Operatie aan het neustussenschot en of verkleinen van de neusschelpen (kinderen)
Inleiding Binnenkort komt u met uw kind bij ons voor een operatie aan het neustussenschot en/of het verkleinen van de neusschelpen (de zogenaamde septumcorrectie/conchareductie). Dit is een operatie die vaak voorkomt. Voor kinderen is een ingreep geen kleinigheid. Daarom is het van belang dat u uw kind goed voorbereidt door zo eerlijk mogelijk en duidelijk te vertellen wat er gaat gebeuren. Uw kind zal dan waarschijnlijk de ingreep als minder akelig ervaren en deze beter kunnen verwerken. Om uw kind te kunnen voorbereiden is het van belang dat u zelf goed geïnformeerd bent over de operatie. In deze folder vindt u informatie over de operatie aan het neustussenschot en/of het verkleinen van de neusschelpen. Verder hebben wij voor u ook een aantal leefregels voor thuis op een rij gezet. Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, aarzelt u dan niet om contact op te nemen met uw behandelende arts. Septumcorrectie en conchareductie Een afwijkende vorm van het inwendige van de neus kan de functie van de neus verstoren. De meest voorkomende afwijking is de scheefstand van het neustussenschot (=het septum), dat de neushelften (=concha) van elkaar scheidt. Ook de zogenoemde neusschelpen kunnen daarbij vergroeid zijn. Deze afwijkingen kunnen aanleiding geven tot een grote reeks klachten, zoals: gevoel een verstopte neus te hebben; gevoel te hebben niet goed te kunnen ademhalen; hoofdpijn. De ingreep is bedoeld om de neusfunctie te verbeteren. 2
Wat gebeurt er bij de ingreep? De operatie De KNO-arts maakt een kleine snee aan de voorrand van het tussenschot (bij de neusgaten) en maakt het slijmvlies dat de binnenkant van de neus bekleedt, los. De arts herstelt de afwijking aan het tussenschot door een deel te verwijderen of de scheef gegroeide delen los te maken en recht te zetten. Hierna wordt het slijmvlies weer op zijn plaats gelegd en worden de neusschelpen met een chirurgische schaar verkleind. Vervolgens worden twee tampons in de neus geplaatst, tegen het bloeden en om het slijmvlies weer goed vast te laten groeien. Deze tampons blijven één dag in de neus zitten. Soms worden aan beide kanten van het tussenschot plastic plaatjes bevestigd, om alles goed op zijn plaats te houden. Er wordt uitsluitend geopereerd aan de binnenkant van de neus, daardoor zijn er geen zichtbare littekens. Na de operatie Door de tampons krijgt uw kind een wat drukkend gevoel in de neus en soms ontstaat wat hoofdpijn. Uw kind kan niet door de neus ademen en zal daardoor een droge mond krijgen. Ook kunnen de ogen gaan tranen. De onderkant van de neus kan bedekt zijn met een gaasje om bloederig vocht uit de neus op te vangen. De dag na de operatie haalt de arts de tampons uit de neus. Als er verder geen bijzonderheden zijn, mag uw kind hierna weer naar huis Om korstvorming tegen te gaan zal uw kind beginnen met een neusspray en het aanbrengen van vaseline in de neus. De neusspray (Xylometazoline 0,05% of 0,1 % afhankelijk van de leeftijd) en vaseline krijgt u mee naar huis. 3
In de neus en erom heen kan een doof gevoel optreden, omdat de kleine zenuwen zijn uitgeschakeld. Dit gevoel verdwijnt vanzelf, het normale gevoel komt na enkele maanden terug. Wat moet u van tevoren regelen? Het is handig om van tevoren een aantal dingen te regelen voor na de ingreep: paracetamol Na een operatie voelen kinderen zich vaak niet lekker. Het is verstandig wanneer u alvast Paracetamol tabletjes of zetpillen voor uw kind in huis haalt. De dosering is afhankelijk van de leeftijd van uw kind. Voelt uw kind zich eenmaal thuis niet lekker, dan is het goed een Paracetamol volgens bijsluiter te geven. Op advies van de KNOarts adviseren wij de eerste 48 uur na de operatie pijnstilling te geven. eigen vervoer Bij de voorbereidingen hoort ook het regelen van het vervoer naar huis. Wij adviseren om u en uw kind op te laten halen met de auto. U kunt dan met uw kind achter in de auto zitten. Uw kind kan mogelijk door de narcose of ingreep gaan braken. hygiënische maatregelen Oorbellen, piercings of andere sieraden moeten voor de operatie af. Ook mag uw kind geen nagellak op de vingers of tenen hebben. Wat neemt u mee als u naar het ziekenhuis gaat? verzekeringsgegevens van uw kind; de OZG-patiëntenpas van uw kind; geldig identificatiebewijs en zorgpas van uw kind; medicijnen die uw kind dagelijks gebruikt; de knuffel of ander vertrouwd speelgoed; een gewassen pyjama om tijdens de operatie te dragen; handdoek of plastic zak voor de terugweg (in verband met eventueel spugen); iets voor u zelf om de tijd mee door te brengen (bijvoorbeeld een lees- of puzzelboek). 4
Waar moet u op letten als uw kind weer thuis is? uw kind kan na de operatie wat misselijk zijn van de narcose; ook kan uw kind de eerste dagen wat verhoging hebben. Een temperatuur tot 38.5 C is normaal. U mag hiervoor een zetpil (of tabletje) Paracetamol geven. De dosering is te vinden in de bijsluiter. Na twee dagen moet de temperatuur weer normaal zijn, anders moet u contact met uw huisarts opnemen; ook bij pijn mag u uw kind een Paracetamol zetpil of tabletje geven volgens bijsluiter; uw kind moet het de eerste tijd rustig aan doen. Vermijd zeker tot de controleafspraak met de arts zware inspanningen zoals tillen, stoeien, duwen, bukken en persen; uw kind mag niet de neus snuiten, maar wel zachtjes de neus ophalen; uw kind mag niet niezen met de mond dicht. U voorkomt bloedvatverwijding door: eten en drinken te laten afkoelen; de eerste week mag uw kind niet in de volle zon, laat het onder een parasol zitten of met een petje naar buiten is geen probleem. Heeft uw kind hechtingen? Ja, uw kind heeft hechtingen, maar deze zijn oplosbaar. Wordt het neustussenschot aan de binnenkant gespalkt, dan worden de hechtingen en de spalkjes door de KNO-arts binnen één week verwijderd. Hoe moet de wond worden verzorgd? Het kan zijn dat de neus nog wat bloedt als uw kind naar huis gaat. Gebruik de voorgeschreven neusspray en de witte vaseline elke dag. Spray in elk neusgat één keer met de neusspray en doe daarna wat vaseline in de neus. Doet u dit in elk geval totdat uw kind voor controleafspraak met de KNO-arts terugkomt op de polikliniek. De KNO-arts zal u dan vertellen of u hiermee door moet gaan. 5
Mag uw kind in bad en douchen? Uw kind mag drie dagen na de operatie weer douchen en in bad. Doe dit niet te lang en vooral niet te warm, in verband met de kans op een nabloeding. Wanneer mag uw kind weer naar school? Na de operatie mag uw kind na een week weer naar school. Wanneer mag uw kind weer sporten en spelen? laat uw kind het zeker op de dag van de operatie rustig aan doen. Het heeft namelijk narcose gehad en kan hiervan nog wat slap zijn. Laat uw kind verder de eerste week rustig aan doen; gedurende twee weken moet uw kind zware lichamelijke inspanning vermijden. Het mag dus twee weken niet sporten, zwemmen of wilde spelletjes doen bij het buiten spelen. Dit verhoogt de kans op een nabloeding; laat uw kind de eerste twee weken ook niet in de zandbak spelen om te voorkomen dat er vuil in de wond komt; als uw kind is geopereerd aan scheefstand van het neustussenschot (septumcorrectie) mag uw kind zes weken niet deelnemen aan contactsporten (= een sport waarbij lichamelijk contact tussen deelnemers mogelijk is, zoals hockey, voetbal, volleybal, handbal, tennis en dergelijke). Wat mag uw kind na de operatie eten en drinken? Na de operatie mag uw kind weer gewoon eten. Het is wel belangrijk dat u de eerste week het eten en drinken iets laat afkoelen. Dit is om vaatverwijding te voorkomen. Moet uw kind nog een keer voor controle? De KNO-arts wil uw kind na de operatie nog een keer zien. Meestal is dit na twee weken en krijgt u hiervoor een afspraak mee. In sommige gevallen moet u hiervoor zelf een afspraak maken. Wanneer moet u bellen en met wie? Bij een nabloeding of als u de situatie van uw kind niet vertrouwt, kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met het ziekenhuis, telefoonnummer 088 066 1000. 6
Maar belt u ook als uw kind twee dagen na de operatie nog koorts heeft (hoger dan 38.5 C). Wanneer uw kind een hevige neusbloeding of heftige neuspijn heeft, moet u meteen contact opnemen met het ziekenhuis, telefoonnummer 088 066 1000. Ruimte voor vragen en opmerkingen 7
Ommelander Ziekenhuis Groep locatie Delfzicht locatie Lucas Jachtlaan 50, Delfzijl Gassingel 18, Winschoten Postbus 30.000 Postbus 30.000 9930 RA Delfzijl 9670 RA Winschoten Telefoon 088 066 1000 E-mail: info@ozg.eu Website: www.ozg.nl kindersite.ozg.nl OZG (10-14) KNO 198 8