INHOUD Infobrochure Voorwoord (pagina 3&4) 1 Loopbaan & wedde 1.1 Bewakings- & technisch personeel 1.1.1 Penitentiair beambte (contractueel tewerkgesteld) 1.1.2 Penitentiair bewakingsassistent & penitentiair technisch assistent 1.1.3 Penitentiair bewakingsassistent ploegchef & penitentiair technisch assistent ploegchef (PBAP en PTAP) 1.1.4 Adjunct penitentiair assistent & adjunct technisch assistent 1.1.5 Penitentiair assistent & technisch assistent 1.1.6 Hoofd penitentiair assistent & hoofd technisch assistent 1.1.7 Penitentiair technisch deskundige bewaking & logistiek 1.2 Administratief personeel 1.2.1 Penitentiair administratief medewerker 1.2.2 Penitentiair administratief assistent 1.2.3 Penitentiair Bestuurschef 1.2.4 Penitentiair financieel deskundige 1.3 Psychosociale dienst 1.3.1 Penitentiair technisch deskundige 1.3.2 Psycholoog 1.3.3 Verplegend personeel 2 Vergoedingen en toelagen 2.1 Haard- en standplaatstoelage 2.2 Toelage prestaties: avondprestaties, zaterdag- en zondagwerk 2.3 Toelage onaangenaamheden 2.4 Toelage Hoge Veiligheid 2.5 Kraamgeld 2.6 Adoptiepremie 2.7 Vergoeding voor begrafeniskosten 2.8 Fietsvergoeding 1
2.9 Vervoersonkosten 2.10 Vakantiegeld en eindejaarspremie 3 Mobiliteit 4 Verloven 4.1 Jaarlijks verlof 4.2 Wettelijke en reglementaire feestdagen 4.3 Omstandigheidverlof 4.4 Uitzonderlijk verlof wegens overmacht 4.5 Andere verloven 4.5.1 Verlof wegens ziekte en disponibiliteit 4.5.2 Verlof wegens disponibiliteit 4.5.3 Zwangerschapsverlof, borstvoedingspauzes, ouderschapsverlof 4.5.4 Verlof om dwingende redenen van familiaal belang 4.5.5 Verlof om een stage of proefperiode te vervullen 4.5.6 Verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte 4.5.7 Loopbaanonderbreking 4.5.8 Loopbaanonderbreking voor medische bijstand 4.5.9 Loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen 4.6 De 36 uren werkweek 4.7 Verlof voorafgaand aan het pensioen 4.8 Blijven werken na je 55 4.9 Afwezigheid van lange duur (persoonlijke aangelegenheden) 4.10 De vrijwillige vierdagenweek en halftijdse vervroegde uitstapregeling 5 Bijkomende inlichtingen 5.1 Sociale Dienst 5.2 Geweld, pesterijen, ongewenst seksueel gedrag 5.3 Kinderbijslag 5.4 Uitleg bij weddenfiche, vergoedingen en index 6 Ontwikkelcirkels 7 Jongeren 8 Contact 2
Voorwoord Het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV), waarvan de Algemene Centrale der Openbare diensten (ACOD) een deel is, is er zo maar niet gekomen. De noodzaak van het verenigen, het syndicalisme heeft zijn oorsprong in de 2 de helft van de 19 de eeuw gevonden. Door de industrialisatie van West-Europa werd de fabrieksarbeider geboren. 14 uren werken in ongezonde omstandigheden, geen sociale bescherming. Wie getroffen werd door ziekte of arbeidsongeval, viel van vandaag op morgen zonder inkomen. De wantoestanden veroorzaakten groeiend ongenoegen en geregeld braken rellen uit. Stilaan groeide er bij de arbeiders besef dat ze zich moesten organiseren en verenigen. Op 4 maart 1857 werd er in Gent "Broederlijke Maatschappij der Wevers" opgericht. Bij de economische depressie van 1873 tot 1895 slaagde het Belgische patronaat er in om in de lage lonen nog te snoeien. De arbeiders werden door art 310 in het strafwetboek de mogelijkheid om te staken ontnomen. De kieswet liet enkel de rijken toe om te stemmen! Als reactie hierop werd in 1885 de Belgische Werklieden Partij opgericht (BWP). In 1898, in de schoot van de BWP zag de Syndicale Commissie het levenslicht. Op 1 januari 1938 werd de commissie omgevormd tot het Belgisch Vakverbond Door een fusie van verschillende vakverbonden kreeg men op 29 april 1945 het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV). Onze organisatie speelde de hoofdrol in de sociale strijd in het Rijk. Zo hadden we De Koningskwestie, de recessie in de jaren 50, de Eenheidswet, de grote staking van 1960-61 en het generatiepact. We hebben strijd gevoerd voor het stemrecht, voor de verlofdagen, 8-uren werkdag, sociale zekerheid (waarvan we zelf aan de oorsprong liggen), beter werkvoorwaarden, enz. Eigenlijk mogen we er trots op zijn deel uit te maken van deze organisatie! Gino Hoppe Algemeen Secretaris 3
Wat doet het ABVV? Heel veel! Heel veel, geen juistere omschrijving is mogelijk. Zet maar eens alle diensten, activiteiten en acties van het ABVV op een rijtje. Als vakbond én als sociale beweging. Met deskundige en geëngageerde medewerkers. Met een uitgebreid gewestelijk en lokaal kantorennet. Je kan er terecht voor advies en bijstand inzake werkloosheid, arbeidsongeval, pensioen, sociale uitkeringen, Maar het stopt niet bij dienstverlening! Er is ook oog voor vorming en cultuur, voor seniorenwerking, voor ontspanning, voor Noord/Zuid-solidariteit. Met speciale focus op vrouwen (gelijkheid is hier geen holle slogan!), jongeren en migranten. Het ABVV verdedigt de belangen van de werknemers, op de werkplek, in de sectoren en in allerlei overlegorganen. We bouwen aan een syndicale tegenmacht tegenover de patroons en werken aan een betere maatschappij voor iedereen. Het ABVV als socialistisch constructiebedrijf. En zo lang het kapitalisme niet wijzer wordt, valt dat bedrijf niet stil. 4
1 Loopbaan & wedde 1.1 Bewakings- & technisch personeel In de gevangenissen wordt gemengd gewerkt. 60 % van de plaatsen is voorbehouden voor personen van het zelfde geslacht als de gedetineerden die er verblijven. Binnen niveau D en C bevat het bewakingskader uitsluitend bijzondere graden, er zijn geen competentiemetingen en geen gecertificeerde opleidingen voorzien. 1.1.1 Contractueel Penitentiair beambte Een contractueel penitentiair beambte is een personeelslid die aangeworven is met een arbeidsovereenkomst (contract). Er zijn verschillende soorten arbeidsovereenkomsten, verschillend naar het aantal werkuren, de aard van het werk en de duur van de overeenkomst. Een contractueel penitentiair beambte kan niet deelnemen aan bevorderingsexamens wel aan aanwervingexamens. Om te kunnen inschrijven voor een aanwervingexamen PBA en/of PTA dient men sedert 1/11/2009 te beschikken over een diploma dat minstens toegang geeft tot het niveau C (vroeger A2). Wie niet over een geschikt diploma beschikt kan via SELOR een proef afleggen tot het bekomen van een instapkaart. De instapkaart kan men bekomen door het afleggen van een generieke computerproef waarbij men je test op een aantal competenties. Indien je slaagt blijft deze 5 jaar geldig en kan men zich binnen die periode inschrijven voor statutaire aanwervingexamens van PBA en/of PTA. Inschaling in weddenschaal 20AP * Contractuele personeelsleden in dienst vanaf 1/11/2009 Contractuele personeelsleden die geslaagd zijn voor de instapkaart en ingeschreven zijn voor een aanwervingexamen. Inschaling in weddenschaal 3010 * Contractuele personeelsleden die vóór 1/11/2009 in dienst waren en niet beschikken over een diploma die toegang heeft tot niveau C en niet slagen voor de instapkaart. * weddenschaal 3010 en 20AP (zie bijlage 1 en 2). 5
1.1.2 Penitentiair bewakingsassistent & penitentiair technisch assistent (PBA en PTA) PBA s en PTA s worden ingedeeld in 3 weddenschalen. Men start in weddenschaal 20AP*, wanneer men over 4 jaar graadanciënniteit beschikt gaat men over naar weddenschaal 20BP*, wanneer men over 12 jaar graadanciënniteit (8 jaar in 20BP) beschikt gaat men over naar weddenschaal 20CP*. * weddenschaal 20AP, 20BP en 20CP (zie bijlage 2). Om in te kunnen schrijven voor het statutaire examen dient men minstens over een diploma te beschikken dat toegang geeft tot niveau C (A2 diploma). Inschrijven kan via SELOR. Wanneer men slaagt in het examen kan men in afwachting van de opleiding en stage reeds contractueel in dienst genomen worden. 1.1.3 Penitentiair bewakingsassistent ploegchef & penitentiair technisch assistent ploegchef (PBAP en PTAP) Elke penitentiair bewakings- of technisch assistent (PBA of PTA) met ten minste 2 jaar graadanciënniteit mag aan het examen van ploegchef (PBAP of PTAP) deelnemen. Alleen de PBA of PTA die geslaagd is voor het examen en ten minste 4 jaar graadanciënniteit heeft en voldoet aan de overige gestelde reglementaire voorwaarden kan tot de graad van ploegchef bevorderd worden. De bevordering tot ploegchef kan alleen gebeuren wanneer desbetreffende plaatsen vacant gesteld worden. De graad van ploegchef is verbonden aan weddenschaal 20 DP*. Een ploegchef die 8 jaar graadanciënniteit heeft in de 20 DP kan bevorderen tot de weddenschaal 20 EP*. Deze bevordering gebeurt automatisch, doch de toegang tot weddenschaal 20EP is beperkt tot 25 % van het totale kader van ploegchefs. Bij gelijke graadanciënniteit zal op volgende wijze een rangschikking gebeuren: grootste graadanciënniteit in de geschrapte graad van kwartierchef grootste dienstanciënniteit oudste kandidaat * weddenschaal 20DP en 20EP (zie bijlage 3). 6
1.1.4 Adjunct Penitentiair Assistent en Adjunct Technisch Assistent De graad van APA/ATA is in uitdoving geplaatst. De graad APA/ATA is verbonden aan de weddenschaal 20A*. De APA/ATA die 4 jaar graadanciënniteit heeft, wordt bevorderd tot weddenschaal 20B*. * weddenschaal 20A en 20B (zie bijlage 4). 1.1.5 Penitentiair assistent en technisch assistent De graad van PA/TA is in uitdoving geplaatst. De graad PA/TA is verbonden aan de weddenschaal 2011. De PA/TA die 8 jaar graadanciënniteit heeft, wordt bevorderd tot weddenschaal 2012. * weddenschaal 2011 en 2012 (zie bijlage 5). 1.1.6 Hoofd penitentiair assistent en hoofd technisch assistent De PA/TA die minstens 4 jaar graadanciënniteit heeft kan bevorderd worden tot de graad van HPA/HTA. De graad van HPA/HTA is verbonden aan weddenschaal 22A. De HPA/HTA met ten minste 6 jaar graadanciënniteit kan weddenschaal 22B bekomen, op voorwaarde dat er vacante plaatsen zijn. * weddenschaal 22A en 22B (zie bijlage 6). 1.1.7 Penitentiair technisch deskundige bewaking & logistiek Elke PBA of PTA, PBAP of PTAP (ploegchef), A.P.A, A.T.A., P.A., T.A., H.P.A en H.T.A. met ten minste 4 jaar graadanciënniteit, die slaagt in een vergelijkend examen kan bevorderd worden tot de graad van penitentiair technisch deskundige, voor zover er vacante plaatsen zijn. Naast graadanciënniteit en slagen in het examen, kunnen andere reglementaire voorwaarden gesteld worden (vb. inzake evaluatie). Deze verandering van graad wordt afhankelijk gesteld van een onderzoek naar de beroepsgeschiktheid waarvan het programma gelijk is aan dit van het 2de gedeelte van het vergelijkend examen voor overgang naar het hoger niveau B. Dit vereist een hoger diploma of het slagen in een algemene overgangsselectie (C naar B). 7
De graad van penitentiair technisch deskundige is verbonden aan weddenschaal BT1. Na het slagen in een gecertificeerde opleiding wordt de penitentiair technisch deskundige bevorderd tot weddenschaal BT2 en vervolgens bij het slagen in een volgende gecertificeerde opleiding (na 8 jaar) bevorderd tot weddenschaal BT3. Aanwervinggraden: (voor iedereen toegankelijk, mits voorwaarden): Penitentiair bewakings- of technisch assistent & penitentiair technisch deskundige Bevorderingsgraden: (via interne examens): Penitentiair bewakings- of technisch assistent ploegchef & penitentiair technisch deskundige * weddenschaal BT1, BT2 en BT3 (zie bijlage 7). 8
1.2 Het administratief personeel Het administratief personeel wordt nu ook ingedeeld in bijzondere graden, maar valt in tegenstelling tot het bewakingskader onder Copernicus. Zij kunnen dus deelnemen aan gecertificeerde opleidingen en worden ingedeeld in functiefamilies. Voorwaarden gecertificeerde opleidingen: stagiairs: je kunt je inschrijven vanaf de laatste maand van je stage. statutaire personeelsleden: je moet 1 jaar niveauanciënniteit hebben. contractuele personeelsleden: je moet 1 jaar anciënniteit zonder onderbreking hebben in de bewuste functiefamilie om je te kunnen inschrijven. Deelname aan een gecertificeerde opleiding is niet verplicht De vroegere bestuurchefs bekleden een uitdovende graad en kunnen niet deelnemen aan de gecertificeerde opleidingen. Specificiteitpremie Sinds 1 november 2009 behoudt het administratief personeelslid dat slaagt in een gecertificeerde opleiding de specificiteitpremie van 669 Deze premie is niet geïndexeerd. 1.2.1 Penitentiair administratief medewerker Een Penitentiair administratief medewerker heeft weddenschaal DA1, met een stage van drie maand. na 6 jaar graadanciënniteit, weddenschaal DA2 voor 27 % van de betrekkingen. na 9 jaar graadanciënniteit in weddenschaal DA2 mogelijke bevordering naar DA3 voor 31% van de betrekkingen. na 12 jaar graadanciënniteit in weddenschaal DA3 mogelijke bevordering naar DA4 voor 12% van de betrekkingen. * weddenschaal DA1, DA2, DA3 en DA4 (zie bijlage 8). 9
1.2.2 Penitentiair administratief assistent Een Penitentiair administratief assistent heeft weddenschaal CA1,met een stage van 1 jaar. Wanneer je slaagt voor de gecertificeerde opleiding krijg je naast je wedde gedurende 8 jaar een premie voor competentieontwikkeling van 1700. 8 jaar na slagen in de gecertificeerde opleiding krijg je weddenschaal CA2 toegewezen en kan je deelnemen aan een tweede gecertificeerde opleiding. Wanneer je slaagt krijg je opnieuw gedurende 8 jaar een premie van 1700. 8 jaar na slagen in de tweede gecertificeerde opleiding krijgt men weddenschaal CA3. Contractuele medewerkers mogen deelnemen aan de eerste gecertificeerde opleiding, maar kunnen niet bevorderen naar CA2. * weddenschaal CA1, CA2 en CA3 (zie bijlage 9) 1.2.3 Penitentiair Bestuurschef De graad bestuurchef wordt penitentiair bestuurchef, deze graad is in uitdoving geplaatst. 1.2.4 Penitentiair financieel deskundige Een Penitentiair financieel deskundige heeft weddenschaal BF1, met een stage van 1 jaar. Wanneer je slaagt in de gecertificeerde opleiding krijg je naast je wedde gedurende 8 jaar een premie voor competentieontwikkeling van 2000. 8 jaar na slagen in de gecertificeerde opleiding krijg je weddenschaal BF2 toegewezen en kan je deelnemen aan een tweede gecertificeerde opleiding. Wanneer je slaagt krijg je opnieuw gedurende 8 jaar een premie van 2000. 8 jaar na slagen in de 2de gecertificeerde opleiding krijgt men weddenschaal BF3. * weddenschaal BF1, BF2 en BF3 (zie bijlage 10). 10
1.3 De Psychosociale dienst 1.3.1 Penitentiair technisch deskundige (maatschappelijk assistent) Een Penitentiair technisch deskundige heeft weddenschaal BT1, met een stage van 1 jaar. Wanneer je slaagt in de gecertificeerde opleiding krijg je naast je wedde gedurende 8 jaar een premie voor competentieontwikkeling van 2000. 8 jaar na slagen in de gecertificeerde opleiding krijg je weddenschaal BT2 toegewezen en kan je deelnemen aan een tweede gecertificeerde opleiding. Wanneer je slaagt krijg je opnieuw gedurende 8 jaar een premie van 2000. 8 jaar na slagen in de tweede gecertificeerde opleiding krijgt men weddenschaal BT3. * weddenschaal BT1, BT2, BT3 (zie bijlage 7). 1.3.2 Psycholoog De graad van psycholoog wordt verleend aan de geslaagden van een examen georganiseerd door Selor (weddenschaal A11). Men moet houder zijn van een diploma licentiaat klinische psychologie om te kunnen deelnemen aan het examen. Na 4 jaar graadanciënniteit wordt de psycholoog bevorderd naar een hogere weddenschaal A12. Na 18 jaar graadanciënniteit en indien vacante betrekkingen kan men bevorderen naar weddenschaal A21. Na 9 jaar graadanciënniteit kan men bevorderd worden tot psycholoogdirecteur, weddenschaal A31. Na 3 jaar graadanciënniteit als psycholoogdirecteur kan 25% bevorderd worden door verhoging in weddenschaal A32. 1.3.3 Verplegend personeel Penitentiair verpleegassistent en penitentiair gebrevetteerd verpleger worden geplaatst in de weddenschalen BT1, BT2, BT3. * weddenschaal BT1, BT2 en BT3 (zie bijlagen 7). 11
Samenvatting bijzondere graden Niveau D - Penitentiair beambte (enkel contractueel) - Penitentiair administratief medewerker Niveau C - Penitentiair bewakings- en technisch assistent - Penitentiair bewakings- en technisch assistent ploegchef - Penitentiair/technisch assistent & hoofd penitentiair/technisch assistent - Penitentiair administratief assistent - Penitentiair verpleegassistent - Penitentiair gebrevetteerd verpleger Niveau B - Penitentiair medisch deskundige - Penitentiair technisch deskundige - Penitentiair financieel deskundige - Penitentiair administratief deskundige 12
2 Vergoedingen en toelagen 2.1 Haard- en standplaatstoelage Als je niet-geïndexeerde jaarwedde lager is dan 18 718,39 euro, dan heb je recht op een haardtoelage dan 18 523,83 euro, dan heb je recht op een standplaatstoelage Het is een bijkomende jaarlijkse toelage die maandelijks wordt uitbetaald. Afhankelijk van je persoonlijke toestand krijg je dan een haardtoelage of een standplaatstoelage. Voorwaarden voor het verkrijgen van de haardtoelage: als je gehuwd bent (tenzij de haardtoelage al aan je echtgenoot of echtgenote is toegekend) als je samenwoont (tenzij de haardtoelage al aan de persoon met wie je samenwoont is toegekend) als je alleen woont en voor een of meerdere kinderen in je gezin kinderbijslag ontvangt. Om de haardtoelage te ontvangen, moet je een verklaring op erewoord over je familiale situatie geven. Als beide partners recht hebben op een haardtoelage, dan duiden ze via een verklaring op erewoord aan welke partner de haardtoelage ontvangt. De andere partner ontvangt dan een standplaatstoelage. Personen die geen haardtoelage ontvangen, ontvangen de standplaatstoelage. Bedragen: Maandelijks geïndexeerde brutowedde lager dan 24.890,35 tussen 24.890,35 en 28.337,05 Haardtoelage per maand 92,74 EUR 46,37 EUR Standplaatstoelage per maand 46,37 EUR 23,18 EUR De haard- en standplaatstoelage is gekoppeld aan de spilindex 138,01. Haard- en standplaatstoelage (bruto geïndexeerd bedrag met coëfficiënt 1,5460 sinds 1 juni 2011). Niet iedereen krijgt het volledige bedrag. Hoe dichter je jaarwedde bij de maximumjaarwedde ligt, hoe kleiner je toelage zal zijn. Als je deeltijds werkt, dan wordt je haard- of standplaatstoelage evenredig verminderd. 13
Afhouding van de haard- of standplaatstoelage: Bedrijfsvoorheffing Sociale zekerheidsbijdragen Contractuelen: ja 13,07 % Statutairen: ja Nihil 2.2. Avondprestaties / zaterdagwerk / zondagwerk Avondprestaties: Arbeid verricht tussen 18 h en 08 uur. Een half uur wordt per prestatie omgevormd tot een volledig uur. De vergoeding bedraagt 2,5 per uur, dit bedrag wordt geïndexeerd. Zaterdagwerk: Arbeid verricht tussen 0 en 24 h op zaterdag. Een half uur wordt per prestatie omgevormd tot een volledig uur. Vergoeding is wedde aan 150 % = jaarwedde x index : 1976 : 2 = bruto vergoeding per uur. Zondagwerk en wettelijke feestdagen: Arbeid verricht tussen 0 en 24 u op zondag. Een half uur wordt per prestatie omgevormd tot een volledig uur. Vergoeding is wedde aan 200 % = jaarwedde x index : 1976 = bruto vergoeding per uur In geval van een arbeidsongeval met arbeidsongeschiktheid tot gevolg, dat erkend wordt en dat het gevolg is van agressie of interventie behoudt het personeelslid voor onbepaalde duur een forfait aan onregelmatige prestaties (nacht, zaterdag en zondag). Dit forfait wordt berekend op basis van de voorziene dienstrol op 8 weken voor het betreffende personeelslid. In geval van arbeidsongevallen met een andere oorzaak, is het forfait beperkt tot de eerste maand. 14
2.3 Onaangenaamheden Deze toelage bedraagt 25,00 per maand en is niet geïndexeerd en niet belastbaar. Bij onvolledige prestaties wordt het bedrag verminderd à rato van de geleverde prestaties. 2.4 Premie AIBV (Hoge Veiligheid) Deze toelage bedraagt 150 per maand. 2.5 Kraamgeld Het kraamgeld wordt toegekend bij de geboorte van elk kind. Je kunt kraamgeld aanvragen vanaf de zesde maand van de zwangerschap. Het kan vanaf de achtste maand van de bevalling uitbetaald worden. Het kraamgeld wordt ook toegekend wanneer het kind doodgeboren is of bij een miskraam na een zwangerschap van ten minste 180 dagen. Voor een eerste kind van de vader of van de moeder bedraagt het kraamgeld 1.175,56 en anders 884,47. Voor een meerling wordt per kind 1.175,56 betaald. Die bedragen zijn van toepassing sinds 1 mei 2011. 2.6 Adoptiepremie Als je een kind adopteert heb je recht op een adoptiepremie. De adoptiepremie bedraagt 1.175,56. Dat bedrag is van toepassing sinds 1 mei 2011. 2.7 Vergoeding voor begrafeniskosten De vergoeding wegens begrafeniskosten is van toepassing als de overledene een statutair of contractueel personeelslid of een stagiair was: in dienstactiviteit in disponibiliteit wegens ziekte of gebrekkigheid in non-activiteit om verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden uit te oefenen, bedoeld in artikel 86 1, 1 a) en b), 2 en 3 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. 15
Begunstigden Bij het overlijden van een personeelslid wordt de vergoeding wegens begrafeniskosten uitbetaald aan de persoon die de begrafeniskosten heeft gedragen. Als meerdere personen deze kosten hebben gedragen zal de vergoeding evenredig aan hun bijdrage verdeeld worden. De vergoeding wordt niet uitgekeerd: aan de personen onwaardig om te erven (artikels 727 en 729 van het Burgerlijk Wetboek) aan begrafenisondernemers, hun verwanten, aangestelden of lasthebbers, BEHALVE wanneer zij de echtgenoot, de wettelijk samenwonende of aanverwant tot de derde graad zijn van de overledene aan privaatrechtelijke rechtspersonen. Bedragen De vergoeding is gelijk aan 1 maand van de laatste bruto-activiteitsbezoldiging van de overledene en mag niet groter zijn dan 1/12 van het bedrag vastgesteld door de wet van 10 april 1971. Deze bedragen worden elk jaar herzien. Voorbeelden Als het overleden federaal personeelslid in voltijdse dienstactiviteit was en hij 2.500 euro bruto uitbetaald kreeg per maand, zal de persoon die de begrafeniskosten heeft gedragen een vergoeding van 2.500 euro krijgen. Als het overleden federaal personeelslid in voltijdse dienstactiviteit echter 3.500 euro bruto uitbetaald kreeg per maand, zal de persoon die de begrafeniskosten heeft gedragen een vergoeding van 3.128, 82 euro krijgen. 2.8 Fietsvergoeding Alle personeelsleden die gebruik maken van de fiets als vervoermiddel van en naar het werk, en minimaal 1 km in beide richtingen moeten afleggen, hebben recht op een vergoeding van 0,20 per km. Aanvullend gebruik van het openbaar vervoer is toegelaten, de vastgelegde reisweg is niet noodzakelijk de kortste. Cumulatie met een tegemoetkoming in de kosten van openbaar vervoer voor hetzelfde traject en tijdens dezelfde periode is niet mogelijk. De aanvraag voor het bekomen van de fietsvergoeding gebeurt met een standaardformulier, te verkrijgen bij de personeelsdienst. 16
2.9 Vervoersonkosten Een tegemoetkoming voor statutaire en contractuele personeelsleden in geval van gebruik van een eigen voertuig tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling in uitzonderlijke omstandigheden (K.B. van 3.9.2000 - B.S. van 7.9.2000). Een vergoeding kan worden uitbetaald voor de dagen waarop helemaal geen gebruik kan worden gemaakt van de openbare vervoermiddelen om van en naar het werk te komen: wonen op ten minste 3 km van de plaats van tewerkstelling. wonen op ten minste 3 km van de plaats van het openbaar vervoer. niet tijdig op het werk geraken of niet terug thuis geraken voor of na de shift. 2.10 Vakantiegeld en eindejaarspremie Vakantiegeld Om te voldoen aan de voorwaarden moet men genoten hebben van een bezoldiging gedurende de referentieperiode gaande van 1 januari tot 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de vakantie wordt toegestaan. Als tijdens het gehele kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de vakantie dient opgenomen te worden er geen volledige prestaties zijn geleverd, dan wordt het vakantiegeld als volgt berekend: 1/12 van het jaarbedrag voor elke periode van prestaties die zich uitstrekten over 1 volledige maand 1/30 van het maandbedrag per werkdag als de prestaties zich niet uitstrekten over 1 volledige maand. Wie slechts een gedeeltelijk loon geniet volgens verminderde prestaties verliest proportioneel een gedeelte van het vakantiegeld. Worden in aanmerking genomen voor de berekening van het vakantiegeld, de periodes tijdens welke het personeelslid: de jaarwedde geheel of gedeeltelijk heeft genoten met ouderschapsverlof was met bevallingsverlof was tijdens het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de vakantie dient opgenomen te worden. 17
Personeelsleden die jonger zijn dan 25 jaar en binnen de 4 maanden, na het verlaten van hun onderwijsinstelling, tewerkgesteld worden, hebben recht op volledig vakantiegeld. Vakantiegeld voor de niveaus B, C en D Bruto 92 % van de bruto maandwedde van de maand maart. Eindejaarspremie Voor het personeel van het federaal administratief openbaar ambt bestaat de eindejaarstoelage vanaf 2009 uit een vast gedeelte en twee variabele gedeelten: Het vast gedeelte. Het eerste variabele gedeelte bedraagt 2,5 % van je jaarlijkse geïndexeerde bruto bezoldiging. Bij de berekening van het wijzigbaar gedeelte wordt rekening gehouden met de haard- en standplaatstoelage, het weddencomplement bij vrijwillige vier dagenweek en de premie voor competentieontwikkeling. Het tweede variabele gedeelte bedraagt 7% van je bruto maandwedde van de maand oktober. Bij de berekening wordt enkel rekening gehouden met de haardof standplaatstoelage. Er zijn twee correcties: o het wordt opgetrokken tot 150,00 (bruto geïndexeerd) als het resultaat van de berekening lager is dan dit bedrag. o het wordt beperkt tot 300,00 (bruto geïndexeerd) als het resultaat van de berekening hoger is dan dit bedrag. 18
3 Mobiliteit Interne markt Vul eerst je volledige CV in Mijn Selor. Je kan nu: online gericht solliciteren voor een vacature voor de interne markt spontaan solliciteren door in je CV aan te duiden dat je gecontacteerd wil worden voor functies van de interne markt. De federale overheidsdiensten zoeken in de databank naar kandidaten met het gewenste profiel. Afhankelijk van je profiel kan de rekruterende dienst je contacteren. Indien je in aanmerking komt voor een vacature, moet je een bijkomende proef afleggen bij de rekruterende dienst. Ben je geselecteerd? Dan kan je zonder proefperiode aan de slag bij de nieuwe overheidsdienst. Bij je vorige dienst hoef je een vooropzeg van maximum 30 dagen te doen. Overheidsdiensten die een vacature hebben, kunnen vrij kiezen tussen het aannemen van een nieuwe medewerker of iemand van de interne markt. Competentiebilan Als statutair ambtenaar bij de federale overheid kan je deelnemen aan een oriëntatieinterview met de selectiedeskundigen van Selor. Ze bespreken je mogelijkheden en doorgroeikansen. Na dit gesprek wordt een verslag opgesteld. Dit competentiebilan wordt daarna opgeladen in je online CV in Mijn Selor. Zo kunnen de federale overheidsdiensten dit document raadplegen in hun zoektocht naar geïnteresseerden in interne markt. Men kan een overplaatsing aanvragen naar: een betrekking van dezelfde graad als je huidige graad een betrekking van een graad van dezelfde rang een vacante bevorderingsbetrekking, enkel voor de carrière niveau A 19
4 Verloven 4.1 Jaarlijks verlof Het jaarlijks, vrij te nemen verlof is het recht van de werknemer. jonger dan 45 jaar = 26 werkdagen tussen 45 en 49 jaar = 27 werkdagen tussen 50 en 54 jaar = 28 werkdagen tussen 55 en 59 jaar = 29 werkdagen tussen 60 en 61 jaar = 30 werkdagen 62 jaar = 31 werkdagen 63 jaar = 32 werkdagen tussen 64 en 65 jaar = 33 werkdagen Het jaarlijks vakantieverlof wordt evenredig verminderd wanneer een ambtenaar geen volledig jaar in dienst is of wanneer hij de volgende verloven of machtigingen bekomt: verlof voor kandidaatstelling bij verkiezingen verlof voor stage of proefperiode de halftijdse vervroegde uittreding de vrijwillige 4 dagenweek verlof voor opdracht loopbaanonderbreking de afwezigheden waarbij de ambtenaar in de administratieve stand van nonactiviteit of disponibiliteit is geplaatst. Verminderde prestaties wegens medische redenen Om de vermindering te berekenen van het aantal dagen jaarlijks vakantieverlof wordt dezelfde berekeningswijze toegepast als deze voor het bepalen van het aantal ziekteverlofdagen. Formule: 26 dagen - (26 x Y) : 260 27 dagen - (27 x Y) : 260 28 dagen - (28 x Y) : 260 Y is het totaal aantal dagen afwezigheid gedurende de beschouwde twaalf maanden. 20
Bij de herberekening van het jaarlijks vakantieverlof wordt geen rekening gehouden met het bijkomend vakantieverlof dat het personeelslid bekomt boven de leeftijd van 60 jaar. Voorbeeld: Voor het personeelslid dat 62 jaar is, is de berekening de volgende: 29 dagen - (29 x Y) : 260 + 3 bijkomende dagen Indien de vermindering van het verlof niet kan toegepast worden op het verlof van het lopende jaar dan zal deze worden aangerekend op het verlof van het volgende jaar. Alle verlofdagen dienen gevraagd en opgenomen te zijn voor het einde van het lopende jaar. In het geval dat op het einde van het jaar nog dagen resteren, kunnen deze overgedragen worden naar het volgende jaar. In dat geval dienen deze dagen opgenomen te zijn voor 31 mei van dat jaar. In geval er dan nog dagen resteren die niet opgenomen zijn (uitgezonderd overmacht), is men deze dagen kwijt. 4.2 Wettelijke en reglementaire verlofdagen Er zijn 10 wettelijke feestdagen: 1 januari paasmaandag 1 mei Hemelvaartsdag pinkstermaandag 21 juli 15 augustus 1 november 11 november 25 december Er zijn 3 reglementaire feestdagen: 2 november 15 november 26 december 21
Een personeelslid dat moet werken op een feestdag, bekomt een vervangende verlofdag die kan genomen worden onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks vakantieverlof. De ambtenaar is met verlof tijdens de periode van 27/12 tem 31/12. Dit ter compensatie van de feestdagen die op een zaterdag of zondag vallen. De ambtenaar die verplicht is te werken kan deze dagen naar eigen keuze opnemen! Brugdagen worden bepaald door de minister van ambtenarenzaken. Brugdagen zijn geen wettelijke feestdagen en worden dus NIET dubbel betaald! Reglementaire feestdagen worden ook niet dubbel betaald. 4.3 Omstandigheidverlof Voor Statutair en Contractueel personeel Administratieve stand: recht op wedde: vermindering ziektedagen: vermindering verlof: dienstactiviteit ja neen (voor contractueel niet van toepassing) neen 10 werkdagen: bevalling van de echtgenote van de ambtenaar. (***) 4 werkdagen: huwelijk van de ambtenaar zelf. (*) overlijden van de echtgenoot, van de persoon met wie de ambtenaar samenleefde, van een bloed- of aanverwant in de 1ste graad van de ambtenaar of van de persoon met wie de ambtenaar samenleeft. (*) (**) 2 werkdagen: huwelijk (*) van een kind. (**) (***) overlijden van bloed- of aanverwant maar onder hetzelfde dak wonend. (*) (**) verandering van standplaats opgelegd in het belang van de dienst, wanneer de verplaatsing een bijdrage van de Staat in de verhuiskosten meebrengt. 22
1 werkdag: overlijden bloed- of aanverwant in 2de of 3de graad maar niet onder hetzelfde dak wonend als de ambtenaar. (**) (***) huwelijk (*) broer, zuster, schoonbroer, schoonzus, vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader, stiefmoeder of kleinkind. (**) (***) deelname aan het feest van de vrijzinnige jeugd door kind van het personeelslid, echtgeno(o)t(e) of de persoon waarmee hij samenleeft. (**) (***) priesterwijding, intrede in het klooster of soortgelijke gebeurtenis binnen erkende religie van een kind van het personeelslid, van zijn echtgeno(o)t(e) of van de persoon waarmee het personeelslid samenleeft. (**) (***) plechtige communie of soortgelijke gebeurtenis binnen andere erkende religie, van het kind van de werknemer, echtgeno(o)t(e) of van de persoon met wie hij samenleeft. (**) (***) de nodige duur: oproeping als getuige voor een rechtscollege of persoonlijke verschijning. voorzitter of bijzitter of secretaris van een stembureau (maximum 2 werkdagen) dit verlof mag gecumuleerd NIET meer dan 8 dagen bedragen. (*) het huwelijk gelijkgesteld met het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door twee personen van verschillend of gelijk geslacht die samenleven als koppel; (**) de echtgenoot van de ambtenaar gelijkgesteld met de persoon, van verschillend of gelijk geslacht, met wie de ambtenaar samenleeft als koppel op dezelfde woonplaats; (***) de echtgenote van de ambtenaar gelijkgesteld met de persoon, van verschillend of gelijk geslacht, met wie de ambtenaar samenleeft als koppel op dezelfde woonplaats. 23
4.4 Uitzonderlijk verlof wegens overmacht Enkel voor Statutair personeel Administratieve stand: Recht op wedde: Vermindering ziektedagen: Vermindering verlof: Dienstactiviteit Ja Neen Neen Aan de statutaire ambtenaren kan max 4 werkdagen uitzonderlijk verlof worden toegestaan wegens overmacht ten gevolge van een ziekte of een ongeval overkomen aan één van de hierna opgesomde personen, met wie de ambtenaar samenleeft op dezelfde woonplaats: de echtgenoot of de persoon met wie hij samenleeft een kind van de persoon met wie hij samenleeft een bloed- of aanverwant, een persoon opgenomen met het oog op zijn adoptie een persoon opgenomen met het oog op de uitoefening van de pleegvoogdij ziekte of ongeval overkomen aan kind van de ambtenaar dat bij hem/haar verblijft, maar gedomicilieerd is bij de andere ouder van het kind Er is een medisch attest vereist waarin vermeld wordt dat de aanwezigheid noodzakelijk is. Dit verlof kan opgenomen worden met 1 dag, met halve dagen of met meerdere dagen ineens, maar niet in uren. De aanwezigheid thuis is geen voorwaarde voor het verkrijgen van dit verlof. De ambtenaar kan dit verlof ook vragen om iemand te begeleiden naar het ziekenhuis voor bijvoorbeeld een kleine heelkundige ingreep of medische onderzoeken. De noodzaak van dit verlof moet worden bewezen aan de hand van een doktersattest. Belangrijk: Attest in te dienen binnen de 15 dagen. 24
4.5 Andere verloven 4.5.1 Verlof wegens ziekte Voor statutair personeel en stagiairs Contractueel personeel: zie volgende pagina s administratieve stand: recht op wedde: vermindering ziektedagen: vermindering verlof: dienstactiviteit ja ja neen Elke werknemer heeft recht op 21 dagen per volledig jaar dienstactiviteit. Uitzondering: dienstanciënniteit van minder dan 36 maand: gewaarborgd minimum van 63 werkdagen. In geval van verminderde prestaties wordt het verlofsaldo berekend op basis van prestaties, indien het aldus berekende aantal dagen ziekteverlof geen geheel getal vormt wordt het afgerond naar de onmiddellijke hogere eenheid. De 21 ziektedagen worden in de volgende gevallen evenredig verminderd: verlof voor een verkiezingscampagne verlof voor een stage of proefperiode vervroegde halftijdse uittreding de vrijwillige vier dagenweek verlof wegens opdracht loopbaanonderbreking verlof wegens ziekte afwezig geweest zijn wegens ziekte of ongeval, behalve arbeidsongevallen of ongevallen op weg naar en van het werk en beroepsziekte. op non-activiteit geplaatst wegens ongewettigde afwezigheid of bij overschrijding van zijn/haar verlof zonder geldige reden. Het ziekteverlof wordt tijdens het verlof om dwingende redenen tijdelijk onderbroken. De dagen verlof om dwingende reden die samenvallen met ziekteverlof worden niet als ziektedagen beschouwd. 25
Hoe verwittigen bij ziekte? U verwittigt bij voorkeur de dienst ten laatste 1 uur voor het aanvatten van de dienst. Wees duidelijk over hoeveel dagen ziekte dat het gaat. Bij ziekte van 1 dag hoeft u de eerste twee maal dat dit gebeurt geen MEDEX-formulier op te sturen. Ziekte van meer dan 1 dag vereist steeds een door de arts ingevuld MEDEX-formulier. Dit formulier dient u te versturen aan het MEDEX-centrum van je regio. Wat melden? De periode van afwezigheid wegens ziekte of de periode van verlenging van de ziekte. Indien je de periode nog niet kent geef dan een periode bij benadering door. Meld ook het type van afwezigheid! ééndagsziekte met of zonder doktersattest meerdaagse ziekte arbeidsongeval beroepsziekte hospitalisatie langdurige en ernstige ziekte (personeelslid in disponibiliteit met erkenning van langdurige en ernstige ziekte) profylactisch (preventief bij samenwonen met een persoon getroffen door een gevaarlijke besmettelijke ziekte) verminderde prestaties ziekte door zwangerschap zwangerschapsverlof Bij iedere melding ontvangt u ook een registratienummer. Als je niet hersteld bent en je ziekte dient te verlengen, moet je dezelfde stappen ondernemen. U dient op de laatste dag van de voorgeschreven ziekteperiode (ook als u de volgende dag niet hoeft te werken) de dienst te verwittigen! 26
Controle In functie van de controle dien je in het geval je elders verblijft dan op je thuisadres mee te delen waar de controlearts zijn controle kan uitoefenen. Indien uw arts van mening is dat u de woonst mag verlaten tijdens de ziekteperiode, dan hoeft u niet thuis te blijven wachten op de controlearts. In het geval u de woonst verlaten heeft moet u wel de brievenbus controleren aangezien de controlearts in het geval hij ondertussen langs geweest is, een uitnodiging tot controle zal achtergelaten hebben. De controle gebeurt in principe thuis tussen 8 u en 20.00 u. Bij afwezigheid word je uitgenodigd voor een controle in het kabinet van de controle arts. De berekening van de afwezigheden: Enkel de werkdagen die binnen de periode van afwezigheid wegens ziekte vallen, worden als ziektedagen aangerekend. Op een geplande rustdag, een feestdag (wettelijk of reglementair), brugdag, compensatiedag of een vrije dag in het kader van deeltijds werken word je dus niet in ziekte gezet. In geval van onvolledige prestaties worden de dagen ingebracht volgens de prestaties die geleverd moeten worden. Uitzondering: verlof wegens ziekte wordt onbeperkt toegestaan wanneer het te wijten is aan een arbeidsongeval, een ongeval op weg naar en van het werk of een beroepsziekte. Algemene regel: 21 werkdagen per 12 maanden dienstanciënniteit Berekening van het aantal ziektedagen in geval van afwezigheden of ziekte: = 21 d [(21 x Y) : 260] waarbij Y het totaal aantal dagen afwezigheid is tijdens het voorbije jaar. 27
Contractuele medewerkers Om een eerste maal recht te hebben op een gewaarborgd loon moet de ambtenaar ten minste een maand zonder onderbreking in functie geweest zijn gebleven. Een personeelslid dat wegens ziekte verhinderd is, kan ziekteverlof krijgen. Het personeelslid is verplicht zijn diensthoofd op de hoogte te brengen van zijn toestand. Vergeet niet de nodige formulieren van Medex door de dokter te laten invullen en op te sturen. Ook een formulier "Vertrouwelijk" laten invullen voor het ziekenfonds. Het personeelslid moet ook zelf het ziekenfonds op de hoogte brengen van zijn arbeidsongeschiktheid. recht op wedde: ja tijdens de periode van gewaarborgd loon, indien langer dan valt het personeelslid ten laste van het ziekenfonds. 4.5.2 Verlof wegens disponibiliteit Voor statutair personeel en stagiairs De ambtenaar die zijn ziektedagen uitgeput heeft wordt van rechtswege in disponibiliteit wegens ziekte geplaatst. administratieve stand: recht op wedde: vermindering ziektedagen: vermindering verlof: disponibiliteit neen, (wachtgeld = 60 % van laatste activiteitswedde) ja ja contractuele medewerkers vallen terug op een uitkering van het ziekenfonds 28
4.5.3 Zwangerschapsverlof (moederschapsverlof) Voor statutair personeel, stagiairs en contractueel personeel: Statutair personeel en stagiairs: Administratieve stand: recht op wedde: vermindering ziektedagen: vermindering verlof: dienstactiviteit ja neen neen Contractueel personeel Administratieve stand: recht op wedde: vermindering ziektedagen: vermindering verlof: dienstactiviteit neen, je krijgt een uitkering via ziekenfonds. niet van toepassing neen Als vrouwelijk ambtenaar heeft men recht op verlof voor en na de geboorte van het kind. Dit noemt men prenataal en postnataal verlof. Dit verlof duurt maximaal 15 weken of 17 weken in geval van een meervoudige geboorte. Een deel van dit verlof is wettelijk verplicht, het resterende deel is facultatief, maar wel een recht. Prenataal verlof Het verplichte prenataal verlof begint 7 kalenderdagen voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Wanneer je bevalt voor de vermoedelijke bevallingsdatum, gaat het gedeelte van de 7 dagen dat je niet kon opnemen verloren. Daarnaast kan je ook nog 5 weken facultatief prenataal verlof genieten. Dit verlof kan ten vroegste ingaan vanaf de 6 de week voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Bij meerlingenzwangerschap bedraagt dit verlof 7 in plaats van 5 weken. Indien de ambtenaar het prenataal verlof van 6 weken uitgeput heeft en de bevalling na de vermoedelijke bevallingsdatum plaatsvindt, dan wordt het prenataal verlof verlengd tot de werkelijke bevallingsdatum. De afwezigheid wegens ziekte in de 5 weken voor de 7 de dag die de werkelijke bevallingsdatum voorafgaat wordt slechts in bevallingsverlof omgezet als de ziekte te wijten is aan de zwangerschap, dus als je afwezig bent wegens ziekte die geen verband houdt met de zwangerschap wordt die afwezigheid niet omgezet in bevallingsverlof. 29
Postnataal verlof Het verplicht postnataal verlof duurt tot 9 weken na de bevalling + de nog niet opgenomen dagen van het facultatief prenataal verlof. Om deze periode te berekenen moet men vertrekken van de werkelijke bevallingsdatum en niet meer van de vermoedelijke bevallingsdatum, er kunnen dus verschuivingen optreden. Prenatale medische onderzoeken De vrouwelijke ambtenaar heeft het recht om afwezig te zijn gedurende de tijd die nodig is om prenatale medische onderzoeken te ondergaan, die niet buiten de diensturen kunnen plaatsvinden. Hierbij inbegrepen is de tijd die nodig is om zich naar de onderzoeken te begeven en terug te keren. Borstvoedingspauzes Tot de baby 7 maand oud is (uitzonderlijk 9 maand), krijgt de moeder per dag van 7.30 uur twee pauzes (tweemaal een halfuur) om borstvoeding te geven of haar melk af te kolven. Deze pauzes kunnen in 1 keer of in 2 keer worden genomen. Deze pauzes mogen niet aangewend worden om later toe te komen of vroeger te stoppen. De betrokkene bezorgt de werkgever iedere maand een attest van een geneesheer of van een raadpleging voor zuigelingen, waaruit blijkt dat ze borstvoeding geeft. Zowel de statutaire als contractuele personeelsleden krijgen deze pauzes in de vorm van een door de werkgever bezoldigde dienstvrijstelling. Het personeelslid moet 2 weken op voorhand het diensthoofd op de hoogte brengen, zij moet ook met hem de afspraken maken over de ogenblikken waarop de pauzes worden genomen, de pauzes mogen niet worden aangewend om ofwel later de dienst te beginnen ofwel vroeger te beëindigen. 30
Ouderschapsverlof (onbezoldigd en loopbaanonderbreking) Voor statutair en contractueel personeel, stagiairs en mandaathouders: Recht op weddenverhoging: Vermindering verlof: Vermindering ziektedagen: Recht op wedde: ja onbezoldigd: neen -- Loopbaanonderbreking: ja onbezoldigd: neen -- Loopbaanonderbreking: ja nee, je ontvangt een uitkering van RVA of bij een deeltijdse loopbaanonderbreking een deeltijdse wedde en uitkering pro rata. Uitleg zie hieronder. Onbezoldigd ouderschapsverlof: Bij geboorte, bij adoptie of bij plaatsing van een kind in het kader van de pleegzorg: vóór het kind 10 jaar vóór het kind 21 jaar is wanneer het kind ten minste 66% getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler I van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag. o te splitsen in maanden en op te nemen in volledige dagen o max 4 maanden per kind o recht op wedde: neen Loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof: Voltijds:Neen, wel premie RVA Halftijds: ½ wedde + premie RVA vermindering 1/5: 4/5 wedde + premie RVA (verhoogde premie voor alleenstaande ouders) Bij de adoptie van een kind jonger dan 10 jaar: ja, recht op wedde Bij de geboorte en bij de adoptie: vóór het kind 12 jaar is vóór het kind 21 jaar is wanneer het kind ten minste 66% getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler I van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag. 31
Je kunt het verlof opnemen met: een volledige loopbaanonderbreking van 4 maanden die je kunt opsplitsen in periodes van 1 maand. een halftijdse loopbaanonderbreking van 8 aaneengesloten maanden die je kunt opsplitsen in periodes van 2 maanden. een deeltijdse loopbaanonderbreking met een vijfde (80 %) van 20 maanden die je kunt opsplitsen in periodes van 5 maanden. een combinatie van de verschillende types. Je vraagt de loopbaanonderbreking minstens 3 maanden vooraf schriftelijk aan, tenzij je dienst een kortere termijn aanvaardt. Je kunt de loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof cumuleren met het (onbezoldigd) ouderschapsverlof. Bij de adoptie van een kind jonger dan 12jaar max 6 weken verdubbeling van de duur bij een mindervalide kind ten hoogste 3 weken kunnen op vraag van de ambtenaar opgenomen worden vooraleer het kind effectief opgenomen wordt in het gezin opsplitsbaar in weken; moet opgenomen worden binnen de 4 maanden na de opname in het gezin. Voor inlichtingen over opvangverlof en pleegverlof kunt u terecht op volgende website: http://www.fedweb.belgium.be/nl/verlof_afwezigheid_en_werktijd 32
4.5.4 Verlof om dwingende redenen van familiaal belang Voor statutair personeel, stagairs en mandaathouders: Contractueel: zie volgende pagina administratieve stand: recht op wedde: vermindering ziektedagen: vermindering verlof: dienstactiviteit neen neen neen Je hebt recht op een verlof om dwingende redenen van familiaal belang van maximaal vijfenveertig werkdagen per jaar: bij de ziekenhuisopname van een persoon met wie je onder hetzelfde dak woont of van een bloed- of aanverwant in de eerste graad met wie je niet onder hetzelfde dak woont om je kinderen jonger dan 15 tijdens de schoolvakanties op te vangen om de mindervalide kinderen jonger dan 18 tijdens de schoolvakanties op te vangen om tijdens de schoolvakanties kinderen op te vangen die onder het statuut van de verlengde minderjarigheid werden geplaatst om andere dwingende redenen die door je dienst erkend zijn. Je kunt beide types verlof opnemen per dag of per halve dag. Als je deeltijds werkt, dan krijg je verlof in verhouding tot je arbeidsprestaties. Door het uitzonderlijk karakter van dit verlof en doordat de dwingende redenen heel snel en onverwacht kunnen optreden, zal het in sommige gevallen onvermijdelijk zijn dat je dit verlof op korte termijn (mondeling of schriftelijk) aanvraagt, misschien wel dezelfde dag ('s morgens). Op verzoek van je hiërarchische meerdere moet je de dwingende reden bewijzen met de gepaste documenten of met ieder ander bewijsmiddel. 33
Verlof om dwingende redenen van familiaal belang Contractuele personeel: administratieve stand: recht op wedde: vermindering ziektedagen: vermindering verlof: dienstactiviteit neen niet van toepassing neen Je hebt recht op een verlof van maximaal tien werkdagen per kalenderjaar voor onvoorziene en dringende omstandigheden. Als je deeltijds werkt, dan krijg je verlof in verhouding tot je arbeidsprestaties. Een dwingende reden is elke niet te voorziene, los van het werk staande gebeurtenis die jouw dringende en noodzakelijke tussenkomst vereist, zoals: ziekte, ongeval of hospitalisatie van: o iemand met wie je onder één dak woont o bloed- of aanverwant in de 1 ste graad met wie je niet onder één dak woont ernstige materiële beschadiging aan je bezittingen, zoals schade aan je woning door een brand of een natuurramp. een verschijning als partij voor een rechtbank. andere gebeurtenissen die in onderling akkoord als een dwingende reden beschouwd worden. Je moet je dienst vooraf verwittigen, of als dat niet kan, zo spoedig mogelijk. Je moet de dwingende reden bewijzen met de gepaste documenten of een ander bewijsmiddel. 34
4.5.5 Verlof om een stage of proefperiode te vervullen Enkel voor statutair personeel Administratieve stand: Recht op wedde: Vermindering ziektedagen: Vermindering verlof: dienstactiviteit nee ja ja Het verlof voor stage of proefperiode geeft je het recht om een stage of proefperiode voor vaste benoeming in een andere betrekking van een overheidsdienst of van het gesubsidieerd onderwijs te vervullen. Dit verlof wordt niet toegestaan voor een deeltijdse stage of om een proeftijd voor een contractuele functie te vervullen. Je verlof voor stage voor de normale duur van de stage of proefperiode. Indien er geen stage of proefperiode voorzien is, is de maximumduur van je verlof beperkt tot twee jaar. en minste één maand voor de aanvang van het verlof deel je je huidige werkgever schriftelijk de aanvangsdatum en de duur van de stage mee. Op jouw verzoek kan je werkgever ook een kortere termijn aanvaarden. 4.5.6 Verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte Enkel voor statutair personeel administratieve stand: recht op wedde: vermindering ziektedagen: vermindering verlof: dienstactiviteit ja (bij chronische aandoeningen: zie uitleg) neen neen Bij een reïntegratietraject na ziekte: Verminderde prestaties wegens ziekte moeten aansluiten op een ononderbroken afwezigheid wegens ziekte van tenminste 30 dagen. De verminderde prestaties worden steeds toegestaan voor een periode van 1 maand. Medex kan na een nieuw onderzoek een verlenging met een maand toestaan, met een max. van 2 extra maanden. Ten minste 5 werkdagen voor het begin van de verminderde prestaties moet je een positief 35
advies van Medex hebben. Je kan verminderde prestaties leveren voor 50%, 60% of 80% voor max 30 kalenderdagen. Bij chronische aandoeningen: De verminderde prestaties worden toegestaan voor een periode van max 12 maanden, tenzij Medex beslist dat een nieuw onderzoek vroeger moet plaatsvinden. Na een nieuw onderzoek kan Medex de duur meermaals verlengen voor ten hoogste 12 maanden. Recht op wedde: Ja, voor de eerste 3 maanden. Vanaf de 4 de maand de wedde voor de verrichte prestaties + 60% van de wedde voor de niet-verrichte prestaties. 36