

178 Het eerste licht

Radioastronomie Marijke Haverkorn

Zwart gat Simulatie KORTE BESCHRIJVING

Nederlandse Samenvatting

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Star formation and the ISM Loenen, Aede Folkert

Nederlandstalige samenvatting

Nederlandse samenvatting

GEEF STERRENKUNDE DE RUIMTE! SPECTROSCOPISCH ONDERZOEK VAN STERLICHT INTRODUCTIE

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Gravitatie en kosmologie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Nederlandse samenvatting

Multi-wavelength analyses of gamma-ray bursts: Features of Swift GRBs and the blast wave model Curran, P.A.

STERREN worden geboren, leven en gaan dood, net als mensen. Dit proefschrift heeft

inhoud 1. Overal sterren 2. Wat is een ster? 3. Het leven van een ster 4. Een ster dichtbij 5. De zon 6. Sterren en kleuren 7.

Nederlandse Samenvatting Extreme Stervorming in Starburststelsels

Melkwegstelsels. Eigenschappen en ruimtelijke verdeling. - morfologie - sterpopulaties - ISM eigenschappen - massa, afmeting en helderheid

Het samenspel tussen stof, gas, ijs, en protosterren Nederlands samenvatting

University of Groningen. Star formation and AGN activity in distant massive galaxies Podigachoski, Pece

Exact Periode 5. Dictaat Licht

Nederlandse samenvatting

Het Baldwin-effect in Wolf-Rayet sterren.

Werkstuk ANW Melkwegstelsel

11/15/16. Inleiding Astrofysica College 8 14 november Ignas Snellen. De melkweg

Citation for published version (APA): Fathi, K. (2004). Dynamics and morphology in the inner regions of spiral galaxies Groningen: s.n.

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen in Schijven rond Jonge Zon-type Sterren

Samenvatting door D woorden 28 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Praktische opdracht ANW De levensloop van een ster

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

HET moet een spectaculair gezicht geweest zijn toen de Franse astronomen C.J.E. Wolf en

Star Formation History Written in Spectra L.E. Ellerbroek

De ruimte. Thema. Inhoud

RIETVELD-LYCEUM. les 3. dd. 20 NOVEMBER 2012 HET ZONNESTELSEL NU. de compononenten. V.s.w. Corona Borealis, Zevenaar

Microlensing in Andromeda de Jong, Jelte Teun Anne

Telescoop: optica die licht vergaart in een focus. Detector: registreert, meet de flux. Zeer verschillende technieken voor verschillende golflengtes

1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Sterrenstelsels en kosmologie

Probing Exoplanetary Materials Using Sublimating Dust R. van Lieshout

Soorten nevels. Planetaire nevels: afgestoten buitenlagen van dode ster

Nederlandse Samenvatting: Hoe ondoorzichtig is de schijf van. van melkwegstelsels

Praktische opdracht ANW Zwarte gaten

Lichtsnelheid Eigenschappen

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Interstellair Medium. Wat en Waar? - Gas (neutraal en geioniseerd) - Stof - Magneetvelden - Kosmische stralingsdeeltjes

Donkere Materie. Bram Achterberg Sterrenkundig Instituut Universiteit Utrecht

Bescherming van je lichaam tegen UV licht

Nederlandse Samenvatting

Tekstboek. VMBO-T Leerjaar 1 en 2

Citation for published version (APA): Heiner, J. S. (2009). Large-scale photodissociation regions in nearby spiral galaxies s.n.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Photo-ionization studies of nebulae Hoof, Peter Andreas Maria van

Transcriptie:

Nederlandse Samenvatting TWINKLE TWINKLE LITTLE STAR, HOW I WONDER WHAT YOU ARE. UP ABOVE THE WORLD SO HIGH, LIKE A DIAMOND IN THE SKY.... WHEN THE BLAZING SUN IS GONE, WHEN HE NOTHING SHINES UPON, THEN YOU SHOW YOUR LITTLE LIGHT, TWINKLE, TWINKLE, ALL THE NIGHT.... THEN THE TRAVELER IN THE DARK THANKS YOU FOR YOUR TINY SPARK; HOW COULD HE SEE WHERE TO GO, IF YOU DID NOT TWINKLE SO?... AS YOUR BRIGHT AND TINY SPARK LIGHTS THE TRAVELER IN THE DARK, THOUGH I KNOW NOT WHAT YOU ARE, TWINKLE ON, PLEASE, LITTLE STAR. Unknown Author

138 Nederlandse Samenvatting En er was Licht De nachtelijke hemel is getooid met talloze lichtpuntjes. Ze lijken op flonkerende diamanten, maar wij weten wel beter het zijn objecten ver weg in de ruimte. Deze lichtpuntjes zijn echter maar een klein deel van de interessante objecten in het heelal die vaak niet met het blote oog te zien zijn. De reden waarom we sommige objecten kunnen zien, is dat ze zichtbaar licht uitstralen. Licht is een soort straling, en straling is een vorm van energietransport. De beste manier om energie te beschrijven is als een golf, vergelijkbaar met de golven in de zee. De energie wordt dan bepaald door de afstand tussen de koppen van de golven, de golflengte hoe kleiner de golflengte, hoe groter de energie. In zichtbaar licht komt de energie overeen met kleur. Een regenboog bestaat bijvoorbeeld uit zes verschillend gekleurde lichtgolven; in volgorde van toenemende energie zijn dit de kleuren rood, oranje, geel, groen, blauw en violet. Het menselijke oog is alleen gevoelig voor zichtbaar licht, dat wil zeggen straling met golflengtes tussen 4 en 7 tienden van een miljoenste van een miljoenste van een meter. Objecten in het heelal kunnen echter ook straling met kortere of langere golflengtes uitzenden en zijn dan dus onzichtbaar voor het menselijke oog. Zichtbaar licht is eigenlijk maar een miniem deel van alle soorten straling die samen het electromagnetische spectrum vormen. Het electromagnetische spectrum bestaat uit straling met golflengtes van honderden meters tot minder dan een biljoenste van een meter (Fig. 1). De straling met de langste golflengtes is de radiostraling, de soort straling die radio- en televisiestations uitzenden. Microgolven worden gebruikt in magnetrons om eten op te warmen, terwijl infraroodstraling de straling is die de huid opwarmt. Zichtbaar licht is de straling die we zien met onze ogen. Zonnebrand wordt veroorzaakt door de ultraviolette straling van de zon. Röntgenstraling wordt door doktoren gebruikt om botten te bekijken en gammastralen worden uitgestraald door radioactieve stoffen. golflengte (meters) grootte van een golflengte naam van de golven 3 2 1-1 -2-3 -4-5 -6-7 -8-9 -10-11 -12 10 10 10 1 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 langer voetbalveld huis RADIOSTRALEN tennisbal deze stip MICROGOLVEN cel INFRAROOD bacterie ZICHTBAAR virus ULTRAVIOLET proteine watermolecuul HARDE RONTGENSTRALEN ZACHTE RONTGENSTRALEN GAMMASTRALEN korter bronnen frequentie (golven per seconde) energie (electronvolt) FM magnetron radar radioactieve RI gloeilamp AM radio de ALS Rontgen elementen radio mensen apparaten 6 10 10 7 10 8 9 10 10 11 10 10 12 10 10 13 10 14 1015 16 17 10 10 1018 19 20 10 10 lager hoger -9-8 -7-6 -5-4 -3-2 -1 1 2 3 4 5 6 10 10 10 10 10 10 10 10 10 1 10 10 10 10 10 10 FIGUUR 1 Het electromagnetische spectrum, van radiogolven tot gammastralen, met het verband tussen energie (gemeten in electronvolt), golflengte en frequentie. Behalve dat sommige objecten straling uitzenden die niet zichtbaar is voor het menselijke

Nederlandse Samenvatting 139 oog, is een andere reden waarom we niet meer objecten aan de hemel zien, dat ze te ver weg zijn en daardoor te zwak om te zien. Door telescopen te gebruiken is het mogelijk om heel verre objecten te zien, en kunnen we een grote verscheidenheid aan objecten zien. Vanaf een hoge berg zijn steden en dorpen zichtbaar als lichtvlekken. Met een verrekijker kun je echter zien dat die lichtvlekken eigenlijk uit afzonderlijke lantarenpalen en autolichten bestaan. Hoe goed deze lichtvlekken gescheiden kunnen worden in afzonderlijke lichtbronnen wordt resolutie genoemd. Bij een telescoop hangt de resolutie af van zowel de golflengte als de grootte van de telescoop hoe korter de golflengte of hoe groter de telescoop, des te beter de resolutie. Detectoren die op de telescopen gemonteerd zijn genaamd CCD s fungeren als fotocamera s en registreren de afbeelding van een object bij een bepaalde golflengte, bijvoorbeeld in het ultraviolet (Fig. 2). Op deze manier kunnen sterrenkundigen informatie krijgen over de ruimtelijke verdeling van de materie die ultraviolette straling uitzendt. FIGUUR 2 Foto van de zon in ultraviolette straling, gemaakt door de SOHO satelliet (bron: EIT, SOHO, ESA, NASA). Een stralingsbron produceert een unieke combinatie van golven met verschillende golflengtes het spectrum van de bron. Spectrografen gemonteerd op telescopen fungeren als prisma s die het licht splitsen. Als de straling van een bron door een spectrograaf gaat, wordt het gesplitst in de verschillende golven waaruit het bestaat en wordt een spectrum gevormd. Het spectrum bevat informatie over de bron en haar omgeving, zoals bijvoorbeeld de temperatuur en chemische samenstelling. De golflengte of energie van de straling hangt direct af van de temperatuur van de bron die de straling uitzendt hoe korter de golflengte, hoe groter de energie die getransporteerd wordt en hoe hoger de temperatuur van de bron. Als glas heet wordt gemaakt, verandert de kleur ook terwijl het glas heter wordt eerst rood, dan geel en tenslotte blauw. Door de golflengten van de straling te analyseren kunnen we dus de temperatuur van de bron meten. Wanneer er tussen ons en de stralingsbron een gaswolk zit die koeler is, wordt een deel van de straling geabsorbeerd en ontstaat er een deuk in het spectrum. Als we naar de gaswolk zouden kijken tegen een donkere, koude achtergrond, dan zouden de chemische elementen

140 Nederlandse Samenvatting waaruit het gas bestaat, straling uitzenden die als pieken of lijnen in het spectrum te zien zijn. De golflengte van een absorptie- of emissielijn is karakteristiek voor het chemische element dat de lijn produceert, een soort vingerafdruk. De breedte van een lijn is een maat voor de abondantie van het element. Het totale spectrum van een stralingsbron bestaat dus uit een continuum dat geproduceerd wordt door de bron, met daar bovenop een combinatie van absorptie- en/of emissielijnen van de omringende materie (Fig. 3). intensiteit lege ruimte golflengte intensiteit golflengte FIGUUR 3 Spectra van een lichtbron met een koele gaswolk ervoor en alleen een gaswolk. Spectra worden vaak weergegeven als intensiteit als functie van golflengte. De stralingsbron produceert een glad continuum, waar absorptielijnen (boven) of emissielijnen (onder) op komen, veroorzaakt door de chemische elementen waar de gaswolk uit bestaat. (bron: naar Nick Strobel). Een Reis door de Ruimte Stel je voor dat het mogelijk zou zijn om met een ruimteschip het heelal te gaan verkennen. Eerst vliegen we langs de zon, de dichtstbijzijnde ster, een reis van 150 miljoen kilometer. Sterren zijn bollen van heet gas, die hun eigen brandstof verbranden en gevormd worden door de ineenstorting van gaswolken. Daarna verlaten we het zonnestelsel dat bestaat uit de zon, de aarde en nog 8 andere planeten, en reizen nog eens 20 000 000 000 000 000 000 kilometer verder. Als we nu achterom kijken zien we een grote witte vlek die zich uitstrekt over de hemel: de Melkweg (Fig. 4). De Melkweg bestaat uit wel 100 miljard sterren en genoeg gas en stof om nog miljarden meer sterren te maken. Er zijn nog veel meer van dit soort melkwegstelsels en de Melkweg is degene waar wij ons in bevinden. Al die sterren en dat gas vormen samen een melkwegstelsel omdat ze elkaar aantrekken. Ieder deeltje met massa vormt een veld om zich heen, dat zich uitstrekt in alle richtingen en waarvan de sterkte afhangt van de massa van het deeltje. Als zo n deeltje in de buurt komt van een ander deeltje met massa, voelen ze een aantrekkingskracht zwaartekracht als gevolg van deze velden. Door steeds meer deeltjes dicht

Nederlandse Samenvatting 141 FIGUUR 4 Foto van de Melkweg in zichtbaar licht. bij elkaar te brengen, is het mogelijk om objecten als sterren en melkwegstelsels te vormen, die bij elkaar gehouden worden door zwaartekracht. Als we in de andere richting kijken, weg van de Melkweg, dan zien we dat het heelal gevuld is met talloze soorten melkwegstelsels (Fig. 5). Ze zijn er in alle maten en soorten van elliptische stelsels tot spiralen en schijfachtige structuren met een centrale kern. FIGUUR 5 Foto van een klein stukje van de hemel, genomen met de Hubble Ruimtetelescoop, waarop een heleboel verschillende melkwegstelsels te zien zijn (bron: Robert Williams, Hubble Deep Field Team, NASA).

142 Nederlandse Samenvatting Anatomie Om hun inwendige structuur te onderzoeken, moeten we naar het centrum van een melkwegstelsel reizen (Fig. 6). FIGUUR 6 Artist impression van een zwart gat, met de schijf en de bundel (bron: NASA). De Kern van de Zaak Waarschijnlijk bevindt zich in het centrum van de meeste grote melkwegstelsels, inclusief onze Melkweg, een extreem klein object met een massa van een miljoen tot een miljard keer de massa van de zon. Het zwaartekrachtsveld is zo sterk dat binnen een bepaalde afstand niets, zelfs niet licht, aan de aantrekkingskracht kan ontsnappen. Daarom worden deze objecten zwarte gaten genoemd. De oorsprong van superzware zwarte gaten is nog steeds controversieel. Volgens één theorie worden zwarte gaten gevormd tijdens de samentrekking van de gaswolk waaruit het melkwegstelsel zelf ontstaat. Ook kan het zijn dat een superzwaar zwart gat vormt doordat een zwart gat dat het restant is van een ster, gedurende miljoenen jaren enorme hoeveelheden materie opslokt. Nog een andere mogelijkheid is dat een cluster van zulke stellaire zwarte gaten uiteindelijk samen één groot, superzwaar zwart gat vormen. Holle Bolle Gijs Hoewel we een zwart gat zelf niet kunnen zien, weten we dat het er moet zijn door het effect dat het heeft op de omringende materie. Een zwart gat in het centrum van een melkwegstelsel kan steeds zwaarder worden doordat sterren die er omheen draaien uiteindelijk opgeslokt worden. Door de snelheden te meten van de sterren die dicht bij het centrum van een melkwegstelsel ronddraaien, kunnen we de aanwezigheid van een superzwaar zwart gat afleiden en de massa ervan bepalen. Gas en stof dicht bij het zwarte gat worden ook aangetrokken door het sterke zwaartekrachtsveld. Voordat het wordt opgeslokt vormt het echter een snel draaiende schijf. Terwijl de materie steeds dichter naar het zwarte gat toe cirkelt, wordt het door de wrijvingskrachten steeds heter. In het binnenste van de schijf, dicht bij het zwarte gat, bereikt de temperatuur miljoenen graden en straalt het gas röntgenstraling uit. Detectie van röntgenstraling van het bijna opgeslokte gas is dus bewijs voor de aanwezigheid van een superzwaar zwart gat.

Nederlandse Samenvatting 143 Het Stralende Middelpunt Maar niet alle materie in de zwaartekrachtsdraaikolk is gedoemd om in het zwarte gat te vallen. Vaak ontsnapt een deel van het gas in de vorm van een hete wind die wordt weggeblazen van de schijf. Onder bepaalde nog onbegrepen omstandigheden dwingen de door het zwarte gat veroorzaakte condities het ontsnappende plasma in een bundel en wordt het versneld tot snelheden die kunnen oplopen tot 297 000 kilometer per seconde, 99% van de lichtsnelheid. Dit zeer energetische gas is in radio- en röntgenstraling te zien als nauwe bundels die uit het melkwegstelsel komen en biljoenen kilometers lang kunnen zijn. Als de bundels zich door de ruimte ploegen, vormen ze vaak zogenaamde lobben, cocon-achtige omhulsels gevuld met heet gas dat helder gloeit op radiogolflengtes. Een Ster Wordt Geboren Stervorming kan een andere belangrijke bron van energie in een melkwegstelsel zijn. Een botsing of nauwe passage met een ander melkwegstelsel kan bijvoorbeeld stervorming in het centrum van een melkwegstelsel op gang brengen. Veel van de net gevormde sterren zijn heel zwaar en helder, waardoor ze snel hun brandstof opmaken en exploderen als supernovae. Dit veroorzaakt enorme hoeveelheden infraroodstraling van opgewarmd gas. Echter, stervormingsgebieden en supernovae produceren ook veel radiostraling, wat in sommige gevallen de radiostraling veroorzaakt door een zwart gat kan overschijnen. Soorten en Maten Melkwegstelsels hebben een actieve galactische kern (AGK), als het superzware zwarte gat in het centrum actief materie opslokt. De lichtkracht van een AGK hangt vooral af van de massa van het zwarte gat, de hoeveelheid materie die het opslokt en de hoeveelheid materie die beschikbaar is. Op zijn beurt bepaalt de lichtkracht wat voor type AGK we zien. In het verre heelal, waar veel materie beschikbaar is in de nog jonge melkwegstelsels, zijn quasars de meest voorkomende en helderste AGK s. Quasars zijn extreme gevallen waar grote hoeveelheden gas heel snel het zwarte gat in stromen. De uitgestraalde energie is net zo groot als van wel duizend gewone melkwegstelsels bij elkaar, maar al die energie komt uit een gebied met de grootte van een miljoenste van een miljoenste van het moederstelsel. Het is alsof een kleine zaklantaarn net zoveel licht uitstraalt als heel Amsterdam. De meeste straling van quasars wordt uitgezonden in zichtbaar licht en röntgenstraling. Omdat de centrale gebieden van AGK s axisymmetrisch zijn, is de orientatie ten opzichte van de waarnemer ook belangrijk voor de classificatie van een AGK. De subklasse van quasars die radiobundels vormen, worden radioluide quasars genoemd. Ze heben een compacte gasring of donut rond het zwarte gat en de schijf. Gezien vanuit het vlak van de ring is de heldere kern verduisterd en zijn alleen het zwakke melkwegstelsel en de radiobundels zichtbaar. Deze AGK s worden radiomelkwegstelsels genoemd. M 87 (Fig. 7) is een nabij voorbeeld van zo n stelsel. De hete gasschijf rond het zwarte gat schijnt ook op de omringende materie, dat daardoor emissielijnen zal produceren in het AGK spectrum. De chemische elementen die de emissielijnen veroorzaken, helpen ons ook om de AGK s te classificeren. Hoe helderder de AGK, hoe hoger de energie waarbij de emissielijnen gevormd worden. AGK s genaamd Seyferts hebben bijvoorbeeld sterke emissielijnen van het element zuurstof.

144 Nederlandse Samenvatting FIGUUR 7 Foto van de radiostraling van het radiomelkwegstelsel M 87. De heldere kern, smalle bundel en uitgestrekte radiolobben zijn duidelijk zichtbaar. Dichterbij in het heelal komen melkwegstelsels met wat minder actieve superzware zwarte gaten voor. De schaal van het fenomeen hangt dan vooral af van de hoeveelheid beschikbare materie die in het zwarte gat kan vallen. Zogenaamde LINER (Low Ionization Nuclear Emission-line Region) melkwegstelsels zijn voorbeelden van zulke lage lichtkracht AGK s; zij hebben karakteristieke emissielijnen van bijvoorbeeld stikstof en zwavel in hun spectra. Een extreem geval van een uitgehongerd zwart gat is Sagittarius A, het zwarte gat in het centrum van onze Melkweg. Dit Proefschrift In dit proefschrift hebben we ons gericht op het onderzoeken van melkwegstelsels op minder dan 1 000 000 000 000 000 000 000 kilometer afstand, wat relatief dichtbij is. Deze melkwegstelsels bevatten de dichtstbijzijnde en tevens minst heldere AGK s die bestudeerd kunnen worden. Om zelfs heel zwakke signalen van zwarte gaten te kunnen detecteren, hebben we röntgen- en radiotelescopen gebruikt. Bij deze golflengtes kunnen we met grote telescopen en op zulke relatief kleine afstanden, gebieden bestuderen van 300 000 000 000 000 kilometer in diameter. Binnen zulke gebieden vindt de inval van materie in zwarte gaten plaats. In eerste instantie weten we dat er heet gas in een zwart gat valt en dus dat een melkwegstelsel een AGK bevat, als er röntgenstraling uit het centrum komt. Bij radiogolflengtes hebben we vaak last van straling van stervormingsgebieden die moeilijk te onderscheiden is van de straling die met het zwarte gat te maken heeft. Er zijn verschillende technieken om die straling te scheiden, maar een heel ruwe methode bestaat uit het bekijken van de foto van de radiostraling AGK s zijn compact en naar het centrum toe geconcentreerd, terwijl stervormingsgebieden meestal verspreid zijn over het hele melkwegstelsel. Deze en andere technieken hebben we toegepast op de zogenaamde LINER melkwegstelsels en composietstelsels. Composietstelsels zijn stelsels waar zich waarschijnlijk stervormingsgebieden dicht bij het centrum bevinden, zodat de radiostraling van de AGK overstraald kan worden door de radiostraling van de stervormingsgebieden. In 25% van deze composiet-

Nederlandse Samenvatting 145 stelsels zien we compacte emissie zoals verwacht van een AGK. De resterende 75% kan ook wel zwakke AGK s bevatten, maar hun spectra worden gedomineerd door de stervormingsgebieden (Hoofdstukken 2 en 3). Verder hebben we de radio- en röntgenstraling gebruikt om te bepalen hoe materie in het zwarte gat stroomt (Hoofdstuk 4). De resultaten laten zien dat in onze objecten veel minder materie in het zwarte gat valt dan in quasars en dat de manier waarop dit gebeurt fundamenteel anders is. In quasars valt de materie in via een schijf. In deze zwakke, dichtbije AGK s valt de materie waarschijnlijk bijna radieel in, via een soort van dikke autoband, die een ADAF genoemd wordt. Ondanks dit verschil concluderen we dat sommige zwakke AGK s net als quasars ook bundels produceren (Hoofdstukken 4 en 6) en dat deze bundels ook energetisch belangrijk zijn. Ook hebben we de verdeling van zwakke AGK s in het nabije heelal bestudeerd en het verband onderzocht tussen deze objecten en normale melkwegstelsels en krachtige, verre AGK s zoals quasars (Hoofdstuk 5). De resultaten lijken te bevestigen dat nabije composiet-, LINER en Seyfert stelsels af kunnen stammen van heldere quasars. Tenslotte hebben we de radiostraling van een aantal interessante nabije melkwegstelsels in detail bestudeerd en in het bijzonder de manier waarop de straling varieert (Hoofdstukken 6 en 7). De spectra lijken consistent te zijn met de mogelijkheid dat de korte variaties in de radiostraling veroorzaakt worden door inval van het ADAF type in combinatie met bundels (Hoofdstuk 7). Dit proefschrift is vooral toegespitst op het zoeken naar en het bestuderen van lichtzwakke AGK s. We hebben verschillende lichtzwakke AGK s in nabije melkwegstelsels gedetecteerd, wat duidelijk heeft gemaakt dat dit fenomeen in een grote variëteit van melkwegstelsels kan voorkomen. Verder hebben we belangrijke informatie verkregen over het proces van de inval van materie in lichtzwakke AGK s. Het grootste belang van dit werk ligt echter op het gebied van de vorming en evolutie van melkwegstelsels. Quasars kwamen bijvoorbeeld heel veel voor in het verre, nog jonge heelal. Door nabije, lichtzwakke AGK s te bestuderen hebben we geprobeerd om een verband te vinden tussen verre, heldere quasars, lichtzwakke, nabije AGK s en tenslotte uitgehongerde AGK s als Sagittarius A. Hopelijk zal het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift helpen bij het begrijpen van de vorming, de groei en de evolutie van zwarte gaten en wat voor rol ze spelen in de vorming en evolutie van melkwegstelsels.

146