VERSLAG WERKGROEP KADASTER VAN HET CONTRACTUEEL PERSONEEL.

Vergelijkbare documenten
FEDERAAL ADMINISTRATIEF OPENBAAR AMBT SECTORAAL AKKOORD

FEDERAAL ADMINISTRATIEF OPENBAAR AMBT SECTORAAL AKKOORD

Inhoudstafel Tekst Begin

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

1. Federale overheidsdiensten (FOD s) en programmatorische overheidsdiensten (POD s)

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER 29 SEPTEMBER

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term «gemeente» ook een «brandweerintercommunale» verstaan.

1. Federale overheidsdiensten (FOD s) en programmatorische overheidsdiensten (POD s)

Versie van DEEL III De wedde Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Algemeen 2.1 Definitie van de wedde 2.1.

De nieuwe loopbanen. Informatiebrochure. Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt - De nieuwe loopbanen (V4)

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

protocol nr Over Algemene statutarisatie binnen het UZ Gent Agentschap voor overheidspersoneel

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen ABBFP Bijlage met antwoorden

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen,

Wet van 12 juli 2013 tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen

Afdeling 1. Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

KB ADMINISTRATIEF en GELDELIJK STATUUT AMBULANCIERS

jobs, overheid, screening, certificering, competenties, taaltesten Hoe laureaten met een handicap aanwerven?

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

Gerechtelijk Wetboek

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal akkoord

Lijst van de organisaties die wettelijk klant zijn van het OFO

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Duurzame sociale balans

FAQ : de hulpverleningszones vanaf 2014

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen

Federale Overheidsdienst Justitie Sectorcomité III

Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007)

Programmawet van en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990

SCSZ/06/083. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 april 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

de loopbaanhervorming in de federale overheid

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

correspondentieadres Kunstlaan BRUSSEL uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlage(n)

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen

VR DOC.0834/4BIS

Lutgart De Buel 02/

Versie DEEL VII Titel II Toelage voor de secretaris Inhoudstafel

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 17 december

Gelet op de aanvraag van de POD Maatschappelijke Integratie van 22 februari 2006;

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2012 betreffende de werkgeverstegemoetkoming in de vervoerskosten

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad

De wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen

De wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen. 12 februari 2015

Duurzame sociale balans

Duurzame sociale balans

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen. Artikel 1

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, 2;

uw u kenmerk ons kenmerk Bijlage(n) de premie Dit Excelbestand als bijlage een Excelbestand. vermeld. uw bericht van

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Focus op de Tax shift en de vermindering van de werkgeversbijdragen

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 25 juni 2007;

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

Gelet op de aanvraag van de Waalse regering van 23 februari Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 30 mei 2006;

Als voorbereiding op de betaling van de premie voor competentieontwikkeling 2018 vindt u als bijlage een Excelbestand.

Duurzame sociale balans

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term "gemeente" ook een brandweerintercommunale bedoeld.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Duurzame sociale balans

Advies. Uitzendarbeid. Brussel, 21 maart 2016

Duurzame sociale balans

Duurzame sociale balans

Thematische uitwerking

protocol nr Over VRT: Ouderschapsverlof Agentschap voor overheidspersoneel SECTORCOMITE XVI I I VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, 2;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 6 september 2004;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

Gelet op de Wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;

Programmawet (1) van 24 december 2002 (B.S ) TITEL IV. - Werkgelegenheid

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term "gemeente" ook een brandweerintercommunale bedoeld.

Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing

Werving van personen met een handicap. klanteninfosessie Selor - 21 juni 2013

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Uitdoving van de vaste benoeming bij de Federale Overheid

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Extra s. Arbeiders en bedienden van de hotelnijverheid (Horeca) paritair comité 302. Rechtsbronnen. Het begrip extra

Duurzame sociale balans

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Contractuele en statutaire tewerkstelling. Evolutie in de lokale sector

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT. Boek XIII

Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

Duurzame sociale balans

Wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen (Uittreksels)

Transcriptie:

VERSLAG WERKGROEP KADASTER VAN HET CONTRACTUEEL PERSONEEL. Dit document bevat het verslag van de werkgroep, opgericht binnen het Comité B, ter uitvoering van één van de aspecten van punt 1 van het op 22 september 2004 afgesloten sectoraal akkoord 2003-2004 betreffende de tewerkstelling. In deze context hebben de afgevaardigden van de overheid en van de vakorganisaties voortdurend de noodzaak beklemtoond om de statutaire tewerkstelling voorrang te geven en deze te bevorderen. Het statuut maakt dat de ambtenaren kunnen functioneren in een juridisch kader dat duidelijk, beter dan in een gewone contractuele relatie, de betrekkingen regelt die hen aan de overheid binden, evenals de specifieke verplichtingen waaraan hun functie hen onderwerpt en de verplichtingen die hun uitvoeringsopdrachten impliceren, met de nodige garanties die daar logischerwijs mee samenhangen. Een aantal maatregelen o.a. inzake selectie werd reeds genomen. Het betreft hier het koninklijk besluit van 11 april 2005 houdende diverse bepalingen inzake selectie van statutair personeel en het koninklijk besluit van 25 april 2005 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten. Het kadaster van het contractueel personeel binnen het federaal administratief openbaar ambt bevat de eerste echte betrouwbare en meest omvangrijk mogelijke enquête betreffende de contractuele tewerkstelling bij de overheid. Hieruit werd een gedetailleerd syntheseverslag opgesteld, waarvan de voornaamste conclusies hierna volgen.

2 Verdeling van de diensten Verdeling statutairen Verdeling contractuelen OISZ 22% ION 15% WI 24% FODs 39% Statutairen W. I. 2% OISZ 17% ION 4% FODs 77% Contractuelen OISZ 20% W. I. 8% ION 7% FODs 65% Algemeen totaal Cont. 26% Stat 74% 94 % % permanente opdrachten 6% O D 75% % per type contract Verv. 14% B. D 11% % per tewerstellingsduur 10 <. 23% 5 <. <= 10 19%. <= 2 32% 2 <. <= 5 26% VERSLAG WERKGROEP KADASTER VAN HET CONTRACTUEEL PERSONEEL. 2

3 A. Context Het lag in de bedoeling een zo nauwkeurig mogelijke foto te maken van het contractueel personeel in het openbaar Ambt. Te dien einde werd aan elke entiteit een vragenlijst, op papier en onder elektronische vorm, overgezonden. B. Betrokken diensten De gegevens die zullen gebruikt worden werd ingezameld bij 68 diensten die het federaal administratief openbaar ambt uitmaken. Het betreft : 27 federale overheidsdiensten (Justitie, Financiën, ), programmatorische overheidsdiensten (Maatschappelijke Integratie, Wetenschapsbeleid, ) en ministerie (Landsverdediging) 16 wetenschappelijke instellingen (Koninklijke Bibliotheek van België, Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, Koninklijk Meteorologisch Instituut van België, ) 15 openbare instellingen van sociale zekerheid (RIZIV, RSZ, RVA, ) 10 instellingen van openbaar nut (Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, Nationaal Geografisch Instituut, ). C. Verhouding contractuelen/statutairen. Het globaal effectief van het federaal administratief openbaar ambt omvat nagenoeg 84.000 personen. Het aandeel van de contractuelen hierin bedraagt 26%, hetzij ongeveer 21.500 personen. Zonder de vervangingscontractuelen bedraagt hun aandeel nog 23%. D. Aard van de overeenkomst en type van de opdracht Globaal gezien is het contractueel personeel belast met permanente opdrachten (94% van de contractuelen) en bezit het een overeenkomst van onbepaalde duur (meer dan 75%). Onder permanente opdracht dient te worden verstaan een opdracht die verband houdt met de bestaansreden van de dienst. Anderzijds telt 42% van de contractuelen meer dan 5 dienstjaren. 23% telt zelfs meer dan 10 dienstjaren. VERSLAG WERKGROEP KADASTER VAN HET CONTRACTUEEL PERSONEEL. 3

4 % contractuelen per niveau Verdeling naar geslacht 12.000 per niveau % Fr - Nl 10.000 100% 8.000 50% 6.000 50% 50% 0% A B C D 4.000 2.000 Stat. Contr. 0 A B C D M V Uitsplitsing naar leeftijd en geslacht M / H V / F 60 <. 55 <. <= 60 50 <. <= 55 45 <. <= 50 40 <. <= 45 35 <. <= 40 30 <. <= 35 25 <. <= 30 20 <. <= 25. <= 20 1.500 1.000 500 0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 % geslaagden 2% 94% 4% Geslaagd eigen niveau Geslaagd ander niveau Niet geslaagden VERSLAG WERKGROEP KADASTER VAN HET CONTRACTUEEL PERSONEEL. 4

5 E. Verdeling van de contractuelen naar niveau, geslacht en taal. Binnen de totaliteit van de contractuelen bedraagt het aandeel van niveau A 16%, van niveau B 9%, van niveau C 27% en van niveau D 48%. De niveaus C en D vertegenwoordigen op zich 75% van het contractueel personeel. Binnen de contractuelen zijn de vrouwen op alle niveaus in de meerderheid (69%). Naarmate het niveau daalt stijgt hun aandeel: van 53% in niveau A naar 74% in niveau D. In het globaal effectief daarentegen zijn de vrouwen met 51% slechts licht in de meerderheid. In absolute cijfers is er een evenwicht tussen de Nederlandstaligen en de Frantstaligen. Dit evenwicht weerspiegelt zich ook in grote mate binnen de niveaus. F. Verdeling naar leeftijd. De verdeling volgens leeftijdscategorie is relatief evenwichtig. Een interessante vaststelling is het feit dat 74% van de globale populatie tot de leeftijdscategorie tussen 20 en 45 behoort. De contractuelen van meer dan 50 jaar vertegenwoordigen 16% van het totaal. G. Geslaagden voor een wervingsselectie van statutairen. Slechts 6% van de contractuelen is geslaagd voor een door Selor georganiseerde wervingsselectie. Wat de resterende 94% betreft, kan het gaan om personen die niet voor een selectie geslaagd zijn, die zich niet ingeschreven hebben voor een selectie of daartoe nog niet de kans hebben gehad. VERSLAG WERKGROEP KADASTER VAN HET CONTRACTUEEL PERSONEEL. 5

6 Zonder de uiteindelijke resultaten van de werkgroep af te wachten en om binnen de termijnen van een strikte agenda te kunnen blijven, werd reeds een eerste structurele maatregel genomen om de statutaire aanwerving voor sommige contractuelen te vergemakkelijken. Artikel 6 van het koninklijk besluit van 6 oktober 2005 (BS van 25 oktober 2005) voorziet immers een vrijstelling van de eventueel aan de selectie voorafgaande proef voor de contractuelen die ten minste 3 jaar in dienst zijn. Het betreft hier een maatregel die evenzeer in het belang is van het betrokken personeel als van de overheidsdienst, die hierin een middel ziet om intern de expertise te behouden die door deze personeelsleden is opgebouwd. Maar andere maatregelen kunnen nog worden uitgewerkt om nog beter de statutaire tewerkstelling te verzekeren en te bevorderen: 1. Behoud en verfijning van het kadaster van het contractueel personeel. Het opmaken van het kadaster van het contractueel personeel mag niet beperkt blijven tot een éénmalige actie. De opvolging van de basisgegevens en de evoluties zal op een permanente basis moeten gebeuren en op termijn een evaluatie van de genomen maatregelen moeten toelaten. Het rapport over het kadaster 2005 zal ten laatste in het derde trimester van 2006 bij het Comité B worden neergelegd. 2. Evaluatie van de maatregelen vervat in het KB van 25.04.2005 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten Selor zal gevraagd worden een evaluatie te maken van de maatregelen vervat in dit KB voor de periode gaande van de inwerkingtreding tot 31.12.2006. Dit rapport zal in het eerste trimester van 2007 bij het Comité B worden neergelegd. 3. Voorrang bij aanwerving voor de geslaagden voor een wervingsselectie. Artikel 33 van de wet van 22 maart 1999 houdende diverse maatregelen inzake ambtenarenzaken biedt aan welbepaalde geslaagde contractuelen de mogelijkheid om niettegenstaande het verstrijken van de geldigheidstermijn van hun wervingsselectie vast benoemd te worden. Naar analogie daarvan zal een structurele maatregel uitgewerkt worden onder volgende modaliteiten en voorwaarden: VERSLAG WERKGROEP KADASTER VAN HET CONTRACTUEEL PERSONEEL. 6

7 Voor de contractuelen, ongeacht het type contract, geslaagd voor een statutaire wervingsselectie (afgesloten na ) van eenzelfde, een hoger of een lager niveau als dit van hun contractuele tewerkstelling, georganiseerd door Selor voor een federale overheidsdienst of een ION, die in dienst zijn op de datum van inwerkingtreding van de wet en in dienst zijn gebleven tot de datum waarop ze benoemd worden. Van zodra de wervingsreserve niet meer geldig is kan de geslaagde aangeworven worden in de overheidsdienst waarin hij is te werkgesteld in de graad/klasse waarvoor hij is geslaagd. 4. Aanpassing (opkuis) van de rubrieken BSO. Bij KB op voorstel van de Minister van Ambtenarenzaken (beraadslaging in Ministerraad). De niet gebruikte rubrieken worden afgeschaft. Een bijkomende bevraging bij de diensten zal bepalen welke rubrieken zonder problemen kunnen worden afgeschaft en welke dienen behouden te blijven. In het kader van de resultaten van het jaarlijks kadaster zal de situatie worden geëvalueerd. 5. Uitzonderlijke en Tijdelijke Behoeften (UBT). De personeelsleden, aangeworven in het kader van de Uitzonderlijke en Tijdelijke Behoeften (UTB) die ten minste twee jaar in dienst waren op 1.1.2003 verkregen door de programmawet van 31.12.2002 een overeenkomst van onbepaalde duur. Zij vormen hierdoor de facto een afzonderlijke categorie. De andere personeelsleden die op 1 januari 2003 minder dan twee jaar als UTB in dienst waren, werden geacht aan de voorwaarden voor indienstneming met een arbeidsovereenkomst als UTB te voldoen. Aan elk nieuw personeelslid dat vanaf dan wordt aangeworven in het kader van een UTB-contract, dient een overeenkomst van bepaalde duur te worden voorgesteld. Het is de rol van de inspecteurs van Financiën, in hun hoedanigheid van controleur, er op toe te kijken dat dit beginsel wordt gerespecteerd. In de tabellen van het personeelsplan (bijlage 2- actieplan en bijlage 3- inventaris) die moeten overlegd worden met de syndicale afvaardigingen, moeten de UTBs reeds in een afzonderlijke categorie worden opgenomen. VERSLAG WERKGROEP KADASTER VAN HET CONTRACTUEEL PERSONEEL. 7

8 Om een einde te stellen aan eventuele praktijken die erin bestaan om nog steeds aan deze categorie personeelsleden een overeenkomst van onbepaalde duur aan te bieden, wordt voorgesteld om aan elke FOD te vragen, bij het indienen van het personeelsplan 2006 en volgende, een verklarende nota met rechtvaardiging te voegen voor deze personeelscategorie. Deze eenvoudige maatregel zal het de Minister van Ambtenarenzaken mogelijk maken om van nabij deze problematiek op te volgen en, zo nodig, tussen te komen. Er wordt eveneens opgemerkt dat bij het opstellen van het kadaster 2005, duidelijker zal gevraagd worden een onderscheid te maken tussen de nieuwe UTBs en de UTBs die door de programmawet van 2002 een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur hebben verkregen. In het kader van de resultaten van het jaarlijks kadaster zal de situatie worden geëvalueerd. 6. Exclusiviteit van de arbeidsovereenkomst DT1 voor het schoonmaak- en restaurantpersoneel dat met deze taken is belast. Er wordt aan herinnerd dat de contractuelen van niveau D die administratieve of technische taken uitoefenen, een overeenkomst DA of DT dienen te hebben, maar geen DT1. De arbeidsovereenkomst DT1 is uitsluitend voorbehouden voor het schoonmaak- en restaurantpersoneel dat met deze taken is belast. De inspecteurs van Financiën zullen, in hun hoedanigheid van controleur, er op toe te kijken dat dit wordt gerespecteerd. 7. De werkaanbieding van de werkgever dient steeds een voltijdse overeenkomst in te houden. Het is niet aangewezen deze verplichting in een reglementaire tekst te gieten die te dwingend zou zijn en te weinig soepelheid zou bieden. De aandacht van de diensten zal op dit probleem worden gevestigd en het beroep doen op voltijdse contracten zal worden aanbevolen in alle gevallen, behalve in die gevallen waarin de taak geen voltijds contract rechtvaardigt. VERSLAG WERKGROEP KADASTER VAN HET CONTRACTUEEL PERSONEEL. 8