Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek te Loosbroek - Molenhoeven

Vergelijkbare documenten
Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof

Verkennend en waarderend archeologisch. onderzoek. R. de Leeuwe. Erp Aa, plangebied EVZ Leigraaf, deeltraject Veluwe

Inventariserend Veld Onderzoek (IVO) Heesch - De Hoef (HDH 1105)

Verkennend en waarderend archeologisch onderzoek te Heeswijk - Heilaren Noord. R. de Leeuwe en T.A. Goossens

Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32

Verkennend en waarderend archeologisch onderzoek Oss-Klaphekkenstraat. R. Jansen, C. van der Linde

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

4 Archeologisch onderzoek

Selectiebesluit archeologie Hoeveneind tussen 7 en 21 Teteringen

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: /

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol.

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag

Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek Megen - Kapelstraat

Archeologische MonumentenZorg

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES

Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat

Bijlage 11 Archeologisch onderzoek

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

Een verkennend archeologisch onderzoek te Rosmalen - Varkenshoek

CHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Handel, Rector van de Laarschotstraat. E.N.A. Heirbaut

PLAN VAN AANPAK. Pagina 1 van 7 LOCATIE. Knegsel, gemeente Eersel PROJECT

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Gerrit Rietveld College

Heesch - Beellandstraat

Gageldijk. GAG: Archeologische begeleiding rond de aanleg van een fietsviaduct aan de Gageldijk, gemeente Utrecht. Basisrapportage Archeologie 109

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

Dennenstraat te Eksel (gem. Hechtel-Eksel) Programma van Maatregelen

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Kamerstraat te Hechtel (gem. Hechtel- Eksel) Programma van Maatregelen

Averboodse Baan (N165), Laakdal

ARCHEOLOGIENOTA. MELLE ROOTPUTTE (prov. 00ST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen

30 sept OU

Bijlage C. Waarderingssystematiek voor het aanwijzen van archeologische monumenten

Realisatie van appartementen langsheen de Arkenvest Halle

Quickscan Archeologie

Monumentenhuis Brabant bv

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologische begeleiding Geffen-Weverstraat (gemeente Oss) J. van der Leije. Archol. Archol

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein

PLAN VAN AANPAK ARCHEOLOGISCH INVENTARISEREND ONDERZOEK H023 OOST, HAARLEM

Bureauonderzoek plangebied IJssalon Venezia op de Heuvel te Oss

Rotterdamseweg 202 in Delft

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt

Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

Bavikhove, Eerste Aardstraat

CHECKLIST. en Wetenschap aan instellingen die hebben aangetoond bekwaam te zijn tot het doen van

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

Programma van maatregelen: Sint-Kwintens-Lennik (Lennik) Veldstraat

ARCHEOLOGIENOTA. ROESELARE HONZEBROEKSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Programma van maatregelen: Waasmunster - Schrijbergstraat

Verkennend en waarderend archeologisch onderzoek Oss-Bergoss. C. van der Linde, R. Jansen

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Bureauonderzoek Archeologie

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016

Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden

Archeo-rapport 48 Het archeologische vooronderzoek aan de Spurkerweg te Bilzen

Inleiding. Vigerend beleid en bevoegd gezag. Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn. Utrecht, 25 november 2012

memo Locatiegegevens: Inleiding

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent.

ARCHEOLOGIENOTA. LIEDEKERKE ROZENLAAN (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Aldi-Kattestraat te Sint-Truiden (gem. Sint-Truiden) Programma van Maatregelen

Schiervelde te Roeselare (gem. Roeselare) Programma van Maatregelen

Monumentenhuis Brabant bv

Transcriptie:

Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek te Loosbroek - Molenhoeven M. Hemminga R. de Leeuwe Opdrachtgever: Gemeente Bernheze Uitvoering: december 2005

Archol Rapport 62 Titel: Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek te Loosbroek - Molenhoeven Colofon Uitvoering: M. Hemminga (veldwerkleider) S. Knippenberg L. Meurkens Contactpersoon opdrachtgever: R. Govaerts Auteurs: M. Hemminga, R. de Leeuwe Beeldmateriaal: S. Shek, A. Allen Projectleiding/autorisatie: T.A. Goossens, R. Jansen Opmaak: ISSN 1569-2396 A. Allen Archol, Leiden 2006 Postbus 9515 2300 RA Leiden archol@arch.leidenuniv.nl Tel. 071 527 33 13

Inhoudsopgave Inleiding 5 1 Landschappelijk en archeologisch kader 6 2 Het onderzoek: methodiek en vraagstellingen 7 2.1 Methodiek 7 2.2 Vraagstellingen 8 3 Resultaten 11 4 Waardering en aanbevelingen 14 4.1 Waardering 14 4.2 Conclusie en aanbevelingen 15 Literatuur 16 Bijlage: Sporenlijst 16

LOOSBROEK - MOLENHOEVEN 5 Inleiding In opdracht van de gemeente Bernheze is door Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol BV) een verkennend en waarderend archeologisch onderzoek uitgevoerd in het gebied Molenhoeven te Loosbroek. Het plangebied ligt ten zuidoosten van het dorp Loosbroek, in de gemeente Bernheze en omvat perceel 1269 (figuur 1). Figuur 1 Ligging plangebied. 163 164 165 409 410 409 410 163 164 165 Aanleiding voor een archeologisch onderzoek van het gebied vormen de geplande bodemingrepen en de daaraan gekoppelde aantasting van het bodemarchief die kunnen leiden tot verstoring van eventueel aanwezige archeologische resten. Doel van het onderzoek is deze mogelijke archeologische waarden voorafgaand in kaart te brengen. Op basis van de resultaten kan vervolgens een advies worden opgesteld over een verdere omgang met archeologie. Tabel 1 Administratieve gegevens. Uitvoering: Veldwerk: Week 48, 2005 Uitwerking: Week 51, 2005 Opdrachtgever: Gemeente Bernheze Bevoegd gezag: Provincie Noord-Brabant Meldingsnummer onderzoek: 14831 Kaartblad: 45G Locatie: Gemeente: Bernheze Plaats: Loosbroek Toponiem: Molenhoeven Coördinaatgegevens: 163263 / 409625 163355 / 409763 163507 / 409826 163444 / 409489

6 LOOSBROEK - MOLENHOEVEN 1 Landschappelijk en archeologisch kader Het plangebied ligt op een dekzandvlakte met een aantal dekzandruggen in de omgeving tussen de rivier de Aa in het zuiden en de Venloop in het noorden (figuur 2). Deze vlakte ligt midden aan de noordkant van het uitgestrekte Noord-Brabantse-Limburgse dekzandgebied. Dergelijke locaties hebben vaak een hoge archeologische verwachting. Het plangebied wordt gekenmerkt door podzolgronden, die vrijwel volledig zijn opgenomen in de bouwvoor. Enkeerdgronden (de zogenaamde esdekken) ontbreken; deze liggen ten noorden van Loosbroek. Op de IKAW 1 heeft het oostelijke deel van het gebied, circa 60% van het totale plangebied, een lage archeologische waarde (figuur 3). In het zuidwesten ligt een dekzandrug die een hoge archeologische waarde heeft. 2 In de directe omgeving van en in het plangebied zelf zijn geen Archis 3 - meldingen (vondstmeldingen) bekend. Figuur 2 Geomorfologische kaart van de omgeving van Loosbroek. 1 Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden. 2 Jansen 2005. 3 Archis is het geautomatiseerde Archeologisch Informatiesysteem voor Nederland.

LOOSBROEK - MOLENHOEVEN 7 Figuur 3 IKAW van Loosbroek-Molenhoeven. Het plangebied is blauwomlijnd, de proefsleuven zijn groen. 163500 Loosbroek 409500 409500 410000 410000 N 0 250m 163500 lage indicatieve waarde middelhoge indicatieve waarde hoge indicatieve waarde plangebied 2 Het onderzoek: methodiek en vraagstellingen 2.1 Methodiek Sinds enkele jaren wordt gestreefd om archeologisch onderzoek in een vroeg stadium in de ontwikkeling van terreinen uit te voeren. Daartoe wordt een vast traject van verschillende vooronderzoeken doorlopen. Deze zogenoemde prospectieve onderzoeken hebben een verkennend en/of waarderend karakter en zijn in principe zo weinig mogelijk destructief. Het belangrijkste doel is om inzicht te krijgen in de verspreiding van de archeologische waarden in een gebied zonder direct grote vlakken open te moeten leggen. Wanneer blijkt dat een terrein ernstig is verstoord of in het geheel geen sporen oplevert, wordt hiermee volstaan. Bij het aantreffen van archeologische waarden zijn er kort gesteld twee mogelijkheden: 1. De archeologische waarden worden ingepast in de plannen voor het gebied: ze worden beschermd; 2. Inpassing is niet mogelijk, de archeologische waarden zullen worden verstoord of vernietigd. Een opgraving is dan noodzakelijk.

8 LOOSBROEK - MOLENHOEVEN De fysieke eigenschappen van het terrein (een dekzandvlakte) en het feit dat het terrein in een archeologisch aandachtsgebied ligt, maakten een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door middel van proefsleuven noodzakelijk. Alleen door middel van proefsleuven kan effectief worden aangetoond dat archeologische sporen zichtbaar zijn in het dekzand onder het esdek. Waar een booronderzoek slechts inzicht geeft in de stratigrafische opbouw, vult een proefsleuvenonderzoek deze aan met gegevens over het oude woonoppervlak en geeft een goed inzicht in de vondstspreiding en datering van een vindplaats. Een booronderzoek op zandgronden kan alleen een positief resultaat geven: op basis van vondsten of aardewerk in een boor kan een vindplaats worden gekarteerd. Een negatief resultaat is niet eenduidig te geven. De afwezigheid van vondsten betekent niet dat een vindplaats ontbreekt, gezien het feit dat deze mogelijk is gekenmerkt door een lage vondstdichtheid. Een booronderzoek op zandgronden leidt dus vrijwel altijd tot een proefsleuvenonderzoek-advies, tenzij vaststaat dat het terrein volledig ontzand is. Het onderzochte plangebied heeft een oppervlak van ruim 4,7 hectare en is aan de westzijde begrensd door het dorp Loosbroek (figuur 4). Aan de zuidzijde loopt de Hanenbergsestraat. Oorspronkelijk hoorde perceel 519 aan de oostzijde bij het te onderzoeken gebied, maar omdat dit een lage archeologische waarde heeft op de IKAW-kaart is het onderzoek hiervan vooralsnog niet noodzakelijk geacht. Alleen indien het westelijke deel van het plangebied archeologische waarden oplevert, zal een aanvullend onderzoek van het oostelijke deel worden geadviseerd. In totaal zijn zes proefsleuven gegraven; zuid-noord georiënteerd (figuur 4). Het perceel is opgedeeld in een aantal stukken met een verschillend gebruik. Het zuidelijke gedeelte en het zuidoosten, waar sleuven 1 t/m 4 in gegraven zijn, zijn in gebruik als grasland, de noordwestelijke hoek als maïsakker en het noorden als paardenwei. Tussen sleuven 2 en 3 loopt een zandpad richting het noorden. Het opgravingsvlak is direct onder de bouwvoor aangelegd op het dekzand en handmatig bijgeschaafd. Vlakken en profielen zijn beschreven en opgetekend. De onderste laag van het esdek en het opgravingsvlak zijn met een metaaldetector onderzocht. De proefsleuven zijn na afloop van het veldwerk ingemeten in RD-coördinaten en NAP-hoogten. 4 2.2 Vraagstellingen De onderzoeksvragen zijn afgestemd op het verkennende en waarderende karakter van het onderzoek. Primaire doelstelling is het in kaart brengen van de archeologische waarden in het gebied. Eventuele vindplaatsen moeten in een landschappelijke en archeologische context worden geplaatst waarbij onderstaande vraagstellingen beantwoord moeten worden. Indien geen archeologische waarden worden vastgesteld, moet verklaard worden waarom deze ontbreken. 4 De coördinaten van de vaste punten zijn ingemeten door Ingenieursbureau Passe-partout (Gouda).

LOOSBROEK - MOLENHOEVEN 9 Tenslotte moet een waardering worden toegekend aan de aangetroffen vindplaats(en). Bij het onderzoek staan de volgende themas en vragen centraal: 5 Figuur 4 Topografie van Molenhoeven met de gegraven proefsleuven; nummering op volgorde van aanleg. 409800 Landschap en bodem Dit aspect van het onderzoek omvat de bestudering van de landschapstypologische, fysisch-geografische, paleo-geografische en cultuurlandschappelijke aspecten van de plangebieden en de landschappelijke context van de (eventuele) vindplaatsen in historisch perspectief. Dit leidt tot de volgende vragen: 1. Wat is de landschapstypologische context en de landschappelijke geleding van de plangebieden? 2. Hoe is de archeologisch relevante geologische en bodemkundige opbouw van de ondergrond en het microreliëf in de plangebieden? 3. Wat is de fysiek-landschappelijke ligging van de vindplaatsen (geologie, bodemtypen en geomorfologie)? 4. Bij aan- of afwezigheid van vindplaatsen. Wat zegt de landschappelijke ligging over de locatiekeuze en het vroegere landschapsgebruik van eventuele archeologische resten, dan wel over het ontbreken van dergelijke resten? 163300 163400 Watermolen T VUNDERKE 163500 163600 409800 SCHAAPSDIJK MOLENHOEVEN T VUNDERKE 5 5 MOLENHOEVEN 409700 409700 SCHAAPSDIJK 1 1 1269 1269 6 6 519 409600 N 2 Hanenbergsestraat 2 409600 3 3 4 4 409500 0 100m 409500 163300 163400 163500 163600 plangebied 2 put nummer paardenwei drassige maisakker drassig grasland 5 Jansen 2005.

10 LOOSBROEK - MOLENHOEVEN Gaafheid en conservering Dit aspect van het onderzoek omvat het aanvullen en evalueren van de conclusies betreffende gaafheid en conservering van de archeologische locaties en fenomenen. De vraagstellingen zijn: 1. Wat is de mate van conservering en gaafheid van de specifieke vindplaatsen? 2. In welke mate beperken de omstandigheden van gaafheid en conservering de antwoorden op de overige vragen? Perioden en vindplaatsen Dit aspect van het onderzoek richt zich op de aard, ouderdom, omvang en andere archeologische kenmerken van de vindplaatsen en off-site patronen. 6 Kernvraag is: Hoe was de bewoningsgeschiedenis en het landschapsgebruik in de verschillende plangebieden, gezien in synchroon en diachroon perspectief? Van deze kernvraag zijn voor dit onderzoek de volgende vragen afgeleid: 1. Is er sprake van de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen? 2. Wat is de ruimtelijke verspreiding, zowel in horizontale als verticale zin, van vindplaatsen en eventuele off-site-patronen en wat is hun onderlinge samenhang? Zijn er markante lege gebieden? 3. Wat is per archeologische vindplaats / off-site-locatie in het plangebied: - de ligging (inclusief diepteligging) - de geologische en/of bodemkundige eenheid - de omvang (inclusief verticale dimensies) - het type en de functie van de vindplaatsen of off-site-patronen - de samenstelling van de archeologische resten (grondsporen en mobilia) - de vondst- en spoordichtheid - de stratigrafie voor zover aanwezig - de ouderdom, periodisering, typo-chronologische classificatie Specifieke onderzoeksvragen 1. Aansluiting bij eerder onderzoek in de gemeente Bernheze. Wat kunnen de vindplaatsen bijdragen aan het algemene beeld van het verleden in de microregio Bernheze? Sinds een aantal jaren wordt er veelvuldig archeologisch onderzoek uitgevoerd in de gemeente Bernheze. Door de resultaten te koppelen wordt een beeld verkregen van de (pre)historische geschiedenis van de gemeente. Overige onderzoeksvragen 1. Welke aanbevelingen zijn te geven met betrekking tot de bij vervolgonderzoek toe te passen strategieën, methoden en technieken? 2. Welke aanbevelingen zijn te geven met betrekking tot eventuele te nemen behoudsmaatregelen? Het uiteindelijke doel is te komen tot een advies: is er voorafgaand aan de werkzaamheden in het plangebied een opgraving van (een deel van) het terrein noodzakelijk? Komt (een deel van) het terrein in aanmerking voor bescherming? Kan volstaan worden met een adequate archeologische begeleiding van de graaf- en bouwwerkzaamheden? Of is verder archeologisch onderzoek niet noodzakelijk? 6 Off-site: sporen die buiten het kerngebied van een vindplaats worden aangetroffen zoals wegen en verkavelingsgreppels.

LOOSBROEK - MOLENHOEVEN 11 3 Resultaten Figuur 5 Foto van profiel 2 in proefsleuf 2. Begonnen is met de aanleg van de meest westelijke proefsleuf, parallel aan de perceelsscheiding. Het onderzoek is uitgevoerd met proefsleuven van drie meter breed en met variërende lengtes. Van het plangebied is in totaal circa 1050 m 2 onderzocht. Bij aankomst trof het veldteam van Archol een terrein aan met opvallende reliëfverschillen, die niet binnen het natuurlijke landschap pasten. Het bezoek van de heer Van der Heijden (huidige eigenaar van het perceel 1269) leverde al snel een verklaring op. De eigenaar heeft in het verleden grootschalige graafwerkzaamheden verricht ten behoeve van zandwinning. De lage, afgegraven zones waren bij aanvang van het proefsleuvenonderzoek zo drassig door de hevige sneeuwval van de voorgaande dagen dat grote delen ontoegankelijk waren voor de graafmachine. Gezien de zandwinning en de fysieke beperkingen van het terrein is besloten de proefsleuven in de hoogste zones aan te leggen. Tabel 2: De eerste sleuven zijn gegraven in waardering het zuiden vindplaats van (het onderzochte deel van) het plangebied. Dit deel was in gebruik als grasland. De sleuven bevestigen de informatie van de heer Van der Heijden: het opgravingsvlak vertoonde hier namelijk zandwinningssporen. Er is besloten om een tussenstuk van 14 meter over te slaan om de omvang van de verstoring vast te leggen. Het noordelijke deel van proefsleuf 1 bevatte helaas eveneens recente verstoringen. In de tweede proefsleuf bleek de C-horizont in de eerste 20 meter intact te zijn, maar archeologische waarden zijn er niet aangetroffen. Zowel sporen als vondsten ontbraken. In de rest van de sleuf zijn vergelijkbare verstoringen als in sleuf 1 aangetroffen. In het profiel is te zien dat een groot deel van het oorspronkelijke bodemprofiel is omgewerkt of afgeschoven en deels is opgenomen in de bouwvoor (figuur 5). De proefsleuven in het zuidoostelijke deel van het perceel (nummer 3 en 4) gaven een soortgelijk beeld. In sleuf 3 was nog een deel van de matrix (C-horizont) aanwezig maar ook hier waren de sporen van de ontzanding van het gebied zichtbaar. In sleuf 4 overheersten deze sporen (figuur 6).

12 LOOSBROEK - MOLENHOEVEN Figuur 6 Ontzandingssporen in sleuf 4. Sleuf 5 is exact in het verlengde van nummer 4 uitgezet. Op de topografische kaart blijkt dat sleuf 5 deels op perceel 519 ligt, eveneens in het bezit van dezelfde eigenaar. De perceelsscheiding was in het veld niet zichtbaar, maar in het opgravingsvlak wel (als recente sloot). Vanwege omvangrijke verstoringen in proefsleuf 4, is bij sleuf 5 aan de noordkant van het plangebied begonnen met de aanleg. Het doel was om vast te stellen of de verstoringen over de hele lengte van het plangebied lopen. Aan de noordzijde is een spoor aangetroffen van 94 cm breed en 10 cm diep. Het betreft een (natuurlijke?) vlek die door het ontbreken van vondstmateriaal niet nader gespecificeerd kan worden. Circa 15 m naar het zuiden zijn twee kleine sporen aangetroffen die als paalgat geïnterpreteerd kunnen worden. Op basis van hun uiterlijk en de scherpe begrenzing moet geconcludeerd worden dat ze vrij recent zijn. Er zijn geen vondsten bij aangetroffen. Wegens de aanwezigheid van de al eerder genoemde recente sloot die precies in lengterichting door de sleuf loopt, is er voor gekozen om het

LOOSBROEK - MOLENHOEVEN 13 Figuur 7 Hoogtekaart op basis van de vlakhoogten. vervolg van de sleuf drie meter naar het westen te verleggen. Het zuidelijke deel van de proefsleuf heeft geen archeologische sporen opgeleverd. De aanleg van proefsleuf 5 is gestaakt nadat er in de laatste 15 m slechts nog verstoringen zichtbaar waren. Naar verwachting is het lage gebied tussen proefsleuven 4 en 5 eveneens verstoord. De laatste proefsleuf (6) is in het maïsveld aangelegd (zie figuur 4). De ligging aan de uiterste oostkant is bepaald door de conditie van het perceel (de rest was onbegaanbaar) en de mededeling van de eigenaar dat dit stukje niet ontgrond was. Dit laatste verklaart de iets hogere ligging ten opzichte van de rest van het perceel. De sleuf heeft, ondanks een redelijk intact opgravingsvlak, 7 geen archeologie opgeleverd. Een hoogtekaartje, dat geëxtrapoleerd is uit de vlakhoogten van de proefsleuven toont dat het terrein enkele decimeters hoger is in sleuven 3, 5 en 6 (figuur 7). De dekzandrug, die zichtbaar is op de geomorfologische kaart, bestaat niet meer in die vorm binnen het plangebied. Vrijwel alle proefsleuven getuigen van grootschalige verstoring (ontzanding) van het plangebied. In het veld is daarom besloten dat verdere uitbreiding van het puttenplan niet nodig was. Er zijn geen vondsten gedaan. Samenvattend is waarschijnlijk het grootste deel van het plangebied door zandwinning verstoord (figuur 8). Een klein gedeelte lijkt minder aangetast te zijn. Hierin zijn echter geen noemenswaardige archeologische sporen gevonden; het grootste deel van de proefsleuven met een intacte bodem is leeg. 7 De A-, E- en B-horizonten van de oorspronkelijke bodem ontbreken, alleen de C-horizont is nog zichtbaar met restanten B. De rest van de bodem is in de bouwvoor opgenomen.

14 LOOSBROEK - MOLENHOEVEN 163300 163400 Watermolen T VUNDERKE 163500 Figuur 8 Sporenoverzicht met de (vermoedelijke) omvang van het verstoorde gebied. MOLENHOEVEN T VUNDERKE 5 MOLENHOEVEN 1 1269 6 519 409600 2 409600 409700 409700 409800 409800 N HANENBERGSESTRAAT 3 4 409500 0 100m 409500 163300 163400 163500 ontzand intacte bodem verstoringen sporen 4 Waardering en aanbevelingen 4.1 Waardering Bij een waardering wordt een oordeel over het archeologische belang van een vindplaats gegeven. Dit gebeurt aan de hand van de belevingswaarde, de fysieke kwaliteit en de inhoudelijke kwaliteit van een vindplaats. De waarden en de gehanteerde criteria zijn in onderstaande tabel weergegeven.

LOOSBROEK - MOLENHOEVEN 15 Tabel 2 Waarderingstabel proefsleuvenonderzoek. Waarden Criteria Score hoog matig laag Beleving Schoonheid nvt Herinnering nvt Fysieke kwaliteit Gaafheid + Conservering + Inhoudelijke kwaliteit Zeldzaamheid nvt Informatiewaarde + Ensemblewaarde Representativiteit nvt nvt Beleving Bij beleving gaat het om zichtbare monumenten waarbij de criteria schoonheid en herinnering gebruikt worden. Aangezien er geen zichtbare monumenten zijn aangetroffen, zijn deze criteria hier niet van toepassing. Fysieke kwaliteit Hierbij wordt onder andere gekeken naar de aanwezigheid van sporen, de ruimtelijke gaafheid en de stratigrafie. De gaafheid en conservering krijgen een lage score: grote delen van het terrein zijn verstoord door zandwinning, waarbij de toplaag van de oorspronkelijke bodem (A-, E-, en B- horizonten) van de dekzandrug en de eventuele archeologische sporen daarin verloren zijn gegaan. Inhoudelijke kwaliteit Binnen de inhoudelijke kwaliteit staan vier criteria centraal, maar slechts één is bij deze onderzoekslocatie van toepassing. De aangetroffen sporen hebben een lage informatieve score gekregen, omdat ze natuurlijk of recent zijn en er geen vondsten in of bij zijn aangetroffen. 4.2 Conclusie en aanbevelingen Het verkennend en waarderend archeologisch onderzoek te Loosbroek - Molenhoeven heeft voor het onderzochte deel van het plangebied (met een hoge archeologische waarde) geen archeologische sporen opgeleverd. Het onderzoek heeft aangetoond dat op grote schaal ontzanding heeft plaatsgevonden. Een uitzondering geldt voor twee zones: het noordoosten en het centrum van het onderzochte gebied. Toch blijkt ook hier sprake van verstoring: de toplaag van de oorspronkelijke bodem (A-, E- en B- horizonten) ontbreekt. Sporen van archeologische waarde ontbreken eveneens. De afwezigheid van deze waarden is overigens niet opmerkelijk aangezien de zones buiten de dekzandrug liggen en gedeeltelijk in een gebied met een lage archeologische waarde op de IKAW-kaart. Op basis van in tabel 2 genoemde parameters lijken behoudsmaatregelen of een archeologisch vervolgonderzoek voor het plangebied niet noodzakelijk. Een vervolgonderzoek in de vorm van een vlakdekkend onderzoek levert weinig nieuwe informatie op. Aanvullend onderzoek van perceel 519 wordt eveneens niet noodzakelijk geacht.

16 LOOSBROEK - MOLENHOEVEN Literatuur Jansen, R., 2005. Programma van Eisen - Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek Bernheze, Leiden. Bijlage: Sporenlijst put vlak spoor type gecoupeerd m +NAP diepte (cm) spoor.opmerking vulling tint bijkleur hoofdkleur textuur tekenblad 2 1 1 vl nee 6,95 - vaag begrensd het licht bruin grijs Zs1 2 1 2 XXX ja 6,95 - vervallen, natuurlijke inspoeling het licht bruin grijs Zs1 2 1 3 vl nee 6,95 - vaag begrensd het licht bruin grijs Zs1 3 1 1 nv nee 7,34 - natuurlijke verstoring het donker bruin grijs Zs1 3 1 2 nv nee 7,29 - natuurlijke verstoring het donker grijs Zs1 5 1 1 vl ja 6,97 20 mogelijk natuurlijk? hom donker grijs Zs2 4 5 1 2 pg nee 7,00 - mogelijk paalgat (recent?) hom donker grijs Zs2 5 1 3 pg nee 7,00 - mogelijk paalgat (recent?) het grijs bruin Zs2 Spoortype: pg=paalgat, vl=vlek/depressie, XXX=onbekend/vervallen, nv=natuurlijke verstoring vullingtype: het = heterogeen, hom = homogeen