MAAIOPRAAPWAGEN. Machine stilleggen en vergrendelen (sleutel verwijderen). 112 en leidinggevende verwittigen.

Vergelijkbare documenten
Machine stilleggen en vergrendelen (sleutel verwijderen) 112 en leidinggevende verwittigen

Machine stilleggen en vergrendelen (sleutel verwijderen) 112 en leidinggevende verwittigen

Machine stilleggen en vergrendelen (sleutel verwijderen) 112 en leidinggevende verwittigen

Instructiekaart veilig werken welzijn op het werk

de graafmachine veilig werken met Bij nood 1. Waarschuwing en algemene richtlijnen 2. VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN Machine

LADINGZEKERHEID. Machine stilleggen en vergrendelen (sleutel verwijderen) 112 en leidinggevende verwittigen

Instructiekaart veilig werken welzijn op het werk

HAKSELAAR. gemonteerd op tractor. Bij nood OPGEPAST. 1. Waarschuwing en algemene richtlijnen

Instructiekaart veilig werken welzijn op het werk

Instructiekaart veilig werken welzijn op het werk

BOSLIER GEMONTEERD OP TRACTOR. 1. Waarschuwing en algemene richtlijnen. Machine stilleggen en vergrendelen. 112 en leidinggevende verwittigen.

HANDLEIDING ZODENSNIJDER CLASSEN SC-12 SC-18 SC-20 SC-24

VEILIG WERKEN LANGS WEGEN

3. BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN

Garagekrik 3 ton + assteunen 3 ton Handleiding

Handleiding: Rupsdumper zelfladende bak.

AET48 Gebruikershandleiding. SLEEPBELUCHTER Gebruikershandleiding. AET48 Beginnend met serienummer: Vervangingsonderdelen

200 bar, 15 l/min., l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport.

2 Soorten trekkers Indeling van trekkers Afsluiting Algemene bouw Hoofdonderdelen Afsluiting 32

Sulky Line Painter 1200

Maai- en hooimachines. Eénassige trekker versus tractor

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op

Handleiding: minigraafkraan 1000 KG Kubota U10-3

GEBRUIKERSHANDLEIDING KS

MACHINEVEILIGHEID ALGEMEEN

Verwijder de transportbeveiliging - magneetband

Graaflaadcombinatie JCB 4CX-M. druk 1

Veilig werken met de motorzaag. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s) Om je optimaal te beschermen en andere nuttige Hulpmiddelen

Ongevallen met aftaktussenassen zijn gemakkelijk te voorkomen door de draaiende delen goed af te schermen. Wat is de gewenste situatie?

Gebruikershandleiding Pneumatische naaldbikhamer EG671CF

Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing

Hoofdstuk 9 Onderhoud en opslag

Met de aankoop van een Weijer aanhangwagen of paardentrailer heeft u gekozen voor kwaliteit en duurzaamheid.

Gebruikershandleiding Pneumatische rechte stiftslijper EG120ST EG120K-19R

Lees aandachtig deze handleiding vooraleer u uw Strider scooter gebruikt!

Wielen vervangen GEREEDSCHAPSSET HET RESERVEWIEL VERWIJDEREN AFSLUITBARE WIELMOEREN

WERKEN OP TALUDS EN HELLINGEN

4 Aan- en afkoppelen 74

GEBRUIKSHANDLEIDING Hakselaars CIPPO 7 S

Handleiding: Rupsdumper vaste kipbak. Veiligheidsvoorzieningen

VEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART Datum 07/2018

Powerpack. gebruikshandleiding

VEILIGHEIDSTIPS VOOR JOBSTUDENTEN

Lankhaar Techniek B.V. De Korten Bruggert ER Eethen Telefoon Fax

EPT12-EZ Elektrische transpallet. Gebruikershandleiding

HOOGWERKERS HIJS- & HEFTOESTELLEN

Toolbox: Veilig werken met een heftruck

Werken met zelfrijdende hoogwerker (IS-005) (inclusief: Werken met schaarlift (AV-003)) Versie TC-K

Gebruikershandleiding Pneumatische haakse boormachine EG225-19R

Transport over land en te water laten van de boot

Standaard bak met afstandsstuk Compacte multifunctionele laders

E X T R A C T O R S QS-2115N

Verklaring van de symbolen (pictogrammen)

Toolbox Werken met grondverzetmaterieel

GEBRUIKERSHANDLEIDING ELEKTROMOBIEL

Innovation Protection Conseil

VEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART Datum 10/2012

Tweeassige trekkers juli 2008

ARMMAAIER AM GEBRUIKERSHANDLEIDING

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens

Handleiding: Rupsdumper roterende kipbak.

Gebruikershandleiding Reactieloze pneumatische ratel EG554A (3/8 ) EG554B (1/2 )

CARAVAGGI GEBRUIKSHANDLEIDING LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG VOORALLEER U DE MACHINE IN GEBRUIK NEEMT.

Gebruikershandleiding Pneumatische kitspuit EG195

RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies

Gebruikershandleiding Pneumatische pons- felsmachine EG

Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG2460 (1/2 ) EG2480 (3/8 )

2.4 Tussenassen. In figuur 2.44 zijn deze onderdelen weergegeven. Hieronder worden de onderdelen besproken. Kruiskoppeling

2015 NSE Products, Inc. Provo, Utah, USA ageloc Galvanic Body Spa

Toolboxfiche /2017

2 Technische gegevens. 1 Introductie. 3 Markeringen.

Printed: Doc-Nr: PUB / / 000 / 00

GEBRUIKSAANWIJZING TEGELZAAGMACHINE DYNAMIC 680

Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG1662C (1")

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7)

FE-200/FE-300. Handleiding en veiligheidsvoorschriften. Kantelframes

vervolg VEILIG werken met de hoogwerker

Handleiding Hefmasten

LEES DE GEBRUIKERSHANDLEIDING AANDACHTIG DOOR ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN

TAFELMODEL KOOKPLAAT ROND

Gebruikershandleiding Pneumatische stripingverwijderaar EG280CK-6

Gebruiksaanwijziging

IBS 1.1 Veilig & gezond werken. Toets 3: Praktijktoets op woensdag 5 en vrijdag 7 oktober 2016

Transcriptie:

MAAIOPRAAPWAGEN 1. Waarschuwing en algemene richtlijnen Bij nood Machine stilleggen en vergrendelen (sleutel verwijderen). 112 en leidinggevende verwittigen. OPGEPAST Zware machines, die in aandrijving grote snelheden en krachten ontwikkelen, vragen kennis, inzicht en ervaring, zowel voor het aan- en afkoppelen als voor de bediening. De nodige omzichtigheid is vereist. ONGEVALLENPREVENTIE Lees aandachtig de gebruikershandleiding door. Wees aandachtig tijdens het gebruik. Vakopleiding, kennis, inzicht en ervaring zijn vereist. Wees alert op de restrisico s, ze zijn door middel van veiligheidsstickers aangeduid op het werktuig. Respecteer de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. De machines zijn verboden voor personen jonger dan 18 jaar. 2. VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN wettelijk verplichte verlichting, reflectoren, signalisatie en nummerplaat hydraulische leidingen afscherming aftakas afscherming van bewegende of draaiende delen afscherming op de trommelmaaiers Bij werking afstand houden tot het opraapmechanisme. foto: www.wimat.be

3. RISICO EN PREVENTIE Niet uitvoeren zonder de vermelde preventiemaatregelen. GEVAREN Gebrek aan kennis en ervaring kan leiden tot verkeerde handelingen en zo tot zware of dodelijke verwondingen, aan zichzelf of derden. Onverwachte hindernissen en onvoldoende inzicht in stabiliteit en belasting kunnen leiden tot kantelgevaar, met zware tot dodelijke verwondingen als gevolg. Overmatige blootstelling aan lawaai met gehoorschade als gevolg. Verkeerde werkhouding. Blootstelling aan trillingen en schokken. AANDACHT VEREIST Contact met draaiende delen met zware tot dodelijke verwondingen als gevolg. Handcontact met scherpe delen bij afstelling en af- of aankoppeling kan leiden tot verwondingen. PREVENTIE waak erover dat gebruikers ouder zijn dan 18 jaar en dat ze beschikken over voldoende vakopleiding, kennis, inzicht en ervaring laat geen personen in de directe omgeving komen hou voldoende afstand van obstakels en hindernissen waak erover dat gebruikers ouder zijn dan 18 jaar en dat ze beschikken over voldoende vakopleiding, kennis, inzicht en ervaring met tractor en maaiopraapwagen verken het werkterrein pas je rijgedrag aan de omstandigheden aan werk bij voorkeur met een tractor met geluidsvrije cabine hou de cabine gesloten draag gehoorbescherming vanaf 85dB let op de werkhouding wissel werkhouding en werkzaamheden regelmatig af kijk schokdempers regelmatig na en vervang ze indien nodig zorg voor een stabiele koppeling PREVENTIE zorg voor een volledig afgeschermde aftakas met borgketting zorg ervoor dat alle draaiende of bewegende delen afgeschermd zijn aan- en afkoppelen enkel bij stilstaande motor en aftakas respecteer een veiligheidszone voor derden hou voldoende afstand tot de werkzone van de opraper voer werkzaamheden enkel uit bij uitgeschakeld drijfwerk en uitgeschakelde motor draag handschoenen gebruik geschikt gereedschap Gevaar voor gekneld geraken onder de maaiopraapwagen. ga vakkundig te werk bij het aan- en afkoppelen Morsen en lekken van olie, vet, remvloeistof... voorkom morsen eventueel gemorste of lekkende vloeistof opvangen en verwijderen let erop dat leidingen niet gekneld of beschadigd raken gebruik zoveel mogelijk milieuvriendelijke producten Het gebruik van deze machine is voorbehouden aan opgeleid personeel dat de handleiding en de veiligheidsinstructies heeft doorgenomen.

4. Bijzondere aandachtspunten bij gebruik 1. Werkvoorbereiding Verken het werkgebied en maak de werkplek vrij van obstakels. Houd andere personen en dieren op een veilige afstand. Beoordeel het uit te voeren werk, overleg met collega s en vraag om informatie. 2. Gebruikklaar maken van de machine Zorg ervoor dat de maaiopraapwagen voorzien is van alle wettelijk voorgeschreven verlichting en veiligheidssignalisatie, nummerplaten, pictogrammen... die hierop van toepassing zijn en zorg er voor dat deze functioneren en goed zichtbaar zijn. Controleer de maaiopraapwagen op zichtbare gebreken en/of beschadigingen (leiding, elektrische kabels, afschermingen ). Controleer het bandenprofiel en de bandenspanning en hou hierbij rekening met de werkzaamheden die zullen uitgevoerd worden, het terrein dat zal bereden worden, de vracht... Zorg er voor dat de maaiopraapwagen stabiel is opgesteld vooraleer deze aan- of af te koppelen. Plaats de trekhaak van de tractor zo laag mogelijk om het zwaartepunt zo laag mogelijk te houden. Controleer alle smeerpunten en smeer zo nodig bij. Controleer het remsysteem van de maaiopraapwagen. Controleer of alle afschermingen en beschermkappen op de maaiopraapwagen aanwezig en geborgd zijn. 3. Gebruik van de machine 3.1. Aankoppelen van de machine Koppel de machine aan- en af zoals voorgeschreven door de fabrikant en stop steeds eerst de motor en de aandrij ving. Borg de koppelpen of trekhaak. Gebruik een volledig afgeschermde aandrijving (aftakas) met borgketting. Voor het aansluiten van eventuele hydraulische leidingen dient men er op te letten dat de slangen met de juiste leidingen worden verbonden en volledig zijn gekoppeld; neem de druk weg uit de leidingen door de bedieningshendels heen en weer te bewegen. Maak de hydraulische leidingen proper alvorens deze aan te koppelen. Na het aankoppelen aan de tractor, de steunpoot helemaal opdraaien en het steunwiel omhoog drukken. Aftakas met slipkoppeling aankoppelen met stilstaande motor en aftakasbescherming vergrendelen. Controleer de draairichting en het toerental van de aftakasaandrijving. 3.2. Werken met de machine Gebruik de maaiopraapwagen enkel om materiaal te vervoeren waarvoor de wagen werd gebouwd. Respecteer steeds de maximale toegelaten massa (MTM) van de maaiopraapwagen. Materiaal Soortelijkgewicht minimum (droog) Soortelijk gewicht maximum (nat) hooi 100 kg/m³ 230 kg/m³ gras 250 kg/m³ 400 kg/m³ De gewichten kunnen nog oplopen naarmate men nog meer samenperst in de machine. Minstens 20% van het leeggewicht van het voertuig moet op de vooras van de tractor rusten. Respecteer tijdens het rijden de maximaal toegelaten snelheid van de maaiopraapwagen. Wees bijzonder aandachtig tijdens het manoeuvreren aangezien maaiopraapwagens kunnen uitzwenken. Hou steeds rekening met de andere weggebruikers wanneer men zich op de openbare weg begeeft. Zorg voor een stabiele opstelling van de maaiopraapwagen bij het lossen van de lading. Plaats de dissel in transportstand voor het rijden op de openbare weg of bij niet gebruik als maaiopraapwagen. Hou rekening met eventuele obstakels in de hoogte bij het rijden door tunnels, onder laaghangende takken... Koppel steeds de remmen van de maaiopraapwagen aan. Er mogen geen personen vervoerd worden in de laadruimte. De gebruiker dient op de hoogte te zijn van de te nemen maatregelen bij een eventueel verlies van lading.

MAAIEN EN Laden van maaisel: Controleer of zich niemand in de omgeving van de trommelmaaier, opraper en maaiopraapwagen bevindt. Zet de aftakas in het correcte toerental. Let bij het inschakelen van de aftakas op de aanwezigheid van personen in de buurt van de maaimachine. Laat de opraper zakken door het tractorstuurventiel in zweefpositie te zetten. Pas je snelheid aan in bochten en op hellingen. In scherpe bochten hef je de opraper en maaier op en schakel je de aftakas uit. Zorg voor een gelijkmatig laden om een correct disselbelading te behouden. Voor een optimale belading, de bodemketting regelmatig kortstondig inschakelen (niet continu). Lossen van het maaisel: Zorg dat er zich niemand achter de maaiopraapwagen bevindt. Open het achterhek door middel van de bediening (sta zelf nooit achter het hek/deur). Start de voortbeweging van de bodemketting en rij traag vooruit. Nadat de maaiopraapwagen leeg is, sluit het hek/de deur. Alvorens de openbare weg op te rijden, verwijder al het vuil en de modder en controleer of de reflectoren, verlichting en nummerplaat proper en goed zichtbaar zijn. 3.3. Afkoppelen van de machine De maaiopraapwagen op een vlakke, vaste bodem plaatsen. Op een zachtere bodem kan een plank of iets gelijkwaardig het steunvlak van het steunwiel vergroten. Enkel een lege maaiopraapwagen mag worden afgekoppeld. De maaiopraapwagen eerst op de handrem zetten of blokken voor en achter de wielen plaatsen. Koppel de machine af zoals voorgeschreven door de fabrikant en stop steeds eerst de motor en de aandrijving. Aftakas afkoppelen met stilstaande motor en aftakasbescherming aan dissel vergrendelen. Zet het hydraulisch circuit drukloos door met uitgeschakelde motor eerst de hendels te bewegen. Koppel de hydraulische leidingen af. Duw het steunwiel naar beneden en draai de steunpoot uit totdat de dissel van de trekhaak is geheven. 4. Onderhoud van de machine Laat de maaiopraapwagen regelmatig controleren door een erkend vakman en minstens binnen de wettelijk voorziene termijnen door een erkend controlecentrum. Voer werkzaamheden enkel uit bij een stilgelegde motor en uitgeschakelde aandrijving. Voer onderhoudswerkzaamheden alleen zelf uit als je over de nodige kennis, vaardigheid en gereedschappen beschikt. Zoniet laat je deze door een gespecialiseerd vakman uitvoeren. Neem de onderhoudsvoorschriften in acht en houd je aan het schema. Vervang verdwenen of beschadigde veiligheidsstickers, verlichting, signalisatie, nummerplaat... onmiddellijk. Onderhoud de slipkoppeling van de aftakas regelmatig en kijk de werking na. 5. Milieu Voorkom het morsen van olie, smeervet en remvloeistof. Reinig en onderhoud de maaiopraapwagen op een plaats waar het vuil en het afval opgevangen kan worden en geen milieuschade kan veroorzaken. Gebruik milieuvriendelijke reinigingsmiddelen.

5. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s) Deze instructiekaart is slechts een bondige samenvatting en vervangt de handleiding niet. De instructiekaart kan worden aangevuld met MSDS-fiches, bijkomende interne veiligheidsmaatregelen, instructiekaart tractor... Deze maken integraal deel uit van deze instructies. Niet elke machine is identiek. Er zijn verschillen tussen merken en modellen. Bij een eerste gebruik is het aanbevolen steeds de handleiding door te nemen. Zelfs bij toepassing van alle veiligheidsmaatregelen blijft er steeds een restrisico bestaan dat nooit helemaal kan worden uitgesloten. Bij het gebruik van elke machine dien je dus steeds alert te zijn voor onvoorziene omstandigheden en onverwachte gebeurtenissen. Meer informatie OF bijhorende opleidingen Inverde projectcoördinator veiligheid T +32 2 658 24 94 info@inverde.be www.inverde.be www.ecopedia.be Meer informatie in jouw organisatie? Neem contact op met: Deze instructiekaart is een publicatie van het Agentschap voor Natuur en Bos in samenwerking met de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk van de Vlaamse Overheid en Inverde uitgave 2016