Jeremia 31:15 en Mattheus 2:13-23 Lieve Gemeente, Een nieuw jaar is begonnen. Hoe gaan we het in? Hoopvol of cynisch, met weinig verwachtingen. Veel heil en zegen in het nieuwe jaar, wensen de mensen in Groningen elkaar toe. Heil en zegen. Heil van heel maken. Dat het heel mag worden en blijven, in ons leven en in onze wereld. Heil zit in de naam Heiland, de naam die altijd aan Jezus werd gekoppeld. Degene die het leven weer heel maakt. En zegen. Waarmee we ook altijd onze diensten beëindigen. God zal je zegenen en behoeden. Zegenen houdt in dat het goed met je mag gaan. Maar het betekent ook dat de Ene, die wij God noemen, de bron van goedheid, liefde en trouw, bij je is. Want de naam van deze God is: ik ben bij je. Hoe het ook gaat in je leven. Dat mag vertrouwen geven en kracht om door te gaan en vol te houden. Ook als er tegenstrijdige dingen gebeuren in je leven, die je maar moeilijk een plek kunt geven. Verdrietige dingen die gebeuren tegenover mooie dingen die er ook zijn. Zoals de trieste geschiedenis die in het verhaal van vanmorgen verteld werd. 1
We hebben een prachtig kerstverhaal gehad vorige week, met wijzen die met mooie geschenken op bezoek kwamen bij Jozef en Maria. En daarna gaat het al weer heel snel helemaal mis. Vandaag hebben we een gedeelte gelezen dat niet zo vaak aan de beurt komt in de kerk en dat eigenlijk hoort bij 28 december. De gedenkdag van de zogenaamde Onnozele ofwel onschuldige kinderen. De eerste martelaren van de Messiaanse beweging. Het is niet toevallig dat vanouds naast het wit ook het rood de kleur van Kerst is. Want waar licht verschijnt daar komt het donker tegen in opstand. In het Kerstverhaal van Mattheus heeft Jozef de hoofdrol. Maria komt er bij deze evangelist heel bekaaid af: meer dan een zwijgende draagmoeder is ze bij hem niet. Alle ogen zijn gericht op Jozef! De eerste Jozef die wij uit de Bijbel kennen dat is de zoon van Jakob, één van de 12 zonen. Deze Jozef was een meester dromer, van jongs af aan. En vanwege die ervaring met dromen kon hij ook de dromen van anderen begrijpen en uitleggen. Die van zijn celgenoten in de gevangenis: de schenker en de bakker, én uiteindelijk die van de Egyptische Farao zelf. Ook de Jozef uit ons verhaal is iemand die veel droomt. En hier in Mattheus geboorteverhaal is het dan ook niet Maria maar Jozef die in een droom een engel op bezoek krijgt! En deze Jozef droomt dat zelfs vier maal. 2
Zijn tweede droom (waarover we in het verhaal van vandaag gelezen hebben) is een rood knipperlicht: er dreigt gevaar! Jozef beseft heel goed, dat de belofte van morgen, het kind dat geboren is en het volk weer nieuwe hoop op redding zal geven, dat die belofte een bedreiging vormt voor wie vandaag de macht heeft. En hij weet ook dat wie eenmaal de macht heeft, die zelden of nooit vrijwillig zal afstaan, maar die in tegendeel tegen elke prijs zal verdedigen. Dat was toen al net zo als nu. En het geldt voor ieder mens, ook voor ons. Wij zijn niet echt veel beter als het om onze posities gaat, binnen onze werkkring, binnen de groep waar we bij horen, binnen de kerk. Want als je de macht hebt, op wat voor manier dan ook, dan maak jij de dienst uit en dat geeft je vrijheid. En nu wijst het Evangelie een weg naar een andere vrijheid, een vrijheid zonder macht. De Jozef uit het Oude Testament, de zoon van Jakob, die door zijn broers was verkocht naar Egypte, heeft zowel Israël als Egypte van de hongersnood kunnen redden, door de maatregelen die hij kon invoeren. In de verhalen over hem wordt over macht gesproken in termen van gezegend zijn. Dat wil zeggen in een positie geplaatst zijn waarin je een ander kunt dienen. Het is je geschonken en je gebruikt het niet ter meerdere eer en glorie van jezelf, maar ten behoeve van die ander, die van je afhankelijk is. Zo zal nu op zijn beurt ook de Jozef van Mattheus de toekomst redden. En hij moet dezelfde kant op vluchten als die vorige Jozef, nl. naar Egypte. 3
Zodat uiteindelijk dat woord van de oude profeten in vervulling zal gaan: uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen. In het Oude Testament slaat dit eigenlijk op het hele volk Israël, dat door God uit Egypte bevrijd is, maar Mattheus laat het hier slaan op Jezus. Om zo te laten zien dat Jezus één van hen is. Hoor maar, zegt Mattheus: Zijn verhaal is jullie verhaal. En als je dan doorleest hoor je een verhaal dat bijna net zo ook in het Oude Testament heeft gestaan. Je ziet soldaten die kleine kinderen vermoorden. Een gebeurtenis die door de hele geschiedenis van de mensheid heen tot nu toe nog altijd plaatsvindt. Ook zien we een klein kind dat net op tijd kan ontkomen. In dit verhaal is het Herodes die bang is zijn macht te verliezen. En in het verhaal uit het Oude Testament waar Mattheus ons aan herinnert, is het de Farao van Egypte, die opdracht geeft om alle pasgeboren jongetjes van de Hebreeuwse slaven vlak na de geboorte te vermoorden. Ook hier gaat het om angst om de macht te verliezen en door vreemdelingen overspoeld te worden. Maar ook hier is er één die ontsnapt, Mozes. In een biezenmandje, drijvend op het water van de Nijl. Jezus en Mozes, verhalen die gelijk op lopen. En dan noemt Mattheus Rachel, die weent om haar kinderen. Rachel was de tweede en meest geliefde vrouw van Jacob. Zij was de moeder van Jozef en Benjamin en bij de geboorte van de laatste was zij in het kraambed gestorven. Op dat moment trok Jacob met zijn familie door het land en daarom werd Rachel begraven langs de weg in de buurt van Bethlehem. 4
En Jacob zet dan een grote steen op haar graf, omdat ze niet vergeten mag worden. Eeuwen later, ten tijde van de profeet Jeremia, werden langs deze weg de mensen gedeporteerd die in ballingschap gevoerd werden. Vandaar dat Jeremia zegt, dat het Rachel is, die als een moeder van smarten, treurt om haar kinderen, die worden weggevoerd. En die weigert om zich te laten troosten. Rachel wordt zo tot een symbool van al die moeders van onschuldig vermoorde kinderen. Zij wordt het symbool van de aanklacht tegen alles wat heerszucht, machtsbehoud en eigen veiligheid stelt boven mensenlevens. En het is nog steeds aan de orde van de dag. Toch, als we verder lezen in Jeremia, dan zien we dat hij ook weer licht brengt in de vorm van een belofte. Stop met huilen, droog je tranen, want er is hoop voor de toekomst, alles komt goed. De Israëlieten zullen terugkeren uit het land van de vijand. Ze zullen terugkeren naar hun eigen land. Op dezelfde manier brengt Mattheus ook hoop in het verhaal van vandaag. Het verdriet staat nog altijd recht overeind, maar tegenover de overmacht van de sterken, de brutalen en de gewelddoeners, staat het verhaal van één die ontkomen is. Eén die hoop belichaamt. In het verleden werd God wel gezien als de grote regisseur hiervan. Maar wie God zo ziet als de Grote Regisseur van alles, heeft ook de neiging de menselijke schuld op hem af te schuiven. Of die roept op zijn minst: hoe kan hij het toelaten? 5
Of, nog erger, verzucht al te vroom, dat de wegen Gods wonderbaarlijk en onnaspeurlijk zijn. Maar is Hij wel de Grote Regelaar? De laatste jaren vinden we het moeilijk om dat nog te geloven. We verbinden God tegenwoordig liever met woorden als goedheid, liefde, trouw, warmte, licht. En we brengen God meer in verband met het kleine, kwetsbare en nietige. Dat is meer de plek waar we naar hem zoeken. Het blijkt dat we hierin de Bijbel aan onze kant hebben. Want die laat God ook veel meer zien als de uitweg. Als het ternauwernood ontkomen uit de benauwenis. God is in de Bijbelverhalen meestal niet bij degenen die het voor het zeggen hebben. Maar veel meer is Hij de uitweg en het alternatief. Het alternatief voor geweld en dat heet dan liefde. Het alternatief voor macht en dat is dan erbarmen. In al die Bijbelverhalen wordt over God verteld als de God van de kleine rest, als de God van de uitweg, als vlam van de hoop. En deze God vraagt geen martelaren. Rachels graf roept ons op tot op de dag van vandaag om al die onschuldig vermoorde kinderen te gedenken. En al die andere onschuldig vermoorden. Maar ook mogen we vertrouwen blijven houden, want voor ons uit drijft er een biezen mandje op het water en vlucht een gezin met een kind, dat net op tijd kon ontsnappen. Als een teken van hoop. Laten we hoop blijven houden. 6
En ook in dit nieuwe jaar steeds blijven toeleven naar meer vrede, naar meer liefde en naar meer rechtvaardigheid in de wereld en ga zo maar door. Het wordt er niet makkelijker op en soms lijkt het wel eens dat het steeds slechter gaat in de wereld. Maar laten we blijven geloven, in elkaar, in het leven en in dat verhaal dat ons draagt. Het verhaal van licht en hoop en vertrouwen in de uitweg, in de liefde en in erbarmen. Amen 7