Saba Alhamdu lillahi allathee lahu ma fee alssamawati wama fee al-ardi walahu alhamdu fee alakhirati wahuwa alhakeemu alkhabeeru

Vergelijkbare documenten
Al-Morsalaat Faalmulqiyati thikran. 5. En bij hen die de vermaning toedienen, En de vermaning brengenden, AAuthran aw nuthran

De vervalsing van de geopenbaarde boeken. revisie: Yassien Abo Abdillah. Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad) Islam voor iedereen

Fussilat Ha-meem. 1. Haa Miem. H[aa?] M[iem] Tanzeelun mina alrrahmani alrraheemi

Al-Qi'jaamah $ نن Bal yureedu al-insanu liyafjura amamahu

Al-Ahqaaf ; < Ha-meem. 1. Haa Miem. H[aa?] M[iem] Tanzeelu alkitabi mina Allahi alaaazeezi alhakeemi

An-Naml Inna allatheena la yu/minoona bial-akhirati zayyanna lahum aaamalahum fahum yaaamahoona

De eenheid van onze natie

De eigenschappen van degenen die het paradijs mogen betreden.

De geopenbaarde Boeken

Zaken die de beloning van goede daden waardeloos maken

Al-Mominun Waallatheena hum lifuroojihim hafithoona. 23:5 En degenen die hun kuisheid bewaken. en die hun schaamstreek kuis bewaren,

helpen van de ongelovigen tegen de moslims

Al-Momin Ma yujadilu fee ayati Allahi illa allatheena kafaroo fala yaghrurka taqallubuhum fee albiladi

www. jaropleidingen.nl

Geloven in Islam is zekerheid en geen twijfel

Ar-Ra'd Alif-lam-meem-ra tilka ayatu alkitabi waallathee onzila ilayka min rabbika alhaqqu walakinna akthara alnnasi la yu/minoona

Al-Fat'h Inna fatahna laka fathan mubeenan. 1. Voorwaar, Wij hebben u een klaarblijkelijke overwinning verleend.

Al-Moddassir Waalrrujza faohjur. 5. En vlied de onreinheid. De gruwel, vermijd die Wala tamnun tastakthiru

Wat zijn de gevolgen en de effecten van het plegen van zonden?

Loqmaan Ola-ika AAala hudan min rabbihim waola-ika humu almuflihoona. Zij volgen de leidraad van hun Heer en zij zijn het die het welgaat.

Al-Imraan Alif-lam-meem. 3:1 Alief Laam Miem. A[lif] L[aam] M[iem].

Mohammed Allatheena kafaroo wasaddoo AAan sabeeli Allahi adalla aaamalahum

(Waarom zal Allah jullie bestraffen, indien jullie dankbaar zijn en geloven? En Allah is Waarderend, Alwetend.) 4:147

Hopen op de barmhartigheid van Allah en het goede van Hem verwachten.

Al-Aa'raaf Wakam min qaryatin ahlaknaha fajaaha ba/suna bayatan aw hum qa-iloona

Vormen van barmhartigheid in de Islam

Rechtvaardigheid. Marokkaans Islamitisch Centrum Roosendaal (MICR) Vrijdagpreek Imam Charif Slimani 16/06/2017

Benut de maand Ramadan en versterk jou geloof

An-Nahl Khalaqa al-insana min nutfatin fa-itha huwa khaseemun mubeenun

An-Nur Sooratun anzalnaha wafaradnaha waanzalna feeha ayatin bayyinatin laaaallakum tathakkaroona

Het gedrag en de manieren van een moslim (4)

Het gedrag en de manieren van een Moslim (2)

Az-Zomar Tanzeelu alkitabi mina Allahi alaaazeezi alhakeemi. De neerzending van het boek is gebeurd door Allah, de machtige, de wijze.

Wees tevreden met wat je hebt

Al-Ahzaab Ya ayyuha alnnabiyyu ittaqi Allaha wala tutiaai alkafireena waalmunafiqeena inna Allaha kana AAaleeman hakeeman

At-Taubah Baraatun mina Allahi warasoolihi ila allatheena AAahadtum mina almushrikeena

Hoogmoed leidt ons af van het rechte pad!

Al-An'faal Allatheena yuqeemoona alssalata wamimma razaqnahum yunfiqoona

Het belang van kennis en onderwijs

Al-Maidah

Al-Qasas Ta-seen-meem Tilka ayatu alkitabi almubeeni

Al-Molk Thumma irjiaai albasara karratayni yanqalib ilayka albasaru khasi-an wahuwa haseerun

U betaalt uw Zakaat (armenbelasting) toch wel?

Hoofdstuk: Het beschermen van verborgen zaken

Benut je tijd optimaal en op de juiste manier

In de naam van Allāh, de Barmhartige, de Genadevolle.

Tot Wij, toen Ons gebod kwam en de oven kookte, zeiden: Laad in het schip van ieder wezen een paar, mannelijk en vrouwelijk, en uw verwanten behalve

De vereisten van laa ilaha illa Allaah

Al-Hasjr. 1. Alles wat in de hemelen en op aarde is, verheerlijkt Allah; en Hij is de Almachtige, de Alwijze.

Het belang van het Woord

Ar-Rahmaan Alshshamsu waalqamaru bihusbanin. 5. De zon en de maan doorlopen hun banen volgens het plan.

Onfeilbaarheid van de profeet

Hud Ila Allahi marjiaaukum wahuwa AAala kulli shay-in qadeerun. 11:4 Tot Allah is jullie terugkeer, en Hij is Almachtig over alle dingen.

De Islam beveelt ons bescheidenheid en nederigheid en verwerpt hoogmoedigheid

جميع الحقوق محفوظة للمؤلف Copyright 2017 د عم D5 و تصفية الصعوبات الكتابية... 69

Leef niet zonder een visie

الجامع. Shaykh Saalih al-fawzaan. Deel 3

EL FORKANI BLUNDERT!

Al-Hadj Wamina alnnasi man yujadilu fee Allahi bighayri AAilmin wayattabiaau kulla shaytanin mareedin

Al-Waaqiah Wabussati aljibalu bassan. 5. En de bergen verbrijzeld, en de bergen geheel worden verbrijzeld Fakanat habaan munbaththan

Nieuwsbrief

bevestigen van een Schepper omvat niet de complete tawhied

Leden van de politieke partij Hizb ut Tahrir in Marokko ontvoerd.

drie niveaus van Tawhied & Shirk

HET STREVEN TIJDENS DE LAATSTE TIEN DAGEN EN LAYLATOEL-QADR

Parels van de Ramaḋān Auteur: Ṣayg Aḥmad Ibn Mūsā Ibn Jibrīl Vertaling: Millatu Ibrāhīm Publicaties Datum: Rabī Al- Āgir, 1439H.

Al-Qalam Fasatubsiru wayubsiroona. 5. En u zult zien en zij (de ongelovigen) zullen ook zien, Jij zult inzien en zij zullen inzien

Eigenschappen van de ongelovigen

EN ANDERE GEBOORTEDAGEN

Bron : de inleiding van de uitleg van Lum atul I tiqaad. Door Sheikh Muhammed ibn Saalih al Othaymeen. Vertaald door : Abu Hudayfa Musa ibn Yusuf

- moge Allaah hem genadig zijn -

Shaykh Saalih al Fawzaan

An-Nisa Waatoo alnnisaa saduqatihinna nihlatan fa-in tibna lakum AAan shay-in minhu nafsan fakuloohu hanee-an maree-an

As-Sadjdah Alif-lam-meem Tanzeelu alkitabi la rayba feehi min rabbi alaaalameena

In de Naam van Allaah, de Erbarmer, de meest Genadevolle.

Alleen onbekende woorden in de oefeningen zijn gevocaliseerd. Maak zelf de nisba-vormen van de volgende woorden. Palestijn/Palestijns enzovoort.

De gebedstijden volgens de Soennah

Wat zijn onze plichten tegenover de profeet Mohamed (vrede zij met hem)?

Geschreven door Shaychoel-Islaam Mohammed ibn Abdoel- Wahhaab at-temiemie

Marjam. botten zijn zwak geworden en mijn hoofd glinsterend wit, en ik ben nooit ongezegend geweest in mijn smeekgebeden tot U.

Islam is verstandelijk te bewijzen

De islam beveelt ons eerlijkheid/waarachtigheid en verbiedt liegen

Al-Qamar Hikmatun balighatun fama tughnee alnnuthuru. een doeltreffende wijsheid. Maar de waarschuwingen baten niet.

ah die door Qoraish naar de Profeet (vrede zij met hem) werd gestuurd om hem een aantal voorstellen te doen. Toen hij plaatsnam voor de

De getuigenis van Tauwhied

Qaaf. 4. Wij weten wat de aarde van hen verteert en bij Ons is een Boek dat alles bewaart.

Het leven van de profeet Muḥammad Auteur: Imām Anwar Al- Awlaqī Vertaling: Millatu Ibrāhīm Publicaties Datum: Ṡafar, 1439H.

Uit Mulakhas al-fiqhie van Shaykh Saalih al Fawzaan

Millatu Ibrāhīm Publicaties

TAWHEED. voor kinderen

ت ر ك ب اجل م ل. kameel. Zij berijdt de ي ر ك ب ن. ت ر جع من الس وق. markt. Zij keert terug van de ت ر جع ن

Al-Kahf Wayunthira allatheena qaloo ittakhatha Allahu waladan

Edelstenen van de Ramaḋān Auteur: Ṣayg Aḥmad Ibn Mūsā Ibn Jibrīl Vertaling: Millatu Ibrāhīm Publicaties Datum: Ḍūl-Ḥijjah, 1438H.

DE REGELGEVINGEN OMTRENT AL-WODOE [DE KLEINE RITUELE WASSING]

As hāb Ar-Rass. De Mensen van Ar-Rass: Degenen die Leden. Door Akhū Man Tā Allāh. Het pseudoniem van Shaykh Abdullāh ibn Nāsir Ar-Rashīd

Bestaat Allah echt. Islam voor iedereen. revisie: Yassien Abo Abdillah. Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad)

Dat verplicht is voor elke moslim om te geloven

Wat heb je bereikt deze Ramadan? Wat heb je bereikt deze Ramadan? - Youssef Abou Houdeyfa. 2 Wat heb je bereikt deze Ramadan? - Youssef Abou Houdeyfa

Bron : Ta sies oel-ahkaam alaa ma sahha an khayr iel-anaam bi sharh ahaadieth oemdat oel-ahkaam van Shaykh Ahmad an-nadjmie rahiemahoellaah.

Transcriptie:

كتب لس م وت ولا لا لا لا رض ولا لا ص غ ر من ذلك ولا لا لا لا م ب' & ٣% 034.003 Waqala allatheena kafaroo la ta/teena alssaaaatu qul bala warabbee lata/tiyannakum AAalimi alghaybi la yaaazubu AAanhu mithqalu tharratin fee alssamawati wala fee al-ardi wala asgharu min thalika wala akbaru illa fee kitabin mubeenin 3. De ongelovigen zeggen: "Het Uur zal niet over ons komen." Zeg: "Ja, bij mijn Heer, de Kenner van het onzichtbare, het zal beslist over u komen!" Voor Hem is niets in de hemelen of op de aarde verborgen, zelfs niet het gewicht van een atoom, noch bestaat er iets, groter of minder dan dit of het staat in een duidelijk Boek. غ -. ة و ل ه م م Zij die ongelovig zijn zeggen: "Het uur komt niet tot ons." Zeg: "Wel zeker, bij mijn Heer, de kenner van het verborgene, het komt tot jullie. Hem ontgaat geen greintje in de hemelen noch op de aarde. En er is niets wat nog kleiner is noch groter of het staat in een duidelijk boek, ذين م ن و و ع ملو لص لحت 3 ول 1 ك 2 ل ي ج زيل رزقA @يم ٤ 034.004 Liyajziya allatheena amanoo waaaamiloo alssalihati ola-ika lahum maghfiratun warizqun kareemun 4. Opdat Hij degenen. die geloven en goede werken doen, moge belonen. Zulken zijn het die vergiffenis en een eervol onderhoud zullen ontvangen. جز ر ل ه م ع ذب م ن opdat Hij hen die geloven en de deugdelijke daden doen zal belonen; zij zijn het voor wie er vergeving is en een voortreffelijke voorziening. ي تن ا م ع جزي ن ول 1 ك 2 و ل ذي ن س ع و ليم ٥ 034.005 Waallatheena saaaaw fee ayatina muaaajizeena ola-ika lahum AAathabun min rijzin aleemin 5. Maar zij die Onze woorden trachten te verijdelen, zullen een pijnlijke straf Maar zij die tegen Onze tekenen proberen in te gaan om ze te ontkrachten; zij zijn het voor wie er een bestraffing door een Saba لر L ح م ن لر حي م بس م اللهM ذيل R ه ما لس م وت و ما لا لا رض ول ه ل ح م د ل ح م د الله LM ل لا لا V @ة 3 و ه ول ح كي مل خب' ١ 034.001 Alhamdu lillahi allathee lahu ma fee alssamawati wama fee al-ardi walahu alhamdu fee alakhirati wahuwa alhakeemu alkhabeeru 1. Alle roem komt Allah toe aan Wie alles behoort wat in de hemelen en op aarde is en Hem komt alle Lof toe in het Hiernamaals; Hij is de Alwijze, de Alkennende. Lof zij Allah van wie is wat er in de hemelen en wat er op de aarde is en Hem zij lof in het hiernamaals; Hij is de wijze, de welingelichte. من ها و ما يZ Yل من ^ ع ل م ما ي لج لا لا رض و ما ي \ @ج لس ما ء و ما ^ ع ر ج في ها 3 و ه ولر حي مل غ ف و ر ٢ 034.002 YaAAlamu ma yaliju fee al-ardi wama yakhruju minha wama yanzilu mina alssama-i wama yaaaruju feeha wahuwa alrraheemu alghafooru 2. Hij weet alles wat de aarde binnengaat en wat er uit voortkomt en wat van de hemel nederdaalt en wat er naar opstijgt; Hij is de Barmhartige, de Vergevensgezinde. Hij kent wat er in de aarde gaat en wat eruit komt, wat er uit de hemel afdaalt en wat erin opstijgt; Hij is de barmhartige, de vergevende. و ق الل ذين ك. - و لا لا تا تي نالس اع ة 3 ق ل بe و ر d ك مm علمل غ يب l لا لا ^ ع ز ب ع ن ه مث ق ال ذر ة ل تا تين

Hiernamaals geloven zullen onder de straf lijden, en zij zijn ver afgedwaald. hiernamaals geloven komen in de bestraffing terecht en verkeren in verregaande dwaling. م ن لس ما ءو ف ل م ي ر و o ما ب ' & ي دي هم و ما خ ل ف ه م شا ن خ سف بهملا لا رض ون سقط ع ل ي هم كسف ا لا لا رض نن 3 ل ع بد م نيب ٩v w ذلكلا لا ي ةل ن لس ما ء 3 ن م 034.009 Afalam yaraw ila ma bayna aydeehim wama khalfahum mina alssama-i waal-ardi in nasha/ nakhsif bihimu al-arda aw nusqit AAalayhim kisafan mina alssama-i inna fee thalika laayatan likulli AAabdin muneebin 9. Hebben zij dan niet gezien naar hetgeen vóór hen en achter hen, van de hemel en van de aarde is? Indien het Ons behaagde konden Wij de aarde met hen doen inzinken, of een deel van de hemel op hen doen nedervallen. Hierin is waarlijk een teken voor elke dienaar, die zich tot God wendt. Hebben zij dan niet gezien naar wat er van de hemel en de aarde vóór hen is en wat achter hen is? Als Wij willen laten Wij de aarde met hen wegzinken of Wij laten stukken uit de hemel op hen neervallen. Daarin is een teken voor iedere schuldbewuste dienaar. ا d م ع R ه ولط ' l و ل ن ول ق د ت ي نا د و R دمن ا ف ضلا لا 3 ي جب ال و ل ه ل ح دي د ٠١ 034.010 Walaqad atayna dawooda minna fadlan ya jibalu awwibee maaaahu waalttayra waalanna lahu alhadeeda 10. En voorwaar, Wij schonken David overvloed van Ons Zelf en zeiden: "O u bergen, alsmede u vogelen, verheerlijkt Allah met hem!" En Wij maakten het ijzer week voor hem, بما En Wij gaven van Onze kant aan Dawoed een gunst: "O bergen, zingt berouwvol met hem lof en o vogels, jullie ook." En Wij maakten voor hem het ijzer buigzaam. ر ل @د و ع م ل و صالح ا 3 د ن ع م ل س بغت و ق ontvangen. قm ه ول ح ك من ر ب pijnlijke plaag is. ذي ن و ت و ل عل م ل ذي ن زل ل ي ك و ي ر ي ل و ي هدي ƒطل o ع زيزل ح ميد ٦ 034.006 Wayara allatheena ootoo alaailma allathee onzila ilayka min rabbika huwa alhaqqa wayahdee ila sirati alaaazeezi alhameedi 6. En zij, wie kennis is gegeven, zien, dat alles wat u van uw Heer is geopenbaard, de Waarheid is en leidt op het pad van de Almachtige, de Geprezene. Zij aan wie de kennis gegeven is zien dat wat er van jouw Heer naar jou is neergezonden de waarheid is en dat het naar de weg van de machtige, de lofwaardige leidt. ق تم ي ك م ذ مز و ق الل ذين ك. - و ه لن د ل ك م عe ر جل ي نب ك مل ˆ خ لق ج ديد ل Š م مز ق ن m ٧ 034.007 Waqala allatheena kafaroo hal nadullukum AAala rajulin yunabbi-okum itha muzziqtum kulla mumazzaqin innakum lafee khalqin jadeedin 7. En de ongelovigen zeggen: "Zullen wij u een man aanwijzen die u meedeelt dat wanneer u door bederf uiteen valt, u dan opnieuw zult worden geschapen?" En zij die ongelovig zijn zeggen: "Zullen wij jullie een man aanwijzen, die jullie meedeelt dat jullie, wanneer jullie geheel vergaan zijn, deel zullen uitmaken van een nieuwe schepping? L كذب ا مبه جن ة 3 بل ل ذينلا لا ي و من و ن ي عe اللهM ف بالا لا V @ة ل ع ذب و لض لل ل ب عيد ٨ 034.008 Aftara AAala Allahi kathiban am bihi jinnatun bali allatheena la yu/minoona bial-akhirati fee alaaathabi waalddalali albaaaeedi 8. "Heeft hij een leugen uitgedacht over Allah, of is hij een waanzinnige?" Nee, zij die niet in het Heeft hij over Allah bedrog verzonnen of heeft hij last van bezetenheid?" Integendeel, zij die niet in het

لش ك و ر ٣١ ع م ل ون بص' ١١ 034.013 YaAAmaloona lahu ma yashao min mahareeba watamatheela wajifanin kaaljawabi waqudoorin rasiyatin iaamaloo ala dawooda shukran waqaleelun min AAibadiya alshshakooru 13. Zij maakten voor hem wat hij wenste, paleizen en standbeelden, en waterreservoirs en grote pannen: "Betoon, O Huis van David, dankbaarheid," maar slechts weinigen van Mijn dienaren zijn dankbaar. Zij maakten voor hem wat hij wilde; heiligdommen, standbeelden, schotels als waterbekkens en stevig staande ketels. "Werkt, mensen van Dawoed, in dankbaarheid. Weinig van Mijn dienaren zijn dankbaar." آب ةلا لا رض لا د ف لم ا ق ض ي نا ع ل يهل م وت ما د ل ه م عe م وته لا و Š ان و ^ ع ل م ون نل تا Š ل من سا ت R هl ف لم ا V @ ت بي نتل جن ل غ يب مال بث و ل ع ذب ل مه' & ٤١ 034.014 Falamma qadayna AAalayhi almawta ma dallahum AAala mawtihi illa dabbatu al-ardi ta/kulu minsaatahu falamma kharra tabayyanati aljinnu an law kanoo yaaalamoona alghayba ma labithoo fee alaaathabi almuheeni 14. En toen Wij zijn (Salomo's) dood hadden veroorzaakt, deed niets hen (djinn) zijn dood beseffen, dan een worm van de aarde die zijn staf (macht) opvrat en toen die nederviel, bemerkten de dijnn duidelijk, dat, indien zij het onzichtbare gekend hadden, zij niet zolang in een toestand van vernederende kwelling zouden zijn gebleven. & ع ن ي م' & و شم ال l ج ن غ ف ور ٥١ ب ةو رب @ و ل R ه 3 ب ل د ة طي Toen Wij dan voor hem de dood beschikt hadden was het pas de houtworm die hen op zijn dood opmerkzaam maakte omdat die zijn staf opvrat. En toen hij viel werd het de djinn duidelijk dat zij, hadden zij het verborgene gekend, niet zo lang in de vernederende bestraffing gebleven waren. ل ق دŠ ان لس با م س ك نهم ية ك م وش زق رب Š ل و منر 034.015 Laqad kana lisaba-in fee maskanihim ayatun jannatani AAan yameenin washimalin kuloo min rizqi rabbikum waoshkuroo lahu baldatun tayyibatun warabbun ghafoorun 034.011 Ani iaamal sabighatin waqaddir fee alssardi waiaamaloo salihan innee bima taaamaloona baseerun 11. Zeggende: "Maak u maliënkolders van volle lengte en meet de schalmen af en verricht goede werken: want Ik zie alles wat u doet." "Maak pantserhemden en meet het vlechtwerk goed af en handel deugdelijk; Ik doorzie wel wat jullie doen." ي ح غ دو ها ش هر و ر و ح ها ش هر l و س ل نال R ه ع ' & و لس ل ي منلر ه 3 و مني زغ ع م ل ب ' & ي د يه باذن ر ب جن من^ ل ق œ - 3 و منل من ه م عن مرن ان ذق ه من ع ذب لس ع' ٢١ 034.012 Walisulaymana alrreeha ghuduwwuha shahrun warawahuha shahrun waasalna lahu AAayna alqitri wamina aljinni man yaaamalu bayna yadayhi bi-ithni rabbihi waman yazigh minhum AAan amrina nuthiqhu min AAathabi alssaaaeeri 12. En aan Salomo onderwierpen Wij de wind; de ochtendreis en de avondreis daarvan was een maand, en Wij deden een stroom van gesmolten koper voor hem vloeien. Er waren enige onder de djinn die door het gebod van zijn Heer onder hem werkten, en Wij zeiden: indien iemand van hen zich van Ons gebod zou afkeren, zouden Wij hem de straf van het brandend Vuur doen ondergaan. En aan Soelaimaan [maakten Wij] de wind [dienstbaar] die 's morgens een maandreis en 's middags een maandreis aflegt. En Wij lieten voor hem de bron van het gesmolten koper stromen. En onder de djinn waren er die met de toestemming van zijn Heer voor hem werkten; wie van hen van Ons bevel afweek lieten Wij van de bestraffing van de vuurgloed proeven. ^ ع م ل ونل R ه ما ي ش ا ء من م ح اريب و ت م اثي ل و جفانŠ ال ج وب و ق د ور ر سيت 3 ع م لو ل د و R د ش @ 3 و ق ليل م ن عباد ي

ف قال و ر ب نا عد ب ' & س فارن او ظ ل مو ž ف س ه م ف ج ع ل ن ه م ل صب ار ذلكلا لا يت ل w ز ق ن ه مŠ ل م مز ق ن 3 ح اديث و م ش ك ور ٩١ 034.019 Faqaloo rabbana baaaid bayna asfarina wathalamoo anfusahum fajaaaalnahum ahadeetha wamazzaqnahum kulla mumazzaqin inna fee thalika laayatin likulli sabbarin shakoorin 19. Maar zij zeiden: "Onze Heer, maak langere afstanden tussen onze reizen." En zij deden zich daarmee onrecht aan, daarom maakten Wij hen tot sagen en legenden, terwijl Wij hen volledig hadden verpletterd. Daarin zijn zeker tekenen voor een ieder die geduldig en dankbaar is. ن ع ل ي هم ب لي س ظ ن R ه ف ات ب ع و هلا لا ^@ ق ام ل م و من' & ٠٢ Maar zij zeiden: "Onze Heer vergroot de reisafstanden naar ons" en deden zichzelf onrecht aan. Wij maakten hen dus tot [het onderwerp van] verhalen en Wij lieten hen geheel vergaan. Daarin zijn zeker tekenen voor ieder die geduldig volhardt en die dank betuigt. ق و ل ق د ص د 034.020 Walaqad saddaqa AAalayhim ibleesu thannahu faittabaaaoohu illa fareeqan mina almu/mineena 20. En Iblies bewees inderdaad de waarheid van zijn mening over hen en zij volgden hem, behalve een deel van de ware gelovigen. En de mening van Iblies over hen werd bevestigd: zij volgden hem, behalve een groep gelovigen. ن س ل ط ن لا لا لن ع ل م مني و منبالا لا V @ة و ماŠ انل R ه ع ل ي همم ل ء ح فيظ ١٢v ب ك عe Š ش ك 3 و ر مم ن ه و من ها 034.021 Wama kana lahu AAalayhim min sultanin illa linaaalama man yu/minu bial-akhirati mimman huwa minha fee shakkin warabbuka AAala kulli shay-in hafeethun 15. En voorzeker, er was voor Saba een teken in hun woonplaatsen, twee tuinen aan de rechter- en aan de linkerhand; er werd gezegd: "Eet van de spijzen van uw Heer en weest Hem dankbaar. Een schone stad en een vergevende Heer!" De Saba? hadden in hun woongebied een teken: twee tuinen, een aan de rechterkant en een aan de linkerkant. "Eet van het levensonderhoud van jullie Heer en betuigt Hem dank; het is een goede streek en Hij is een vergevend Heer." ف ا @ ض و ف ا ر س ل ن ا ع ل ي هم س ي ل ل ع رم و ب د ل ن ه م بج ن ت ي هم ن سدر ق ليل ٦١ ج ن ت ' & ذ و ª Š ل خ مط و ثل و ء م 034.016 FaaAAradoo faarsalna AAalayhim sayla alaaarimi wabaddalnahum bijannatayhim jannatayni thawatay okulin khamtin waathlin washay-in min sidrin qaleelin 16. Maar zij wendden zich af; daarom zonden Wij een sterke overstroming over hen en Wij veranderden hun tuinen in twee tuinen met bitter fruit en tamarisken en weinig lotusbloemen. Maar zij wendden zich af en dus zonden Wij de overstroming van de dam en Wij veranderden hun beide tuinen in twee tuinen met een bittere vruchtopbrengst, tamarisken en een paar lotusbomen. لا ل ك ف و ر ذلك ج ز ي ن ه م بما ك. - و 3 و ه لن جزي لا ٧١ 034.017 Thalika jazaynahum bima kafaroo wahal nujazee illa alkafoora 17. Daarmee vergolden Wij hen wegens hun ondankbaarheid, en Wij straften niemand behalve de ondankbaren. Daarmee vergolden Wij hun omdat zij ondankbaar waren. Vergelden Wij dan iemand anders dan de ondankbare zo? ب ر نا في ها «@ ي ظ اهر ة و و ج ع ل نا ب ي ن ه م و ب ' & ل -يل و ي ام ا من' & ٨١ قد رن ا في هالس ' 3 س' و في هال يا o 034.018 WajaAAalna baynahum wabayna alqura allatee barakna feeha quran thahiratan waqaddarna feeha alssayra seeroo feeha layaliya waayyaman amineena 18. En Wij plaatsten tussen hen en de steden die Wij hadden gezegend, bloeiende steden die aanzienlijk waren, en Wij maakten het reizen tussen die steden gemakkelijk; "Reist er dagen en nachten veilig doorheen." En tussen hen en de steden die Wij gezegend hebben plaatsten Wij [een reeks van onderling] zichtbare steden en Wij bepaalden de reis erdoor: "Reist er bij nacht en bij dag veilig doorheen."

ا وي ا م اللهM m L ون ن لس م وت ولا لا رض 3 قل ق ل مني ر ز ق ك مم ض لل م ب' & ٤٢ ل عe هد ي و 034.024 Qul man yarzuqukum mina alssamawati waal-ardi quli Allahu wa-inna aw iyyakum laaaala hudan aw fee dalalin mubeenin 24. Zeg: "Wie geeft u uw levensonderhoud van de hemelen en de aarde?" Zeg: "Allah." Zijn wij of u op het rechte pad of in klaarblijkelijke dwaling?" Zeg: "Wie voorziet vanuit de hemel en de aarde in jullie onderhoud?" Zeg: "Allah. Wij volgen de leidraad en jullie verkeren in duidelijke dwaling of omgekeerde ق للا لا ت س ل و ن عم ا ج ر م نا ولا لا ن س ل عم ا ع م ل و ن ٥٢ 034.025 Qul la tus-aloona AAamma ajramna wala nus-alu AAamma taaamaloona 25. Zeg: "U zult niet worden ondervraagd omtrent wat wij misdeden, noch zullen wij worden ondervraagd omtrent hetgeen u doet." Zeg: "Jullie hoeven geen verantwoording af te leggen over wat wij begaan en wij hoeven geen verantwoording af te leggen over wat jullie doen." اح 3 و ه ول فت ب نا ثم ^ ف ت ح ب ي ن نابال ح ق ق ل ي ج م ع ب ي ن نا ر ل ع لي م ٦٢ 034.026 Qul yajmaaau baynana rabbuna thumma yaftahu baynana bialhaqqi wahuwa alfattahu alaaaleemu 26. Zeg: "Onze Heer zal ons allen tezamen brengen; dan zal Hij onder ons richten met rechtvaardigheid. Hij is de Rechter, de Alwetende." Zeg: "Onze Heer zal ons samenbrengen. Dan zal Hij naar waarheid tussen ons uitspraak doen; Hij is het die uitspraak doet, de wetende." 21. En hij had over hen geen macht, maar Wij wilden degenen, die in het Hiernamaals geloofden van hen onderscheiden die er aan twijfelden. En uw Heer houdt de wacht over alle dingen. Hij had geen macht over hen, maar het gebeurde opdat Wij hen die in het hiernamaals geloven zouden onderscheiden van wie erover in twijfel verkeert. Jouw Heer is het die over alles waakt. رة الله LM l لا لا ي م لك و ن مث ق ال ذ ن د ون قل د عول ذين ز ع م ت مم ه لس م وت ولا لا لا لا رض و مال ه م في هما من ² @ك و مال R ن ظه' ٢٢ من ه مم 034.022 Quli odaaoo allatheena zaaaamtum min dooni Allahi la yamlikoona mithqala tharratin fee alssamawati wala fee al-ardi wama lahum feehima min shirkin wama lahu minhum min thaheerin 22. Zeg: "Roept degenen aan, waarvan u beweert dat zij Goden zijn buiten Allah. Zij hebben zelfs geen macht over het gewicht van een atoom in de hemelen of op aarde noch hebben zij enig aandeel aan beiden, noch heeft Hij een enkele helper onder hen. ع عن ذ µ ل ك ب' e و ه و ل ع l Zeg: "Roept hen maar aan van wie jullie beweren dat zij naast Allah bestaan. Zij hebben geen greintje heerschappij in de hemelen, noch op de aarde. Zij hebben in geen van beide een aandeel en Hij heeft onder hen geen enkele helper." ل R ه 3 ح ف اع ة عن د هR لا لا لمن ذن ولا لا ت ن ف علش ب ك م 3 قال ول ح ق ق ل و بهم قال و م اذ m ق ال ر ٣٢ 034.023 Wala tanfaaau alshshafaaaatu AAindahu illa liman athina lahu hatta itha fuzziaaa AAan quloobihim qaloo matha qala rabbukum qaloo alhaqqa wahuwa alaaaliyyu alkabeeru ذي ن ل ح ق ت م به @ ² Š ا ء Š لا لا 3 ب ل ه و اللهM ل L ع زي ز ل ق ل ر و 23. Geen voorspraak geldt bij Hem, behalve voor degenen aan wie Hij het toestaat, tot zij, wanneer de vrees van hun hart wordt weggenomen, zeggen: "Wat zei uw Heer?" Zij zullen antwoorden: "De Waarheid." En Hij is de Hoogverhevene, de Grote. Bij Hem heeft de voorspraak ook geen nut, behalve voor wie Hij het toestaat. En wanneer dan de vrees uit hun harten is weggenomen zeggen zij: "Wat heeft jullie Heer gezegd?" En dan zeggen zij: "De waarheid." Hij is de verhevene, de grote.

30. Antwoord: "Er is voor u een vastgestelde tijd, u kunt geen uur eerder gaan of langer blijven." Zeg: "Jullie hebben een afspraak voor een dag waarvoor jullie geen uur te laat ontboden zullen worden, noch te vroeg." و من به ذ ل - ن ولا لا بال ذي ب ' & و ق الل ذين ك. - و ل نن هم ي رجع عن د رب لظ لم ون م و ق و ف ون ي د يه 3 ول و ت ريذ ذي ن ذي ن س ت ض عف و لل ع ض ¹ ل ق و ل l ^ ق و ل ل ع ض ه م o س ت ك و ل ولا لا ن ت مل ك ن ا م و من' & ١٣ 034.031 Waqala allatheena kafaroo lan nu/mina bihatha alqur-ani wala biallathee bayna yadayhi walaw tara ithi alththalimoona mawqoofoona AAinda rabbihim yarjiaau baaaduhum ila baaadin alqawla yaqoolu allatheena istudaaifoo lillatheena istakbaroo lawla antum lakunna mu/mineena 31. En de ongelovigen zeggen: "Wij zullen stellig aan deze verkondiging niet geloven, noch in hetgeen er aan voorafging." En kon u slechts zien wanneer de onrechtvaardigen voor hun Heer zullen worden gebracht, terwijl zij de schuld op elkander zullen werpen. De zwakken zullen tot de hoogmoedigen zeggen: "Was u niet geweest dan zouden wij zeker tot de gelovigen behoren." Zij die ongelovig zijn zeggen: "Wij zullen niet in deze Koran geloven, noch in wat eraan vooraf is gegaan." Kon jij het maar zien wanneer de onrechtplegers bij hun Heer staan opgesteld en elkaar verwijten maken. Zij die onderdrukt werden zullen tegen hen die hoogmoedig waren zeggen: "Als jullie er niet geweest waren, dan waren wij gelovig geweest." ذي ن س ت ض عف و ن ح ن ص د د ن ك م ع ن ق ال ل ذي ن س ت ك و لل ل ه دي ع د ذ ج ا ء م ب ل ك ن ت مم جرم' & ٢٣ 034.032 Qala allatheena istakbaroo lillatheena istudaaifoo anahnu sadadnakum AAani alhuda baaada ith jaakum bal kuntum mujrimeena 32. De hoogmoedigen zullen tot de zwakkelingen zeggen: "Waren wij het die u van de leiding afwendden, nadat zij tot u was gekomen? Nee, u draagt zelf de schuld hiervan." Maar zij die hoogmoedig waren zeggen tegen hen die onderdrukt werden: "Hebben wij jullie dan van de leidraad afgehouden nadat hij tot jullie gekomen was? Welnee, jullie waren boosdoeners." ل ح كي م ٧٢ 034.027 Qul arooniya allatheena alhaqtum bihi shurakaa kalla bal huwa Allahu alaaazeezu alhakeemu 27. Zeg: "Toont mij hen, die u met Hem vereenzelvigt! Geenszins! Hij is Allah, de Almachtige, de Alwijze."» اس ب ش' و ن ذي ر و ل كن لن ٨٢ Zeg: "Laat mij hen zien die jullie aan Hem als [zogenaamd goddelijke] metgezellen hebben toegevoegd. Welnee, Hij is Allah de machtige, de wijze." اس لا لا ^ ع ل م و ن لن لا Š ا ف ة ل و ما ر س ل نكلا 034.028 Wama arsalnaka illa kaffatan lilnnasi basheeran wanatheeran walakinna akthara alnnasi la yaaalamoona 28. En Wij hebben u slechts gezonden als een brenger van blijde tijdingen en een waarschuwer voor het gehele mensdom; maar de meeste mensen begrijpen het niet. En Wij hebben jou naar alle mensen gezamenlijk slechts gezonden als verkondiger van goed nieuws en als waarschuwer, maar de meeste mensen weten het niet. ك ن ت م صدق' & ٩٢ و ^ ق ول ون م ه ذ ل و ع دن 034.029 Wayaqooloona mata hatha alwaaadu in kuntum sadiqeena 29. En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte worden vervuld als u de waarheid spreekt?" ع ن ه س اع ة و لا لا En zij zeggen: "Wanneer zal deze aanzegging zich voordoen als jullie gelijk hebben?" لا ت س تا @V و ن ق لل ك مم ي ع اد ي وم لا ت س ت ق دم ون ٠٣v 034.030 Qul lakum meeaaadu yawmin la tasta/khiroona AAanhu saaaatan wala tastaqdimoona

ب' & و قال و ن حن» م ولا لا و ولا لا دm و مان حن بم عذ ٥٣ 034.035 Waqaloo nahnu aktharu amwalan waawladan wama nahnu bimuaaaththabeena 35. En zij zeiden: "Wij hebben meer rijkdommen en kinderen en wij zullen niet worden gestraft."» لن اس En zij zeiden: "Wij hebben zeer veel bezittingen en kinderen; wij zijn het niet die gestraft worden." زق لمني ش ا ء و ^ ق در و لكن ن رd ي ب سطلر ق ل لا لا ^ ع ل م ون ٦٣v 034.036 Qul inna rabbee yabsutu alrrizqa liman yashao wayaqdiru walakinna akthara alnnasi la yaaalamoona 36. Zeg: "Waarlijk, mijn Heer vergroot en bekrimpt het levensonderhoud voor wie Hij wil, maar de meeste mensen begrijpen het niet." Zeg: "Mijn Heer voorziet ruimschoots in het levensonderhoud van wie Hij wil en ook met mate, maar de meeste mensen weten het niet" ب ك م عن دن ا زل ˆ لا لا من - و ما م ول ك م ولا لا ولا لا د ك مبال عف بما ع مل و وه م ل ه م ج ز آءلض من و ع مل صالح ا½ فا ول 1 ك 2 ل غ ر فت من و ن ٧٣ 034.037 Wama amwalukum wala awladukum biallatee tuqarribukum AAindana zulfa illa man amana waaaamila salihan faola-ika lahum jazao alddiaafi bima AAamiloo wahum fee alghurufati aminoona 37. Noch uw rijkdommen noch uw kinderen kunnen u tot Onze nabijheid brengen, maar zij die geloven en goede werken doen, zullen een veelvuldige beloning ontvangen, voor hetgeen zij deden en zullen veilig zijn in verheven woningen. Jullie bezittingen, noch jullie kinderen zijn het die jullie nader tot Ons zullen brengen, behalve dan als iemand gelooft en deugdelijk handelt; zij zijn het voor wie er een dubbele beloning is voor wat zij gedaan hebben en zij zullen veilig in de [feest]zalen zijn. و ق الل ذين س ت ض عف و لل ذين س ت ك و ب ل م @ ل يل و ه ن دد 3 و ¾ @ و R ون ج ع لل L ك -. بااللهM ن هار ذ تا م ر ون نا ن لن ذي ن ع ناقل 3 و ج ع ل نالا لا غ ل ل لا ماŠ ان و ^ ع م ل ون ٣٣ د م ة ل م ا ر و ل ع ذ ب لن ك. - و 3 ه ل ي ج ز ونلا 034.033 Waqala allatheena istudaaifoo lillatheena istakbaroo bal makru allayli waalnnahari ith ta/muroonana an nakfura biallahi wanajaaala lahu andadan waasarroo alnnadamata lamma raawoo alaaathaba wajaaaalna al-aghlala fee aaanaqi allatheena kafaroo hal yujzawna illa ma kanoo yaaamaloona 33. En de zwakkelingen zullen tot de hoogmoedigen zeggen: "Maar het kwam door uw listige plannen, bij dag en nacht beraamd, waarbij u ons geboodt niet in Allah te geloven en gelijken aan Hem op werpen." En zij zullen berouw tonen wanneer zij de straf zullen zien. En Wij zullen zware kettingen leggen om de halzen van de ongelovigen. Zij zullen slechts worden gestraft voor hetgeen zij deden. En zij die onderdrukt werden zeggen tegen hen die hoogmoedig waren: "Welnee, [het kwam door jullie] listen van 's nachts en overdag; toen jullie ons bevalen aan Allah geen geloof te hechten en aan Hem gelijken toe te schrijven." Heimelijk hebben zij dan spijt wanneer zij de bestraffing zien. Maar Wij leggen de halsketenen om de nekken van hen die ongelovig zijn. Zal aan hen soms iets anders vergolden worden dan zij deden? ا بما لا ق الم ف و ها ن m نن ذير لا «@ ية م و ما ر س ل نا ر سل ت مبه ك -. ون ٤٣ 034.034 Wama arsalna fee qaryatin min natheerin illa qala mutrafooha inna bima orsiltum bihi kafiroona 34. En Wij zonden geen waarschuwer tot een stad of de rijken er van zeiden: "Waarlijk, wij willen niet geloven in hetgeen waarmee u bent gezonden." Wij hebben geen waarschuwer naar een stad gezonden zonder dat haar inwoners die een luxeleven leidden zeiden: "Waarmee jullie gezonden zijn daar hechten wij geen geloof aan."

قال و س ب ح نك ن ت ولي نا من د و نهمl ب لŠ ان و ^ ع ب د و ن l» ه م بهمم و من ون ١٤ ل جن ل ع ذ ب ي تن ا م ع جزي ن ول 1 ك 2 و ل ذي ن ي س ع و ن م ح Â @ ون ٨٣ 034.041 Qaloo subhanaka anta waliyyuna min doonihim bal kanoo yaaabudoona aljinna aktharuhum bihim mu/minoona 41. Zij zullen antwoorden: "Glorie zij U! U bent onze Vriend, niet zij. Nee, zij aanbaden de djinn; in hen geloofden de meesten hunner." Zij zeggen dan: "U zij geprezen! U bent ons tot vriend en zij niet. Integendeel, zij dienden de djinn; de meesten van hen geloven in hen." فال ي و ملا لا ي م لك ع ض ك م لب عض ž فع او لا لا ƒ 3 وž ق و للل ذين ب ون ارل ك ن ت م بها ت ك ذ ظ ل م و ذ و ق و ع ذبلن ٢٤ 034.042 Faalyawma la yamliku baaadukum libaaadin nafaaan wala darran wanaqoolu lillatheena thalamoo thooqoo AAathaba alnnari allatee kuntum biha tukaththiboona 42. (God zal zeggen) "Heden heeft u geen macht om elkander goed of kwaad te doen." En Wij zullen tot de onrechtvaardigen zeggen: "Ondergaat de straf van het Vuur die u placht te verloochenen." لا ر ج ل ي ري د ن ي 3 م ف لا س Á @ م ب' & "Vandaag kunnen zij niets tot nut of schade voor elkaar uitrichten^ Ook zeggen Wij tot hen die onrecht pleegden: "Proeft de bestraffing met het vuur dat jullie loochenden." نت قال و ما ه ذ لا و ذ ت تe ع ل ي هم ي ت نا بي ب ا ؤ مl و قال و ما ه ذ لا لا ف ك ه ذ لا ل م ا ج ا ء ه مm ن ي ص د م عم اŠ ان ^ ع ب د ذين ك. - و لل ح ق و ق الل 034.038 Waallatheena yasaaawna fee ayatina muaaajizeena ola-ika fee alaaathabi muhdaroona 38. En zij, die Onze woorden trachten krachteloos te maken zullen de straf ondergaan. Maar zij die tegen Onze tekenen proberen in te gaan om ze te ontkrachten; zij zijn het die ter bestraffing worden voorgeleid. زق لمني ش ا ء من عباده و ^ ق درل R ه 3 و ما ن رd ي ب سطلر ق ل ن ء ف ه وي خ لف R هl و ه و خ ' لرزق' & ٩٣ ž ف ق ت مم 034.039 Qul inna rabbee yabsutu alrrizqa liman yashao min AAibadihi wayaqdiru lahu wama anfaqtum min shay-in fahuwa yukhlifuhu wahuwa khayru alrraziqeena 39. Waarlijk, mijn Heer vergroot en bekrimpt het levensonderhoud voor wie Hij wil van Zijn dienaren. En wat u ook (weldadig) besteedt, Hij zal het teruggeven en Hij is de beste Voorziener. Zeg: "Mijn Heer voorziet ruimschoots in het levensonderhoud van wie van Zijn dienaren Hij wil en ook met mate. En als jullie iets als bijdrage schenken, dan zal Hij het vergoeden; Hij is de beste voorziener." و ي و م ي ح @ Ä ه م ج مي ع ا ث م ^ ق و ل لل م ل 1 ك 2 ة ه و لا لاء ي ا م Š ان و ^ ع ب د ون ٠٤ 034.040 Wayawma yahshuruhum jameeaaan thumma yaqoolu lilmala-ikati ahaola-i iyyakum kanoo yaaabudoona 40. En de Dag waarop Hij hen allen tezamen zal verzamelen, zal Hij tot de engelen zeggen: "Plachten dezen u te aanbidden?" En op de dag dat Hij hen allen verzamelt en dan tot de engelen zegt: "Zijn dezen het die jullie hebben gediend?"

م ا عظ ك م بو حد ة l ن ق و م و الله M L م ث Å و @ د ي ث م ق ل ن لا ن ذي ر ل ك م ب ' & ه و لا ة 3 ن @ و Æ ما بص احبك م م ن جن ت تف ي د ي ع ذب ش ديد ٦٤ 034.046 Qul innama aaaithukum biwahidatin an taqoomoo lillahi mathna wafurada thumma tatafakkaroo ma bisahibikum min jinnatin in huwa illa natheerun lakum bayna yaday AAathabin shadeedin 46. Zeg: "Ik raad u aan slechts één ding te doen; dat u paarsgewijze en alleen voor Allah staat en dan nadenkt. En (u zult weten) dat er geen krankzinnigheid in uw metgezel is; hij is voor u slechts een waarschuwer vóór een strenge straf (komt)." Zeg: "Ik roep jullie tot slechts één ding op; dat jullie je getweeën en afzonderlijk voor Allah opstellen en dan nadenken. In jullie medeburger is geen bezetenheid, hij is voor jullie slechts een waarschuwer voor een strenge bestraffing." l L و هو لا عe اللهM ق ل ما سا ل ت ك مم ن جر ف ه ول ك م 3 ن ج ريلا ل ء ش هيد ٧٤ عe Š 034.047 Qul ma saaltukum min ajrin fahuwa lakum in ajriya illa AAala Allahi wahuwa AAala kulli shay-in shaheedun 47. Zeg: "Welk loon ik ook van u vraag, dat is voor u. Mijn loon is bij Allah; en Hij is Getuige van alle dingen." Zeg: "Ik vraag jullie geen loon; het is in jullie eigen voordeel. Slechts Allah is belast met mijn loon; Hij is van alles getuige." ن رd ^ قذفبال ح قl ع لا لا مل غ ي وب ٨٤ ق ل ٣٤ 034.043 Wa-itha tutla AAalayhim ayatuna bayyinatin qaloo ma hatha illa rajulun yureedu an yasuddakum AAamma kana yaaabudu abaokum waqaloo ma hatha illa ifkun muftaran waqala allatheena kafaroo lilhaqqi lamma jaahum in hatha illa sihrun mubeenun 43. En wanneer Onze duidelijke woorden aan hen zijn verkondigd, zeggen zij: "Dit is slechts een man, die u van hetgeen uw vaderen aanbaden, wenst af te leiden." En zij zeggen: "Dit is slechts een verzonnen leugen." En de ongelovigen zeggen van de Waarheid als deze tot hen komt, "Dit is niets dan zuiver tovenarij." En als aan hen Onze tekenen als duidelijke bewijzen voorgelezen worden zeggen zij: "Dat is een man die jullie alleen maar wenst af te brengen van wat jullie vaderen gewoon waren te dienen." En zij zeggen: "Dit is slechts laster die verzonnen is." En zij die aan de waarheid geen geloof hechten wanneer zij tot hen komt zeggen: "Dit is duidelijk slechts toverij." و ما ت ي ن ه م م ن ك تب ي د ر س ون ها و ما ر س ل نا ل ي هم ق ب لك منن ذير ٤٤ 034.044 Wama ataynahum min kutubin yadrusoonaha wama arsalna ilayhim qablaka min natheerin 44. En Wij gaven hun geen boek dat zij bestudeerden, noch zonden Wij hun een waarschuwer vóór u. Wij hebben hun geen boeken gegeven die zij konden bestuderen, noch hebben Wij voor jouw tijd een waarschuwer tot hen gezonden. ذي ن من ق ب لهم m و م ا ب ل غ و مع ش ار م ا ت ي ن ه م و ك ذ ب ل ف كذ ب و ر س e Æ ف ك ي ف Š انن ك' ٥٤v 034.045 Wakaththaba allatheena min qablihim wama balaghoo miaashara ma ataynahum fakaththaboo rusulee fakayfa kana nakeeri 034.048 Qul inna rabbee yaqthifu bialhaqqi AAallamu alghuyoobi 48. Zeg: "Waarlijk, mijn Heer verspreidt de Waarheid. Hij is de Kenner van al het onzichtbare. Zeg: "Mijn Heer treft met de waarheid; Hij is de kenner van de verborgenheden." 45. Zij, die vóór hen waren verloochenden ook - en zij hebben zelfs geen tiende bereikt van hetgeen Wij hun gaven - zij verloochenden Mijn Boodschappers en hoe (streng) was dan Mijn afkeuring. Maar zij die er voor hun tijd waren, hebben [de gezanten ook] van leugens beticht, terwijl zij [nu] nog niet een tiende bereikt hebben van wat Wij aan hen gegeven hadden. Toch hadden zij ook Mijn gezanten van leugens beticht. En hoe was Mijn terechtwijzing dan? *

و ق د ك. - و به من ق ب ل l و ^ ق ذف و ن بال غ ي ب من م w انÈ عي د ٣٥ 034.053 Waqad kafaroo bihi min qablu wayaqthifoona bialghaybi min makanin baaaeedin 53. Terwijl zij voorheen hebben verworpen? En zij uiten gissingen omtrent het onzichtbare van een verre plaats. Zij hechtten er vroeger toch ook geen geloof aan en zij proberen vanuit een verafgelegen plaats het verborgene te treffen. ن و حي ل ب ي ن ه م و ب ' & ما ي ش ت ه و ن ك ما ف علبا ش ي اعهمم ش ك م ريب ه مŠ ان و ق ب ل 3 ن ٤٥v 034.054 Waheela baynahum wabayna ma yashtahoona kama fuaaila bi-ashyaaaihim min qablu innahum kanoo fee shakkin mureebin 54. En er is een hinderpaal (afscheiding) gemaakt tussen hen en hetgeen zij verlangen zoals met hun gelijken vóór hen was gedaan. Zij verkeerden inderdaad in een verontrustende twijfel. www.kuran.nl En wat zij begeren wordt voor hen onbereikbaar gemaakt zoals dat vroeger met hun soortgenoten gedaan was; zij verkeerden immers in hevige twijfel. ق و ما ي ب دئل ب اطل و ما ^ عي د ٩٤ ق ل ج ا ءل ح 034.049 Qul jaa alhaqqu wama yubdi-o albatilu wama yuaaeedu 49. Zeg: "De Waarheid is gekomen en de leugen zal niet meer beginnen, noch wederkeren." ف بم ا Zeg: "De waarheid is gekomen. De onzin kan niets laten beginnen en niets herhalen." ما ضل عe ž ف l Ê ون ه ت د يت فان ض ل لت ق لن «@يب R ه س مي ع ن 3 ٠٥ رd ي و Ë ˆ o 034.050 Qul in dalaltu fa-innama adillu AAala nafsee wa-ini ihtadaytu fabima yoohee ilayya rabbee innahu sameeaaun qareebun 50. Zeg: "Als ik dwaal, dwaal ik slechts door mijzelf; en indien ik goed geleid ben, is het door hetgeen mijn Heer mij heeft geopenbaard. Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Nabijzijnde. Zeg: "Als ik dwaal, dan dwaal ik slechts ten koste van mijzelf, maar als ik het goede pad volg, dan komt dat door wat mijn Heer aan mij geopenbaard heeft; Hij is horend en nabij." ول وت ري ذ µع و فلا لا ف وت و خذ و من م w ان «@يب ١٥ 034.051 Walaw tara ith faziaaoo fala fawta waokhithoo min makanin qareebin 51. Kon u (hen) maar zien, wanneer zij schrikken! Dan zal er geen ontvluchten zijn als zij van nabij worden gegrepen!" Ì عيد انÈ w ن اوش من م ل ه ملت ٢٥ Kon jij het maar zien wanneer zij, zonder te kunnen ontkomen, van schrik bevangen zijn en vanuit een nabije plaats weggegrist worden ا به l و و ق ال و م ن 034.052 Waqaloo amanna bihi waanna lahumu alttanawushu min makanin baaaeedin 52. Dan zullen zij zeggen: "Wij geloven er in!" Maar hoe zal het bereiken er van voor hen mogelijk zijn van zó ver, en zeggen: "Wij geloven erin", maar hoe zouden zij dat vanuit een verafgelegen plaats nog kunnen bereiken?