Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 1 Slik een pil minder Antibiotica Veel mensen slikken voor een klein griepje pillen. Ze nemen anti-biotica. Dat is niet zo slim. We moeten minder antibiotica gebruiken. Antibiotica zijn heel sterke medicijnen. Misschien zullen ze in de toekomst minder goed werken. De microben worden te sterk. Dat komt omdat we te veel antibiotica gebruiken. Zelf Ons lichaam kan zelf de meeste ziektes genezen. Een infectie van de keel of oren gaat vanzelf voorbij. Een infectie van de longen of het hersenvlies niet. Die ziektes kan ons lichaam niet zonder hulp genezen. Daarvoor zijn antibiotica echt nodig. Regering We mogen antibiotica niet meer gebruiken voor kleine ziektes. Anders werken ze niet meer bij gevaarlijke ziektes. Dan zullen er veel mensen sterven. De regering kent het gevaar. Ze wil dat we minder antibiotica gebruiken. (w)
Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 2 1 Waar of niet waar? waar niet waar 1. Veel mensen slikken voor een klein griepje pillen. 2. We moeten meer antibiotica gebruiken. 3. De microben worden ziek. 4. Ons lichaam kan zelf de meeste ziekten genezen. 5. Een infectie van keel of oren gaat vanzelf voorbij. 6. Een infectie van de longen of het hersenvlies gaat vanzelf voorbij. 7. We mogen antibiotica niet meer gebruiken. 2 Zoek het antwoord in de tekst. 1. Wat moeten we minder gebruiken? 2. Waarom worden de microben te sterk? 3. Waardoor worden de meeste ziekten genezen? 4. Welke ziekten kan ons lichaam niet zonder hulp genezen? 5. Waarvoor mogen we antibiotica niet meer gebruiken? 6. Wie zegt dat we minder antibiotica moeten gebruiken?
Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 3 1 Vul een passend woord in. Kies uit de eerste kolom. pillen 1. We moeten minder. gebruiken. antibiotica 2. De.. kent het gevaar. genezen 3. Een infectie van de longen of het. geneest niet vanzelf. medicijn 4. Veel mensen slikken voor een klein griepje.. microben 5. De. worden te sterk. hersenvlies 6. Ons lichaam kan zelf de meeste ziekten.. regering 7. Antibiotica is een heel sterk.. 2 Wat is ongeveer hetzelfde? 1. pillen de ministers 1.... =... 2. geneesmiddel antibiotica 2.... =... 3. infectie ziekte-kiemen 3.... =... 4. genezen medicijn 4.... =... 5. in de toekomst een ziekte 5.... =... overwinnen 6. de regering ontsteking 6.... =... 7. microben later 7.... =... 3 Wat is het tegengestelde? 1. slim in het verleden 1....... 2. sterk gevaarlijke ziekten 2....... 3. in de toekomst ziek worden 3....... 4. genezen onnodig 4....... 5. minder dom 5....... 6. kleine ziekten zwak 6....... 7. nodig meer 7.......
Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 4 1 Kruiswoordraadsel. Zoek het woord onder de pijl. Voor de ij gebruik je één vakje. 1. de 2. de 3. de 4. het 5. het 6. de 7. het HORIZONTAAL (van links naar rechts) 1. orgaan waarmee je ademhaalt 2. het ziek zijn 3. heel klein levend wezen, bijv. een bacterie 4. geheel van botten, organen, pezen, spieren, huid enz. waaruit mensen en dieren bestaan lijf 5. kans dat er iets ergs gebeurt 6. geneesmiddelen die helpen tegen ziekteverwekkende bacteriën, maar niet tegen virussen 7. geneesmiddel VERTICAAL (van boven naar onder) Het woord onder de pijl is:... De oplossing van het kruiswoordraadsel vind je op p. 8.
Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 5 1 Zet de lettergrepen in de goede volgorde. 1. bi - ca - an - ti - o - ti 1. de... 2. cijn - me - di 2. het... 3. be - cro- mi 3. de... 4. fec - tie - in 4. de... 5. ring - re - ge 5. de... 6. vaar - ge - lijk 6.... 2 Welk woord is goed? Antibiotica Misschien Infectie Regering Antibiotca Misschien Infektie Gerering Antiboitica Mischien Infectei Regereng Antibitica Missckien Infectie Rigering Antibiotica Misschein Infectei Regiring Antiboitica Misshien Ifnectie Regering 3 Zoek het meervoud in de tekst. 1. één mens meer... 2. één microbe meer... 3. één pil meer... 4. één oor meer... 5. één ziekte meer... 6. één antibioticum meer...
Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 6 1 Wat past bij elkaar? 1. anti- komst 1. de... 2. toe- fectie 2. de... 3. in- vaar 3. de... 4. ge- biotica 4. het... 5. ziek -ring 5.... 6. rege -te 6.... 2 Welk woord ontbreekt? Schrijf de verbeterde zin. 1. Veel mensen slikken een klein groepje pillen. 2. Dat is zo slim. 3. Antibiotica zijn heel medicijnen. 4. Misschien zullen ze de toekomst minder goed werken. 5. Een infectie van de keel oren gaat vanzelf voorbij. 6. Die ziektes kan ons lichaam zonder hulp genezen. 3 Maak met de zinsdelen een zin. 1. zo slim / niet / is / dat 2. gebruiken / moeten / minder antibiotica / we 3. te sterk / de microben / worden 4. echt nodig / antibiotica / daarvoor / zijn 5. het gevaar / de regering / kent
Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 7 1 Schrijven. Wat doe jij als je ziek bent? Ken je natuurlijke manieren om weer beter te worden?
Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 8 Oplossing kruiswoordraadsel. 1. de l o n g 2. de z i e k t e 3. de m i c r o b e 4. het l i c h a a m 5. het g e v a a r 6. de a n t i b i o t i c a 7. het m e d i c ij n