Libellen van zeventien beken op en rond de Veluwe Nulmeting

Vergelijkbare documenten
Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld

JUFFERS klein, smal, ogen ver uiteen, zittend liggen vleugels meestal op achterlijf. Gekleurde vleugels Vrij groot Blauw glanzend Langs stromend water

Monitoringroutes van libellen in de Gooi en Vechtstreek 2009 en 2010

Libellen herkennen. Weidebeekjuffer Vrouwtjes zijn metaalglanzend groen, de mannetjes zijn blauw. Ze leven langs beken en rivieren (stromend water).

Enkele pareltjes uit het Saleghem krekensnoer

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Libellen LWD. Libellenwerkgroep Drenthe. LWD Nieuwsbrief. Tien kansen voor het Deurzerdiep. Inhoud: Zesde jaargang, nummer 8

Voortgang ontwikkeling Lunterse beek Plan Wittenoord en traject KleinWolfswinkel-Engelaar

Libellen in de Wellemeersen

Beek of beekmoeras? Water stroomt waar het gaan kan, en anders niet. Veldwerkplaats Beekdallandschap Verslag Geeserstroomgebied, Gees, 13 mei 2008

Herinrichting Hagmolenbeek Meer berging, meer stroming, meer fauna

Spiegelplas en Ankeveense plassen

Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Horstermeerpolder

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen

Libelleninventarisatie. Natuurmonumentengebied. Hollands Ankeveen

Krabbenscheer en Groene glazenmaker in de gemeente Borger-Odoorn;

Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem. Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016

Monitoringroutes van libellen in de Gooi en Vechtstreek 2007 en 2008

Libellen in de oostrand van Flevoland: actuele situatie, potenties en maatregelen

Libellen inventarisatie de Pan. door Hugo van der Slot. Steenrode heidelibel

Herstel sprengen en Grift in Apeldoorn

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

Libellen van De Maashorst. Nico Ettema

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Horstermeerpolder

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren!

Krabbenscheer en Groene glazenmaker in de gemeente Borger-Odoorn;

Libellen geteld Jaarverslag 2014

Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen

Harderbos en Harderbroek verbonden

Libellen in Drenthe René Manger Gerard Abbingh

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in]

Building with Nature: maatregelen In vogelvlucht

Jaarverslag Libellengroep 2015

Hoofdlijnen Natuurrapport 2007

Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk. Jan Stronks

Vanaf de Veluwe meanderen de beken door de langgerekte dalen, om uit te komen in het vlakke gebied bij de IJssel. Geweldige recreatieve routes!

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.

Bronnen aan de basis van een goede natuurkwaliteit Over herstelbeheer in bronsystemen

DAGVLINDERS EN LIBELLEN OP HET GOLFCENTRUM DE BATOUWE in ZOELEN 2016

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

Libellen Empese & Tondense heide en de Zilvense broekbeek:

Monitoringsverslag Hierdense / Staverdense beek per Bekenwerkgroep Nederland E, van den Dool

Op Stap in het Binnenveld. Willem van Raamsdonk & Christa Heijting

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water

Libellen in het najaar

9Sommige stukken van beken en rivieren bieden nog extra charme, Prachtige oorspronkelijke stukken van beken

Biodiversiteit in Vlaanderen: de cijfers

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

LIBELLEN IN DE UITERWAARDEN ROND ZALTBOMMEL VINCENT KALKMAN 2002

Zwart Water_Inrichting Schaapsen Diepbroek incl. sanering stortlocaties

Waterbodemsanering Biesbosch

FOTOBOEK LIBELLEN IN DE PROVINCIE UTRECHT VAN DE JAN KATSMAN. Maart 2017 EXCITING NATURE

Onderhoudsbeelden wateren en waterkeringen Overzicht beschermde flora en fauna Overzicht probleemflora en -fauna

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap

Libellen en Dagvlinders van Helmond

Herinrichting Boven Slinge. Eerste inzichten na een jaar meten. Inleiding

Verslag Excursie Kombos Ravon Utrecht

Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel

REACTIENOTA. Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg

Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012

Libellenfauna in het Stropersbos

Opslagverwijdering in de Rottige Meente voor de grote vuurvlinder

Inventarisatie Azewijnse Broek 2016 en Resultaten van de veldinventarisaties naar fauna. In opdracht van Netterden Zand en Grind B.V.

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

AGENDA. verslag vergadering 3 april opmerkingen

Amfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot

een overzicht van beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten Ruud, spaar ons mooie Keersopdal!

Beheeradvies zilveren maan Kaleweg

Het groeiende beek concept

Krabbenscheer en Groene glazenmakers in en rond Dedemsvaart 2013 tot en met 2016.

Libelleninventarisatie Goois Natuurreservaat Gebied Zanderij Cruysbergen

Bermenplan Assen. Definitief

INVENTARISATIE VAN DE REEUWIJKSE HOUT DOOR DE WERKGROEP ZOETWATERBIOLOGIE

MODDERBEEK, MOORSTERBEEK EN VALKSE BEKEN INVENTARISATIE EN BEHEER

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting.

Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Samen houden we het landschap in de gemeente Dalfsen mooi!

Nieuw landgoed De Horst schetsvisie. studio. 25 oktober 2012 Ronald van der Heide

Libellen Inventariseren - SBB 2009

Groene glazenmaker en Krabbenscheer in de gemeente Emmen, 2010,

Ontwerpbesluit Projectplan Leuvenumse Beek

Gebiedsbeschrijving Oude Diep

Klooster Hulsbergen.

AGENDA. verslag vergadering 14 januari opmerkingen

Krabbenscheer in de Krimpenerwaard. Resultaten van het herintroductieproject en tips voor natuurvriendelijk slootonderhoud

Libellen in Colorado, Wyoming, South Dakota, Utah & Idaho

Knelpunten van de Natuurzoom.

Transcriptie:

Libellen van zeventien beken op en rond de Veluwe Nulmeting

DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 2

Libellen van zeventien beken op en rond de Veluwe - Nulmeting Tekst: Tim Termaat Met medewerking van: Frank Bos, Jaap Bouwman, Nicoliene Peet en Albert Vliegenthart (De Vlinderstichting), Peter van Beers (Waterschap Veluwe), Rob Gerritsen (Waterschap Vallei en Eem) en Matthijs de Vos (Waterschap Rijn en IJssel). Rapportnummer: VS2008.001 Productie: De Vlinderstichting Postbus 506 6700 AM Wageningen telefoon: 0317-467346 fax: 0317-420296 email: info@vlinderstichting.nl homepage: www.vlinderstichting.nl Subsidieverstrekker: Provincie Gelderland, Waterschap Veluwe, Waterschap Vallei en Eem, Waterschap Rijn en IJssel. Topografische ondergronden: Kadaster Nederland, Emmen Foto s: Tim Termaat Deze publicatie kan worden geciteerd als: Termaat, T. (2008). Libellen van zeventien beken op en rond de Veluwe Nulmeting. Rapport VS2008.001. De Vlinderstichting, Wageningen. Trefwoorden: inventarisatie, libellen, Veluwe, beken, Hierdense Beek, Bulsinkbeek, Grift, Nijmolense Beek, Egelbeek, Korte Broek, Soerense Beek, Havikerwaard, Ruitersbeek, Beekhuizerbeek, Rozendaalse Beek, St. Jansbeek, Slijpbeek, Heelsumse Beek, Nieuwe Maarnse Beek, Heigraaf, Moorsterbeek, Modderbeek, Breede Beek, Zwarte Broek, waterbeheer, oeverbeheer Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van De Vlinderstichting en de opdrachtgever. Januari 2008 DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 3

Inhoud Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 / Inleiding... 6 Aanleiding en doelstellingen... 6 Nulmeting... 7 Hoofdstuk 2 / Methode... 8 Selectie van beken... 8 Inventarisatiemethode... 9 Hoofdstuk 3 / Resultaten... 10 Opbouw resultatenbespreking... 10 Legenda stippenkaarten... 10 Hierdense Beek... 11 Bulsinkbeek... 12 Grift... 13 Egelbeek en Korte Broek... 15 Soerense Beek... 17 Havikerwaard met Ruitersbeek... 18 Voortplanting in beken en sloten waarschijnlijk... 18 Beekhuizerbeek... 20 Rozendaalse Beek... 21 Sint Jansbeek... 21 Slijpbeek... 22 Heelsumse Beek... 22 Heigraaf en Nieuwe Maarnse Beek... 24 Moorsterbeek... 25 Modderbeek... 26 Breede Beek en Zwarte Broek... 27 Hoofdstuk 4 / Samenvatting verspreiding doelsoorten... 28 Hoofdstuk 5 / Conclusies en vervolgstappen... 30 Huidige stand libellenfauna... 30 Belangrijkste knelpunten... 30 Vervolgstappen... 31 Bijlage 1: Soortenlijst per beek... 34 Bijlage 2: Voorkomen doelsoorten per beek... 36 DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 4

Samenvatting In december 2007 is het project Kansen voor Beeklibellen op de Veluwe van start gegaan. Dit project heeft als doelstelling om in beken rond de Veluwe de situatie te verbeteren voor libellen en andere beeksoorten. Samen met de Waterschappen Veluwe, Vallei & Eem en Rijn & IJssel zijn zeventien beken voor het project geselecteerd. Als eerste stap in het project is de libellenstand van de geselecteerde beken onderzocht en in kaart gebracht, zodat op deze kennis kan worden voortgebouwd. In dit rapport vindt u de resultaten van dit onderzoek. In totaal werden 33 libellensoorten waargenomen langs de beken, of in de directe omgeving daarvan. De meeste soorten zijn algemeen en weinig kritisch. Een kleiner aandeel betreft soorten van schoon, vegetatierijk water. Een nog kleiner aandeel betreft typische beeksoorten. Van de beeksoorten is de weidebeekjuffer vrij goed vertegenwoordigd. De blauwe breedscheenjuffer en de beekoeverlibel zijn zeldzaam. De bandheidelibel is nog niet aangetroffen, maar kan wel op korte termijn verwacht worden. De bosbeekjuffer is duidelijk nog een brug te ver: restpopulaties zijn in het onderzoeksgebied niet aangetroffen. Het is nu duidelijk dat de beken in het plangebied zeer geïsoleerd zijn ten opzicht van de dichtstbijzijnde populaties. Op korte termijn kan hervestiging van de bosbeekjuffer daarom niet worden verwacht, maar op langere termijn is dit wellicht wel mogelijk. Vervolgstappen binnen het project zullen zich richten op het verder in kaart brengen van knelpunten en het formuleren en prioriteren van maatregelen. Daarnaast zal een communicatietraject over libellen en beken worden gestart. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 5

Hoofdstuk 1 / Inleiding Deze nulmeting is het eerste onderdeel van het project Kansen voor beeklibellen op de Veluwe. Dit project heeft als doelstelling om in beken rond de Veluwe de situatie te verbeteren voor libellen en andere beeksoorten. De huidige libellenstand van zeventien beken is in kaart gebracht, zodat op deze kennis kan worden voortgebouwd. Aanleiding en doelstellingen Beken vormen een belangrijk leefgebied voor tal van gespecialiseerde plant- en diersoorten, waaronder libellen. Op de Veluwe en vooral aan de randen van de Veluwe komen allerlei beken voor, die in potentie geschikt zijn voor libellen die in beken thuis horen. Op dit moment voldoen veel van deze beken in ecologisch opzicht echter niet aan de eisen die beeklibellen aan hun leefomgeving stellen. Kenmerkende libellensoorten van beken zijn daarom ondervertegenwoordigd rond de Veluwe. Om hierin verandering te brengen is in december 2007 het project Kansen voor Beeklibellen op de Veluwe officieel van start gegaan. Dit project heeft als doelstelling de uitbreiding van beeklibellen op en rond de Veluwe, met speciale aandacht voor de doelsoorten bosbeekjuffer, weidebeekjuffer, blauwe breedscheenjuffer, beekoeverlibel en bandheidelibel. Maatregelen die voor libellen gunstig zijn, zullen ook een verbetering van het leefgebied betekenen voor vele andere organismen van beken. Het is dan ook nadrukkelijk de bedoeling om een positieve impuls te geven aan de flora- en fauna van beken in het geheel. Het gebruik van libellen als specifieke doelgroep heeft echter belangrijke voordelen: libellen zijn goed zichtbare, makkelijk herkenbare en beleidsrelevante insecten, waarvan relatief veel bekend is. Dit maakt ze geschikt om sturing te geven aan een gerichte invulling van beekherstelprojecten, om communicatie en voorlichting over beekherstel te ondersteunen en om resultaten zichtbaar en meetbaar te maken. Behalve de doelstelling om de situatie voor libellen te verbeteren, heeft het projet Kansen voor Beeklibellen op de Veluwe de volgende nevendoelen: libellen als instrument gebruiken bij de ecologische invulling van beekherstelprojecten, die door de betrokken waterschappen reeds worden voorzien; libellen gebruiken bij de communicatie over beekherstel richting het publiek; libellen gebruiken bij de monitoring van beheer- en herstelmaatregelen van beken. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 6

Nulmeting Een eerste belangrijke stap in het project is eerder in 2007 al gezet: In overleg met de Waterschappen Veluwe, Vallei & Eem en Rijn & IJssel zijn beken geselecteerd waarvoor herstelmaatregelen zijn voorzien. Daarnaast zijn enkele beken geselecteerd die al (deels) in ecologisch goede staat verkeren, om een indruk te krijgen welke ambities gesteld kunnen worden aan nog te herstellen beken. De totale selectie bestaat uit zeventien beken. Langs deze beken zijn de libellen geïnventariseerd om een goed beeld te krijgen van de huidige waarde van de beken voor libellen. Op basis van dit onderzoek kunnen kansrijke beektrajecten worden aangewezen en kan worden bepaald welke maatregelen wenselijk en haalbaar zijn. Bovendien is deze nulmeting nodig om later effecten van maatregelen te kunnen meten. De resultaten van dit onderzoek worden in dit rapport besproken. Deze nulmeting legt daarmee een basis voor de rest van het project. Weidebeekjuffer Bosbeekjuffer Blauwe breedscheenjuffer Beekoeverlibel Bandheidelibel DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 7

Hoofdstuk 2 / Methode Zeventien beken zijn geselecteerd en geïnventariseerd op libellen. Daarnaast zijn de reeds bekende waarnemingen vanaf 2001 per beek op een rijtje gezet en aan het waarnemingenbestand van dit onderzoek toegevoegd. Selectie van beken In overleg met de Waterschappen zijn de volgende beken voor het project geselecteerd: Beeknaam Opmerking Waterschap Veluwe 1. Hierdense Beek Grotendeels al in goede toestand 2. Bulsinkbeek 3. Grift 4. Nijmolense Beek 5. Egelbeek 6. Soerense Beek Beekloop deels al hersteld Waterschap Rijn en IJssel 7. Havikerwaard met Ruitersbeek 8. Beekhuizerbeek Grotendeels al in goede toestand Grotendeels al in goede 9. Rozendaalse Beek toestand? Grotendeels al in goede 10. St. Jansbeek toestand? Grotendeels al in goede 11. Slijpbeek toestand? Waterschap Vallei en Eem 12. Heelsumse Beek Grotendeels al in goede toestand 13. Nieuwe Maarnse Beek Beekloop deels al hersteld 14. Heigraaf 15. Moorsterbeek 16. Modderbeek 17. Breede Beek DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 8

Inventarisatiemethode Recente waarnemingen tot 2007 Per beek (inclusief directe omgeving) is een overzicht gemaakt van de bestaande libellenwaarnemingen na 2000. Deze waarnemingen zijn afkomstig van het Landelijk Bestand Libellen (Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie, EIS Nederland & De Vlinderstichting). Veldonderzoek 2007 In de periode mei t/m september 2007 zijn de geselecteerde beken drie keer bezocht. Lopend langs de beek werden alle waargenomen libellen genoteerd en met GPS ingemeten. Gezien de lengte van sommige beken en de beperkte toegankelijkheid op sommige trajecten gebeurde dit steekproefsgewijs. De steekproef was per beek dermate groot dat een betrouwbaar beeld is verkregen van de libellensoorten die in de verschillende trajecten van de beken voorkomen. Sommige delen van beken zijn minder intensief bezocht. Dit betroffen: sterk beschaduwde trajecten, waarbij in een globale steekproef geen libellen werden aangetroffen. In juni is echter wel specifiek op het voorkomen van de bosbeekjuffer gelet. zeer monotone delen van beken, waarbij in een globale steekproef geen of slechts enkele libellensoorten werden aangetroffen. Tijdens het inventariseren van libellen is ook gelet op het voorkomen van andere kenmerkende fauna van beekdalen. Dit leverde enkele waarnemingen op van kenmerkende vogelsoorten en een vis (rivierdonderpad (Cotthus perifretum)). Per beek is een indruk verkregen van de fysische kenmerken (maatvoering, bodemsubstraat, oeverprofilering, globale stroomsnelheid, enz.) en biotische kenmerken (vegetatiestructuren op oevers en in het water). Deze kenmerken zijn deels ook op foto vastgelegd. Alle waarnemingen die in dit onderzoek zijn betrokken zijn gebundeld in een waarnemingenbestand dat per Waterschap wordt aangeleverd. In het volgende hoofdstuk staan alle waargenomen soorten per beek in een tabel vermeld. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 9

Hoofdstuk 3 / Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek per beek besproken. Opbouw resultatenbespreking Waarnemingen van libellen, vogels en vissen zijn per beek in kaart gebracht. De loop van de beek is zo goed mogelijk op de kaart aangegeven. In sommige gevallen kon de loop niet in detail met zekerheid worden bepaald, waardoor in enkele kaarten kleine afwijkingen zichtbaar zijn. Waarnemingen van de geselecteerde doelsoorten zijn met verschillende kleuren stippen aangegeven. Waarnemingen van soorten die niet in 2007 zijn waargenomen, maar wel in de jaren daarvoor (na 2000) zijn apart herkenbaar (zie legenda hieronder). Per beek wordt een soortenlijst gegevens van de waargenomen libellensoorten en overige opvallende soorten. Per libellensoort wordt aangegeven of voortplanting op de beek waarschijnlijk of onwaarschijnlijk is. Dit laatste is het geval voor soorten die normaal gesproken niet voorkomen bij stromend water en vaak een neiging tot zwerven vertonen. Sommige oudere waarnemingen zijn in de omgeving van de beek gedaan, maar hebben betrekking op andere wateren, bijvoorbeeld nabijgelegen een vijver of heideven. Dit staat in de tabel aangegeven. Soorten die alleen vóór 2007 zijn waargenomen staan in de tabel weergegeven met een asterisk*. Tot slot worden de belangrijkste kenmerken per beek beknopt besproken en wordt een beoordeling gegeven van de potenties van de beek voor de doelsoorten. Legenda stippenkaarten DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 10

Hierdense Beek Waargenomen soorten Voortplanting in beek waarschijnlijk weidebeekjuffer + gewone pantserjuffer* - (Ermelose Heide) houtpantserjuffer + bruine winterjuffer* - (Garderense Veld) kleine roodoogjuffer* - (Hierden) vuurjuffer* + watersnuffel + lantaarntje + blauwe glazenmaker + paardenbijter + platbuik* + gewone oeverlibel + beekoeverlibel - (kwelgebiedje langs beek) zwarte heidelibel - bloedrode heidelibel + bruinrode heidelibel + steenrode heidelibel + Bespreking Een deel van het traject van de Hierdense Beek wordt ook wel Staverdse Beek of Leuvenumse Beek genoemd. De nulmeting heeft zich gericht op het traject vanaf landgoed Staverden tot aan de monding in het Veluwemeer. Het zuidelijke traject, vanaf landgoed Staverden tot aan de Zwolse Brug bij Leuvenum, is het meest afwisselend van karakter. Beschaduwde en onbeschaduwde delen wisselen elkaar af, de morfologie van de beek doet natuurlijk aan en langs de beek komen waardevolle graslandjes met kwelrijke sloten voor. Sommige beschaduwde delen van de beek zien er zeer geschikt uit voor de bosbeekjuffer, terwijl open delen geschikt lijken voor weidebeekjuffer. Toch komen beide soorten hier niet voor. Weidebeekjuffer kan wel verwacht worden. In landgoed Staverden komt in de kwelslootjes de beekoeverlibel voor en op de kwelrijke graslandjes de zilveren maan (Boloria selene). Van beide soorten zijn de aantallen laag. Het middendeel betreft het traject door het Leuvenumse Bos, tot voorbij de A28 en de spoorlijn. De Hierdense Beek is hier vrijwel volledig beschaduwd, waardoor waterplanten nauwelijks voorkomen. Opvallend is dat het bos een zeer arme ondergroei kent, waardoor ook de oevervegetatie slecht ontwikkeld is. Dit komt vermoedelijk door het dikke pakket bladeren van beuken, in combinatie met de sterke beschaduwing die zij veroorzaken. Deze factoren zorgen ervoor dat dit traject ongeschikt is voor libellen. De morfologie van dit traject is overigens wel zeer DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 11

natuurlijk: zandige plekken, grindrijke plekken en detritusrijke plekken wisselen elkaar af. Het noordelijke deel betreft het traject waar de beek het bos uitkomt, door hoofdzakelijk open agrarisch gebied stroomt en tenslotte uitmondt in het Veluwemeer. De beek heeft hier het karakter van een traag stromende, grotendeels genormaliseerde laaglandbeek. Oeverprofilering, vegetatiebeheer en vermoedelijk ook het peilbeheer zijn afgestemd op de agrarische gebruiksfunctie van het omliggende land. De weidebeekjuffer plant zich op dit deel van de beek voort, in lage aantallen. Bulsinkbeek Waargenomen soorten Voortplanting in beek waarschijnlijk houtpantserjuffer + azuurwaterjuffer + variabele waterjuffer + lantaarntje + bruine glazenmaker + bruinrode heidelibel + Bespreking De Bulsinkbeek is een laaglandbeek die deel uitmaakt van het beekcluster Doornspijkerbeken. De beek is ca. 800 meter lang, stroomt traag door open agrarisch grasland en mondt uit in het Veluwemeer. De beek heeft grotendeels een vrij natuurlijke morfologie: niet geheel recht getrokken en niet al te hoge en steile oevers. Ten tijde van het veldbezoek was een goed ontwikkelde watervegetatie aanwezig met verschillende helofyten, drijvende en ondergedoken planten. Plaatselijk was de beek vrijwel dichtgegroeid. De oevervegetatie bestond uit slechts een smalle strook, maar deze was niet kort gemaaid en op de meeste plaatsen niet sterk verruigd. Zes soorten libellen werden waargenomen. De variabele waterjuffer is kenmerkend voor voedselrijk, maar schoon water met veel waterplanten. De Bulsinkbeek stroomt te traag en is te voedselrijk voor typische beeklibellen. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 12

Grift Waargenomen soorten Voortplanting in beek waarschijnlijk weidebeekjuffer + gewone pantserjuffer* - (vijver) houtpantserjuffer + azuurwaterjuffer + variabele waterjuffer + grote roodoogjuffer + vuurjuffer + watersnuffel + lantaarntje + blauwe breedscheenjuffer + blauwe glazenmaker + bruine glazenmaker +/- vroege glazenmaker + paardenbijter +/- grote keizerlibel + metaalglanslibel + platbuik + bruine korenbout* + gewone oeverlibel + zwarte heidelibel* - (heideveldje) geelvlekheidelibel* - (heideveldje) bloedrode heidelibel + bruinrode heidelibel + ijsvogel Bespreking De Grift is een gegraven watergang (of genormaliseerde beek?) die grotendeels het Apeldoorns Kanaal volgt. In de nulmeting is traject bekeken tussen Heerde in het noorden en Vaassen in het zuiden. Positieve kenmerken van de Grift zijn een goede doorstroming (met enige afwisseling), een zandbodem zonder veel slibophoping, veel vegetatie op de oever en in sommige trajecten veel waterplanten. Negatieve kenmerken zijn een zeer rechtlijnig verloop, vrijwel geen variatie in profilering, sommige trajecten met oeverbeschoeiing, weinig variatie in stroomsnelheid, vaak monotone ruigte door maaisel op oevers en (vermoedelijk) een hoge organische belasting. Sommige trajecten zijn te sterk beschaduwd. De weidebeekjuffer komt langs de hele Grift algemeen voor, uitgezonderd de sterk beschaduwde delen en het meest benedenstroomse deel. De aantallen zijn duidelijk het hoogst op plekken met variatie in stroomsnelheid (rimpelingen in het water) en een structuurrijke oevervegetatie. De blauwe breedscheenjuffer is ook aan te treffen, maar in veel lagere aantallen. Uitbreiding in de toekomst is mogelijk. De volgende soorten zijn positieve indicatoren van schone, vegetatierijke DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 13

wateren: variabele waterjuffer, vroege glazenmaker (Rode Lijst, een waarneming in 2007) en bruine korenbout (Rode Lijst, een waarneming in 2005). Nijmolense Beek Waargenomen soorten Voortplanting in beek waarschijnlijk weidebeekjuffer + gewone pantserjuffer* - (plassen) azuurwaterjuffer + grote roodoogjuffer + kleine roodoogjuffer + vuurjuffer* - (plassen) watersnuffel + lantaarntje + blauwe glazenmaker + bruine glazenmaker - (plassen) paardenbijter +/- grote keizerlibel + metaalglanslibel + viervlek + gewone oeverlibel + bruinrode heidelibel + Bespreking De Nijmolense Beek is een laaglandbeek die ontspringt bij de sprengen ten noordwesten van Vaassen en uitmondt in de Grift. De eerste tweehonderd meter van de beek (vanaf de sprengen tot aan de Hertenkampseweg) heeft het karakter van een bosbeek en ziet er qua structuur, bodemsubstraat en oevervegetatie mooi uit. Het middendeel (tussen Hertenkampseweg en Eekterweg) stroomt door open agrarisch gebied. De stroomsnelheid is zeer laag, vanwege een kunstmatige waterval die veel stuwing veroorzaakt. Het beekprofiel is op de meeste plaatsen sterk genormaliseerd, met monotone ruigte op de oevers en weinig waterplanten. Het water lijkt sterk organisch belast. Hier en daar zorgt grote egelskop langs de oever nog voor enige variatie in de vegetatiestructuur. De laatste kilometer voor de uitmonding in de Grift stroomt de Nijmolense Beek langs een gebied met bos en vijvers ( trafostation op topografische kaart). Dit deel ziet er veel beter uit. De beek loopt hier nog steeds kaarsrecht, maar de ruige oevervegetatie is veel natuurlijker. Bomen en struiken op de oever geven bovendien een extra structuur. Vlak voor dit trafostation loopt een mooi zijbeekje met veel stroming, dat echter grotendeels beschaduwd is door elzen. Het bos rondom de vijver bestaat deels uit mooi ontwikkeld vochtig elzenbos. Weidebeekjuffer is vertegenwoordigd op het bovenstroomse en het benedenstroomse deel van de beek, maar ontbreekt op het middeldeel. Ook op het zijbeekje komt de weidebeekjuffer voor. Het vrij lange lijstje DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 14

van overige libellensoorten is vooral te danken aan de extra soorten van de vijvers. Het is aannemelijk dat de weidebeekjuffer en mogelijk ook de blauwe breedscheenjuffer zullen profiteren van herstel- en beheermaatregelen. Egelbeek en Korte Broek Waargenomen soorten Egelbeek Voortplanting in beek waarschijnlijk weidebeekjuffer + houtpantserjuffer + azuurwaterjuffer + lantaarntje + bruine glazenmaker +/- platbuik + gewone oeverlibel + bloedrode heidelibel + bruinrode heidelibel + ijsvogel Waargenomen soorten Korte Broek Voortplanting in gebied waarschijnlijk azuurwaterjuffer + kleine roodoogjuffer + watersnuffel + lantaarntje + koraaljuffer + bruine glazenmaker + paardenbijter +/- grote keizerlibel + platbuik + viervlek + gewone oeverlibel + beekoeverlibel + zwarte heidelibel + bloedrode heidelibel + bruinrode heidelibel + watersnip Bespreking De Egelbeek is een sprengenbeek die net ten zuiden van Vaassen richting het Apeldoorns Kanaal stroomt. Behalve door de spreng wordt de beek ook gevoed door het kwelgebied Korte Broek, dat in eigendom en beheer is van Het Geldersch Landschap. Ten oosten van de Kortenbroekweg is de Egelbeek een smal, recht beekje en stroomt door een extensief beheerd ruig graslandgebied. Dat de beek grotendeels uit kwelwater bestaat is goed zichtbaar aan de uitgebreide roestvorming in het water. Even verder stroomt de beek langs het Korten Broek. Dit is werkelijk een fantastisch gebied. De kwel staat hier tot boven het maaiveld (vooral aan de westelijke kant) en de greppels die op de Egelbeek afwateren zijn roodbruin van de roestverschijnselen. In het westelijk deel zijn ook natuurlijke kwelstroompjes ontstaan die richting de beek lopen. De graslanden worden extensief beheerd en de greppels worden gefaseerd gemaaid. Er zijn ruige stukken aanwezig met pitrus en rolklaver, maar ook prachtige kwelvegetaties met soorten als veldrus, wateraardbei en verschillende zeggesoorten. In de DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 15

greppels zijn holpijp en duizendknoopfonteinkruid volop aanwezig. De Egelbeek heeft ten hoogte van het Korte Broek een bosbeekkarakter, met een mooie, natuurlijke morfologie en een aanzienlijke stroming. Ook het open traject langs de Kouwenaarsweg ziet er mooi uit, door enige variatie in de bedding. Het water is hier nog steeds roestbruin van kleur. Waterplanten zijn aanwezig, maar de oevervegetatie is minder goed ontwikkeld (monotoon, stikstofminnende soorten overheersend). De Egelbeek is vlak na het Korte Broek twee tot drie keer zo breed als vlak ervoor. Het kwelwater vanuit het Korte Broek heeft dus zowel een kwalitatieve als een kwantitatieve betekenis. Verder stroomafwaarts loopt de Egelbeek door agrarisch gebied (vooral weiland) en krijgt ze het karakter van een standaard agrarische weidebeek. De organische belasting neemt toe en de oevers wordt intensief gemaaid of begraasd. Singels langs de beek zorgen ervoor dat de beek op veel plaatsen volledig beschaduwd is. De nulmeting leverde een spectaculaire ontdekking op: een populatie beekoeverlibellen in het Korte Broek. De soort komt in dit gebied in hoge dichtheden voor en plant zich waarschijnlijk zowel in het kwelmoeras als in de greppels voort. Mogelijk ook sporadisch op de Egelbeek zelf, maar dit is niet waargenomen. Ook de koraaljuffer is vrij bijzonder. Op de Egelbeek zelf is de weidebeekjuffer aangetroffen ter hoogte van het Korte broek en in het meest benedenstroomse deel. De aantallen ten oosten van de weg De Poel waren verassend hoog. Dit is opmerkelijk, omdat de oevervegetatie hier niet bijzonder goed ontwikkeld is. Als het kwelmoeras van het Korte Broek kan worden uitgebreid of op meer plaatsen tot ontwikkeling kan komen, dan zal ook de beekoverlibel zich uitbreiden. De sloten in het Korte Broek lijken tevens geschikt voor vestiging van de bandheidelibel. Deze soort zou zich ook op de beek zelf kunnen vestogen als de belasting met meststoffen af zou nemen. De weidebeekjuffer kan zich in de toekomst uitbreiden op de beek. Het beschaduwde traject ter hoogte van het Korte Broek lijkt geschikt voor de bosbeekjuffer, maar het gaat slechts om een kort stukje. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 16

Soerense Beek Waargenomen soorten Voortplanting in beek waarschijnlijk weidebeekjuffer + gewone pantserjuffer + tengere pantserjuffer - houtpantserjuffer + azuurwaterjuffer + grote roodoogjuffer + kleine roodoogjuffer + watersnuffel + Lantaarntje + tengere grasjuffer + blauwe breedscheenjuffer + blauwe glazenmaker + bruine glazenmaker +/- paardenbijter +/- grote keizerlibel + smaragdlibel* - (bosplas) platbuik + viervlek + gewone oeverlibel + bloedrode heidelibel + bruinrode heidelibel + steenrode heidelibel + roodborsttapuit Bespreking De Soernse Beek loopt ten noorden van Dieren, startend bij de sprengen ten westen van Laag-Soeren en uitmondend in de IJssel bij kasteel de Geldersche Toren. De sprengkoppen zijn mooi ontwikkeld en onderhouden en hebben een uitbundige begroeiing van paarbladig goudveil. De beek loopt vervolgens door het bos en is grotendeels beschaduwd. Het profiel is structuurrijk en de bodem bestaat uit een mozaïek van detritusrijke plekken op zand. De oevers zijn meest kaal en waterplanten ontbreken. Ten oosten van de Apeldoorns Kanaal stroomt de Soerense Beek door open agrarisch gebied (weiland en maïs) en een bosgebiedje. Langs de Broekdijk heeft natuurontwikkeling plaatsgevonden. Hier is een moerassige laagte ontstaan waar een bypass (?) van de beek doorheen stroomt. Behalve de eigenlijke beek en het natuurontwikkelingsterrein zijn ook enkele sloten die op de Soerense Beek uitkomen in de nulmeting meegenomen (zie kaart). De hoofdloop van de beek heeft grotendeels een mooi meanderend profiel. De oevervegetatie ziet er goed uit, met name langs het deel ten noorden van de Broekdijk, dat in beheer is bij Natuurmonumenten. Het meest stroomafwaarts gelegen deel, bij het kasteel, stroomt zeer traag en is een weinig bijzondere weilandbeek. Goed ontwikkelde oevervegetatie en watervegetatie ontbreken hier. De beek in het natuurontwikkelingsterrein staat bijna stil en groeit in rap tempo dicht met moerasvegetatie. Rondom de beek vindt sterke verbossing plaats van elzen. Zonder ingrijpen zal dit terrein zijn openheid verliezen en daarmee niet meer waardevol zijn voor libellen. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 17

De sloten ten zuiden van de Broekdijk hebben weinig stroming en zijn zeer voedselrijk (maïsakkers). Een van de sloten staat droog, een andere sloot is helemaal dichtgegroeid en de overige sloten betreffen standaard afwateringssloten, met weinig variatie. Op de oevers staat een smalle zone van stikstofminnende ruigtekruiden. De smalle sloot die pal langs de Broekdijk loopt wordt door kwel gevoed (roestvorming). In het natuurontwikkelingsterrein zijn de meeste libellensoorten waargenomen, maar geen specifieke soorten van stromend water. De tengere grasjuffer is een bijzondere soort, die profiteert van pioniersituaties, meestal met kwel. De soort vormt op dergelijke plekken geen stabiele populaties. Op de hoofdloop komt zowel de weidebeekjuffer als de blauwe breedscheenjuffer voor. (In het kaartje gaan de stippen van weidebeekjuffer schuil onder die van blauwe breedscheenjuffer.) De tengere pantserjuffer (Rode Lijst) die werd waargenomen betrof hoogst waarschijnlijk een zwervend individu. De sloten ten zuiden van de Broekdijk hebben weinig potentie voor libellen. Doordat sommige sloten ver zijn dichtgegroeid zijn hier enkele soorten aanwezig die kenmerkend zijn voor vegetatierijke wateren, zoals de grote en kleine roodoogjuffer. Het meest stroomafwaarts gelegen deel is niet interessant voor libellen. Voor de weidebeekjuffer en blauwe breedscheenjuffer liggen er kansen voor uitbreiding. Het bovenstroomse deel voldoet aan veel voorwaarden voor de bosbeekjuffer. Beekoeverlibel en bandheidelibel zouden zich na maartregelen kunnen vestigen kwelrijke sloten en beektrajecten. Havikerwaard met Ruitersbeek Bespreking De Havikerwaard is een uiterwaardengebied van de IJssel, bestaande uit weilanden, akkers en watergangen. De Ruitersbeek, een traag stromende laaglandbeek, is de meest voorname Voortplanting in Waargenomen beken en sloten soorten waarschijnlijk weidebeekjuffer + houtpantserjuffer + bruine winterjuffer - azuurwaterjuffer + variabele waterjuffer + kleine roodoogjuffer + vuurjuffer + lantaarntje + blauwe glazenmaker + paardenbijter +/- grote keizerlibel + glassnijder + metaalglanslibel + platbuik + gewone oeverlibel + zwarte heidelibel +/- bloedrode heidelibel + bruinrode heidelibel + ijsvogel DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 18

watergang. De beek ontspringt in landgoed Middachten. In de nulmeting is de Ruitersbeek onderzocht, samen met enkele zijlopen. Zowel de Ruitersbeek als de overige watergangen staan volledig in dienst van de landbouw. Ze hebben een genormaliseerd profiel met steile oevers, die intensief worden gemaaid. De oevervegetatie bestaat voornamelijk uit monotone, voedselrijke ruigte. Op sommige plaatsen is de vegetatie met rust gelaten, met meer natuurlijke begroeiing tot gevolg. De hoeveelheid waterplanten varieert: sommige trajecten worden intensief geschoond, in andere trajecten zijn (nog) veel waterplanten aanwezig. Deze plekken zijn interessant voor de weidebeekjuffer, die in lage aantallen werd aangetroffen. Andere interessante soorten zijn de variabele waterjuffer en de glassnijder (Rode Lijst). Dit zijn soorten van voedselrijke, maar schone vegetatierijke wateren. Voor de weidebeekjuffer liggen kansen voor uitbreiding. De blauwe breedscheenjuffer en bandheidelibel (vooral kwelrijke trajecten) zouden zich in de toekomst kunnen vestigen. Kwelstroompjes zijn tijdens het onderzoek niet aangetroffen, maar zouden wel aanwezig kunnen zijn of ontwikkeld kunnen worden. In dat geval liggen er ook kansen voor de beekoeverlibel. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 19

Beekhuizerbeek Waargenomen soorten Voortplanting in beek waarschijnlijk weidebeekjuffer + grote roodoogjuffer + vuurjuffer + watersnuffel + lantaarntje + tengere grasjuffer + blauwe breedscheenjuffer +/- grote keizerlibel +/- (kasteelgrachten) smaragdlibel - (kasteelgrachten) platbuik + gewone oeverlibel +/- (kasteelgrachten) bloedrode heidelibel + Bespreking De Beekhuizerbeek is een typische sprengenbeek die een kilometer ten noorden van Velp ontspringt, aan de oostkant langs Velp stroomt en vervolgens uitmondt in de IJssel. De morfologie van de beek wordt grotendeels bepaald door cultuurhistorisch ingrepen: opgeleide trajecten, vijverpartijen, watervallen, dijkjes, enz. Ook de vijverpartijen rond kasteel Biljoen worden door de beek gevoed. In de sprengkop heeft bodemslib zich opgehoopt en het wateroppervlak is dichtgegroeid met klein kroos. Vanuit de sprengkop loopt een smalle beek ongeveer twee kilometer door het bos. Oeverprofiel, bodemsubstraat en oeverbegroeiing zijn gevarieerd. Vlak na de spreng stroomt de beek langs een open plek, daarna is ze grotendeels beschaduwd. Halverwege het bostraject stroomt de beek door een vijver. Ten oosten van Velp stroomt de beek een klein stuk door open gebied. De beek is hier opgeleid en stroomt over een soort dijkje. Vervolgens komt de beek in het park rondom kasteel Biljoen, waar het water stagneert en deels weer beschaduwd is. Weer wat verder is de beek grotendeels dichtgegroeid. Vlak voor de monding in de IJssel stroomt de beek rustig door de Velperwaarden. De oevervegetatie is hier vrij goed ontwikkeld. Op het open stukje ten oosten van Velp zijn drie mannetjes weidebeekjuffer gezien. Vermoedelijk plant de soort zich hier in kleine aantallen voort. Aan de rand van de bebouwde kom van Velp werd een blauwe breedscheenjuffer gezien. Dit betrof een zwervend individu van onbekende herkomst. Beide soorten zouden lokaal (open trajecten) kunnen toenemen. Het beektraject door het bos is door de sterke beschaduwing niet geschikt voor de meeste libellen, maar heeft wel potentie voor de bosbeekjuffer. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 20

Ter hoogte van de open plek in het bos werd de vuurjuffer en de platbuik waargenomen, beide algemene soorten. Langs het traject in de Velperwaarden is de tengere grasjuffer waargenomen. Deze vrij zeldzame pioniersoort zal hier vermoedelijk geen stabiele populatie vormen. De overige waargenomen soorten concentreren zich rondom de vijver van kasteel Biljoen. Het betreffen algemene soorten van stilstaand water. Rozendaalse Beek Waargenomen soorten Voortplanting in beek waarschijnlijk weidebeekjuffer + grote roodoogjuffer + lantaarntje + bruinrode heidelibel + Bespreking De Rozendaalse beek ontspringt in het bos ten noorden van Rozendaal. In het park rondom kasteel Rozendaal stroomt de beek door een serie vijvers en watervalletjes. Vervolgens is de beek nog enkele honderden maters als beek herkenbaar, voordat ze in de bebouwde kom van Velp verdwijnt. De sprengkoppen in het bos leveren kleine waterstroompjes op, die niet geschikt zijn voor libellen. Bij de vijverpartijen zijn geen libellen waargenomen, omdat het park niet vrij toegankelijk is. Het traject ten zuiden van het park heeft een mooi natuurlijk profiel en een goed ontwikkelde oevervegetatie. Hier werd drie weidebeekjuffers gezien en vermoedelijk vindt voortplanting plaats. Een deel van de oever is beschoeid, terwijl daar niet direct een noodzaak voor lijkt te bestaan. Sint Jansbeek Waargenomen soorten grote gele kwikstaart Voortplanting in beek waarschijnlijk Bespreking De Sint Jansbeek is nauwelijks als beek herkenbaar. De beek ontspringt in een sprengkop ten noorden van kasteel Zijpendaal en komt al gauw uit in de gracht van dit kasteel. Vervolgens gaat de beek op in een serie vijvers bij park Sonsbeek, om vervolgens in Arnhem te verdwijnen. In de nulmeting is alleen het stuk bij het kasteel onderzocht. Hier werden geen libellen waargenomen. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 21

Slijpbeek Waargenomen soorten Voortplanting in beek waarschijnlijk blauwe glazenmaker* - (heemtuin) gewone oeverlibel + Bespreking De Slijpbeek is een sprengenbeek die in bosgebeid Mariëndal ontspringt (noordelijker dan op kaartje staat aangegeven). Tot aan het spoor heeft de beek het karakter van een natuurlijke bosbeek, met meanders en een gevarieerd bodemsubstraat. De oevers zijn grotendeels kaal, vermoedelijk als gevolg van het dikke strooiselpakket van beukenblad en de zeer sterke beschaduwing van de beuken. Ten zuiden van het spoor loopt de beek door een vijver, vervolgens langs het terrein van de KEMA en ten slotte door de uiterwaarden richting de Rijn. Dit gebied is moeilijk toegankelijk. In de uiterwaarden is de beek smal, vrijwel stilstaand en op sommige plaatsen volledig dichtgegroeid. Het bosbeekgedeelte heeft potentie voor de bosbeekjuffer, hoewel de oevers momenteel te kaal zijn. De enige libellensoort die werd waargenomen was een gewone oeverlibel bij de vijver. In de uiterwaarden kunnen nog meer algemene soorten van stilstaand water verwacht worden, dit gebied kon niet volledig worden geïnventariseerd. Heelsumse Beek Waargenomen soorten Voortplanting in beek waarschijnlijk weidebeekjuffer* +/- (Wolfhezerheide) gewone pantserjuffer* - (Wolfhezerheide) bruine winterjuffer* - (Wolfhezerheide) azuurwaterjuffer + vuurjuffer + lantaarntje + paardenbijter +/- grote keizerlibel* - (Wolfhezerheide) metaalglanslibel + platbuik + viervlek + gewone oeverlibel + zwarte heidelibel* - (Wolfhezerheide) bloedrode heidelibel + bruinrode heidelibel + DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 22

Bespreking De Heelsumse Beek stroomt vanaf de Wolfhezerheide langs de oostkant van Heelsum naar de Rijn. Tijdens het onderzoek werd niet helemaal duidelijk waar de Heelsumse Beek ophoudt en de Wolfhezerbeek begint, of dat dit (deels) twee verschillende beken zijn. Op het kaartje staat aangegeven welk traject is geïnventariseerd. Ten oosten van de Wolhezerheide is het beekwater zwakzuur, wat zichtbaar is aan de typisch begroeiing van knolrus en veenmos. De beek heeft hier een natuurlijk profiel, ligt deels in de zon en deels in de schaduw en heeft een natuurlijke oeverbegroeiing. Een stukje verder stroomafwaarts staat de beek stil en is ze grotendeels dichtgegroeid met (duizendknoop?)fonteinkruid, grote egelskop en braamstruweel. Weer iets verder stroomafwaarts is recentelijk een vistrap aangelegd en zijn de oevers verlaagd. De beek stroomt hier sterk en krijgt de ruimte om haar bedding te hervinden. Er is een gevarieerde oevervegetatie ontstaan (jong successiestadium). Bij de papierfabriek is de beek moeilijk te volgen. Wel is zichtbaar dat de beek hier grotendeels is dichtgegroeid. Ten westen van de A50 Stroomt de beek op natuurlijke wijze door extensief beheerderde graslanden. Oever- en watervegetatie zijn hier goed ontwikkeld, vooral de kussens van slanke waterkers zijn opvallend. Bomen zorgen op sommige stukken voor veel schaduw. Ten zuiden van de N225 loopt de Heelsumse Beek traag en breed door de uiterwaarden, om vervolgens in de Rijn uit te monden. De beek wordt hier begeleid door een uitgebreide moerasvegetatie. Van de weidebeekjuffer is alleen een zwervend exemplaar bekend van de Wolhezerheide. De metaalglanslibel (vaak te vinden bij traag stromend, vegetatierijk water) werd in de uiterwaarden gezien. De overige waargenomen libellensoorten zijn algemeen en niet kenmerkend voor stromend water. Het benedenstroomse deel van de beek (ten westen van de A50) ziet er echter geschikt uit voor de weidebeekjuffer en de blauwe breedscheenjuffer. In de bovenloop van de beek liggen mogelijk kansen voor de beekoeverlibel. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 23

Heigraaf en Nieuwe Maarnse Beek Waargenomen soorten Heigraaf Voortplanting in beek waarschijnlijk weidebeekjuffer + (bij monding in kanaal) azuurwaterjuffer + lantaarntje + paardenbijter +/- zwarte heidelibel - bloedrode heidelibel + Waargenomen soorten Nieuwe Maarnse Beek Voortplanting in beek waarschijnlijk weidebeekjuffer + azuurwaterjuffer + kleine roodoogjuffer + vuurjuffer + watersnuffel + lantaarntje + tengere grasjuffer + bruine glazenmaker +/- vroege glazenmaker +/- grote keizerlibel + platbuik + viervlek + gewone oeverlibel + zwarte heidelibel - geelvlekheidelibel* - bloedrode heidelibel + bruinrode heidelibel + steenrode heidelibel + Bespreking De Nieuwe Maarnse Beek en de Heigraaf liggen in elkaars verlengde en stromen van Maarn richting Woudenberg, waar de Heigraaf uitmondt in een kanaal. Het werd tijdens het onderzoek niet helemaal duidelijk waar de Nieuwe Maarnse Beek precies begint en ophoudt. Ten noordoosten van Maarn heeft natuurontwikkeling plaats gevonden: beekoevers en aangrenzend weiland zijn verlaagd, waardoor een moeraszone is ontstaan, waarin de beek opnieuw haar weg vindt. De oevervegetatie die hier tot ontwikkeling is gekomen is weelderig en er groeien veel planten in de beek. Binnen enkele jaren zal dit terrein naar verwachting dichtgroeien met elzen of wilgen, tenzij dit door vervolgbeheer wordt verhinderd. Vervolgens stroomt de Nieuwe Maarnse Beek richting camping Eijckelenburg. De beek is hier grotendeels beschaduwd en is redelijk gevarieerd qua stroming, bodemsubstraat en oeverbegroeiing. Vanaf de camping kon de beek tijdelijk niet gevolgd worden, omdat het terrein hier ontoegankelijk is. Ter hoogte van de Zeisterweg heet de beek inmiddels Heigraaf. Tot aan het kanaal is een smalle beek met verruigde oevers. De bedding is niet volledig rechtgetrokken, waardoor nog enige dynamiek aanwezig is. In het nauurontwikkelingterrein is een vrij groot aantal libellensoorten gezien, waarvan de meeste soorten niet kenmerkend zijn voor stromend water. De weidebeekjuffer is dat wel, hiervan werden drie exemplaren waargenomen. De tengere grasjuffer is kenmerkend voor natte DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 24

pioniervegetaties en zal hier slechts tijdelijk aanwezig zijn. De vroege glazenmaker (Rode Lijst) is kernmerkend voor schoon, vegetatierijk water. Het is niet zeker of deze soort zich hier ook voortplant. Uitbreiding van weidebeekjuffer is kansrijk en vestiging van de blauwe breedscheenjuffer lijkt mogelijk. Indien kwelrijke trajecten kunnen worden hersteld liggen er ook kansen voor de beekoeverlibel. Moorsterbeek Waargenomen soorten Voortplanting in beek waarschijnlijk weidebeekjuffer + gewone pantserjuffer + houtpantserjuffer + azuurwaterjuffer + kleine roodoogjuffer + watersnuffel + lantaarntje + tengere grasjuffer + blauwe glazenmaker + paardenbijter +/- grote keizerlibel + platbuik + gewone oeverlibel + zwarte heidelibel - bloedrode heidelibel + bruinrode heidelibel + steenrode heidelibel + Bespreking De Moorsterbeek stroomt globaal van Barneveld tot het Valleikanaal bij Leusden, bijna volledig door intensief agrarisch gebied. Oeverprofilering, vegetatiebeheer en waterpeilbeheer zijn hier dan ook volledig op afgestemd. Hierdoor heeft de beek weinig dynamiek, weinig waterplanten en grotendeels een monotone, stikstofminnende oevervegetatie. Ten westen van De Glind stroomt de beek door een fraai stukje kleinschalig landschap met houtwallen en bosjes. Hier zijn kwelplekken in de beek aan te treffen, met meer waterplanten tot gevolg. Op plaatsen waar water stagneert groeit het water gelijk dicht met klein kroos, algenflab, riet, lisdodde en grote egelskop. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een vistrap en bij enkele aangelegde poelen die in contact staan met de beek. De weidebeekjuffer komt in lage dichtheden in de Moorsterbeek voor. De vrij zeldzame tengere grasjuffer is aangetroffen bij de recent aangelegde plasjes bij De Glind. De overige libellensoorten zijn algemeen en niet kenmerkend voor stromend water. ijsvogel Herstel- en beheermaatregelen zullen zeker een positief effect hebben op de weidebeekjuffer en de vestigingskans voor de blauwe breedscheenjuffer vergroten. Mogelijkheden voor de bandheidelibel hangen af de mate waarin kwelvoeding kan worden hersteld en de waterkwaliteit kan worden verbeterd. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 25

Modderbeek Waargenomen soorten Voortplanting in beek waarschijnlijk weidebeekjuffer + zwervende pantserjuffer* - (heideveldje) houtpantserjuffer + azuurwaterjuffer + lantaarntje + grote keizerlibel + platbuik + gewone oeverlibel + Bespreking De Modderbeek stroomt parallel aan de Moorsterbeek, ca. twee kilometer zuidelijker. Oeverprofilering en vegetatie laten nog minder variatie zien dan in de Moorsterbeek en de organische belasting is ook in deze beek zichtbaar hoog. Desondanks heeft de weidebeekjuffer een populatie op de Modderbeek, ten zuiden van Achterveld en bij de monding in het Valleikanaal. Blijkbaar is de zuurstofspanning van het water nog hoog genoeg voor de soort. De overige waargenomen soorten zijn algemeen en niet kenmerkend voor stromend water. Herstel- en beheermaatregelen zullen zeker een positief effect hebben op de weidebeekjuffer en de vestigingskans voor de blauwe breedscheenjuffer vergroten. Mogelijkheden voor de bandheidelibel hangen af de mate waarin kwelvoeding kan worden hersteld en de waterkwaliteit kan worden verbeterd. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 26

Breede Beek en Zwarte Broek Waargenomen soorten Breede Beek Voortplanting in beek waarschijnlijk lantaarntje + grote keizerlibel + bloedrode heidelibel + Waargenomen soorten Zwarte Broek Voortplanting in beek waarschijnlijk zwervende pantserjuffer + grote keizerlibel +/- zwarte heidelibel + geelvlekheidelibel +/- bloedrode heidelibel + bruinrode heidelibel + grote boterbloem Bespreking De Breede Beek stroomt ten zuiden van Nijkerk richting het Nijkerkernauw. De precieze loop van de Breede Beek werd in het onderzoek niet helemaal duidelijk. Bovenstaand kaartje geeft aan welke trajecten werden onderzocht, maar ook in het landgoed Groot Ehrental werd een beekloop gevolgd (niet op kaart aangegeven). Ten zuiden van De Bunt ligt het moerassig natuurontwikkelingsterrein Zwarte Broek, waar eveneens een watergang doorheen loopt. Dit terrein is meegenomen in het onderzoek. De hoofdloop van de Breede Beek is een smal, met een natuurlijk profiel, en plaatselijk veel waterplanten. Een groot deel van de oevers is ingepland met elzensingels en andere bomen, waardoor de beek volledig beschaduwd wordt. Dit is de voornaamste reden waarom vrijwel geen libellen op de beek werden aangetroffen. Wanneer meer lichte plekken langs de beek worden aangelegd zal de weidebeekjuffer hiervan profiteren. In het Zwarte Broek komen enkele libellensoorten voor die kenmerkend zijn voor stilstaand water met fluctuerende waterstand. Het voorkomen van de grote boterbloem is bijzonder. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 27

Hoofdstuk 4 / Samenvatting verspreiding doelsoorten Van de vijf geselecteerde doelsoorten werden er drie aangetroffen: de weidebeekjuffer, de blauwe breedscheenjuffer en de beekoeverlibel. Weidebeekjuffer De weidebeekjuffer werd van de vijf doelsoorten het meest aangetroffen. In acht beken is duidelijk een populatie aanwezig, bij vier ander beken werden enkele exemplaren gezien (zie tabel in bijlage 2). In de Grift is de grootste populatie aanwezig. Voor deze soort valt nog veel te halen: herstel- en beheermaatregelen kunnen bij veel beken voor een uitbreiding of vestiging van een populatie zorgen. Bosbeekjuffer De bosbeekjuffer werd niet in het plangebied waargenomen. Vooralsnog komt de dichtstbijzijnde populatie voor in het beeksysteem van de Slinge, bij Winterswijk. Isolatie van het plangebied ten opzichte van de dichtstbijzijnde populatie is dus een prbleem. Enkele beken hebben wel potentie voor de soort: Hierdense Beek, Egelbeek (zeer lokaal), Soerense Beek, Beekhuizerbeek en Slijpbeek. Dit zijn beken met een goede waterkwaliteit (dicht bij spreng of kwelgebied), meestal een natuurlijke morfologie en relatief veel schaduw. De Hierdense beek is het meest robuust en heeft de meeste variatie, zowel in morfologie als in vegetatie. De omstandigheden bij deze beek zijn het meest geschikt. Ontwikkeling van geschikte vegetatiestructuren is het belangrijkste aandachtspunt voor de bovenloop van de meeste sprengenbeken. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 28

Blauwe breedscheenjuffer De blauwe breedscheenjuffer is momenteel beperkt tot de Grift en de Soerense Beek. De soort is bij deze beken niet algemeen. Bij de Beekhuizerbeek werd een zwerver waargenomen. Vestiging is met name bij de wat grotere beken kansrijk, vooral wanneer de waterkwaliteit wordt verbeterd en waterplanten in de oeverzone meer kans krijgen. Beekoeverlibel De beekoeverlibel blijkt een grote populatie te hebben in het Korte Broek, het kwelgebeid dat van grote waarde is voor de Egelbeek. Daarnaast komt een kleine populatie voor in de kwelzone langs de Hierdense Beek in landgoed Staverden. Uitbreiding van kwelrijke sloten en het herstel van kwelrijke, zonbeschenen bovenlopen biedt meer mogelijkheden voor deze soort. Bandheidbelibel De bandheidelibel werd niet aangetroffen bij de onderzochte beken. Toch liggen er kansen voor de soort, met name na het herstel van kwelrijke weidebeken en sloten. De bandheidelibel breidt zich uit in Nederland, de dichtstbijzijnde populatie betreft tegenwoordig Zilvense Broekbeek, ca. 6 km ten noorden van de Soerense Beek. Isolatie is voor deze soort dus geen probleem. DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 29

Hoofdstuk 5 / Conclusies en vervolgstappen Het toekomst perspectief is voor de bosbeekjuffer nog ongunstig, maar de overige vier doelsoorten kunnen op korte termijn profiteren van gunstige maatregelen. Vervolgstappen binnen het project zullen zich richten op het verder in kaart brengen van knelpunten en het formuleren en prioriteren van maatregelen. Daarnaast zal een communicatietraject over libellen en beken worden gestart. Huidige stand libellenfauna In totaal werden in 2007 33 libellensoorten aangetroffen langs de geselecteerde beken, of in de directe omgeving daarvan. De meeste soorten zijn algemeen en weinig kritisch. Een kleiner aandeel betreft soorten van schoon, vegetatierijk water. Een nog kleiner aandeel betreft typische beeksoorten. Van de beeksoorten is de weidebeekjuffer vrij goed vertegenwoordigd. De blauwe breedscheenjuffer en de beekoeverlibel zijn zeldzaam. Deze soorten kunnen op korte termijn profiteren van gunstige maatregelen. De bandheidelibel is nog niet aangetroffen, maar kan wel op korte termijn verwacht worden. De bosbeekjuffer is duidelijk nog een brug te ver: restpopulaties zijn in het onderzoeksgebied niet aangetroffen. Het is nu duidelijk dat de beken in het plangebied zeer geïsoleerd zijn ten opzicht van de dichtstbijzijnde populaties. Op korte termijn kan hervestiging daarom niet worden verwacht, maar op langere termijn is dit wellicht wel mogelijk. Een verdere positieve ontwikkeling in de Achterhoek en Noord- Brabant is van belang om kolonisatie van de Veluwezoom dichterbij te brengen. Belangrijkste knelpunten Tijdens het inventarisatiewerk is een eerste indruk verkregen van de voornaamste knelpunten voor beeklibellen: Beken door open agrarisch gebied (midden- en benedenlopen): waterkwaliteit: de organische belasting vanuit de landbouw is vaak erg hoog. Dit heeft een negatief effect op de zuurstofspanning van het beekwater en op de vegetatieontwikkeling; profilering: oevers zijn vaak erg steil en beekbeddingen vertonen weinig variatie. Hierdoor ontstaat weinig variatie in stroomsnelheid en vegetatie. Ook het peilbeheer draagt hier soms aan bij. beheer: veel trajecten worden te intensief geschoond. Door het achterlaten van maaisel op de oever treedt sterke verruiging op. Op andere trajecten dreigt de beek juist volledig dicht te groeien. Bosbeken (bovenlopen, meestal van sprengenbeken): DE VLINDERSTICHTING 2007 VS2008.001 LIBELLEN VAN ZEVENTIEN BEKEN OP EN ROND DE VELUWE - NULMETING 30