Inleiding De gemeente Oude IJsselstreek is van plan om tussen de Middelgraaf en de Debbeshoek een weg aan te leggen. Voor de aanleg van de weg moeten twaalf bomen worden gekapt. Deze bomen staan verspreid in het plangebied. Aan de zijde van de Middelgraaf zijn in de bomen al jarenlang roeken aanwezig. De gemeente heeft nu aan Foreest Groen Consult de vraag gesteld of de kap van deze zes bomen op gespannen voet staat met de flora en faunawet doordat hier roeken aanwezig zijn. Afbeelding 1: situatie tekening met tracé, te vellen bomen en bomen met nesten van de roek.
Inspectie bomen De twaalf te vellen bomen (op de tekening, afbeelding 1, aangegeven met een nummer en een kruis) zijn op 16 oktober 2013 door ondergetekende geïnspecteerd op de aanwezigheid van roeken nesten. In tabel 1 zijn de resultaten weergegeven. Nummer Soort Aanwezigheid nesten 1 Moeraseik Nee 2 Moeraseik Nee 3 Knotwilg Nee 4 Rode els Nee 5 Berk Nee 6 Noorse esdoorn Nee 7 Es (dood) Nee 8 Walnoot Nee 9 Es Nee 10 Knotwilg Nee 11 Moeraseik Nee 12 Moeraseik Nee Tabel 1: geïnspecteerde te vellen bomen. De bomen 3, 5,8,9 en10 zijn door de geringe omvang niet geschikt als potentiële kolonieboom. Boom 7 is afgestorven. Een grote tekening is opgenomen als bijlage van dit rapport. Wetgeving Roekennesten zijn vaste rust- en verblijfplaatsen. De nesten behoren tot de zogenaamde categorie 2 nesten. Dit zijn nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar. Conform artikel 11 van de flora en faunawet is het verboden nesten of andere voortplantingsof vaste rust- of verblijfplaatsen van de roek te beschadigen, te vernielen, weg te nemen of te verstoren. De soortenstandaard over de roek die eind 2012 is gepubliceerd geeft bij de uitleg van artikel 11 aan dat alleen nesten die meer dan twee jaar achterelkaar in gebruik zijn geweest beschermd zijn. Worden beschermde nesten verwijderd dan is altijd een ontheffing van de flora- en faunawet noodzakelijk. Gevolgen van voorgenomen kap In de te kappen bomen zijn op het moment van de inspectie geen nesten aanwezig. Er zijn daardoor ook geen twee jaar achterelkaar gebruikte en dus beschermde nesten aanwezig.
In de theoretische situatie dat er afgelopen seizoen wel nesten aanwezig zijn geweest maar dat deze uit de bomen zijn gewaaid, dan betreft het eenjarige nesten. Deze nesten worden niet beschouwd als vaste rust- en verblijfplaatsen en zijn dus niet beschermd. De kolonie heeft een vaste kern van 9 bomen met daarin meerdere 6-7 nesten. Behalve deze negen bomen zijn in het gebied nog eens 29 bomen aanwezig die in potentie geschikt kunnen zijn voor de roek. Buiten het plangebied zijn nog veel meer potentieel geschikte bomen aanwezig. Het kappen van de twaalf bomen heeft geen gevolgen voor de populatieontwikkeling van de kolonie. De kolonie beschikt over nog meer dan voldoende bomen om de kolonie in uit te breiden. Van de twaalf bomen zijn bovendien zes bomen niet geschikt vanwege de geringe omvang. Het kappen van de twaalf bomen brengt de kolonie niet in gevaar. De functionele verblijfplaats van de roek blijft intact. Het gebruik van de nieuwe weg heeft geen gevolgen voor de kolonie. Op dit moment loopt onder de bomen al een fietspad en roeken trekken zich niets aan van verkeer dat onder de kolonie doorrijdt. De nieuwe situatie zal geen gevolgen hebben voor de aanwezige roeken.
Conclusie Het kappen van deze twaalf bomen leidt op dit moment niet tot een overtreding van de flora en faunawet voor wat betreft artikel 11. Wordt de kap uitgesteld en gaan de roeken in de te kappen bomen broeden, kan dit uiteindelijk wel weer leiden tot een overtreding van artikel 11. Voorkomen moet worden dat roeken de twaalf te kappen bomen gaan gebruiken voor de bouw van nesten. De uit te voeren werkzaamheden kunnen wel tot een overtreding leiden van het artikel 10 van de flora- en faunawet, het opzettelijk verstoren. Om een overtreding van artikel 10 te voorkomen moeten de werkzaamheden, bij voorkeur, worden uitgevoerd buiten het broedseizoen van de roek. Dit broedseizoen loopt vanaf 15 februari tot 15 juli. Binnen deze periode mogen geen werkzaamheden worden uitgevoerd die tot een verstoring van de roeken leidt. Worden de roeken door de werkzaamheden verstoord dan moet het werk direct worden stilgelegd. De verstoring moet worden gemeld bij dienst regelingen en een roekendeskundige moet worden ingeschakeld om de situatie verder te bespreken. Naar waarheid opgemaakt. Laag-Keppel 30 oktober 2013 Ir. M.W.P. Ariëns
Bijlage: Ontwerptekening met boomnummers en roekenbomen.
BOS 95 BM11 Debbeshoek BM2 BM1 BM12 BM3 BM10 BM4 BM5 Verzorgingstehuis BM8 BM9 BM6 44 BM3 BM10 Middelgraaf de Blenk 20 BM4 9 BM7 1 7 Diergaarde 24 LEGENDA BM3 Te kappen boom Te handhaven boom Te handhaven boom met roekennesten Globaal nieuw wegtracé Maten in m tenzij anders vermeld Peilmaten in meters t.o.v. N.A.P. Afdeling : Postbus 42 Wijken en Beheer 7080 AA Gendringen Staringstraat 25 7081 BN Gendringen Telefoon: (0315) 292 292 datum: 17-10-2013 schaal: 1 : 200 onderwerp: VERBINDINGSWEG ACHTER DE BLENK TE ULFT besteknummer: 2013-039 formaat: A0 get: RFs gecontr: MDt onderdeel : AANVRAAG KAPVERGUNNING tek.nr: bladnr: 001 1-1 paraaf opdrachtgever: plotdatum: 24 okt 2013 (09:13) gewijzigd: datum: 23-10-2013 bestandsnaam: SO01-2013-039-C02.dwg W:\Gemeente Oude-IJsselstreek\2013-039 Tijdelijke ontsluiting centrumplan te Ulft\7 Overig\7.3 Tekeningen\732 SO\7321 Concept\SO01-2013-039-C02.dwg Plotstijl-tabel: Standaard Zwart Wit.ctb Plotschaal (layout): 1:26.217