De Rol van Impliciete Associaties in het Seksueel Functioneren. van Vrouwen met en Zonder Seksuele Problemen

Vergelijkbare documenten
Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Impliciete en Expliciete Associaties met Seksuele Stimuli: de Samenhang van Automatische

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

De Relatie tussen Intimiteit en Seksualiteit en de Modererende Rol van Sekse en. Anita Jansen-Breukelman

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Adherence aan HWO en meer bewegen

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

Hechting en Psychose: Attachment and Psychosis:

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen

Cognitieve Bias Modificatie van Interpretatiebias bij Faalangstige Studenten

Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een. Reactietijdtaak bij Volwassenen.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

TIJDSPERSPECTIEF EN GELUK GEDURENDE DE LEVENSLOOP 1

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata

De Invloed van Cognitieve Stimulatie in de Vorm van Actief Leren op de Geestelijke Gezondheid van Vijftigplussers

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

De Rol van Sense of Coherence bij de Glucoseregulatie bij Mensen met Diabetes Type 1

De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van. Leven

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Het Effect van Voortgangsfeedback aan Behandelaars op de Uitkomsten van Psychologische Behandelingen; een Pilot Onderzoek

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?

MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1. Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Mentaal Weerbaar Blauw

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

MASTER SCRIPTIE GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE CEES KOSTER OPEN UNIVERSITEIT

Transcriptie:

De Rol van Impliciete Associaties in het Seksueel Functioneren van Vrouwen met en Zonder Seksuele Problemen The Role of Implicit Associations in Sexual Functioning in Women with and Without Sexual Problems Eva M. Bastin-Hurek Eerste begeleider: Tweede begeleider: Prof. dr. J.J.D.M. van Lankveld Dr. G.J. Peters Juni 2014 Faculteit Psychologie Afstudeerrichting: Klinische Psychologie Open Universiteit

Voorwoord Deze scriptie vormt de afronding van mijn master Psychologie aan de Open Universiteit Nederland. Het idee voor dit onderzoek kwam door de signalering in de praktijk dat niet alleen bewuste gedachten maar ook onbewuste gedachten een relatie kunnen hebben met het seksueel disfunctioneren bij vrouwen. Het onderzoek is zoals reeds blijkt uit de titel gericht op de rol van impliciete associaties in het seksueel functioneren van vrouwen met en zonder seksuele problemen. Een masterscriptie schrijf je niet alleen, maar deze komt tot stand dankzij de hulp van vele personen. Bij deze wil ik dan ook even kort enkele personen bedanken. Mijn begeleider Prof. Dr. Jacques Lankveld die mij de kans gaf om een scriptie te schrijven over dit zeer boeiende onderwerp. Ook wil ik hem bedanken voor zijn wetenschappelijke ondersteuning en goede begeleiding. Zijn feedback heeft een grote invloed gehad op het resultaat. Dr. Bandell wil ik bedanken voor haar steun en aanmoedigingen en voor het stimuleren van patiënten om aan dit onderzoek deel te nemen. Verder gaat mijn dank uit naar de respondenten die meewerkten aan dit onderzoek. Zonder hun vrijwillige medewerking en open en eerlijke houding zou dit onderzoek niet mogelijk zijn. Tot slot wil ik graag mijn man en mijn vrienden bedanken voor hun interesse en steun tijdens het schrijven van mijn scriptie en gedurende alle fasen van mijn studie. Ze stelden allen steeds een groot vertrouwen in mij wat mij stimuleerde om het beste van mezelf te geven. Eva Bastin-Hurek, 2014 1

Samenvatting Achtergrond. Uit onderzoek is gebleken dat vrouwen met een seksuele disfunctie een lagere kwaliteit van leven op verschillende levensgebieden ervaren. Ook blijkt uit eerder onderzoek dat zowel expliciete als impliciete cognities verstoord zijn bij seksuele disfuncties. Doel. In dit huidige onderzoek zijn vrouwen geselecteerd met verschillende seksuele disfuncties. Er is onderzocht of zij verschillen op impliciete en expliciete cognities van seksuele stimuli in vergelijking met vrouwen zonder seksuele disfuncties. Deelnemers, procedure en onderzoeksontwerp. De onderzoekspopulatie bestond uit 19 vrouwen die behandeld worden voor seksuele disfuncties door een gynaecoloog-seksuoloog en 13 vrouwen met gynaecologische problemen zonder seksuele disfuncties (controlegroep). De gemiddelde leeftijd was 34 jaar. Het onderzoek was een quasi-experimenteel split-plot design met één meting waarna vergelijkend groepsonderzoek werd uitgevoerd. De proefpersonen voerden eerst computertaken uit om de impliciete associaties te kunnen meten en daarna vulden zij verschillende vragenlijsten in om expliciete evaluaties te kunnen meten. Meetinstrumenten. Proefpersonen werden ingedeeld in twee groepen: met en zonder seksuele disfunctie (Seksuele Functiestatus). Het seksueel functioneren werd gemeten met de Female Sexual Function Index (FSFI;) en met de Female Sexual Distress Scale (FSDS); expliciete evaluaties (opvattingen over seksualiteit) met de Sexual Opinion Survey (SOS) en met de Brief Sexual Attitude Scale (BSAS). Om expliciete evaluaties van de visueel-erotische stimuli te kunnen meten, hebben de proefpersonen vragen beantwoord over elke stimulus die zij te zien kregen tijdens de ST-IAT taken. Om de impliciete associaties bij erotische stimuli te kunnen meten is de Impliciete Associatie Test (ST- IAT) gebruikt. Resultaten. De MANOVA analyse laat zien dat de hypotheses slechts gedeeltelijk kunnen worden bevestigd; enkele metingen van de impliciete associaties en expliciete evaluaties zijn significant. Wanneer echter de covariaten worden toegevoegd aan de analyse (MANCOVA), is er geen significant verschil gevonden van impliciete associaties (ST-IAT wanting en ST-IAT liking) tussen vrouwen met en zonder seksuele disfuncties. Uit de resultaten van de MANCOVA blijkt ook dat er geen significant 2

verschil is tussen de seksuele normen en waarden (BSAS, SOS) en de expliciete evaluaties van St-IAT foto s tussen de twee groepen. Conclusie. De onderzochte impliciete associaties en expliciete evaluaties spelen geen rol in het seksueel functioneren bij vrouwen met en zonder seksuele problemen. Er zijn uit de MANCOVA analyse geen significante verschillen gevonden tussen de groepen op ST-IAT wanting en op ST-IAT liking evenmin op expliciete evaluaties van de ST-IAT foto s en op de BSAS en SOS schalen. De resultaten wijzen echter wel de juiste richting op en dit wordt bevestig in de resultaten van de MANOVA, waarbij wel significantie wordt gevonden. Door de kleine steekproef wordt een vervolgstudie aanbevolen met een grotere steekproef. 3

Summary Background. Prior research demonstrated that women with sexual dysfunctions experience a lower quality of life in various areas of life. Other research demonstrated that both explicit and implicit cognitions play a role in specific sexual disorders. Aim. In this present study, women with various sexual dysfunctions were selected. The present study investigated whether they differ on implicit and explicit cognitions of sexual stimuli compared to women without sexual dysfunctions. Participants, procedure and research design. The study population consisted of 19 women treated for sexual dysfunctions by a gynaecologist-sexologist and 13 women with gynaecological problems without sexual dysfunctions (control group). The average age was 34 years. The study was a quasiexperimental split-plot design in which the measurement took place after a group comparative study was done. The participants first performed computer tasks to measure implicit associations and finally filled out the questionnaires to measure explicit evaluations. Measures. Participants were divided into groups with and without sexual dysfunction (Sexual Function Status). Sexual function was measured with the Female Sexual Function Index (FSFI), the Female Sexual Distress Scale (FSDS), explicit evaluations (beliefs about sexuality) with the Sexual Opinion Survey (SOS) and the Brief Sexual Attitude Scale (BSAS). To measure explicit evaluations of the visual erotic stimuli, the participants answered questions about different stimulus during the ST-IAT tasks. In order to measure the implicit associations of erotic stimuli, the Implicit Association Test (ST- IAT) was used. Results. The MANOVA analysis demonstrated that the hypotheses can be partly confirmed; a few measurements of the implicit associations and explicit evaluations are significant. However, when the covariates are added to the analysis (MANCOVA), no significant differences were found in implicit associations (ST-IAT liking, ST-IAT wanting) between women with and without a sexual dysfunction. Moreover, the results of MANCOVA demonstrated that there is no significant difference between the sexual standards and values (BSAS, SOS) and the explicit evaluations of St-IAT photo s between the two groups. 4

Conclusion. These results suggest that implicit associations and explicit evaluations don t play a role in sexual function in women with and without sexual problems. In the MANCOVA analyses significant differences between the groups on ST-IAT liking and ST-IAT wanting were not found. Neither in explicit evaluations of the ST-IAT photo s nor the explicit evaluation of values and standards regarding sexuality (BSAS and SOS). However, the results suggest the right direction, and this is confirmed by the results of MANOVA, where significance was found. Due to the small sample, continuation of the study with a larger sample is recommended. Keywords: Sexual Dysfunction, Implicit Association, Attitude Sexuality, Sexual Beliefs 5

Inhoudsopgave Hoofdstuk Bladzijde 1. Inleiding 8 1.1 Seksualiteit en kwaliteit van leven 8 2. Theoretische achtergrond en hypothesen 9 2.1 Factoren die een rol spelen bij seksueel (dis)functioneren 10 2.2 Implicit Association Test (IAT) 11 2.3. Huidig onderzoek (doelstelling, relevantie, onderzoeksvragen en hypothesen) 13 3. Methode 15 3.1 Onderzoeksdesign 15 3.2 Onderzoekspopulatie 15 3.3 Meetinstrumenten 16 3.3.1 Seksueel functiestatus 17 3.3.2 Seksueel functioneren 17 3.3.3 Opvattingen over seksualiteit 17 3.3.4 Stemming en angst 18 3.3.5 Expliciete associaties visueel-erotische stimuli 19 3.3.6 IAT (Impliciete associatie test 19 3.4 Procedure 21 3.5 Ethiek 22 3.6 Analyses 22 4. Resultaten 23 4.1 Adequaatheid van de a priori groepsindeling 23 4.2 Covariaten 25 4.3 Verschillen in impliciete associaties 25 6

4.4 Verschillen in expliciete associaties 28 5. Discussie 28 5.1. Belangrijkste resultaten 28 5.2 Beperkingen 29 5.3 Vervolgonderzoek 29 5.4 Conclusie 30 6. Literatuur 31 7. Bijlagen 35 7.1 Informatiebrochure Onbewuste gedachten en seksueel (dis)functioneren 35 7.2 Toestemmingsverklaring voor deelname aan het wetenschappelijk onderzoek 36 7.3 Vragenlijst Female Sexual Function Index (FSFI) 37 7.4 Vragenlijst over Seksuele Onvrede(FSDS) 43 7.5 Vragenlijst Sexual Opinion Survey (SOS) 44 7.6 Vragenlijst Brief Sexual Attitudes Scale(BSAS) 48 7.7 Vragenlijst Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS) 50 7