Handhavingsverordening. Wet werk en bijstand

Vergelijkbare documenten
Handhavingsverordening WWB

gelet op de Wet werk en bijstand, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT

Handhavingsverordening WWB

Handhavingsverordening Wwb en WIJ gemeente Borger-Odoorn. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009

Olst-Wijhe, 10 maart 2015 doc. nr.: Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen Olst-Wijhe

VERORDENING HANDHAVING WWB/WIJ

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

VERORDENING HANDHAVING WWB, Bbz, IOAW, IOAZ GEMEENTE BUREN

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

vast te stellen: de Verordening handhaving Wet werk en bijstand. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

: Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet,

Onderwerp : Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Beverwijk

Registratienr.: 1804/620 Handhavingverordening WWB, IOAW/Z 2012

Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek van.;

Handhaving WWB, IOAW, IOAZ 2012

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE;

Handhavingsverordening Participatiewet 2015 Documentnummer INT

Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009

Verordening handhaving WWB, IOAW, IOAZ, WIJ 2011

Pagina 1 van 5. Het algemeen bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom;

Handhavingsverordening Wet Werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Handhavingsverordening WWB en WIJ

: 23 augustus 2011 : 5 september : J.L.M. Vlaar : E.M. de Rijke

Datum 2 januari 2018 collegevergadering : raadsvergadering : Portefeuillehouder : Volgnummer :

: Voorstel tot het vaststellen van de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 april 2012;

Handhavingsverordening PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ en Bbz gemeente Groesbeek gemeente Groesbeek 2015

Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015

Handhavingsverordening. Wet werk en Bijstand (Wwb) en Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Pekela

Handhavingsverordening Wet werk en bijstand Overbetuwe 2005 HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen besluit

Handhavingsverordening 2015 GR Ferm Werk

Raadsvoorstel Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Weststellingwerf 2015.

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 28 september 2004; gezien het advies van de commissie Inwonerszaken d.d.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum),

HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ gemeente Lelystad

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Het Hogeland 2019

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 17 Datum :

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS

HANDHAVINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND EN WET INVESTEREN IN JONGEREN DE WOLDEN 2010

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Weesp 2017

gelet op het artikel 12, eerste lid en onderdeel c van de Wet investeren in jongeren en artikel 8a

Beleidsregels terugvordering & verhaal WIJ

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ

*Z037FAFAFFE* Handhavingsverordening sociale regelingen Goeree-Overflakkee 2015

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Antimisbruikverordening (geldig vanaf )

Verordening handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Lingewaard 2015

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

Verordening handhaving Wet werk en bijstand gemeente Oosterhout

Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen

Verordening Handhaving Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Krimpen aan den IJssel 2017

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

Afdeling: Beleid & Projecten Leiderdorp, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2009;

Beleidsregels terugvordering en verhaal gemeente Amstelveen

Politieke schriftelijke vragen (art. 39 RvO)

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

Fraudeverordening Wet Werk en Bijstand. en Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gemeente Kapelle

Handhavingsverordening Participatiewet. Gemeente Kerkrade

Gemeente Achtkarspelen Gemeente Kollumerland c.a.

Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING UITKERINGEN WET WERK EN BIJSTAND 2013

Beleidsregel terug- en invordering PW, IOAW en IOAZ 2018

Afstemmingsverordening WWB

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013,

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013

BELEIDSREGEL BIJSTANDSVERHAAL 2015

Fraudeverordening gemeente Lelystad 2004

De Raad van de gemeente Grave;

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ gemeente Geldermalsen 2013

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2016

Beleidsregels terugvordering WWB, IOAW, IOAZ en verhaal WWB

Gemeente Achtkarspelen Gemeente Kollumerland c.a.

Beleidsregels Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 december 2009;

Beleidsregels terugvordering, invordering, verhaal en kwijtschelding Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet (2015) Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

Het Dagelijks Bestuur van ISD BOL. Vast te stellen de Beleidsregels Boete ISD BOL In te trekken de Beleidsregels Boete ISD BOL 201 5

De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B123 Aflossingsregels terugvorderingsschulden

De beleidsregels treden in werking op het tijdstip waarop de verordening bestuursrechterlijke geldschulden in werking treedt: 4 december 2012.

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive WWB 2013 Gemeente Midden-Delfland

overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik;

Behoort bij agendapunt 5 van de vergadering van de raadscommissie Burger d.d. 11 oktober 2011

Beleidsregels Terugvordering WWB, IOAW & IOAZ

Debiteurenbeleid Sociaal Domein Waalre

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 mei 2010;

Beleidsregels terugvordering, verhaal en invordering Kempengemeenten 2016

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 22 april 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

Raadsvoorstel. Vergadering : 18 december Agendapunt : 10 : Besluitvormend Programma : (8) Werk & Bijstand Portefeuillehouder : Houkje Rijpstra

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Krimpen aan den IJssel 2015

Elektronisch gemeenteblad

Toelichting. Algemeen

Beleidsregels terugvordering, invordering en verhaal WWB/IOAW/IOAZ gemeente Vught.

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETE WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE ZEEVANG

Transcriptie:

Handhavingsverordening Wet werk en bijstand

De Raad van de gemeente Bedum; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 5 oktober 2004; gelet op het bepaalde in artikel 8a van de Wet werk en bijstand is de gemeente verplicht bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede het misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet; Besluit vast te stellen de De Handhavingsverordening Wet werk en bijstand Artikel 1 Definities en begrippen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. De wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. Het College: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Bedum; c. Bijstand: algemene en bijzondere bijstand; d. Handhaven: het bewerkstelligen dat wet- en regelgeving wordt nageleefd; e. Fraude: het ten onrechte geheel of gedeeltelijk ontvangen van bijstand door het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen aan de afdeling Sociale Zaken; f. Misbruik: het ontvangen van bijstand in strijd met de wettelijke voorschriften, waarbij het ten onrechte ontvangen van de bijstand aan de klant te wijten is; g. Oneigenlijk gebruik: het ontvangen van bijstand volgens de regels van de WWB, maar in strijd met of buiten de bedoeling die bij de totstandkoming van de WWB heeft bestaan. 2. Voorzover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de WWB. Artikel 2 Opdracht aan het College Het College zorgt voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de WWB, waaronder de bestrijding van fraude en ook van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB. Artikel 3 Beleid Het College stelt eens per 4 jaar een handhavingsbeleidsplan vast, waarin aandacht wordt besteed aan de gemeentelijke visie op handhaving, de aanpak van fraudepreventie en frauderepressie. Het doel van dit beleidsplan is hoogwaardig handhaven. Artikel 4 Controle 1. Het College voert onderzoeken uit om de rechtmatigheid van de bijstandsuitkering te controleren, bij de aanvraag, gedurende de uitkering en bij beëindiging van de uitkering. 2. Het College stelt nadere regels met betrekking tot de onderzoeken genoemd in het eerste lid. 2

Artikel 5 Terugvordering 1. Het College vordert de kosten van bijstand terug in gevallen die in de artikelen 58 en 59 van de WWB zijn aangegeven, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet. 2. Het College kan afzien van terugvordering indien: a. het terug te vorderen bedrag lager is dan een door of namens het College vast te stellen bedrag; b. daarvoor dringende redenen aanwezig zijn van immateriële aard. 3. Het College stelt nadere regels vast met betrekking tot terugvordering, zoals de wijze van invordering, de verhoging van de terugvordering met de wettelijke rente en de op de terugvordering betrekking hebbende kosten. Artikel 6 Verhaal 1. Het College verhaalt de kosten van bijstand boven een nader door het College vast te stellen bedrag tot het tijdstip waarop de artikelen 56, 61 en 62 van de WWB in werking treden in de gevallen en overeenkomstig de regels aangegeven in de artikelen 92, tweede en derde lid, tot en met 105 en 141, van de Algemene Bijstandswet, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet. 2. Van verhaal kan worden afgezien als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. 3. Het College stelt nadere regels vast met betrekking tot verhaal. Artikel 7 Invordering en kwijtschelding 1. Het College stelt zich tot doel om de teruggevorderde en de op derden verhaalde bijstand in te vorderen voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet. 2. Het College kan besluiten van gehele of gedeeltelijke verdere invordering af te zien indien belanghebbende: a. een minnelijke regeling in het kader van, of analoog, de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen heeft getroffen, dan wel na het doorlopen van het gerechtelijke traject is toegelaten tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen; b. gedurende vijf jaar volledig aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan bij fraudevordering; c. gedurende drie jaar geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat hij/zij deze op enig moment zal gaan verrichten; d. een voor het College acceptabel voorstel tot afkoop doet; e. een beroep doet op de aanwezigheid van dringende redenen en dit beroep door het College is gehonoreerd. 3. De in het tweede lid onder b genoemde termijn van vijf jaar wordt drie jaar indien de terugvordering niet het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting bedoeld in artikel 17, eerste lid van de WWB. 4. Het College stelt voorwaarden die aan de kwijtschelding, zoals bedoeld in het tweede lid, onder a tot en met e zijn verbonden. Deze voorwaarden worden in beleidsregels nader uitgewerkt. 5. Het College ziet in beginsel niet af van invordering indien de terugvordering meer dan één keer het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 17 eerste lid van de WWB. 6. Het tweede lid is niet van toepassing: a. ten aanzien van vorderingen welke door pand of hypotheek op een goed of goederen zijn gedekt, behoudens voor zover zij niet op die goederen verhaald kunnen worden; b. indien een opgelegde periodieke onderhoudsverplichting nog niet is geëindigd. 3

Artikel 8 Afstemming van de uitkering Als de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur van of het recht op bijstand, verlaagt het college de uitkering conform hetgeen hierover is bepaald in de afstemmingsverordening Wet werk en bijstand, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand. Artikel 9 Aangifte bij het Openbaar Ministerie Leidt het niet nakomen van de informatieverplichting tot een benadelingsbedrag dat hoger is dan de aangiftegrens, dan doet het College in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten, aangifte bij het Openbaar Ministerie. Artikel 10 Evaluatie/verantwoording Het College informeert de gemeenteraad jaarlijks over de uitvoering en de resultaten op het gebied van handhaving. Artikel 11 Slotbepalingen 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening Wet werk en bijstand. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 28 oktober 2004: De voorzitter, (Mr. Drs. W.H. Everts) De griffier, (L.W.A. Tinga) 4

Toelichting handhavingsverordening Wet werk en bijstand Algemene toelichting De verplichting om in het kader van het financiële beheer bij verordening regels op te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand evenals misbruik en oneigenlijk gebruik is in de WWB opgenomen. Afgezien van de korte bepaling van artikel 8a van de WWB zijn er geen nadere regels gegeven over wat nu precies in de verordening moet worden geregeld. Onder de Algemene bijstandswet had de gemeente de verplichting om een fraudebeleidsplan op te stellen. Daarnaast was de gemeente verplicht in bepaalde gevallen een boete of een maatregel op te leggen en de teveel betaalde uitkering terug te vorderen. De WWB kent deze verplichting niet. De WWB schrijft voor dat de gemeente een verordening moet opstellen die de handhaving regelt. Er worden geen eisen gesteld aan de inhoud van deze verordening en/of het beleid. Verlaging van de uitkering en terugvordering zijn onder de WWB geen verplichtingen meer maar bevoegdheden. Hierdoor krijgt de gemeente de bevoegdheid om haar eigen regels te bepalen over handhaving. Toch moet blijken dat de gemeente een goed handhavingsbeleid voert. Als de gemeente bij overschrijding van het budget voor het inkomensdeel (I-deel) een aanvullende uitkering aanvraagt bij het Rijk, dan onderzoekt het Ministerie of de gemeente de bijstandsuitkering rechtmatig en doelmatig heeft verstrekt. Mocht de gemeente weinig doen om fraude tegen te gaan dan zal het Ministerie besluiten geen aanvullende uitkering te verstrekken. Verder vinden wij het belangrijk dat er een goed handhavingsbeleid ligt, omdat dit voorkomt dat onterecht gemeenschapsgeld wordt uitgegeven. Als fraude goed wordt bestreden, vergroot dit onder de Bedumse bevolking het draagvlak voor de bijstandsverstrekking. Ook beperkt een goed handhavingsbeleid de uitgaven op het inkomensdeel. In deze verordening en in andere beleidsstukken, waaronder het handhavingsbeleidsplan en het beleidsplan debiteuren, is weergegeven hoe de gemeente denkt zo goed mogelijk vorm te kunnen geven aan handhaving van de bestaande wet- en regelgeving. Deze verordening sluit zoveel mogelijk aan bij de praktijk van de bijstandswet, de bestaande jurisprudentie en het huidige beleid. Op hoofdlijnen wordt het beleid rond handhaving beschreven. Nadere invulling en een verdieping vindt plaats in de vorm van beleidsplannen en/of uitvoeringsregels. Artikelgewijze toelichting Artikel 1 Definities en begrippen Dit artikel beschrijft enkele begrippen. De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB, tenzij anders is bepaald. Ter verduidelijking zijn de begrippen handhaven, fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik beschreven. Voor het overige vergt dit artikel geen nadere toelichting. Artikel 2 Opdracht aan het College Dit artikel legt bij het College de verantwoordelijkheid neer voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Wet werk en bijstand. 5

Artikel 3 Beleid Dit artikel regelt dat het College het beleid voor handhaving vaststelt. Dit beleid is voor de periode van 2004-2008 opgenomen in het meerjarige handhavingsbeleidsplan, dat in de maand september 2004 ter kennis name is voorgelegd aan de gemeenteraad. In dit handhavingsbeleidsplan wordt naast de visie en externe ontwikkelingen aandacht besteed aan de vier visie-elementen, te weten voorlichting optimalisering van de dienstverlening controle op maat sanctioneren op maat De gemeente streeft naar het zo vroeg mogelijk ontdekken van fraude. De gemeente zorgt voor preventieve als repressieve handhaving en benadert de handhaving integraal. De gemeente intensiveert de handhaving en de controle wanneer gegronde twijfels bestaan over de naleving van de verplichtingen en maakt bij de uitvoering van de handhaving adequaat gebruik van beschikbare gegevens van andere organisaties, zoals de daarvoor opgerichte regionale interventieteams en andere samenwerkingsverbanden. Artikel 4 Controle Lid 1 Dit lid gaat over de controle bij aanvraag van een bijstandsuitkering, tijdens de bijstandsuitkering en na beëindiging van de bijstandsuitkering. Lid 2 Dit lid regelt dat het College via nadere regels vaststelt binnen welke termijn en onder welke voorwaarden de onderzoeken als bedoeld in het eerste lid moeten worden verricht. In beleidsregels en/of uitvoeringsregels wordt beschreven welke instrumenten kunnen worden ingezet om de onderzoeken naar een rechtmatige uitvoering van de bijstandsuitkering goed te kunnen verrichten. Hierbij kan gedacht worden aan bestandkoppeling met de belastingdienst en het Inlichtingenbureau maar ook aan de zogenaamde huisbezoeken. Artikel 5 Terugvordering Lid 1 Terugvordering was onder de Algemene bijstandswet een verplichting, maar is nu een bevoegdheid van de gemeente geworden. Ten onrechte verleende bijstand wordt in beginsel teruggevorderd. Hier wijzigt niets ten opzichte van de Algemene bijstandswet. De toevoeging bij dit artikel in het eerste lid, is opgenomen omdat het principe om, daar waar mogelijk tot terugvordering over te gaan, niet absoluut is. Om te voorkomen dat teruggevorderd zou moeten worden in die gevallen waar een wettelijke regeling zich verzet tegen dat besluit, is de desbetreffende nuance opgenomen. Te denken valt aan de bepaling omtrent verjaring in het Burgerlijk Wetboek (BW) of de bepalingen rond het wettelijke traject van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Deze opsomming is niet limitatief en aangezien toekomstige wetswijzigingen nog bepalingen kunnen toevoegen is gekozen voor een algemene formulering. Lid 2 onder a. Onder het regime van de Algemene bijstandswet had de gemeente de bevoegdheid om op grond van de regeling Terugvordering geringe bedragen van (verdere) terugvordering af te zien indien de vordering lager was dan of gelijk was aan 113,45 op jaarbasis. Dit lid maakt het mogelijk ook onder de WWB van terugvordering van kruimelbedragen af te zien. In beleidsregels wordt dit lid nader uitgewerkt. 6

Lid 2 onder b Dit lid maakt een uitzondering mogelijk op de in het eerste lid omschreven verplichting om de ten onrechte verleende bijstand terug te vorderen. Er kunnen dringende redenen zijn om geheel of gedeeltelijk van terugvordering af te zien. De zogenaamde dringende redenen moeten gelegen zijn in de immateriële omstandigheden van de debiteur, bijvoorbeeld als terugvordering tot onaanvaardbare consequenties zou leiden in relatie tot de geestelijke of lichamelijke gezondheid van de belanghebbende. De vraag wat dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien kan moeilijk in zijn algemeenheid worden beantwoord. Maar duidelijk is dat dit lid geen ruimte geeft voor het meewegen van financiële omstandigheden, omdat in het algemeen voldoende bescherming wordt geboden door de toepasselijke beslagvrije voet. Uit het woord dringend blijkt dat er wel iets heel bijzonders aan de hand moet zijn wil een afwijking van het algemene principe gerechtvaardigd zijn. Nadrukkelijk geldt dat steeds van geval tot geval aan de hand van alle omstandigheden de situatie van belanghebbende moet worden beoordeeld. Daarbij dient het uiteraard om incidentele gevallen te gaan, gebaseerd op een individuele afweging van de omstandigheden. De hier bedoelde dringende redenen kunnen slechts gelegen zijn in de onaanvaardbaarheid van de gevolgen die een terugvorderingsbesluit voor belanghebbende met zich meebrengt. Lid 3 Dit lid maakt het mogelijk om de kosten die verbonden zijn aan incasso terug te vorderen, alsook de wettelijke rente waarmee de vordering wordt verhoogd. In beleidsregels zullen de kosten en rente worden vastgelegd. Al afgedragen belastingen over de bijstand en betaalde ziektekostenpremies worden eveneens teruggevorderd. In beleidsregels wordt hier nader invulling aan gegeven. Artikel 6 Verhaal Lid 1 Deze verordening is in beginsel gericht op het nakomen van verplichtingen van de klant die aanspraak maakt op een uitkering. Daarnaast heeft deze verordening ook ten doel oneigenlijk gebruik terug te dringen. Van de klant mag worden verlangd dat deze gebruik maakt van voorliggende voorzieningen en dus dat de klant ook probeert met een onderhoudsbijdrage naar burgerlijk recht in zijn of haar bestaan te voorzien. Wanneer de klant in gebreke blijkt, of wanneer dit niet lukt, dan kan de gemeente in de plaats treden van de klant en verhaal zoeken op de onderhoudsplichtige. Verhaal vindt plaats in drie situaties: I. Verhaal op de onderhoudsplichtige: hierin wijzigt niets ten opzichte van het beleid onder de Algemene bijstandswet totdat de nieuwe alimentatiewetgeving van kracht wordt. Dan zal de taak voor de gemeente op het gebied van verhaal op de onderhoudsplichtige beperkter zijn. De verwachting is dat deze wet nog enige tijd op zich zal laten wachten. II. Verhaal op schenkingen: als een klant een schenking doet aan een derde en met deze middelen rekening zou zijn gehouden bij het besluit op de bijstandsaanvraag, dan wordt de schenking verhaald op degene die deze heeft ontvangen. III. Verhaal op de nalatenschap. Er vindt verhaal op de nalatenschap van de persoon plaats indien aan die persoon ten onrechte bijstand is of blijkt te zijn verleend. 7

Lid 2 Dit lid geeft de mogelijkheid om van verhaal af te zien indien er sprake is van dringende redenen. Redenen om van verhaal af te zien, zouden bijvoorbeeld gevonden kunnen worden in de geringheid van het te verhalen bedrag, onaanvaardbare financiële of sociale consequenties bij degene op wie verhaal wordt gezocht of feitelijke oninbaarheid van de verhaalsvordering. Van verhaal wordt afgezien indien: er niet op een effectieve en efficiënte manier kan worden verhaald; als de onderhoudsplichtige in het buitenland woonachtig is, tenzij er een inkomen uit Nederlandse bron bekend is; het gaat om niet erkende kinderen; er sprake is van dringende redenen. De dringende reden om af te zien van verhaal is gelegen in de immateriële omstandigheden van de onderhoudsplichtige of onderhoudsgerechtigde, bijvoorbeeld als verhaal tot onaanvaardbare consequenties zou leiden in relatie tot de geestelijke of lichamelijke gezondheid van belanghebbende; de bijdrage lager is dan het door het College vastgestelde kruimelbedrag; dit noodzakelijk is voor het totstandkomen van een schuldregeling. Lid 3 In beleidsregels worden de regels om af te zien van verhaal nader uitgewerkt. Artikel 7 Invordering en kwijtschelding Dit artikel regelt de wijze van incasso. Regel is dat het optimale wordt gedaan om in te vorderen. Voor alle vorderingen, ongeacht fraudevorderingen of andere vorderingen, geldt dat deze volledig dienen te worden terugbetaald, doch dat voorkomen moet worden dat de schuldenposities arbeidsinschakeling belemmert. Daarom kan op verzoek van de debiteur dan wel ambtshalve, afgezien worden van verdere invordering. In de beleidsregels is het incassobeleid verder vorm gegeven. Onderdeel daarvan is het vigerende beleid met betrekking tot kwijtschelding van vorderingen, dat wordt ingezet om het betaalgedrag van de debiteur te stimuleren. Als de debiteur zich houdt aan de afspraken, kan na vijf of drie jaar aflossing van de vordering, overwogen worden om kwijtschelding te verlenen. Ook een voorstel tot afkoop is onderdeel van het incassobeleid. Dit zal in de regel gelden bij grote bedragen. Als richtlijn wordt aangehouden dat de afkoop van de vordering meer moet opleveren dan wanneer de gebruikelijke incassoprocedure zou moeten worden gevolgd. Teneinde willekeur of interpretatieverschillen te voorkomen beslist het hoofd van de afdeling sociale zaken op welke wijze de debiteur tegemoet kan worden gekomen. Bij deze overweging wordt aansluiting gezocht bij de bestaande jurisprudentie en het geformuleerde gemeentelijke beleid dat fraude niet lonend mag zijn. Artikel 8 Afstemming van de uitkering Dit artikel regelt de verlaging van de uitkering conform de afstemmingsverordening. Wanneer de klant onvolledige of onjuiste informatie geeft, kan de uitkering tijdelijk worden verlaagd in overeenstemming met hetgeen in de afstemmingsverordening Wet werk en bijstand is bepaald. Als dit heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag ontvangen van bijstand, wordt de uitkering met een bedrag verlaagd. Deze verlaging van de uitkering is bedoeld om het nakomen van de verplichtingen en de hoogte van de uitkering op elkaar af te stemmen. Dit staat los van het terugvorderen van bijstand, dat bedoeld is om de situatie weer in overeenstemming te brengen met het recht. 8

Artikel 9 Aangifte bij het Openbaar Ministerie Artikel 9 regelt dat aangifte van fraude bij het Openbaar Ministerie wordt gedaan. De voorwaarden voor aangifte worden afgestemd met het Openbaar Ministerie. Onder het boeteregime van de Algemene bijstandswet bestond de verplichting voor de gemeente om proces-verbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie als er sprake was van fraude en het benadelingsbedrag hoger was dan 6.000,00 (aangifterichtlijn sociale zekerheid). Het is de bedoeling dat deze taakverdeling tussen de gemeente en het Openbaar Ministerie onder de WWB blijft bestaan, ook al kent de WWB de bestuurlijke boete niet meer en zullen gemeenten bij fraude de uitkering verlagen in overeenstemming met hetgeen in de afstemmingsverordening is bepaald. Over het beleid onder de aangiftegrens voeren het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten overleg met het Openbaar Ministerie. Uit de gesprekken die tot dusver zijn gevoerd zijn twee dingen duidelijk geworden: Het Openbaar Ministerie zal alleen tot strafvordering overgaan als de gemeente besluit het fraudebedrag terug te vorderen; Gemeenten maken binnen de landelijk afgesproken kaders individueel afspraken met het Openbaar Ministerie over de wijze waarop zij aangifte kunnen doen. Vooralsnog wordt aangifte gedaan indien de vordering hoger is dan 6.000,00. Artikel 10 Evaluatie/verantwoording Het College informeert de gemeenteraad jaarlijks over de uitvoering en de resultaten op het gebied van handhaving. Artikel 11 Slotbepalingen Lid 1 Deze verordening is referendabel en zal daarom pas eerst na zes weken publicatie in werking kunnen treden, vooropgesteld dat er geen referendum behoeft plaats te vinden. Gelet hierop treedt deze verordening in werking per 1 januari 2005. Lid 2 Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening Wet werk en bijstand. 9