Strijker in de kijker. Ledenbulletin 32. door Cor Castricum. Werken bij Kinheim. Mijlpalen. door Fries Berkhout. De Grote Kerk van Beverwijk

Vergelijkbare documenten
IN de jaren vijftig van de vorige EEUW was Ab Strijker beginnend kolenhandelaar in de Peperstraat.

J.J. Allanstraat 63 van Simon Jacobszn Schoen en zijn zoon Gerrit Simonszn Schoen

BOERDERIJ MOERBEEK 48 LUTJEWINKEL juni boerderij Moerbeek 48. Inleiding. eerste steen. Luchtfoto vanuit het noorden.

De Winkel van Keizer

Warder in Gevelstenen. De oude huizen van Warder met hun gevelstenen

Boerderij Binnenwijzend 102

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh?

BAKKERIJ P.J. JONGSTRAAT LUTJEBROEK

D74, thans Kruisstraat 12

D52, Past. Van Haarenstr

De oudste generaties Stoel in Dordrecht

Notariële Akten na Overlijden Klaas Breedijk (172 )

Rumoer in Ritsebuorren

Het huis van de Metselaar

de straat van toen Koningstraat Naaldwijk

Nummer Toegang: 779 Inventaris van het familiearchief de heij, timmerlieden en molenmakers te rijswijk en voorburg,

ARION een Griekse mythologische figuur als fameuze springbron in de tuinen van het Huys Ootmarsum

Inventaris van het archief van. familie De Vor te Vianen,

Toen in de 15e eeuw de Breesaap ontgonnen werd konden we bij de boeren in de Breesaap twee

DIJKHUIS ZWAAGDIJK-OOST

Willem Maris ( )

Toplocatie Tolberg. Ruim m² aan mogelijkheden

STOLPJE A.C. DE GRAAFWEG 4 HEERHUGOWAARD

D85, Past. van Haarenstraat 4

Inhoud. Het leven van Escher. Weiland wordt vogel. Kringloop metamorfose. De wereld op z n kop.

E70, Goordonksedijk 4

Verwijzingen naar andere bronnen over de historie van Nieuw-Amsterdam, Veenoord en Zandpol.

TUINDERSWONING DE GOORN 19 DE GOORN 19

BOERDERIJEN WORDEN MONUMENTEN

Bron: De Oosterhoutse tijdmachine

Documentaire ruilverkaveling en streekverbetering groot succes

Voorouders Rapport. Eerste generatie

Het Snijdersplein. Voorwoord

Het leven van Petronella Kortenhof (l ), een Haarlemse vondelinge en inwoonster van Heemstede.

De historie van PLAN_80: (Door John Voogt, huidige eigenaar/bewoner)

II-d. GOYART GHRAERT SCHAMPERS was eigenaar van een huis in de Regtestraat te Stratum, dat stond naast het huis 'de Schampert', groot ^lopenzaad

Café Kerkemeijer te Rekken

V.l.n.r. Rie de Groot met haar kindje en vader en moeder van der Kooij met Jan. Voor de ventwagen in 1951.

Een vorstelijk graf. De boerderijen in de Breesaap. door Ton van Oosterom. door Jan Morren. De Generaal. Ledenbulletin 31. door Ton van Oosterom

Pagina 1

Een kijkje in en rond de stolpboerderij van de familie Sevenhuysen

vier generaties BEUKMAN Amsterdam

Project Woning Dorpsstraat 45 Wervershoof

Het ontstaan van de Warderweg. De ontsluiting van een geïsoleerd dorp

Nieuwsbrief 1 maart 2012

NT00067_42. Nadere Toegang op inv.nr 42. uit het archief van het. Stadsgerecht Wijk bij Duurstede, , (67) H.J. Postema

DIt verhaal gaat over de BoErdErIjEN die rond 1900 nog stonden rond de watertoren aan

De tijd die ik nooit meer

WAT ANDEREN DOEM. NAERDINCKLANT 9 november 1983 Lezing door dr.ir. T. van Tol: Nederzettingsgeschiedenis van Laren.

Gent 14a. St Lievenspoortstr

Bijlage I Advies Stichting de Brabantse Boerderij

B1 Hoofddorp pagina 1

Enkele opmerkingen naar aanleiding van een bijschrift over kasteel Crayenstein.

E48, Nieuwe Veldenweg 9-11

VIIi - 1. Zie resp. Oud notarieel archief Delft, inv. nr. 2533A, f. 12, inv. nr. 2595, f. 146 en inv. nr. 2856, f.

G. Oud Pzn & Co (Likeurstokerij "de Voorwaarts") (Oud Wijnkopers)

In dit artikel gaan we in op de boerderijen die gestaan hebben op en rond de hofstede Watervliet.

Het. riet- en gevestigd. Wilgenhorst. kopen. Sliebewust. zijn van drie. was

Toplocatie Tolberg Ruim m² aan mogelijkheden

LEZEN. Terpentijd

Canonvensters Michiel de Ruyter

en nog andere straten moest nog worden aangelegd.

Archief van de. Vereniging. Van der Lek de Clerq kleuterschool. te Stavenisse

Voorouders Rapport. Eerste generatie

Het Paayenborchsteegje in Utrecht

Het gelaeg Kerneele. Op dit kasteel in Elen (België) waar Cornelis Hermans en Elisabeth Breuls werkzaam zijn vinden zij elkaars liefde.

In dit laatste artikel van de serie over de Adrichemmertienden ga ik in op de boerderijen die stonden

PREVIEW WAAR DE MIDDENWEG ONS BRACHT

ENIGE ECHTE THUISHAVEN TEKST: MARIE MASUREEL - FOTOGRAFIE: HENNY VAN BELKOM TIJDLOOS 21

D67, Hintelstraat 12

Aartswoud, index verponding 1733


D37, Scheiweg 2. Geplaatst in de Heise Krant februari 2015, gewijzigd

VAN TIMMERMANSWONING TOT R.K. KERK EN PASTORIE door G.J.M. Derks

Rapport. Datum: 29 maart 2005 Rapportnummer: 2005/091

Jeroen Driessen Maatschappelijke stage TG3C

Hoe het allemaal begon

Nummer Toegang: Inventaris van de collectie Jacob Mossel,

Werkstuk Dordtologie november 2014

Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt

Herinnering aan Elisabeth Bangert - tante Betje ( ) FREEK DIJS

Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie-eenheid Den Haag. Publicatiedatum 9 september 2014 Rapportnummer 2014/098

Hoofdstuk 7. Overig landbezit

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

Concordans wijknummers

Kastelen in Nederland

Inventaris van het archief van de

Bezoekers kunnen kennis maken met de rijke geschiedenis van de boerderij en de omgeving.

Familie De Vor, te Vianen (2008) D. Ruiter Oktober 2013; November 2015

Written by Yvonne Roeling Wednesday, 31 December :00 - Last Updated Tuesday, 06 January :24

De ontwikkeling van het Schapenland of Hoe tante Hendrika ontsnapt aan de armoede

Muschart, Grafzerken en Grafmonumenten in de Groote of St. Stevenskerk te Nymegen (Bijdragen en Mededeelingen Gelre 39, 1936)

Michichi, Alba, Canada, 24 december Vader en Broeders,

Een korte wandeling op de Vredehofstraat. Echter niet in 1990, maar in En die straat heette toen de Soestdijkerstraatweg.

Geschiedenis Gereformeerde kerk Ruinerwold Koekange

huwt Velsen 30 november 1905 (akte 116) met Noom VI.1 ANTJE NOOM geboren Velsen 10 november 1887 (akte 220)

D93,Gemzeweide 2. Geplaatst in de Heise Krant van juni 2016, gewijzigd

TE KOOP: Plústerdyk 7 A 8512 AH Broek K.K.

6Plekjes met voelbare historie

Transcriptie:

Ledenbulletin 32 Strijker in de kijker Werken bij Kinheim door Cor Castricum Mijlpalen door Fries Berkhout De Grote Kerk van Beverwijk door Aad Kok Het Müller-orgel door Marcel Lindeman De boerderijen rond Adrichem door Piet Kelder door Jan Morren Historisch Genootschap Midden-Kennemerland

Ledenbulletin 32 2009 Historisch Genootschap Midden-Kennemerland Westerhoutplein 1 1943 AA Beverwijk ISBN-EAN: 978-90-75839-06-7 2

Voorwoord Crisis of geen crisis; de leden van het Historisch Genootschap Midden-Kennemerland ontvangen dit jaar een extra dik nummer van het jaarlijkse Ledenbulletin. We prijzen ons gelukkig in de omstandigheid dat steeds meer leden ons hun stukken voor publicatie aanbieden. En we hopen dat de inhoud van dit nummer voor nóg meer leden aanleiding zal zijn om een eigen historisch onderzoek ter hand te nemen. Van onze kant kunt u altijd rekenen op ondersteuning bij het maken van een publicatie. Over de opzet en de inhoud, over de defintieve tekst en bij het zoeken naar illustraties willen we altijd graag van gedachten wisselen of concrete hulp bieden wanneer u zou overwegen om ook eens een artikel voor ons Ledenbulletin te willen schrijven. Vooralsnog hebben we daarover niet te klagen. Dit jaar dus een extra dik nummer, en voor de uitgave van volgend jaar zijn ook alweer voldoende stukken klaar of in voorbereiding. We overwegen dan ook om in 2010 twee nummers uit te gaan brengen, en zo de grote toestroom van artikelen bij te kunnen houden. Want dat is natuurlijk het leuke van geschiedenis: er komt alleen maar bij! In dit nummer vindt u van de hand van Cor Castricum een nieuw deel uit zijn reeks over de verdwenen middenstand in Beverwijk. Met veel plaatjes van oude bekenden en plekken die aan de stadsvernieuwing zijn opgeofferd. Jan Morren vervolgt zijn onderzoek naar de boerderijen in onze streek. In dit deel behandelt hij de geschiedenis van de boerderijen die stonden in de buurt van de Adrichemmerbuurweg. We verwachten dat veel toekomstige onderzoekers zijn speurwerk weer als uitgangspunt zullen willen gebruiken voor hun eigen studies. De Algemene Ledenvergadering van het Historisch Genootschap Midden-Kennemerland werd in 2008 gehouden in de Grote Kerk van Beverwijk. Marcel Lindeman gaf toen een lezing over de geschiedenis van de kerk. Die lezing mochten wij nu in het Ledenbulletin afdrukken, zodat ook de leden die de Ledenvergadering toen niet konden bijwonen er nu alsnog kennnis van kunnen nemen. Sinds jaar en dag verzamelt Piet Kelder alles dat er over het Müllerorgel in de Grote Kerk van Bever wijk te vinden is. We zijn erg verheugd dat hij uit zijn eigen archieven voor ons nu een overzicht heeft willen samenstellen van allerlei wetenswaardigheden en bijzonderheden die rond dit 250 jaar oude orgel gespeeld hebben. Een heel bijzonder stuk kregen we voorgelegd uit het familiearchief van de familie Berkhout. Het is de tekst van een lezing die Marie Françoise Berkhout in 1938 hield voor de Haarlemse kring van Soroptimisten. Ze behandelt daarin haar werkzaamheden bij de Koninklijke Handtapijtknoperij Kinheim. Dat leek ons wel een aardige opmaat voor 2010, waarin het 100-jarig jubileum van Kinheim herdacht kan worden. Maar in haar verhaal behandelt ze ook haar affiniteit met het tuinieren en nog veel meer dat bij veel van onze lezers oude tijden zal doen herleven. En dat alles in een zo ontwapende stijl geschreven dat we ok haar eigen spelling maar intact gelaten hebben. Met dank aan Erica van Dongen die het manuscript voor ons digitaliseerde. Op de valreep ontvingen we nog het artikel waarin Aad Kok verslag doet van hetgeen hij ontdekte toen hij in 2007 aan de slag ging met een simpele vraag die aan het genootschap werd voorgelegd. Treffender dan met zijn verhaal kunnen we het niet illustreren: de geschiedenis ligt op straat! september 2009, de redactie: Arie van Dongen Cor de Boer Cor Castricum 3

4

Iedere Beverwijker kolen van Strijker Van kolen en witgoed Door Cor Castricum IN de jaren vijftig van de vorige EEUW was Ab Strijker beginnend kolenhandelaar in de Peperstraat. Ongetwijfeld zijn er velen onder onze lezers die zich Strijker nog goed herinneren. Albert (Ab) Wolter Strijker komt oorspronkelijk uit Amersfoort waar hij op 8 mei 1928 werd geboren. Zijn vader had daar een steenkoolhandel. Ab is na de lagere school al in de zaak van zijn vader mee gaan draaien en is daar zoals dat heet van onderen af aan begonnen. Dat betekende dat hij met het zwarte goud trap op, trap af liep met de zware kolenzakken op zijn rug. Hij heeft dit werk vele jaren volgehouden, maar hij wilde méér en bedacht eigentijdse plannen over modernisering en uitbreiding van het bedrijf. Met andere opvattingen van zakendoen ging hij met voorstellen naar zijn vader. Pa was echter in het geheel niet bereid om daaraan gevolg te geven, waarmee een generatieconflict een feit was. Vanwege het onoplosbare verschil van inzicht met zijn vader pakte hij in 1951 zijn koffers en vertrok naar het Noord-Hollandse Castricum waar hij al snel bedrijfsleider werd bij de brandstoffenhandel van Nick Steeman die was gevestigd aan de Overtoom 17. Zijn eerste kostadres was Baanstraat 5 in Beverwijk, bij de familie Dekker. Omdat hij de afstand naar het stationsemplacement in Castricum, waar de kolen lagen opgeslagen, te ver vond, trok hij later in de kost bij opoe Broerse in de Dorpsstraat in Castricum. Het ouderlijk huis kon hij echter niet loslaten en op aandringen van zijn ouders keerde hij in zijn vaders zaak terug. Toen zich daar toch weer meningsverschillen voordeden vond Ab het beter voorgoed zijn biezen te pakken in de wetenschap dat hij zo weer kon beginnen bij Nick Steeman. Hij ging op 1 mei 1955 in de kost in de Moensstraat bij Nel Anthonijssen-Houtzager, een nicht van zijn latere vrouw Rina, en startte van daaruit zijn eerste eigen kolenhandel. Op 26 april 1955 stichtte hij samen met Steeman Strijker s Kolenhandel C.V. Maar hij wilde persé voor zichzelf beginnen en daarom was in de akte opgenomen dat deze C.V. zou eindigen op 30 april 1961. In 1956 kocht Ab zijn eerste vrachtwagen en daarmee kon hij zijn klanten van kolen voorzien. Nick Steeman is voor Ab Strijker altijd steun en toeverlaat gebleven. Ab mocht voor de opslag van zijn eigen kolen gebruikmaken van Steemans opslagterrein in Castricum. Hij steunde Ab ook door hem op gunstige voorwaarden een lening te verstrekken. Trots staat met strohoed, eigen auto en personeel de vader van Ab Strijker in 1920 in Amersfoort bij zijn loods opgesteld. Ooit begonnen in Spakenburg moest hij zich als gevolg van een overstroming elders vestigen. Het riet werd gesneden langs de Loosdrechtse plassen. 5

Peperstraat 11 Zijn vrouw Rina Houtzager had hij in 1951 op Texel ontmoet. Ze kenden elkaar al veel langer omdat ze dezelfde lagere school in Amersfoort hadden doorlopen. Na veel gesappel en met een enorme ijver had Ab zoveel gespaard dat zij op 11 april 1957 in het huwelijk konden treden. Het winkelwoonhuis Peperstraat 11 hadden zij toen al aangekocht. Rina had aanvankelijk niets in het bouwvallige pand gezien, maar het doorzettingsvermogen en de ambitie van Ab en het resultaat van de verbouwing hadden ook haar overtuigd. Op zaterdag 24 augustus 1957 opende de Beverwijkse wethouder Alberda s middags om 3 uur de kolenzaak van Ab Strijker aan de Peperstraat. Het pand had een ware metamorfose ondergaan. Het moderne interieur was ontworpen door binnenhuisarchitect Tummers uit Castricum. Geert Middelveld, een kunstschilder uit Castricum, schilderde in de showroom een op de steenkolenmijnen in Limburg geïnspireerde wanddecoratie. Een nieuwigheid waarvan Ab Strijker direct gebruik maakte was de verkoop van kolen in kleine stofdichte papieren zakken, naar Amerikaans voorbeeld. Dit was een uitkomst voor de toen al vele flatbewoners in Beverwijk en omstreken, die daardoor niet meer met de kolenkit hoefden te sjouwen. De etalage was door Rina ingericht. Er was een miniatuur-opslagplaats voor kolen in aangebracht waarin de hele dag een elektrisch treintje rondreed. Schoolkinderen stonden vaak met hun neus tegen de ruit gedrukt om van dit spoorbaantje te genieten. Links staat Ab Strijker in 1956 trots bij zijn eerste vrachtwagen, een Bedford, op het spoorwegemplacement van Castricum. In het showroomgedeelte daarnaast is boven de haard een deel van het decoratieve werk van Middelveld zichtbaar. Rechts door Rina Strijker ontworpen en ingerichte etalage bij de opening van het eerste winkelpand op 22 augustus 1957. Een eigen kolenopslag In de eerste jaren bezorgde Ab steenkool bij de klanten en hij vulde de zakjes voor verkoop in de winkel. Rina was de verkoopster in de winkel, zij verzorgde de administratie en ontving de vertegenwoordigers. Hoewel de zaak goed liep is de familie Strijker niet snel rijk geworden, maar wel gelukkig. Het echtpaar werd verblijd met de geboorte van hun eerste zoon Milko op 2 februari 1959. De behoefte aan een eigen kolenopslag, het liefst in Beverwijk, werd steeds groter. In 1959 kon hij van de Nederlandse Spoorwegen een stuk grond ter grootte van ongeveer 1500 m² huren op het spoorwegemplacement van station Beverwijk, samen met Frans Koks en enkele andere kolenhandelaren. Door De zelfgegoten keerwanden worden door een kraan op hun plaats gezet. Op de achtergrond zien we Velsen-Noord. Hieronder Ab s Bedford beginjaren zestig op het spoorwegemplacement in Beverwijk. 6

De heropening in 1967 van het pand Peperstraat 11-13 na verbouwing tot winkelwoonhuis. Naast Rina staan zoons Ruben-Paul en Milko. Rechts onderscheiden we Elco Smit. Ab luistert naar de toespraak van Jan Kostensen (met de rug naar de fotograaf). Aan het werk in de kolenopslag. Daarnaast de rond 1962 aangekochte auto voor het bezorgen van huisbrandolie of butaan- en propaangasflessen, die hij in 1963 op de Alkmaarseweg in de prak zou rijden. de beperkte financiële middelen was Ab genoodzaakt om samen met zijn knecht Jan Alders zelf de betonnen keerwanden te gieten en te plaatsen. Voor elke kolensoort of -grootte was er een eigen vak. De winkel groeide en ook het gebruik van centrale verwarming. Op 5 juli 1962 werd hun tweede zoon Ruben-Paul geboren. In datzelfde jaar was de behoefte aan uitbreiding al zo groot geworden dat Ab Strijker dankbaar gebruik maakte van de mogelijkheid om het naast de zaak gelegen pand op nummer 13 te huren, waarin tot die tijd kapper Stam gevestigd was geweest. De vader van Ab was bij de opening van de uitbreiding aanwezig. Hij zal daarbij ongetwijfeld iets gedacht hebben als Nou heeft die snotaap toch nog gelijk gekregen! Strijker hield zich in die tijd ook bezig met het elektrisch vegen van schoorstenen, hoewel deze activiteit niet lang geduurd heeft. De kolenkachel kwam door de introductie van de centrale verwarming in de knel. Ab verbreedde daarom zijn assortiment. Hij begon met de verkoop van olie, eerst in jerrycans, later met een tankwagen. Deze tankwagen had Ab speciaal laten maken om hem samen met collega s Vessies en C. J. Timmer te gebruiken voor de verkoop-aan-huis van huisbrandolie. De tank kon losgemaakt worden waarna de laadbak ook geschikt was voor het vervoer van butaan- en propaangasflessen. Op 11 november 1963 raakte Ab betrokken in een fikse botsing, veroorzaakt door natte sneeuw op de Rijksstraatweg nabij de Marquettelaan. Ab bleef wonderwel ongedeerd maar hij moest zijn auto wegens reparatie drie weken missen. Hij werd toen zeer spontaan geholpen door de firma Brakenhoff, expediteur op Peperstraat 31, waarvan hij een auto te leen kreeg. Naast olie bleef Strijker ook steenkolen verkopen, waarbij het opmerkelijk was dat naast de omzetgroei in olie en gas ook de kolenverkoop weer iets toenam. Intussen was hij aangesteld als hoofddepothouder voor Noord-Holland van NEGAM-gas met een eigen vulstation. Zijn groothandel deed in kolen, olie, butaan-, propaan- en campinggas. 7

De handel in wit- en bruingoed In 1966 kwam Ab Strijker in contact met Jan Kostensen, de eigenaar van kolenhandel Kobra in Amsterdam. Dit contact resulteerde in een gezamenlijke vliegtocht naar Milaan, waar ze samen witgoed inkochten. Deze producten, voornamelijk koelkasten, wasmachines en gasfornuizen, verkochten ze telefonisch door heel Nederland aan veel kolenhandelaren die net als het tweetal te maken hadden met een teruglopende markt. Het woning- /winkelpand in de Peperstraat moest hiervoor wederom een grote verbouwing ondergaan. Deze handel in witgoed liep uitstekend. Echtgenote Rina verkocht destijds op één van de eerste zaterdagen 36 wasmachines. Als zich problemen met de machines voordeden werd de hulp ingeroepen van het loodgietersbedrijf van Elco Smit aan de Boeweg. Later kwam er een eigen reparatieafdeling. De zaak liep zo goed dat Ab op den duur in totaal soms zelfs meer dan tien man personeel in dienst had. Met de geboorte van hun derde zoon Dennis in 1969 vertrok het gezin Strijker naar een nieuwbouwwoning aan de Zwaansmeerstraat 5, waar Rina zich meer op het huishouden ging richten en zich wat uit de zaak terugtrok. De gezinnen Luberti en Strijker met hun zoons Milko (links) en Paul-Ruben gedragen door vader Ab met naast hem moeder Rina op de openingsdag in 1965. Hierboven het Warmtetechnisch Bureau, tevens showroom aan de Peperstraat 16 op de openingsdag in 1965. De Vlam Samen met Ab Luberti, een loodgietersbedrijf uit de Baanstraat, was in 1965 op Peperstraat 16 De Vlam geopend, schuin tegenover het eerste pand Peperstraat 11. Dit pand was ingericht als verkooppunt van gaskachels met showroom annex Warmtetechnisch Bureau. Het geheel werd Ab Strijker op den duur echter te druk en omstreeks 1970 stopte hij daarom zijn bemoeienis hiermee. Ab Strijker moet het wat rustiger aan doen In 1972 kreeg Ab te horen dat hij diabetes had (hij woog toen nog geen 60 kilo!). Dat was het moment waarop de administratieve hulp werd ingeroepen van Piet Houtzager, de broer van Rina, die even later compagnon van Ab werd, mede omdat de huisarts hem dringend adviseerde te stoppen met De zaken gingen zo goed dat het witgoed niet meer met de eigen wagen gehaald werd, maar per spoor in Beverwijk aankwam. Hier wordt een nieuwe Bedford van Ab Strijker volgeladen. 8

Twee foto s van Kees Schilperoort met de prijswinnaars. Daarnaast de uitstalling van witgoed en bruingoed in de winkel. Een kijkje in de Peperstraat richting Breestraat. De jongedame loopt bijna voor het pand Peperstraat 16. Schuin aan de overkant staat voor de deur van Peperstraat 11 een vrachtwagen van Strijker. Ernaast de afbraak van de witte bioscoop (KSAgebouw, rechts). Uiterst links zien we het grote hoekpand met de Breestraat. Een kort deel daarvan staat in de Peperstraat (nr. 1 en 3). Daarnaast op 5 slager Van der Geest, op 7 garage Ver der Erf (het hoge pand), op 9 expeditie Zonneveld en vervolgens op 11 en 13 Strijker. werken. Hoewel het voor Ab een moeilijke beslissing was werd in dat jaar alles voor de overname geregeld en ging Piet Houtzager alleen met de zaak door. Piet Houtzager haalde in 1974 een reclamestunt uit die veel publiciteit trok. Vanaf 21 november kon men bij de firma Strijker een deelnameformulier halen waarop men moest invullen hoeveel houtskoolbolletjes er zaten in een halve ronde bal in de etalage. Degene die het goede aantal raadde of daar het dichtst bij in de buurt kwam kon daarmee een kleurentelevisietoestel winnen. Zaterdag 30 november zou de winnaar bekendgemaakt worden door Kees Schilperoort, de bekende presentator van het radiospelletje Raden Maar. Op het parkeerterrein naast de panden van Strijker was een grote open vrachtwagen geplaatst waarop Kees Schilperoort het spel speelde. In eerste instantie werden prijzen weggegeven aan personen die het verst boven en onder het echte aantal bolletjes zaten. Vervolgens werden enige artikelen per opbod verkocht. Daarna werd de winnaar van de eerste ronde bekendgemaakt. De Peperstraat raakte door deze actie diverse keren verstopt. Een tweede ronde Raden Maar speelde zich dinsdagavond 3 december af. En ook toen liep het storm. De Peperstraat moest gerenoveerd worden en werd grotendeels afgebroken, vandaar dat Piet Houtzager in november 1983 het pand aan de gemeente verkocht en de zaak verhuisde naar Meerstraat 84. In 1992 werd de wit- en bruingoedzaak verkocht aan de weduwe Neelen uit Heemskerk. In 1996 werd het bedrijf overgenomen door de firma Smorenberg uit Alkmaar, gespecialiseerd in satelietsystemen, kabel-tv, lichteffecten, beveiliging, telefoons/gsm s en scanners. De kinderen Strijker hebben van jongsaf in de zaak meegeholpen. Ze weten nog hoe ze op hun vrije zaterdag op het stationsemplacement exact 200 papieren kolenzakjesmoesten vullen, of hoe ze meehielpen bij het ordenen van de administratie en dergelijke. Toch zijn zij geen zaakopvolger geworden. Dat geen van drieën de zaak heeft overgenomen, ondanks hun technische belangstelling en opleiding, komt waarschijnlijk het best tot uitdrukking in een uitspraak van één van hen: Misschien heeft het harde werken als zelfstandig ondernemer ons toch afgeschrikt. 9

10

De boerderijen langs de Aercommerbuerwech door Jan Morren Afbeelding 1 Een gedeelte van de kaart van de Adrichemmertienden in 1612. J. Morren, naar de kaart van de Adrichemmer tiend van de commanderije van Sint Jans Heeren tot Haerlem in verscheijdene blokken 2 juni 1612. Noord-Hollands Archief, Kennemer Atlas. Inleiding DIt verhaal gaat over de BoErdErIjEN die rond 1900 nog stonden rond de watertoren aan de Evertsenstraat in IJmuiden. Aan het eind van de 16e eeuw stonden deze boerderijen langs de Aercommerbuerwech of Adrichemmerbuurweg, die liep langs het tracé van de huidige Velserduinweg en de Frans Naereboutstraat. Het waren mogelijk de opvolgers van de boerderijen in de villa Adrichem, zoals is besproken in het artikel de Adrichemmer en Breesaper tienden in Ledenbulletin 30 van het Historisch Genootschap Midden- Kennemerland, uitgegeven in 2007. Er stonden in 1584 langs de duinrand in het gebied van de Adrichemmertienden 18 boerderijen. In dit verhaal beperken we ons tot de boerderijen die stonden in het gebied waarvan we vermoeden dat hier de villa Adrichem lag. Hoe groot de villa met zijn boerderijen is geweest is niet bekend. De oudste kaart waarop een aantal boerderijen in de Adrichemertienden wordt weergegeven is de kaart van de Adrichemmertiende van de Commanderijen van Sint Jans heeren tot Haerlem in verscheijde blokken uit 1612. Hierop worden vijf boerderijen weergeven langs de duinrand. Het is niet duidelijk waarom de overige 12 boerderijen niet op deze kaart worden weergegeven. Een mogelijkheid is dat alleen de gebruikers van de boerderijen die gewassen teelden en daarom Adrichemmertienden betaalden werden opgenomen. De overige boerderijen werden dan mogelijk niet weergegeven omdat de gebruikers alleen vee hielden. Een andere mogelijkheid is dat de kaart alleen van belang was voor 11

Afbeelding 2 Velsen en omgeving in 1683 op een gedeelte van de kaart van t Hoogh-Heemraetschap van de Uytwaterende Sluysen in Kennemerlandt ende West- Vrieslandt, getekend door Johannes Douw. Hierop het gebied waar de boerderijen liggen aan het Adrichemmerduin ter hoogte van het huidige IJmuiden en Velsen- Noord. ASHER Rare Books A.Asher & Co. B.V. het aangeven van de blokken ten behoeve van de verpachting van de tienden in deze blokken en dat daarom het weergeven van de boerderijen van ondergeschikt belang was. Van de boerderijen die lagen rond de watertoren wil ik in dit artikel één voor één de geschiedenissen beschrijven en daarbij ingaan op de bewoners en/of eigenaren. Het was niet eenvoudig om de geschiedenissen van deze boerderijen te volgen, omdat in de tweede helft van de 17e eeuw de boerderijen voor het merendeel in bezit kwamen van één eigenaar. Dan zijn zij niet meer te volgen op basis van hun perceelbegrenzingen omdat veelal deze enige eigenaar zelf genoemd wordt als begrenzend eigenaar. Uiteindelijk bleek na langdurig archiefonderzoek dat op basis van hun begrenzingen, die genoemd worden in de transportakten, de ligging van boerderijen te bepalen is vóór en na de periode dat zij in bezit waren van deze ene eigenaar. Ook bleek dat in het belastingkohier van 1584 de boerderijen langs het Adrichemmerduin vanuit het noorden op rij worden genoemd. Daardoor was het toch mogelijk om, in samenhang met de latere gegevens uit de transportakten van de 16e en 17e eeuw, de ligging van de boerderijen te bepalen. Hierdoor kon ik een doorlopende geschiedenis van de boerderijen schrijven waarbij ik getracht heb zo ver mogelijk terug te komen in de tijd. Omdat van veel vroege eigenaren niet veel bekend is kunnen we deze personen alleen bij naam noemen, de periode vermelden wanneer zij de boerderij bezaten en de verkoopprijs. Veel eigenaren of pachters van boerderijen hadden in de rest van Velsen nog land in bezit of ze huurden dit van derden. Het zou te ver voeren om dit alles te beschrijven. Alleen waar nodig ben ik op dit land ingegaan. Schaltern of Velseroogh We beginnen met de boerderij waaruit later de hofstede Schaltern of Velseroogh ontstaat. De geschiedenis van deze hofstede heb ik beschreven in het boek Kastelen en buitenplaatsen in Velsen, deel 3, IJmuiden, Velsen-Zuid en- Noord. Daarom ga ik nu alleen in op de geschiedenis van de boerderij en alleen waar nodig in het kort op de geschiedenis van de hofstede. De boerderij lag aan het Aercommerduijn of Adrichemmerduin, net ten noorden van de Willemsbeek die hier de zuidelijke grens vormde van het gebied waar de Adrichemmertienden werd geheven. Deze beek deelde de Petcroft doormidden. Dit staat op de kaart uit 1612 vermeld als De Petcroft mite deur. De boerderij wordt niet weergeven op de kaart uit 1612 maar moet in het noordelijk deel van de Petcroft hebben gestaan. Op de kaart uit 1612 staat de beek langs t Loeterweggien vermeld als Engelmundusbeek. Dit is een foutieve vermelding en wel om de navolgende reden: T Loeterweggien werd later het Groenelaantje genoemd en is op latere kaarten goed te traceren. Op deze latere kaarten wordt de beek langs het Groenelaantje de Tussenbeek genoemd. De Willemsbeek lag op deze kaarten 12

Afbeelding 3 Een vereenvoudigde weergave van de kaart uit 1683 met daarop de boerderijen en hofsteden langs de duinrand ter hoogte van het huidige IJmuiden en Velsen-Noord. Tekening J. Morren. 1 Hofstede het Plackerbosch. 2 Hofstede Velserduijn. 3 Boerderij de Kickvorsch. 4 Hofstede Schaltern met boerderij. 5 Boerderij Oostduin. 6 Boerderij op de hoek van de Evertsenstraat en de J.P. Coenstraat met de woning die bij de boerderij Oostduin hoorde. 7 Boerderij Oosterduin. 8 Hofstede Duinvliet. 9 Hofstede Velserbosch met boerderij. 10 Hofstede Rooswijck met boerderij. 11 Hofstede Westerwijck met boerderij. 12 Boerderij Velsereijnde. A De Duijnwech, voorheen de Aercommer of Adrichemmerbuurwech. B De Willemsbeekweg. C De Kerkckwech, voorheen de Aercommer of Adrichemmmerkerckwech. D De Zeewech. E Het Laagislaentie. F Aercummer of Adrichemmerwech. G De Waterigewech, ook wel Ouwewech, Wijckopzeeërewech of Zeewech genoemd. H De Schilp of Schulpwech. noordelijker. Hij ontstond aan de rand van de duinen en werd gevoed door het drangwater uit deze duinen. Naar het oosten toe kwam deze beek samen met de Tussenbeek en ging verder als Engelmundusbeek in de richting van het dorp Velsen. Samen met de Willemsbeek vormde de Engelmundusbeek de zuidelijke grens van de tienden. In vergelijking met latere kaarten en met transportakten uit latere tijd mogen we ervan uitgaan dat op de kaart uit 1612 de plaats van de grenslijn De Petcroft mite deur wat noordelijker had moeten liggen. Ook is er naamsverwarring met de Tussenbeek en is de Willemsbeek niet weergegeven. De huidige Willemsbeekweg, waarlangs de Willemsbeek stroomde, was de zuidelijke grens van de Adrichemmertiende. De huidige Tussenbeeksweg waarlangs de Tussenbeek stroomde is op de kaart uit 1612 t Loeterweggien. Op de minuutplans uit 1832 zijn de percelen 30, 32, 33, 33a, 34, 41, 42 en 43 delen van de voormalige Petcroft ( zie afbeelding 4). De boerderij stond ongeveer ter hoogte van het huidige Marktplein in IJmuiden. De eerste bekende eigenaars van deze boerderij zijn Engel Janszoon en zijn moeder Grije of Adrije Moyduijnen. De boerderij wordt in 1584 omschreven als een eijgen zaete huijs erve met drie morgen geestland gelegen aan Aercommerduijn. Per jaar betaalden zij aan belasting 4 gulden en 10 stuivers. 1 In 1596 werden bij het herstel van de kerk Dirk Janszoon, Gerrit Janszoon en Tijs Janszoon genoemd als welboren mannen. 2 Mogelijk was Engel Janszoon een broer van hen en behoorde hij ook tot de welboren mannen in Velsen. Op deze welboren mannen kom ik nog terug. Engel Jan szoon -ook Engel Moy duijnen genoemd- verklaarde in een akte uit 1591 dat hij een jaar lijkse losren te schuldig was van 25 Carolus gulden per jaar aan Petronella Claes dochter van der Hoogh. Als onderpand werd gesteld zijn zate die om schreven werd als een huis met schuur, boom gaard, plantagie en ongeveer drie morgen land. Hij woonde hier zelf. Het geheel werd in het westen begrensd door de Wildernis van Brederode (de Adrichemmerduinen), in het oosten door de Buerwech (de Adrichemmerbuurweg), in 1 NHA. Ambachtsbestuur van Velsen, kohier van 1584, inv. nr. 111. 2 NHA. Archief Hervormde gemeente Velsen- Zuid, inv. nr. 110. Kaarten uit de 17e, 18e en 19e eeuw en ORA. Velsen, transport akten uit de 17e eeuw. 13

het noorden door de bezittingen van het Convent van Sint Marie uit Haarlem en in het zuiden door de bezittingen van Frans Gijsbertszoon. Hierna werd hij nog twee maal als schuldenaar genoemd. 3 De genoemde Frans Gijsbertszoon was eigenaar van de boerderij de Kickvorsch die ten zuiden van de boerderij lag, aan de andere kant van de Willemsbeek. Na het overlijden van Jan Engelszoon Moutwijnen ging de zate over naar zijn vrouw Adrijaentje Jans en kinderen. Een van zijn zonen, Cornelis Engelszoon Moijduijnen, heeft in 1624 schulden gemaakt. Hierbij werd de zate die toen als hofstede werd omschreven, in onderpand gesteld. Hij bezat de hofstede ongedeeld met zijn moeder en zijn andere drie broers. De hofstede bestond uit een huis met de eerder vermelde drie morgen land. 4 Mogelijk ging het financieel niet goed met de familie Moyduijen, want op 17 november 1632 verkochten zij de hofstede als erfgenamen van Engel Jansoon en Adrijaentje Jans aan Jan Schatter. Hierbij werd de hofstede omschre ven als: een hofstede ende landen aen Velserduijn met de huijsinge als lant met sijn boomgaert ende plantagie alwaer den voorsij de Jan ende Dirck Engelsoon altans noch in woonen groot vijf morgen. De verkoopsom bedroeg 4.400 Carolus gulden. Bij de hofstede waren inbegrepen de erfpachtlanden die gepacht werden van de heren van Brederode en van de stad Haarlem. 5 Jan Schat ter, ook wel Johan Herculeszoon genoemd, was getrouwd met Volcje Pietersdochter Olycan. In 1618 werd hij opgenomen in de Vroedschap van Haarlem. Hij vervulde door de tijd heen de functies van schepen, burgemeester en schout. Van 1624 tot 1636 was hij kapitein bij de Cloveniersdoelen. In die functie werd hij twee keer geportretteerd door de schilder Frans Hals op de grote schuttersstukken. In 1636 werd hij aangesteld als fiscaal. Van beroep was hij brouwer en hij bezat de brouwerij De Gekroonde Ruit aan het Spaarne in Haarlem. De gekroonde ruit kwam voor in zijn wapen waarmee hij als bestuurder van Haarlem zegelde. 6 Jan Schatter zal de hofstede de naam Schaltern gegeven hebben, als afgeleide van zijn naam. De hofstede wordt op de kaart van de voorkant van de Kennemerduinen ten noorden van het Huis Brederode uit 1661 vermeld als het bezit van de heer Jan Schatter (zie afbeelding 22). Op deze kaart wordt ten zuiden van de hofstede het begin van de Willemsbeek weergegeven. Het valt op dat de hofsteden en de boerderijen door een sloot of beek afgeschermd werden van de duinen. We mogen ervan uitgaan dat deze sloten werden gegraven om de landerijen rond hofsteden en boerderijen af te schermen tegen het stuifzand en de konijnen uit de duinen. De sloten werden aan de landerijenkant voorzien van een steile kant waartegen de konijnen niet konden opklimmen en aan de zijde van het duin van een schuine kant, zodat de konijnen weer konden terugkeren naar het duin. Dit opdat de konijnen niet zouden verdrinken, want daarmee zou klein wild verloren gaan voor de jacht in de duinen. Ook zal met deze sloten het overtollige grondwater afgevoerd zijn zodat het gebied niet te nat werd door het drangwater uit de duinen. De sloten waterden onder meer af op de Willemsbeek. De hofstede Schaltern blijft in bezit van de familie Schatter tot 1681. In dat jaar wordt Michiel Sadelijn de eigenaar. 7 Dan staat er nog steeds een boerderij op de hofstede. Michiel Sadelijn was niet tevreden met de boerenoptrek op de hofstede. Hij lied dan ook in 1684 door landmeter Johannis Leupenius schetsen maken voor de verbouwing van de boerderij. Het woongedeelte laat hij verbouwen tot herenhuis. Voor zover uit de schetsen is op te maken was de boerderij van het type dwarshuisboerderij. Het woongedeelte van deze boerderij staat dwars op het stalgedeelte. Het dwarshuistype kwam niet veel voor in het toenmalige Kennemerland. Overwegend werden hier stelpboerderijen gebouwd. We mogen aannemen dat de oorspronke lijke opdrachtgever tot de bouw van de boerderij uit een gebied kwam waar dit boerderijtype algemeen in gebruik was. Het is vrij zeldzaam dat tekeningen van de bouw of een verbouwing van een huis uit vroegere tijd bewaard zijn gebleven. De verbouwingsschetsen troffen we aan in het schetsboek van de landmeter, dat berust bij het Hoogheemraadschap Zeeburg en Diemerdijk. 8 Dit hoogheemraadschap is nu opgenomen in het Hoogheemraad schap van Amstelland, dat anno 1983 gehuisvest was in het fraaie 17e eeuwse gebouw aan de Diemerzeedijk in Amsterdam. Johannis Leupenius zal werkzaam geweest zijn voor dit hoogheemraadschap maar ook andere opdrachten aangenomen hebben. Rond het heren huis werd een tuin aangelegd met boom gaarden, vijvers, een meloenbak en een duifhuis. Aan beide zijden van de tuin werden fraaie toegangshekken geplaatst en de tuin werd opge sierd met een fraai beeld van een vrouwspersoon. De naam van de hofstede werd gewijzigd in 3 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 955 fo. 143, inv. nr. 957 fo. 147r en inv. 958 fo. 60v. 4 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 959 fo. 102r. 5 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 959 fo. 288r. 6 M. Thierry De Bye Dolleman, Het geslacht Schatter te Haarlem, 1450-1700. Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie, deel XV, s Gravenhage, 1961. NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 959 fo. 288r. 7 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 963 fo. 109r. 8 Met dank aan mevrouw Hovens Greve van het archief Hoogheemraadschap Amstelland, Diemerdijk 7, Amsterdam. 14

Velseroogh. De hofstede verliest hiermee zijn boerenfunctie en gaat dienen als zomerverblijf. Daarom eindigt hiermee de geschiedenis van deze boerderij. Het herenhuis op de hofstede werd gesloopt in 1784. 9 Afbeelding 4 en 5 Het herenhuis op Velseroogh, resp. het stalgedeelte achter het herenhuis op Velseroogh. Maquette en foto s J. Morren, 1999. De boerderij ten noorden van Velseroogh Ten noorden van de hofstede Velseroogh lag nog een boerderij. Ook deze boerderij wordt niet weergeven op de kaart uit 1612. De eerste bekende eigenaar is Barber Hendrich Sr., die de boerderij in 1584 verhuurde aan Aris Janszoon. De boerderij werd toen omschreven als een zaete gelegen aen Aercommerduijn als huijs erve met zijn toebehoeren met 1 morgen geestland. Jaarlijks moest de huurder 4 gulden en 10 stuivers aan belasting betalen. Van Barber Hendrich zijn vervolgens in de archieven geen gegevens meer te vinden. Aris Janszoon werd in 1599 genoemd als welboren man. 10 In 1595 kocht Aris Janssoon een andere boerderij van Willem van der Duije Joostzoon, residerende binnen s-gravenhage. Die boerderij werd omschreven als een woning en land eertijds toebehorend aan Cornelis Gijsbertssoon staende aan Westerduijn groot 1 morgen 1 hont. De naam het Westerduijn is één van de meerdere namen die de duinen ter hoogte van het huidige IJmuiden hebben gehad. Cornelis Gijsberts had deze boerderij al in bezit rond 1584. De boerderij die Aris Janszoon kocht lag in het gebied van de latere de Hofstede Velserduijn. Dit is ter hoogte van de kruising Maasstraat en Eemstraat in het huidige IJmuiden. Aris Janszoon zal verhuisd zijn naar de nieuwe aanwinst. We gaan eerst in op de boerderij die Aris Janszoon aanvankelijk huurde. Claes Jacobszoon was een opvolgende eigenaar van deze boerderij. Deze had de boerderij gezamenlijk in bezit met Duijf Jans, de weduwe van Cornelis Engelzoon alias Nees Engelzoon. Duijf Jans was mogelijk een dochter van Aris Janszoon. In 1628 werden de gerechte parten in de boerderij door Claes en Duijf verkocht aan Gerrijt Engelzoon, mogelijk een broer van Cornelis Engelzoon. De verkoopsom was 250 gulden per part. De part van de boerderij werd omschreven als een halve zaet soo van t huijs ende lant met het halve erffpachtlant gelegen aen duijn aende suijtzijde van de voornoemde saet althans gemeen ende ongedeelt met Duijf Jans weduwe van zaliger Cornelis Engelzoon groot met malcander omtrent 3 morgen. Daertoe behoorende een uijtweg. Met dit laatste werd een toegangsweg naar de boerderij bedoeld omdat de boerderij op enige afstand van de openbare weg lag. De openbare weg lag ten oosten van de boerderij, dit was de Buerwech. De naam Buerwech werd in de 17e en 18e eeuw voor meerdere wegen gebruikt, waaronder ook de Adrichemmerbuurweg. Een Buerwech werd door de gezamenlijke aanwonende buren onderhouden, in dit geval dus door de Adrichemmer buren. Ten het zuiden van de boerderij lagen de bezittingen van de erfgenamen van zaliger Engel Janzoon Moijduijnen; het gaat hier om de hofstede Velseroogh. In het westen lag het land aan het duin dat Duijf Jans in erfpacht had. Dit ging mee in de verkoop. Voor dit land werd per jaar 17 gulden erfpacht betaald aan de stad Haarlem. In het noorden lagen de bezittingen van Joncker Johan van Schagen, die onder meer eigenaar was van de gronden in de Breesaap, en van het kind van Cornelis Dirxzoon. Cornelis Dirxzoon, waarvan we weten dat hij later Cornelis Dirxzoon Roos werd genoemd, was eigenaar van de boerderij die stond op de hoek van de huidige Evertsenstraat en de J.P. Coenstraat. 11 Gerrijt Engelzoon verkocht de halve part in 1632 voor 1.150 gulden aan Gerrit Huijbertzoon alias Gerrit Dircxzoon. Die verkocht deze halve part in 1634 aan Jan Schatter voor 1500 gulden. De andere halve part werd in 1635 door de zwagers, de kinderen en de kleinkinderen van de hiervoor genoemde Duijf Jans aan Jan Schatter verkocht, ook voor 1500 gulden. 12 Hiermee was de gehele boerderij en het bijbehorende land in bezit gekomen van Jan Schatter. Zoals eerder vermeld was Burgemeester Schatter in 1632 in bezit gekomen van een hofstede ten zuiden van de boerderij die de naam Schaltern kreeg. De boerderij voegde hij aan deze hofstede toe. In 1681 werd de boerderij vermeld met zijn landen die in gebruik zijn als wei-, teel- en hooiland. Hieruit is af te leiden dat de boerderij dan in gebruik is als gemengd bedrijf voor de landbouw en veehouderij. De boerderij werd toen verhuurd aan Engel Willemsen. De boerderij met zijn toegangsweg naar de Duijnderwech, de voormalige Adrichemmerbuerwech, en de hofstede Schaltern worden weergegeven op een kaart uit 1683 (zie afbeelding 2). 9 Morren, J. Kastelen en buitenplaatsen in Velsen, deel drie, IJmuiden, Velsen- Zuid en- Noord, Velsen-Zuid, 2005, blz. 43 t/m 52. 10 NHA. Ambachtsbestuur van Velsen, kohier van 1584, inv. nr. 111 en ORA. Velsen, inv. nr. 956 fo. 7r. 11 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 955 fo. 231 en inv. nr. 959 fo. 182v en 187v. 12 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 959 fo. 263v en inv. nr. 960 fo. 41v en 71v. 15

Als laatste werd de boerderij verhuurd aan Louris Engelse. In 1691 werd vermeld dat de boerderij was geamoveert (gesloopt). 13 De naam Engel bleef in de naam van de laatste huurder. Op basis van patroniem zijn zij mogelijk nazaten van Cornelis Engelszoon. In 1730 staat er weer een boerderij op de hofstede Velseroogh, maar dan in het zuidelijk deel. Deze boerderij werd na 1730 verbouwd tot een tuinmanswoning en zou tot in de 19e eeuw bij de hofstede blijven behoren. Op de minuutplans uit 1832 wordt deze woning vermeld als perceel 32 (zie afbeelding 24). De woning werd in de 20e eeuw gesloopt. 14 De boerderij Oostduin De boerderij Oostduin stond ter hoogte van de huidige kruising van de Evertsenstraat en de Kennemer laan in IJmuiden. In het kohier van 1584 wordt vermeld dat Jacob Ariszoon de eigenaar van de boerderij was en er zelf woonde. Hij betaalde aan belasting de bekende 4 gulden en 10 stuivers. 15 Op de kaart uit 1612 werd de boerderij vermeld als de Erns Aris saet, Erns Aris zal een zoon geweest zijn van Jacob Ariszoon. Lange tijd is er in de archieven niets te vinden over de boerderij. Er zullen geen verkopingen zijn omdat de boerderij binnen de familie in erve is overgegaan. De boerderij komt pas in 1669 weer in beeld als bezit van Cornelis Aerse. Hij werd vermeld als welboren man en had toen een losrente schuld van 24 gulden bij Pieter Janse Roos. Als onderpand diende een derde part in zijn woning en de landerijen gelegen aan Velserduijn. De naam Velserduijn is een afwisseling op de naam Adrichemmerduijn of de wildernis van Brederode. In het westen lag de Wildernis. In het zuiden lagen de bezittingen van Jan of Johan Schatter; dit was de boerderij ten noorden van zijn hofstede. In het noorden lag de buerwech; dit was de weg van zijn boerderij naar de Adrichemmerbuurweg die toen de Duijnderwech werd genoemd. In het oosten lag de Duijnderwech die in de akte ook de buerwech werd genoemd. Dit alles komt overeen met de kaart uit 1612. In 1675 verkoopt Cornelis (die dan Cornelis Arisse wordt genoemd) zijn derde part in de woning en de landerijen aan Aefje Wouters, de weduwe van Pieter Janse Roos. 16 Mogelijk had Cornelis zijn schuld aan Pieter Janse Roos niet kunnen voldoen en eiste diens weduwe het geld op door middel van verkoop. De part werd verkocht voor 600 gulden. De andere parten van de boerderij zijn in bezit van Jan Sijmense en Antje Huijgen, de weduwe van Sijmen Janse Roos. Het bezit van de boerderij raakte sterk verdeeld onder de familie. In 1691 verkoopt een zekere Goosen een vijfde part in een woninkje aan Jan Sijmonsen Roos. Het gaat hier om een woning nabij de boerderij. Nog in het zelfde jaar verkopen Dirck Corsen Heemskerck, Cornelis Arense van Limmen, Jan Gerritszoon, Aechie Gerrits Roos en Maritie Wouters, de weduwe van Pieter Dirckse Houtkoper, de helft in het woninkje aan Jan Sijmonse Roos. Tevens verkochten Jan Gerritsen Roos, Cornelis Albertsen en Heijndrick Corsen een zevende part in een half woninkje aan Jan Sijmonse Roos. Uiteindelijk verkocht Hillegont Wouters in 1694 de boerderij aan Jan Sijmonse Roos voor 132 gulden en 10 stuivers. Bij al deze verkopen waren inbegrepen de parten van landerijen in de Velserbroek. Uiteindelijk is Jan Sijmonse Roos de eigenaar van de boerderij en het woninkje. Van Jan Sijmonse Roos weten we dat hij in 1691 vermeld werd als welboren man en morgengeld gaarder. 17 Het laatste zal verband houden met het innen van de aanslag in de verpondingen, een belasting uit die tijd. Na het overlijden van Jan Sijmonse Roos ging de boerderij over naar zijn kinderen. In 1710 werd een inventaris gemaakt van de inboedel van de boerderij waardoor we inzicht krijgen in het aantal vertrekken in de boerderij, welke agrarische bedrijfsvoering er plaats vond en de inboedel. 18 13 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 191 fo. 5v en inv. nr. 965 fo. 86v. 14 Morren, J. Kastelen en buitenplaatsen in Velsen, deel drie, IJmuiden, Velsen- Zuid en- Noord, Velsen-Zuid, 2005, blz. 43 t/m 52. 15 NHA. Ambachtsbestuur van Velsen, kohier van 1584, inv. nr. 111. 16 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 962 fo. 132 r en inv. nr. 963 fo. 59v. 17 NHA. ORA. Velsen, inv. 918 fo. 142v, 160r en 147r, inv. nr. 919 fo. 90r en inv. nr. 965 fo. 80r. 18 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 921 fo. 19v. 16

Inventaris van de weeskinderen van Jan Simonzoon Roos In de stal 1 beth 8 melk koeijen 1 vaers (jonge koe) 2 paerden 1 wagen 1 ploeg 1 eg 1 groote partij hooij en stroo en een klamp hoij 2 wannen (voor het scheiden van het koren en het kaf) 1 partij mist (mest) buijten 1 karn 2 wastobben 1 emmer en een ijseren pod In de keuken 20 schuttels schaalen en borden 1 beth en toebehooren 7 a 8 stoelen en een tafel Opperkamer 4 sacke garst (gerst) 1 kuijp met garst 14 mouten (voor het opbergen van de gerst) 3 melktonnen 3 melk vaten 2 emmer 1 beth In de kamer 3 koperen ketels 1 rack met 12 lepels 4 schottels aen de want 1 kas daer in vrouwe en mans kleeren In de kelder Nihil Op de solder Een partij ongedorste rogh In veld ofte land 5 kalveren 1 kruijwagen 1 varken Hieruit wordt duidelijk dat het om een kleine boerderij ging met een kamer, een opkamer boven de kelder, een keuken, een zolder en een stal. Verder is uit de inventaris op te maken dat op de boerderij het gemengde bedrijf werd uitgeoefend; zowel dus de veehouderij als de landbouw. Van de kinderen van Jan Sijmonse Roos werd uiteindelijk Sijmon Roos de eigenaar van de boerderij. In 1729 kocht Sijmon de boerderij de Ticht die schuin tegen over de hofstede Beecksteijn in Velsen stond. Hij verkocht die weer in 1730. Hij zal goed bij kas gezeten hebben want hij kocht door de jaren heen ook stukken land in Velsen en in de Velserbroek. 19 Hij woonde niet meer zelf op de boerderij maar hij verhuurde die. 20 In 1736 kocht Sijmon opnieuw twee boerderijen die ten noorden van de boerderij Oostduin lagen. 21 Hierop kom ik later terug. In 1740 raakte Sijmon samen met andere eigenaren van de boerderijen aan de duinkant en in de Breesaap betrokken bij een protest over het verleggen van een weg. De eigenaar van de hofstede Schoonenberg wilde een weg die door zijn hofstede liep afsluiten en verleggen naar een ander tracé. De eigenaren van de boerderijen aan de duinkant en in de Breesaap maakten hier bezwaar tegen bij de schout en schepenen van Velsen, omdat de bestaande weg al sinds oude tijden werd gebruikt als weg van en naar de Velserbroek. Het ging hier om een deel van de Zeeweg die door de hofstede Schoonenberg liep maar van oudsher een deel was van de Adrichemmerhoijwech. Hierover werd het geoogste hooi vervoerd naar de boerderijen aan de duinkant en in de Breesaap. In deze gebieden zal onvoldoende hooiland aanwezig geweest zijn om voldoende voer voor het vee te kunnen oogsten voor de winterperiode. Veel boeren van de duinkant en de Breesaap bezaten dan ook land in de Velserbroek. De bezwaarmakers maakten ook bezwaar tegen het nieuwe tracé van de weg omdat die te smal werd en bij regenachtig weer onbegaanbaar zou zijn. Na veel moeite wist de eigenaar van Schoonenberg toestemming te krijgen van de schout en schepenen voor de wegomlegging. Het voorval geeft aan dat de Adrichemmerhoijwech van oudsher een belangrijke verbinding was tussen de Velserbroekpolder en de boerderijen in het gebied van de Adrichemmertienden. 22 Zakelijk gezien ging het Sijmon nog steeds voor de wind. In 1743 kocht hij voor 710 gulden opnieuw een boerderij in de Breesaap van Antie Cornelis Binker, weduwe van Jacob Dirckzoon. 23 Sijmon overleed rond 1774 in Beverwijk waar hij woonde met zijn echtgenote Cornelia Cornelise de 19 NHA. ORA. Velsen inv. nr. 923 fo. 95v, inv. nr. 968 fo. 14v, 40r, 41r, 75v, 91r, 95r, 112r, 173r, 174v en inv. nr. 969 fo. 25v en 26v. 20 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 968 fo. 29r. 21 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 968 fo. 169v. 22 Morren, J. Kastelen en buitenplaatsen in Velsen, deel twee, Driehuis en Velserbroek, Velsen-Zuid, 2004, blz. 88 en 89. 23 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 969 fo. 139r. 17

Afbeelding 6 De boerderij Oostduin, voor de boerderij vijf kinderen van Matthijs. Van links naar rechts, Willem, Stien, Sjaan, Jan en Dorus. Foto Noord-Hollands Archief, Kennemer Atlas, Haarlem. Vlieger. Hierna gingen de erfgenamen zijn bezittingen verkopen. Dit waren Aagje Roos, die getrouwd was met Andries Cornelis Hijstek, en haar broer Jan Roos. Aagje kwam uit een eerder huwelijk van Sijmon Roos. Jan Roos woonde op een boerderij die stond op de Hofgeest en had geen belangstelling voor de boerderij Oostduin. Cornelis Hijstek en zijn vrouw Aagje verkregen uiteindelijk uit de erfenis ondermeer de boerderij Oostduin en de boerderij die daar ten noorden van lag. Die twee boerderijen verkochten zij met de rondom en nabij liggende landerijen in 1802 voor 2750 gulden aan Jan Graaver, die getrouwd was met hun dochter Aafje. 24 Het echtpaar ging wonen in deze boerderij. In 1822 werd de boerderij getroffen door brand en ging geheel verloren. De toenmalige heer van Velsen, Jacob Pompeus Hoeufft organiseerde een intekenactie om het echtpaar uit de zorgen te helpen. De intekenlijst was als volgt opgesteld en vermeldde de namen van de intekenaars en de geschonken bedragen: Wij ondertekenden, bewogen met den deerlijken ramp, aan den achtenswaardigen Landman Jan Graver, door het afbranden zijner woning, op den 8sten maart dezes jaar 1822 overgekomen, en verlangenden bij te dragen ten einde hem eenige schade vergoeding te verschaffen, -verbinden ons om zoodanige som te fourneren, als hieronder, bij onze naam teekening, staat uitgedrukt. J.P. Hoeufft voor Een Honderd Guldens. F.J. Prince voor eens honderd guldens. J.J. de Bruijn Prince voor eens honderd Guldens. J. t Hoen,,,,,,,, H. Sprengler,,,,,,,, L. Gerlings vijf en twintig guldens W.J. c aschap~ voor tien guldens J.G. Kruimel junior voor eene vijftig Guldens. J.P. Tanay voor sestig gulden. J.H. Cremer ƒ 25,-. Jacob Scholting Honderd guldens Ook de schout G. Rijperman en de raadsleden B. Betting, H.L. Geveke en C. Tromp behandelden de brand in de raadsvergadering van mei 1822. Hierin werd het voorstel aangenomen om op basis van een taxatie van de verbrande goederen een schadeloosstelling aan te vragen bij Zijne Hoogheid Edele Gestrenge Heer Staatraad, Gouveneur van de provincie. In dit voorstel werd vermeld dat de boerderij in de avond van 8 maart 1822 verloren ging door een brand die wellicht veroorzaakt werd door het noodlottige weer van die avond. Hierbij gingen de gehele woning, getimmertens, de hooi 24 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 971 fo. 157v, 179r en inv. nr. 972 fo. 10r en 19r. 18

Afbeelding 7 De maaimachine met de paarden opzij van de boerderij Oostduin. Op de maaimachine van links naar rechts Matthijs Braam met twee van zijn kinderen Petrus Johannes en Willem Braam. Staande naast de maaimachine de knecht Kars van der Mey. Foto Noord-Hollands Archief, Kennemer Atlas, Haarlem. voorraad, de opgeslagen producten, de gereedschappen, het contante geld en de meubels in de vlammen verloren. Duidelijk werd gesteld dat de brand buiten de schuld van Jan Graaver was ontstaan en dat hij een persoon was met goede naam en faam. De schadeloosstelling werd aangevraagd op basis een Koninklijk besluit uit 1816. Het getaxeerde schadebedrag bedroeg 8.421 gulden en 75 cent. 25 Of deze schadevergoeding werd toegekend werd in de notulen van de opvolgende raadsvergaderingen niet vermeld. Er zal voldoende geld ter beschikking zijn gekomen want de boerderij werd herbouwd. Het werd een kleine stolpboerderij op een vierkante grondslag met bijgebouwen. De boerderij en het omliggende landschap worden weergeven op de kadastrale minuutplans uit 1832. Hierbij worden de percelen als volgt beschreven (zie afbeelding 24): Eigenaar Jan Graaver 23 weiland 25 tuin 25a huis en erf 26 houtwal bosch Mogelijk huurt hij van Jacob Pompeus Hoeufft het weiland perceel nr. 22, van ouds bekend onder de naam de Zaat. Jan had ook nog een stuk hooiland in bezit in de Velserbroek. Het echtpaar hield de boerderij in bezit tot 1832. Toen verkochten zij de boerderij aan Jacob Pompeus Hoeufft, de heer van Velsen, voor 5000 gulden. De boerderij werd bij de verkoop omschreven als een nieuw gebouwde woning met stalling, wagenhuis, schuur loods, erf, werf, tuin en houtwal. Daarbij een stuk weiland en nodweg (toegangsweg). Het geheel staat aan het Velserduijn, opnieuw een opvolgende naam voor het Adrichemmerduin. In het oosten ligt het land de Zaad, in het zuiden het erf van de boerenwoning, in het westen de schering en deels de sloot langs de wildernis die toebehoort aan de koper. In het noorden de helft van een wal en deels de schering tot tegenover het huis en gedeeltelijk tot aan de uitwatering of sloot van Pieter van Beek. Pieter van Beek bezat de boerderij ten noorden van de boerderij Oostduin. Voorts werd er vermeld dat er essenbomen staan aan de notweg ten zuiden van de woning van Pieter van Beek. Met de notweg werd de toegangsweg bedoeld vanaf de Duijnderweg (voorheen de Adrichemmerbuerwech; nu de Velserduinweg). Het tracé van de notweg liep nagenoeg gelijk aan het tracé van de huidige Oosterduinweg. Bij de verkoop was verder inbegrepen een stuk weiland genaamd de Achterste Lagers aan de Kerkweg (van ouds de Adrichemmerkerkweg) en een stuk weiland in de Velserbroek. 26 25 Nationaal Archief Den Haag, Familie Archief Hoeufft, toegang nr. 320.26 inv. nr. 313. NHA. Secretarie van de gemeente Velsen 1814-1924, inv. nr. 1. 26 NHA. Notarieel Archief Velsen, inv. nr. 52, akte 33 en Kadaster Velsen art. 62. 19

Afbeelding 8 Links de boerderij de Drie Koninkjes en rechts de boerderij Oostduin, gezien van uit het zuidoosten, waar nu het Marktplein ligt. Foto Noord-Hollands Archief, Kennemer Atlas, Haarlem. Voor 1832 had Jacob ten zuiden van de boerderij een nieuwe boerderij laten bouwen. Die wordt op de kadastrale minuutplans als volgt beschreven (zie afbeelding 24): Eigenaar Jacob Pompeus Hoeufft, Heer van Velsen Sectie H 22 weiland 24 huis erf 24a gemengd duin 27 tuin Over perceel 22 loopt het Wijk op Zeeërvoetpad als verbindingsweg naar de Breesaap. Of dit voetpad deel uitmaakte van de oude wegenstructuur van Adrichem is niet duidelijk. Op het tracé van het voetpad loopt nu de Wijk aan Zeeërweg. In 1894 worden de bezittingen verdeeld onder de erfgenamen Hoeufft. Dit zijn: ~ ~ vrouwe Judith Catherina Henriëtte Hoeufft, die getrouwd is met Johann Gottlieb Sillem, een bankier uit Amsterdam. ~ ~ Jonkheer Jacob Pompeus Ernst Hoeufft, kamerheer in buitengewone dienst van Hare Majesteit de Koningin en intendant der Koninklijke paleizen die woonde in s Gravenhage. ~ ~ Jonkheer Arend Hoeufft die directeur was van de Nederlandsche Assurantie Maatschappij de Salamander die woonde in Nieuwer Amstel. ~ ~ Als laatste Jonkheer Henrik Hoeufft heer van Velsen en zijn echtgenote Vrouwe Ernestina Lucretia Roukes die woonden aan de Heerengracht in Amsterdam, maar die waren in het begin van 1894 kort na elkaar overleden. De bezittingen werden verdeeld onder de drie nog levende erfgenamen. Hierbij gingen de twee boerderijen met het land in Velsen over naar Judith Catherine Henriëtte Hoeufft. In 1895 verkoopt Judith Catherine Henriëtte Hoeufft de boerderij Oostduin aan Willem Braam voor 1500 gulden. Het geheel werd bij de verkoop beschreven als een boerenwoning met erf en een stuk teelgrond nabij de Heide. Samen groot 1 hectare, 68 are en 60 centiare. De Heide was de toenmalige naam voor het huidige IJmuiden-Oost. De boerderij behoorde nog steeds tot het gemengde bedrijf, er werd landbouw, veehouderij, stalhouderij (transport met paard en wagen), schelpenvisserij en strandvonderij bedreven. Willem Braam was in 1864 getrouwd met Cornelia Zwanenburg, die in 1899 overleed op 59-jarige leeftijd. Omdat Willem getrouwd was zonder huwelijkse voorwaarden werd in 1902 de boedel verdeeld en vereffend onder Willem en zijn kinderen. Dit waren Theodorus, die landbouwer was en woonde in 20