TECHNISCH REGLEMENT Uitgave : december 2007
Koninklijke Nederlandsche Kegelbond Inhoudsopgave ALGEMENE BEPALINGEN... 3 BANEN... 4 KEGELBALLEN... 5 OPVANGMATTEN... 5 STREEP... 6 CIJFERBORDEN... 6 ALGEMEEN... 6 2
ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. 1 Voor iedere nationale-, regio-, of district- wedstrijd worden één of meer leden van de technische commissie (T.C.) aangewezen door de voorzitter van de T.C. om vóór de wedstrijddatum het wedstrijdmateriaal te keuren. a. Voor deze officiële K.N.K.B. wedstrijden dient met en volgens de mal, waterpas en de lange rei van de K.N.K.B. worden gevlakt en gekeurd. b. Ook voor de verplichte klasseringswedstrijden dient het wedstrijdmateriaal aan de voorgeschreven eisen te voldoen. Keuring hiervoor mag plaatsvinden door T.C.-leden van de bonden 2 Bij kunststof banen dient na het vlakken de gehele baan geschuurd te worden, dit om verschillen aan de oppervlakte van de baan weg te werken. 3 Elke bond dient in het bezit te zijn van een rei van minimaal 2-meter, die bij de keuring ter beschikking van de T.C. wordt gesteld. 4 De wedstrijdgevende bond is verplicht tijdig aan het aangewezen T.C.-lid van de K.N.K.B. te berichten over data en plaats van keuring zodat deze zich kan overtuigen dat banen en materiaal aan de gestelde eisen voldoen 5 Bij de keuring dient een bestuurslid of een representant van de organiserende bond aanwezig te zijn, dit i.v.m. het tekenen van het keuringsformulier. 6 Indien de banen voorafgaand aan de keuring zijn gevlakt dient de vlakker bij de keuring aanwezig te zijn om geconstateerde onvolkomenheden te kunnen corrigeren. Artikel 2. Voor wat betreft wedstrijden op kunststofbanen geldt dat voor de 1 e wedstrijd er een keuring dient plaats te vinden. Indien een 2e e wedstrijd binnen 45 dagen na de 1 e wedstrijd aan hetzelfde kegelhuis is toegewezen, is het niet nodig nogmaals te keuren. Artikel 3. 1 Voor nieuwe accommodaties geldt dat bij aanvraag van officiële wedstrijden, uitgeschreven onder auspiciën van de K.N.K.B. of aangesloten bonden, door één of meerdere technische commissarissen van de K.N.K.B., ca. 6 weken vóór de aanvang van de wedstrijden, een voorkeuring moet kunnen plaatsvinden. 2 Dit in opdracht van het bestuur van de K.N.K.B. en in samenspraak met de T.C. aangaande de algehele accommodatie en aanwezig materiaal in de betreffende kegelruimte. 3 Over de bevindingen zal rapport worden uitgebracht aan het bestuur van de K.N.K.B.. Bij niet akkoordbevinding zal er nogmaals een voorkeuring plaatsvinden en wel ca. 3 weken vóór de aanvang van de wedstrijden. Zonodig kan de wedstrijd in het betreffende kegelhuis door het bestuur van de K.N.K.B. worden afgelast. 4 Na goedkeuring ontvangt het betroffen kegelhuis een certrificaat. Artikel 4. 1 Banen, materiaal enz. in lokaliteiten waar de kampioenschappen van de K.N.K.B. of nationale-, provinciale- of districtsconcoursen zullen worden verkegelt, moeten voldoen aan de voorwaarden en bepalingen van dit Technisch Reglement. 2 Maten en afmetingen zijn vastgelegd in de K.N.K.B.-tekening van 13 januari 1995 3 De beoordeling en goedkeuring van kegelmateriaal en accommodatie behoort geheel tot de competentie van de dienstdoende T.C. -leden. 3
BANEN Artikel 5. De opbouw van de banen met afmetingen alsmede de vorm en gewicht van de kegels zijn aangebracht op tekeningen, die zijn opgelegd bij het secretariaat 1. De aanloop voor het begin van de baan moet tenminste 1 meter bedragen, tevens moet ervoor gezorgd worden, dat er niet alleen voor de schrijver een geschikte plaats is, maar ook moet er voldoende ruimte zijn voor spelers en toeschouwers, Één en ander ter beoordeling van de T.C. 2. De afstand van het begin van de baan tot hart -streep bedraagt 3 meter. 3. De lengte van de baan van hartstreep tot hartplateau (koningskegel) bedraagt 16.45 meter en de lengte van hartplateau tot achterzijde baan is 0.55 meter. 4. De beschikbare ruimte achter de baan dient minimaal 1.25 meter te bedragen vanaf einde plateau tot aan de muur. De afstand van plateau tot voorkant stootkussen dient minimaal 1.00 meter te bedragen. Deze maten eventueel aan te passen aan de maten van de toe te passen opzetmachines. 5. De banen mogen zowel van hout zijn als van kunststof. Nieuwe kegelhuizen met kunststofbanen dienen een goedkeuringscertificaat te hebben van de K.N.K.B. De breedte van de baan moet tenminste 300 mm. zijn en ten hoogste 305 mm.. Houten banen mogen niet dunner zijn dan 55 mm., kunststofbanen niet dunner dan 30 mm. 6. De banen moeten onderling tenminste 2 meter hart op hart uit elkaar liggen en 1.25 meter vanaf de muur of wand tot hart baan. Voor banen welke niet aan deze beoordeling voldoen geldt de beoordeling van de T.C. in overleg met het bestuur van de K.N.K.B. De banen moeten in de kuil door een tussenschot ter hoogte van tenminste 600 mm. gescheiden zijn. De nieuw te leggen banen moeten vanaf de opzet tot achterkant plateau horizontaal liggen. De hoogte van de bovenkant van de baan mag ter plaatse van het opzetgedeelte niet meer dan 70 mm en niet minder dan 55 mm. boven de afgewerkte vloer liggen. 7. Een baan mag ten hoogste uit 5 delen bestaan. Bij houten banen moet het opzetstuk van een hardere houtsoort zijn en moet minimaal 3.50 meter en maximaal 4.00 meter zijn. De verdeling van de banen wordt dan als volgt: 1. het opzetgedeelte dient minimaal 3.50 meter, maximaal 4.00 meter. te zijn 2. het gedeelte bij het plateau moet minimaal 3.50 meter zijn en mag geen vaste verbinding met het plateau hebben. Dit i.v.m. het stellen van de baan. 3. De tussenliggende gedeelten worden in 3 delen verdeeld met een minimum lengte van 3.50 meter en een maximum van 4 meter. 8. Het plateau moet volgens een vaststaand model zijn. Toegestane afwijkingen ter beoordeling van de T.C. en ingericht voor patentkegels met stalen- of kunststofplaatjes voor plaatsing van de kegels. De plaatjes moeten volgens de K.N.K.B.-tekening zijn. Eventuele andere plaatjes moeten goedgekeurd zijn door de T.C. De hoogte van het plateau t.o.v. de bovenkant van de baan mag maximaal 5 mm. lager zijn, zodat te allen tijde correctie en controle met mal en waterpas mogelijk is. Ook de aanloopstukken (vleugels) naar het plateau mogen géén baanfunctie hebben. (3 mm. lager dan bovenkant baan liggen of schuin aflopen). Ook de kantlijsten mogen geen deel van de baan uitmaken. 9. Houten banen moeten van een harde houtsoort zijn (bij voorkeur teakhout) zonder gebreken. Houten banen mogen bestaan uit stroken waarvan 7 à 10 stuks de breedte vormen van de plank. Hoogte van de latten minimaal 55 mm. En maximaal 70 mm rift gezaagd. De stroken moeten goed gelijmd en geschroefd verbonden zijn, terwijl de kortste lengte van de stroken 750 mm. moet bedragen, op kleur gesorteerd en verder als onder 8. Het opzetstuk mag van stroken zijn. 4
10. De kant of afsluitlatten langs de houten baan moeten van hardhout vervaardigd zijn (b.v. beukenhout) en moeten aan de maat, profiel en plaatsing voldoen, zoals op de tekening is aangegeven. Deze latten moeten zwart zijn. De bovenkant van de kantlatten dient te allen tijde iets beneden de bovenkant van de baan te liggen. De kantlatten moeten schuin aflopen. 11. De banen moeten in de breedte zuiver geschaafd worden naar de mal van de K.N.K.B. en zuiver waterpas liggen en in de lengte strak onder de rei. Na het schaven dienen de kunststof banen geheel geschuurd te worden. 12. De kegels moeten op het plateau worden opgesteld in ruitvorm volgens de K.N.K.B.-tekening 13. De afstand van de kegels op het plateau bedraagt onderling 320 mm. hart op hart. 14. Kegels moeten voldoen aan de K.N.K.B.-tekening van 13 januari 1995 d.w.z. 470 mm. lengte voor een normale kegel en 550 mm. lengte voor een koningskegel. De middellijn van de kegels bedraagt 75 mm. Een kleine afwijking is toegestaan. Kegels korter dan 460 mm. en koningskegels korter dan 540 mm. mogen echter onder géén beding gebruikt worden. 15. Het is niet geoorloofd kegels te gebruiken waarvan de romp 3 mm. of meer op de diameter is ingesleten en verder ter beoordeling van de T.C.. Het bodemoppervlak van de kegels, normaal 55 mm. diameter mag maximaal 10% afwijken. Een en ander ter beoordeling van de T.C. 16. De kegels moeten zijn van beukenhout of kunststof volgens vastgesteld model volgens tekening van de K.N.K.B. en verder ter beoordeling van de T.C.. Ieder stel kegels moet een eenheidsgewicht hebben van 11 kilo. 17. De lengte van de ballenloop moet minimaal 17 meter bedragen. De latten van de ballenloop waarop de ballen rollen, mogen zijn voorzien van rubber of kunststof strippen. Het hart van de ballenloop moet minstens 1.00 meter uit het hart van de baan liggen. 18. De verlichting boven de baan moet voldoende zijn en zo geplaatst, dat het licht gelijkmatig is verdeeld en er zich géén hinderlijke schaduwplekken op de baan bevinden. De geplaatste lichten mogen niet storend op het oog werken. 19. De kegelbanen mogen niet geolied worden of met hars bestreken zijn. Het gebruik van hars bij het werpen van ballen of hars op de vloeren is niet toegestaan. 20. Het aanloopgedeelte links en rechts van de baan, 6 meter vanaf het begin baan, dient van een antislip materiaal te zijn. KEGELBALLEN Artikel 6. 1. De kegelballen moeten zijn van pokhout, kunststof, geperst hout, hard rubber of een ander door de T.C. van de K.N.K.B. goed te keuren materiaal. 2. De diameter van de te gebruiken ballen dient te liggen tussen minimaal 180 mm. en maximaal 240 mm. OPVANGMATTEN Artikel 7. 1. De opvangmatten moet van een zodanige kleur zijn, dat de daarvoor geplaatste kegels goed uitkomen. Tevens moet het zo geconstrueerd zijn dat het terugspringen van de kegels en ballen op de baan zoveel mogelijk voorkomen wordt. 5
STREEP Artikel 8. 1. Tegen het euvel van het over de streep werpen te voorkomen moet 60 cm. vóór de rode (hartstreep) een groene streep worden aangebracht. De strepen van rode en groene kleur moeten een breedte hebben van 30 mm. en geplaatst worden dwars over de baan. 2. Op alle wedstrijden is het dragen van kegelschoenen verplicht. Het lopen op of naast de baan na 3 meter van de aanvangsstreep is verboden. Op of naast de baan dient deze 3 meter grens duidelijk te worden aangegeven. CIJFERBORDEN Artikel 9. 1. Het aantal geworpen kegels moet op een gemakkelijke en vlugge wijze door de griffier of opzetmachine kunnen worden aangegeven. De cijfers moeten duidelijk zijn en goed zichtbaar voor publiek en spelers. Bij kampioenswedstrijden, bonden en korpswedstrijden is het verplicht de geworpen punten door tiendelige borden aan te geven of door borden goedgekeurd door de T.C. 2. Voor afwijkingen van deze artikelen kan eventueel dispensatie worden verleend door de T.C. in overleg met het bestuur van de K.N.K.B. ALGEMEEN Artikel 10. Inlichtingen omtrent kegellokaliteiten, kegelmateriaal enz. worden door de secretaris van de K.N.K.B. op aanvraag verstrekt. Bonden zijn verplicht, indien in hun rayon nieuwe kegelbanen worden aangelegd en zij hierbij zijn betrokken, hiervan direct kennis te geven aan het secretariaat van de K.N.K.B. Artikel 11. Voor bestaande kegelhuizen waarin reeds meerdere malen nationale en/of districtswedstrijden zijn gehouden geldt dat indien zij hierbij zijn goedgekeurd zij dispensatie krijgen van onderdelen van de regelgeving uit het Technisch Reglement. Artikel 12. Controle op de in dit reglement genoemde bepalingen berust bij alle bestuursleden en leden van de T.C. van de K.N.K.B.. Artikel 13. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur van de K.N.K.B., eventueel geadviseerd door de T.C.. Utrecht 31 december 2007 6