Lijst van vragen en antwoorden over de toekomst van de IJsselmeervisserij, brief 2004/6460, gericht aan de voorzitter van uw Kamer.

Vergelijkbare documenten
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte Voorzitter,

Een visie op de sportvisserij, de visstand en het visserijbeheer op de grote rivieren

NATIONALE AAL MANAGEMENTSPLANNEN BINNEN DE EU

Eddy Lammens, RWS WVL

Voor vogels en vissen

Uitzetten en onttrekken van aal en schubvis

Combinatie van Beroepsvissers

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 8, 10a en 12 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985;

Overleven of overleveren

ECLI:NL:RBNHO:2015:1300

Sportvisserij MidWest Nederland

DE BAKENS VERZETTEN Toekomstvisie Beroepsbinnenvisserij augustus 2011 Combinatie van Beroepsvissers

Advies. Aan: Waddenfonds Van: Waddenacademie Datum: April 2015 Betreft: Garnalenvisserij. Inleiding

Datum 13 november 2009 Betreft Beleidsvoornemens binnenvisserij en verankering VBC's en visplannen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Zowel sport- als beroepsvissers hebben belang bij een goede snoekbaarsstand. visionair nr. 8 - juni 2008

Notulen Kenniskring IJsselmeer thema nettenvisserij

Datum 22 december 2009 Betreft Aanscherping VBC-voorwaarden + aanbieding nieuwe huurovereenkomst

hart voor vissen Dode, voor de sportvisserij verloren, blankvoorns. visionair nr maart 2009

Rapport Hengelvangstregistraties Volkerak-Zoommeer en kanalen

Ministerie van LNV Directie Visserijen. Voor vogels en vissen

Intentieverklaring 16 IJsselmeervissers + Houtskoolschets IJsselmeervisserij

NOTITIE. Code: /

Onderzoek naar bijvangsten aan aal in aangepaste hokfuiken en schietfuiken. Verslag van een experiment

MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Deelnemende Vissers Rotgans/Bakker Schilder/Smit Last Klop. Rapportage door; Arjan Heinen Adviseur visserijbeheer bij de Combinatie van Beroepsvissers

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De economische waarde van de IJsselmeervisserij. Notitie met betrekking tot de waarde van vergunningen en merken

-1- Aan het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland Postbus AB Lelystad. Ons kenmerk:

voor de beroepsmatige visserij in Natura-2000 gebied IJsselmeer. Hierbij treft u de gronden aan waarop de bezwaren zijn gebaseerd.

Rapport. Datum: 5 september 2007 Rapportnummer: 2007/186

Provincie Flevoland. Transitie visserij IJsselmeer, Markermeer en IJmeer. rapportage

Plan van Aanpak. Opstellen Visplan VBC Rijnland

Een poging tot het vergelijken van de Europese aalherstelplannen. Magnus van der Meer

Gedeelde werkelijkheid

provinsje fryslân provincie fryslân

Aalbeheer in Nederland in Europees perspectief

RWE Power. Aalbescherming INITIATIEF TER BESCHERMING VAN ALEN IN RHEINLAND-PFALZ / RWE POWER AG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Omvang van de Nederlandse sportvisserij,

Actieplan toekomstbestendig visserijbeheer IJsselmeergebied

Directie Visserij Postbus EK s-gravenhage. Project nummer: Handtekening: Datum: september 2004

Publicatieblad van de Europese Unie L 248/17

Decentraal aal beheer Friesland

Visplan naam water. Eventueel een ondertitel. Illustratie. Eventueel het logo van de VBC

Notulen Kenniskring IJsselmeervisserij en Binnenvisserij

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Economische gevolgen voor IJsselmeervissers bij reductie van visserij op schubvis met 36%

Door bundeling van krachten naar een duurzame palingstand in Nederland. Han Walder Combinatie van Beroepsvissers / Stichting DUPAN

STAATSCOURANT. Nr

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Visserij op het Volkerak-Zoommeer. Samenwerking sport- en beroepsvisserij Emiel Derks

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Visplan IJsselmeer en Markermeer

Datum 25 maart 2013 Betreft Kabinetsreactie op de visie "Binnenvissers in nieuw perspectief" van de Commissie Toekomst Binnenvisserij

Inleiding bij convenant VBC Grensmaas

Colofon. Dit is een uitgave van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Door paling over de dijk naar een versneld herstel en een duurzame palingstand in Nederland. Alex Koelewijn, Voorzitter Stichting DUPAN

ONDERBOUWING VAN EEN BEHEERSPLAN

Masterplan Toekomst IJsselmeervisserij (deel 1)

Visplan R&IJ. Stand van zaken. Door Frank Bosman Hengelsport Federatie Midden Nederland

Mededeling: Voortgang verduurzaming beroepsvisserij

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Ellen Hoefnagel Willem Dekker (RIVO) Projectcode Mei Rapport LEI, Den Haag

Pionierprogramma Thema Visserij, Waddenfonds

Rapport Hengelvangstregistratie 2016 SNOEKBAARS. met registratie van bijvangsten. SNOEK en BAARS

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. Rapport Nummer: C022.06

Friese Vis met Beleid

Inleiding bij convenant VBC Neder-Rijn Plus

Oan Provinsjale Steaten

Inleiding bij het convenant 'DUPAN'

Snoekbaars en ecologisch herstel

Voorstel bijvangstenregeling

Evaluatie Beleid Beroepsbinnenvisserij. Waaronder evaluatie van de splitsing van visrechten

Factsheet Paling. Factsheet, december

AGENDAPUNT 10. Onderwerp: Beleidsnota visstandbeheer Nummer: Voorstel. Stelt het college u voor om

Huishoudelijke Hulp Toelage in Leeuwarden: de Himmelsjek

Publiekssamenvatting Jaarverslag EFMZV 2017

Kenniskring Binnenvisserij

Stichting Reclame Code Postbus AR Amsterdam. Datum: 20 mei Onderwerp: Klacht reclame-uitingen duurzame paling

Van monitoring naar advies

Evaluatie Beroepsvistuigen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COMMISSIE TOEKOMST BINNENVISSERIJ. Binnenvissers in nieuw perspectief. RO_PUBL_DFK_Binnenvissers in nieuw perspectief CORR.indd 1

Een bedrijfsplan wordt getoetst aan het beoordelingskader zoals opgenomen in artikel 6 en de daarbij horende toelichting onder deze Regeling.

Adviesnota beleid waterbeheer visstandbeheer

4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO

C. Deerenberg, J.J. de Leeuw en R.J. de Jager. Directie Visserij Postbus EK s-gravenhage

VISRECHTEN-UITGIFTEBELEID VOOR DE BEROEPS- EN SPORTVISSERIJ OP DE STAATSBINNENWATEREN

Op pad met... Patrick Schilder op het Markermeer

Rapport. Visplan Veluwe Randmeren

Lidmaatschapsovereenkomst van Vertegenwoordigd door

Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Den Helder Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 57

Evaluatie Regeling bijvangst van snoekbaars in de Friese boezem

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/304. Amendement

Sportvisserij binnen de grenzen van Natura 2000

Aalscholvers en beroepsvissers, een voortdurend spanningsveld

Pulsvisserij: wat weten we wel en niet?

Transcriptie:

Lijst van vragen en antwoorden over de toekomst van de IJsselmeervisserij, brief 2004/6460, gericht aan de voorzitter van uw Kamer. 1 Welk effect zal een sanering van 50 procent hebben op de directe en indirecte werkgelegenheid op en rondom het IJsselmeer? Welke maatregelen zullen worden genomen om deze effecten te minimaliseren? 17 Kunt u de Kamer een overzicht verstrekken waarin zowel het huidige als het verwachte toekomstige (op 31 december 2006) aantal IJsselmeervisserijbedrijven wordt weergegeven, met daarbij de directe en indirecte werkgelegenheid die de IJsselmeervisserij nu en in de toekomst met zich meebrengt? 28 Wat zijn de verwachte sociaal-economische gevolgen voor de huidige IJsselmeervissers en voor de visserijgemeenten aan het IJsselmeer en wat zijn de mogelijke alternatieven voor zowel de vissers die zullen moeten afvloeien, als voor de visserijgemeenten die geheel of gedeeltelijk een sector kwijtraken? Momenteel zijn er 85 vergunninghouders actief op het IJsselmeer. De directe werkgelegenheid bij de visserijbedrijven bedraagt circa 170 personen 1. Uit een sociaal-economische onderzoek i (uit 1997) blijkt dat de betekenis van de IJsselmeervisserij voor de plaatselijke en regionale economieën beperkt is. Bij een toenmalig totaal bedrijfsresultaat van circa 10 mln. gulden werd de indirecte werkgelegenheid op maximaal 100 mensjaren geschat. Doelstelling van mijn beleid is een reductie van de visserij-inspanning met 50% ten opzichte van het huidige niveau te realiseren via een saneringsregeling. Ik zal de regeling zodanig inrichten dat een maximum aan complete vergunningen kan worden gesaneerd. Indien de regeling succesvol is dan zal einde 2006 het aantal vergunninghouders zijn teruggebracht naar circa 40. Gezien de grote mate van diversiteit tussen de bedrijven (fulltime en parttime; aantal werkzame personen) is het niet mogelijk een exacte inschatting te maken van de overblijvende werkgelegenheid. Ik verwacht dat de direct aan de visserij gerelateerde werkgelegenheid zal teruglopen. Vanwege een herstel van de schubvisbestanden verwacht ik tegelijkertijd een continuering van de huidige aanvoerwaarde, zodat de hiermee gerelateerde indirecte werkgelegenheid in stand blijft. Ook verwacht ik dat een verbetering van de schubvisstand een vergroting van de aan de sportvisserij gerelateerde werkgelegenheid met zich mee zal brengen. Vanuit de betrokken IJsselmeergemeenten en provincies is aangegeven dat men bereid is flankerend beleid te ontwikkelen in relatie tot de sanering. Hierbij denkt men aan het ontwikkelen van toeristisch-recreatieve activiteiten, het stimuleren van en bemiddelen bij vervangende werkgelegenheid, en het ondersteunen van aquacultuurprojecten. 2 Hoe lang zijn de problemen van overbevissing op het IJsselmeer al bekend? Waarom is er niet eerder ingegrepen? 5 Hadden de drastische maatregelen van nu voorkomen kunnen worden als eerder was ingegrepen? In het verleden is al enkele malen ingegrepen. In 1996 is de Regeling visserij-inspanning IJsselmeer totstandgekomen. Het doel van deze regeling is een reductie van 50% van de visserij-inspanning ten opzichte van 1996. 1 Overleven of overleveren. Economische en maatschappelijke betekenis van de beroepsbinnenvisserij en haar toekomstperspectieven (2004). OVB & EIM. i LEI (1997). Perspectieven IJsselmeervisserij, sociaal-economische situatie en verkenning van de toekomst.

Met het oog hierop zijn er in 1998 en in 2000 saneringsregelingen geweest waarmee de visserijinspanning werd teruggebracht. Voorts vindt sedert 1996 de visserij plaats door middel van een visplan waarin de vissers aangeven op welke wijze zij de visserij-inspanning beperken om genoemde 50% reductie te bereiken. Ook dat nu opnieuw maatregelen nodig zijn, komt omdat het ecosysteem sneller verandert dan werd voorzien. Belangrijkste elementen hierbij zijn de sterke achteruitgang van de aalstand (in geheel Europa) en de veranderingen in het IJsselmeer ten gevolge van natuurontwikkelingen en verschuivingen in de waterkwaliteit. 3 Waarom komen de aangekondigde maatregelen voor bepaalde betrokkenen, zoals bepaalde vissers, toch als een verrassing? Mijn IJsselmeerbeleid is gebaseerd op een zorgvuldig proces dat een aanvang heeft genomen in 2003. Tijdens diverse informatieavonden is er met de vissers gesproken over de oorzaken van de huidige problemen en het toekomstperspectief. Ook met andere belanghebbenden zoals de sportvisserij, natuurorganisaties en de waterbeheerder is overleg gevoerd. Dit heeft geleid tot mijn syntheserapport De IJsselmeervisserij: Een integrale knelpuntenanalyse van de visserij, het beleid, en maatschappelijke visies (mei 2003). Vervolgens heeft op mijn verzoek de heer Bulte belangrijke elementen aangeleverd voor een toekomstverkenning. Daarnaast heeft er op verschillend niveau met de vissers, de ledenraad van de Producenten Organisatie (PO) IJsselmeer, en met het bestuur van de PO IJsselmeer, overleg plaatsgevonden. De bevindingen hiervan heb ik meegenomen in mijn beleidsbrief. 4 Waarom is het aalstand herstelplan, genoemd in uw brief van 15 april 2002 (LNV-02-353), niet eerder uitgevoerd? 15 Wat is de inzet van Nederland bij de uitwerking van het Europese actieplan voor het beheer van de aal? De aalstand in geheel Europa is zorgelijk. Uitsluitend in Nederland maatregelen nemen heeft geen zin. Mijn inzet is erop gericht dat op Europees niveau evenwichtige maatregelen worden getroffen die gericht zijn op alle levensstadia van de aal. Nationaal is in samenwerking met de waterbeheerders ingezet op het oplossen van migratiebelemmeringen bij de trek van de aal (van en naar zee). Zo zijn inmiddels zogenoemde vistrappen aangelegd bij stuwen in de Rijn en Maas en zijn op een aantal plaatsen voorzieningen (onder andere aalgoten) getroffen om glasaal vanuit de zee en kustwateren naar de binnenwateren te laten migreren. De waterschappen spelen voorts een belangrijke rol om via het waterbeheer de migratie te verbeteren. Ten aanzien van de aanleg van visgeleidingssystemen bij waterkrachtcentrales hoop ik uw Kamer binnenkort nader te informeren over de mogelijkheden. Inmiddels is onderzoek gestart om bestandsschattingen te doen over de omvang en de uittrek van de aalpopulatie in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas. In dit onderzoek participeren Nederlandse en Duitse onderzoekers en betrokken partijen. Voorts heeft een aantal organisaties, waaronder de georganiseerde sport- en beroepsvisserij met mijn steun een platform opgericht waarin plannen voor het herstel van de aalstand ontwikkeld en besproken worden. 6 Hoe wordt het aantal aanlandingen beperkt? Mijn beleid richt zich niet op de hoeveelheid IJsselmeervis die wordt aangeland of de wijze waarop de IJsselmeervis wordt aangeland. Dit is primair een zaak van de vissers zelf en de lokale overheden, die vaak een belang hebben in de exploitatie van de betreffende IJsselmeerveiling. Mijn beleid richt zich op een beperking van de visserij-inspanning. 2

7 Hoe zullen belanghebbenden, zoals beroepsvissers, vissersvrouwen, gemeentebesturen, visafslag, visverwerking, de rest van de vissersgemeenschap en -keten, sportvissers, recreanten, natuurbeschermers en wetenschappers (ecologen, biologen, etc.), betrokken worden bij zowel de sanering als de uitwerking van de toekomst van de IJsselmeervisserij? 8 Wordt er extra aandacht aan communicatie besteedt en zo ja, op welke wijze gaat dat gebeuren? Recent heb ik een ad interim commissie ingesteld waarin deelnemen onder anderen de beroepsvissers (PO IJsselmeer), de sportvissers (NVVS), de gemeentebesturen (Bestuurlijk overleg IJsselmeervisserij), Vogelbescherming Nederland en het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Deze commissie zal het toekomstig beheer voorbereiden door onder andere het opstellen van een visstandbeheersplan. De commissie wordt ondersteund door het onderzoeksbureau Witteveen + Bos. De commissie zal de communicatie met een brede vertegenwoordiging van belanghebbenden verzorgen. 9 In hoeverre bent u bereid invulling te geven aan de voorstellen voor geïntegreerde visserij? In mijn IJsselmeerbeleid is geen geïntegreerde visserij voorzien. Het voorstel voor geïntegreerde visserij is afkomstig van een groep Waddenvissers. In het beleidsbesluit schelpdiervisserij (2004) heb ik aangegeven ruimte te willen bieden aan deze vorm van visserij. Individuele vissers met verschillende visrechten krijgen de mogelijkheid deze onder te brengen in een groep, waarbij de groepsleden gebruik kunnen maken van de verschillende visrechten. Op experimentele basis start een groep van lokale kustvissers in het Waddengebied hiermee. 10 Is er geld beschikbaar uit het Waddenfonds voor de sanering van de IJsselmeervisserij? Zo ja, hoeveel? Zo neen, waarom niet en waar moet het geld dan vandaan komen? 23 Heeft u de optie van de heer Bulte, om de benodigde financiële middelen vrij te maken door temporisering van de uitvoering van natuurprojecten op en rond het IJsselmeer, betrokken bij het beschikbaar gestelde saneringsbedrag? Zo ja in welke mate? Zo neen, waarom niet? 34 Om welk totale saneringsbedrag gaat het? Er is geen geld beschikbaar uit het Waddenfonds. Ik heb een bedrag van 7 miljoen beschikbaar gesteld in mijn eigen begroting. Omdat een sanering van de visserij de natuurwaarde van het IJsselmeergebied zal versterken komt het saneringsbudget grotendeels ten laste van natuurontwikkelingsgelden. 29 Waarom is bij de berekening van de saneringskosten voor de reductie van 50 procent van de visserij-inspanningen afgeweken van de berekening van de heer Bulte, dat er een bedrag tussen de 8 en 10 miljoen euro nodig was, waarbij werd uitgegaan van een vrijwillige sanering van 41 procent van de vissers? 30 Waarop is de 7 miljoen euro, die u beschikbaar hebt voor de sanering van de beroepsvisserij, gebaseerd? Is er een relatie tussen deze 7 miljoen euro en de marktwaarde of executiewaarde van de te saneren IJsselmeervisserij-bedrijven? 3

31 Is 7 miljoen euro voldoende om 50 procent minder visserij-inspanning te realiseren? Zo ja, kunt u aangeven hoe dit geld precies zal worden gebruikt om de inspanning te doen verminderen? De inschatting van de heer Bulte is gebaseerd op de systematiek van de vorige saneringsregeling. Voor de huidige regeling zal ik een tendersystematiek hanteren. Dit houdt in dat de honorering van aanvragen geschiedt aan de hand van een rangschikking waarbij telkens de hoogst gerangschikte aanvragen het eerst voor toewijzing in aanmerking komen. Aanvragers worden hoger gerangschikt naarmate hun bieding, waartegen zij bereid zijn hun merken in te leveren, lager is. Verder richt ik de regeling zodanig in dat een maximum aan complete vergunningen kan worden gesaneerd en bij voorkeur het meest schadelijke vistuig. Ik heb het Landbouw-Economisch Instituut gevraagd de huidige waarde van de visrechten te berekenen. Hieruit blijkt dat het beschikbare budget voldoende is om de beleidsdoelstelling (50% reductie) te realiseren. 11 Kunt u een cijfermatige onderbouwing geven, waaruit blijkt dat er een afnemend economisch perspectief is, bijvoorbeeld een overzicht over de laatste vijf jaar van de vangsthoeveelheden, alsmede de omzetcijfers en het aantal professionele vissers dat actief is op het IJsselmeer? 2000 2001 2002 2003 Aanvoer (*1000 kg) 3.297 2.830 2.126 1.775 Waarde (*1000 euro) 5.657 5.995 5.010 3.993 Bron: Productschap Vis Een recent economisch onderzoek 2 concludeert dat bij ongewijzigd beleid de inkomsten van de IJsselmeervissers de komende jaren verder zullen afnemen. Het is mij niet bekend hoeveel professionele vissers er op dit moment fulltime actief zijn met de IJsselmeervisserij. Een groot aantal van de huidige 85 vergunninghouders oefent de visserij uit op parttime basis. 12 Vindt het onderzoek naar de teruggang van de visstand in het IJsselmeer, dat u heeft aangekondigd in uw brief van 15 april 2004 (LNV-04-216) inmiddels plaats? Zo ja, door wie wordt dit onderzoek uitgevoerd en wanneer kan de Kamer worden geïnformeerd over de resultaten? Dit onderzoek, uitgevoerd door het Nederlands Visserij Instituut (RIVO), is van start gegaan en zal naar verwachting begin 2006 worden afgerond. 13 Kunt u de Kamer nader informeren over de aanwezige hoeveelheid aalscholvers en de daarbij behorende visconsumptie en kunt u nader inzicht verschaffen in de toename van deze vogelsoort gedurende de laatste vijf jaar? 2 Overleven of overleveren. Economische en maatschappelijke betekenis van de beroepsbinnenvisserij en haar toekomstperspectieven (2004). OVB & EIM. 4

Na een sterke toename van de aalscholverpopulatie in de jaren 80 is er begin jaren 90 een terugval geweest waarna het aantal broedparen zich rond de 12.000 heeft gestabiliseerd 3. Wel is er sprake van een seizoensgebonden fluctuatie in het aantal aanwezige aalscholvers (lichte toename in de wintermaanden). De draagkracht van het ecosysteem bepaalt de predatiedruk door aalscholvers. Door de overbevissing zijn kleinere vissen sterk oververtegenwoordigd in het totale bestand. Hiervan profiteren de aalscholvers. Uit hetzelfde onderzoek blijkt ook dat de aalscholver voornamelijk schubvis (pos, baars, blankvoorn) consumeert, en weinig aal (<1%). Bij het huidige gemiddelde aantal aalscholvers op het IJsselmeer kan de totale aalconsumptie geschat worden op circa 10 ton per jaar. 14 Kunt u uw oordeel, dat de wijze waarop de IJsselmeervisserij plaatsvindt niet voldoende duurzaam is, nader onderbouwen? 21 Welk onderzoek heeft uitgewezen dat met name bij de aalvisserij met schietfuiken de bijvangst meer dan 90 procent van de totale vangst bedraagt? De IJsselmeervisserij is niet voldoende duurzaam omdat er sprake is van een te hoge visserijinspanning en weinig selectieve visserijmethoden. De visserij op het IJsselmeer is intensiever dan de visserij op de Noordzee 4. De visstand staat dientengevolge onder druk. Dit uit zich in afnemende bestanden en/of vermindering van het aantal grote vissen in een bestand. Overbevissing is vanuit visserijkundig (onevenwichtige opbouw jaarklassen) en economisch (minder opbrengsten tegen hogere kosten) oogpunt ongunstig. Uit onderzoek uitgevoerd door het RIVO 5 blijkt dat met name de aalvisserij met (schiet)fuiken veel ongewenste bijvangst heeft welke voor het grootse deel sterft. Overbodige sterfte van aquatische organismen past niet binnen mijn duurzaamheidsbeleid voor de binnenvisserij. Bovendien betreft de bijvangst ook jonge exemplaren van soorten die van commercieel belang zijn voor de beroepsvisserij. 16 Kunt u een kwantificering geven van de vereenvoudiging van de regelgeving en vermindering van de administratieve lastendruk voor de visserijsector en de betrokken overheden? Om welke bedragen gaat het en binnen welke termijn moet het worden gerealiseerd? Mijn beleid is erop gericht een grotere mate van verantwoordelijkheid voor het visstandbeheer bij de betrokken partijen te leggen. In dit kader zal de ad interim commissie onder voorzitterschap van de heer Van der Weijden ook het huidige complexe systeem van visserijbeheer nader beschouwen en voorstellen voor vereenvoudiging uitwerken. Uiterlijk per 1 januari 2008 zal dit worden gerealiseerd. In afwachting van de instelling van een visstandbeheerscommissie (VBC) voor het IJsselmeer zal de regelgeving op korte termijn niet gewijzigd worden. Mocht wijziging van regelgeving aan de orde komen, dan zal in dat kader uiteraard vermindering van de administratieve lastendruk worden bezien. 3 S.H.M. van Rijn & M.R. van Eerden (2002). Aalscholvers in het IJsselmeergebied concurrent of graadmeter. RIZA rapport. 4 Lammens, E. (1999). Het voedselweb van het IJsselmeer en Markermeer. RIZA rapport. 5 C.M. Deerenberg (2004). Bijvangsten in fuiken in het IJsselmeergebied en de grote rivieren-wat eraan te doen?. RIVO rapport. 5

18 Hoe wordt de bijvangst van soms wel 25 tot 35 kilo per kilo aal beperkt? Hoe wordt voorkomen dat deze bijvangst dood overboord wordt gezet? Zowel door vissers als door onderzoekers is in het verleden nagedacht over de bijvangstproblematiek bij de fuikenvisserij. Er zijn geen technische oplossingen gevonden welke (met behoud van de vangstefficiëntie) resulteren in een significante reductie van de bijvangst. Wel is sedert midden jaren 80 het plaatsen van ringen waardoor ondermaatse aal kan ontsnappen verplicht gesteld. Mogelijk kan sterfte van de bijvangst bij de grote fuik beperkt worden door het gebruik van zogenoemde kamers. Hiertoe zal ik een onderzoek instellen (zie beleidsbrief). 19 Hoe zou een mogelijke verbreding en vernieuwing van de bedrijfstak eruit kunnen zien? Hoewel dit primair een taak is van de vissers denk ik dat een verbetering van de afzetmogelijkheden (onder andere keurmerk), de ontwikkeling van zogenoemde blauwe diensten ten behoeve van de sportvisserij, water- en natuurorganisaties, herstructurering en samenwerking, kunnen resulteren in een verbreding en vernieuwing van de bedrijfstak. Met name bij een herstel van de schubvis-stand zie ik goede mogelijkheden voor dienstverlening aan de sportvisserij. 20 Waarop is de 50 procent reductie van de totale visserij-inspanning gebaseerd en waaruit blijkt dat een reductie van 50 procent noodzakelijk is voor het herstel van de visstand? Bij de reductiedoelstelling heb ik mij gebaseerd op een aantal recente onderzoeken. Het onderzoek van het bureau Witteveen + Bos (gericht op de visserij met staande netten) adviseert een reductie van de visserij-inspanning met 50%. Dit zal resulteren in een significante verbetering van de visstand alsmede een vermindering van de bijvangst van watervogels in de staande netten 6. Het RIVO 7 adviseert dat voor een duurzame aalvisserij, met voldoende bijdrage aan de paaistand, de visserij-inspanning op aal maximaal 20% van de huidige inspanning zou mogen bedragen. Ik heb uiteindelijk besloten tot een reductie van 50% omdat ik ook rekening heb gehouden met de sociaal-economische gevolgen. 22 Welk aandeel levert een eventueel verbod op schietfuiken aan het herstel van de visstand? Is bij de 50 procent reductie van de visserij-inspanningen hiermee rekening gehouden? Het aandeel van een eventueel verbod op schietfuiken aan het herstel van de visstand is niet precies bekend, maar zal substantieel zijn en wordt meegenomen bij het onderzoek naar de teruggang van de visstand (zie vraag 12). Een verbod op schietfuiken is vooral ingegeven vanwege de grote mate van bijvangst van schubvis bij dit type vistuig, en zal dus een bijdrage leveren aan een meer natuurlijke bestandsopbouw. Een mogelijk verbod op schietfuiken staat los van mijn doelstelling de visserij-inspanning uiterlijk per 31-12-2006 met 50% te reduceren. 6 Voor vogels en vissen, bepaling van de omvang van de vogelsterfte in de staande nettenvisserij in 2002-2003. Wittenveen + Bos (2003). 7 W. Dekker (2004). De aal en aalvisserij van het IJsselmeer. RIVO rapport. 6

24 Waarom wordt in uw brief de bijdrage van de NVVS aan een fonds ten behoeve van een warme sanering niet langer genoemd? De NVVS heeft in haar reactie van 1-11-2004 naar aanleiding van mijn verzoek een bijdrage te leveren aan de sanering van de beroepsvisserij op het IJsselmeer laten weten dat zulks primair onder de verantwoordelijkheid valt van de rijksoverheid. Indien er al sprake van een financiële bijdrage zou zijn dan worden hier vergaande voorwaarden aan verbonden, zoals het verkrijgen van het schubvisrecht. Dit past niet bij mijn beleid tot behoud van de IJsselmeervisserij als bedrijfsactiviteit voor een beperkt aantal economisch gezonde bedrijven. 25 Op welke wijze zal de saneringsregeling zorgen voor een reductie van de visserijcapaciteit tot ca. 17.000 aaleenheden? Aan welke aanvullende maatregelen denkt u, als blijkt dat de saneringsregeling niet tot het gewenste doel leidt? 37 Aan welke beperkende maatregelen denkt u, als de reductiedoelstelling niet wordt gehaald? Door het uitkopen van voldoende visrechten kan de visserijcapaciteit worden teruggebracht naar circa 17.000 eenheden. Indien dit niet wordt gerealiseerd kunnen aanvullende maatregelen nodig zijn, bijvoorbeeld een tijdelijke sluiting van de visserij (in tijd of in een bepaalde locatie). Deze aanvullende maatregelen zullen mede afhankelijk zijn de maatregelen die de Europese Commissie zal nemen in het kader van het Europese aalherstelplan. 26 Op welke termijn zal de sanering van de beroepsvisserij op het IJsselmeer van start gaan? Zodra ik goedkeuring heb van de Europese Commissie (inzake de staatssteuntoetsing) zal ik de regeling openstellen. 27 Welke mogelijke verdere beperkingen voorziet u na besluitvorming over de voorstellen van de Europese Commissie? Ik weet niet welke verdere beperkingen de Europese Commissie wil opleggen. Tot op heden heeft de Commissie nog geen concreet voorstel uitgebracht. 32 Hoe hoog zullen naar verwachting de uitvoeringskosten zijn van de saneringsregeling? Circa 135.000. 33 Hoe zal de saneringsregeling worden geïmplementeerd? Op welke wijze zal de toekenning en uitbetaling van de saneringsgelden plaatsvinden? Zullen de gelden worden uitbetaald in volgorde van binnenkomst en wat gebeurt er bij een overtekening van deze maatregel? 7

Het principe van de regeling is dat bedrijven worden gestimuleerd om volledig te stoppen. Bij bedrijven die gedeeltelijk stoppen wordt slechts een vergoeding betaald voor de meeste schadelijke vistuigen, dat wil zeggen schietfuiken, grote fuiken en staande netten. Omdat de regeling wordt opgezet als een tender, vindt rangschikking plaats volgens een systeem waarbij: Aanvragen voor definitieve beëindiging hoger worden gerangschikt dan aanvragen voor vermindering van de visserij. Aanvragen worden hoger gerangschikt naarmate de bieding (voor de aangeboden aaleenheden) lager is. Aanvragen worden vervolgens hoger gerangschikt naarmate het vistuig schadelijker is. Tenslotte worden aanvragen hoger gerangschikt naarmate deze eerder zijn ontvangen. Indien er aanzienlijk meer belangstelling bestaat voor de regeling zodanig dat de visserijinspanning verder dan de aangegeven doelstelling kan worden verminderd, en/of er meer schadelijk vistuig kan worden uitgekocht, dan zal ik een mogelijke verhoging van het subsidieplafond nader onderzoeken. 35 Welk bedrag is er naar schatting gemoeid met het verhuren van visrechten aan de sport- en beroepsvisserij vanaf 2008? Aan wie komt dit bedrag ten goede, c.q. waartoe worden deze opbrengsten aangewend? Momenteel bedragen de opbrengsten van verhuur circa 100.000. Dit bedrag komt ten goede aan de staat. Over de hoogte van dit bedrag in 2008 kan ik op dit moment geen concrete uitspraken doen. 36 Wat verstaat u onder middellange termijn voor aanpassing van de visserijinspanning op het IJsselmeer? Welke maatregelen zullen er dan noodzakelijk zijn? Hieronder versta ik een periode van 5-7 jaar. Eventuele verdere aanpassing van de visserijinspanning aan de draagkracht van het systeem zal een taak zijn voor de VBC. Afhankelijk van de wijze van visstandbeheer zal de VBC maatregelen kunnen nemen. 8