COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. Totstandbrenging van een gemeenschappelijke luchtvaartruimte met Tunesië

Vergelijkbare documenten
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2007 (15.11) (OR. en) 15090/07 AVIATION 196 ISR 16

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 juni 2010 (OR. en) 11682/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0180 (NLE) AVIATION 100 RHJ 13 RELEX 599

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hieronder vindt u een samenvatting van de onderwerpen van de Transportraad van 6 oktober 2011.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

BIJLAGE. bij het Gewijzigd voorstel. voor een Besluit van de Raad

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

VERTALING LUCHTVERVOERSOVEREENKOMST. EU/US/IS/NO/nl 1

TRANSLATION LUCHTVERVOERSOVEREENKOMST. EU/US/IS/NO/nl 1

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2299(INI)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. Versterking van de luchtvaartrelaties met Chili

Vervoer: Nieuwe vooruitzichten voor de EU-luchtvaart

Ontwerp van decreet. Verslag

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en)

VR DOC.0430/1

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Ontwerp van decreet. 663 ( ) Nr februari 2016 ( ) ingediend op

1871 ( ) Nr maart 2013 ( ) stuk ingediend op

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

*** ONTWERPAANBEVELING

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juli 2017 (OR. en)

Over de passage tussen haken op de bladzijden 2-3 is nog geen overeenstemming bereikt.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BIJLAGE BIJ EASA-ADVIES NR. 06/2012. VERORDENING (EU) nr.../.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij. voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

1876 ( ) Nr januari 2013 ( ) stuk ingediend op. Ontwerp van decreet

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 maart 2011 (OR. en) 7770/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0042 (NLE) MED 9 WTO 108 AGRI 223 PECHE 78 UD 65

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

2051 ( ) Nr mei 2013 ( ) stuk ingediend op. Ontwerp van decreet

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Ontwerp van decreet. 663 ( ) Nr februari 2016 ( ) ingediend op

TUI BELGIË. Bedrijfsvoorstelling 2019

2SHQ VN\RYHUHHQNRPVWHQ GH &RPPLVVLH YHUKHXJW ]LFK RYHU KHW DUUHVW YDQ KHW (XURSHVH +RI YDQ -XVWLWLH

A8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 april 2012 (OR. en) 8179/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0014 (NLE) AVIATION 55 RELEX 282 MACAO 4 OC 175

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

*** ONTWERPAANBEVELING

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO S

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BIJLAGE. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

BIJLAGE. Aanhangsel. bij het. voorstel voor een Raad

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15853/2/2002 C5-0137/2003) 1,

1871 ( ) Nr januari 2013 ( ) stuk ingediend op. Ontwerp van decreet

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 april 2007 (17.04) (OR. en) 8340/07 DEVGEN 51 RELEX 232 FIN 173 WTO 67

*** ONTWERPAANBEVELING

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Fiche 1: Mededeling - Luchtvaart: een open en geconnecteerd Europa

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie

1875 ( ) Nr januari 2013 ( ) stuk ingediend op. Ontwerp van decreet

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 juni 2008 (12.06) (OR. en) 10616/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0095 (COD)

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Eerste evaluatie van het toepassingsgebied van de handhavingsverordening

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de

Transcriptie:

NL NL NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 3.10.2008 COM(2008) 603 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Totstandbrenging van een gemeenschappelijke luchtvaartruimte met Tunesië NL NL

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Totstandbrenging van een gemeenschappelijke luchtvaartruimte met Tunesië 1. INLEIDING 1. In haar mededeling "Ontwikkeling van de agenda voor het externe luchtvaartbeleid van de Gemeenschap" 1 heeft de Commissie benadrukt dat het belangrijk is een gemeenschappelijke luchtvaartruimte tot stand te brengen met de landen die onder het nabuurschapsbeleid vallen, zowel ten oosten als ten zuiden van de Europese Unie. 2. Het uiteindelijke doel is één gemeenschappelijke markt met geharmoniseerde regels tot stand te brengen voor de landen van de Europese Unie en hun partners langs de oostelijke en zuidelijke grenzen van de Unie. Deze doelstelling is opnieuw bevestigd tijdens de Raad Vervoer van 27 juni 2005; in de conclusies van deze Raad werd ertoe opgeroepen om tegen 2010 te komen tot een gemeenschappelijk buitenlands luchtvaartbeleid en een gemeenschappelijk luchtruim met de buurlanden van de Europese Unie. 3. Deze gemeenschappelijk luchtvaartruimte heeft zich snel ontwikkeld en omvat reeds het luchtruim van Zwitserland, Noorwegen, IJsland, de negen landen van de Westelijke Balkan (sinds juni 2006) en Marokko (ten gevolge van de ondertekening van de eerste Euro-mediterrane overeenkomst in december 2006). Op verzoek van de Raad zal de Commissie eveneens onderhandelingen aanknopen met Jordanië en Israël en verdere besprekingen voeren met Oekraïne. De intensivering van de betrekkingen tussen de Europese Unie en haar buurlanden op luchtvaartgebied is van zeer groot belang voor de ontwikkeling van de Europese luchtvaartindustrie. Bijna 20% van de internationale vluchten buiten de Gemeenschap hebben een buurland van de Unie als bestemming. Het aantal vluchten naar deze landen (voor alle marktsegmenten samen: vrije tijd, het bezoeken van familie en vrienden, zaken) is vergelijkbaar met dat naar de landen van het Noord-Amerikaanse continent. Een gemeenschappelijke luchtvaartruimte met deze buurlanden biedt niet alleen groeimogelijkheden voor de luchtvaartsector, maar draagt ook in grote mate bij tot de regionale integratie en de economische ontwikkeling, twee doelstellingen van het proces van Barcelona en het actieplan dat is opgesteld in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid. Ook het recente project "Het Barcelonaproces: Unie voor het Middellandse Zeegebied" past in dit kader. 4. Door de totstandbrenging van deze gemeenschappelijke luchtvaartruimte met de zuidelijke Middellandse Zeelanden wordt Tunesië een belangrijke partner van de Europese Unie. In het kader van het Euromediterraan partnerschap, dat tot stand is gekomen door de associatieovereenkomst 2, wordt trouwens benadrukt dat de samenwerking in de vervoerssector en op het gebied van regelgeving moet worden 1 2 COM(2005) 79 definitief van 11.3.2005. De associatieovereenkomst tussen de EU en Tunesië, ondertekend in juli 1995. NL 2 NL

versterkt en dat de luchthaveninfrastructuur en het luchtverkeersbeheer moeten worden gemoderniseerd. 5. Dit project voor een gemeenschappelijke luchtvaartruimte spoort dus met de diverse acties die de Europese Unie al heeft ondernomen om de samenwerking met de Middellandse Zeelanden uit te breiden. Bovendien streven beide partijen met dit project dezelfde doelstelling na. Tunesië heeft gebruik gemaakt van de uitwisselingen in het kader van het project "EUROMED Luchtvaart", dat door de Europese Unie is opgezet om de samenwerking met de zuidelijke Middellandse Zeelanden op luchtvaartgebied te versterken, om aan te geven dat het belangstelling heeft voor het openen van onderhandelingen met de Europese Gemeenschap in het kader van een algemene luchtvaartovereenkomst. Een dergelijke communautaire luchtvaartovereenkomst zou inderdaad nieuwe mogelijkheden bieden voor de volledige luchtvaartsector (vervoerders, beheerders van luchthaveninfrastructuur, dienstverleners op luchthavens) en voor de passagiers aan beide zijden van de Middellandse Zee. De bestaande beperkingen in de bilaterale overeenkomsten tussen EU-lidstaten en Tunesië kunnen op die manier worden weggewerkt: de beperkingen met betrekking tot wekelijkse vluchtfrequenties, aantal toegestane luchtvaartmaatschappijen, luchthavens die mogen worden aangedaan of tarieven zouden verdwijnen en tegelijk zou een proces van convergentie van de regelgeving op gang worden gebracht. 2. LUCHTVAARTBETREKKINGEN ONTWIKKELEN MET EEN BELANGRIJKE PARTNER 6. Het economische gewicht en het belang van de luchtvaartbetrekkingen met de Europese Unie maken dat Tunesië een zeer belangrijke partner is met wie snel een gemeenschappelijke luchtvaartruimte moet worden opgericht, zoals de Raad in 2005 heeft gevraagd. 7. De Europese Unie is de voornaamste handelspartner van Tunesië: 73% van de invoer in Tunesië is afkomstig uit Europa; omgekeerd is 31% van de Tunesische uitvoer bestemd voor Europa. In 2006 vertegenwoordigden deze handelsstromen een waarde van bijna 16 miljard euro; van alle zuidelijke Middellandse Zeelanden is Tunesië dan ook een van de belangrijkste handelspartners van de Europese Unie. 8. Toerisme is een belangrijke inkomstenbron voor Tunesië en 82% van alle toeristen die Tunesië bezoeken, is afkomstig uit Europa. Om evidente geografische redenen is de Tunesische toerismesector sterk afhankelijk van de luchtvaartbetrekkingen met Europa. Er bestaan hechte banden tussen de Europese en de Tunesische luchtvervoersmarkt, zoals blijkt uit de 21 overeenkomsten voor luchtdiensten tussen Tunesië en lidstaten van de Europese Unie: op basis van die overeenkomsten zijn in 2007 bijna 8,5 miljoen passagiers vervoerd tussen Tunesië en Europa, een stijging met meer dan 40% in 10 jaar tijd. In 2007 waren de belangrijkste individuele markten Frankrijk (3,5 miljoen passagiers), Duitsland (1,2 miljoen passagiers), Italië (1 miljoen passagiers), het Verenigd Koninkrijk (650 000 passagiers), België (450 000 passagiers) en Tsjechië (300 000 passagiers). 9. In 2006 vlogen in totaal 10,5 miljoen mensen naar Tunesië, wat het relatieve belang van Europa onderstreept. Tweederde van het totale internationale verkeer werd NL 3 NL

verzorgd door Tunesische maatschappijen; wat het verkeer met Europa betreft, is dit percentage zelfs nog hoger omdat de Tunesische maatschappijen 70% van het verkeer op belangrijke markten zoals de Frans-Tunesische markt in handen hebben. De belangrijkste communautaire maatschappijen die geregelde vluchten inleggen, concentreren hun vluchten op Tunis om zo de klanten met de grootste toegevoegde waarde aan te trekken en om de aantrekkelijkheid van hun hub door het aanbieden van deze verbinding te vergroten. Andere communautaire maatschappijen zijn dan weer actief in de sectoren vrije tijd en bezoek aan familie en vrienden, maar deze sectoren worden tot nu toe nog steeds gedomineerd door Tunesische maatschappijen. 10. De belangrijkste Tunesische maatschappij is Tunisair, die 37% van het internationale luchtverkeer van en naar Tunesië (3,8 miljoen passagiers in 2006) voor haar rekening neemt. Deze maatschappij is opgericht door de Tunesische staat, die 74% van het kapitaal bezit; de rest van het kapitaal is in privé-handen. De Tunisairgroep heeft rechtstreeks en onrechtstreeks bijna 8 000 mensen in dienst in alle sectoren van het luchtvervoer, inclusief onderhoud en assistentie op luchthavens. Om het hoofd te bieden aan de toenemende internationale concurrentie heeft de Tunisairgroep structurele hervormingen doorgevoerd; in het kader van deze moderniseringsoperatie zijn filialen opgericht die bijna 4 000 mensen in dienst hebben. De Tunisairgroep is eigenaar van een vloot van dertig toestellen (Boeings en Airbussen). Twintig van deze toestellen beschikken niet over een business class, wat aantoont hoe belangrijk het toeristische cliënteel voor deze maatschappij wel is. 11. Dit cliënteel is ook de belangrijkste doelgroep van de twee andere Tunesische maatschappijen die internationaal actief zijn: Nouvelair en Karthago Airlines, allebei chartermaatschappijen die op initiatief van de toerismesector (hotels, reisbureaus) zijn opgericht. 12. Nouvelair is in 1989 opgericht door de toerismegroep "Tunisian Travel Services (TTS)"; deze maatschappij is gevestigd in Monastir en waarop vluchten van en naar 25 landen (120 luchthavens), hoofdzakelijk in Europa. In 2006 heeft Nouvelair met haar vloot van 13 Airbussen bijna 1,5 miljoen passagiers vervoerd, 16% van de markt voor internationaal luchtvervoer in Tunesië. Karthago Airlines is in 2002 opgericht om chartervluchten van en naar Djerba uit te voeren; deze maatschappij is eigendom van de Karthagogroep en leaset vliegtuigen om tegemoet te komen aan de seizoensgebonden behoeften van touroperators. Deze maatschappij, die beursgenoteerd is, heeft 6% van de markt voor internationaal luchtvervoer van en naar Tunesië in handen. Omdat hun commerciële modellen sterke gelijkenissen vertonen en ze vanaf verschillende thuisluchthavens actief zijn (Monastir en Djerba) overwegen Karthago Airlines en Nouvelair nauwer samen te werken of zelfs te fuseren. Deze consolidering van de Tunesische luchtvaartmarkt past perfect in de logica van een luchtvaartovereenkomst met de Europese Gemeenschap en zou de Tunesische maatschappijen de kans geven zich beter te positioneren op een gedereguleerde luchtvaartmarkt en beter weerstand te bieden aan de nieuwe concurrentie die daar het gevolg van is. De logische stap naar een liberalisering van de markten, die het gevolg zou zijn van een dergelijke overeenkomst met de Gemeenschap, zou betekenen dat de Tunesische autoriteiten niet langer tariefgrenzen mogen vaststellen voor Europese luchtvaartmaatschappijen die hun land aandoen en zich niet meer mogen verzetten tegen de traditionele beperkingen inzake eigendom van en controle over een communautaire luchtvaartmaatschappij. NL 4 NL

13. Een gemeenschappelijke luchtvaartruimte tussen Tunesië en Europa biedt dus aanzienlijke commerciële mogelijkheden, zowel voor de consumenten, de luchtvaartmaatschappijen als de luchthavens. Uit het bezoek aan Tunesië in het kader van het project "Euromed Luchtvaart" 3 is bovendien gebleken dat het Tunesische regelgevingskader voldoende solide en ontwikkeld is om een snelle harmonisatie van de wetgevingen op basis van communautaire normen tot stand te brengen; dit is een van de belangrijkste doelstellingen van deze gemeenschappelijke luchtvaartruimte. De Tunesische autoriteiten zijn begonnen met hervormingen op basis van het Europese model, die tot doel hebben toezicht en controle te scheiden van de eigenlijke exploitatie. Voorts is vastgesteld dat het veiligheidsniveau van de luchtvaart en de luchtnavigatiediensten zeer dicht aanleunt bij het beste Europese niveau wat betreft de overeenstemming van de regelgeving met de normen en aanbevolen praktijken van de ICAO, de EASA-verordeningen en de veiligheidsvoorschriften van Eurocontrol (ESARR's). Dit proces van convergentie van de regelgeving met de communautaire normen werd trouwens aangemoedigd en begeleid in het kader van het project "Euromed Luchtvaart", dat voorziet in een plan voor technische bijstand aan Tunesië dat tegemoet komt aan de specifieke behoeften van dat land. 3. VOORDELEN EN TOEGEVOEGDE WAARDE VAN EEN COMMUNAUTAIRE BENADERING 14. De burgerluchtvaart (met inbegrip van de infrastructuur, exploitanten en andere branches) is een belangrijke sector van de Europese economie. De exploitanten van luchtvervoer alleen al creëren 0,6% van de toegevoegde waarde van de EU en hebben meer dan 400 000 mensen in dienst (0,4% van alle werknemers in de niet-financiële sectoren van de economie) 4, terwijl de volledige sector werkgelegenheid biedt aan ongeveer drie miljoen mensen in de EU. De totstandbrenging van een eengemaakte luchtvaartmarkt, begin jaren 90, heeft er in grote mate toe bijgedragen dat de sector dynamischer is geworden en beter presteert, en heeft grote economische en sociale voordelen opgeleverd. Tussen 1992 en 2003 is het aantal intracommunautaire routes met meer dan 40% toegenomen. De productiviteit van de grote communautaire luchtvaartmaatschappijen is tussen 1990 en 2003 met 87% gestegen 5. Tunesië zal dus alleen maar baat hebben bij de geleidelijke integratie van zijn luchtvaartmarkt in de gemeenschappelijke luchtvaartmarkt en kan profijt trekken van de ervaring van de Europese Unie op dit gebied. De uitbreiding van deze gemeenschappelijke markt op basis van een liberalisering van de verkeersrechten, in combinatie met een harmonisering van de regelgeving, zal ook een toegevoegde waarde opleveren voor de Europese luchtvaartsector en de gebruikers daarvan. 15. Tot nu toe hebben de meeste lidstaten met Tunesië onderhandeld over restrictieve overeenkomsten voor luchtdiensten waarin de openstelling van de markten is geregeld en die de mogelijkheden van de luchtvaartmaatschappijen en passagiers 3 4 5 Verslag van het bezoek aan Tunesië in het kader van het project "Euromed Luchtvaart" (nr. MED 2006/132-039). Eurostat, Statistics in focus, 37/2005, ISSN 1561-4840. Bijlage bij de mededeling van de Commissie "Ontwikkeling van de agenda voor het externe luchtvaartbeleid van de Gemeenschap", COM( 2005) 79 definitief. NL 5 NL

beperken. Deze overeenkomsten bevatten mechanismen om de capaciteit van de luchtvaartmaatschappijen te begrenzen, waardoor deze niet altijd de mogelijkheid hebben om hun tarieven vrij vast te stellen. Volgens de bilaterale overeenkomsten mogen de communautaire luchtvaartmaatschappijen ook niet alle Tunesische luchthavens aandoen vanaf alle Europese luchthavens. Het huidige systeem van bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen EU-lidstaten en Tunesië zorgt dus voor een onevenwicht in de verkeerspatronen en kan nadelig zijn voor bepaalde communautaire luchtvaartmaatschappijen en voor de consumenten in sommige lidstaten van de Europese Unie. 16. Deze situatie kan worden verholpen door een algemene overeenkomst met de Europese Gemeenschap te sluiten. De verhoging van het aantal rechtstreekse verbindingen tussen de EU en Tunesië die daar het gevolg van is 6, maakt een aanzienlijke groei van de handels- en toeristenstromen mogelijk. Als we het voorbeeld van Marokko extrapoleren naar Tunesië mag een stijging van het verkeersvolume met 15 à 20% per jaar worden verwacht in de eerste jaren na de tenuitvoerlegging van de overeenkomst. In absolute cijfers komt dit neer op een stijging met 1,5 miljoen passagiers per jaar. Als de macro-economische en politieke omstandigheden gelijk blijven, moeten deze ramingen zelfs naar boven worden bijgesteld, gezien het enorme groeipotentieel van de Tunesische markt. 17. Naar verwachting zullen de Europese luchtvaartmaatschappijen en de Europese economie in het algemeen een aanzienlijk deel van de economische voordelen binnenhalen. Een communautaire overeenkomst zou ook de integratie van de Tunesische luchtvaartmaatschappijen in bestaande commerciële allianties van communautaire luchtvaartmaatschappijen vergemakkelijken en de Tunesische maatschappijen de mogelijkheid bieden geïntegreerde producten en betere diensten aan te bieden aan de passagiers. 18. Deze openstelling van de luchtvaartmarkten moet gepaard gaan met een parallel proces van convergentie van de regelgeving op bepaalde belangrijke gebieden, zoals beveiliging, veiligheid, milieu en overheidssteun, zodat kan worden gegarandeerd dat de concurrentie eerlijk verloopt en dat aan beide zijden van de Middellandse Zee hoge luchtvaartnormen worden toegepast. Wat milieubescherming betreft, moet de overeenkomst stroken met de verbintenis die de Gemeenschap is aangegaan op het vlak van duurzame ontwikkeling van de luchtvaart: het is belangrijk dat de mogelijkheden van de EU om regelgevende of economische instrumenten toe te passen teneinde de ongewenste neveneffecten van de groei van het luchtverkeer, met name wat de bijdrage tot de klimaatverandering en de luchtkwaliteit en het geluidsniveau rond luchthavens betreft, door de overeenkomst niet worden beperkt. Deze harmonisatie van de Tunesische wetgeving met de bestaande Europese wetgeving dient op communautair niveau plaats te vinden. Dit betekent dat de Europese Commissie een mandaat moet krijgen om te onderhandelen over een algemene luchtvaartovereenkomst met Tunesië die uiteindelijk tot doel heeft de Tunesische luchtvaartmarkt volledig te integreren in een gemeenschappelijke luchtvaartruimte met de Europese Unie. 6 De in december 2006 ondertekende Euro-mediterrane overeenkomst met Marokko heeft het luchtverkeer met 18% doen toenemen, zodat in 2007 bijna 8 miljoen passagiers tussen de Europese Unie en Marokko werden vervoerd. NL 6 NL

19. De totstandbrenging van een gemeenschappelijke luchtvaartruimte met Tunesië maakt ook een dynamische regionale integratie mogelijk, die niet alleen betrekking heeft op de luchtvaartrelaties met de Europese Unie, maar ook op die tussen de zuidelijke Middellandse Zeelanden onderling. Dat is de reden waarom de Europese Gemeenschap in de luchtvaartovereenkomst met Marokko een geografische uitbreidingsclausule heeft opgenomen, die vooruitloopt op de deelname van een land als Tunesië aan deze gemeenschappelijke luchtvaartruimte: de liberalisering van de luchtvaartrelaties tussen de EU en Marokko enerzijds en de EU en Tunesië anderzijds kan Marokko en Tunesië er dus uiteindelijk toe brengen hun luchtvaartmarkten voor elkaar open te stellen. Hoewel deze luchtvaartovereenkomsten met Tunesië en Marokko dus op dezelfde logica gebaseerd zijn en elkaar onderling beïnvloeden, lijkt het in dit stadium toch aangewezen met deze twee zuidelijke Middellandse Zeelanden afzonderlijk te onderhandelen, met name om de logica van het Europees nabuurschapsbeleid niet te ondermijnen en om tegemoet te komen aan de wens van deze landen om "bevoorrechte bilaterale relaties" met de Europese Unie te sluiten; bovendien maakt dit een grotere flexibiliteit en een verschillende benadering mogelijk. 20. Als de Commissie een mandaat zou krijgen om met Tunesië te onderhandelen, zou dit bovendien de vastberadenheid van de Unie onderstrepen om de in 2005 door de Raad vastgestelde doelstellingen te verwezenlijken en om haar luchtvaartmarkt open te stellen voor al haar buurlanden, voor zover de regelgeving van die landen in overeenstemming wordt gebracht met die van de Unie. De totstandbrenging van een gemeenschappelijke luchtvaartruimte met Tunesië zou de regionale samenwerking en de integratie van de luchtvaartmarkten van alle zuidelijke Middellandse Zeelanden bevorderen. 4. CONCLUSIES 21. De Commissie acht het dan ook belangrijk Tunesië een beter perspectief te bieden op intensievere samenwerking op burgerluchtvaartgebied. Een algemene luchtvaartovereenkomst met dit land zou niet alleen de traditionele commerciële aspecten van luchtvaartovereenkomsten omvatten, maar ook een ambitieus kader vormen voor de ontwikkeling van samenwerking op het gebied van de regelgeving inzake beveiliging, veiligheid en verkeersbeheer, en de industriële samenwerking met deze landen vergemakkelijken. 22. De burgerluchtvaartsector biedt interessante kansen voor verdere uitbreiding van de samenwerking in de vervoerssector in het algemeen, wat aanzienlijke voordelen kan opleveren voor zowel Tunesië als de Europese Unie. Daarom moeten inspanningen worden geleverd om het luchtvervoer te doen uitgroeien tot een van de belangrijkste gebieden van samenwerking met Tunesië; dit is een voorbeeld van hoe Tunesië zich in de Europese structuren en markten kan integreren. 23. De overeenkomst zou een belangrijke stap zijn op weg naar een gemeenschappelijke luchtvaartruimte tussen de Europese Unie en haar mediterrane buurlanden, een van de belangrijkste doelstelling van het externe luchtvaartbeleid van de EU en een belangrijk onderdeel van het buitenlands beleid van de EU. Deze luchtvaartovereenkomst met Tunesië zou een grote toegevoegde waarde hebben uit politiek en economisch oogpunt; ze kan model staan voor soortgelijke NL 7 NL

overeenkomsten met andere zuidelijke Middellandse Zeelanden en op die manier bijdragen tot de regionale integratie van die landen. 24. Gezien het voorgaande stelt de Commissie de Raad voor haar een mandaat te geven om onderhandelingen aan te knopen met het oog op het sluiten van een algemene overeenkomst voor de oprichting van een gemeenschappelijke luchtvaartruimte met Tunesië. De Commissie zal nauw samenwerken met de lidstaten en met alle relevante belanghebbenden om de doelstellingen die in het voorgestelde besluit van de Raad zijn uiteengezet, verder uit te werken en te verwezenlijken. NL 8 NL