Preek op Pinksteren Thema: Pinksteren en het verbond met Abraham (over de doop aan de kinderen van de gelovigen)

Vergelijkbare documenten
Preek over Handelingen 2,37-39 (Pinksteren/doopdienst): Gods verbond met Abraham gaat door.

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Romeinen 4, Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Doopvragen, na alle formulieren zijn deze hetzelfde:

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

Doop van kinderen Orde III

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan de kinderen van de gelovigen (2)

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan de kinderen van de gelovigen (3)

De Bijbel Open (11-05)

Handelingen 2. Hand. 2: 36-eind HSV

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Handelingen 2, 39 Ochtenddienst Dopen Openbare geloofsbelijdenis. Broeders en zusters,

Liturgie Votum en Groet. Hemelhoog 561 Ik ben zo dankbaar

de doop zoals wij die kennen is afkomstig van niemand minder dan de Here Jezus zelf

Formulier voor de bediening van de heilige doop aan de kinderen van de gelovigen 2

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Amos 8, 12 Ochtenddienst H. Avondmaal

doop begraaft Romeinen 6:3-11

Lied voor de dienst, uit de bundel van Johannes de Heer, 94: 1,2,3,4 Heer ik kom tot u

Liturgie 30 april 2017

Cadeautjes. Aangepaste dienst Zondag 27 november 2016 Ds. Henk Bondt

Zondag 25, vraag en antwoord 65, 66, 67 en 68.

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Handelingen 2, 42 Ochtenddienst H. Avondmaal

Liturgische teksten en gebeden

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Korinthiërs 7, 14 Middagdienst Dopen. Broeders en zusters,

Chr. Geref. Kerk Ontswedde LITURGIE. voor de morgendienst op zondag 2 september in deze dienst zal. Julia Brugge.

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan de kinderen van de gelovigen (1)

Liturgie voor de vierde zondag van Advent en bevestigingsdienst

Orde van dienst zondagavond 8 maart 2015 Vragen rond de Doop

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Zondag 25 Ochtenddienst. Broeders en zusters,

3 februari / 10.30

Inleiding over het kernwoord zonde

Preek. Gemeente van Christus, Intro

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Zondag 27 Ochtenddienst. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Zondag 28 en 29 Ochtenddienst / H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Eredienst 2 juli :00 uur Voorganger: Ds. J.W. Boerma

Gemeente van onze Here Jezus Christus, De leer over de doop is als volgt samen te vatten:

Bijbelrooster Belijdenis mei 2019

BLIJF IN DE HERE! Liturgie:

Wijkgemeente Ichthus Noordwijk. vrije genade. LEER HEM KENNEN 15 bewaarexemplaar. Ds. F. van Roest, zondag 22 juni

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Zondagmorgen 10 januari

Liturgie 27 augustus 2017 Morgendienst. Psalm 105

Hoogfeest van Pinksteren zondag 20 mei 2018

We weten uit het verhaal uit Handelingen met wat voor bijzondere verschijnselen de uitstorting van de Heilige Geest gepaard ging.

Ps.103:1,2, 17 en 18 Houten 23 november 2008

Bijbelstudie Door het geloof I

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 15, 11 Ochtenddienst H. Avondmaal

Jaar A - Jezus! Samen op weg

3 Ten aanzien van Zijn Zoon, Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David. De boekenlegger in het Boek

Mededelingen door de ouderling van dienst. Peter-Paul van Hunen Jeugdouderling

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 15, Ochtenddienst / middagdienst. Broeders en zusters,

Voor de ochtenddienst op zondag 21 augustus 2016 in de Hervormde Johanneskerk te Heerde. Aanvang 9.30 uur.

Intocht: Gezang 434. Votum & groet

Gemeente, in Christus besneden 1. De besnijdenis door geloof * Joodse christenen te Kolosse gingen voor een heilig moeten. Niet-joodse mannen moeten

In deze dienst wordt de doop bediend aan Fleur Elisabeth Josefien -Fleur- (van Bennekom)

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan volwassenen die zich bij de kerk voegen

Maartenskerk Hillegom. liturgie voor de dienst van zondagmorgen 14 oktober doop van Nolan van Gijlswijk

Mededelingen door de ouderling van dienst. Willem de Vos Ouderling voorzitter

Want: In Hem (Jezus) hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom van zijn genade.

DE HERE JEZUS GAAT IN ONS LEVEN DOOR ZIJN GEEST.

Liturgie voor de morgendienst

Is dan het uiterlijk waterbad de afwassing van de zonde zelf?

Argumenten voor de verbonds/kinderdoop

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Marcus 10, 15 Ochtenddienst H. Avondmaal

Heb elkaar onvoorwaardelijk lief uit een zuiver hart

ORDE VAN DIENST. Zondag 5 mei Bevrijd. Derde zondag van Pasen

De Dordtse Leerregels

zondag 10 juli 2016 Welkom in Het Centrum

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Zondag 7 Middagdienst. Broeders en zusters,

Vraag 53 : Wat gelooft gij van de Heilige Geest?

Handelingen 2,38-39 Wat moeten wij doen?

Zondag 26 oktober 2014, Hoflaankerk Bijbelzondag

Liturgie gezamenlijke morgendienst in de Bethelkerk zondag 18 november 2018

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Johannes 4, 12 en zondag 21b Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 12, Ochtenddienst. Broeders en zusters,

27 november uur RJ Heij orgel Johan Volk Schriftlezing: Mijndert Blijdorp

De Bijbel Open (09-03)

E.G. White (The Story of Redemption, hoofdstuk 32, blz. 242)

U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus bekleed.

De tien Geboden. Tien belangrijke regels. Aangepaste dienst Zondag 17 april 2016 Ds. Henk Bondt

De belofte voor u en uw kinderen. Ds. J. IJsselstein Handelingen 2:39 2 e Pinksterdag

Kernwoord: Doop. Dag 1. Doop - bekering. Lezen: Mattheüs 3: 13-17

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Efeziërs 1, Ochtenddienst. Broeders en zusters,

Romeinen 4: Abraham en het Evangelie 2 Abraham en de besnijdenis

20 september uur EB Buitendijk

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. (Deze gelijkenis kun je lezen in : Mattheüs 18:21-35 )

Efeziërs 1. Begin van de brief

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

Orde voor de voortzetting van het heilig Avondmaal

Gemeente van Jezus Christus, gasten, luisteraars,

Eredienst 26 mei :00 uur Voorganger: ds. H v.d. Berg

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 1, 1 Middagdienst

21 februari 2016 ONLINE MET GOD. Voorganger: Ds.H.Bondt Begeleiding: Entheos / Els Cornelisse

Welkom! Kerkelijke inzegening van het huwelijk tussen Hans Bijl en Mirjam van der Weij

Week 3. Voorbereiding Heilig Avondmaal

De Bijbel open (22-06)

24 mei 2015, uur, Amersfoort-West(+Oost) Pinkstermiddag

Formulier om het heilig avondmaal te vieren (3)

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Marcus 16, 9-14 Ochtenddienst H. Avondmaal

Preek op 8 juni 2008 over Handelingen 2,37-47 (Avondmaalsviering): Make it to the max!

Liturgie voor de dienst van het Woord waarin we de uitstorting van de Heilige Geest gedenken en waarin de Heilige Doop bediend wordt.

LEVEN IN DE GEEST. 10 juni :00 / 10:30

Transcriptie:

Preek op Pinksteren Thema: Pinksteren en het verbond met Abraham (over de doop aan de kinderen van de gelovigen) Voorzang: Psalm 36,2.3 Votum en Groet Zingen: Gezang 255,1.4 Lezing van doopsformulier Zingen (voor de doop) Gezang 333,1.2.3 Doopsbediening Zingen: Gezang 333,4.5 Dankzegging en gebed om het licht van de Geest Lezen: Genesis 17,1-10 en Handelingen 2,1-14;22-24;36 Zingen: Gezang 39,1.2.8.9 Verkondiging van Handelingen 2,37-39 Zingen: Psalm 87,1.2.5 Dankzegging en voorbeden Collecte Zingen: Psalm 105,16.18 Zegen Gemeente van onze Heer Jezus Christus! Weet u wat Pinksteren is? Pinksteren is dat wat u zo even zag gebeuren: dat er een kindje werd gedoopt. Een kindje dat niet tot het volk Israël behoort en toch een plaats krijgt in Gods verbond. Aan de doop van N.N. hebt u met eigen ogen gezien wat Pinksteren is. Hebt u het ook verstaan en begrepen? Er zijn christenen, die zeggen: Met Pinksteren is alles anders geworden. Het verbond, dat God toen met de mensen oprichtte, is een niéuw verbond, totaal anders dan het oude met Israël. Vanaf Pinksteren gaat God anders met de mensen om - zéggen die christenen. En met dat andere bedoelen ze o.m. dat vanaf Pinksteren kleine kinderen niet meer zomaar een plaats hebben in dat verbond. En dat kleine kinderen niet zomaar het teken van het verbond mogen ontvangen. Ze moeten zich eerst bekeren. Ze moeten eerst bewust tot geloof komen en hun geloof belijden. Pas dan mogen ze gedoopt worden. Naar de mening van vele christenen zouden de jongelui die vanmiddag belijdenis doen pas de doop mogen ontvangen. N.N.nog niet. Want N.N.is nog onmondig. Zij kan nog niet zeggen dat zij van God houdt en Hem gehoorzaam wil zijn. En daar zouden we eigenlijk op moeten wachten. De gelovigen die de doop van kleine kinderen afwijzen menen dat er een duidelijk verschil is tussen het oude verbond - het verbond met Abraham en zijn nageslacht - en het nieuwe verbond - het verbond met de kerk. Dat oude verbond noemen ze een natuurlijk verbond. En het nieuwe heet dan geestelijk. Wat wordt er precies bedoeld met die tegenstelling natuurlijk-geestelijk? Dit: bij het oude verbond hoorde je automatisch. Je ouders waren Jood, dús was jij het ook. Je vader was besneden, dús werd jij het ook (als je tenminste een jongentje was). Automatisch, vanzelfsprekend, krachtens je geboorte uit joodse ouders. Het was een volkomen natuurlijke zaak. 1

Het hoorde zogezegd bij de erfenis. Maar, zo wordt dan gezegd, in het nieuwe verbond ligt dat totaal anders. Dat nieuwe verbond draagt een geestelijk karakter. Horen bij dat verbond is een zaak van het hart, van geloof. En geloof kun je niet erven. Dat is een strikt persoonlijke zaak. Geloof ontstaat door het werk van de Pinkstergeest. En daarom kun je je kind niet zomaar laten dopen. Om bij het oude verbond te behoren was het voldoende als je uit joodse ouders was geboren. Om tot het nieuwe verbond te behoren is het noodzakelijk te worden wédergeboren uit de Heilige Geest. Maar, gemeente - en het is goed hier juist in een doopdienst en juist op Pinksteren eens nadrukkelijk bij stil te staan - hier wordt een valse tegenstelling gemaakt. Het nieuwe verbond, dat op Pinksteren is ingegaan, staat niet tegenover het oude verbond als een geestelijk tegenover een natuurlijk verbond. Zowel in het oude als in het nieuwe verbond gaat het om een voluit geestelijke zaak. Trouwens, eigenlijk is er maar één verbond. Eén verbond, gesloten met Abraham, de vader van alle gelóvigen, van besneden en onbesneden gelovigen. Dat ene verbond kent wel twee fasen, twee bedelingen, zoals onze voorvaderen dat zeiden: een fase tot aan Pinksteren èn één daarna. Maar wát er door de uitstorting van de Geest ook veranderd mag zijn, niét het karakter van het verbond. D.w.z. het is altíjd geestelijk geweest. Het is altijd een zaak van het hart, een zaak van geloof geweest. In de zegen van het oude verbond kon je óók alleen maar delen als je geloofde. En het is de voortdurende strijd van de profeten geweest om Israël hierop te wijzen. Want hoe ging dat toen God met Abraham zijn verbond sloot? Allereerst kwam God met het aanbod van zijn liefde Zeg maar met de verkondiging van het evangelie. En die verkondiging van het evangelie was tegelijk een oproep tot bekering: Abraham, breek met de afgoden in Ur en in Haran en vertrouw op Mij en Ik zal je zegenen; Ik zal jouw God zijn. Dan komt Abraham tot bekering. Hij gaat Gods beloften geloven. Welke beloften? Dat hij met zijn kinderen onvoorwaardelijk mocht rekenen op Gods trouw. Dat zij mochten rekenen op Gods zegen. Dat ze mochten rekenen op eeuwig leven in de verbondsgemeenschap met God. Maar de weg waarlangs deze rijke belofte wordt vervuld is de weg van het geloof. Abraham komt tot geloof. Hij stelt zijn hart voor God open. Hij geeft zijn leven in Gods hand. En dan wordt Abraham in het verbond met God opgenomen door de besnijdenis. En die besnijdenis is een dikke streep onder Gods beloften. Zo zeker als Abraham besneden is, zo zeker zal God zijn verbondsbeloften nakomen. Is dit niet exact de situatie, die zich nog herhaalt op het zendingsveld herhaalt? En wanneer iemand van buiten de kerk tot geloof komt? Het evangelie wordt verkondigd, mensen komen tot geloof en bekering en ze worden dan gedoopt en opgenomen in het verbond. 2

Dan weer terug naar Abraham. Want het is opmerkelijk dat Gods beloften onvoorwaardelijk gelden voor Abraham èn zijn nageslacht, voor Abraham èn zijn kinderen. Dat is het geweldig rijke van het verbond met Abraham. Zijn kinderen mogen tot in het duizendste geslacht aanspraak maken op het beloofde heil. Nee, niet automatisch. Op zichzelf zegt het niets dat ze van Abraham afstammen. Maar zodra ze in geloof de HEERE bidden of Hij zijn beloften aan hun vader Abraham wil inlossen, dan staan ze op de vaste grond van het eeuwige verbond, dat God met hun voorvader sloot. Nu, een onmiskenbaar bewijs daarvan zien we in het verhaal van de Pinksterdag uit Handelingen 2. Daar staat Petrus voor dat nageslacht van Abraham. Maar ze staan daar onder een enorme schuld. Ze staan daar met vreselijk vuile handen. Ze staan daar met de moord op de Zoon van God op hun geweten. Abraham had er naar verlangd zijn dag te zien. Zij hebben Hem het daglicht ontnomen. Weg met Hem! Aan het kruis met Hem! hadden ze geschreeuwd. Zijn bloed kome over ons en onze kinderen! Kunnen ze nog enige aanspraak laten gelden op Gods liefde, ná wat zij hebben gepresteerd? Mogen ze er nu nog rekenen dat God zijn verbond met hen handhaaft nadat ze Gods eigen Zoon gekruisigd hebben? Maar dan komt Petrus hun vertellen dat de Gekruisigde hun Messias is. En de Pinkstertekenen overtuigen hen van de waarheid van Petrus' woorden. Het is de Geest zelf die hen overtuigt van hun zonde. Verschrikkelijk! Wat hebben ze gedaan! Een onvergefelijke zonde! Hoor hen stamelen: Wat moeten we doen, mannen broeders? Wat ze moeten dóen...? Denken ze hier dan nog wat aan te kunnen dóen! Als wij daar in Petrus' plaats gestaan hadden en ze hadden óns gevraagd: wat moeten we doen? wat zouden wij gezegd hebben? Zouden we misschien niet verbitterd hebben geantwoord: Te laat, mensen! Je krijgt nou je verdiende loon. Eerst je Messias kruisigen - en dan berouw krijgen? Je denkt toch zeker niet, dat je er zo genadig afkomt? Ja, het is de grote zonde en schande van de kerk dat we dit het Joodse volk eeuwenlang hebben nagedragen. Dat in de kruistochten talloze Joden zijn vermoord omdat zij werden beschouwd als de moordenaars van de Zoon van God. Dat in de lijdensweek in talloze steden en dorpen van Europa de christenen tegen de Joden werden opgehitst om hen te plagen en te vernederen voor wat ze met Christus hebben gedaan. Zo is de kerk met het Joodse volk omgegaan tot onze grote schande. Maar Petrus zegt niets van dit alles. Want hij is vervuld met de Heilige Geest. En als die het Woord neemt, hoor je andere dingen. Nog heeft God niet genoeg van dit volk. Bekeert u en ieder van u late zich dopen op de Naam van Christus Jezus... Wat gaat genade - Gods genade in elk geval - toch ver. 3

De eersten die met Pinksteren het aanbod van Gods liefde horen zijn de moordenaars van zijn eigen Zoon. Hoe kan Petrus het zeggen? Maar Petrus belooft geen dingen die hij niet kan verantwoorden. Hij gaat beslist niet buiten zijn boekje. Want hij neemt Góds boek ter hand. Hij slaat Gen. 17 open en hij citeert: Want u komt de belofte toe en uw kinderen. Want u komt de belofte toe... Petrus zegt: U hebt récht op de belofte. Nóg steeds hebt u recht op wat God eeuwen geleden beloofde aan Abraham èn aan zijn nageslacht. Want God sloot toen een eeuwig verbond. En als jullie uit zwakheid in zonde vallen zelfs al is het de afschuwelijke zonde van moord op Gods eigen Zoon wanhoop dan niet aan Gods genade en blijf niet in de zonde liggen. Ook al heb je heel lang zonder God geleefd en dingen gedaan die God diep verdriet doen en Hem boos maken, de oude beloften blijven gelden. Daar mogen jullie je aan vastklampen. Want jullie besnijdenis, zegt Petrus, is een teken en een onwrikbaar getuigenis dat jullie een eeuwig verbond met God hebben. Daarom, zegt Petrus, komt jullie de belofte toe. Ga er gelovig op in met hart en ziel en jullie zullen nog grotere gaven ontvangen dan God ooit eerder aan Abrahams kinderen schonk. Je zult dan niet alleen vergeving van zonden ontvangen. Maar ook de gave van de Heilige Geest. Dat is waar Petrus' woorden op neerkomen. God zet zijn verbond met Abrahams nageslacht voort. God sluit geen ander verbond. Maar Hij zet het oude verbond voort op niéuwe wijze. Van die vernieuwing is de doop het teken. Het nieuwe is dat Gods verbond met zijn volk nu een onschokbaar fundament ontvangen heeft: het zoenoffer van Christus aan het kruis. Nu is Gods verbond helemaal niet meer kapot te krijgen. Het oude verbond was a.h.w. provisorisch vast gemaakt met dierenbloed en met het bloed van de besnijdenis. En al dat bloed was een heenwijzing naar wat komen moest: de bloedstorting van het ene offer dat werkelijk de zonden weg kan nemen. Maar nu dat offer op Golgotha is gebracht hoeft er in eeuwigheid geen bloed meer te vloeien. Van dieren, noch van mensen. Dus is er voor de besnijdenis geen plaats meer. Nu wordt de dóóp het teken van het verbond. De doop is zogezegd de vervúlling van de besnijdenis. Beiden zijn ze afbeelding van het zelfde heilsfeit: de kruisiging van Christus. De besnijdenis maakte duidelijk dat dit feit nog plaats moest vinden, maar de doop vertelt dat het plaats gevonden hééft. Maar de verandering van het teken is geen verandering van het verbónd. Ook in de nieuwe fase van het verbond blijft het karakter ervan gehandhaafd. En een wezenlijke trek van dat karakter is dat God zich verbindt aan de gelovigen èn hun kinderen. Want voor u is de belofte, zegt Petrus. Voor u als kinderen van Abraham. Voor ú is de belofte en ook weer voor uw kinderen... 4

Ja, voor die kinderen hadden de Jeruzalemmers nog wel staan schreeuwen: Laat het bloed van die Jezus van Nazareth maar komen over ons en onze kinderen! D.w.z. God mag ons en onze kinderen straffen voor de kruisiging van Jezus als we dat verdiend hebben. En inderdaad zijn zij met hun kinderen onderworpen aan het eeuwige oordeel van God. En zowaar, nu kómt het bloed van de gekruisigde over hen èn hun kinderen. Maar niet straffend! Nee, reinigend, zuiverend, bevrijdend van straf! Dat heet weergaloze ontferming; dat genade, rijk en vrij! Gods verbond is met Pinksteren een nieuwe fase ingegaan. Het is allemaal nog heerlijker geworden, nog rijker, nog zekerder, nog vaster! Het verbond is verniéuwd, maar - ik kan het niet vaak en niet nadrukkelijk genoeg zeggen - niét veranderd! Wat God belooft, belooft Hij ook in het nieuwe verbond aan de gelovigen èn hun kinderen. Als God die lijn niét meer had willen volgen, dat had Hij daar zeker bij monde van Petrus iets van moeten zeggen op die Pinksterdag. Dan had Hij b.v. moeten zeggen: Mensen, Ik wil met jullie verder gaan, ondanks wat jullie met mijn Zoon hebben uitgevoerd. Maar niet omdat jullie kinderen van Abraham zijn. Dát verbond geldt nu niet meer. Ik richt nu een totaal nieuw verbond met jullie op. En daar hoor je alleen bij als je eerst je geloof belijdt. En jullie kinderen blijven er buiten totdat zij ook hun geloof beleden hebben. Maar zo heeft God niét gesproken. Integendeel! Mijn kinderen, heeft God gezegd, Ik vergeef jullie je onmetelijk grote schuld. En Ik gééf jullie mijn eigen Geest. D.w.z. Ik geef niet alleen gaven, maar Mij zelf. Wánt... broeders en zusters, in dit kleine woordje hebt u de sleutel voor het verstaan van de rijkdom van Gods verbond. Wánt voor u is de belofte - wánt u hebt recht op deze weldaden. U hebt er recht op als kinderen van Abraham, met wie Ik ooit een eeuwig verbond sloot. Of, zoals Paulus het schrijft in Rom. 9,4: Immers, zij zijn Israëlieten; hun behoort de aanneming tot zonen; hun behoren de heerlijkheid, de verbonden... en de beloften. Want voor u is de belofte... èn voor uw kinderen. God denkt er niet over de voorrechten van de ouders nu opeens aan de kinderen te ontnemen. Hij blijft zich verbinden aan de gelovigen èn aan hun nageslacht. Laat niemand zeggen dat op deze manier het geloof onbelangrijk wordt. Dwaasheid! Ook hierin is niets veranderd. Alleen zij die Gods beloften met een gelovig hart aannemen zullen ook metterdaad delen in de zegeningen van het verbond. Evenals de besnijdenis nodigt ook de doop úit tot geloof. Tot slot nog één vraag. Petrus spreekt hier tot Joden. Mogen we zijn woorden nu zomaar toepassen op niet-joden? Op ons en onze kinderen? Nee, niet zomaar. 5

Je merkt m.n. in de brieven van Paulus dat er een onderscheid is tussen gelovigen uit de Joden en de gelovigen uit de niet-joden. Zoals ik uit Rom. 9 al citeerde: aan de Joden behoren de verbonden en de beloften. De niet-joden konden van huis uit op Gods liefde en op Gods trouw geen aanspraak maken, geen rechten laten gelden. Voor zichzelf, noch voor hun kinderen. Met hen had God geen verbond gesloten. Maar sinds Pinksteren is dat fundamenteel veranderd. Door het offer van Christus zijn zij die eertijds veraf waren, ver van het heil - in Christus zijn zij dichtbij gekomen. Joden en heidenen zijn nu in één lichaam verenigd. God sluit met de heidenen geen apart verbond. Maar Hij neemt hen op in dat ene verbond, dat Hij eeuwen geleden sloot met Abraham. Dat zat er toen immers al in? In Abraham zouden toch alle geslachten van de aardbodem door God gezegend worden? Zo hebben wij als rechtelozen met de Joden kinderrechten ontvangen in het huisgezin van God. Maar nu we eenmaal kinderen zijn, behandelt God ons precies zo als Hij al sinds eeuwen al zijn kinderen behandeld heeft. En voor de laatste maal beklemtoon ik: het verbond is wel verniéuwd, maar niét veránderd! De structuur, het karakter van het verbond is gelijk gebleven. Dat is op die Pinksterdag wel duidelijk geworden. Gods verbondsbeloften zijn voor de gelovigen èn voor hun kinderen. Onvoorwaardelijk! Onherroepelijk! Het is een eeuwig verbond! Voor allen, zonder onderscheid, die door het geloof kinderen van Abraham zijn èn voor hun kinderen. Zo hebben we het vanmorgen weer kunnen horen en we hebben het weer kunnen zien, dat het echt Pinksteren is geweest! AMEN. 6