Wet betrefffende de verzekeringen 4 april 2014

Vergelijkbare documenten
Wet betrefffende de verzekeringen 4 april 2014 (BS 30 april 2014)

Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen: een terugblik

Lydian Webinar. De nieuwe Wet Verzekeringen

Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014

1. Doelstellingen en in het bijzonder de klemtoon op consumentenbescherming 2. Moet dit evolueren naar een recht op verzekering?

ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET BELGISCHE VERZEKERINGSRECHT

INHOUDSOPGAVE DEEL I. REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN ALLE SOORTEN VERZEKERINGEN Hoofdstuk I. De verzekeringsovereenkomst... 1

DE NIEUWE WET VAN 4 APRIL 2014 BETREFFENDE DE VERZEKERINGEN

Deze mededeling geeft een beknopt overzicht van de belangrijkste vaststellingen van dit onderzoek.

Circulaire over de verzekering brand en andere gevaren, wat eenvoudige risico's betreft, en over de informatieplicht betreffende deze verzekering

4 APRIL Wet betreffende de verzekeringen (1)

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

Overzicht: de wet op de private ziekteverzekeringsovereenkomsten

WET VAN 4 APRIL 2014 betreffende de Verzekeringen (BELGISCHE STAATSBLAD VAN 30 APRIL 2014)

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3

TOELICHTING WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN VAN HET

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003

HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3

Date de réception : 27/12/2011

ECTS-fiche. Verzekeringsrecht en techniek

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

ALGEMENE VOORWAARDEN FIRST FISCAAL FIRST PENSIOENSPAREN

Instelling. Onderwerp. Datum

DB Pension Plan/DB Long Term Plan Algemene Voorwaarden

Apra Leven is een Belgische verzekeringsonderneming die onder het prudentieel toezicht staat van de Bank (tot 31 maart 2011 was dit de CBFA).

BEHEERSREGLEMENT beleggingsvorm "Rendementsgarantie+ fonds"

Wet van 27 maart 1995 op de verzekeringsbemiddeling - Klantenaanbrengers.

Globaal (categorie A en B) Lid Kredietgevers (categorie B) Niet-lid Totaal

Verzekeringen gewaarborgd inkomen: verlenging van de looptijd omwille van de verlenging van de wettelijke pensioenleeftijd.

HOOFDSTUK I - DEFINITIES...3

BS Verzekeringsrecht

Instelling. Onderwerp. Datum

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Samenvatting/Doelstelling Deze circulaire verschaft informatie over de richtsnoeren van de Bank inzake contractgrenzen.

1 Een verzekeringsovereenkomst?? 1.1 De verzekeraar?? 1.2 De verzekeringstussenpersoon??

Naam van de onderneming: Rechtsvorm : Zetel van de onderneming : Contactpersoon: adres: Tel. : GSM:..

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

ALGEMENE VOORWAARDEN ONMIDDELLIJKE RENTE OP ÉÉN HOOFD

EURO BOOKS ONLINE - Digitaal bladeren in juridische uitgaven. Uitgave C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I NUR 820 I.S.B.N.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

VERSLAG AAN DE KONING

Circulaire betreffende de procedure voor de overdracht van een portefeuille verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten

WET BETREFFENDE DE VERZEKERINGEN DEEL 4

gemeenschap van aanwinsten) liggen de zaken moeilijker. Voor het Groeps- en levensverzekering bij echtscheiding

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE EEN BEDING HOUDENDE EENZIJDIGE AANPASSING VAN EEN PREMIE VAN EEN VERZEKERINGSPOLIS RECHTSBIJSTAND

30 DECEMBER Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Krediet KMO Wet KMO Financiering Informatieverplichting Wederbeleggingsvergoeding Zekerheden Onrechtmatig beding

MONOGRAFIEËN BW. B88 Verzekering. Prof. mr. F.H.J. Mijnssen. Tweede druk. Kluwer a Wolters Kluwer business

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES. nr. 15. de dato. 7 december 2006

Elitis Blue Cover van Federale Verzekering

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Kenmerken van de Woningverzekering. A/ Hoofdwaarborgen

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

ONTHAALSTRUCTUUR REGLEMENT. P&V VERZEKERINGEN c.v.b.a.

Circulaire CBFA_2009_33 dd. 19 november Actuariële functie. Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen naar Belgisch recht.

ALGEMENE VOORWAARDEN SOCIAL FINANCE NL B.V.


Instelling. Onderwerp. Datum

Algemene Voorwaarden Allianz Excellence

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Financiële infofiche levensverzekering voor overlijdensverzekeringen (niet sparen en beleggen)

Delta Lloyd Levensverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Vragenlijst voor bij bemiddelingsactiviteiten betrokken verantwoordelijke personen

Rolnummer Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van 20 juli 2007;

WET VAN 29 MAART betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

Informatie over ons kantoor

Februari 2014 Nummer 2 Jaargang 10

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

van het ingevolge de Voorwaarden g. Einddatum (overlijdensrisico): De in de Polis vermelde Einddatum van de dekking van het ingevolge de Voorwaarden

Financiële Informatiefiche voor fiscale levensverzekering

ALGEMENE VOORWAARDEN. I. Algemeen. Art. 1 Toepassingsgebied. Art. 2 Definities. Art. 3 Website. Art. 4 Sluiten van de overeenkomst

GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT

Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Contract van maatschap/samenuitbatingscontract

Rolnummer Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

RECHTSPERSOON v

Pensioenspaarcontract van het type Universal Life

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

Het nieuwe verzekeringsrecht. Artikel Datum 1 april 2015

FSMA_2016_09 dd. 9/06/2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling

Financiële infofiche levensverzekering voor overlijdensverzekeringen (niet sparen en beleggen)

DEEL IV: Verzekeringscontrole in België - Samenvatting (GD)

Betreft : ACTIE - Aanvraag van de incasso s 2012 en certificeringverslag welke uiterlijk op 30 juni 2013 aan de vzw TRIP moeten bezorgd worden.

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Bijlage 1 bij Circulaire WAP nr. 7 over de regels betreffende het paritair beheer en het toezichtscomité INHOUD

INHOUDSTAFEL VOORWOORD INLEIDING Afdeling 1. Afdeling 2 GESCHIEDENIS Afdeling 3 DE TECHNIEK VAN DE VERZEKERINGEN...

financiële infofiche Flexibel VAP Saving Plan geldig op 1 januari 2017

Transcriptie:

1 Wet betrefffende de verzekeringen 4 april 2014 Informatie i.v.m. wetsontwerp Uitleg over wet te vinden op website Kamer en Senaat. Stuk Kamer nr 53 3361/1 Stuk Senaat nr 5 2767/2 Vindplaats wet: Op 30 april 2014 verscheen de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen in het Belgisch Staatsblad. Inwerkingtreding wet: 1 november 2014 Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van zes maanden na publicatie in het Belgisch Staatsblad (30 april 2014) in werking op 1 november 2014, met uitzondering van bepalingen waarvan datum inwerkingtreding wordt bepaald in art. 353 (zie achteraan) Niet-inhoudelijke wijzigingen van diverse wetten De meeste bepalingen van de wet op de landverzekeringsovereenkomst van 25 juni 1992, de wet van 11 juni 1874 en de wet op de verzekeringsbemiddeling van 27 maart 1995 werden ongewijzigd overgenomen (weliswaar andere nummering van de artikelen) Waar de tekst toch werd gewijzigd betreft dit hoofdzakelijk niet-inhoudelijke wijzigingen bedoeld om het geheel begrijpelijker en meer coherent te maken. Belangrijkste inhoudelijke wijziging Eén van de belangrijkste inhoudelijke wijzigingen betreft de uitbreiding van de mogelijkheden van de FSMA om herstelmaatregelen te nemen, zowel jegens de verzekeraars als jegens de (her)verzekeringstussenpersonen. Met het oog op een zo adequaat mogelijke bescherming van de verzekeringsverbruiker, werden in de wet enkele bijzondere bepalingen met impact op het toezicht en de interventiemogelijkheden van de toezichthouder opgenomen. Grote opdeling verzekeringen: niet-leven en leven De richtlijn Solvabiliteit II deelt de verzekeringen op in schadeverzekeringen en in levensverzekeringen. In de wet betreffende de verzekeringen wordt dezelfde opdeling gemaakt onder de termen verzekeringen uit de groep niet-leven en verzekeringen uit de groep leven. De term schadeverzekeringen wordt in de wet gebruikt in de betekenis die eraan wordt gegeven in de wet op de landverzekeringsovereenkomst, zijnde een verzekering waarbij de verzekeringsprestatie afhankelijk is van een onzeker voorval dat schade veroorzaakt aan iemands vermogen. Deze term wordt gebruikt in onderscheid met de persoonsverzekering, zijnde een verzekering waarbij de verzekeringsprestatie of de premie afhankelijk is van een onzeker voorval dat iemands leven, fysieke integriteit of gezinstoestand aantast. Ook deze definitie werd, een taalkundige wijziging uitgezonderd, ongewijzigd overgenomen uit de wet op de landverzekeringsovereenkomst. -------------------------------------------------------------------------------------------

2 Overzicht van een aantal belangrijke nieuwigheden Overzicht van de 9 delen van de wet, met diverse hoofdstukken en afdelingen Deel 1 Algemene bepalingen Doel De wet heeft een viervoudige achtergrond: 1. de verplichting tot implementatie van de (consumentgerichte) bepalingen van de richtlijn 2009/138/ EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekeringen het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) ( de richtlijn Solvabiliteit II ) in de Belgische wetgeving; 2. het belang van de vereenvoudiging van de bestaande wetgeving inzake de bescherming van de verzekeringsverbruiker door codificatie van de relevante bepalingen in één wet; 3. de noodzaak tot verduidelijking van de bestaande bevoegdheidsverdeling tussen de Nationale Bank en de FSMA; 4. de wens tot uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsverbruiker op enkele specifieke domeinen, zoals bij de algemene informatieverplichtingen, de organisatie van de winstdeling de segmentatie waar met name de transparantie dient te worden vergroot, de voorwaarden waaronder verzekeringsuitkeringen in bepaalde gevallen mogen worden verbonden aan beleggingsfondsen, de bevoegdheden van de toezichthouder. Voor de leesbaarheid van het bestaande wettelijk kader: één wet De wet is er hoofdzakelijk op gericht de bestaande verzekeringswetgeving met een algemene strekking, zowel wat de normatieve bepalingen als wat de bepalingen in verband met het toezicht betreft, in het belang van verzekeringsverbruiker, te verduidelijken door de verschillende bestaande wetten samen te brengen in één wet ter bescherming van de verzekeringnemer, de verzekerde, de begunstigde en de derden die belang hebben bij de uitvoering van verzekeringsovereenkomsten. (art. 3) Deze codificatie in één wet dient te verhogen: de leesbaarheid van het bestaande wettelijke kader de bescherming van de verzekeringsverbruiker artikel 4 Toepassingsgebied

3 Wat het toepassingsgebied betreft, werd er voor geopteerd om te vertrekken van een ruim algemeen toepassingsgebied. Het uitgangspunt is dat de verplichtingen die overeenkomstig deze wet worden opgelegd van toepassing zijn op alle Belgische verzekeraars en alle buitenlandse verzekeraars die een vestiging hebben in België of die in België verzekeringsactiviteiten uitoefenen zonder er gevestigd te zijn (art 4 1) en op de verzekeringstussenpersonen en/of herverzekeringstussenpersonen met België als lidstaat van herkomst of die in België werkzaam zijn. (art 4 2), onverminderd de in de wet zelf vastgestelde beperkingen aan het toepassingsgebied. Anders dan in bijvoorbeeld artikel 63 van de controlewet werd ervoor geopteerd om in de wet niet te werken met een verwijzingsbepaling om aan te duiden welke artikelen wel of niet gelden voor EER verzekeringsondernemingen en/of andere buitenlandse verzekeraars. Zulke verwijzingsbepalingen verhogen in het algemeen de leesbaarheid van een wet niet. Bij zulke verwijzingsbepalingen bestaat altijd het risico dat latere wijzigingen aan de wet hierin niet correct worden verwerkt. (Zo verwijst het artikel 63, 2 van de controlewet bijvoorbeeld naar artikel 20, 1 van de controlewet, terwijl artikel 20 van de controlewet ondertussen niet langer is opgedeeld in paragrafen). Bovendien is de toepassing van de meeste bepalingen van de wet niet afhankelijk van de herkomst van de verzekeraar, maar wel van de plaats van het risico of de verbintenis of van het op de overeenkomst toepasselijke recht. Gelet op het bovenstaande vertrekt de wet niet van een verwijzingsbepaling om het (territoriale) toepassingsgebied waar nodig te beperken, maar werd de toepassing van de bepalingen rechtstreeks in de bepalingen zelf, per sectie of per artikel, beperkt. Aangezien de wet hoofdzakelijk de bescherming van de verzekeringsverbruiker tot doel heeft, werd, wat de herverzekeringsondernemingen betreft, de momenteel in de controlewet bestaande uitsluiting ten dele overgenomen. De meeste bepalingen van de wet zijn bijgevolg niet van toepassing op ondernemingen die enkel aan herverzekeringen doen zonder eveneens, zelf dan wel via een vestiging, aan rechtstreekse verzekeringen te doen. De bestaande beperking werd aangepast in die zin dat de ondernemingen nergens aan rechtstreekse verzekeringen mogen doen en niet enkel niet in België. Zo tracht men te vermijden dat Belgische herverzekeraars in het buitenland rechtstreekse verzekeringen zouden kunnen aanbieden zonder dat de FSMA zou kunnen optreden bij wanpraktijken jegens de verbruikers bij het uitoefenen van deze activiteiten in het buitenland. In artikel 4 7 wordt opgesomd op welke ondernemingen de wet niet van toepassing is: 1 Maatschappijen van onderlinge bijstand 2 Ziekenfondsen, landsbonden van ziekenfondsen 3 Instellingen voor bedrijfspensioenverzekering 4 De gmeenschappelijke fondsen, private ondernemingen met vaste premies, openbare instellingen wat verrichtingen betreft bedoeld bij wetten betreffende rust-en overlevingspensioenen van arbeiders, bedienden, mijnwerkers, zeelieden en zelfstandigen

4 5 Ondernemingen die een hulpverleningsactiviteit uitoefenen Consumentenbescherming De wet heeft tot doel alle bepalingen in de verzekeringswetgeving die betrekking hebben op consumentenbescherming, te bundelen in één enkele wet. Dit omvat de bestaande wetgeving (zoals de controlewet en de wet op de landverzekeringsovereenkomst van 25 juni 1992) de consumentgerichte bepalingen uit de Solvency II-richtlijn Deze codificatie brengt ook meer duidelijkheid in de bevoegdheidsverdeling tussen de FSMA, die sinds 1 april 2011 toezicht houdt op de regels inzake consumentenbescherming, en de Nationale Bank, die instaat voor het toezicht op de prudentiële regels. De algemene doelstelling van de richtlijn Solvabiliteit II indachtig, beoogt de wet dan ook onder meer die bepalingen uit de controlewet (die tot de bevoegdheidssfeer van de FSMA behoren) af te splitsen van de controlewet en onder te brengen in de nieuwe algemene wet ter bescherming van de belangen van de verzekeringsverbruiker. Er wordt een wettelijke verankering gegeven aan de bepalingen uit de richtlijn Solvabiliteit II in verband met de precontractuele en contractuele informatie. De wet gaat verder dan een loutere codificatie, en strekt ertoe de consumentenbescherming op specifieke domeinen uit te breiden. Nieuwe bepalingen op het vlak van segmentatie, winstdeling en tak 23- beleggingsregels. De wet voert een belangrijk aantal nieuwe bepalingen in op het vlak van segmentatie, winstdeling en tak 23-beleggingsregels. Deze bepalingen raken de levensverzekeringen, maar zijn ook relevant (bijvoorbeeld segmentatie) voor andere verzekeringstakken. De tijd die de verzekeraars krijgen om zich te schikken naar de nieuwe regels is erg kort. Definities Zie artikel 5 Er zijn enkele definities toegevoegd in de wet. De termen verzekeraar, Belgische verzekeraar, Belgische verzekeringsonderneming, EER verzekeraar, EER verzekeringsonderneming, buitenlandse verzekeraar, buitenlandse verzekeringsonderneming, verzekeraar van een derde land, verzekeringsonderneming van een derde land, vergunning en hoofdkantoor werden gedefinieerd. I.v.m. definities verzekeraar ofwel verzekeringsonderneming :

5 De omschrijving van het begrip verzekeraar is ruim en omvat elke persoon of onderneming die als contractspartij verzekeringsovereenkomst(en) aanbiedt, - ongeacht de beroepshoedanigheid van deze persoon - ongeacht of bij het afsluiten van de overeenkomst gebruik wordt gemaakt van actuariële technieken. Aangezien de precieze invulling van dit begrip tot het prudentiële domein behoort, bevat deze wet geen definitie van het begrip verzekeringsonderneming EER (Europese economische ruimte) voor die verzekeringsondernemingen die in hun lidstaat van herkomst een vergunning hebben gekregen om verzekeringsactiviteiten te verrichten Artikel 5, 40 : Voor het begrip herverzekeringsonderneming werd de definitie van de wet op de verzekeringsbemiddeling overgenomen. In artikel 1, 10 van voormelde wet op de verzekeringsbemiddeling werd dit begrip gedefinieerd als een herverzekeringsonderneming in de zin van art. 91bis, 3, van de controlewet verzekeringen. De controlewet op haar beurt verwijst in artikel 91bis, 3 naar artikel 82 3 van de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Deel 2 Specifieke bepalingen met betrekking tot de bedrijfsvoering Titel I Algemene bepalingen Titel II Overdrachten van verzekeringsovereenkomsten Titel III Bijzondere regels met betrekking tot verzekeringen uit de groep activiteiten leven verbonden met beleggingsfondsen Beleggingsregels voor tak 23 Er werden enkele bijzondere verplichtingen opgenomen voor die verzekeringen die behoren tot de groep activiteiten leven en die verbonden zijn met een beleggingsfonds. Artikel 19: verzekeraar licht verzekeringnemer voor het sluiten van de overeenkomst in duidelijke bewoordingen in over het door hem gedragen risico Artikel 20: Voor zover de verzekeringnemer een niet-professionele cliënt is en de verbintenis in België ligt, zullen de verzekeringsuitkeringen op grond van de wet slechts verbonden mogen zijn met de in de wet opgenomen lijst van activa en/of beleggingsfondsen. Zie in wet: a) b) c) d) De wet voert beleggingsregels in voor tak 23-verzekeringen, geënt op de regels die bestaan voor instellingen voor collectieve belegging (in effecten), afgekort icb(e) s. (artikel 20)

6 Concreet is er voorzien dat een tak 23-overeenkomst enkel nog mag beleggen in icb(e) s of in activa uit beleggingscategorieën die openstaan voor icb(e) s (bijvoorbeeld in financiële instrumenten, vastgoed, ) op voorwaarde dat de icb(e)-spreidingsregels nageleefd worden. Een verzekeraar mag, zoals voorheen, meer dan 20 % beleggen in een vastrentend instrument uitgegeven door één en dezelfde instelling om het behoud van de inleg in een gestructureerde tak 23-verzekering te waarborgen op einddatum. (art. 20 2, 3, 4 ) De verzekeraar die dit doet, mag in zijn communicaties (bijvoorbeeld in reclame) geen melding meer maken van de aanwezigheid van een kapitaalgarantie. (art 20 3 ) Artikel 20 5: de regels met betrekking tot de vaststelling en de inning van provisies en kosten die rechtstreeks of onrechtstreeks ten laste van de verzekeringsnemers vallen, moeten duidelijk en nauwkeurig zijn. De nieuwe regels zijn van toepassing op de tak 23-overeenkomsten afgesloten door niet-professionele klanten na de inwerkingtreding van de wet. Daarnaast gelden ze ook voor reeds bestaande overeenkomsten indien hieraan bepaalde wijzigingen worden aangebracht (bijvoorbeeld een fondsenwissel, een wijziging in het beheersreglement, ). ------------------------------------------------------------------------------------------ Deel 3: het aanbieden en sluiten van overeenkomsten: informatie, publiciteit, tarifering, segmentatie en winstdeling In de wet werden wettelijke beperkingen inzake segmentatie bij de meest voorkomende verzekeringscontracten voorzien (met voornamelijk een verbod op discriminatie en een verscherping van de transparantie) en werd de transparantie in verband met de winstdeling vergroot. Titel I. Algemene bepalingen Artikel 21 Verzekeraars en verzekeringstussenpersonen zijn gehouden zich te gedragen naar de regels die krachtens deze wet door de Koning worden vastgesteld, na advies van de FSMA. Artikel 22: algemene, bijzondere en speciale voorwaarden, de verzekeringsovereenkomst in haar geheel, evenals alle clausules afzonderlijk die niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van deel 2 en 3 en hun uitvoeringsbesluiten en reglementen of met bepalingen van wet van 9 juli 1975 worden geacht te zijn opgesteld in overeenstemming met Titel II. Transparantievoorschriften (art 28) Hoofdstuk 1 algemene bepalingen inzake reclame en andere documenten en berichten Artikel 28: De informatie mag niet onjuist of misleidend zijn

7 De erin vervatte gegevens stemmen overeen met andere wettelijk verplichte aan de kandidaat-verzekeringnemer over te maken informatie Reclame moet duidelijk herkenbaar zijn als zodanig Hoofdstuk 2 informatie Artikel 29: bepalingen van dit hoofdstuk hebben betrekking op verzekeringsovereenkomsten waarvan risico dan wel verbintenis in België gelegen is Artikel 31: verklaring van verplichte verzekering indien de Belgische wet een bewijs verlangt Artikel 32 t.e.m. 34 verzekeringen niet-leven : - informatie over toepasselijke recht - voorschriften indien aangeboden door buitenlandse verzekeraar - inlichting over elke wijziging: hoofdkantoor, naam en adres van vertegenwoordiger Artikel 35 en 36: verzekeringen uit de groep activiteiten leven Inlichtingen opgesomd van a) t.e.m. m) o.a. d) verwijzing naar rapport over solvabiliteit en financiële positie Titel III. Tarifering, voorwaarden en segmentatie Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Artikel 40: voor vaststellen en toepassen tarieven en voorwaarden: verzekeraars zijn gehouden zich te gedragen naar regels die door de Koning worden vastgesteld, na advies van de FSMA en de Bank Artikel 42 Hoofdstuk 2 -Segmentatie Segmentatie raakt aan de essentie van de professionele verzekeringstechniek. De bedoeling is dan ook niet om segmentatie te verbieden, maar wel om, in bepaalde gevallen, de bescherming van de verzekeringnemer, de verzekerde en/of de begunstigde tegen willekeurige differentiatie te versterken. Het reeds bestaande wettelijke antidiscriminatieverbod voor die verzekeringen die als basisverzekeringen worden beschouwd, wordt veralgemeend en van toepassing gemaakt ongeacht de gehanteerde segmentatiecriteria. De wettelijke regeling betreft een maatregel van algemeen belang. Om deze reden is hij van toepassing op elke verzekeraar die activiteiten verricht in België, ongeacht de herkomst of het statuut van deze verzekeraar, maar is anderszins de toepassing ervan ook beperkt tot die overeenkomsten waarvan het risico dan wel de verbintenis in België is gelegen. (art. 42) Het is eigen aan de verzekeringstechniek om ernaar te streven groepen van vergelijkbare risico s samen te stellen. Voor een groep van personen met een gelijkaardig risicoprofiel kan de waarschijnlijke door de verzekeraar ten gevolge van de verleende dekking te

8 dragen kosten worden berekend en kan de vereiste totale premie worden vastgesteld. Deze kanssolidariteit is kenmerkend voor de verzekeringstechniek. De wet beoogt vooral de transparantie op het vlak van segmentatie te vergroten, eerder dan segmentatie op zich te verbieden. De regels zijn van toepassing op alle in de wet opgesomde verzekeringen die aangegaan worden door consumenten zoals (art. 43 1) individuele levensverzekeringen, autoverzekering, brandverzekering BA privéleven rechtsbijstandverzekering ziekteverzekeringen. De wet laat de optie open om het toepassingsgebied via koninklijk besluit uit te breiden. Art. 43 2 Website Art. 45: Elke verzekeraar die dergelijke verzekeringen aanbiedt, zal op zijn website, per type van verzekeringsovereenkomst, de segmentatiecriteria moeten toelichten die hij hanteert op het vlak van acceptatie, tarifering en/of de omvang van dekking. Daarenboven zal hij, in zijn communicatie met klanten (bijvoorbeeld bij het formuleren van een aanbod, het weigeren van een verzekering, ), op individuele wijze uitleg moeten geven bij de segmentatiecriteria die ten aanzien van de klant in kwestie werden toegepast (art. 46 1 en 2 en 3) Verder moet élk onderscheid (op grond van eender welk criterium) op het vlak van acceptatie, tarifering en dekking beantwoorden aan de algemene principes van de antidiscriminatie-wetgeving (elk onderscheid moet objectief, passend en noodzakelijk zijn). Deze bepaling is onmiddellijk van toepassing op de nieuwe verzekeringsovereenkomsten en geldt, na een overgangstermijn van één jaar, ook voor de reeds bestaande overeenkomsten. Hoewel de wet zelf geen enkel segmentatiecriterium a priori verbiedt, kan een verbod op het gebruik van een bepaald criterium later bij koninklijk besluit ingevoerd worden. (artikel 45 2) Titel IV: Winstdeling De wet bevat een aantal maatregelen op het vlak van transparantie, informatie en reclame met betrekking tot winstdeling. Deze regels hebben betrekking op de winstdeling verbonden aan een verzekeringsovereenkomst (al dan niet behorend tot de tak Leven), niet op de ristorno s die onderlinge verzekeringsverenigingen uitkeren conform hun statuten. Opvallend is dat er een verbod wordt ingevoerd om in reclame melding te maken van winstdeling (zowel qua cijfers uit het verleden, als qua prognoses

9 voor de toekomst) indien de winstdeling discretionair beslist wordt door de verzekeraar. Dit verbod geldt echter niet indien de verzekeraar contractueel verplicht is tot winstdeling over te gaan (bijvoorbeeld een afgezonderd fonds) of indien het recht op winstdeling wettelijk is geregeld (wat thans niet het geval is, maar later eventueel doorgevoerd kan worden via koninklijk besluit). De wet regelt tevens welke informatie een verzekeraar vóór de sluiting en in de loop van het contract moet verstrekken op het vlak van winstdeling. Indien een verzekeraar in reclame melding maakt van winstdeling, dient hij een winstdelingsplan op te stellen en dit ter beschikking te houden van zijn klanten. (art. 51) De verzekeraar moet hierin vermelden (art. 51 2) hoe de totale winst wordt berekend, op welke wijze wordt bepaald of en hoeveel van deze winst wordt uitgekeerd, hoe deze winst wordt verdeeld onder de aandeelhouders en de verzekerden, en op basis van welke criteria de winst toegekend wordt aan de individuele contracten. Tot slot dient de toekenning van de winst aan de individuele verzekerden op een billijke manier te gebeuren. Welke criteria een verzekeraar hierbij al dan niet mag hanteren, kan via koninklijk besluit gepreciseerd worden. (art. 51 4) -------------------------------------------------------------------------------------- Deel 4. De landverzekeringsovereenkomst (Art 54 Art 224) Titel I toepassingsgebied en definities Artikel 54: van toepassing op alle landverzekeringsovereenkomsten Niet van toepassing - op de herverzekering - op verzekeringen van goederenvervoer, met uitzondering van bagage-en verhuisverzekeringen Artikel 55 bevat definities Artikel 56: dwingend recht (tenzij uit bewoordingen zelf blijkt dat mogelijkheid wordt gelaten af te wijken door bijzondere bepalingen) Titel II - De verzekeringsovereenkomst in het algemeen Hoofdstuk 1: Bepalingen betreffende alle verzekeringsovereenkomsten Afdeling I het sluiten van de overeenkomst Artikel 57-61

10 Artikel 61 medische informatie Het huidige artikel 95 van de wet landverzekeringsovereenkomst werd verplaatst naar het hoofdstuk met de bepalingen betreffende alle verzekeringsovereenkomsten. De oorspronkelijke plaats van deze bepaling had tot gevolg dat de toepassing er van beperkt werd tot de persoonsverzekeringen alleen. Deze bepaling handelt over de medische informatie en kan een ruimer toepassingsgebied vinden dan de persoonsverzekeringen alleen. Met name kan worden gedacht aan het afhandelen van lichamelijke schade in de aansprakelijkheidsverzekeringen of het sluiten van verzekeringen waarbij de gezondheidstoestand van de kandidaat-verzekerde een factor is bij het bepalen van de verzekeringsdekking, zoals de reisbijstands-, en annulatieverzekeringen. Als gevolg van de verplaatsing van deze bepaling zal er in de toekomst geen betwisting meer bestaan dat het artikel toepassing zal vinden telkens wanneer de gezondheidstoestand een element is bij het afsluiten van een verzekeringsovereenkomst of het regelen van een schadegeval, of het nu een persoons- dan wel een schadeverzekeringsovereenkomst betreft. Afdeling II Omvang van de dekking Artikel 62 - de verzekeraar dekt de schade veroorzaakt door de schuld, zelfs de grove schuld Afdeling III Bewijs en inhoud van de overeenkomst Artikel 64 Afdeling IV Uitvoering van de overeenkomst Artikel 65 Geheel of gedeeltelijk verval van het recht op verzekeringsprestatie Artikel 68 Het artikel legt een specifieke regeling op die bepaalt dat alle bedragen die op grond van een verzekeringsovereenkomst aan minderjarigen dan wel onbekwaamverklaarden worden betaald, op een geblokkeerde rekening moeten worden gestort. Dit zal gelden voor zowel de persoonsverzekeringen, als de schadeverzekeringen. Uiteraard kunnen deze gelden aangewend worden ten bate van de minderjarige maar dan met inachtneming van de algemene voorschriften die het beheer van een dergelijke rekening regelen. Deze toevoeging kadert in een reeks van wijzigingen die volgen op het arrest van het Europees Hof van de Rechten van de Mens van 7 juli 2009 in de zaak Stagno tegen België, in verband met de toepassing van de wettelijke verjaringstermijn in specifieke omstandigheden Aanmaning tot betaling Artikel 70 van de wet herneemt artikel 15 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst. In lid 3 van artikel 70 werden de verplichte vermeldingen in de ingebrekestelling waarmee kennis wordt gegeven van de schorsing van de dekking en/of de opzegging van de overeenkomst en die de verzekeraar aan de verzekeringnemer kan richten in geval van niet-betaling van de premie, uitgebreid, met als doel de rechtszekerheid te vergroten. Naast de gegevens die al verplicht vermeld moesten worden (aanmaning om de premie te betalen binnen de termijn bepaald in de ingebrekestelling, vervaldag

11 van de premie en gevolgen van niet-betaling binnen de gestelde termijn), moet in de ingebrekestelling voortaan ook het premiebedrag worden vermeld dat de verzekeringnemer verschuldigd is, evenals alle gegevens die het mogelijk maken het precieze tijdstip te bepalen waarop de schorsing of de opzegging uitwerking hebben (namelijk de aanvang van de termijn en de vermelding dat de schorsing of de opzegging uitwerking hebben vanaf de dag volgend op de dag waarop de termijn eindigt). Onder gevolgen van niet-betaling binnen de gestelde termijn dient niet alleen te worden verstaan de gevolgen in termen van schorsing en opzegging maar ook het recht van de verzekeraar om eventueel nalatigheidintresten en invorderingskosten te eisen. Uitwerking van schorsing van de dekking of van de opzegging van de overeenkomst Artikel 71 van de wet herneemt artikel 16 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst. Aangezien de premie pas betaald is wanneer ze in het bezit komt van de verzekeraar (dit wil zeggen, wanneer ze op de bankrekening van de verzekeraar staat) en niet wanneer de verzekeringnemer de opdracht tot betaling geeft, kan deze laatste onmogelijk het precieze bedrag berekenen van de intresten die hij eventueel verschuldigd is naast de vervallen premies en die hij geacht wordt te betalen. Het tweede lid is dus in die zin aangepast dat de betaling van de vervallen premies volstaat om een einde te maken aan de schorsing van de dekking. Door de wijzigingen die in het derde en vierde lid zijn aangebracht, blijkt voortaan uitdrukkelijk uit de artikelen 69 tot en met 71 dat de verzekeraar over drie mogelijkheden beschikt indien de verzekeringnemer de premie niet betaalt. Ofwel zegt hij de overeenkomst op zonder eerst de dekking te schorsen, indien de verzekeringnemer zijn situatie niet regulariseert binnen de termijn die vastgesteld is in de ingebrekestelling (artikel 69, eerste lid). Ofwel schorst hij de dekking en geeft hij in de ingebrekestelling meteen ook kennis van zijn voornemen om de overeenkomst op te zeggen indien de verzekeringnemer zijn situatie niet geregulariseerd heeft bij het verstrijken van de schorsingstermijn (artikel 71, derde lid). Ofwel schorst hij zonder meer zijn dekking; in dat geval kan hij de overeenkomst slechts opzeggen via een nieuwe ingebrekestelling (artikel 71, vierde lid). In de ingebrekestelling moeten in elk geval de gegevens worden vermeld die opgesomd zijn in artikel 70. Afdeling V Beding ten behoeve van derden Afdeling VI Niet bestaan en wijziging van risico Verzwaring van risico Artikel 81 van de wet herneemt artikel 26 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst en werd aangepast rekening houdend met de nieuwe bepalingen inzake segmentatie. Afdeling VII Medeverzekering en taak van de eerste verzekeraar Afdeling VIII Opzeggingswijzen Afdeling IX Duur en einde van de overeenkomst

12 Artikel 85 van de wet herneemt artikel 30 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst. Er werd verduidelijkt dat de maximale duur van één jaar, niet van toepassing is voor ziekte- en levensverzekeringen, en ook niet van toepassing is voor kapitalisatieverrichtingen. Afdeling X Verjaring Artikel 88 verjaringstermijn Schorsing en stuiting van de verjaring Artikel 89 van de wet herneemt artikel 35 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst. Paragraaf 1 werd aangepast. Ook deze wijziging kadert in een reeks van wijzigingen die volgen op het arrest van het Europees Hof van de Rechten van de Mens van 7 juli 2009 in de zaak Stagno tegen België waarbij het Hof de mening was toegedaan dat de starre toepassing van een verjaringstermijn die geen rekening houdt met de bijzondere omstandigheden van de zaak, de verzoekende partijen belet heeft om een verhaal uit te oefenen waarover ze in beginsel beschikten. Afdeling XI Scheidsrechtelijke uitspraken Hoofdstuk 2 bepalingen eigen aan de verzekeringen tot vergoeding van schade Verzekering ten behoeve van een derde Artikel 92, 2 e lid Alle excepties eigen aan de verzekeringsovereenkomst en waarop de verzekeraar zich tegen de verzekeringnemer kan beroepen zijn tegenstelbaar aan de verzekerde, wie het ook zij Indeplaatstelling van de verzekeraar Artikel 95 Hoofdstuk 3 bepalingen eigen aan de verzekering tot uitkering van een vast bedrag Geen indeplaatstelling Art. 103 Tenzij anders is bedongen treedt de verzekeraar die de verzekerde prestaties heeft uitgevoerd, niet in de rechten van de verzekeringsnemer of de begunstigde jegens derden Artikel 104 Tenzij anders is bedongen worden de verplichtingen van de verzekeraar niet verminderd door de schadevergoedingen of prestaties die de begunstigde op andere gronden verkrijgt. Titel III - Schadeverzekering Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen Artikel 106: bepaling over reddingskosten Hoofdstuk 2 Zaakverzekeringsovereenkomsten Afdeling I Gemeenschappelijke bepalingen betreffende alle zaakverzekeringen

13 Onderafdeling 1 verzekerbare waarde Onderafdeling 2 verplichtingen van de verzekerde Onderafdeling 3 overdracht onder de levenden Onderafdeling 4 betaling van de schadevergoeding en voorrecht van de verzekeraar Afdeling II nadere bepalingen betreffende sommige zaakverzekeringen Onderafdeling 1 : brandverzekering Normale dekking Uitbreiding van de dekking Onderafdeling 2 : de verzekering tegen natuurrampen wat betreft eenvoudige risico s Natuurramp : omschrijving Artikel 124 In artikel 124 van de wet werd onder a) de wettelijke interpretatie van het begrip overstroming opgenomen in de bepaling zelf. In punt a) werd tevens alsmede de aardverschuivingen of grondverzakkingen die eruit voortvloeien opgenomen, zodat er geen twijfel meer over kan bestaan dat ook de aardverschuivingen of grondverzakkingen die voortvloeien uit een overstroming binnen de omschrijving van het begrip natuurramp vallen. Artikel 131 - tariferingsbureau Het artikel werd in de wet op de landverzekeringsovereenkomst ingevoegd bij wet van 21 mei 2003 tot wijziging van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen. Artikel 132 - compensatiekas natuurrampen Dit artikel van de wet herneemt artikel 68-10 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst. In paragraaf 1 werd in het tweede lid werd een machtiging aan de Koning opgenomen om in het raam van de dekking van de natuurrampen aan de Compensatiekas een opdracht tot coördinatie tussen de rechtstreekse verzekeraar en de Nationale Kas voor Rampenschade toe te vertrouwen. Onderafdeling 3 : Oogstverzekering Onderafdeling 4 : Krediet- en borgverzekering Hoofdstuk 3 Aansprakelijkheidsverzekeringen Art 142: Verplichtingen van de verzekeraar na het einde van de overeenkomst Art 143: Leiding van het geschil Artikel 147: Vrije beschikking over de schadevergoeding Artikel 148: Kwitantie ter afrekening

14 Artikel 150: Eigen recht van de benadeelde Artikel 151: Tegenstelbaarheid van excepties, nietigheid en verval van recht 1 bij verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekeringen 2 voor andere soorten burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekeringen Artikel 152: recht van verhaal van de verzekeraar op de verzekeringsnemer Artikel 152 van de wet herneemt artikel 88 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst. De Nederlandse tekst werd aangepast aan de Franse tekst en het woord op werd vervangen door of. Verder werd het verhaalsrecht beperkt tot het persoonlijk aandeel van de verzekerde in de aansprakelijkheid. Het verhaalsrecht van de verzekeraar is gesteund op een contractuele tekortkoming van de verzekerde. Het feit dat een andere persoon dan de verzekerde mede aansprakelijk is, is onafhankelijk van de wil van de verzekerde en kan hem bijgevolg niet aangerekend worden. Bijgevolg kan de last van de insolvabiliteit van een medeaansprakelijke niet op de in solidum aansprakelijke verzekerde worden gelegd. Artikel 153 Tussenkomst in de rechtspleging Hoofdstuk 4 - Rechtsbijstandverzekeringen (art 154 e.v.) Artikel 156 Vrije keuze van raadslieden Artikel 157 Recht van de verzekeraar om dekking te weigeren Titel IV - Persoonsverzekeringen Hoofdstuk 1: Gemeenschappelijke bepalingen In artikel 159 van de wet, dat gebaseerd is op artikel 96 WLVO, werd het absolute verbod vervangen door een machtiging aan de Koning om bijzondere voorwaarden op te leggen aan verzekeringen die voorzien in uitkeringen voor het geval dat een kind dood geboren wordt of overlijdt voordat het de volle leeftijd van vijf jaar heeft bereikt. Hoofdstuk 2 Levensverzekeringsovereenkomsten Afdeling I: Algemene bepalingen Artikel 160 van de wet herneemt artikel 97 WLVO. De interpretatieve wet van 19 juli 2013 ten aanzien van artikel 97 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst (B.S. 08-08-2013) werd verwerkt in artikel 160 van de wet. Art. 2. Artikel 97 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst wordt in die zin uitgelegd dat, enerzijds, het toepassingsgebied van hoofdstuk II van titel III alle persoonsverzekeringsovereenkomsten bestrijkt waarbij het zich voordoen van het verzekerde voorval alleen afhankelijk is van de menselijke levensduur,zelfs indien de partijen de wederzijdse prestaties hebben geëvalueerd zonder rekening te houden met de voorvalswetten en, anderzijds, de bij dit hoofdstuk bedoelde verzekeringen geacht worden uitsluitend gericht te zijn op de

15 uitkering van een vast bedrag. Art. 3. Deze wet is niet van toepassing op de verzekeringsovereenkomsten waarvan de partijen bij de overeenkomst de wederzijdse verzekeringsprestaties volledig hebben uitgevoerd, ten laatste op de dag waarop deze wet wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Er werd tevens opgenomen dat de artikelen 167 en 178 van toepassing zijn op kapitalisatieverrichtingen. Het hoofdstuk over levensverzekeringen bevat artikelen die moeilijk toe te passen zijn op onder andere groepsverzekeringen en soms haaks staan op andere wetgevingen, zoals bijvoorbeeld de wetten op de aanvullende pensioenen (de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (WAP) en titel II, hoofdstuk 1, afdeling 4 van de programmawet (I) van 24 december 2002 (WAPZ)). Het betreft onder andere de bepalingen inzake de begunstiging, recht van voorschot, afkoop, inpandgeving en reductie. Lid 2 van artikel 160 voegt een bepaling toe aan dit hoofdstuk waarbij aan de Koning de bevoegdheid wordt gegeven om bepaalde artikelen ervan niet van toepassing te verklaren of er een andere lezing aan te geven voor wat betreft de verzekeringscontracten die Hij zal aanduiden. In het bijzonder wordt gedacht aan de verzekeringsovereenkomsten die gebruikt worden in het kader van de opbouw van aanvullende pensioenen. Afdeling II Verzekerd risico Art 164 uitgesloten risico s Afdeling III bepaling van de premie en inwerkingtreding van de overeenkomst Afdeling IV - Rechten van de verzekeringnemer a) Begunstiging Aanwijzing van de begunstigde : artikel 169 Geen begunstigde : artikel 170 Aanwijzing van de echtgenoot: artikel 171 In artikel 171, eerste lid van de wet werd de verwijzing in artikel 108 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst naar artikel 299 van het Burgerlijk Wetboek geschrapt. In de plaats van de verwijzing naar dit artikel 299 BW werd een verwijzing naar de artikelen 193 of 196 van de wet opgenomen. De artikelen 193 en 196 leggen immers vast onder welke omstandigheden de begunstigde echtgenoot ook na de echtscheiding begunstigde blijft. De verhouding tussen het stelsel van de voordelen zoals bepaald in artikel 299 van het Burgerlijk Wetboek, en dat van de levensverzekering, wordt geregeld in deze bepalingen.

16 Aanwijzing van de kinderen - Artikel 172 Gezamenlijke aanwijzing van de kinderen en van de echtgenoot als begunstigden - Artikel 173 Aanwijzing van de wettelijke erfgenamen als begunstigden - Artikel 174 Vooroverlijden van de aangewezen begunstigde - Art 175 b) herroeping van de begunstiging Recht van herroeping Gevolgen van herroeping c) recht van afkoop en reductie Afdeling V - Rechten van de begunstigde a) recht op verzekeringsprestaties b) aanvaarding van de begunstiging c) rechten van de erfgenamen van de verzekeringsnemer ten aanzien van de begunstigde inbreng of inkorting in geval van overlijden van de verzekeringsnemer: artikel 188 Inbreng voor zover de verzekeringsnemer dit uitdrukkelijk heeft bedongen d) rechten van de schuldeisers van de verzekeringsnemer ten aanzien van de begunstigde Afdeling VI - Gevolgen van de echtscheiding of van de scheiding van tafel en bed bij verzekering tussen in gemeenschap van goederen getrouwde echtgenoten A. Echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting Rechten van de verzekeringsnemer gedurende de echtscheidingsprocedure Artikel 191 In de wet op de landverzekeringsovereenkomst wordt nog gesproken van echtscheiding op grond van bepaalde feiten. De wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van de echtscheiding heeft evenwel de echtscheiding op grond van bepaalde feiten afgeschaft. Daarom werd in titel IV, hoofdstuk 2, afdeling VI van de wet in de titel van punt A. de echtscheiding op grond van bepaalde feiten vervangen door de echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting. Recht op verzekeringsprestaties gedurende de echtscheidingsprocedure Artikel 192

17 Recht op verzekeringsprestaties die opeisbaar worden na de overschrijving van de echtscheiding Artikel 193 In artikel 193 van de wet, dat artikel 131 WLVO overneemt, wordt het lot van de prestaties van de levensverzekering na echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting geregeld. De wet behoudt de huidige regeling uit de WLVO. (Art. 131 WLVO Recht op verzekeringsprestaties die opeisbaar worden na de overschrijving van de echtscheiding. De verzekeringsprestaties die opeisbaar worden na de overschrijving van de echtscheiding worden rechtsgeldig betaald aan de uit de echt gescheiden echtgenoot die als begunstigde is aangewezen, behoudens toepassing van artikel 299 van het Burgerlijk Wetboek. Art. 299 BW 1 [Behoudens overeenkomst in tegenovergestelde zin verliezen de echtgenoten alle voordelen die ze elkaar bij huwelijksovereenkomst en sinds het aangaan van het huwelijk hebben toegekend.] 1 (Vervangen bij art. 5 W. 27 april 2007)) Indien de levensverzekering kwalificeert als een voordeel dat tijdens het huwelijk door de ene echtgenoot werd toegekend aan de andere echtgenoot, zal artikel 299 BW moeten worden toegepast en niet artikel 193. Indien de begunstiging in de levensverzekering geen voordeel in de zin van artikel 299 van het Burgerlijk Wetboek is, zal artikel 193 moeten worden toegepast. Net zoals dit reeds het geval is in het huidige artikel 131 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst, zal de uit de echt gescheiden echtgenoot die bij name als begunstigde werd aangeduid, dan begunstigde blijven. De wet voorziet uitdrukkelijk de mogelijkheid om af te wijken van dit principe. De echtgenoten kunnen in de levensverzekeringsovereenkomst of later, naar analogie van wat reeds voorzien was in de WLVO in geval van echtscheiding met onderlinge toestemming, bepalen dat de echtgenoot na echtscheiding geen begunstigde meer zal zijn en, al dan niet bij name, een andere begunstigde aanduiden. De verzekeraar dient dan wel op de hoogte te worden gebracht van de echtscheiding, dan wel van de nieuwe aanwijzing. B. Echtscheiding door onderlinge toestemming Rechten van de verzekeringsnemer gedurende de proeftijd art. 194 Recht op verzekeringsprestaties die opeisbaar worden tijdens de proeftijd art. 195 Artikel 196- Recht op verzekeringsprestaties die opeisbaar worden na overschrijving van de echtscheiding In artikel 196 van de wet, dat artikel 134 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst overneemt, wordt het lot van de prestaties van de levensverzekering na echtscheiding met onderlinge toestemming geregeld.

18 De wet behoudt de huidige regeling uit de WLVO. Zo wordt, net als in artikel 193, ook in artikel 196 van de wet een verwijzing naar de mogelijke toepassing van artikel 299 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen. Artikel 299 BW maakt immers geen onderscheid tussen de echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting, dan wel na onderlinge toestemming. In het artikel 196 werd dan ook rekening gehouden met een mogelijke toepassing van het artikel 299 BW, zoals dit werd gewijzigd door de wet van 27 april 2007, dat bepaalt dat de echtgenoten na echtscheiding de voordelen verliezen die zij elkaar hebben toegekend tijdens het huwelijk, (behoudens overeenkomst in tegenovergestelde zin) Indien de levensverzekering kwalificeert als een voordeel dat door de ene echtgenoot werd toegekend aan de andere echtgenoot tijdens het huwelijk zal artikel 299 BW moeten worden toegepast en niet artikel 196 van de wet. Indien de begunstiging in de levensverzekering geen voordeel in de zin van artikel 299 van het Burgerlijk Wetboek is, zal de regeling van artikel 196 van het wet moeten worden toegepast. Net zoals dit reeds het geval is in het huidige artikel 134 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst, zal de bij name aangeduide begunstigde echtgenoot dan begunstigde blijven. Artikel 134 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst (WLVO) voorzag al de mogelijkheid om hier op het moment van de echtscheiding in onderling overleg van af te wijken. De wet behoudt deze mogelijkheid. (Art. 134 WLVO : Recht op verzekeringsprestaties die opeisbaar worden na de overschrijving van de echtscheiding De verzekeringsprestaties die opeisbaar worden na de overschrijving van de echtscheiding, worden rechtsgeldig betaald aan de uit de echt gescheiden echtgenoot die als begunstigde is aangewezen, tenzij de echtgenoten in hun echtscheidingsconvenant, bedoeld in artikel 1287 van het Gerechtelijk Wetboek, anders hebben bedongen en zij de verzekeraar op de hoogte hebben gebracht van de nieuwe aanwijzing.) Daarnaast werd ook uitdrukkelijk voorzien dat de echtgenoten hier van kunnen afwijken door in de levensverzekeringsovereenkomst zelf te bepalen dat de echtgenoot na echtscheiding geen begunstigde meer zal zijn en, al dan niet bij name, een andere begunstigde aan te duiden. De verzekeraar moet dan wel op de hoogte worden gebracht van de echtscheiding, dan wel van de nieuwe aanwijzing. C. Scheiding van tafel en bed Artikel 197 : Indien scheiding van tafel en bed op grond van onherstelbare ontwrichting zijn art. 191 tot 193 van toepassing. Indien scheiding van tafel en bed door onderlinge toestemming: artikel 194 tot 196 zijn van toepassing. Hoofdstuk 3: persoonsverzekeringsovereenkomsten andere dan levensverzekeringen Artikel 198 persoonsverzekeringen, andere dan levensverzekeringen, strekken tot vergoeding van schade of tot uitkering van een vast bedrag, naargelang partijen bedongen hebben

19 Hoofdstuk 4: ziekteverzekeringsovereenkomsten Afdeling I : Inleidende bepalingen Art. 201 Afdeling II: Andere dan beroepsgebonden ziekteverzekeringsovereenkomsten Art. 206: chronisch zieken en patiënten met een handicap Artikel 206 Artikel 138bis-6, van de wet op de landverzekeringsovereenkomst stelt een procedure in waarbij chronisch zieken en gehandicapten onder bepaalde voorwaarden toch het recht op een ziektekostenverzekering kunnen laten gelden. Het vierde lid van dit artikel geeft aan deze bepaling een tijdelijk karakter dat evenwel door de Koning kan worden verlengd. Aangezien uit een verslag van het Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg blijkt dat de toepassing van deze bepaling niet controversieel is, wordt het vierde lid, en dus het tijdelijk karakter van dit artikel, opgeheven. Het artikel 206, dat dit artikel 138bis-6 herneemt in de wet, werd in die zin opgenomen in de wet. Onverminderd de bevoegdheid van de hoven en rechtbanken worden de geschillen met betrekking tot de kosten die van de dekking uitgesloten zijn of slechts beperkt gedekt worden, eerst voorgelegd aan een door de Koning bij een besluit vastgelegd na overleg in de Ministerraad, opgericht bemiddelingsorgaan. Afdeling III Individuele voortzetting van beroepsgebonden ziekteverzekeringsovereenkomst Art. 210 waarborgen De individueel voortgezette ziekteverzekeringsovereenkomst biedt minstens waarborgen die gelijksoortig zijn met die welke geboden worden door de voortgezette beroepsgebonden ziekteverzekeringsovereenkomst 1 keuze van kamer 2 de terugbetalingsformule 3 de pre- en posthospitalisatie 4 de zware ziekten Art. 211 premie Bij de berekening van de premie wordt alleen rekening gehouden met de leeftijd van verzekerde op het ogenblik van de individuele voortzetting, onverminderd art. 209 1 (punt 1 ) Verder punt 2 tot 5 in artikel 211 opgenomen Hoofdstuk 5: Nadere bepalingen betreffende sommige verzekeringsovereenkomsten die de terugbetaling van het kapitaal van een krediet waarborgen

20 Schuldsaldoverzekeringen De wet brengt ook enkele aanpassingen aan aan de wet van 21 januari 2010 met betrekking tot schuldsaldoverzekeringen voor personen met een verhoogd gezondheidsrisico. (artikel 212) Artikel 213: Premie opsplitsen in basispremie en bijpremie Artikel 217 De wet herneemt de mogelijkheid uit de WLVO om een Opvolgingsbureau voor tarifering op te richten, waarvan de samenstelling bij wet werd vastgelegd. Dit Bureau dient onder meer na te gaan of de door verzekeringsondernemingen gevraagde bijpremies medisch en verzekeringstechnisch verantwoord zijn. Het Bureau formuleert, overeenkomstig de bepalingen van de wet, dienaangaande bindende voorstellen. In de wet wordt verduidelijkt welke dossiers in aanmerking komen voor een herevaluatie door het Opvolgingsbureau onderzoek weigeringen en onderzoek voorstellen van bijpremies vanaf een bij KB te bepalen niveau In de wet wordt verduidelijkt wie het secretariaat ervan zal waarnemen (Raad van toezicht binnen de ombudsdienst inzake verzekeringen) (art 217 5) en hoe de werkingskosten gefinancierd zullen worden (art 217 4) Toegang tot verzekeringen onder de door het Opvolgingsbureau voor de tarifering voorgestelde voorwaarden Deze aanpassingen hebben vooral betrekking op de werking van het zogenaamde Opvolgingsbureau voor de tarifering dat zal instaan voor de herevaluatie van verzekeringsdossiers. (art. 219) Art. 220: De Koning erkent een compensatiekas. Compensatiekas heeft tot taak de last van de bijpremies te verdelen Bemiddelingsorgaan inzake schuldsaldoverzekeringen Art. 221: Onverminderd de bevoegdheid van hoven en rechtbanken worden geschillen eerste voorgelegd aan bemiddelingsorgaan bedoeld in art 206, derde lid. Art 222: De verzekeraar die een bijpremie aanrekent die meer dan 200% van de basispremie bedraagt, is ertoe gehouden de gestandaardiseerde waarborg aan te bieden aan de verzekeringnemer. gestandaardiseerde waarborg: maximaal 200 000 EUR (indien kandidaatverzekerde het hypothecaire krediet alleen aangaat) Art. 224: verbouwen of verwerven van eigen en enige gezinswoning van verzekeringsnemer -------------------------------------------------------------------------------------------

21 Deel 5: De verzekeringsovereenkomst, andere dan de landverzekeringsovereenkomst zoals bedoeld in deel 4 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 225 De bepalingen van deel 5 van de wet hernemen grotendeels ongewijzigd de bepalingen van de verzekeringswet van 11 juni 1874. Er werd verduidelijkt dat dit deel van toepassing is op overeenkomsten onderworpen aan het Belgische recht. Artikel 1, lid 1 van de wet van 11 juni 1874 welke bepaling een aparte definitie bevatte van de verzekeringsovereenkomst werd, gelet op het advies van de Raad van State, niet overgenomen. Aangezien de overige bepalingen, artikel 32 van de wet van 11 juni 1874 uitgezonderd, ongewijzigd, dan wel met enkel taalkundige of vormelijke wijzigingen, werden overgenomen in de wet, wordt geen verdere toelichting gegeven. De bepalingen van dit deel zijn mede van toepassing op zeeverzekering, op verzekering betreffende land-, rivier en kanaalvervoer. Hoofdstuk 2 : Personen die een verzekeringsovereenkomst kunnen aangaan Artikel 228-232 Hoofdstuk 3 Verplichtingen van de verzekeraar en van de verzekerde Artikel 233-248 Artikel 246 van de wet herneemt artikel 22 van de wet van 11 juni 1874. In dit artikel werd opgenomen dat de verzekeraar die aan een minderjarige, onbekwaamverklaarde of andere onbekwame een betaling verricht bij toepassing van een verzekeringsovereenkomst, dit doet op een rekening die op zijn naam is geopend en die onbeschikbaar is tot de meerderjarigheid of het opheffen van de onbekwaamheid, onverminderd het recht op wettelijk genot. Deze wijziging werd opgenomen gelet op de soortgelijke bepaling die werd opgenomen in het deel van de wet dat de bepalingen van de wet op de landverzekeringsovereenkomst incorporeert (artikel 72 van de wet). Deze wijziging kadert in dezelfde reeks van wijzigingen die volgen op het arrest van het Europees Hof van de Rechten van de Mens van 7 juli 2009 in de zaak Stagno tegen België. (Terloops: cfr wet van 17 maart 2013 - Meerderjarige beschermde personen keuze voor het neutrale begrip beschermde personen, invoeren van begrip wilsonbekwaamheid) Hoofdstuk 4 - Bewijs en inhoud van de overeenkomst Artikel 249 251 Hoofdstuk 5 Enige gevallen van ontbinding van de overeenkomst

22 Hoofdstuk 6- Verjaring Artikel 256 van de wet herneemt artikel 32 van de wet van 11 juni 1874. waarvan het eerste lid werd gewijzigd. Toevoeging : de verjaring tegen minderjarigen, onbekwaamverklaarden en andere onbekwamen loopt niet tot op de dag van de meerderjarigheid of van de opheffing van de onbekwaamheid Ook deze wijziging kadert in de reeks van wijzigingen die volgen op het arrest van het Europees Hof van de Rechten van de Mens van 7 juli 2009 in de zaak Stagno tegen België waarbij het Hof de mening was toegedaan dat de starre toepassing van een verjaringstermijn die geen rekening houdt met de bijzondere omstandigheden van de zaak, de verzoekende partijen belet heeft om een verhaal uit te oefenen waarover ze in beginsel beschikten. Lid 1 werd dan ook in die zin aangepast dat de verjaring niet loopt tegen minderjarigen en onbekwaamverklaarden tot op de dag van de meerderjarigheid of de opheffing van de onbekwaamverklaring. --------------------------------------------------------------------------------------------------- Deel 6: verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen De bepalingen van deel 6 van de wet hernemen grotendeels ongewijzigd de bepalingen van de wet op de verzekeringsbemiddeling Hoofdstuk 1 Definities Hoofdstuk 2 - Algemene bepalingen Hoofdstuk 3 inschrijving Afdeling I. Artikel 262 - FSMA Categorieën Verzekeringsmakelaars Verzekeringsagenten verzekeringssubagenten Artikel 267 Afdeling II Procedure en voorwaarden Artikel 267 2: website FSMA Artikel 268 beroepskennis Voldoende geschiktheid en professionele betrouwbaarheid Afdeling III- Wijze van betaling van de premie en van de verzekeringsprestatie Hoofdstuk 4 Informatievereisten en andere gedragsregels