Regeling fosfaatreductieplan 2017 vragen en antwoorden

Vergelijkbare documenten
Regeling fosfaatreductieplan 2017 vragen en antwoorden

Regeling fosfaatreductieplan 2017 vragen en antwoorden

Regeling fosfaatreductieplan 2017 vragen en antwoorden

Regeling fosfaatreductieplan 2017 vragen en antwoorden

Regeling fosfaatreductieplan 2017 vragen en antwoorden

Regeling fosfaatreductieplan 2017 vragen en antwoorden

Verantwoorde ontwikkeling Nederlandse melkveehouderij. Pakket maatregelen fosfaatreductie 17 feb 2017

1. ALGEMEEN BEGRIPPEN; REFERENTIE, DOELSTELLING, GRONDGEBONDEN, JONGVEEAANTAL BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN REDUCTIE...

1. ALGEMEEN BEGRIPPEN; REFERENTIE, DOELSTELLING, GRONDGEBONDEN, JONGVEEAANTAL BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN REDUCTIE...

Verantwoorde ontwikkeling Nederlandse melkveehouderij Pakket maatregelen fosfaatreductie 6 juni 2017

1. ALGEMEEN BEGRIPPEN; REFERENTIE, DOELSTELLING, GRONDGEBONDEN, JONGVEEAANTAL BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN REDUCTIE...

Verantwoorde ontwikkeling Nederlandse melkveehouderij Pakket maatregelen fosfaatreductie 8 mei 2017

1. ALGEMEEN BEGRIPPEN; REFERENTIE, DOELSTELLING, GRONDGEBONDEN, JONGVEEAANTAL BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN REDUCTIE...

1. ALGEMEEN BEGRIPPEN; REFERENTIE, DOELSTELLING, GRONDGEBONDEN, JONGVEEAANTAL BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN REDUCTIE...

1. ALGEMEEN BEGRIPPEN; REFERENTIE, DOELSTELLING, GRONDGEBONDEN, JONGVEEAANTAL BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN REDUCTIE...

Vragen en Antwoorden Fosfaatreductieplan door ZuivelNL versie 16 december 2016

Regeling fosfaatreductieplan 2017 vragen en antwoorden. Inhoud

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Fosfaatreductieplan ZuivelNL Vragen en antwoorden

Fosfaatreductieplan ZuivelNL Vragen en antwoorden

Vraag 1 Kunt u aangeven hoeveel melkveehouders sinds 2 juli 2015 gestart zijn met hun bedrijf of kort voor 2 juli 2015 zijn gestart?

Voornemen tot Maatregelenpakket fosfaatreductie

Voornemen tot Maatregelenpakket fosfaatreductie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling fosfaatreductieplan 2017 wordt gewijzigd als volgt:

Groeiregulering in de melkveehouderij

Pink >1 Veestapel Grondgebonden Aantal Aantal Aantal GVE Aantallen ,48 J

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Teus Kool. Flash VAB. Fosfaatrechtenstelsel. ComponentAgro. Specialist en mede-eigenaar ComponentAgro B.V.

Beslissing Ik verklaar uw bezwaren gedeeltelijk gegrond. Dit betekent dat ik het besluit van 23 september 2017 herroep.

Additionele regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (Wet grondgebonden groei melkveehouderij)

CDM-Advies Kortingspercentage fosfaatrechten. Samenvatting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

T E U S K O O L P R O D U C T I E R E C H T E N T H E M A D A G L A N D E L I J K V A S T G O E D. N L. Productierechten

Fosfaatreductie en fosfaatrechten

Fosfaatrechten Melkveehouderij. Marcel van Alphen

Agrarische nieuwsbrief, uitgave april 2017

Agro-Nieuwsbrief Uitgave: maart 2017

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

April Tel

AgroActualiteiten. Gecombineerde Opgave vanaf 1 maart. Maart 2017 Jaargang 18, nummer 2. Inhoud

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

fosfaatreductieplan melkvee Lees alles op pagina 2 Onder meer in dit nummer: Bouwplan 2017: let op vergroening Gecombineerde Opgave: vanaf 1 maart

Agro-Nieuwsbrief. Speciale uitgave: fosfaatrechten. Welke runderen vallen onder melkvee? Volgens de Meststoffenwet vallen de volgende diercategorieën

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Datum 23 januari 2018 Betreft Resultaten fosfaatreductieplan 2017

Nieuwsbrief VMB-ADVIES. Geachte lezer, Speciale uitgave: fosfaatrechten. Agro. Januari 2018

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum Gesprek met Innovatief uit de Knel. Geachte Voorzitter,

Groeimogelijkheden verkend bij AMvB grondgebonden melkveehouderij

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Fosfaatrechten. Vleesvee en Zoogkoeien. Tony Huizinga, Bert Knegtering en Christel Pieterse 6 november 2018

Fosfaatrechten. Tel In deze uitgave onder andere: Reden invoering fosfaatrechten

Monitor fosfaatreductiepakket 1 April 2017

Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

Rekenmodel grondgebondenheid behorende bij de AMvB Verantwoorde groei melkveehouderij

Wijzigingen Gecombineerde opgave

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. 18 november 2016 Maatregelenpakket fosfaatreductie

CONCEPT. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Gelet op artikel 38, eerste en derde lid, van de Meststoffenwet; Besluit:

Agro-nieuwsbrief maart 2017

Hierbij informeer ik uw Kamer over de voortgang en resultaten van verschillende dossiers op het gebied van het mestbeleid.

AgroActualiteiten. Mei 2017 Jaargang 18, nummer 3. Inhoud. Weer aanpassing fosfaatreductieplan

Vragen en Antwoorden Fosfaatrechten 7 december 2018

Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Postadres Overheidsidentificatienr Behandeld door Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlage(n)

Monitor fosfaatreductiepakket 1 Juli 2017

Monitor fosfaatreductiepakket 1 januari 2018

Grondgebondenheid melkveehouderij op micro- en macroniveau

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking

Protocol statusbeheer BVD-vrij (route oorbiopten) Versie 1.1 (juli 2018)

Monitor fosfaatreductiepakket 1 oktober 2017

2. Onderdeel f komt te luiden: f. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;.

Protocol statusbeheer IBR-vrij (route tankmelk) Versie 1.0 (juli 2018)

Protocol statusbeheer IBR-vrij (route intake bloed, bewaking tankmelk) Versie 1.0 (juli 2018)

AGRO. actueel. Special: Gecombineerde Opgave Woord vooraf

Protocol statusbeheer BVD-vrij (route tankmelk) Versie 1.1 (juli 2018)

Introductie Optimus advies door middel van Melkveewet en GLB 2015

In bezwaar tegen fosfaatreductieplan?

1 Kamerstukken I, , 28973, B

Protocol statusbeheer BVD-vrij (route intake virus, bewaking jongvee antistoffen) Versie 1.1 (juli 2018)

Studiebijeenkomst. Fosfaatrechten in de praktijk. Peter J. Houtsma Houtsma Bedrijfsadvies

GD Programma BVD-vrij Certificering Gewijzigd per maart 2016

Presentatie onderzoeksopzet (Her)verdelingsmechanismen in het omgevingsrecht

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Agro-Nieuwsbrief juli 2017

Advies stelsel van fosfaatrechten

Protocol statusbeheer BVD-vrij (route jongvee antistoffen) Versie 1.2 (januari 2019)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Paratuberculose Programma Gewijzigd per augustus 2015

Wijziging Meststoffenwet in verband met de invoering van een stelsel van fosfaatrechten voor melkvee

Bedrijfsoverdracht melden bij RVO.NL. Bert Knegtering en Christel Pieterse

AGRO NIEUWS. In deze nieuwsbrief treft u de volgende onderwerpen aan: SCHUITEMAN

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0

Reglement Certificering IBR bij Runderen 1997 gewijzigd per 1 juli 2013

AMvB Grondgebonden groei melkveehouderij. 21 April 2015 Harry Kager LTO Nederland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. Kan ik mijn ingestuurde mestverwerkingsovereenkomsten (MVO) corrigeren als ik het niet goed heb ingevuld of wil wijzigen?

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

April Fosfaatreductieplan. Hans Rietveld Agrarisch Advies

Tempel A D V I E S. Agrarisch adviesbureau. in Lunteren. Ir. FCA van den Tempel Tel

Bekijk de zaak van meerdere kanten!

GD Salmonella JongveeMonitor Gewijzigd per 15 november 2018

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Transcriptie:

Regeling fosfaatreductieplan 2017 vragen en antwoorden versie 20 februari 2017 De antwoorden op bijgaande vragen zijn gevalideerd door ZuivelNL en RVO.nl. Aan dit document kunnen geen rechten worden ontleend 1. ALGEMEEN 1.1 Waarom is er een ministeriële regeling om fosfaat te reduceren? Er was toch een plan van de sector? De staatssecretaris wil het fosfaatreductieplan van de sector mede op verzoek van de Europese Commissie een steviger juridische basis geven. Dat doet hij door het plan te vervangen door een ministeriële regeling. Deze juridische basis is voor de Europese Commissie een betere waarborg dat de beoogde fosfaatreductie in 2017 wordt gehaald. 1.2 Welke bedrijven vallen onder de regeling? De regeling is van toepassing op alle bedrijven die koemelk produceren bestemd voor consumptie of verwerking én op overige bedrijven met vrouwelijke runderen. De volgende overige bedrijven zijn uitgezonderd van de regeling: - houders van vijf vrouwelijke runderen of minder; - vleeskalverbedrijven die uitsluitend afvoeren voor de slacht; - bedrijven die sinds 15 december 2016 maximaal 2 runderen hebben aangevoerd. Onder vrouwelijke runderen vallen voor deze regeling de vrouwelijke runderen zoals geregistreerd op basis van de regeling identificatie en registratie (I&R). Dit gaat om: - vrouwelijke runderen dat minimaal 1x gekalfd heeft (incl. doodgeboren kalveren) Regeling fosfaatreductieplan 2017 - vragen en antwoorden 20 februari 2017 1

- vrouwelijk runderen van 0 tot 1 jaar (kalf) - vrouwelijk runderen vanaf 1 jaar en ouder dat niet heeft gekalfd (pink) 1.3 Wat is een bedrijf? Een bedrijf is het geheel aan bedrijfsactiviteiten dat bij RVO.nl is geregistreerd onder één BRS nummer (bedrijfsregistratienummer); als bijvoorbeeld sprake is van een melkveetak en een kalvermesterijtak op twee verschillende UBN s, dan zijn de regels voor een melkleverend bedrijf van toepassing en worden alle dieren samen geteld. 1.4 Worden melkveebedrijven waar de melk om welke reden dan ook niet wordt opgehaald nog als melkleverende bedrijven beschouwd? Of vallen zij in deze regeling onder de niet-melkleverende bedrijven? Een melkleverend bedrijf is een bedrijf dat regulier en bedrijfsmatig melk levert aan een onderneming, of, al dan niet verwerkt, aan de consument of een handelaar. In principe is de situatie van 1 maart bepalend. Een tijdelijke opschorting van de melklevering op initiatief van de producent of van de afnemer wijzigt deze status niet. Een definitieve beëindiging van de melklevering leidt tot een wijziging van de status met ingang van de eerstvolgende periode. 1.5 Wanneer gaat de regeling in? De regeling gaat op 1 maart 2017 in en loopt tot en met 31 december 2017. Daarna wordt de fosfaatproductie begrensd door de wet fosfaatrechten melkvee. 1.6 Waarin verschilt de regeling met het sectorplan? De gewijzigde juridische basis maakte het voor de staatssecretaris mogelijk de regeling op onderdelen eenvoudiger en effectiever te maken. Daarom is de melkgeldregeling geschrapt, worden de referentiegegevens alleen op I&R gebaseerd, zijn de heffingen en de bonus voor alle melkveebedrijven gelijk en vallen nu ook bepaalde niet-melk leverende rundveebedrijven onder de regeling. Regeling fosfaatreductieplan 2017 - vragen en antwoorden 20 februari 2017 2

1.7 Waarom geldt de regeling ook voor biologische melkveebedrijven en andere bedrijven die geen gebruik maken van de derogatie? 1.8 Waarom vallen niet-melk producerende bedrijven onder de regeling? Zowel bij het per 2018 in te voeren fosfaatrechtenstelsel als bij deze regeling gaat het om de reductie van de fosfaatproductie. Het gaat om de overschrijding van het fosfaatplafond. Ook bedrijven die geen gebruik maken van de derogatie kunnen daar aan hebben bijgedragen als gevolg van groei. Deze regeling is bedoeld om de rundveestapel te reduceren waarmee een daling van de fosfaatproductie wordt gerealiseerd. Daarbij moet worden voorkomen dat enkel sprake is van een verplaatsing van runderen van bedrijven die onder de regeling vallen naar bedrijven die hier niet onder vallen waardoor er geen daadwerkelijke reductie van de fosfaatproductie in Nederland plaatsvindt. Daarom krijgen ook niet-melk producerende bedrijven, die (deels) groeien door aanvoer van runderen, een geldsom opgelegd. 1.9 Hoe ziet de regeling er uit? In de regeling krijgt een melkleverend bedrijf met vrouwelijk rundvee een referentieaantal, gebaseerd op het aantal GVE s dat op 2 juli 2015 op het bedrijf geregistreerd stond in I&R (min 4% voor niet grondgebonden melkveebedrijven). Het bedrijf dient het aantal GVE s dat op 1 oktober 2016 aanwezig was, vanaf 1 maart stapsgewijs te reduceren met bepaalde percentages (het doelstellingsaantal). Voor de niet melkleverende bedrijven geldt een vereenvoudigde regeling gebaseerd op het aantal GVE s op 15 december 2016. Het bedrijf dient direct te reduceren tot dit aantal. Regeling fosfaatreductieplan 2017 - vragen en antwoorden 20 februari 2017 3

2. REFERENTIE 2.1 Referentieaantal: hoe weet een melkveehouder hoeveel GVE s zijn bedrijf telde op 2 juli 2015 voor deze regeling? De referentie is direct gebaseerd op de registratie in I&R op die datum (23.59 uur). De aantallen zullen ook worden getoond in het informatiesysteem van zijn zuivelonderneming. 2.2 Hoe worden de GVE s in de regeling berekend? De GVE s worden vastgesteld op basis van de volgende omrekeningsfactoren: vrouwelijk rund van 0 tot 1 jaar is 0,23 GVE; vrouwelijk rund van 1 jaar of ouder dat niet heeft gekalfd is 0,53 GVE; vrouwelijk rund dat ten minste eenmaal heeft gekalfd is 1,0 GVE. 2.3 Is de referentie van 2 juli 2015 in het fosfaatrechtenstelsel gelijk aan de referentie van deze regeling? 2.4 Hoe gaat de regeling om met bedrijven die na 2 juli 2015 zijn gestart? Nee, de referentie van 2 juli 2015 is voor de fosfaatrechten gebaseerd op de Meststoffenwet diercategorieën 100, 101 en 102. De referentie in deze regeling gaat uit van de registratie in I&R van vrouwelijke runderen van 0 tot 1 jaar; van 1 jaar of ouder die niet hebben gekalfd en van vrouwelijke runderen die ten minste eenmaal hebben gekalfd, zoals die in I&R zijn geregistreerd. Voor bedrijven die na 2 juli 2015 zijn gestart, gelden geen bijzondere regels: de referentie is dan 0 en het doelstellingsaantal wordt gebaseerd op het veebestand van 1 oktober 2016 2.5 Wat is een doelstellingsaantal? Dat is het aantal GVE s dat op 1 oktober 2016 in het I&R-systeem geregistreerd stond, verminderd met het reductiepercentage dat in een periode geldt. Regeling fosfaatreductieplan 2017 - vragen en antwoorden 20 februari 2017 4

2.6 Houdt de regeling rekening met grondgebonden bedrijven? 2.7 Wat verstaat de regeling onder een grondgebonden bedrijf? 2.8 Speelt de bedrijfsspecifieke excretie (BEX) zoals berekend met KringloopWijzer of van 2015 nog een rol bij de regeling? Ja, melkveebedrijven die in 2015 grondgebonden waren krijgen een referentie gebaseerd op de veebezetting van 2 juli 2015, zonder aftrek van 4%. De regeling verstaat onder een grondgebonden bedrijf een melkveebedrijf dat op basis van de Gecombineerde Opgave 2015 in dat kalenderjaar voldoende fosfaatplaatsingsruimte had op grond om alle in 2015 geproduceerde mest (forfaitair berekend in kilogram fosfaat) van de vrouwelijke runderen te plaatsen. Nee, de regeling voorziet niet in het gebruik van een bedrijfsspecifieke norm. 2.9 Wordt een bedrijfsspecifieke gebruiksnorm (BEPpilot) in 2015 gebruikt bij het berekenen van de fosfaatruimte op het bedrijf? Ja, voor deelnemers van de BEP-pilot die in 2015 een beschikking van RVO hebben ontvangen geldt dat de bedrijfsspecifieke gebruiksnorm wordt meegenomen in de berekening van de fosfaatruimte en de bepaling van grondgebondenheid. 3. REDUCTIE 3.1 Wat wordt precies onder reductie verstaan? De registratie in I&R is leidend. De bestemming is niet relevant. Een reductie telt pas als een rund is afgevoerd van het bedrijf en deze afvoer is verwerkt in het I&R-systeem. Daarom wordt aangeraden afgevoerde runderen direct af te melden. Anders bestaat de kans dat reeds afgevoerde runderen toch nog als boventallige GVE s worden meegeteld. Regeling fosfaatreductieplan 2017 - vragen en antwoorden 20 februari 2017 5

3.2 Wat wordt verstaan onder het gemiddeld aantal GVE s in een maand? 3.3 Hoeveel dieren moet een bedrijf per periode afvoeren? Het gemiddeld aantal GVE s per maand wordt berekend door het aantal GVE s aanwezig op het bedrijf op elke dag van de maand op te tellen en de som hiervan te delen door het aantal dagen van de maand. Dit gemiddelde wordt afgerond tot twee decimalen achter de komma. Wanneer een ondernemer pas op één van de laatste dagen van de maand het aantal GVE s reduceert met het gestelde verminderingspercentage, zal het doelstellingsaantal niet worden behaald. Daarom wordt aangeraden vroegtijdig te starten met de afvoer van runderen. Dit om te voorkomen dat op het einde van de periode of maand een hoge afvoer noodzakelijk is en slachterijen het hoge aanbod niet kunnen verwerken. De reductie van GVE s wordt gefaseerd over 5 perioden van twee maanden. Voor elke periode wordt een reductiedoelstelling bepaald. Melkleverende bedrijven moeten in periode 1 (maart en april) 5% van het aantal GVE s op 1 oktober 2016 gereduceerd hebben. In periode 2 (mei en juni) is dat 10%. Reductie hoeft nooit verder te gaan dan het referentieaantal van het betrokken bedrijf. De reductiepercentages voor latere perioden worden later vastgesteld. Voor periode 3 (juli en augustus) zal die maximaal 20% bedragen en voor de perioden 4 (september en oktober) en 5 (november en december) maximaal 40%. 3.4 Wanneer worden de reductiepercentages voor periode 3, 4 en 5 vastgesteld? 3.5 Het duurt soms enkele dagen voordat de GVE s die van een bedrijf zijn afgevoerd ook als zodanig in het Die stelt de minister uiterlijk op de laatste dag voor het begin van de periode vast. De percentages worden bekend gemaakt in de Staatscourant. De reductie is pas geldig zodra in het I&R systeem zichtbaar is dat een dier is afgevoerd. Veehouders dienen er dus rekening mee te Regeling fosfaatreductieplan 2017 - vragen en antwoorden 20 februari 2017 6

I&R-systeem zijn verwerkt. Hoe wordt daar mee omgegaan? houden dat de reductie met enige vertraging aangetoond kan worden in het I&R-systeem. 3.6 Geldt de afvoer van GVE s in de periode na 1 oktober 2016 en voor 1 maart 2017 ook als reductie? Ja. Wanneer een bedrijf na 1 oktober 2016 en voor 1 maart 2017 GVE s afvoert, hoeft het bedrijf minder GVE s te reduceren bij de start van de regeling. 4. HEFFING/BONUS 4.1 Wanneer moet een bedrijf een heffing betalen? Bedrijven die het doelstellingsaantal niet halen en dus niet voldoen aan de voorgeschreven reductie in een periode, krijgen over die periode een heffing opgelegd. 4.2 Hoe hoog is de heffing? Die bedraagt 240 euro per GVE per maand over alle GVE s boven de referentie. De heffing is niet met BTW belast. De heffing wordt berekend op basis van het gemiddeld aantal GVE s per maand, afgerond tot twee decimalen achter de komma. Een bedrijf dat in de eerste maand van een periode een heffing krijgt opgelegd, maar in de tweede maand alsnog het doelstellingsaantal haalt, krijgt geld terug. De heffing over die eerste maand wordt dan kwijtgescholden. (In periode 1 wordt maart en april samen afgerekend, op basis van de stand in de maand april. De heffing per boventallige GVE bedraagt in april dus 480 euro.) 4.3 Wanneer moet een bedrijf de solidariteitsbijdrage betalen Bedrijven die wel het doelstellingsaantal halen, maar nog boven de referentie zitten, moeten de solidariteitsbijdrage betalen. Deze bijdrage dient voor de financiering van de bonussen voor bedrijven Regeling fosfaatreductieplan 2017 - vragen en antwoorden 20 februari 2017 7

die onder het referentieaantal zitten. 4.4 Hoe hoog is de solidariteitsheffing? Die bedraagt 56 euro per maand voor de rest van het jaar per nog te reduceren GVE. (In periode 1 bedraagt deze 112 euro voor elke in april resterende, boventallige, GVE.) 4.5 Wanneer komt een bedrijf in aanmerking voor een bonus? Melkleverende bedrijven die in een maand minder GVE s hebben dan het referentieaantal ontvangen een bonus. Daarmee worden deze bedrijven gestimuleerd de eventueel aanwezige latente ruimte onbenut te laten of extra GVE s vrijwillig te reduceren. 4.6 Hoe hoog is de bonus? De bonus bedraagt in de eerste periode 120 euro voor elke GVE onder de referentie op basis van het gemiddelde in april. In de perioden 2 en 3 is dat 60 euro per maand en in de perioden 4 en 5 bedraagt de bonus 150 euro per maand. De bonus is niet met BTW belast. 4.7 Is er een limiet aan wat een bedrijf aan bonussen kan ontvangen? 4.8 Wat gebeurt er als er meer geld aan heffingen binnenkomt dan er aan bonussen uitgaat? Ja, het aantal GVE s waarvoor een bedrijf een bonus kan ontvangen, is beperkt tot 10% onder het referentieaantal. Bovendien mogen bedrijven in 2015, 2016 én in 2017 in totaal (inclusief deze bonus) niet meer dan 15.000 euro aan overheidssteun ontvangen. Dat moeten zij verklaren door middel van een zogenoemde de-minimis verklaring. (deze zal tijdig door de zuivelonderneming beschikbaar worden gesteld) Zonder deze verklaring wordt geen bonus toegekend. In dat geval zal de minister een extra bonus vaststellen voor alle melkleverende bedrijven die in december 2017 minder dieren houden dan op 1 oktober 2016, naar rato van de gerealiseerde afname. Regeling fosfaatreductieplan 2017 - vragen en antwoorden 20 februari 2017 8

4.9 Wat gebeurt er als er te weinig aan heffingen binnenkomt om de bonussen te betalen? 4.10 Komen bedrijfsbeëindigers ook in aanmerking voor een bonus? Als er minder opbrengsten zijn dan er aan bonussen uitgekeerd moet worden, gaat de bonus omlaag naar rato van het ontstane tekort. Bedrijven kunnen in aanmerking komen voor een bonus zolang zij melk leveren. Vanaf het moment dat een bedrijf wordt beëindigd en dus geen melk meer levert, valt het bedrijf niet langer onder deze regeling en vervalt de aanspraak op een bonus. 4.11 Hoe wordt de regeling uitgevoerd? Voor melkleverende bedrijven wordt de regeling in principe uitgevoerd door de zuivelonderneming. Heffingen en bonussen worden verrekend met het melkgeld. Voor zover zelfzuivelaars een relatie hebben met een zuivelonderneming verzorgt deze zuivelonderneming ook de uitvoering. Bij zelfzuivelaars die niet aan een zuivelonderneming leveren, legt RVO.nl de heffingen op en betaalt de bonussen. Voor niet melkleverende bedrijven verzorgt RVO.nl de gehele uitvoering. 4.12 Mijn zuivelonderneming zegt niet met de regeling te maken te hebben, wat betekent dat voor mij? Een aantal kleine zuivelondernemingen is niet betrokken bij de uitvoering; dan legt RVO.nl de heffingen op en betaalt de bonussen. 5. BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN 5.1 Is er in deze regeling ruimte voor knelgevallen? Ja. Veehouders die aantoonbaar kunnen maken dat op de referentiedatum sprake was van buitengewone omstandigheden voor de veebezetting op 2 juli 2015 (of op 15 december 2016 in het geval van een niet-melk leverend bedrijf) moeten dat vóór 1 april 2017 melden bij RVO.nl. Regeling fosfaatreductieplan 2017 - vragen en antwoorden 20 februari 2017 9

De aanpassing van de referentieaantallen bedraagt nooit meer dan de geregistreerde GVE s voor de buitengewone omstandigheid intrad. De melding voor aanpassing dient op een daarvoor door RVO.nl binnenkort beschikbaar gesteld formulier te gebeuren en uiterlijk 1 april 2017 bij RVO.nl te zijn ingediend. RVO kan de referentie op basis van geregistreerde dieren in I&R aanpassen, op voorwaarde dat het feitelijke aantal GVE s minimaal 5% lager is als gevolg van buitengewone omstandigheden. Het gaat hierbij om bouwwerkzaamheden, diergezondheidsproblemen, ziekte of overlijden van een persoon van het samenwerkingsverband van de veehouder of een bloed- of aanverwant in de eerste graad, of als gevolg van vernieling van melkveestallen. De aanpassing van de referentie zal nooit meer bedragen dan overeenkomt met het aantal GVE s dat voor de intrede van de buitengewone omstandigheid is geregistreerd. Er kan geen beroep worden gedaan op voorziene, geplande of partieel gerealiseerde uitbreidingen. Daarmee is al rekening gehouden door de systematiek van gefaseerde reductie ten opzichte van 1 oktober 2016. 5.2 Hoe gaat de regeling om met bedrijven die vee inen uitscharen? Bedrijven die in 2015 en/of 2016 vee hadden uitgeschaard, kunnen hun referentie of het doelstellingsaantal door RVO.nl laten aanpassen. In dat geval wordt ook referentie bij de inschaarder aangepast. De melding voor aanpassing dient op een daarvoor door RVO.nl binnenkort beschikbaar gesteld formulier te gebeuren en uiterlijk 1 april 2017 bij RVO.nl te zijn ingediend. Hierbij dient te worden aangetoond dat de runderen die hij op 2 juli 2015 had uitgeschaard tussen 1 januari 2015 en 2 juli 2015 naar een inschaarder zijn gegaan, op 2 juli 2015 door die inschaarder werden gehouden en die uiterlijk op 31 december Regeling fosfaatreductieplan 2017 - vragen en antwoorden 20 februari 2017 10

5.3 Hoe gaat de regeling om in het geval van een bedrijfsovername? 2015 zijn teruggekomen op het bedrijf van de houder. Voorwaarde is wel dat de inschaarder aantoonbaar instemt met verlaging van zijn referentieaantal. Veehouders die na 2 juli 2015 een ander bedrijf (deels) hebben overgenomen kunnen RVO.nl verzoeken hun referentie te verhogen met (een deel van) de referentie die het overgenomen bedrijf zou hebben gehad. Een verzoek daartoe moet uiterlijk 1 april 2017 zijn ingediend bij RVO.nl op een daarvoor door RVO.nl beschikbaar gesteld formulier. Als de overname na 1 maart 2017 plaatsheeft, moet het verzoek uiterlijk één maand na de bedrijfsoverdracht zijn ingediend. Meld de overdracht zo snel mogelijk via het formulier Melding Overdracht van RVO.nl. 5.4 Kan de referentie in het geval van een bedrijfsoverdracht met terugwerkende kracht worden aangepast? Nee, in het geval van bedrijfsoverdrachten kan RVO.nl alleen een referentie aanpassen indien de aanvraag voor aanpassing binnen een maand na de overdacht is ingediend. 5.5 Als de referentie van een bedrijf is aangepast vanwege de fosfaatrechten, moet het bedrijf dan voor deze fosfaatreductieregeling opnieuw een verzoek om aanpassing indienen? De referentiegegevens voor fosfaatrechten zijn onderverdeeld in de diercategorieën 100, 101 en 102. Deze categorieën zijn voor het fosfaatreductieplan niet van toepassing. U hoeft niet een nieuw verzoek in te dienen: de dieren die in het I en R systeem geregistreerd stonden op 2 juli 2015 tellen mee bij het fosfaatreductieplan. 5.6 Kan een bedrijf de referentie laten aanpassen als buitengewone omstandigheden de veebezetting op 1 oktober 2016 hebben beïnvloed? Nee, de knelgevallenregeling voor melkleverende bedrijven geldt alleen als buitengewone omstandigheden het referentieaantal in I&R van 2 juli 2015 hebben beïnvloed. Regeling fosfaatreductieplan 2017 - vragen en antwoorden 20 februari 2017 11

6. OVERIG 6.1 Waar kan ik bezwaar maken tegen deze regeling? 6.2 Waar kan ik bezwaar maken tegen mijn referentie? 6.3 Waar kan ik bezwaar maken tegen de opgelegde geldsom (heffing)? U kunt geen bezwaar maken tegen de regeling, alleen tegen een besluit op basis van de regeling. De oplegging van een heffing of een bonus zal het eerste besluit zijn waar tegen bezwaar gemaakt kan worden. U kunt geen bezwaar maken tegen de referentie, deze volgt namelijk direct uit de registratie in I&R. In geval van bijzondere omstandigheden kunt u wel aanpassing van de referentie vragen (zie paragraaf 5 van dit document). Indien u het niet eens bent met de hoogte van de heffing dient u eerst bij uw zuivelonderneming een toelichting te vragen. Die brengt de heffing op basis van deze regeling in rekening, namens de overheid. Als u ondanks die toelichting toch bezwaar wilt maken tegen de heffing dient u bij RVO.nl te zijn. Hiervoor komt nog een formulier. Regeling fosfaatreductieplan 2017 - vragen en antwoorden 20 februari 2017 12