betreffende een duidelijk nationaal en internationaal engagement van Vlaanderen in de voorbereiding van de nieuwe klimaattop in Warschau

Vergelijkbare documenten
Werkblad 3. Klimaatconferentie Parijs december 2015

van de heer Hermes Sanctorum, de dames Gwenny De Vroe en Mercedes Van Volcem en de heer Filip Watteeuw

KLIMAATBELEID. Joke Schauvliege Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw. 20 maart 2015, Drongen. Joke Schauvliege

Klimaatverandering en Ontwikkeling

BRIEFADVIES 22 septtember

Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen.

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

Klimaatverandering: beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie

Klimaat en ontwikkeling

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

SonEnergie, 25 maart 2019 Jacques Hagoort

BBL DOSSIER. KlimaatBELEID The basics

KLIMAATVERANDERING EN ZESDE STAATSHERVORMING. Prof. Dr. Luc LAVRYSEN. Rechter in het Grondwettelijk Hof Hoogleraar Universiteit Gent

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Klimaat en ontwikkeling

Vragen voor burgers die deelnemen aan WWViews

OVERLEGCOMITE FEDERALE REGERING GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN. Vergadering van 8 maart Het Comité keurt de hierbij gevoegde tekst goed.

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2015 (OR. en)

COP18: Doha. Standpunten van de milieubeweging CCIM stakeholderoverleg: 19 november Presentation to Company Name 18 November

Achtergrondinformatie toelichtingen bij ppt1

Klimaatverandering in het Zuiden

VR MED.0081/1

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 21 december 2017 Betreft Resultaten COP23 te Bonn

betreffende het vastleggen van ambitieuze onderhandelingsdoelstellingen voor de Vlaamse Regering op de Klimaatconferentie in Kopenhagen

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

6981/17 ASS/sl 1 DG C 1

De vakbonden en de Klimaattop in Kopenhagen

Het nieuwe Europese Klimaatplan voor 2030 #EU2030 YVON SLINGENBERG DG CLIMATE ACTION

12807/16 mak/sl 1 DG E 1B

Persconferentie van Charles Picqué en Evelyne Huytebroeck - 7 december

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

13157/16 cle/van/dp 1 DGG 1A

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie

WASA KOMT OP VOOR DE PLANEET

VOORSTEL VAN WET. Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-1043/8. Amendement. Giovanni La Via, Peter Liese namens de PPE-Fractie

Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HOOFDSTUK I DE KLIMAATPROBLEMATIEK

20% of naar 30% BKG reductie

Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol?

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2016 (OR. en)

VOORONTWERP VAN RESOLUTIE

Curaçao Carbon Footprint 2015

Oriëntatienota. klima. klimaatbeleid. 25 juni Datum NVT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

het multilaterale, Europese en Vlaamse klimaatbeleid

Eindexamen maatsschappijwetemschappen vwo I

Want als er in Marrakech iets duidelijk is geworden dan is het wel dat we inmiddels in een andere wereld leven dan in 2001.

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING. Vlaamse bijdragen voor ontwikkelingssamenwerking (ODA) en internationale klimaatfinanciering in 2018.

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen

Voorontwerp voor een Klimaatwet. Memorie van toelichting

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen. Heleen de Coninck, 13 september 2011

Gevolgen van klimaatverandering voor Nederland

COP15 Volgende stappen

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Vraag en Antwoord - Klimaatactieweekend

7495/17 tin/gra/sl 1 DGG 1A

Tweede Kamer der Staten-Generaal

betreffende het vastleggen van ambitieuze onderhandelingsdoelstellingen voor de Vlaamse Regering op de Klimaatconferentie in Kopenhagen

COP 21: analyse van het nieuwe klimaatakkoord en de mogelijke beleidsmatige en economische impact. 2 februari 2016 Tomas Wyns,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Q&A: Kris Peeters and the Deathly Climate Hallows

Het kabinet is verheugd dat het akkoord voorziet in een eigentijdse vorm van

Verslag van mijn deelname aan de voorbereidende klimaatonderhandelingen in het kader van de UNFCCC, doorgegaan van 6-17 juni 2011 in Bonn (Duitsland)

Kiezen voor 100% hernieuwbare energie zorgt voor nieuwe jobs

Klimaatveranderingen 2014: Beperking van de klimaatverandering

DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

Voorstel van resolutie. betreffende het nieuwe klimaatverdrag van Kopenhagen. van de heer Bart Martens en de dames Tinne Rombouts en Liesbeth Homans

Strategy: a perspective

VN-Conferentie over klimaatverandering COP 20 in Lima, Peru (1-12 december 2014)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Emissie broeikasgassen in Europa (EU-15),

Stand van zaken onderhandelingen COP21

*** ONTWERPAANBEVELING

VN-Conferentie over klimaatverandering 2014 COP 20 in Lima, Peru (1-12 december 2014)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vlaams-Brabant Klimaatneutraal

Waarom heeft België er belang bij om de EU-doelstelling van 30% minder broeikasgassen te steunen?

Wereldwijde uitstoot CO2 dit jaar

Tweede Kamer der Staten-Generaal

OPEN-BRIEF AAN DE OVERHEDEN VAN DIT LAND. Geachte politicus,

klik hier voor de reactie dd. 27 februari 2007 van het college van B&W

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aggiornamento. Bedreigingen en uitdagingen voor de. industrie VWEC. Een perspectief voor Vlaanderen. Een perspectief voor Vlaanderen

EU Ontwikkelingssamenwerking en -hulp BELGIË. Speciale Eurobarometer 441. November - December 2015 SAMENVATTING LANDENANALYSE

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie

Vlaamse ambitie op VN-Klimaattop in Kopenhagen

Transcriptie:

stuk ingediend op 2250 (2013-2014) Nr. 1 23 oktober 2013 (2013-2014) Voorstel van resolutie van de heer Hermes Sanctorum betreffende een duidelijk nationaal en internationaal engagement van Vlaanderen in de voorbereiding van de nieuwe klimaattop in Warschau verzendcode: LEE

2 Stuk 2250 (2013-2014) Nr. 1 1. Internationaal TOELICHTING Op 27 september 2013 presenteerde het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), Nobelprijswinnaar voor de Vrede in 2007, zijn vijfde rapport in Stockholm. Het VN-klimaatpanel stelt met nog meer zekerheid te weten dat klimaatverandering door de mens wordt veroorzaakt. Volgens de wetenschappers is er snelle en ingrijpende actie nodig om de ergste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen. De klimaatverandering verstoort de leefomgeving zowel op lokaal als globaal niveau en de impact ervan op mens en milieu laat zich elke dag voelen. De klimaatcrisis is een systeemcrisis en verschillende andere crisissen vloeien eruit voort. Zo heeft de klimaatverandering bijvoorbeeld ongelijkheid op wereldschaal een andere dimensie gegeven. De landen die historisch niet verantwoordelijk zijn voor het probleem, dragen de grootste last. De klimaatverandering moet worden ingedijkt, maar het klimaat verandert nu al. De gevolgen van de klimaatopwarming zijn vandaag het hardst merkbaar in het Zuiden. Ontwikkelingslanden zijn dan ook de grootste slachtoffers van een probleem dat zij niet veroorzaakt hebben. Het is daarom duidelijk dat Vlaanderen als deel van het rijke en geïndustrialiseerde Noorden hierin een historische verantwoordelijkheid heeft. Daarnaast zullen we ook meer en meer de gevolgen in ons land merken. Vlaanderen werd de voorbije jaren verhard en volgebouwd. Waardoor we nog slechter voorbereid zijn om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. Het is dan ook dringend nodig klimaatbeleid boven op de politieke agenda te zetten. Er is nood aan een ambitieus multilateraal klimaatakkoord. Daar is geen weg langs. Hoe moeizaam de gesprekken en onderhandelingen ook lopen. De nieuwe deadline voor een meer omvattend internationaal klimaatakkoord is nu gesteld op 2015. De klimaattop van Warschau in november is daarin een belangrijk kantelmoment. Om ervoor te zorgen dat op die top voldoende vooruitgang geboekt wordt, zijn ook unilaterale stappen nodig of samenwerkingsinitiatieven van landen die een voortrekkersrol willen spelen. Vlaanderen en België zijn geen eiland: het overgrote deel van de huidige regelgeving in de gewesten en federaal refereert aan Europese regelgeving of internationale afspraken. Samenwerking in een complex land als België is niet makkelijk, maar wel noodzakelijk. Alleen met teamwork, tussen de gewest- en de federale overheden, binnen Europa en ten slotte mondiaal, zullen we de vele uitdagingen écht aankunnen. 2. Vlaanderen Het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020 is intussen opgemaakt. Het plan bevat maatregelen om de emissies in de gebouwen, mobiliteit, landbouw en industrie met 5,4% terug te brengen in 2020 in vergelijking met 2005. Dat terwijl de Europese Unie -15% vraagt en de klimaatwetenschap -21% vooropstelt. En terwijl zeker in de sectoren transport en gebouwen nog forse winsten te boeken zijn voor klimaat en milieu. Wat ook kan zorgen voor grote maatschappelijke baten, zowel sociaal-economisch (economische relance en groene jobs) als ecologisch (verbetering van de luchtkwaliteit en de gezondheid). Het gevolg van het klimaatplan zoals het nu voorligt, is dat waarschijnlijk nog veel extra financiële middelen nodig zullen zijn om emissiekredieten aan te kopen in het buitenland. Die kost kan volgens een berekening van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) oplopen tot 240 miljoen euro tegen 2020, geld dat veel beter zou geïnvesteerd worden in een groene economie in Vlaanderen. V l a a m s Pa r l e m e n t 1011 B r u s s e l 0 2 / 5 5 2. 11. 11 w w w. v l a a m s p a r l e m e n t. b e

Stuk 2250 (2013-2014) Nr. 1 3 Als Vlaanderen een sterk statement wil maken in de loop van verdere klimaatonderhandelingen op de diverse beleidsniveaus, zal het moeten beginnen met de eigen ambities aan te scherpen. Hermes SANCTORUM

4 Stuk 2250 (2013-2014) Nr. 1 Het Vlaams Parlement, VOORSTEL VAN RESOLUTIE gezien: 1 het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatsverandering (United Nations Framework Convention on Climate Change - UNFCCC) en het Kyotoprotocol bij het UNFCCC; 2 de resultaten van de Conferentie van de Verenigde Naties over de klimaatverandering op Bali in 2007 en het actieplan van Bali (Besluit 1/COP 13); 3 de vijftiende Conferentie van de partijen (COP 15) bij het UNFCCC en de vijfde Conferentie van de partijen waarin de partijen bij het Kyotoprotocol bijeenkomen (CMP 5), die van 7 tot en met 18 december 2009 in Kopenhagen (Denemarken) hebben plaatsgevonden, alsmede het Akkoord van Kopenhagen; 4 de zestiende Conferentie van de partijen (COP 16) bij het UNFCCC en de zesde Conferentie van de partijen waarin de partijen bij het Kyotoprotocol bijeenkomen (CMP 6), die van 29 november tot en met 10 december 2010 in Cancún (Mexico) hebben plaatsgevonden, alsmede de akkoorden van Cancún; 5 de zeventiende Conferentie van de Partijen (COP 17) bij het UNFCCC en de zevende Conferentie van de partijen waarin de partijen bij het Kyotoprotocol bijeenkomen (CMP 7), die van 28 november tot en met 9 december 2011 in Durban (Zuid-Afrika) hebben plaatsgevonden en met name de besluiten die het Platform van Durban voor versterkte maatregelen omvatten; 6 de achttiende Conferentie van de partijen (COP 18) bij het UNFCCC en de achtste Conferentie van de partijen waarin de partijen bij het Kyotoprotocol bijeenkomen (CMP 8), die van 26 tot en met 8 december 2012 in Doha (Qatar) hebben plaatsgevonden, alsmede de goedkeuring van de Doha Climate Gateway ; 7 de negentiende Conferentie van de partijen (COP 19) bij het UNFCCC en de negende Conferentie van de partijen waarin de partijen bij het Kyotoprotocol bijeenkomen (CMP 9), die van 11 tot en met 23 november 2013 in Warschau (Polen) plaatsvinden; 8 de eerste sessie van klimaatonderhandelingen van 2013 in Bonn van 29 april tot en met 3 mei 2013, met name de zitting van de Ad Hoc Working Group on the Durban Platform for Enhanced Action (ADP); 9 de tweede sessie van de klimaatonderhandelingen van 2013 in Bonn van 3 juni tot en met 14 juni 2013; 10 het klimaat- en energiepakket van de EU van december 2008; 11 richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 tot wijziging van richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap; 12 het samenvattende rapport van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) van november 2012 met de titel The Emissions Gap Report 2012 ; 13 de oprichting van de Nationale KlimaatCommissie (NKC) door het samenwerkingsakkoord van 14 november 2002 tussen de federale staat en de gewesten betreffende het opstellen, het uitvoeren en het opvolgen van een Nationaal klimaatplan, alsook het rapporteren, in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering en het Protocol van Kyoto; overwegende dat: 1 de klimaatverandering een urgente en mogelijk onomkeerbare bedreiging vormt voor de samenleving en de planeet en daarom een aanpak op internationaal niveau met alle actoren vereist; 2 de Doha Climate Gateway zich uiterst bezorgd toont over de aanzienlijke kloof tussen enerzijds het globale effect van de huidige mitigatietoezeggingen van de

Stuk 2250 (2013-2014) Nr. 1 5 partijen op het gebied van broeikasgasemissies met het oog op 2020 en anderzijds trajecten voor emissiereductie met een reële kans op beperking van de stijging van het jaargemiddelde van de temperatuur aan het aardoppervlak tot 2 C ( 2 C-doelstelling ); 3 volgens wetenschappelijk bewijsmateriaal dat door de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering (Intergovernmental Panel on Climate Change - IPCC) is gepresenteerd, de 2 C-doelstelling impliceert dat de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen tegen 2015 zijn hoogtepunt moet hebben bereikt, dat hij tegen 2050 met ten minste 50% moet zijn verminderd ten opzichte van 1990 en vervolgens verder moet blijven dalen; overwegende dat de Europese Unie (EU) derhalve moet aandringen op concrete maatregelen en de daadwerkelijke tenuitvoerlegging ervan vóór 2020; 4 de geïndustrialiseerde landen volgens de bevindingen in het vierde evaluatierapport van de IPCC hun emissies tegen 2020 met 25 tot 40% onder de niveaus van 1990 moeten verlagen, terwijl de ontwikkelingslanden als groep tegen 2020 een substantiële afwijking in de orde van 15 tot 30% onder het thans geraamde emissiegroeitempo moeten realiseren; 5 de niet-ratificering van de tweede verbintenisperiode van het Kyotoprotocol en het gebrek aan concrete financiële engagementen voor de periode 2013-2015; 6 de EU alle belang heeft bij een koppeling van de strijd tegen de klimaatsverandering en de maatregelen voor een economische relance; 7 de Conferentie van Warschau (COP 19) cruciaal zal zijn om de nodige vooruitgang te boeken bij de bevordering van het Platform van Durban, dat moet leiden tot toezeggingen en de sluiting van een mondiaal, juridisch bindend akkoord vóór/ten laatste in 2015; 8 een dergelijk mondiaal, juridisch bindend akkoord moet stroken met het beginsel van gezamenlijke, doch verschillende verantwoordelijkheden en respectieve mogelijkheden, maar dat hierin ook dient te worden erkend dat alle grote vervuilers ambitieuze en toereikende streefcijfers en overeenkomstige beleidsmaatregelen voor de reductie van broeikasgasemissies moeten vastleggen die de voortschrijdende mogelijkheden weerspiegelen; 9 de industrielanden tijdens COP 16 in Cancún in 2010 toegezegd hebben voor 100 miljard dollar nieuwe en aanvullende investeringen te zullen doen tot 2020, dit om te voorzien in de behoeften in verband met de klimaatverandering in de ontwikkelingslanden, maar dat het tot dusver ontbreekt aan een internationaal eenduidige definitie van nieuw en aanvullend ; 10 internationale klimaatfinanciering de hoeksteen vormt van een globaal bindend klimaatakkoord; vraagt de Vlaamse Regering om samen met de Federale Regering op Europees niveau: 1 aan de kar te trekken van een ambitieus bindend internationaal klimaatakkoord in 2015. Het belang van een klimaatakkoord in 2015 kan moeilijk overschat worden. De concrete invulling van equity (de eerlijkheid of billijkheid van een mondiaal klimaatakkoord) is een van de hete hangijzers. Vlaanderen en België dienen hierin een voorloperrol te spelen; 2 maximaal aan te dringen op een economisch relanceplan dat kiest voor de overgang naar een duurzame Europese economie die het milieu beter beschermt en veel groene jobs creëert in de lidstaten met eerbied voor de mensen- en arbeidsrechten en sterke en effectieve systemen van sociale bescherming; 3 aan te dringen op een sterker eenzijdig Europees engagement om zo de kansen op een verdergaande meerzijdige overeenkomst aanzienlijk te verhogen; inzake de reductiedoelstellingen: 4 te kiezen voor een unilaterale reductiedoelstelling voor 2020 van 30% van de uitgestoten broeikasgassen ten opzichte van 1990;

6 Stuk 2250 (2013-2014) Nr. 1 5 dit engagement verder op te trekken tot een reductie van 40% van de broeikasgassen als andere Annex 1-landen vergelijkbare inspanningen willen doen; 6 vast te houden aan de tweede verbintenisperiode (2015-2020) in het kader van het Kyotoprotocol; 7 over te gaan tot een snelle ratificering van de tweede verbintenisperiode van het Kyotoprotocol, zoals afgesproken op COP 18 in Doha; 8 een nieuwe klimaatdiplomatie tot stand te brengen met vormen van versterkte samenwerking binnen het UNFCCC-raamwerk van een coalition of the willing die openstaat voor alle landen (industrielanden, opkomende landen en ontwikkelingslanden) die de klimaatverandering beschouwen als een ernstige bedreiging en bereid zijn concrete maatregelen te nemen, die verder gaan dan de toezeggingen gedaan in het kader van het Kopenhagenakkoord; 9 naast de reductie van CO 2, ook in te zetten op de reductie van andere broeikasemissies met een nog sterker effect op het klimaat dan CO 2 en met een veel kortere verblijfsduur in de atmosfeer, die toch veel makkelijker kunnen teruggedrongen worden: black carbon (roet), methaan, troposferisch ozon en koelgassen zoals HFC s. Door het klimaatbeleid meer toe te spitsen op deze stoffen, kan op korte termijn veel vooruitgang geboekt worden. Het terugdringen van deze stoffen heeft het voordeel dat er ook directe baten zijn voor de volksgezondheid; inzake de internationale financiering: 10 met Vlaanderen eigen inspanningen te leveren binnen België en Europa, om de adaptatie van de meest kwetsbare landen aan de klimaatverandering actief te ondersteunen. De gewesten en de federale overheid ondersteunden reeds een aantal adaptatiemaatregelen. Toch moet dit structureel opgenomen worden via een vaste bijdrage aan het Adaptatiefonds en aandacht voor adaptatie in de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking; 11 als Vlaanderen mee te ijveren voor de oprichting van een internationaal mechanisme voor verlies en schade, om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen van diegenen die zich niet meer kunnen aanpassen. België en de Europese Unie moeten daarom aan de kar trekken van de oprichting van een internationaal mechanisme om bijstand te verlenen aan die slachtoffers en om noodopvang te voorzien voor klimaatontheemden; 12 de snelle operationalisering te steunen van het toegezegd jaarlijks fonds van 100 miljard dollar van de ontwikkelde landen tegen 2020 en het uittekenen van een groeipad ten behoeve van de ontwikkelingslanden om de klimaatverandering te helpen bestrijden; 13 concrete en zo nodig ook eenzijdige stappen vanuit de EU te steunen om dit bedrag verder op te trekken tot 120 miljard euro tegen 2020; 14 mee te verzekeren dat financiële ondersteuning voor het opvangen van de klimaatverandering en aanpassing in het UNFCCC-kader nieuw zijn en een aanvulling vormen op de bestaande verplichtingen tot verlening van officiële ontwikkelingshulp, die erop gericht zijn tegen 2015 0,7% van het bruto binnenlands product (bbp) te bereiken; 15 te verzekeren dat de 7,2 miljard euro aan snelle-start -steun die de EU-lidstaten aan de ontwikkelingslanden hebben toegezegd, nieuwe steun moet zijn en een aanvulling moet zijn op de begrotingsmiddelen voor officiële ontwikkelingshulp en dat deze steun op EU-niveau wordt gecoördineerd en zo spoedig mogelijk operationeel wordt; wat het Vlaamse beleid betreft: 16 te kiezen voor een ambitieus klimaatbeleid en de realisatie van een omschakeling naar een koolstofarme economie en samenleving, met vooral inspanningen in eigen land inzake duurzame transitie in de sectoren als mobiliteit, wonen, gebouwen, diensten, energie, landbouw en industrie, en de economische relance in Vlaanderen te laten samenvallen met deze duurzame transitie;

Stuk 2250 (2013-2014) Nr. 1 7 17 te kiezen voor een beleid van constructieve samenwerking met het federale beleidsniveau op vlak van klimaat en de te realiseren duurzame transitie, zo onder meer via een nationaal klimaatplan met een bijhorende klimaat- en koolstofbegroting, met langetermijndoelstellingen en tussentijdse streefdoelen; 18 te kiezen voor een vermindering van de uitstoot in Vlaanderen en het maximaal beperken van het gebruik van emissierechten: a) door te kiezen voor een ambitieuze Vlaamse inspanning/burden sharing voor de periode 2013-2020; b) door een lastenverdeling van de reductiedoelstellingen op te maken op sectorniveau; c) door zich te engageren om de reducties van de uitstoot van broeikasgassen maximaal intern te bereiken, dus zonder een beroep te doen op de aankoop van emissierechten. De Vlaamse miljoenen euro s die vandaag gebruikt worden voor de aankoop van schone lucht uit het buitenland moeten geïnvesteerd worden in klimaatbeleid in eigen land zoals energiebesparingen of hernieuwbare energie. Deze investeringen zorgen voor emissiereductie, verlagen de energiekost, verdienen zichzelf op enkele jaren terug en zorgen voor groene jobs en competitiviteit; 19 te kiezen voor een reële solidaire financiële bijdrage in de strijd tegen de opwarming van de aarde en steun aan adaptatieprogramma s in de meest kwetsbare landen: a) door de achterstallige betalingen in het kader van de fast start financiering (FSF) voor de periode 2010-2012 snel na te komen en zich minimaal garant te stellen voor 60 miljoen euro van het beloofde Belgisch engagement (150 miljoen euro); b) door geen nieuwe achterstand op te bouwen voor de klimaatfinanciering voorzien voor de periode 2013-2020 en meteen een duidelijk meerjarenengagement in dezelfde grootteorde aan te gaan tot 2020 (minimum 30 miljoen euro per jaar); c) door de opbrengst van de veiling van emissierechten (in het kader van het Europese emissiehandelssysteem) in Vlaanderen volledig voor te behouden voor de financiering van klimaatmaatregelen, en een substantieel deel hiervan voor te behouden voor steun aan klimaatinspanningen (mitigatie of adaptatie) in het Zuiden; 20 te kiezen voor een energiebeleid dat de Vlaamse afhankelijkheid van fossiele brandstoffen gradueel vermindert en, gezien de grote kosten voor milieu en klimaat die gepaard gaan met de extractie van niet-conventionele energie, uitdrukkelijk niet de kaart trekt van de exploitatie van niet-conventionele fossiele energiebronnen, zoals steenkoolgas of schaliegas. Hermes SANCTORUM