Besluit van de Bestendige Deputatie

8e Directie Dienst 82 Milieuhygiëne aanwezig Herman Balthazar, gouverneur-voorzitter Marc De Buck, Alexander Vercamer, Ivan Verleyen, Frans Van Gaeveren, Jean-Pierre Van Der Meiren, Georges De Langhe, leden Albert De Smet, provinciegriffier Besluit van de Bestendige Deputatie referte betreft verslaggever 82/44021/1202/1/A/4/LDR/VDB ADPO GHENT GENT de heer Georges De Langhe Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, houdende het verlenen van de vergunning aan de nv ADPO GHENT, Belgicastraat 3, 9042 GENT (Desteldonk), voor het uitbreiden van een chemische bedrijf, gelegen op de percelen kadastraal bekend onder GENT 12 AFD, Sectie A, nrs. 893e, 893f, 893g, aan de Belgicastraat (Haven 2270) 3, 9042 GENT (Desteldonk). De Bestendige Deputatie, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, 12 december 1990, 21 december 1990, 22 december 1993, 21 december 1994, 8 juli 1996, 21 oktober 1997, 11 mei 1999, 18 mei 1999 en 3 maart 2000; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering, houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem I), gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 februari 1992, 28 oktober 1992, 27 april 1994, 24 mei 1995, 1 juni 1995, 26 juni 1996, 22 oktober 1996, 12 januari 1999, 15 juni 1999, 29 september 2000, 20 april 2001, 13 juli 2001 en 5 oktober 2001 en bij decreet van het Vlaams Parlement van 18 mei 1999; Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 september 1995, 23 juni 1996, 3 juni 1997, 17 december 1997, 24 maart 1998, 16 september 1998, 6 oktober 1998, 19 januari 1999, 15 juni 1999, 3 maart 2000, 17 maart 2000, 17 juli 2000; Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, gewijzigd bij decreet van 19 april 1995; Gelet op het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21 oktober 1997; Gelet op de volgende, lopende vergunningen in verband met het exploiteren van deze hinderlijke inrichting:

2 besluit van 23 maart 1995 van de Bestendige Deputatie houdende deels verlenen/deels weigeren van de milieuvergunning voor het verder exploiteren van een chemisch bedrijf voor het mengen en bereiden van petroleumderivaten, voor een termijn verstrijkende op 22 maart 2015; besluit van 17 augustus 1995 van de Bestendige Deputatie houdende het verlenen van de milieuvergunning tot het verder exploiteren van een chemisch bedrijf voor een termijn verstrijkende op 25 november 2015; besluit van 09 november 1995 van de Bestendige Deputatie houdende aktename van een uitbreiding met een verdeelpomp voor benzine, voor een termijn verstrijkende op 22 maart 2015; besluit van 21 december 1995 van de Bestendige Deputatie houdende aktename van de melding tot de vervanging van een ondergrondse opslagtank (15 m³) voor methylmetacrylaat door een bovengrondse opslagtank van 20 m³, voor een termijn verstrijkende op 21 november 2015; besluit van 15 februari 1996 van de Bestendige Deputatie houdende wijziging lozingsvoorwaarden voor BOD en totaal zink opgenomen in de milieuvergunning van 23 maart 2015; melding van 19 maart 1996 van de naamswijziging van Texaco Additive N.V. naar Ethyl Additive N.V. ; besluit van 28 maart 1996 van de Bestendige Deputatie houdende aktename van de melding tot de vervanging van 3 spoorwegwagons en de uitbreiding in de bestaande tankenzone A met 3 bovengrondse tanks voor de opslag van polymetacrylaten, voor een termijn verstrijkende op 21 november 2015; besluit van 06 november 1997 van de Bestendige Deputatie houdende ambtshalve wijziging van de opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden in de vergunning van 23 maart 1995, dit met betrekking tot de sanering van de opslag van gevaarlijke stoffen in tankenparken; melding van 05 februari 1998 van naamswijziging van Ethyl Additive N.V. naar Ghent Processing and Logistics N.V.; melding van 02 maart 2000 van naamswijziging van Ghent Processing N.V. naar ADPO Ghent N.V.; besluit van 04 januari 2001 van de Bestendige Deputatie houdende het verlenen van de milieuvergunning tot uitbreiding opslag biociden voor een termijn verstrijkende op 25 november 2015; besluit van 23 mei 2001 houdende het verlenen van de milieuvergunning tot wijziging en uitbreiding van een chemisch bedrijf voor een termijn verstrijkende op 25 november 2015; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag op 10 augustus 2001 ingediend door de nv Adpo Ghent, Belgicastraat 3, 9042 Gent (Desteldonk), om een inrichting uit te breiden, gelegen aan de Belgicastraat (Haven 2270) 3, 9042 Gent (Desteldonk), op de percelen, kadastraal bekend onder GENT 12 AFD, Sectie A, nrs. 893e, 893f, 893g, met als voorwerp: productie van lijmen (rubrieken: 2.3.3.b, 26.1.2, 26.2);

3 Gelet op de aangetekende brief van 28 november 2001, waarmee de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning; Gelet op het proces-verbaal van 14 januari 2002, houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen, waaruit blijkt dat er geen bezwaren werden ingediend; Gelet op het gunstig advies van 17 januari 2002 van het College van Burgemeester en Schepenen van Gent mits het naleven van de algemene, sectorale en volgende bijzondere voorwaarden : - brandweervoorwaarden. - het afvalwater van derden moet dermate gedoseerd worden dat de afvalwaterzuiveringsinstallatie steeds binnen de vergunde lozingsparameters kan functioneren. - de opslag van afvalwater en de acceptatie ervan moet zo gebeuren dat ongewenste chemische reacties uitgesloten zijn. - van iedere aangevoerde lading wordt de samenstelling genoteerd in een register met daarbij minstens de vermelding van de ph. - het spoelwater van de lijmreactor FK 2 moet maximaal verwerkt worden in de volgende batches. - de opslag van de geproduceerde lijmen moet gebeuren in tanks die voldoen aan de voorwaarden voor nieuwe tanks. Gelet op het gunstig advies van 21 januari 2002 van de Afdeling Milieuvergunningen van de Administratie Milieu, Natuur, Land- en Waterbeheer van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur (afgekort AMINAL-AMV) mits het naleven van de algemene, sectorale en volgende bijzondere voorwaarden : a) de bijzondere voorwaarden nr. 18 tot en met nr. 30 van de milieuvergunning van 23.05.2001 ; b) de totale opslag gevaarlijke stoffen in het tankenpark 5 mag na uitvoering fase 2 en deze uitbreiding niet meer bedragen dan: - P3-producten: 26.500 m³ - P4-producten: 26.500 m³ - C-producten: 135 m³ - O-producten: 500 m³ - Xn-producten: 8.350 m³ - Xi-producten: 26.500 m³ - Totale inhoud tankpark 5: 26.500 m³ c) betreffende de aanvaarding van afvalstoffen: de afvalstoffen die het bedrijf binnen komen dienen geregistreerd: de registratie vermeldt o.a. type product, oorsprong, datum en uur aflevering, type verwerking, verwerkingsgegevens, transportgegevens (nummerplaat vrachtwagen) en de analysegegevens van het product ; d) de brandweervoorwaarden; Gelet op het gunstig advies van 15 januari 2002 van de Afdeling voor Ruimtelijke Ordening van de Administratie voor Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg van het Departement van Leefmilieu en

4 Infrastructuur (afgekort AROHM) mits de exploitatievoorwaarden zo worden gesteld dat het woonklimaat van de omgeving niet wordt verstoord; Gelet op het stizwijgend gunstig advies van de Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg van de Administratie Gezondheidszorg van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (afgekort Gezondheidszorg); Gelet op het gunstig advies van 29 januari 2002 van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (afgekort OVAM) mits volgende bijzondere voorwaarde wordt opgelegd : - er kunnen enkel biologisch afbreekbare afvalstromen verwerkt worden in de betreffende biologische waterzuivering. Het kan geenszins de bedoeling zijn om afvalstromen te verdunnen door acceptatie van bepaalde laagbelaste afvalwaters; Gelet op het gunstig advies van 11 februari 2002 van de provinciale milieudeskundige voor een termijn tot en met 25 november 2015, zijnde de vervaldag van de basisvergunning, onder de gecoördineerde milieuvergunningsvoorwaarden; Gelet op de volgende vaststellingen door de Provinciale Milieuvergunningscommissie: " De inrichting is gelegen in een gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven waarmee de inrichting in overeenstemming is. De aanvraag betreft enerzijds de productie en opslag van lijmen en anderzijds het verwerken van afvalwaters van derden in bestaande installaties. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend. Mits het naleven van de opgelegde voorwaarden zijn geen noemenswaardige problemen te verwachten."; Gelet op het gunstig advies van 19 februari 2002 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (afgekort PMVC) voor een termijn tot en met 25 november 2015, zijnde de vervaldag van de basisvergunning, onder de milieuvergunningsvoorwaarden zoals voorgesteld door de adviserende instanties en gecoördineerd door de provinciale milieudeskundige; Gelet op de beslissing van 24 januari 2002 van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad om de behandelingstermijn van de milieuvergunning te verlengen; Gelet op de ligging van de inrichting in een gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven van het gewestplan "Gentse en Kanaalzone", waarvoor artikel 5 van bijlage 19 van dit bij besluit van de Vlaamse Regering dd. 28 oktober 1998 vastgestelde gewestplan van toepassing is; Overwegende dat de exploitatie van de inrichting verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat zich rond het bedrijf andere industriële vestigingen bevinden (Ghent Coal Terminal, De Baerdemaecker, PVG Energy, ); dat de dichtste woonkern deze is van Desteldonk, gelegen op ca. 650 m ten oosten van de bedrijfsgrens;

5 Overwegende dat het bedrijf een deel is van het vroegere Texaco en na diverse overnames nu in handen is van de nv ADPO Ghent; dat het een chemisch bedrijf is dat zich wil toespitsen op tank- en vatenopslag voor diverse chemicaliën; dat, in die zin de vroegere vergunningen, die vooral gericht waren op de productie van smeeroliën, smeerolieadditieven, antivries en polyolen, werden opengetrokken; dat het tevens de bedoeling is de productie-eenheden te gebruiken als multifunctionele installaties; dat het hierdoor voor het bedrijf mogelijk is om van het ene product naar het andere over te schakelen, al naargelang het marktaanbod; dat op 23 mei 2001 een vergunning werd afgeleverd voor de opslag van diverse producten en voor 2 nieuwe productieprocessen; Overwegende dat voorliggende aanvraag enerzijds de productie en opslag omvat van maximaal 10.000 ton lijmen per jaar in de bestaande installaties en anderzijds het verwerken van afvalwaters van derden in de bestaande waterzuiveringsinstallatie; dat de lijmen batchgewijze worden geproduceerd in een bestaande reactor uitgaande van een precondensaat; dat dit precondensaat wordt aangekocht en opgeslagen in een bestaande tank van 2.634 m³; dat de geproduceerde lijmen worden opgeslagen in 4 bestaande tanks van 80 m³; dat de te verwerken afvalwaters gemakkelijk biologisch afbreekbaar afvalwater zijn van het zusterbedrijf in Kallo, afvalwaters van omliggende bedrijven (vb. huishoudelijk afvalwater van het bedrijf PVG Energy) en spoelwaters van bedrijven met kuisinstallaties voor vrachtwagens, spoorwegwagons ; Overwegende dat dit bedrijf VR-plichtig is op basis van de opslag van zeer giftige, giftige en oxiderende producten; dat er in deze aanvraag geen uitbreiding is van de opslag van deze producten; dat bij de vorige aanvraag die leidde tot het besluit van 23 mei 2001 een VR-rapport gevoegd was; Overwegende dat de milieuhygiënische aspecten, van toepassing op deze inrichting, hierna worden geëvalueerd; Overwegende dat het procédé om lijmen te maken een mengprocédé is waarbij het precondensaat (ureumformaldehydeconcentraat) gemengd wordt met ureum en/of melamine; dat de reactie gebeurt bij atmosferische druk en een temperatuur van 120 C; dat er dan ook weinig of geen bijkomende afvalstoffen worden verwacht; dat er bovendien slechts een zeer kleine hoeveelheid afvalwater wordt verwacht, nl. ca. 20 m³ per jaar; dat het hier gaat om reinigingswater met een kleine hoeveelheid lijmresten dat probleemloos in de bestaande waterzuivering kan worden verwerkt; dat naar emissies toe er geen geleide emissies zijn; dat wel diffuse emissies kunnen voorkomen, meer bepaald bij het openen van de reactor om ureum te kunnen toevoegen; dat dit echter zeer kortstondig gebeurt zodat de emissies beperkt zullen zijn; dat eens de productie draait de aard en de hoeveelheid van deze emissie verder onderzocht zullen worden; dat, aangezien het een VR-plichtig bedrijf is, er uitvoerige veiligheidsmaatregelen voorzien zijn; dat deze ook van toepassing zullen gesteld worden op de lijmproductie; dat eventuele bijkomende maatregelen inzake brandpreventie en voorkoming dienen getroffen in samenspraak met de brandweer; dat de opslag gebeurt in bestaande tanks; dat de tankenparken, welke zullen worden aangewend voor de opslag van

6 nieuwe productgroepen en lijmen, systematisch zullen worden ingekuipt en aangepast aan de Vlarem II-voorschriften; Overwegende dat de hoeveelheid bedrijfafvalwaters is gedaald gezien de lagere productieactiviteit ten opzichte van enkele jaren geleden; dat een gevolg hiervan is dat de biologische waterzuivering sterk onderbelast is waardoor enerzijds het energieverbruik ten opzichte van het rendement hoog is en er anderzijds problemen zijn om de biologie te kunnen voeden en in stand te houden; dat, om de waterzuivering opnieuw te laten renderen, werd besloten om afvalwater van derden te behandelen; dat het aannemen van deze waters steeds gebeurt na een acceptatietest waarbij nagegaan wordt of het afvalwater in de biologie kan behandeld worden; dat er maximaal 24 m³/uur afvalwater van het zusterbedrijf uit Kallo en van derden kan gedoseerd worden in de waterzuivering; dat dit in de praktijk gemiddeld slechts 5 m³/uur zal bedragen; dat aan het vergunde debiet niets wijzigt; dat ook de opgelegde lozingsvoorwaarden zullen gerespecteerd worden; Overwegende dat de inhoud van de 4 tanks voor de opslag van ureumformaldehydelijm 80 m³ bedraagt in plaats van 480 m³; dat dit wordt aangepast in het voorwerp van de aanvraag; dat rubriek 17.3.3.3 wordt toegevoegd voor de opslag van ureumformaldehydeconcentraat en ureumformaldehydelijm; Overwegende dat de exploitant, overeenkomstig artikel 43 2. van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning steeds alle maatregelen dient te nemen om schade en hinder te voorkomen; Overwegende dat de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig artikel 20 van het milieuvergunningsdecreet, onverminderd de bepalingen van dezelfde wetten, decreten en uitvoeringsbesluiten bij het verlenen van een vergunning bijzondere voorwaarden kan opleggen, met het oog op de bescherming van de mens en het leefmilieu; Overwegende dat, wat voorafgaat in acht genomen, kan gesteld worden dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat de gevraagde exploitatie milieuhygiënisch, stedenbouwkundig en planologisch verenigbaar is met de onmiddellijke omgeving; dat bijgevolg de gevraagde vergunning kan worden verleend; Gehoord het verslag van de heer Georges De Langhe, lid van de Bestendige Deputatie; besluit: Artikel 1. Aan de nv Adpo Ghent, Belgicastraat 3, 9042 Gent (Desteldonk), wordt de vergunning verleend om een inrichting te exploiteren, gelegen op de percelen kadastraal bekend onder GENT 12 AFD, Sectie A, nrs.

7 893e, 893f, 893g, aan de Belgicastraat (Haven 2270) 3, 9042 Gent (Desteldonk), met als voorwerp: uitbreiden van een chemisch bedrijf met : - productie en opslag van lijmen, gebruik makend van de bestaande installaties. - ontvangen en verwerken van afvalwaters van derden. Rubrieken: 2.3.3.b (1) opslag en biologische behandeling van gevaarlijke afvalstoffen (afvalwaters van derden) in de bestaande biologische afvalwaterzuiveringsinstallatie 17.3.3.3 (1) opslagplaats van 2.634 m³ ureumformaldehydeconcentraat en 4 x 80 m³ ureumformaldehydelijm 26.1.2 (2) een inrichting voor het bereiden van lijmen met een vermogen van 21,8 kw 26.2 (2) opslagplaats van 2.634 m³ ureumformaldehydeconcentraat en 4 x 80 m³ ureumformaldehydelijm Art. 2. De milieuvergunning wordt verleend voor een termijn eindigend op de vervaldag van de basisvergunning, zijnde tot en met 25 november 2015. Art. 3. Deze milieuvergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende uitbatingsvoorwaarden: 1. Algemene milieuvoorwaarden 1. VLAREM.V01: Algemene milieuvoorwaarden - Algemeen (bijlage 1); 2. VLAREM.V02: Algemene milieuvoorwaarden - Geluid (bijlage 2); 2. Sectorale milieuvoorwaarden 3. VLAREM.V07: Verwerking van afvalstoffen Algemeen (bijlage 3); 4. VLAREM.V17: Opslag en behandeling van gevaarlijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen, niet elders vermeld (bijlage 4); 5. VLAREM.V46: Opslag van gevaarlijke stoffen - ondergrondse en bovengrondse houders (bijlage 5); 6. VLAREM.V65: Lijmen en niet voor consumptie bestemde gelatine (bijlage 6); 3. Bijzondere milieuvoorwaarden 7. M.b.t. het verwerken van afvalwaters - Er mogen enkel biologisch afbreekbare afvalstromen verwerkt worden in de betreffende biologische waterzuivering. Het mag geenszins de bedoeling zijn om afvalstromen te verdunnen door acceptatie van bepaalde laag-belaste afvalwaters. - De afvalstoffen die het bedrijf binnen komen dienen geregistreerd. De registratie vermeldt o.a. type product, oorsprong, datum en uur van aflevering, type verwerking, verwerkingsgegevens, transportgegevens (nummerplaat vrachtwagen) en de analysegegevens van het product. - Het afvalwater van derden moet dermate gedoseerd worden dat de afvalwaterzuiveringsinstallatie steeds binnen de vergunde lozingsparameters kan functioneren.

8 - De opslag van afvalwater en de acceptatie ervan moet zo gebeuren dat ongewenste chemische reacties uitgesloten zijn. 8. M.b.t. de opslag en productie van lijmen - Het spoelwater van de lijmreactor FK 2 moet maximaal verwerkt worden in de volgende batches. - De opslag van de geproduceerde lijmen moet gebeuren in tanks die voldoen aan de voorwaarden voor nieuwe tanks. - De bijzondere voorwaarden nr. 18 tot en met nr. 30 van de milieuvergunning van 23 mei 2001. - De totale opslag gevaarlijke stoffen in het tankenpark 5 mag na uitvoering fase 2 en deze uitbreiding niet meer bedragen dan: - P3-producten: 26.500 m³ - P4-producten: 26.500 m³ - C-producten: 135 m³ - O-producten: 500 m³ - Xn-producten: 8.350 m³ - Xi-producten: 26.500 m³ - Totale inhoud tankpark 5: 26.500 m³ 9. De brandweervoorwaarden (verslag van 8 januari 2002 met ref. 3045/2001/CVDV/AS/DDR) dienen stipt nageleefd en opgevolgd (bijlage 7). Art. 4. 1. De in artikel 1 vergunde inrichting dient uiterlijk in gebruik te worden genomen binnen een termijn van 3 jaar, te rekenen vanaf de datum van onderhavige milieuvergunning. 2. In de mate dat de inrichting, die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde vergunning, krachtens het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999, een stedenbouwkundige vergunning nodig is, wordt onderhavige milieuvergunning geschorst, zolang de stedenbouwkundige vergunning niet definitief is verleend. De aanvangsdatum van de vergunningstermijn van onderstaande milieuvergunning wordt verdaagd tot de dag dat deze stedenbouwkundige vergunning definitief verleend is. De exploitant dient de datum waarop de stedenbouwkundige vergunning werd verleend bij ter post aangetekende zending mee te delen aan de overheid die de milieuvergunning heeft verleend. 3. Wordt de in 2. bedoelde stedenbouwkundige vergunning geweigerd, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege op de dag van de weigering van de stedenbouwkundige vergunning in laatste aanleg. Art. 5. Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Art. 6. 1. Een bijkomende vergunning moet worden aangevraagd voor elke verandering van de vergunde inrichting. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant, dient uiterlijk tien kalenderdagen voor de datum van overname gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. 3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd, overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, tussen de achttiende en de twaalfde maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning.

9 Art. 7. Een eensluidend verklaard afschrift van deze beslissing zal, samen met het attest inzake de datum van de verzending, verzonden worden aan: - de exploitant; - het College van Burgemeester en Schepenen van Gent; - de Provinciale Milieuvergunningscommissie; - de Afdeling Milieuvergunningen van de Administratie Milieu, Natuur, Land- en Waterbeheer, van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur; - de Afdeling voor Ruimtelijke Ordening van de Administratie voor Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg van het Departement van Leefmilieu en Infrastructuur; - de Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg van de Administratie Gezondheidszorg van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; - de Afdeling Milieu-inspectie van de Administratie Milieu, Natuur, Land- en Waterbeheer, van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur; - de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest; - de Vlaamse Milieumaatschappij; - de Technische Inspectie van de Administratie voor Arbeidsveiligheid van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid; - de nv Aquafin; - het Comité voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing der Werkplaatsen; Een soortgelijk afschrift wordt verzonden aan de bevoegde Burgemeester met de opdracht de beslissing bekend te maken, overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IX van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. Art. 8. Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig de modaliteiten en de termijnen beschreven in het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (aangetekende brief binnen de 30 kalenderdagen na de betekening van deze beslissing), mits betaling van de voorgeschreven dossiertaks, beroep worden ingediend bij de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de Vlaams minister van leefmilieu, p/a Administratie Milieu, Natuur, Land- en Waterbeheer Bestuur Milieuvergunningen, Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 Brussel. Gent, 4 april 2002 namens de Bestendige Deputatie: de Provinciegriffier get. Albert De Smet de Gouverneur-Voorzitter get. Herman Balthazar Voor eensluidend afschrift, Namens de Provinciegriffier, De gemachtigde Ambtenaar, Raf Barzeele dienstchef