Nieuwe fulltext tijdschriften Het aantal fullext tijdschriften dat raadpleegbaar is voor medewerkers en studenten van de KUN, is weer uitgebreid: o.a. met PsycARTICLES (psychologie), de collectie Arts & Science III van het archief JSTOR (architectuur, kunst, taal en muziek) en de tijdschriften van de ACM (Association for Computing Machinery). De tijdschriften zijn opgenomen in de lijst met fulltext tijdschriften (in de site van de UB - www.kun.nl/ubn/ - te vinden onder volledige teksten ) en in de catalogus van de KUN. In bibliografische bestanden zoals Current Contents en PsycINFO wordt doorgelinkt naar de volledige tekst van de artikelen uit deze pakketten tijdschriften. PsycARTICLES In januari 2004 zijn in het systeem PsycARTICLES ca. 50 belangrijke tijdschriften op het gebied van de psychologie fulltext beschikbaar gekomen voor medewerkers en studenten van de KUN. Het betreft de tijdschriften van de American Psychological Association (APA) en enkele tijdschriften van de Canadian Psychological Association en van Hogrefe & Huber. De volledige tekst is in het algemeen beschikbaar vanaf 1988. Een lijst van deze tijdschriften staat op www.kun.nl/ubn/psycarticles JSTOR - Collection Arts & Science III JSTOR is een archief met fulltext artikelen van toonaangevende tijdschriften. De volledige tekst wordt aangeboden vanaf de eerste jaargang van een tijdschrift tot drie à vijf jaar geleden. In JSTOR is voor de KUN een nieuw gedeelte beschikbaar gekomen: Collection Arts & Science III. Een lijst van tijdschriften uit deze collectie treft u aan op http://www. jstor.org/about/asiii_content.html. Het betreft vooral tijdschriften op de volgende gebieden: architectuur, kunst, taal en muziek. Voor de KUN waren al beschikbaar de collections Arts & Science I en II en de Business collection. ACM Tijdschriften, magazines, transactions, proceedings en newsletters van de Association for Computing Machinery (ACM) zijn via de portal van deze vereniging (http://portal.acm.org/dl.cfm) fulltext beschikbaar voor medewerkers en studenten van de KUN. De tijdschriften en magazines worden ook opgenomen in de lijst van fulltext tijdschriften en in de catalogus van de KUN. Opname van de andere documenttypen wordt nog bekeken. 21
Een nieuwe manier van linking in informatiebestanden: SFX In de wetenschappelijke informatievoorziening neemt het belang van linking alsmaar toe. Vanuit de referentielijsten van veel fulltext artikelen kan gelinkt worden naar de aangehaalde artikelen, en in zoeksystemen zoals Medline, PsycINFO en Web of Science kan bij opgespoorde publicaties vaak worden doorgelinkt naar de volledige tekst en naar aanwezigheidsgegevens van tijdschriften in de catalogus of PiCarta. Deze laatste soort linking gaat de universiteitsbibliotheek op een nieuwe manier aanpakken: via het softwarepakket SFX. Dit maakt de linking in zoeksystemen eenduidiger en biedt meer mogelijkheden. Bovendien kan de linking nu efficiënter gerealiseerd worden door de bibliotheek. SFX op dit moment De beschrijving van een artikel in PsycINFO met SFX knopje Scherm na een klik op het sfx-knopje Het knopje SFX wordt belangrijk voor wetenschappers en studenten die zoeken naar wetenschappelijke publicaties. In zoeksystemen als Medline, PsycINFO en Web of Science gaat men het aantreffen (waarschijnlijk gebeurt dit al op het moment van publicatie van dit stukje). Achter het knopje zitten de links die door de bibliotheek verzorgd worden. In figuur 1 staat een beschrijving van een tijdschriftartikel die in PsycINFO gevonden is. Daarbij is een SFX-knopje opgenomen. In figuur 2 staat wat u aantreft na een klik op dit knopje: - Bovenaan de gegevens van het artikel in korte vorm - Een link naar de volledige tekst (in dit geval beschikbaar via Highwire Press). Deze link verschijnt alleen als studenten en medewerkers van de KUN recht hebben op raadpleging van de volledige tekst - Een link waarmee het tijdschrift in de catalogus van de KUN wordt opgezocht: is het aanwezig in een bibliotheek van de KUN, dan kunt u het daar raadplegen - Een link waarmee het tijdschrift wordt opgezocht in PiCarta: in dat systeem kunt u een aanvraag voor het artikel indienen via het Interbibliothecair leenverkeer (IBL) - Een link waarmee gezocht wordt naar andere artikelen van de eerste en eventueel volgende auteurs. Gezocht wordt dan in het Web of Science - Een link waarmee de titelwoorden van het artikel als zoekargument worden ingebracht in een zoekmachine op Internet (bijv. Google) 22
Toekomstige mogelijkheden Vanuit de bibliotheek wordt gekeken naar toekomstige mogelijkheden van SFX: - Zijn er meer zinvolle links mogelijk? Is het bijv. mogelijk bij een opgespoorde publicatie een link aan te brengen waarmee wordt opgezocht in welke artikelen de publicatie wordt aangehaald? Hierbij wordt in eerste instantie gedacht aan de catalogus van de KUN. Tot nu toe kan er alleen maar via SFX gelinkt worden naar de catalogus. Het zou ook interessant kunnen zijn te linken met behulp van SFX vanuit de catalogus. Vijfduizendste persoonlijke IBL account geopend! Bij de Universiteitsbibliotheek is onlangs het vijfduizendste persoonlijke IBL account geopend. Studente Taalwetenschap Maartje Janssen is de aanvrager ervan. Door de UB is bij wijze van felicitatie 25,- extra op haar account bijgeschreven. Een IBL account heeft u nodig als u gebruik wilt maken van het interbibliothecair leenverkeer (IBL): publicaties wilt laten overkomen uit een andere bibliotheek dan die van de KUN. Aanvragen hiervoor kunt u doen in de Nederlandse Centrale Catalogus, PiCarta en Online Contents. Het IBL account is een soort rekening courant waarvan de kosten voor IBL worden afgeschreven. Met gebruikersnaam en wachtwoord van het account kunt u ook toegang verkrijgen tot de Nederlandse Centrale Catalogus, PiCarta en Online Contents vanaf een pc buiten het IP domein van de KUN (dus bijvoorbeeld als u thuis het Internet opgaat via een commerciële provider). Naast persoonlijk IBL accounts zijn er ook groepsaccounts mogelijk (bijvoorbeeld voor vakgroepen). Voor meer informatie over het IBL account kunt u zich wenden tot de balie van een van de bibliotheekvestigingen van de KUN of kijken op www.kun.nl/ubn/iblaccount/ 23
Floris Rutjes: SciFinder is een kwalitatief hoogwaardige en gebruiksvriendelijke database voor life sciences. Het geld meer dan waard! Foto s: Dick van Aalst (Technische Zaken FNWI) Prof. Dr. Floris Rutjes, hoogleraar organische chemie aan de Faculteit Natuurwetenschappen Wiskunde en Informatica (FNWI), heeft een succesvol jaar achter de rug. In 2003 ontving hij, als eerste Nederlander, de Engelse AstraZeneca Research Award in Organic Chemistry. Hij kreeg deze stimuleringsprijs vanwege het vervaardigen van veelzijdige moleculaire bouwstenen die een basis kunnen vormen voor nieuwe medicijnen. Die bouwstenen vormen tevens nieuwe en unieke basisstructuren voor de synthese van zogenaamde bibliotheken van verbindingen. Ook de bibliotheekfunctie binnen de faculteit heeft zijn aandacht. Als lid van de facultaire bibliotheekcommissie heeft hij zich de afgelopen jaren ingezet voor het verkrijgen van toegang tot een belangrijke database voor zijn vakgebied: SciFinder Scholar. Begin 2004 is er, conform de titel van zijn inaugurale rede, een synthese van middelen en doel tot stand gekomen. Vanaf dit voorjaar kan SciFinder geraadpleegd worden via de bibliotheeksite www.kun.nl/ubn/. Klik daar op zoeksystemen. Zoeken op molecuulstructuur Voor onderwijs en onderzoek in de (an)organische chemie is het van belang dat gemakkelijk en gedifferentieerd gezocht kan worden op molecuulstructuur. Niet op namen, wat voor chemiedoeleinden vaak te ingewikkeld en te beperkt is, maar op de grafische weergave hiervan. Hiervoor is tot voor kort gebruik gemaakt van STN (The Scientific & Technical Information Network). Dit had, volgens Floris Rutjes, een aantal belangrijke nadelen. Zo was de interface van deze databank behoorlijk ingewikkeld. Medewerkers hadden een speciale opleiding nodig om hierin snel en efficiënt te kunnen zoeken. Praktisch betekende dit dat voor zoekacties teruggevallen kon worden op slechts een zeer beperkt aantal medewerkers, terwijl de toegankelijkheid voor onderzoekers en studenten juist optimaal moet zijn. Een goede voorbereiding van een zoeksessie was noodzakelijk, omdat de kosten die voor elke zoekactie betaald moesten worden erg hoog waren. Dit werd nog eens versterkt door beëindi- 24
ging van het abonnement op Chemical Abstracts in 2002. Doordat de prijs voor zoekacties met behulp van STN hiermee gelinkt was, moesten nog hogere commerciële tarieven betaald worden. Onderdeel van SciFinder is de zogenaamde substructure search module. Door de gebruiksvriendelijke interface kan iedereen die bekend is met het vakgebied na een korte instructie op molecuulstructuur naar informatie zoeken. Omdat er in principe onbeperkt zoekacties kunnen worden uitgevoerd, zijn er geen extra kosten aan het laagdrempelige gebruik verbonden. Dit maakt de dbase ook geschikt voor gebruik binnen het onderwijs. Binnen het abonnement kunnen op verzoek voor educatieve doeleinden tijdelijk meerdere simultane users tot het systeem worden toegelaten. Niet goedkoop SciFinder leidt tot kwaliteitsverbetering van de informatievoorziening binnen FNWI. Hieraan hangt echter een behoorlijk prijskaartje. Voor 2004 bedragen de kosten, voor onbeperkt zoeken door 1 simultane gebruiker, ondanks de lage dollarkoers ruim 36.000. Een derde deel hiervan wordt betaald door de afdeling Organische Chemie; het resterende bedrag komt ten laste van het literatuurbudget van de faculteit. Waarom zijn die kosten zo hoog, ondanks het feit dat de database tot stand komt onder de paraplu van de niet-commerciële American Chemical Society (ACS)? Volgens Floris Rutjes is de indexering op molecuulstructuur hiervoor de belangrijkste oorzaak. Het systematisch vastleggen van grafische afbeeldingen is nu eenmaal wat anders dan het indexeren van woorden. Dat is erg ingewikkeld, zeker als je daarin gedifferentieerd, bijvoorbeeld op een deel van de totale structuur, wilt zoeken. Ook met behulp van woorden kan in SciFinder overigens op heel veel verschillende ingangen gezocht worden: formules, auteursnamen, bedrijven en organisaties, jaar van uitgave, type informatie (full paper, abstract, review). Bovendien is deze databank heel actueel. Binnen een aantal weken zijn de gegevens van gepubliceerde wetenschappelijke literatuur opzoekbaar. Om dit te kunnen realiseren zijn naar inschatting van professor Rutjes ruim 700 medewerkers aan de slag met veelal handmatige gegevensinvoer. En die moeten ergens van betaald worden. De Society hanteert gedifferentieerde tarieven. Commerciële bedrijven betalen tenminste het dubbele. Het belang van SciFinder wordt onderstreept door het aantal abonnementen dat zij desondanks afnemen. Het is, zeker voor ons vakgebied, de meest complete database, stelt Floris Rutjes. De kwaliteit rechtvaardigt het geld dat ermee gemoeid is. De hoge kosten hebben wellicht ook te maken met het feit dat er binnen de chemiegemeenschap maar een beperkte groep is die gebruik maakt van de faciliteit waarmee gezocht wordt op molecuulstructuur. Dat is vooral voor de organische- en anorganische chemie onontbeerlijk. In Nijmegen is deze optie voor 4 van de 11 leerstoelgroepen binnen de subfaculteit van belang. Dat komt, volgens Professor Rutjes, aardig overeen met de internationale verhouding binnen de chemie. Web of Science en SciFinder De bibliotheek heeft ook een abonnement op een andere belangrijke database met wetenschappelijke informatie: Web of Science (WOS). Web of Science bedient inhoudelijk meer vakgebieden dan SciFinder. Naast natuurwetenschappelijke tijdschriften zijn in WOS ook artikelen te vinden op het gebied van de sociale wetenschappen en humaniora. De manier van zoeken in SciFinder is volgens Floris Rutjes veel gebruiksvriendelijker. Je kunt zoeken op een reeks zelfstandige naamwoorden. De zoekactie levert meerdere hitsets op. Als je b.v. zoekt op synthetic applications of ionic liquids worden vier hitsets gepresenteerd: - een aantal hits waarbij de concepten synthetic applications en ionic liquids nauw met elkaar verbonden zijn, - een aantal hits waarbij de concepten synthetic applications en ionic liquids ergens in het artikel zijn vermeld, - een aantal hits waarbij het concept synthetic applications ergens in het artikel voorkomt, 25
Een voorbeeld van een molecuulstructuur: de natuurstof brevetoxine B - een aantal hits waarbij het concept ionic liquids ergens in het artikel voorkomt. Als vervolgactie kan binnen een hitset op veel verschillende manieren gezocht worden. In Web of Science moet je door een zoekresultaat heenwandelen om een selectie te maken. Het is veel efficiënter als je gemakkelijk kunt zoeken in zo n hitset, vindt Floris Rutjes. Belangrijke meerwaarde ten opzichte van WOS vormen de patenten die in SciFinder zijn opgenomen. Ze worden voorzien van objectieve abstracts en zijn onder meer geïndexeerd op molecuulstructuur. Voor de vermelding van en het zoeken op citaties verdient Web of Science de voorkeur. In SciFinder worden citaties wel vermeld, maar niet zo compleet en betrouwbaar als dat in WOS gebeurt. Breder dan chemie In SciFinder worden artikelen uit ca. 8.000 wetenschappelijke tijdschriften op het gebied van life sciences geïndexeerd. Naast chemietijdschriften gaat het ook om wetenschappelijke artikelen voor fysica, biologie, sterrenkunde en wiskunde. Ook voor de medische wetenschappen is SciFinder interessant, omdat ook de Medline-database wordt gebruikt. Daarnaast is het zoeken op molecuulstructuur mogelijk ook interessant voor farmacologen. Volgens Floris Rutjes is het een kwestie van tijd voordat zijn collega s binnen de faculteit NWI en de Medische faculteit de voordelen van SciFinder gaan ontdekken. Of de toegangsmogelijkheid die we nu geregeld hebben via de website van de bibliotheek voldoende is, zal dan blijken. Bibliotheekfunctie binnen FNWI De bibliotheek binnen FNWI wordt steeds digitaler, vooral als we het hebben over tijdschriften. Dat heeft veel voordelen, vindt professor Rutjes. Je zoekt vanachter je eigen pc gemakkelijk meerdere jaargangen van fulltext tijdschriften door. Dat kost bij de printversie heel wat meer moeite en dus tijd. Hij weet dat er financiële nadelen zitten aan de package-deals die gesloten worden met uitgevers. Vooral de Elsevier-deal brengt voor onze faculteit hoge kosten met zich mee. Aan de andere kant; zo n deal levert ook veel extra op. Als ik incidenteel een tijdschrift wil raadplegen voor een mogelijk interessant artikel, blijkt het vaak fulltext beschikbaar, terwijl we er geen abonnement op hebben. Dat is dan in feite gratis beschikbaar, als gevolg van de package-deals. Elsevier levert qua zoeksoftware hoge kwaliteit. Het werkt allemaal heel mooi met hyperlinks en andere digitale snufjes. Dat kost geld, maar of dat allemaal nodig is voor onze doeleinden is zeer de vraag. We betalen nu niet alleen voor de informatie, maar ook voor een geavanceerde, dure informatie-infrastructuur waar we nooit om gevraagd hebben. De taak van de bibliotheek verandert in zijn ogen niet wezenlijk in een digitale omgeving. De bibliotheek regelt nog steeds de abonnementen op tijdschriften en zorgt ervoor dat ze binnen een centraal zoeksysteem adequaat raadpleegbaar zijn. Digitalisering van informatie biedt de bibliotheek mogelijkheden om dat laatste nog beter te doen. Binnen FNWI vormt de combinatie van bibliotheek en studielandschap in de nieuwbouw een uitdaging voor de bibliotheekfunctie. Als de omstandigheden veranderen moet de bibliotheek een andere synthese tussen middelen en doel realiseren. Dat biedt nieuwe kansen. 26