¹ Reelaan 13, 7522 LR Enschede ² Wiersseweg 22, 7261 AB Ruurlo

Vergelijkbare documenten
Chlamydosporen zijn conidiosporen met een dikke wand. Bij Corticiaceae (korstzwammen)

De Gewone boomwrat lijkt macroscopisch wel op een miniatuurstuifzwam en werd

Gordijnzwammen zoeken bij Winterswijk

Plaatjeszwammen hebben plaatjes, zo simpel is het. Maar regels worden bevestigd

2006 Naam Datum Locatie/Opmerkingen

NATUURRIJK TESPELDUYN OKTOBER 2018

Jcdegids.be. Een inleiding tot de paddenstoelengeslachten. 18/01/2014 JC Delforge

KARTERINGSNIEUWS 3: DE C VAN COLLECTIE

Bijzondere Vondsten Paddenstoelenwerkgroep 2012

Paddenstoelen, waarzeggers van het bos. Informatie over: Functies van paddenstoelen:

Paddenstoelenparadijs witte duinen

Boekbesprekingen. Combi.indd :01:52

SP 4 (Terschelling 02) Midsland aan Zee - Hoorn

Het recente stukje over de Blauwe molenaarssatijnzwam in Coolia (Wouda, 2014) gaf

NIEUWSBRIEF PADDENSTOELENMEETNETTEN 20

Paddenstoelen, waarzeggers van het bos

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 19 december Beste natuurliefhebber/-ster,

gemiddeld totaal. ZOMER Aantal excursies

Rood is een kleur die aan iedere paddenstoel een spectaculair tintje verleent, zelfs aan

Flora van naaldbossen,

Vooruitlopend op de bewerking van de melkzwammen in de Flora Agaricina

Enkele aanbevelingen bij het bestuderen van paddestoelen

SP 4 (Terschelling 01) West- Terschelling haven - Midsland aan Zee

M.W.W. - Mycologische Werkgroep Waasland sinds 24 oktober 2011 (~170x / ~400 taxa)

Giftige paddenstoelen

Een beeldverslag van de pop-up paddenstoelenexcursie in de Brettenzone op , geleid door Christiane Baethcke

Deze 10e aflevering van onze serie over de Nederlandse Gordijnzwammen bestaat uit

Tremella exigua, Zuurbestrilzwam

Pilobolus. sporenkanon

De Stelling van Amsterdam, gebouwd als verdedigingslinie tegen vijandelijke mogendheden,

2010 Naam Datum Locatie/Opmerkingen

In de Utrechtse kleibossen

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

Na een lange koude winter worden de eerste tekenen van de lente zichtbaar. Nee, nog

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 31 oktober Beste natuurliefhebber/-ster,

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen

Winterpaddenstoelen in het Weerterbosje en omgeving Auteur: Jos Lenaerts

Grote boleten (het geslacht Boletus) zijn soms lastig te determineren, omdat ze microscopisch

Wandeling n 7 : Chêne à l'image : Durbuy Bewegwijzering :

Ecologische Atlas van Paddenstoelen in Drenthe Eef Arnolds, Rob Chrispijn & Roeland Enzlin (red.)

Fotoveldgids slijmzwammen Samengesteld door Marc De Meireleir Microscopie Dirk Baert.

Het is niet waarschijnlijk dat 2009 de boeken in zal gaan als een mycologisch topjaar.

COOLIA CONTACTBLAD VAN DE NEDERLANDSE MYCOLOGISCHE VERENIGING ISSN:

Paaaestoelen m naaldbossen Advanden Berg Rob Chnspijn,

Verslag Excursie Kombos Ravon Utrecht

De Heikikker De Heikikker

Ecologische Atlas van paddenstoelen in Drenthe

Chemicaliënverkoop op de nieuwjaarsbijeenkomst

Dit boekje is van: Paddenstoelenpracticum

Verslag paddestoelenexcursie Zurenhoek, 6 oktober Tekst: Kirsten Dekker Foto's: Joke de Visser, DirkJan Dekker

DE APENHOF. een spannende speurtocht naar rollen, regie en de waarheid. Robert Beernink

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 14 en woensdag 15 april 2015 vervolg. Dit is het vervolg op het eerste deel van mijn verslag.

SLOBKOUSNIEUWS 40 jrg2

hoofdjes, dat langer is dan deze (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L.

COOLIA CONTACTBLAD VAN DE NEDERLANDSE MYCOLOGISCHE VERENIGING ISSN:

SLOBKOUSNIEUWS 47 jrg7

Buikzwammendag Zaterdag 17 november 2012

Natuur.focus. Kansen voor de Sleedoornpage. Vossen als verbreiders van zaden. Educatie voor Duurzame Ontwikkeling. Studie

Bloeiend plantje Spoor van een dier

Soortenlijst Flora faunawet. Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening

Beste natuurliefhebber/- ster,

Eilandhoppen in de Eilandspolder

Nieuwsbrief 18 september 2015 Familie Hoogendoorn Bekijk deze in uw browser

WERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen

WORD EEN ECHTE bomenkenner!

Paddestoelen tocht op landgoed Sandwijck te De Bilt.

Maireina afibulata, een cyphelloid nieuwkomertje op Struisvaren

Paddenstoelenexcursie Locatie: Bosrandpark, Almere Buiten

Lang bloeiende inheemse vaste planten voor bijen en vlinders

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 14 januari 2014

SLOBKOUSNIEUWS 45 jrg7

De Wiershoeck- Schoolwerktuin, woensdag 13 november 2013

Langpootmuggen en verwanten

Zeeland is, geografisch gezien, een uithoek van Nederland. Mede daarom wordt de

CRISTELLA IN DE HEUVELS

Het is zondagmiddag 13 september en een voor een komen de deelnemers aan de

Gierzwaluw. Boomleeuwerik. Witte kwikstaart. Nachtzwaluw

Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld

BINNENLANDSE WERKWEEK SALLAND OKTOBER 2015

Nieuwsbrief 3 november 2014

Toeristen in Nederland

Natuurpad De Mient. Wandelen. In het Nationaal Park Duinen van Texel

HET HERKENNEN VAN GROTE MEEUWEN (DEEL 4)

website: index Coolia ( ) op www-mlf.sci.kun.nl/nmv/nieuws.htm

De Borkeld en het Junner Koeland 20 juni 2008 excursie Jeneverbes Gilde

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

SLOBKOUSNIEUWS 42 jrg6

Houten terrasplanken met B-Fix clipsysteem. Verkrijgbaar in de houtsoorten: - Alungu (ook met bol profiel) of - Garapa - Merbau - Ipé

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 augustus 2018

Wespenorchis (Epipactis)

2 Bemesting Meststoffen Soorten meststoffen Grondonderzoek Mestwetgeving 49

Aantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014

Paddenstoelennieuwsbrief Nummer oktober 2013

Voor het eerste spel moet je de hoekkaarten met een scherpe schaar voorzichtig langs de gestreepte lijn afknippen.

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

Een opmerkelijk jaar Bijzondere waarnemingen in 2010

Boekbesprekingen. De nieuwe Standaardlijst en Paddenstoelen in het natuurbeheer: twee essentiële publicaties voor de NMV

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 4 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, april 2009

De paddenstoelen van schrale graslanden zijn lang onderbelicht gebleven en pas eind

Transcriptie:

CRISTELLA-WEEKEND OP TERSCHELLING 7 9 NOVEMBER 28 Marian Jagers¹, Hermien Wassink² & Nico Dam3 ¹ Reelaan 13, 7522 LR Enschede ² Wiersseweg 22, 7261 AB Ruurlo 3 Hooischelf 13, 6581 SL Malden Jagers, M., Wassink, H. & Dam, N. 29. The Aphyllophorales-weekend on the island of Terschelling. Coolia 52(3): 143 15. The Aphyllophorales study group Cristella met over the weekend of 7 9 november 28 in the village of Hoorn, Terschelling. Slightly more than 3 species of fungi were found, many of which are characteristic for coastal dunes. 53 species are included in the 28 Red List. A few species are illustrated by colour photographs, and a new Cortinarius-species for the Netherlands, C. quarciticus, is dealt with in more detail. O ktober 28 was de maand waarin er vanwege de viering van het 1-jarig bestaan van de NMV diverse feestelijke activiteiten werden georganiseerd. Om ook van het Cristella-weekend, dat kort daarop volgde, iets bijzonders te maken was voor een verblijf op Terschelling gekozen. Dit leverde wel een logistiek probleem op, omdat Terschelling autoluw wordt gehouden. Vrijwel alle deelnemers besloten de auto op het vaste land te laten staan en op het eiland te gaan fietsen. Veel bagage kon daarom niet mee en de belangrijkste determinatiehulpmiddelen, de microscopen en de literatuur, moesten thuis Figuur 1: Tricholoma equestre (Gele ridderzwam). (Foto: Marian Jagers) 143 Coolia 52(3) Terschelling 143-15.indd 143 2-6-29 1:26:34

blijven. Henk Remijn en zijn vrouw, die al op het eiland waren en wel een auto bij zich hadden, stonden de reizigers in de haven al op te wachten en vervoerden de bagage naar ons onderkomen Folkshegeskoalle Schylgeralân, iets ten noorden van het dorpje Hoorn. Bij aankomst waren er rondom de gebouwen al diverse paddenstoelen te zien en spoedig bleek dat, dankzij het milde weer, er nog zoveel te vinden was dat er weinig aandacht voor korstjes overbleef. Terschelling is vooral bekend vanwege de uitgestrekte stranden, duinen en kwelders. Voor paddenstoelen zijn de buitenduinen en de duinstruwelen aantrekkelijk. Bij helm bijvoorbeeld, vanaf een kleine eeuw geleden aangeplant om het verstuivende duinzand beter vast te houden, zijn diverse soorten te vinden die alleen bij dit gras voorkomen. Landinwaarts groeien veel naaldbomen, vooral Zeeden, Corsicaanse en Oostenrijkse den, die bestand zijn tegen de heersende omstandigheden. Ook deze naaldbomen zijn aangeplant om het zand in beter in bedwang te houden. Op plaatsen zonder veel humusophoping of vergrassing of waar men de humus verwijdert, kun je allerlei soorten paddenstoelen vinden die op het vasteland veel zeldzamer zijn of zelfs ontbreken. Helaas worden de naaldbomen inmiddels op tal van plekken vervangen door loofbomen. Verspreid over het eiland liggen er verder nog gemengde bossen, heidevelden en graslanden. Dat het ook loont om langs de schelpenfietspaden naar soorten te kijken werd al aangegeven in een artikel over Terschelling in Coolia 52(1), 29. Vrijdagmiddag doorzochten we het bos bij Hoorn, gemengd bos op arm duinzand. Amanita gemmata (Narcisamaniet) en Tricholoma equestre (Gele ridderzwam) stonden er in mooie en grote groepen. Op diverse kegels van Zeeden groeide Mycena seynii (Zeedenmycena) met een rozebruin gekleurde hoed en donkere lamelsnede. Alleen de echte korstjesliefhebber kon zijn/ haar blik wel eens afwenden van de plaatjeszwammen en vond soorten als Diplomitoporus flavescens (Duindennenzwam) en Antrodia ramentacea (Opkrullende strookzwam), polyporen die je alleen in duinstreken aantreft. Het mos was op diverse plekken opvallend bedekt met een donkergeel laagje van een nog niet volledig ontwikkelde slijmzwam. Wat kon dat zijn? Heel voorzichtig werd er een stuk mos met het slijm opgeborgen in een doosje. In de met helm begroeide duinen ten noorden van het bos werden o.a. Melanoleuca cinereifolia (Duinveldridderzwam), Phallus hadriani (Duinstinkzwam), Mycena chlorantha (Groene mycena) en de fraaie Peziza ammophila (Zandtulpje) gevonden. Na de avondmaaltijd ging iedereen naar de grote zaal boven de slaapvertrekken. Met slechts twee microscopen en een beperkt aantal boeken was het behelpen voor diegenen die wilden determineren. Anderen vermaakten zich met een praatje, een puzzel of een boek of het bekijken van foto s van het jubileumweekend en van de buitenlandse werkweek. Op zaterdag werden diverse gebieden aan de westkant van het eiland bekeken. De zon scheen volop. Een geïnteresseerde boswachter van Staatsbosbeheer vergezelde ons. De eerste stop was bij het gemengde bos bij Formerum. Antrodia ramentacea werd ook hier gevonden. Een andere opvallende korstzwam was Figuur 2: Peziza ammophila (Zandtulpje). (Foto: Marian Jagers) Cerocorticium molare (Getande boomkorst). Daarna ging het over diverse in de duinen 144 Coolia 52(3) Terschelling 143-15.indd 144 2-6-29 1:26:36

Figuur 3: Een typische korst op Zwarte den in de duinen is Diplomitoporus flavescens (Duindennenzwam), te herkennen aan de licht strogele kleur en vrij grote poriën. Diplomitoporus lindbladii (Lichtgrijze poria), die op de arme zandgronden voorkomt, heeft een wit tot lichtgrijze kleur, smallere sporen, kleinere poriën en skelethyfen die in KOH gedeeltelijk verdwijnen. Alle soorten uit het geslacht veroorzaken witrot, reden waarom het geslacht werd afgesplitst van Antrodia waar thans de bruinrotters zijn ondergebracht. (Foto: Hermien Wassink) Figuur 4: Een weinig voorkomend korstje is Lagarobasidium detriticum (Spatelharig elfendoekje). Als je een preparaat onder de microscoop bekijkt doet het meteen denken aan een Hyphodontia. De lange veelal spatelvormige cystiden en vooral in jonge vruchtlichamen stervormige kristallen zijn opvallend. Vanwege de dikwandige, cyanofiele sporen die in gedroogd materiaal overvloedig aanwezig zijn is de soort in het geslacht Hypochnicium beland. Een Nederlandse vondst wordt echter (voorlopig?) ingeboekt als Lagarobasidium detriticum. Het korstje verschijnt op loofhout, afgestorven kruiden en strooisel, hoofdzakelijk in terreinen met natte bodems. (Foto: Hermien Wassink) 145 Coolia 52(3) Terschelling 143-15.indd 145 2-6-29 1:26:42

gelegen fietspaden naar het noordwesten van het eiland tot aan de Longway. Aan weerskanten van deze kilometerslange zandweg naar West-Terschelling werden overwegend jonge dennenbossen op kalkarme grond doorzocht. Een eerste heel bijzondere vondst was hier Mycena aurantiomarginata (Goudrandmycena). De hoedrand, lamelsnede en steelbasis van deze olijfbruine mycena zijn helder oranjegeel. Ook stonden er soorten als Suillus luteus (Bruine ringboleet), Suillus variegatus (Fijnschubbige boleet), Entoloma triste (Sombere satijnzwam) en Entoloma cetratum (Dennensatijnzwam). Hopelijk blijft in ieder geval dit bos, dat toch wel heel bijzondere soorten bevat, gespaard. In West-Terschelling aangekomen was er tijd voor koffie en gebak in restaurant Zeezicht. Aan het eind van de dag werd nog een proefvlak tussen het buurtschap Halfweg en de Bessenschuur bezocht. Het dennenbos wordt hier met aandacht gedund en de bovenste humuslaag wordt afgeplagd. Het leverde o.a. veel vruchtlichamen van Cortinarius semisanguineus (Pagemantel) op. Zaterdagavond droeg Henk Huijser na vier jaar het voorzitterschap van Cristella over aan Nico Dam. Ondanks het grote aantal bijzondere plaatjeszwammen dat er al was gevonden, sprak Henk de hoop uit dat de Cristellagroep zich in de toekomst zal blijven houden aan de oorspronkelijke doelstelling: het bestuderen van Aphyllophorales (houtzwammen, korstzwammen, knots- en koraalzwammen, trilzwammen, stekelzwammen) en andere groepen niet-plaatjeszwammen, zoals ascomyceten. Op zondagmorgen was de oostkant van het eiland aan de beurt. Op het terrein van een door elzen beschutte eendenkooi bij Hoorn bemoeilijkten varens, blad en bramen het zoeken enigszins. Toch werden er diverse kleine soorten gevonden zoals Leucoagaricus georginae (Glinsterende champignonparasol) waarvan de vruchtlichamen bij de minste aanraking al rood verkleuren, Pezizella alniella (Elzepropschoteltje), Marasmius limosus (Rietwieltje) en diverse Typhula's waaronder de juist op de Rode Lijst geplaatste Typhula erytropus (Roodvoetknotsje). In een weiland bij Westerend werd gezocht naar wasplaten. De drie friese paarden merkten de indringers op, maar gaven er de voorkeur aan bij hun hooi te blijven. Gerustgesteld durfden enkele achterblijvers toen ook over de afrastering te stappen. Er werden inderdaad diverse wasplaten gevonden, waaronder Hygrocybe coccinea (Scharlaken wasplaat) en Hygrocybe nitrata (Apothekerswasplaat). Maar ook de paardenpoep bleek interessant. Er groeiden soorten op zoals Psilocybe semiglobata (Kleefsteelstropharia) en Panaeolus speciosus (Grote vlekplaat). Een bijzondere vondst was hier Geopyxis majalis, een nog geen vingerhoed groot, lichtbruin gekleurd bekerzwammetje (zie de NMV-site, bijzondere waarnemingen 28). De eindbestemming voor deze dag waren de duinen aan het begin van de Boschplaat en de begroeiing aan de rand daarvan. Ook hier groeiden tussen de helm diverse paddenstoelen. Wederom Peziza ammophila maar nu ook Crinipellis scabellus (Piekhaarzwammetje). In de begroeiing naast de duinen werden Figuur 5: Eendenkooi op OostTer schel ling. (Foto: Roel Douwes) 146 Coolia 52(3) Terschelling 143-15.indd 146 2-6-29 1:26:46

o.a. Inocybe serotina (Grote duinvezelkop) en Russula persicina (Kruipwilgrussula) gevonden. Vroeg in de middag was het al weer tijd om terug te keren. Zo kwam er voor de 19 deelnemers veel te snel weer een einde aan het weekend. Opbrengst In 11 kilometerhokken, verspreid over 8 gebieden (+ onderweg 2 1 vondst) werden in totaal 31 soorten gevonden (zie Tabel 1; de soorten zijn vergeleken met de gegevens uit het Basisrapport Rode Lijst Paddenstoelen 28). Tabel 1: Gevonden soorten Terschelling Totaal waarvan varianten 11 2 1 niet beschouwd of onvold. gegevens 3¹ 3 1 6² Agaricales 183 Aphyllophorales 63 Phragmobasidiomycetidiae 6 Gasteromycetes 15 Ascomycotina 27 Overig 7 ¹ waaronder 2 soorten die nog niet gemeld zijn. ² 6 Myxomyceten (Slijmzwammen). In de Rode Lijst niet beschouwd. ³ 1 Hyphomyceet. thans niet bedreigd 131 51 6 12 2 1³ Rode Lijst 28 38 7 3 5 Souvenir Geen Cranberryjam maar de gele, onrijpe slijmzwam op het mos van vrijdagmiddag ging mee naar huis. Op het mos, vochtig gehouden door nat papier, ontwikkelde hij zich goed. Na een paar dagen waren er verspreid over het mos diverse rijpe vruchtlichaampjes (sporangia) te zien tot ongeveer 2,5 mm hoog. De donkergrijs gekleurde bolletjes waren bedekt met los van elkaar liggende witte plaatjes en de meestal aanwezige steeltjes waren gegroefd en oranjebruin gekleurd. Het bleek Lepidoderma tigrinum (Prachtsneeuwvlokje) te zijn (zie foto); zeker geen alledaagse soort. Opgeborgen in het herbarium, om zo af en toe te laten bewonderen, is het een prachtig aandenken aan het weekend. Figuur 6 en 7: De gele, onrijpe slijmzwam van de eerste middag (links) bleek na enkele dagen rijpen ontwikkeld te zijn tot (rechts) een volwassen Lepidoderma tigrinum (Prachtsneeuwvlokje). (Foto s: Marian Jagers) 147 Coolia 52(3) Terschelling 143-15.indd 147 2-6-29 1:26:5

Gordijnkorstjes Het jaar 28 was natuurlijk bijzonder, met een jubileum in plaats van een binnenlandse werkweek, en zo was ook het najaar-cristella-weekend bijzonder. Zoals hiervoor al vermeld, had bijna niemand een microscoop bij zich en was besloten om ons studieobject, de Aphyllophorales, dit keer maar breed op te vatten, dus inclusief Gordijnzwammen. Dat was maar goed ook, want er werden enkele ongebruikelijke soorten gevonden. De dennenbossen stonden tjokvol met Cortinarius obtusus (Jodoformgordijnzwam; maar het is onduidelijk hoeveel soorten er in feite onder die naam schuilgaan), en in de berm van de Longway bij West-Terschelling vonden we C. brunneus var. glandicolor en, nieuw voor ons land, Cortinarius quarciticus, door Mirjam Veerkamp Kwartsietgordijnzwam gedoopt (zie kader en foto). Van die laatste waren er zelfs twee collecties, een dikke 1 m uit elkaar. De Nederlandse delegatie naar de Journées Européennes du Cortinaire in Mora, Midden-Zweden, die voor een groot deel ook bij het Cristella-weekend was, had C. quarciticus in 27 een aantal keren gezien. Sommige collecties waren toen ook benoemd door de auteur zelf, Håkan Lindström. De collecties van Terschelling deden ons in het veld al aan die Zweedse vondsten denken; ze leken voldoende op de plaat in de Cortinarius Flora Photographica (CFP; plate C59) en kwamen ook microscopisch goed met uit Zweden meegenomen materiaal overeen. Euforie dus! Toen kwam de lang verwachte Funga Nordica uit en meldde Mirjam dat de Finse auteurs van de desbetreffende Gordijnzwamsleutels van mening bleken te zijn dat de in CFP afgebeelde collectie feitelijk uit twee soorten bestaat. Citaat: CFP C59 (1st, 2nd, 3rd and 5th frb from the left are C. suberi) ( Funga Nordica, p. 758, bij C. quarciticus). Ook dat nog. Als zelfs de auteurs van de CFP hun soorten niet meer uit elkaar kunnen houden, verdwijnt toch wel het laatste restje vastigheid in het gordijnzwammenmoeras. Maar wie heeft er nu gelijk? In het citaat hierboven wordt het 4th frb bewust overgeslagen, hoewel Figuur 8: Deelnemers aan het Cristella-weekend op Terschelling warmen zich tijdens de lunch aan de middagzon. (Foto: Roel Douwes) 148 Coolia 52(3) Terschelling 143-15.indd 148 2-6-29 1:26:55

Figuur 9: Cortinarius quarciticus Lindstr. (Kwartsietgordijnzwam). (Foto: Nico Dam) Cortinarius quarciticus Lindstr. Kwartsietgordijnzwam (voorstel NL naam) Hoed tot 8 cm diameter, vlak gewelfd, soms met umbo, rand recht of neergebogen, niet gestreept; oppervlak droog, met heel fijn zilverig-vezelige bedekking die vooral duidelijk wordt als de hoed net begint in te drogen, bruin tot grijsbruin, zwakjes hygrofaan en meer oker bij opdrogen. Lamellen normaal dicht opeen, tot 9 mm breed, uitgebocht; kleur eerst café-au-lait, later kaneelbruin. Steel 5 15 8 13 mm, basis niet of nauwelijks gezwollen; velum wit en tamelijk overvloedig aanwezig, met een ringzone op halve hoogte en zig-zag-bandjes daaronder; kleur overigens bleek, vuilwit of wat bruinig. Vlees wittig, in de steeltop duidelijk violet gemarmerd; geur naar stopverf. Sporen 7,5 8,5 4,5 5 µm, gemiddelde lengte/breedte verhouding (Q) 1,65, elliptisch, duidelijk wrattig, geelbruin in 5% KOH. Twee collecties in open dennenbos langs de Longway in de duinen ten noordoosten van West-Terschelling; helaas alleen volwassen exemplaren, nogal verzadigd met water. Figuur 1: Sporen van Cortinarius quarciticus. Links en midden van de Nederlandse collecties, rechts van Zweeds materiaal. De maatstreepjes corresponderen met 1 µm. (Tekening: Nico Dam) 149 Coolia 52(3) Terschelling 143-15.indd 149 2-6-29 1:27:

dat eigenlijk niet van de vier wel genoemde te onderscheiden valt. Bovendien verwijzen de Finnen in Funga Nordica bij zowel C. quarciticus als bij C. suberi naar de afbeeldingen in de Farbatlas van Moser & Jülich (III Cortinarius 145), maar die afbeeldingen lijken zoveel op elkaar en zo weinig op de plaat in CFP dat niet te zien is hoe je bij zoveel variabiliteit nog van een foto soorten kunt herkennen. Volgens de sleutel zouden de twee soorten zich vooral door hoedhuidstructuur onderscheiden: ingegroeid vezelig bij C. suberi, niet aldus bij C. quarciticus. Dat, en ook de paarse tint in de steel, pleit voor C. quarciticus als naam voor onze collecties, en daar houden we het dus op. Met dank aan Mirjam Veerkamp en Marjo Dam voor het mede organiseren van dit anders dan anders -Cristella-weekend, Roeland Enzlin voor het bijhouden van de soortenlijst, en Henk Huijser voor het vier jaar lang hoeden van Cristella. Literatuur Arnolds, E. & Veerkamp, M. 28. Basisrapport Rode Lijst Paddenstoelen. Arnolds, E., Kuyper, Th.W., Noordeloos M.E. (red.) 1995. Overzicht van de paddestoelen in Nederland. Brandrud, T.E. et al. 1994 : Cortinarius Flora Photographica. Knudsen, H. & Vesterholt J. (eds.) 28. Funga Nordica. Nannenga-Bremekamp, N.E. 1974. De Nederlandse myxomyceten. Figuur 11: Duinen bij Oost-Terschelling. (Foto: Roel Douwes) 15 Coolia 52(3) Terschelling 143-15.indd 15 2-6-29 1:27:6